BBB is zeer kritisch over windmolens en wil een pauze op de uitbreiding van windenergie, zowel op land als op zee. De partij pleit voor strenge landelijke afstandsnormen, bescherming van kwetsbare gebieden tegen grootschalige windturbines, en het stopzetten van subsidies voor windprojecten. BBB ziet kernenergie als het belangrijkste alternatief en benadrukt het belang van draagvlak, gezondheid en ruimtelijke kwaliteit.
BBB wil een onmiddellijke stop op de uitbreiding van windenergie op land en op zee, met uitzondering van reeds volledig vergunde projecten. Dit standpunt komt voort uit zorgen over hoge kosten, netcongestie, landschapsvervuiling en gebrek aan draagvlak. De partij stelt dat wind- en zonne-energie vaak niet leveren wanneer het nodig is en pleit daarom voor "nuchtere keuzes".
BBB wil landelijke afstandsnormen voor windturbines invoeren om bewoners, ondernemers en natuur te beschermen. Gezondheid, leefomgeving en het voorzorgsbeginsel staan hierbij centraal. Dit moet conflicten voorkomen en zorgen voor rechtszekerheid.
“Voor windturbines op land geldt een afstandsnorm van minimaal 4x de tiphoogte, een gezondheidstoets, een eerlijk participatieproces en naleving van het voorzorgsbeginsel.”
“Er moeten landelijke afstandsnormen worden vastgesteld voor windturbines om helderheid en rechtszekerheid te creëren voor bewoners, ondernemers en overheden.”
“Voor windturbines zijn stevige landelijke afstandsnormen noodzakelijk. Het voorzorgsbeginsel moet hierbij altijd leidend zijn.”
BBB wil kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart, molenbiotopen, UNESCO Werelderfgoed en buitenplaatsen beschermen tegen grootschalige windturbines. Dit om verrommeling van het landschap en aantasting van cultureel erfgoed te voorkomen.
“Het Rijk beschermt kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart, molenbiotopen, UNESCO Werelderfgoed en buitenplaatsen tegen verrommeling zoals grootschalige windturbines, zonnevelden en hoogspanningsstations.”
BBB wil de SDE++-subsidies voor windenergie vanaf 2026 beëindigen en de Regionale Energie Strategie (RES) stopzetten. De partij vindt dat deze subsidies leiden tot dure megaprojecten en onvoldoende draagvlak, en wil in plaats daarvan innovatie en lokale initiatieven stimuleren.
BBB wil nauwe samenwerking met buurlanden bij ruimtelijke plannen voor windturbines om conflicten te voorkomen en duurzame, gedragen oplossingen te bevorderen.
“Er moet nauw worden samengewerkt met buurlanden bij ruimtelijke plannen, zoals de plaatsing van windturbines, om een goede afstemming en gezamenlijke besluitvorming te waarborgen.”
NSC kiest duidelijk voor windenergie op zee en is kritisch over windmolens op land. Ze willen grote windparken op land vermijden, stellen strenge afstandsnormen voor windturbines op land en geven prioriteit aan ecologische bescherming bij de aanleg van windparken op zee.
NSC wil windenergie vooral op zee realiseren, met nadruk op bescherming van natuur en bestaande economische activiteiten. Windparken op zee mogen niet in ecologisch waardevolle gebieden komen en moeten rekening houden met vaarroutes en visserij.
“Windparken worden op zee niet in ecologisch waardevolle gebieden gebouwd. Ook wordt rekening gehouden met vaarroutes en visserijgebieden.”
“We zetten in op wind op zee, indien nodig met de inzet van een contract in voor-en tegenspoed (contracts for difference) om onrendabiliteit tijdelijk te compenseren”
“De overheid treft de nodige ruimtelijke reserveringen voor wind- en zonneparken en waterstofproductie op de Noordzee”
NSC is tegen grote windparken op land en wil strikte afstandsnormen voor windturbines. Ze geven de voorkeur aan kleinschalige, lokale energiecoöperaties en beperken de plaatsing van windmolens op land tot situaties met voldoende afstand tot woningen en draagvlak.
“We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land.”
“Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm.”
“We steunen het vormen van lokale energiecoöperaties voor kleinschalige energieopwekking in wijken, dorpen en op bedrijventerreinen.”
NSC ziet een belangrijke rol voor Nederlandse havens, met name Den Helder, als logistiek centrum voor het onderhoud van windparken op zee.
“We erkennen de haven van Den Helder als haven van nationaal belang. In 2026 starten we een meerjarig investeringsprogramma om Den Helder te ontwikkelen tot logistiek knooppunt voor offshore, wind, waterstoflogistiek en defensie.”
“Nederlandse havens worden steeds belangrijker. Niet alleen voor de scheepvaart en de economie maar ook als uitvalsbasis voor het onderhoud van windparken op zee.”
De PVV is fel tegen de bouw van nieuwe windmolens, zowel op land als op zee, en wil bestaande windturbines waar omwonenden last van hebben afbreken. De partij ziet windmolens als schadelijk voor de gezondheid, het elektriciteitsnet en de leefomgeving, en pleit voor een volledige stop op windenergieprojecten. In plaats daarvan kiest de PVV voor fossiele energie en kernenergie als stabiele alternatieven.
De PVV wil dat er geen enkele nieuwe windturbine meer wordt geplaatst, ongeacht de locatie, en dat bestaande windmolens die overlast veroorzaken worden verwijderd. De partij noemt gezondheidsklachten, netcongestie en aantasting van het landschap als belangrijkste redenen. Windenergie wordt gezien als onbetrouwbaar en schadelijk, en de PVV kiest expliciet voor andere energiebronnen.
“De PVV wil dat er geen enkele windturbine meer wordt bijgebouwd – niet op land, niet op zee, nergens. Windturbines waar omwonenden last van hebben en/of ziek van worden, gaan we afbreken – want wij kiezen wél voor gezondheid in plaats van afzichtelijke klimaatmolens.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken. Windturbines waar omwonenden last van hebben en/of ziek van worden, worden afgebroken”
“Geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom.”
“Geen ruimte voor windturbineparken op zee, maar meer ruimte voor de visserij”
De PVV stelt dat windmolens bijdragen aan overbelasting van het elektriciteitsnet en negatieve gevolgen hebben voor omwonenden en andere sectoren, zoals de visserij. De partij koppelt windenergie aan leveringsproblemen, gezondheidsklachten en verlies van visgronden.
“Ondertussen worden er nog volop nieuwe windturbines gebouwd – ten koste van het net én de gezondheid van omwonenden. Windturbines maken mensen letterlijk ziek.”
“Warmtepompen, zonnepanelen, windturbines, laadpalen – het elektriciteitsnet kan al die gekkigheid helemaal niet aan.”
“Door torenhoge brandstofprijzen en verlies van visgronden aan windturbineparken en Natura 2000-gebieden belanden vissersboten op de sloot; complete vissersdorpen dreigen hun ziel te verliezen.”
De SGP is kritisch over de grootschalige uitrol van windmolens, vooral vanwege de impact op het landschap, het ecosysteem van de Noordzee en de visserij. De partij wil windenergie beperken tot waar het landschappelijk en ecologisch verantwoord is, en geeft de voorkeur aan alternatieven zoals kernenergie en getijdenenergie. Omwonenden moeten bovendien meeprofiteren van de opbrengsten van windparken en geluidsregels worden aangescherpt.
De SGP wil voorkomen dat de Noordzee volgebouwd wordt met windparken vanwege de negatieve gevolgen voor het ecosysteem en de visserij. Windparken horen volgens de partij niet in visrijke gebieden en er moet meer onderzoek komen naar de effecten op het onderwatermilieu.
“De Noordzee wordt niet volgebouwd met windparken vanwege de gevolgen voor het ecosysteem van de Noordzee en de ruimte voor de visserij. Er komt meer inzet op kerncentrales en getijdencentrales.”
“Windparken horen niet in visrijke gebieden. Er komt meer ruimte voor medegebruik in windparken door de visserij. Natuurgebieden op zee en windparken worden gecombineerd om het ruimtebeslag op de Noordzee te beperken. Er mogen geen nieuwe gebieden gesloten worden voor de visserij. Ook is meer onderzoek nodig naar de cumulatieve effecten van de grootschalige uitrol van wind op zee op het onderwatermilieu.”
De SGP vindt dat omwonenden niet alleen de lasten van windmolens moeten dragen, maar ook moeten meeprofiteren van de opbrengsten. Daarnaast worden geluidsregels voor windturbines aangescherpt en komt er een afstandsnorm om overlast te beperken.
De SGP stelt als randvoorwaarde voor windenergieprojecten een goede landschappelijke inpassing en het borgen van de zondagsrust bij werkzaamheden.
“Belangrijke randvoorwaarden zijn onder andere een goede landschappelijke inpassing en borging van de zondagsrust bij werkzaamheden, zoals benoemd in de Borselse Voorwaarden en een acceptabel financieel plaatje.”
De SGP wil betere regionale en provinciale afstemming zodat windparken niet zomaar tegen de grenzen van buurgemeenten en -regio’s geplaatst worden.
“Verder vindt over de ruimtelijke inpassing betere regionale en provinciale afstemming plaats, zodat windparken en zonneweides niet zomaar tegen de grenzen van buurgemeenten en -regio’s geplaatst worden.”
BVNL is uitgesproken tegen de bouw van nieuwe windmolens, zowel op land als op zee, en wil bestaande windparken op zee waar mogelijk terugdraaien. De partij ziet windenergie als inefficiënt en schadelijk voor het landschap, de visserij en de woningbouw, en kiest in plaats daarvan voor kernenergie, gas en innovatie als alternatieven.
BVNL wil geen nieuwe windmolens plaatsen, omdat zij deze technologie als inefficiënt en schadelijk voor het milieu, de leefomgeving en de economie beschouwen. De partij vindt dat windmolens waardevolle ruimte innemen die beter gebruikt kan worden voor woningbouw of landbouw, en dat ze negatieve gevolgen hebben voor de visserij en het landschap.
“Geen nieuwe windmolens op land of op zee.”
“BVNL is voor duurzaamheid en wil zorgen voor een goed en schoon milieu, mits dat op een verstandige manier wordt ingestoken. Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
“Faciliteer de bouw van grondgebonden eengezinswoningen met een tuin, in plaats van windmolens en zonne-akkers.”
“Daar waar lagere overheden de bouw van woningen frustreren, door additionele regels of hun voorkeuren voor windmolens en zonneakkers, neemt het Rijk de regie over.”
BVNL vindt het onaanvaardbaar dat visgronden in zee worden volgebouwd met windmolens en wil bestaande windparken waar mogelijk terugdraaien. De partij stelt dat windmolens op zee de visserij ernstig schaden en pleit voor herstel van de visgronden.
“Het volbouwen van visgronden in zee met windmolens is onaanvaardbaar en waar dit gedaan is, dient dit te worden teruggedraaid.”
D66 ziet windmolens als een essentieel onderdeel van de energietransitie en investeert fors in windenergie, vooral op zee maar ook op land. De partij wil procedures voor de bouw van windmolens versnellen en benadrukt het belang van energie-opslag om netcongestie te voorkomen. Wind op zee wordt gezien als de ruggengraat van een schoon energiesysteem, waarbij D66 inzet op samenwerking met andere landen en lokale participatie.
D66 beschouwt windenergie als een kernoplossing voor schone, betaalbare en betrouwbare stroom, met wind op zee als basis. Ze willen fors investeren in windmolens op zee én op land, en procedures voor vergunningen versnellen om de energietransitie te versnellen.
“We investeren uitgebreid in windmolens op zee en op land, in zonnepanelen op daken, bedrijventerreinen en restgronden zoals bermen. Wind op zee wordt de basis van schone energie.”
“De energietransitie vraagt snelheid, maar veel van de procedures die er nu zijn, vertragen juist. Om die reden wil D66 dat procedures voor vergunningen korter en efficiënter worden.”
D66 erkent dat grootschalige windenergie vraagt om investeringen in energie-opslag om problemen met het elektriciteitsnet (netcongestie) te voorkomen.
“Daarbij investeren we uitgebreid in energie-opslag om netcongestie te verminderen.”
D66 wil dat Nederland samenwerkt met andere landen aan windenergie op zee en de bijbehorende infrastructuur, om zo een stabiel en schoon Europees energiesysteem te realiseren.
“We willen samen met andere landen stroomnetwerken delen en energieopslag organiseren. Ook werken we samen aan wind op zee, groene waterstof en betrouwbare netwerken onder de Noordzee.”
D66 vindt het belangrijk dat inwoners kunnen meeprofiteren en zeggenschap krijgen bij lokale energieprojecten, waaronder windmolens.
“Inwoners krijgen een aandeel in lokale energieprojecten. Bewoners kunnen delen in de opbrengst van energie en krijgen daar zeggenschap over via coöperaties of participatiefondsen.”
FVD is fel tegen windmolens en wil een totaalverbod op nieuwe windturbines, het systematisch afbreken van bestaande windparken en geen nieuwe windmolens op zee. De partij ziet windmolens als lelijk, kostbaar en schadelijk voor landschap, natuur en visserij, en wil daarom volledig stoppen met deze vorm van energieopwekking.
FVD wil een wettelijk verbod op nieuwe windturbines en het systematisch ontmantelen van bestaande windparken, zowel op land als op zee. De partij vindt windmolens lelijk, duur en schadelijk voor het landschap, de natuur en de visserij, en ziet ze als een onbetrouwbare energiebron die afhankelijk is van het weer.
“We voeren een wettelijk verbod in op nieuwe windturbines en breken bestaande windparken en zonneakkers systematisch af, zodat ons landschap wordt beschermd en onze energievoorziening niet langer afhankelijk is van het weer.”
“We plaatsen geen nieuwe windmolens op zee en ontmantelen bestaande windparken, zodat de natuur en de visserij niet verder worden geschaad.”
“Geen windturbines op zee. We plaatsen geen windturbines op zee, omdat die de visserij ernstig belemmeren. Bestaande windturbineparken worden stapsgewijs ontmanteld.”
“Een doorgeslagen klimaatbeleid maakt energie onbetaalbaar en vervuilt de horizon met spuuglelijke en uiterst kostbare windturbines.”
FVD wil alle subsidies voor windmolens stopzetten en ziet geen noodzaak voor beleid dat windenergie stimuleert. De partij beschouwt de financiële steun aan windenergie als verspilling en als oorzaak van hogere energiekosten en instabiliteit van het energienet.
“De miljarden aan subsidies voor windmolens, zonnepanelen en elektrische installaties hebben ons energienet instabiel gemaakt en afhankelijk van weersomstandigheden.”
GroenLinks-PvdA ziet windenergie, en specifiek windmolens op zee, als een essentieel onderdeel van het toekomstige Nederlandse energiesysteem. De partij wil de aanleg van windmolenparken op zee versnellen, vooral om de industrie te verduurzamen en de energierekening betaalbaar te houden, en pleit voor een actieve rol van de overheid in samenwerking met marktpartijen. Hun beleid richt zich op het vergroten van de productie van windenergie, het delen van risico’s en winsten, en het versnellen van de benodigde energie-infrastructuur.
GroenLinks-PvdA wil de aanleg van windmolenparken op zee versnellen om de industrie te elektrificeren, de afhankelijkheid van fossiele energie te verminderen en betaalbare, duurzame stroom te garanderen. De overheid neemt een actieve rol door samen te werken met marktpartijen, financiële risico’s te delen en mee te delen in de winst, en door een Noordzeepact te sluiten.
“Daarom versnellen we de aanleg van windmolenparken op zee om de industrie te laten elektrificeren. Ook sluit de overheid een Noordzeepact met wind- en waterstofproducenten, industriële afnemers en netbeheerders, met langjarige verbintenissen die zekerheid bieden. De overheid neemt een deel van de financiële risico’s op zich maar deelt ook mee in de winst.”
“We investeren in schone en betaalbare energie uit wind-op-zee. Om dat te bereiken sluiten we een Noordzeepact tussen overheid, energiebedrijven, industrie en netbeheerders.”
Windenergie wordt samen met zonne-energie gezien als het fundament van het toekomstige Nederlandse energiesysteem. De partij benadrukt het belang van opslag en back-up voor momenten zonder wind, en wil het elektriciteitsnet uitbreiden en optimaliseren om het aanbod uit wind (en zon) maximaal te benutten.
“Elektriciteit uit zon en wind wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem. We slaan energie op voor wanneer het even niet waait of de zon niet schijnt, bijvoorbeeld met behulp van batterijen. Gascentrales die draaien op groene waterstof zijn de achtervang voor langere periodes zonder wind of zon.”
“Met investeringen in schone energie van eigen bodem, zoals zon en wind, maken we ons minder afhankelijk van autoritaire regimes.”
Om windenergie effectief te benutten, wil GroenLinks-PvdA de uitbreiding van het elektriciteitsnet versnellen en prioriteit geven aan kritieke energie-infrastructuur, zodat windparken daadwerkelijk kunnen worden aangesloten en benut.
“We komen met een Energieversnellingswet, die regelt dat vergunningen voor kritieke energie-infrastructuur, zoals voor verdeelstations en extra stroomkabels, eerder kunnen worden afgegeven. Ook krijgt de aanleg van deze infrastructuur voorrang als er door de beperkte stikstofruimte keuzes gemaakt moeten worden welke activiteiten mogelijk zijn.”
De Partij voor de Dieren ziet windmolens als een belangrijke bron van duurzame energie, mits de gezondheid van mens en natuur niet wordt aangetast. Ze stellen strikte voorwaarden aan de plaatsing en techniek van windmolens, zoals het voorkomen van vogelsterfte en het betrekken van omwonenden als mede-eigenaren, en benadrukken dat natuur- en ecologische belangen altijd moeten worden meegewogen.
PvdD erkent het belang van windenergie, maar stelt als harde voorwaarde dat windmolens geen schade mogen toebrengen aan de gezondheid van mensen of aan de natuur. Ze eisen preventieve maatregelen tegen vogelsterfte en willen dat omwonenden tijdig worden betrokken en kunnen meeprofiteren.
“Energie opgewekt door wind op land is een belangrijke energiebron voor een duurzame toekomst. Voorwaarde is wel dat de gezondheid van mens en natuur niet wordt aangetast. Omwonenden worden tijdig betrokken bij het proces en kunnen (mede-)eigenaar worden. Windturbines moeten altijd uitgerust zijn met techniek die helpt om aanvaringen met vogels te voorkomen.”
“Energie opgewekt door wind op zee wordt niet vertraagd maar versneld. De bescherming van de natuur en dieren zijn daarbij net zo belangrijk als het klimaat. Er komt vooraf een toets op de ecologische effecten, er wordt niet gebouwd in natuurgebieden en er wordt ingezet op preventieve maatregelen, zoals windturbines met detectoren en andere kleur wieken, om kans op aanvaring met vogels te voorkomen.”
De partij wil dat windmolens zoveel mogelijk lokaal worden geproduceerd en geëxploiteerd, met strenge eisen aan duurzaamheid en mensenrechten. Omwonenden moeten zeggenschap krijgen over het soort opwekking, de locatie en de opbrengsten.
“We investeren in energieprojecten dichtbij huis, opgewekt op eigen dak, of in beheer van de wijk of de buurt. Ook investeren we in eerlijke productie van zonnepanelen, windmolens en batterijen. Zoveel mogelijk dichtbij huis en altijd met strenge eisen aan duurzaamheid, natuurinclusiviteit en mensenrechten.”
“Omwonenden hebben zeggenschap over het soort opwekking en de locatie. Ook zijn zij de eerste afnemers en bepalen zij wat er met de opbrengsten gebeurt.”
PvdD benadrukt dat energiebesparing voorop moet staan, zodat de noodzaak voor het bouwen van extra windmolens wordt verminderd. Ze willen dat huishoudens voorrang krijgen bij de verdeling van groene stroom.
“We zetten als maatschappij in op besparen. Dat scheelt ook weer in de bouw van windmolens. Zó kijkt de Partij voor de Dieren naar het energievraagstuk.”
De ChristenUnie ziet windenergie, met name wind op zee, als een fundament van de toekomstige energievoorziening, waarbij ecologische effecten zorgvuldig moeten worden geminimaliseerd. Windmolens op land worden nauwelijks genoemd; de partij legt de nadruk op wind op zee, lokale participatie en het belang van een duurzame energiemix.
De ChristenUnie beschouwt wind op zee als een essentieel onderdeel van de toekomstige energievoorziening, maar wil negatieve effecten op ecologie en visserij minimaliseren. Windenergie wordt gecombineerd met andere bronnen zoals zon en kernenergie om een betrouwbare en duurzame energiemix te realiseren.
De partij wil dat lokale gemeenschappen kunnen profiteren van duurzame energieprojecten, waaronder windenergie, door minimaal 50% lokaal eigenaarschap te stimuleren. Dit moet de energietransitie eerlijker en socialer maken.
JA21 is uitgesproken tegen de verdere plaatsing van windmolens op land en kiest expliciet voor kernenergie als alternatief. De partij wil strenge afstandsnormen voor bestaande windturbines en ziet windenergie als onwenselijk vanwege gezondheidsrisico’s en problemen met leveringszekerheid.
JA21 wil het plaatsen van nieuwe windmolens op land zoveel mogelijk beperken en waar dit nog moet, strenge afstandsnormen hanteren om de gezondheid van omwonenden te beschermen. De partij ziet windenergie als problematisch voor de leefomgeving en pleit voor duidelijke regelgeving die de bouw van windturbines bemoeilijkt.
“Een strenge afstandsnorm van 10 keer de masthoogte voor windturbines.”
“Daar waar vanuit beleid van vorige kabinetten nog windturbines op land moeten worden geplaatst, wil JA21 strenge afstandsnormen, zoals in Denemarken, om schadelijke gezondheidseffecten voor omwonenden te voorkomen.”
JA21 kiest expliciet voor kernenergie in plaats van windturbines en zonneparken, omdat kernenergie volgens de partij betrouwbaarder is en minder druk op het energienet veroorzaakt. Windenergie wordt gezien als inferieur qua leveringszekerheid en netbelasting.
“Voor kernenergie kiezen in plaats van windturbines en zonneparken.”
“Het is een stabiele energiebron die ook meteen het leveringszekerheidsprobleem oplost, en een minder grote druk op het energienet zet dan wind- en zonne-energie, zodat netcongestie een relatief kleiner probleem zal zijn.”
Volt ziet windmolens, vooral op zee maar ook op land, als essentieel voor het behalen van de klimaatdoelstellingen en het waarborgen van voldoende duurzame energie. Ze willen de uitrol van windmolens op zee na 2030 onverminderd voortzetten, landelijke normen instellen voor overlast door windmolens op land, en de ecologische impact van windenergie zorgvuldig monitoren. Lokale betrokkenheid en eigendom zijn belangrijk, en natuurherstel wordt gekoppeld aan windmolenparken op zee.
Volt beschouwt windenergie op zee als cruciaal voor de energietransitie en het behalen van klimaatdoelen. De partij wil dat de bouw van windmolens op zee na 2030 zonder onderbreking doorgaat, om zo de basis te leggen voor een duurzame energievoorziening.
“Wind op zee is hier een cruciaal onderdeel van. De uitrol van windmolens op zee na 2030 moet onverminderd doorgaan, zodat de klimaatdoelstellingen behaald kunnen worden.”
Volt erkent het belang van windenergie op land, maar wil landelijke normen instellen om overlast door laagfrequent geluid en slagschaduw van windmolens te beperken. Hiermee willen ze de balans zoeken tussen verduurzaming en leefbaarheid.
“Windenergie winnen op land is van groot belang om de klimaatdoelen te halen en te zorgen dat er genoeg energie is in de toekomst. Maar verduurzaming geeft soms overlast. Daarom willen we landelijke normen voor overlast door zogenaamd laagfrequent geluid (zoals bij windmolens) en slagschaduw.”
Volt wil dat de energietransitie natuurinclusief wordt uitgevoerd. Windmolenparken op zee dienen niet alleen voor energieopwekking, maar ook als onderzoeksplekken voor ecologische impact en als gebieden voor natuurherstel door visserij daar blijvend te verbieden.
“De energietransitie maken we natuurinclusief. Hiervoor is onderzoek naar de ecologische impact van energieprojecten cruciaal. Om te leren over de impact van energietransitie worden onder andere de windmolenparken op zee als onderzoeksplek gebruikt. Deze windmolenparken worden gebruikt als plek voor de oceaan om zich te herstellen door visserij daar blijvend te verbieden.”
Volt vindt het belangrijk dat inwoners een grote stem krijgen bij energieprojecten in hun regio, waaronder windmolens. Ze streven naar minimaal 50% lokaal eigendom van regionale energievoorzieningen.
“We geven inwoners een belangrijke stem bij de uitvoering van projecten die te maken hebben met de energievoorziening in hun regio. [...] Volt bepleit minimaal 50% lokaal eigendom van regionale energievoorzieningen.”
Het CDA is voorstander van windenergie, maar maakt een duidelijk onderscheid tussen windmolens op zee en op land. Windparken op zee worden actief gestimuleerd, mits ze natuurversterkend zijn en rekening houden met de visserij, terwijl windmolens op land alleen onder strikte voorwaarden en met oog voor omwonenden en het landschap worden toegestaan.
Het CDA ziet nieuwe windparken op zee als noodzakelijk voor de energietransitie, maar stelt als voorwaarde dat deze natuurversterkend gebouwd worden en rekening houden met de belangen van de visserij. Internationale samenwerking over kosten en infrastructuur is hierbij belangrijk.
Windmolens op land zijn voor het CDA slechts acceptabel als ze zorgvuldig worden ingepast, met nadruk op het beperken van overlast voor omwonenden en het beschermen van het landschap.
“Windmolens op land moeten zorgvuldig, met oog voor het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast.”
De SP ziet windenergie als een essentiële pijler voor de energietransitie, maar stelt duidelijke voorwaarden aan de plaatsing van windmolens op land: alleen met lokaal draagvlak, publieke regie en medezeggenschap voor omwonenden. Windparken op zee worden ondersteund, mits natuur en biodiversiteit worden beschermd en natuurinclusief ontworpen. De partij wijst kernenergie af en kiest expliciet voor zon en wind als de snelste, schoonste en goedkoopste energiebronnen.
De SP vindt windenergie op land belangrijk, maar alleen als er lokaal draagvlak is en omwonenden vanaf het begin worden betrokken. Publieke regie en (mede)eigenaarschap zijn essentieel, zodat de omgeving profiteert zonder schade aan gezondheid of natuur.
“Wind op land blijft een belangrijke pijler van de energietransitie, maar alleen waar er lokaal draagvlak is. We betrekken omwonenden vanaf het begin, garanderen publieke regie en maken (mede)eigenaarschap van windparken mogelijk. Zo zorgen we dat mensen in de omgeving profiteren van lagere energiekosten of opbrengsten, zonder schade aan gezondheid of natuur.”
Windenergie op zee wordt gezien als onmisbaar, maar de SP stelt harde eisen aan natuurbescherming. Windparken moeten natuurinclusief worden ontworpen, met altijd een toets op ecologische effecten en geen bouw in kwetsbare natuurgebieden.
“We investeren in windparken op zee als onmisbare bron voor een duurzame energievoorziening. Daarbij geldt: bescherming van natuur en biodiversiteit is net zo belangrijk als de klimaatopgave. Windparken worden natuurinclusief ontworpen en aangelegd, zodat ze niet alleen schade voorkomen, maar juist nieuwe habitats kunnen vormen voor zeeleven. Er komt altijd een toets op de ecologische effecten en er wordt niet gebouwd in kwetsbare natuurgebieden.”
De SP verwerpt kernenergie en kiest expliciet voor wind- en zonne-energie als de snelste, schoonste en goedkoopste opties.
“Wij kiezen voor betaalbare energie die wel werkt: zon en wind. Snel, schoon en stukken goedkoper.”
DENK wil fors investeren in schone energie, met een duidelijke focus op windenergie op zee. Windmolens op land worden niet genoemd; de partij legt de nadruk op grootschalige windenergie op zee als onderdeel van de energietransitie en het behalen van klimaatdoelen.
DENK kiest ervoor om massaal in te zetten op schonere energiebronnen, waarbij windenergie op zee expliciet wordt genoemd als speerpunt. Dit moet bijdragen aan het versneld sluiten van kolencentrales en het realiseren van een duurzame energievoorziening. Windmolens op land worden niet genoemd, wat impliceert dat de partij zich vooral richt op wind op zee.
“Wij willen investeren in zonne energie en windenergie op zee. Kolencentrales verdwijnen zo snel mogelijk.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma