De Partij voor de Dieren wil landbouwgrond die vrijkomt door het fors terugdringen van de veehouderij vooral inzetten voor natuurherstel, maar ziet daarnaast ruimte voor woningbouw aan de rand van bestaande woonkernen, mits dit niet ten koste gaat van natuur, leefbaarheid en cultuurhistorie. Hun beleid richt zich op het beter benutten van bestaande bebouwing, het transformeren van leegstaande panden, en pas in laatste instantie het bouwen van woningen op (voormalige) landbouwgrond, met duidelijke prioriteit voor natuur en duurzaamheid.
De PvdD stelt dat door een sterke vermindering van het aantal dieren in de veehouderij veel landbouwgrond vrijkomt, wat ruimte biedt voor natuurherstel én woningbouw. De partij ziet dit als een noodzakelijke stap om de stikstofcrisis op te lossen en het woningtekort aan te pakken, maar benadrukt dat het grootste deel van de vrijgekomen grond naar natuur moet gaan.
“Door boeren te helpen overschakelen naar plantaardige landbouw komt er veel grond vrij die we veel beter kunnen verdelen. Verreweg het grootste deel daarvan zetten we om naar natuur zodat de biodiversiteit kan herstellen. Zo ontstaat ruimte voor woningen aan de rand van bestaande woonkernen, zonder dat dit ten koste gaat van leefbaarheid, landschaps- en cultuurhistorie en de natuur.”
“Door een krimp van het aantal dieren in de veehouderij komt er landbouwgrond vrij voor natuur en woningbouw.”
“Door te kiezen voor een krimp met 75% van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood in de veehouderij wordt de stikstofcrisis opgelost, komt er veel landbouwgrond en agrarische bebouwing vrij. Naast herstel van de natuur ontstaat zo ruimte voor woningen.”
De partij is expliciet tegen grootschalige woningbouw verspreid over landbouwgrond en wil alleen bouwen aan de rand van bestaande woonkernen, en dan pas nadat bestaande bebouwing optimaal is benut. Dit moet zorgvuldig gebeuren, met prioriteit voor natuur, leefbaarheid en cultuurhistorie.
“Zo ontstaat ruimte voor woningen aan de rand van bestaande woonkernen, zonder dat dit ten koste gaat van leefbaarheid, landschaps- en cultuurhistorie en de natuur.”
“Daarnaast zorgen we ervoor dat bebouwing aan de rand van bestaande woonkernen plaatsvindt. Zo scheppen we ruimte voor de natuur en verbeteren we tegelijkertijd het leefklimaat, de woonomgeving en de biodiversiteit.”
“Vervolgens wordt er waar dat kan - zonder de leefbaarheid aan te tasten - binnenstedelijk gebouwd. Tot slot zal bebouwing aan de rand van bestaande woonkernen plaatsvinden.”
De PvdD wil dat woningbouw primair plaatsvindt door het beter benutten van bestaande gebouwen (zoals kantoren en boerderijen) en pas in laatste instantie op (voormalige) landbouwgrond. Dit voorkomt onnodige aantasting van natuur en open ruimte.
“Allereerst wordt bestaande bebouwing slimmer benut. Denk aan het transformeren van kantoorpanden, het aanpakken van leegstand, het optoppen en splitsen van bestaande woningen en het stimuleren van doorstroming.”
“Op voormalige boerderijen kan worden geëxperimenteerd met woonvormen en -gemeenschappen, waarbij jong en oud samenleven en elkaar kunnen ondersteunen.”
De partij sluit woningbouw op kwetsbare, niet-klimaatbestendige landbouwlocaties uit, zoals laaggelegen polders onder zeeniveau.
“Woningen bouwen we alleen op klimaatbestendige locaties. Laaggelegen polders onder zeeniveau zijn dat niet, zoals Rijnenburg nabij Utrecht.”
BBB wil de bouw van woningen op landbouwgrond beperken om vruchtbare landbouwgrond te beschermen, maar staat wel open voor woningbouw aan de rand van dorpen en in buurtschappen, mits dit het karakter van het platteland respecteert. Herbestemming van bestaande agrarische panden tot woningen wordt vergemakkelijkt, maar het klakkeloos omzetten van landbouwgrond naar woonbestemming wijst BBB af. De partij kiest voor maatwerk en het behoud van boerenland, met ruimte voor beperkte woningbouw waar dit de leefbaarheid van dorpen ondersteunt.
BBB beschouwt vruchtbare landbouwgrond als waardevol en wil deze niet zomaar laten herbestemmen voor woningbouw. De partij ziet het behoud van landbouwgrond als essentieel voor voedselzekerheid en het economisch vitaal houden van het platteland. Woningbouw op landbouwgrond wordt alleen overwogen als dit zorgvuldig gebeurt en niet ten koste gaat van de landbouwfunctie.
“Onze vruchtbare landbouwgrond is waardevol. BBB zal ervoor waken dat deze niet klakkeloos wordt herbestemd omdat er andere aanspraken op worden gedaan.”
“Landbouwgrond voor de landbouw. Terreinbeherende organisaties dienen voor hun landbouwgronden een samenwerking aan te gaan met lokale boeren om met langjarige contracten bij te dragen aan voedselproductie.”
“Behoud voedselgronden. Net als in Frankrijk, wordt de verplichte braaklegging van voedselgronden afgeschaft.”
Hoewel BBB landbouwgrond wil beschermen, erkent de partij het belang van woningbouw voor de leefbaarheid van dorpen. Daarom wordt woningbouw aan de rand van dorpen en in buurtschappen toegestaan, mits dit past bij het karakter van de regio en niet leidt tot grootschalige aantasting van het boerenland.
“We beschermen kostbaar boerenland, maar willen wel woningbouw in buurtschappen, aan de rand van dorpen en steden mogelijk maken.”
“Daarvoor is meer woningbouw op het platteland nodig. Dit draagt bij aan het behoud van voorzieningen en sociale cohesie in het dorp en geeft mensen de kans om in het eigen dorp te blijven wonen. Daarom wil BBB belemmeringen wegnemen en meer woningbouw voor de dorpen mogelijk maken.”
BBB wil het makkelijker maken om leegstaande agrarische panden, zoals voormalige boerderijen, om te bouwen tot woningen. Dit biedt een oplossing voor de woningnood zonder extra landbouwgrond op te offeren.
“Leegstaande panden ombouwen tot woningen, zoals voormalige boerderijen, kantoren en fabrieken, moet makkelijker worden.”
“Bouwen op eigen erf kan sinds de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting. Dit moet maximaal worden benut en gemeenten moeten hiervoor duidelijke instructies krijgen.”
D66 kiest ervoor om woningbouw vooral te concentreren bij bestaande steden en kernen, met respect voor natuur en landbouwgrond. Ze willen bouwen op plekken waar dat verantwoord is, en richten een Rijksgrondfaciliteit op om sneller woningen te realiseren, maar expliciet bouwen op landbouwgrond wordt niet als standaardoplossing genoemd. D66 benadrukt het belang van zorgvuldig ruimtegebruik en het maken van gebiedsgerichte keuzes, waarbij landbouw, natuur en woningbouw in balans moeten zijn.
D66 wil nieuwe woningen en zelfs nieuwe steden vooral bouwen naast bestaande steden of kernen, en niet zomaar op landbouwgrond. Dit moet zorgvuldig gebeuren, met respect voor natuur en bestaand landschap, en alleen waar het verantwoord is. Het doel is om de druk op landbouwgrond te beperken en tegelijkertijd de woningnood aan te pakken.
“D66 wil tien nieuwe steden bouwen, vooral bij bestaande steden of kernen en bij grote ov-knooppunten. Dit doen we met respect voor de natuur.”
“Oók als we bouwen naast bestaande steden of kernen. Zo bouwen niet alleen meer huizen, maar versterken we ook de bestaande gemeenschappen.”
D66 stelt dat in het dichtbevolkte Nederland niet alles tegelijk kan, en dat keuzes per gebied gemaakt moeten worden. Hierbij wordt expliciet benoemd dat landbouw een plek verdient, en dat woningbouw niet automatisch ten koste mag gaan van landbouwgrond. De overheid moet regie voeren en samen met regio’s, bewoners en ondernemers bepalen waar ruimte is voor woningen, landbouw en natuur.
“In ons dichtbevolkte land kan niet alles en zeker niet alles tegelijk. We moeten dus keuzes maken.”
“Per gebied spreken we met inwoners en betrokkenen over de keuzes die nodig zijn en over hoe die keuzes met elkaar samenhangen.”
“We willen dat nieuwe ontwikkelingen de natuur niet verder onder druk zetten.”
D66 wil een Rijksgrondfaciliteit oprichten om sneller woningen te bouwen, maar noemt niet expliciet het omzetten van landbouwgrond naar woningbouw als standaardstrategie. Het accent ligt op het inzetten van rijksgrond en het voorkomen van grondspeculatie, met ruimte voor gemeenten om regie te nemen.
GroenLinks-PvdA wil woningbouw op landbouwgrond mogelijk maken om het woningtekort aan te pakken, waarbij landbouwgrond actief wordt herbestemd voor woningbouw. De partij stelt voor om grondspeculatie tegen te gaan, de overheid meer regie te geven over grond, en gronden rondom steden op te kopen voor nieuwbouw. Hun visie is dat maatschappelijke belangen, zoals betaalbare woningen, zwaarder moeten wegen dan het behoud van landbouwgrond voor intensieve veehouderij of speculatie.
GroenLinks-PvdA wil landbouwgrond herbestemmen voor woningbouw om ruimte te creëren voor de bouw van tienduizenden nieuwe woningen. Dit wordt gezien als noodzakelijk om het woningtekort op te lossen, waarbij andere belangen zoals veehouderij moeten inschikken.
“We gaan landbouwgrond bestemmen voor woningbouw en doen hetzelfde met verloederde bedrijventerreinen, leegstaande binnenstedelijke locaties en grond van ontwikkelaars die jarenlang niet ontwikkelen.”
“Dat betekent dat andere belangen zullen moeten inschikken, zoals de veehouderij en de luchtvaart.”
De partij wil dat de overheid actief landbouwgrond opkoopt, zodat deze sneller en betaalbaarder kan worden ontwikkeld tot woongebied. Door een Rijksgrondbank op te richten en het eerste recht van koop te vestigen, wil GroenLinks-PvdA grondspeculatie tegengaan en de regie op woningbouw versterken.
“Als de overheid grond opkoopt, kunnen we sneller bouwen en de huren en huizenprijzen betaalbaar houden.”
“We willen daarom financiering beschikbaar stellen voor een Rijksgrondbank om grond op te kopen voor de bouw van nieuwe woningen.”
“We passen de wet aan om een voorkeursrecht te vestigen op grond rondom bebouwd gebied, met prioriteit voor grond voor de bouw van nieuwbouwwoningen.”
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat grondspeculanten profiteren van waardestijgingen wanneer landbouwgrond een woonbestemming krijgt. De partij stelt voor om deze speculatiewinsten af te romen en in te zetten voor woningbouw.
“Zonder iets te hoeven doen, verdienen grondspeculanten veel geld als landbouwgrond een woonbestemming krijgt. Per jaar bedraagt deze waardestijging maar liefst acht miljard euro. We vinden dat deze speculatiewinsten ten goede moeten komen aan de samenleving.”
“Een eerlijk deel van deze speculatiewinst vloeit terug naar de samenleving, zodat we het kunnen gebruiken voor woningbouw.”
De PVV wil het woningtekort aanpakken door buitenstedelijk te bouwen en bestemmingswijzigingen van grond naar woningbouw te vergemakkelijken, maar spreekt zich niet expliciet uit voor het bouwen van woningen op landbouwgrond. De partij is fel tegen gedwongen uitkoop of onteigening van boeren voor woningbouw en wil boeren juist beschermen. De kern van hun visie is: méér woningen bouwen buiten de stad, maar niet ten koste van landbouwgrond via onteigening.
De PVV pleit voor meer grootschalige woningbouw buiten de stad, wat in de praktijk vaak op voormalige landbouwgrond gebeurt, maar is expliciet tegen het gedwongen uitkopen of onteigenen van boeren voor woningbouw. Ze willen procedures voor bestemmingswijziging naar woningbouw versnellen en een deel van de waardestijging inzetten voor betaalbare woningen, maar landbouwgrond mag niet onvrijwillig worden opgeofferd.
“Daarnaast moeten we volop buitenstedelijk gaan bouwen: méér nieuwe, grootschalige woningbouwlocaties. Niet alleen straatjes erbij, maar ook hele buurten en wijken.”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is bij ons absoluut een no-go.”
“Door wijziging van de bestemming (woningbouw) wordt grond meer waard. Met de invoering van een planbatenheffing zetten we een deel daarvan in om méér betaalbare woningen te bouwen en gaan we grondspeculatie tegen.”
De PVV wil procedures en regels rondom woningbouw versoepelen, waaronder het sneller wijzigen van bestemmingen naar woningbouw, maar zonder expliciet te stellen dat landbouwgrond hiervoor wordt ingezet. De focus ligt op het verminderen van belemmeringen en het versnellen van bouwprocessen.
De PVV benadrukt dat boeren niet de dupe mogen worden van de woningbouwopgave en dat hun positie beschermd moet worden tegen overheidsmaatregelen die landbouwgrond voor woningbouw willen inzetten.
De SGP wil vruchtbare landbouwgrond zoveel mogelijk behouden voor voedselproductie en is terughoudend met woningbouw op landbouwgrond. Alleen waar het echt noodzakelijk is voor de lokale woonbehoefte, kan onder strikte voorwaarden herbestemming of bebouwing plaatsvinden, maar het uitgangspunt blijft bescherming van landbouwgrond.
De SGP vindt dat vruchtbare landbouwgrond primair bestemd moet blijven voor voedselproductie en wil woningbouw op deze gronden beperken. Alleen in uitzonderlijke gevallen, wanneer het echt noodzakelijk is voor de lokale woonbehoefte, kan herbestemming overwogen worden, maar het behoud van landbouwgrond heeft prioriteit.
De SGP staat herbestemming van leegstaande stallen en schuren toe om verpaupering en criminaliteit tegen te gaan, maar blijvende landbouwbedrijven moeten voldoende ruimte houden. Sloop of herbestemming wordt gestimuleerd waar leegstand tot problemen leidt, maar niet ten koste van actieve landbouw.
“Steeds meer stallen en schuren op het platteland komen leeg te staan met bijbehorende verpaupering en mogelijk criminele activiteiten als ongewenst gevolg. Daarom wil de SGP sloop of herbestemming stimuleren. Blijvende landbouwbedrijven verdienen uiteraard voldoende ruimte om door te kunnen gaan.”
De SGP geeft gemeenten en provincies ruimte om lokaal maatwerk te leveren, bijvoorbeeld om jongeren in het dorp te houden, maar benadrukt dat regionale spreiding en behoud van landbouwgrond leidend zijn. Alleen als het echt nodig is voor de lokale woonbehoefte, kan woningbouw op landbouwgrond plaatsvinden.
BVNL is kritisch op het omzetten van landbouwgrond naar andere functies en wil landbouwgrond beschermen tegen bebouwing voor niet-agrarische doeleinden, zoals woningen of zonne-akkers. De partij pleit voor het faciliteren van woningbouw op andere locaties en het schrappen van belemmerende regelgeving, maar spreekt zich expliciet uit tegen het opofferen van landbouwgrond voor woningbouw. BVNL ziet het behoud van landbouwgrond als essentieel voor voedselzekerheid en de agrarische sector.
BVNL verzet zich tegen het bebouwen van landbouwgrond voor woningen of andere niet-agrarische functies. De partij vindt dat landbouwgrond behouden moet blijven voor voedselproductie en niet mag worden opgeofferd aan woningbouw of zonneparken. Dit standpunt is ingegeven door het belang van voedselsoevereiniteit en het beschermen van de agrarische sector.
“Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
“Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“In Zeeland wordt geen landbouwgrond meer ontpolderd.”
BVNL wil woningbouw stimuleren, maar dan vooral door bestaande ruimte efficiënter te benutten, bijvoorbeeld door splitsen, optoppen of transformatie van bestaande gebouwen. De partij noemt expliciet het bouwen van grondgebonden woningen met tuin, maar zonder daarbij landbouwgrond aan te tasten.
De ChristenUnie is terughoudend met het bouwen van woningen op landbouwgrond en kiest primair voor bouwen binnen bestaande dorpen en steden. Alleen als het echt noodzakelijk is voor het oplossen van de woningnood, wil de partij grotere nieuwbouwlocaties buiten dorpen en steden toestaan, mits deze verantwoord zijn qua water, bodem en bereikbaarheid. Speculatie met landbouwgrond wordt actief tegengegaan en waardestijgingen bij bestemmingswijziging moeten eerlijker worden verdeeld.
De ChristenUnie wil dat woningbouw zoveel mogelijk plaatsvindt binnen bestaande dorpen en steden. Uitbreiding op landbouwgrond is alleen aan de orde als het echt niet anders kan, en dan onder strikte voorwaarden. Dit standpunt is bedoeld om het landschap te beschermen en zorgvuldig om te gaan met schaarse ruimte.
“We bouwen waar dat kan eerst binnen de dorpen en steden. Vooral in dorpen stimuleren we uitbreidingen met ‘een buurtje erbij’, zodat jongeren en starters in hun eigen dorp kunnen blijven wonen.”
“Grotere nieuwbouwlocaties buiten de dorpen en steden, die nodig zijn om de woningnood op te lossen, worden gebouwd op plekken die verantwoord zijn qua gesteldheid van water en bodem én goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer.”
Als bouwen op landbouwgrond toch nodig is, stelt de ChristenUnie strenge eisen aan de locatiekeuze en duurzaamheid. Er moet rekening worden gehouden met water, bodem, bereikbaarheid en toekomstbestendigheid. Dit voorkomt bouwen op kwetsbare of ongeschikte landbouwgronden.
“Bouwen in risicovolle gebieden wordt vermeden, bijvoorbeeld bij een kwetsbare bodem, overstromingsgevaar of ongezond leefklimaat.”
De ChristenUnie wil grondspeculatie tegengaan en de waardestijging van landbouwgrond bij bestemmingswijziging eerlijker verdelen. Dit voorkomt dat private partijen onevenredig profiteren van de omzetting van landbouwgrond naar bouwgrond.
“Daarom zijn we voor een belasting op de winst die ontstaat als grond bouwgrond wordt (planbatenheffing), we pakken hiermee ook grondspeculatie aan.”
“Gemeenten moeten actiever met hun grond omgaan. Ze hebben al middelen om invloed uit te oefenen – zoals het voorkeursrecht of regels uit de Omgevingswet – maar die worden nog te weinig ingezet.”
De SP is zeer terughoudend met het toestaan van woningbouw op landbouwgrond. Hun prioriteit ligt bij het behouden van landbouwgrond voor duurzame, lokale voedselproductie en het tegengaan van speculatie en winstbejag. De partij wil dat landbouwgrond in handen blijft van boeren en gemeenschappen, en stelt geen concrete voorstellen voor om woningen op landbouwgrond mogelijk te maken.
De SP ziet landbouwgrond primair als middel voor duurzame voedselproductie en wil deze beschermen tegen andere bestemmingen zoals woningbouw. Ze willen speculatie en het opkopen van landbouwgrond door investeerders tegengaan, en stellen voor dat grond in handen blijft van boeren en gemeenschappen. Er zijn geen voorstellen om woningbouw op landbouwgrond te faciliteren; de focus ligt juist op het beschermen van deze grond tegen andere functies.
“Speculatie op landbouwgrond door banken, pensioenfondsen en buitenlandse investeerders wordt verboden. Dit zogenoemde land grabbing maken we een einde aan, zodat grond in handen blijft van boeren en gemeenschappen.”
“De overheid grijpt actief in op de grondmarkt, zodat gronden beschikbaar blijven voor boeren die duurzaam en in balans met hun omgeving willen werken.”
“Er komt een Publiek Landfonds dat landbouwgrond opkoopt en beschikbaar stelt aan jonge en startende boeren die willen werken aan een circulaire en duurzame landbouw.”
De SP richt zich op het bouwen van woningen op bestaande bouwgrond, het aanpakken van leegstand en het beschikbaar maken van betaalbare grond voor woningbouw, maar noemt expliciet niet het omzetten van landbouwgrond naar woningbouw. De partij wil dat gemeenten en woningbouwverenigingen toegang krijgen tot betaalbare grond, maar zonder landbouwgrond hiervoor te bestemmen.
De VVD wil het bouwen van woningen op landbouwgrond mogelijk maken, vooral aan de randen van steden en dorpen, om het woningtekort snel en betaalbaar op te lossen. Ze pleiten voor minder regels die bouwen in het groen tegenhouden en willen landelijke regie om sneller en grootschaliger woningen te realiseren, ook buiten de Randstad. De partij ziet het benutten van landbouwgrond als noodzakelijk om voldoende betaalbare woningen te kunnen bouwen.
De VVD kiest ervoor om nieuwe woonwijken vooral aan de randen van steden en dorpen te bouwen, waar vaak landbouwgrond beschikbaar is. Dit wordt gezien als goedkoper en sneller dan binnenstedelijk bouwen, en moet bijdragen aan het oplossen van het woningtekort. De partij wil landelijke regie en minder lokale belemmeringen om deze locaties te benutten.
De VVD wil provinciale en gemeentelijke regels die bouwen op landbouwgrond of in het groen belemmeren, beperken of schrappen. Dit moet het makkelijker maken om op deze locaties woningen te realiseren en zo het woningtekort sneller aan te pakken.
Het CDA is terughoudend met het toestaan van reguliere woningbouw op landbouwgrond, maar staat open voor beperkte, persoonsgebonden en tijdelijke woonvormen zoals mantelzorgwoningen op het erf van agrariërs, vooral tijdens de wooncrisis. Structurele omvorming van landbouwgrond naar woonbestemming wordt niet expliciet voorgesteld; het CDA legt de nadruk op maatwerk, tijdelijke oplossingen en behoud van agrarische functies.
Het CDA wil het mogelijk maken om vergunningsvrij tijdelijke mantelzorgwoningen en andere persoonsgebonden woonvormen op het erf van agrariërs te plaatsen, als maatregel tijdens de wooncrisis. Dit is bedoeld om familieleden of naasten te huisvesten zonder de landbouwfunctie structureel aan te tasten.
“Vergunningsvrije bouw van mantelzorgwoningen op eigen erf moet mogelijk zijn voor minimaal tien jaar. We verruimen dit naar andere tijdelijke woonvormen voor familie en naasten. Deze vormen zijn persoonsgebonden, tijdelijk van aard en geldende voor de duur van de wooncrisis. We bezien de mogelijkheid om dit ook aan de voorkant van het perceel te verruimen, onder andere op het voorerf bij agrariërs.”
Het CDA benoemt nergens expliciet de structurele omvorming van landbouwgrond naar reguliere woningbouw als beleidsdoel. De partij benadrukt het belang van landbouw, grondmobiliteit binnen de sector en behoud van agrarische functies, en ziet woningbouw vooral als een van de maatschappelijke prioriteiten die zorgvuldig moeten worden afgewogen.
“We moeten het landschap duurzaam beheren, het welzijn van dieren verhogen, het klimaat en de bodem verbeteren en ruimte scheppen voor andere maatschappelijke prioriteiten, zoals natuur, woningbouw, water en energietransitie.”
“Voor boeren en vissers een eerlijke prijs voor het voedsel dat ze produceren, ruimte om te kunnen ondernemen, grond die betaalbaar is. Voor toekomstperspectief voor jonge boeren, zodat ze de transitie kunnen meemaken.”
FVD is uitgesproken tegen het bouwen van woningen op landbouwgrond en wil landbouwgrond behouden voor agrarisch gebruik. Hun programma benadrukt dat woningbouw niet ten koste mag gaan van landbouwgrond, en dat voedselautonomie en het beschermen van boeren voorop staan.
FVD stelt expliciet dat nieuwe woningen niet gebouwd mogen worden op landbouwgrond. Zij willen landbouwgrond behouden voor voedselproductie en zien het beschermen van de agrarische sector als essentieel voor Nederland. Dit standpunt is ingegeven door het belang van voedselsoevereiniteit en het behoud van het Nederlandse cultuurlandschap.
“Bouwen doen we met oog voor schoonheid en menselijke maat, zonder natuur of landbouwgrond op te offeren.”
“Geen ontpoldering van landbouwgrond in Zeeland. We stoppen met het onder water zetten van vruchtbare landbouwgrond in Zeeland.”
“Voedselautonomie als speerpunt. We maken voedselautonomie tot nationaal speerpunt: Nederland moet zoveel mogelijk zelf in staat zijn de eigen bevolking te voeden.”
JA21 benoemt het woningtekort als urgent probleem en pleit voor het aanwijzen van nieuwe locaties voor woningbouw, maar noemt nergens expliciet het toestaan van woningen op landbouwgrond. Hun programma legt de nadruk op het benutten van bestaande vastgoedvoorraad, het versnellen van procedures en het beperken van bevolkingsgroei, maar geeft geen concreet voorstel om landbouwgrond structureel te bestemmen voor woningbouw.
JA21 wil via een nieuwe nota Ruimte nieuwe locaties voor woningbouw aanwijzen, maar specificeert niet of dit landbouwgrond betreft. De partij richt zich vooral op het creëren van flexibiliteit in de ruimtelijke ordening en het inspelen op demografische trends, zonder expliciet landbouwgrond als bouwlocatie te benoemen.
“Een nieuwe nota Ruimte realiseren waarbij nieuwe locaties voor woningbouw worden aangewezen.”
Hoewel JA21 kritisch is op het uitkopen van boeren en het stikstofbeleid, pleiten zij niet voor het omzetten van landbouwgrond naar woningbouw. Hun landbouwstandpunten benadrukken het behoud van landbouw als essentieel onderdeel van de ruimtelijke ordening en voedselzekerheid.
NSC kiest ervoor landbouwgrond in principe te beschermen voor voedselproductie en natuur, en is terughoudend met het toestaan van woningbouw op landbouwgrond. Zij willen waardestijgingen door bestemmingswijzigingen (zoals van landbouw naar wonen) afromen voor het publieke belang en landbouwgrond aanwijzen als agrarische hoofdstructuur, waar woningbouw niet de voorkeur heeft.
NSC ziet een blijvende, belangrijke rol voor landbouwgrond in voedselproductie en natuurherstel, en wil deze gronden beschermen tegen andere bestemmingen zoals woningbouw. Dit betekent dat woningbouw op landbouwgrond alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk is, en de voorkeur uitgaat naar behoud van agrarisch gebruik.
“Voor de akkerbouw en veeteelt wijzen we daarom geschikte gronden aan als agrarische hoofdstructuur. In dit gebied wordt landbouwgrond beschermd...”
Als landbouwgrond tóch wordt omgezet naar woningbouw, wil NSC dat de waardestijging die hierdoor ontstaat grotendeels ten goede komt aan het publieke belang, en niet aan grondspeculanten. Dit ontmoedigt speculatie en zorgt dat eventuele winst wordt ingezet voor maatschappelijke doelen.
Volt wil het bouwen van woningen op landbouwgrond niet direct stimuleren, maar zet in op het fiscaal belasten van de waardestijging wanneer landbouwgrond wordt omgezet naar bouwgrond, om speculatie tegen te gaan en betaalbare woningbouw te bevorderen. Het programma benadrukt een centrale regie op ruimtelijke ordening, waarbij keuzes worden gemaakt over waar in Nederland ruimte is voor landbouw, wonen en natuur, met oog voor duurzaamheid en betaalbaarheid.
Volt wil speculatie met landbouwgrond tegengaan door de waardestijging bij bestemmingswijziging naar bouwgrond fiscaal te belasten. Dit moet ervoor zorgen dat grond sneller en goedkoper beschikbaar komt voor woningbouw, zonder dat grondspeculanten profiteren van publieke investeringen in ruimtelijke ordening.
“Om sneller meer ruimte beschikbaar te maken voor nieuwbouw en de kosten van bouwprojecten en nieuwe woningen te verlagen wil Volt het speculeren met bouwgrond tegengaan. Dat doen we door de waardevermeerdering van bijvoorbeeld landbouwgrond die voor bouwgrond bestemd wordt fiscaal te belasten, waardoor grond naar verwachting eerder beschikbaar komt voor een lagere prijs.”
Volt pleit voor een nationale visie en centrale regie op de verdeling van ruimte tussen landbouw, wonen, natuur en andere functies. Dit betekent dat niet overal zomaar woningen op landbouwgrond gebouwd kunnen worden; er moet een integrale afweging plaatsvinden op basis van duurzaamheid en toekomstbestendigheid.
“In de nieuwe Nota Ruimte moet het kabinet duidelijke keuzes neerleggen over waar we in Nederland ruimte maken voor landbouw, wonen, natuur, industrie en infrastructuur.”
“Er komt een landschapskader dat boeren duidelijkheid biedt, door in kaart te brengen welk type landbouw in welke gebieden plaatsvindt: van zones voor duurzame, hoog-efficiënte landbouw tot gebieden die geschikter zijn voor meer extensieve, natuurinclusieve landbouw.”
BIJ1 wil dat bouw- en landbouwgrond niet langer in handen is van speculanten, maar collectief wordt ingezet voor maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw. Ze pleiten ervoor om landbouwgrond terug te nemen van private partijen en deze te gebruiken voor de bouw van sociale woningen, waarbij publieke controle en democratisch beheer centraal staan.
BIJ1 ziet het bezit van landbouwgrond door speculanten als een obstakel voor betaalbare huisvesting. Ze willen deze grond onteigenen en inzetten voor de bouw van sociale woningen, zodat grond weer een publieke functie krijgt en niet langer een middel is voor winstbejag. Dit moet de macht van projectontwikkelaars en speculanten doorbreken en de woningbouw ten goede komen aan de samenleving.
“Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
“Onze grond weer van ons allemaal. Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma