De SGP is kritisch over windmolens op land en stelt strenge eisen aan hun plaatsing, met nadruk op landschappelijke inpassing, afstandsnormen en het beperken van overlast voor omwonenden. De partij wil dat gemeenten en provincies meer zeggenschap krijgen over de locatie en voorwaarden van windparken, en dat omwonenden eerlijk delen in de opbrengsten. De SGP ziet kernenergie en andere voorspelbare energiebronnen als belangrijker alternatief voor grootschalige uitrol van windmolens op land.
De SGP wil dat windmolens op land alleen geplaatst worden als er goede landschappelijke inpassing is, duidelijke afstandsnormen gelden en overlast voor omwonenden wordt beperkt. Dit moet voorkomen dat windparken zomaar in het landschap verschijnen en dat omwonenden onevenredig worden belast.
“De geluidsregels voor windturbines gaan beter aansluiten op de ervaren geluidsoverlast. Er komt ook een afstandsnorm.”
“Belangrijke randvoorwaarden zijn onder andere een goede landschappelijke inpassing en borging van de zondagsrust bij werkzaamheden, zoals benoemd in de Borselse Voorwaarden en een acceptabel financieel plaatje.”
“Het ruimtelijk beleid voor de inpassing van windparken en zonneweiden wordt aangescherpt. Omwonenden worden niet alleen opgezadeld met de lasten, maar profiteren ook naar evenredigheid van de opbrengsten. Gemeenten en provincies krijgen voldoende ruimte om eisen te stellen aan de (landschappelijke) inpassing...”
De SGP vindt dat gemeenten en provincies meer ruimte moeten krijgen om eisen te stellen aan windparken, en dat omwonenden eerlijk moeten meeprofiteren van de opbrengsten. Dit moet zorgen voor meer draagvlak en een eerlijkere verdeling van lusten en lasten.
“Omwonenden profiteren mee van de opbrengsten van windparken.”
“Gemeenten en provincies krijgen voldoende ruimte om eisen te stellen aan de (landschappelijke) inpassing van zonneweiden. ...zodat windparken en zonneweides niet zomaar tegen de grenzen van buurgemeenten en -regio’s geplaatst worden.”
De SGP geeft de voorkeur aan voorspelbare en stabiele energiebronnen zoals kernenergie en getijdenenergie, en is terughoudend met grootschalige uitrol van windparken op land en zee vanwege de impact op landschap, natuur en visserij.
“De SGP wil daarom meer inzet op ontwikkeling en opschaling van alternatieve energiebronnen met een meer voorspelbare productie, als aquathermie, geothermie, kernenergie, getijdenenergie...”
“De Noordzee wordt niet volgebouwd met windparken vanwege de gevolgen voor het ecosysteem van de Noordzee en de ruimte voor de visserij. Er komt meer inzet op kerncentrales en getijdencentrales.”
BBB is zeer kritisch over windmolens op land en wil een pauze op verdere uitbreiding, met strenge landelijke afstandsnormen en een gezondheidstoets. Alleen reeds volledig vergunde projecten mogen doorgaan, en kwetsbare gebieden worden beschermd tegen grootschalige windturbines. BBB ziet kernenergie en innovatie als betere alternatieven voor de energietransitie.
BBB wil een onmiddellijke stop op nieuwe windenergieprojecten op land (en zee), behalve voor reeds volledig vergunde projecten. Dit vanwege zorgen over dure elektriciteit, overbelasting van het net en landschapsvervuiling. De partij pleit voor een nuchtere heroverweging van de rol van windenergie in de energiemix.
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee. Alleen op 1 november 2025 volledig vergunde projecten worden gerealiseerd.”
Om de leefomgeving en gezondheid van omwonenden te beschermen, wil BBB landelijke afstandsnormen invoeren voor windturbines op land, minimaal vier keer de tiphoogte. Ook moet er altijd een gezondheidstoets en een eerlijk participatieproces plaatsvinden, met het voorzorgsbeginsel als leidraad.
“Voor windturbines op land geldt een afstandsnorm van minimaal 4x de tiphoogte, een gezondheidstoets, een eerlijk participatieproces en naleving van het voorzorgsbeginsel.”
“Er moeten landelijke afstandsnormen worden vastgesteld voor windturbines om helderheid en rechtszekerheid te creëren voor bewoners, ondernemers en overheden.”
“Voor windturbines zijn stevige landelijke afstandsnormen noodzakelijk. Het voorzorgsbeginsel moet hierbij altijd leidend zijn.”
BBB wil kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart, molenbiotopen, UNESCO Werelderfgoed en buitenplaatsen beschermen tegen grootschalige windturbines, om verrommeling van het landschap te voorkomen.
“Het Rijk beschermt kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart, molenbiotopen, UNESCO Werelderfgoed en buitenplaatsen tegen verrommeling zoals grootschalige windturbines...”
BBB vindt dat bij ruimtelijke plannen voor windturbines nauw moet worden samengewerkt met buurlanden om conflicten te voorkomen en duurzame, breed gedragen oplossingen te realiseren.
“Er moet nauw worden samengewerkt met buurlanden bij ruimtelijke plannen, zoals de plaatsing van windturbines, om een goede afstemming en gezamenlijke besluitvorming te waarborgen.”
NSC is tegen grote windparken op land en wil windenergie vooral op zee realiseren. Op land mogen windturbines alleen onder strikte voorwaarden, zoals een heldere afstandsnorm, en wordt kleinschalige, lokale energieopwekking gestimuleerd.
NSC wijst grote windparken op land af vanwege de impact op landschap, leefomgeving en landbouwgrond. Ze kiezen voor alternatieven zoals wind op zee en kleinschalige initiatieven, en stellen duidelijke regels voor windturbines op land.
“We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land.”
“Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm.”
“We steunen het vormen van lokale energiecoöperaties voor kleinschalige energieopwekking in wijken, dorpen en op bedrijventerreinen.”
NSC wil windenergie vooral op zee realiseren, met oog voor ecologie en andere belangen, en noemt wind op land slechts beperkt als optie.
“We zetten in op wind op zee, indien nodig met de inzet van een contract in voor-en tegenspoed (contracts for difference) om onrendabiliteit tijdelijk te compenseren”
“De overheid treft de nodige ruimtelijke reserveringen voor wind- en zonneparken en waterstofproductie op de Noordzee...”
“Windparken worden op zee niet in ecologisch waardevolle gebieden gebouwd. Ook wordt rekening gehouden met vaarroutes en visserijgebieden.”
De PVV is fel tegen de bouw van nieuwe windmolens op land en wil bestaande windturbines waar omwonenden last van hebben zelfs afbreken. Volgens de partij zijn windmolens schadelijk voor de gezondheid, onbetrouwbaar voor de energievoorziening en een belasting voor het elektriciteitsnet. De PVV kiest expliciet voor het stoppen met windenergie op land (en zee) en wil inzetten op andere energiebronnen zoals gas, kolen en kernenergie.
De PVV wil dat er geen enkele nieuwe windturbine meer wordt gebouwd, zowel op land als op zee. De partij ziet windmolens als schadelijk voor omwonenden en het elektriciteitsnet, en beschouwt ze als symptoom van "klimaatgekte". Dit standpunt is onderdeel van een bredere afwijzing van het huidige klimaatbeleid en de energietransitie.
“De PVV wil dat er geen enkele windturbine meer wordt bijgebouwd – niet op land, niet op zee, nergens.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom.”
De PVV wil bestaande windturbines waar omwonenden last van hebben of ziek van worden, afbreken. De partij stelt dat windturbines gezondheidsproblemen veroorzaken en kiest daarom voor het belang van omwonenden boven het behoud van deze installaties.
Hoewel de focus de zoekterm "op land" is, noemt de PVV expliciet dat er ook geen ruimte is voor windturbineparken op zee, waarmee ze hun afwijzing van windenergie in het algemeen onderstrepen.
“Geen ruimte voor windturbineparken op zee, maar meer ruimte voor de visserij”
BVNL is uitgesproken tegen windmolens op land en wil dat er geen nieuwe windmolens meer worden geplaatst, zowel op land als op zee. Zij zien windmolens als een inefficiënte en ongewenste oplossing die ten koste gaat van bouw- en landbouwgrond, en geven de voorkeur aan alternatieven zoals kernenergie en gas. BVNL pleit voor het stoppen van beleid dat de bouw van woningen belemmert door de voorkeur te geven aan windmolens of zonne-akkers.
BVNL verzet zich expliciet tegen het plaatsen van nieuwe windmolens op land, omdat zij deze technologie niet zien als een verstandige of rendabele oplossing voor het energieprobleem. Ze vinden dat windmolens ten koste gaan van waardevolle ruimte voor woningen en landbouw, en willen in plaats daarvan inzetten op kernenergie en gas. Dit standpunt is helder, concreet en wordt meerdere malen expliciet genoemd.
“Geen nieuwe windmolens op land of op zee.”
“BVNL is voor duurzaamheid en wil zorgen voor een goed en schoon milieu, mits dat op een verstandige manier wordt ingestoken. Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
“Faciliteer de bouw van grondgebonden eengezinswoningen met een tuin, in plaats van windmolens en zonne-akkers.”
“Daar waar lagere overheden de bouw van woningen frustreren, door additionele regels of hun voorkeuren voor windmolens en zonneakkers, neemt het Rijk de regie over.”
D66 wil fors investeren in windmolens op land als onderdeel van de energietransitie, maar ziet wind op zee als de belangrijkste pijler voor schone energie. Ze pleiten voor versnelling van procedures en meer ruimte voor lokale initiatieven, met aandacht voor netcapaciteit en participatie van omwonenden.
D66 ziet windmolens op land als essentieel voor de energietransitie en wil hierin fors investeren, naast wind op zee en andere duurzame bronnen. Ze benadrukken het belang van snelheid en het wegnemen van belemmerende procedures om de klimaatdoelen te halen.
“We investeren uitgebreid in windmolens op zee en op land, in zonnepanelen op daken, bedrijventerreinen en restgronden zoals bermen. Wind op zee wordt de basis van schone energie.”
Om de bouw van windmolens op land niet te laten stagneren door bureaucratie, wil D66 vergunningprocedures korter en efficiënter maken. Dit moet de realisatie van windprojecten versnellen en bijdragen aan het halen van de klimaatdoelen.
“De energietransitie vraagt snelheid, maar veel van de procedures die er nu zijn, vertragen juist. Om die reden wil D66 dat procedures voor vergunningen korter en efficiënter worden.”
D66 vindt het belangrijk dat omwonenden kunnen meeprofiteren en zeggenschap krijgen bij lokale energieprojecten, waaronder windmolens op land. Dit moet het draagvlak vergroten en zorgen voor een eerlijke verdeling van de opbrengsten.
“Inwoners krijgen een aandeel in lokale energieprojecten. Bewoners kunnen delen in de opbrengst van energie en krijgen daar zeggenschap over via coöperaties of participatiefondsen.”
GroenLinks-PvdA ziet elektriciteit uit zon en wind als de kern van het toekomstige Nederlandse energiesysteem, maar legt in het verkiezingsprogramma de nadruk op windenergie op zee en noemt windmolens op land niet expliciet als beleidsvoornemen. De partij wil vooral investeren in windparken op zee en noemt geen concrete plannen of ambities voor uitbreiding van windmolens op land.
GroenLinks-PvdA richt zich in haar energiebeleid op het versnellen van windenergie op zee en noemt windmolens op land niet als aparte pijler of beleidsdoel. De partij ziet wind- en zonne-energie als essentieel, maar concretiseert dit uitsluitend met voorstellen voor wind-op-zee, waarmee ze impliciet de voorkeur lijkt te geven aan deze locatie boven windmolens op land.
“Gelukkig biedt de Noordzee unieke kansen voor betaalbare windenergie. Daarom versnellen we de aanleg van windmolenparken op zee om de industrie te laten elektrificeren.”
“We investeren in schone en betaalbare energie uit wind-op-zee.”
“Elektriciteit uit zon en wind wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem.”
De Partij voor de Dieren ziet windmolens op land als een belangrijke bron van duurzame energie, mits de gezondheid van mens en natuur niet wordt aangetast. Omwonenden moeten tijdig betrokken worden en kunnen mede-eigenaar worden, en er worden strenge eisen gesteld aan het voorkomen van schade aan vogels en natuur. De partij benadrukt dat windenergie op land alleen acceptabel is als deze zorgvuldig wordt ingepast met oog voor mens, dier en omgeving.
De PvdD vindt windenergie op land essentieel voor de energietransitie, maar stelt als harde voorwaarde dat de gezondheid van mens en natuur niet mag worden geschaad. Dit betekent dat windmolens alleen geplaatst mogen worden als er voldoende maatregelen zijn om negatieve effecten op omwonenden en dieren, zoals vogels, te voorkomen.
“Energie opgewekt door wind op land is een belangrijke energiebron voor een duurzame toekomst. Voorwaarde is wel dat de gezondheid van mens en natuur niet wordt aangetast. Omwonenden worden tijdig betrokken bij het proces en kunnen (mede-)eigenaar worden. Windturbines moeten altijd uitgerust zijn met techniek die helpt om aanvaringen met vogels te voorkomen.”
De partij wil dat omwonenden zeggenschap krijgen over het soort opwekking en de locatie van windmolens op land, en dat zij kunnen delen in de opbrengsten. Dit moet zorgen voor meer draagvlak en een eerlijkere verdeling van de baten van windenergie.
“Omwonenden hebben zeggenschap over het soort opwekking en de locatie. Ook zijn zij de eerste afnemers en bepalen zij wat er met de opbrengsten gebeurt.”
De PvdD stelt dat de productie en plaatsing van windmolens aan strenge eisen op het gebied van duurzaamheid, natuurinclusiviteit en mensenrechten moet voldoen. Dit geldt voor zowel de bouw als het gebruik van windmolens op land.
“We investeren in eerlijke productie van zonnepanelen, windmolens en batterijen. Zoveel mogelijk dichtbij huis en altijd met strenge eisen aan duurzaamheid, natuurinclusiviteit en mensenrechten.”
Volt vindt windenergie op land essentieel om de klimaatdoelen te halen, maar erkent dat dit overlast kan veroorzaken. Daarom pleit Volt voor landelijke normen om hinder zoals laagfrequent geluid en slagschaduw te beperken, en wil het inwoners een belangrijke stem geven bij de uitvoering van energieprojecten in hun regio.
Volt beschouwt windmolens op land als een cruciaal onderdeel van de energietransitie en het behalen van de klimaatdoelstellingen. Tegelijkertijd erkent Volt dat de uitrol van windmolens op land gepaard kan gaan met overlast voor omwonenden, en wil het deze negatieve effecten beperken door landelijke normen.
“Windenergie winnen op land is van groot belang om de klimaatdoelen te halen en te zorgen dat er genoeg energie is in de toekomst. Maar verduurzaming geeft soms overlast. Daarom willen we landelijke normen voor overlast door zogenaamd laagfrequent geluid (zoals bij windmolens) en slagschaduw.”
Volt wil dat inwoners actief betrokken worden bij de besluitvorming rond energieprojecten, waaronder windmolens op land. Dit moet zorgen voor meer draagvlak en lokale zeggenschap, onder andere via middelen die beschikbaar worden gesteld aan gemeenten, provincies en regionale energiestrategieën.
“We geven inwoners een belangrijke stem bij de uitvoering van projecten die te maken hebben met de energievoorziening in hun regio. Daarvoor stellen we middelen beschikbaar via gemeenten, provincies en regionale energiestrategieën (RES).”
“Volt bepleit minimaal 50% lokaal eigendom van regionale energievoorzieningen.”
50PLUS spreekt zich in het verkiezingsprogramma niet expliciet uit over windmolens op land. Het programma legt de nadruk op kernenergie als belangrijkste alternatief voor de energietransitie en noemt geen concrete beleidsvoorstellen of standpunten over de bouw, uitbreiding of beperking van windmolens op land.
50PLUS kiest voor kernenergie als speerpunt in het energiebeleid en noemt windmolens op land nergens als gewenste of ongewenste optie. Door het ontbreken van enige vermelding of voorstel over windmolens op land, is het standpunt van 50PLUS op dit onderwerp niet duidelijk of mogelijk afwezig; de partij richt zich uitsluitend op andere energiebronnen.
De ChristenUnie ziet windenergie als een belangrijk onderdeel van de toekomstige energiemix, maar legt de nadruk op wind op zee als basis. Over windmolens op land wordt nauwelijks concreet beleid genoemd; de partij focust vooral op lokale participatie en eigenaarschap bij duurzame energieprojecten, zonder expliciet voor of tegen windmolens op land te kiezen. De partij benadrukt het belang van lokaal draagvlak en eigendom bij de ontwikkeling van hernieuwbare energie.
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat duurzame energieprojecten, waaronder mogelijk windmolens op land, lokaal worden vormgegeven en dat omwonenden kunnen meeprofiteren. Dit moet het draagvlak vergroten en zorgen voor een eerlijke verdeling van de baten.
“We willen dat lokale participatie in duurzame energieprojecten wordt gestimuleerd, waarbij ten minste 50% lokaal eigenaarschap het uitgangspunt is. Zo kunnen bijvoorbeeld omwonenden ook profiteren van duurzame opwekking.”
De partij positioneert wind op zee als fundament van de energietransitie en noemt windmolens op land niet expliciet als speerpunt of als uitgesloten optie. De focus ligt op andere energiebronnen en het minimaliseren van negatieve effecten op ecologie en leefomgeving.
“Wind op zee vormt de basis. Daarbij passen we het voorzorgsbeginsel toe, zodat negatieve effecten op ecologie en visserij(gemeenschappen) worden geminimaliseerd.”
JA21 is uitgesproken tegen de verdere plaatsing van windmolens op land en kiest in plaats daarvan voor kernenergie als structurele oplossing voor de energievoorziening. Waar windturbines op land nog verplicht zijn door bestaand beleid, wil JA21 strenge afstandsnormen hanteren om de gezondheid van omwonenden te beschermen. Hun kernpunten zijn het stoppen van nieuwe windturbines op land en het invoeren van een afstandsnorm van 10 keer de masthoogte.
JA21 verwerpt de massale aanleg van windturbines op land en ziet kernenergie als het duurzame alternatief. De partij vindt windmolens op land onwenselijk vanwege de impact op het landschap, het energienet en de leefomgeving, en wil beleid van vorige kabinetten op dit punt terugdraaien waar mogelijk.
“Voor kernenergie kiezen in plaats van windturbines en zonneparken. Daar waar vanuit beleid van vorige kabinetten nog windturbines op land moeten worden geplaatst, wil JA21 strenge afstandsnormen, zoals in Denemarken, om schadelijke gezondheidseffecten voor omwonenden te voorkomen.”
Indien windturbines op land toch geplaatst moeten worden vanwege bestaand beleid, wil JA21 een zeer strenge afstandsnorm hanteren om de gezondheid van omwonenden te beschermen. Dit betekent een afstand van minimaal tien keer de masthoogte van de turbine tot woningen.
“Een strenge afstandsnorm van 10 keer de masthoogte voor windturbines.”
Het CDA is voorstander van windmolens op land, maar stelt duidelijke voorwaarden: ze moeten zorgvuldig worden ingepast met oog voor het beperken van overlast voor omwonenden en respect voor het landschap. Het CDA benadrukt het belang van maatwerk en landschappelijke inpassing, waarbij de belangen van bewoners en het behoud van het landschap centraal staan.
Het CDA vindt dat windmolens op land alleen acceptabel zijn als ze zorgvuldig worden geplaatst, met aandacht voor het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap. Dit standpunt adresseert de maatschappelijke weerstand tegen windmolens en het belang van draagvlak en ruimtelijke kwaliteit.
“Windmolens op land moeten zorgvuldig, met oog voor het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast.”
DENK spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit over windmolens op land. Het programma benoemt alleen investeringen in zonne-energie en windenergie op zee, zonder concrete voorstellen of standpunten over windmolens op land. Er zijn geen specifieke beleidsmaatregelen of visies geformuleerd die direct betrekking hebben op windmolens op land.
DENK richt haar energiebeleid op investeringen in zonne-energie en windenergie op zee, en noemt windmolens op land nergens concreet. Hierdoor ontbreekt een duidelijk standpunt of voorstel over de plaatsing of uitbreiding van windmolens op land in Nederland.
“Wij willen investeren in zonne energie en windenergie op zee.”
FVD is fel tegen windmolens op land en wil een wettelijk verbod op nieuwe windturbines, evenals het systematisch afbreken van bestaande windparken. Hun beleid is gericht op het beschermen van het Nederlandse landschap en het waarborgen van een betrouwbare energievoorziening, zonder afhankelijkheid van weersomstandigheden.
FVD wil een totaalverbod op de bouw van nieuwe windturbines op land en het afbreken van bestaande windparken. Zij zien windenergie als schadelijk voor het landschap en onbetrouwbaar als energiebron, en willen daarom deze technologie volledig uitfaseren.
“We voeren een wettelijk verbod in op nieuwe windturbines en breken bestaande windparken en zonneakkers systematisch af, zodat ons landschap wordt beschermd en onze energievoorziening niet langer afhankelijk is van het weer.”
De SP ziet windmolens op land als een belangrijke pijler van de energietransitie, maar stelt duidelijke voorwaarden: alleen waar lokaal draagvlak is en met publieke regie en (mede)eigenaarschap voor omwonenden. De partij wil dat mensen in de omgeving profiteren van windenergie, zonder schade aan gezondheid of natuur.
De SP vindt windenergie op land essentieel voor de energietransitie, maar accepteert plaatsing alleen als er lokaal draagvlak is. Omwonenden moeten vanaf het begin betrokken worden, publieke regie is vereist en (mede)eigenaarschap van windparken wordt mogelijk gemaakt. Zo wil de SP voorkomen dat windmolens ten koste gaan van gezondheid of natuur, en zorgen dat omwonenden profiteren van lagere energiekosten of opbrengsten.
“Wind op land blijft een belangrijke pijler van de energietransitie, maar alleen waar er lokaal draagvlak is. We betrekken omwonenden vanaf het begin, garanderen publieke regie en maken (mede)eigenaarschap van windparken mogelijk. Zo zorgen we dat mensen in de omgeving profiteren van lagere energiekosten of opbrengsten, zonder schade aan gezondheid of natuur.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma