BIJ1 wil de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) grondig hervormen om bureaucratie te verminderen, zorgprofessionals meer zeggenschap te geven en te waarborgen dat mensen met een handicap passende, individuele zorg en ondersteuning krijgen zonder herhaalde bewijslast. De partij verzet zich tegen de verschuiving van geïndiceerde zorg naar algemene voorzieningen en pleit voor meer regie en inclusie van mensen met een handicap op lokaal niveau.
BIJ1 vindt dat de bureaucratie in de Wmo moet worden gesloopt en dat zorgprofessionals, niet gemeenten of overheid, de indicaties voor ondersteuning moeten stellen. Dit moet leiden tot meer passende zorg en minder administratieve lasten.
“We slopen de bureaucratie uit de zorg en zorgen ervoor dat zorgprofessionals indicaties stellen, in plaats van de overheid en de gemeente.”
De partij is fel tegen het vervangen van geïndiceerde zorg door algemene (welzijns)voorzieningen, omdat dit niet tegemoetkomt aan de specifieke behoeften van cliënten.
“De beweging van geïndiceerde zorg naar algemene voorzieningen wordt bestreden. Algemene (welzijns)voorzieningen zijn geen vervanging van zorg die is afgestemd op de specifieke zorgbehoeften van cliënten.”
BIJ1 wil dat mensen met een levenslange en levensbrede handicap niet telkens opnieuw hoeven te bewijzen dat ze ondersteuning nodig hebben, en dat de stapeling van zorgkosten en boetes stopt.
“We stoppen met de stapeling van zorgkosten en boetes op ziek zijn, voor mensen met een levenslange en levensbrede handicap. We zorgen dat deze mensen ook niet bij herhaling hoeven te bewijzen dat ze passende zorg en ondersteuning nodig hebben.”
Gemeenten moeten mensen met een handicap en hun vertegenwoordigers actief betrekken bij beleid, een lokale inclusie-agenda opstellen en een gehandicaptenraad instellen.
“Gemeenten worden daarnaast verplicht om mensen met een handicap en hun vertegenwoordigers te betrekken bij het maken, uitvoeren en evalueren van wetten en regels. Daarnaast moet zij een lokale inclusie-agenda opstellen, waarin zij aangeven hoe zij de positie van mensen met een handicap gaan verbeteren. In elke gemeente wordt een lokale gehandicaptenraad ingesteld.”
GroenLinks-PvdA benoemt de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) nauwelijks expliciet in hun verkiezingsprogramma. Wel zijn er enkele concrete voorstellen die raken aan Wmo-gerelateerde thema’s, zoals het structureel beschikbaar maken van bemoeizorg in alle gemeenten en het centraal stellen van ouderen in de ouderenzorg. De partij wil de ondersteuning voor kwetsbare groepen verbeteren door landelijke bekostiging en minder bureaucratie.
GroenLinks-PvdA wil dat bemoeizorg – hulpverlening voor mensen die zelf geen hulp zoeken, maar dit volgens hun omgeving wel nodig hebben – structureel en landelijk beschikbaar en bekostigd wordt. Dit raakt direct aan de Wmo, die gemeenten verantwoordelijk maakt voor dergelijke vormen van ondersteuning.
“Bemoeizorg moet structureel beschikbaar zijn in alle gemeenten en landelijk worden bekostigd.”
De partij stelt dat ouderen nu te vaak verdwalen in een web van regelingen en wachtlijsten, mede door doorgeschoten marktwerking. Ze willen de ouderenzorg (waaronder Wmo-voorzieningen) weer meer publiek organiseren en toegankelijker maken.
“Onze ouderenzorg staat onder druk en daarmee ook het waardig ouder worden. Ouderen moeten hun weg zoeken in een web van regelingen. Vervolgens is de kans op een wachtlijst groot. We pakken de doorgeslagen marktwerking in de ouderenzorg aan.”
GroenLinks-PvdA erkent het belang van mantelzorgers, die vaak via de Wmo ondersteund worden. Ze willen het recht op mantelzorgverlof uitbreiden en een vergoeding invoeren voor werknemers die mantelzorg verlenen.
“Werknemers krijgen recht op mantelzorg met een vergoeding, en het kortdurende mantelzorgverlof wordt uitgebreid.”
JA21 vindt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) essentieel voor mensen die niet volledig zelfredzaam zijn en wil hier niet verder op bezuinigen. De partij pleit voor het behoud van gemeentelijke budgetten voor Wmo-taken en wil extra investeren in specifieke woonoplossingen voor kwetsbare groepen. Het waarborgen van voldoende financiële middelen voor gemeenten staat centraal in hun visie.
JA21 benadrukt het belang van de Wmo voor kwetsbare burgers en verzet zich tegen verdere bezuinigingen. De partij vindt dat gemeenten voldoende middelen moeten krijgen om hun Wmo-taken goed uit te voeren en wil kortingen op het Gemeentefonds terugdraaien. Dit standpunt adresseert het risico dat gemeenten door financiële tekorten niet langer adequate maatschappelijke ondersteuning kunnen bieden.
“Gemeenten hebben sinds 2015 een deel van de zorgtaken van de rijksoverheid overgenomen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten zijn op basis van deze wet verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet (volledig) zelfredzaam zijn.”
“Dit vindt JA21 dusdanig belangrijk dat hier niet verder op bezuinigd mag worden. Om dit alles te bekostigen is de financiële positie van gemeenten van groot belang. De kortingen op het Gemeentefonds waarmee gemeenten worden geconfronteerd, moeten dan ook van tafel.”
Naast het algemene Wmo-beleid wil JA21 extra investeren in Skaeve Huse, een specifieke woonvorm voor mensen die niet in reguliere woonwijken kunnen wonen. Dit voorstel richt zich op het bieden van passende ondersteuning en huisvesting aan mensen met complexe problematiek, aanvullend op de reguliere Wmo-voorzieningen.
“Verder wil JA21 extra investeren in Skaeve Huse: afgelegen woningen”
De Partij voor de Dieren wil de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) kleinschaliger, gelijkwaardiger en mensgerichter organiseren, met meer publieke regie en minder marktwerking. Ze pleiten voor het afschaffen van de eigen bijdrage voor chronisch zieken en willen de zorg voor kwetsbare ouderen vereenvoudigen door deze alleen nog via de Wmo en Zorgverzekeringswet te organiseren.
De PvdD wil dat Wmo-ondersteuning lokaal en mensgericht wordt aangeboden, met gelijke toegang in elke gemeente en sterke publieke regie om misbruik en marktwerking tegen te gaan. Dit moet leiden tot betere samenwerking, minder bureaucratie en meer focus op de behoeften van mensen.
“Ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en zorg voor mensen met een levenslange beperking vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt bij voorkeur kleinschalig aangeboden in de vorm van buurtteams, zorgcoöperaties en andere mensgerichte initiatieven. Deze zorg moet in elke gemeente gelijkwaardig beschikbaar zijn: welke zorg je kunt ontvangen, mag niet afhangen van waar je woont. We zorgen voor regionale afstemming en stevige publieke regie, zodat samenwerking wordt bevorderd en zorgcowboys geen ruimte krijgen om publieke middelen weg te sluizen.”
De partij wil financiële drempels voor chronisch zieken wegnemen door de eigen bijdrage in de Wmo af te schaffen, zodat noodzakelijke zorg toegankelijk blijft en mensen niet afzien van hulp uit angst voor kosten.
“Ook de eigen bijdrage, bijvoorbeeld in de WMO, wordt voor chronisch zieken afgeschaft.”
De PvdD wil de zorgstructuur voor kwetsbare ouderen vereenvoudigen door deze alleen nog via de Wmo en de Zorgverzekeringswet te organiseren, in plaats van via drie verschillende wetten en financieringsstromen.
“Zorg die kwetsbare ouderen thuis nodig hebben wordt voortaan niet vanuit drie wetten en financieringsstromen georganiseerd, maar alleen nog vanuit de Zorgverzekeringswet en de Wmo.”
BBB noemt de Wmo niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert wel aanpalende thema’s zoals ouderenzorg, wijkverpleging en de overgang tussen verschillende zorgwetten. De partij pleit vooral voor het herstellen van toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz) voor ouderen met lichte zorgzwaarte en het centraler organiseren van wijkverpleging. Concrete voorstellen over de Wmo ontbreken, waardoor BBB zich vooral uitspreekt over de grenzen van het huidige Wmo-domein.
BBB wil dat ouderen met een lichte zorgzwaarte weer toegang krijgen tot de Wet langdurige zorg (Wlz), omdat zij nu tussen wal en schip vallen: te veel zorg voor zelfstandig wonen (vaak Wmo), te weinig voor opname. Dit raakt direct aan de Wmo, omdat veel van deze ouderen nu op de Wmo zijn aangewezen voor ondersteuning.
“Herstel toegang Wet langdurige zorg (Wlz) voor ouderen met lichte zorgzwaarte. Sinds 2015 zijn ouderen met een lichte zorgzwaarteindicatie (VV2 en VV3) uitgesloten van de Wlz. Daardoor komen zij vaak in de knel: te veel zorg voor zelfstandig wonen, te weinig voor intramurale opname. BBB wil deze toegang herstellen.”
BBB wil een deel van de wijkverpleging overhevelen van de Zorgverzekeringswet naar de Wlz, om uitgaven en toegang beter beheersbaar te maken. Dit raakt de Wmo, omdat wijkverpleging en Wmo-ondersteuning vaak samenkomen in de thuissituatie van ouderen.
“Zorg meer centraal organiseren: wijkverpleging naar de Wlz. De afgelopen jaren is gebleken dat de wijkverpleging onder de Zorgverzekeringswet steeds moeilijker beheersbaar wordt qua uitgaven en toegang. BBB wil daarom een deel van de wijkverpleging overhevelen naar de Wlz.”
BVNL wil dat de zorg en ondersteuning via de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) in heel Nederland gelijk wordt getrokken door landelijke richtlijnen. Daarnaast pleit de partij voor het afschaffen van zorg in natura, zodat alle WMO-zorg via een Persoonsgebonden Budget (PGB) wordt aangeboden, waarmee de regie bij de zorgbehoevende komt te liggen en bureaucratie wordt verminderd.
BVNL vindt het onacceptabel dat de kwaliteit en beschikbaarheid van WMO-zorg per gemeente verschilt. Door landelijke richtlijnen te introduceren, wil de partij gelijke toegang en kwaliteit van zorg en ondersteuning voor iedereen garanderen, ongeacht woonplaats.
“Er moeten landelijke richtlijnen komen zodat de zorg en ondersteuning die gemeenten via de WMO leveren overal hetzelfde is.”
BVNL wil alle zorg, inclusief WMO-zorg, uitsluitend via een Persoonsgebonden Budget (PGB) aanbieden. Dit geeft volgens de partij meer regie aan de zorgbehoevende, vermindert bureaucratie en sluit aan bij hun streven naar minder overheidsbemoeienis en meer individuele autonomie.
“Zorg in natura wordt afgeschaft en alle zorg gaat worden aangeboden via een Persoonsgebonden Budget (PGB). Dit geeft zorgbehoevenden regie over hun zorgtraject, vermindert bureaucratie en sluit aan bij het streven van BVNL naar minder overheidsbemoeienis en meer individuele autonomie.”
Het CDA wil de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) hervormen door meer inkomensafhankelijke bijdragen in te voeren en de aanbestedingen te vereenvoudigen, zodat gemeenten en zorgaanbieders minder last hebben van bureaucratie. De partij benadrukt dat de Wmo moet uitgaan van wat mensen nog wél kunnen en meer gericht zijn op het versterken van de sociale basis en menselijk contact. Het CDA streeft naar een Wmo die stimuleert, ontregelt en toegankelijker wordt voor zowel gemeenten als burgers.
Het CDA wil de Wmo eerlijker en eenvoudiger maken door inkomensafhankelijke bijdragen in te voeren en de aanbestedingsprocedures te vereenvoudigen. Dit moet gemeenten meer houvast geven en zorgaanbieders ontlasten van overmatige regels en verantwoording. Het doel is een effectievere en toegankelijkere ondersteuning voor mensen die het echt nodig hebben.
“In de Wmo voeren we meer inkomensafhankelijke bijdragen in en vereenvoudigen de aanbestedingen door gemeenten, zodat gemeenten houvast hebben en zorgaanbieders niet met vele regels en verantwoordingen worden geconfronteerd.”
Het CDA vindt dat de Wmo zich meer moet richten op de mogelijkheden van mensen en het versterken van de sociale basis, in plaats van op het systeem. Menselijk contact en gezelschap worden als minstens zo belangrijk gezien als medische zorg. De partij wil dat de Wmo stimuleert en gericht is op de mens.
“De Wmo moet weer uitgaan van wat mensen nog wel kunnen en inzetten op een sterke sociale basis. Zorg die stimuleert en gericht is op de mens in plaats van het systeem.”
De ChristenUnie wil dat huishoudelijke hulp via de Wmo toegankelijk blijft voor iedereen die dit nodig heeft, en pleit ervoor om de eigen bijdrage inkomensafhankelijk te maken. Hiermee wil de partij de betaalbaarheid en toegankelijkheid van ondersteuning voor kwetsbare groepen waarborgen. De focus ligt op het verlagen van financiële drempels en het behouden van zorg voor mensen die daarop zijn aangewezen.
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat huishoudelijke hulp via de Wmo beschikbaar blijft voor mensen die deze ondersteuning nodig hebben. Door de eigen bijdrage inkomensafhankelijk te maken, wil de partij voorkomen dat mensen met een lager inkomen worden buitengesloten van noodzakelijke hulp. Dit standpunt adresseert direct de betaalbaarheid en toegankelijkheid van Wmo-voorzieningen.
“Huishoudelijke hulp blijft via de Wmo toegankelijk voor mensen die dit nodig hebben. De eigen bijdrage wordt zo snel mogelijk inkomensafhankelijk.”
“Huishoudelijke hulp blijft via de Wmo toegankelijk voor mensen die dit nodig hebben. De eigen bijdrage wordt zo snel mogelijk inkomensafhankelijk.”
D66 wil de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) eenvoudiger en toegankelijker maken door de zorgwetten te versimpelen en één loket met één indicatie in te voeren. Het doel is dat niemand tussen wal en schip valt en dat mensen met een zorgvraag snel en passend geholpen worden, zonder onnodige bureaucratie of stapeling van zorgkosten.
D66 pleit voor het samenvoegen van de vijf belangrijkste zorgwetten, waaronder de Wmo, zodat mensen via één loket en met één indicatie toegang krijgen tot alle benodigde zorg. Dit moet voorkomen dat mensen verdwalen in het systeem en zorgt voor meer duidelijkheid en minder administratieve lasten.
“D66 wil de vijf wetten in de zorg versimpelen. Dat zijn de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet publieke gezondheid (Wpg) en de Jeugdwet. Via één loket en met één indicatie kunnen mensen voor alle zorg terecht, zodat niemand tussen wal en schip valt.”
D66 wil voorkomen dat mensen met een beperking of chronische ziekte te maken krijgen met een opeenstapeling van zorgkosten, wat nu vaak gebeurt door de verschillende regelingen binnen onder andere de Wmo.
“D66 wil stapeling van zorgkosten voorkomen, in het bijzonder voor mensen met een handicap of chronische ziekte.”
De SGP erkent het belang van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als vangnet voor mensen met een beperking of zorgvraag, en pleit voor een stevige positie van de Wmo binnen het zorgstelsel. De partij wil dat gemeenten voldoende middelen krijgen om hun Wmo-taken goed uit te voeren, met speciale aandacht voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en ouderenzorg. Concrete voorstellen richten zich op het versterken van de lokale uitvoering en het waarborgen van passende ondersteuning.
De SGP vindt dat gemeenten structureel voldoende financiële middelen moeten krijgen om hun Wmo-verantwoordelijkheden goed uit te voeren. Dit is volgens de partij noodzakelijk om kwetsbare groepen, zoals mensen met een lichte verstandelijke beperking en ouderen, passende ondersteuning te bieden en te voorkomen dat zij tussen wal en schip vallen.
“Gemeenten krijgen structureel voldoende middelen voor hun Wmo-taken, zodat mensen met een lichte verstandelijke beperking en ouderen niet tussen wal en schip vallen.”
De SGP benadrukt dat de Wmo een stevige positie moet houden binnen het bredere zorgstelsel, zodat maatschappelijke ondersteuning lokaal en op maat kan worden aangeboden. Dit is belangrijk om te zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en participeren in de samenleving.
“De Wmo houdt een stevige positie binnen het zorgstelsel.”
Het SP-verkiezingsprogramma noemt de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) niet expliciet in de aangeleverde fragmenten. Wel benadrukt de partij het belang van toegankelijke ondersteuning en zorg dichtbij huis voor mensen met een beperking, ouderen en kwetsbare groepen, met als doel dat niemand buiten de boot valt. Concrete voorstellen over de uitvoering, financiering of hervorming van de Wmo ontbreken echter in de geselecteerde tekst.
De SP vindt dat mensen met een beperking recht hebben op een veilige en betaalbare plek om te wonen, met de juiste ondersteuning dichtbij. Dit sluit aan bij de doelen van de Wmo, maar wordt niet expliciet als zodanig benoemd of uitgewerkt in concrete beleidsmaatregelen.
“Jongeren en volwassenen met een beperking verdienen een veilige en betaalbare plek om te wonen, met de juiste ondersteuning dichtbij. Zo valt niemand buiten de boot en krijgt iedereen de kans om zelfstandig en met zekerheid te leven.”
De partij wil meer toegankelijke en passende woningen voor ouderen, met zorg in de buurt als dat nodig is. Dit raakt aan de Wmo-doelstelling van langer zelfstandig wonen met ondersteuning, maar zonder specifieke verwijzing naar de wet of concrete Wmo-hervormingen.
“We bouwen meer betaalbare, toegankelijke en passende woningen voor ouderen. Gelijkvloers, in de buurt van voorzieningen en met zorg dichtbij als dat nodig is.”
De VVD wil de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) beperken door huishoudelijke hulp niet langer standaard aan te bieden, maar alleen voor mensen met een zware zorgbehoefte of die het niet zelf kunnen betalen. Hiermee beoogt de partij kosten te besparen en de Wmo te richten op de meest kwetsbaren, terwijl algemene toegang tot huishoudelijke hulp wordt ingeperkt.
De VVD vindt dat huishoudelijke hulp alleen beschikbaar moet zijn voor mensen met een zware zorgbehoefte of die het niet zelf kunnen betalen, en niet langer een standaardvoorziening binnen de Wmo. Dit moet verspilling tegengaan en de Wmo richten op mensen die het echt nodig hebben.
“We houden huishoudelijke hulp beschikbaar voor mensen met een zware zorgbehoefte en voor mensen die dit zelf niet kunnen betalen. Huishoudelijke hulp wordt niet meer standaard onderdeel van de Wmo.”
De VVD wil de doelmatigheid en kostenbeheersing in de langdurige zorg verbeteren, onder andere door de manier van indiceren aan te passen en verspilling tegen te gaan. Dit raakt de Wmo doordat gemeenten en zorgkantoren efficiënter moeten werken en de focus verschuift naar zorg in de thuissituatie.
“We stellen zorgverzekeraars en zorgkantoren in staat de doelmatigheid van de zorg verder te verbeteren en de kosten te beperken, in lijn met de gesloten zorgakkoorden. We stellen normen om verspilling en inefficiënties tegen te gaan. In de langdurige zorg spreken we af met zorgkantoren dat de transformatie naar zorg in de thuissituatie prioriteit krijgt. De manier van indiceren wordt daarop aangepast.”
50PLUS erkent de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de Wmo en wil deze uitbreiden naar digitale inclusie voor ouderen. Ze pleiten ervoor dat gemeenten, net als bij de Wmo, wettelijk verplicht worden om de digitale zelfredzaamheid van ouderen te waarborgen.
50PLUS wil dat gemeenten niet alleen verantwoordelijk blijven voor de Wmo, maar dat deze verantwoordelijkheid wordt uitgebreid naar digitale inclusie. Dit moet ervoor zorgen dat ouderen beter ondersteund worden bij digitale vaardigheden en toegang, vergelijkbaar met de huidige Wmo-taken. Het adresseren van digitale uitsluiting wordt zo een expliciete gemeentelijke plicht, met als doel ouderen zelfstandig en volwaardig te laten participeren in de samenleving.
“Digitale inclusie: een gemeentelijke plicht. Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen. Net zoals gemeenten verantwoordelijk zijn voor de WMO, worden zij ook verantwoordelijk voor de digitale zelfredzaamheid van hun oudere inwoners.”
DENK wil dat iedere gemeente een basisniveau van toegankelijke en kwalitatieve zorg biedt, waarvoor extra budget beschikbaar wordt gesteld. Ze leggen nadruk op het waarborgen van toegankelijke Wmo-zorg door landelijke normen en extra investeringen, zodat iedereen de ondersteuning krijgt die nodig is.
DENK vindt dat de toegang tot Wmo-voorzieningen niet mag afhangen van waar je woont. Door een gemeentelijke basisnorm en extra budget willen ze landelijke ongelijkheid tegengaan en garanderen dat iedereen passende ondersteuning krijgt via de Wmo.
“Met een gemeentelijke basisnorm willen wij borgen dat iedere gemeente een basisniveau van toegankelijke en kwalitatieve zorg biedt. Wij stellen hier extra budget voor beschikbaar.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma