50PLUS noemt windmolenparken niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor of tegen windmolenparken. De partij legt de nadruk op kernenergie en thuisbatterijen als alternatieven voor de energietransitie, en uit kritiek op nationaal klimaatbeleid dat volgens hen te veel op symboolpolitiek is gericht. Windmolenparken worden niet genoemd als onderdeel van hun energie- of klimaatvisie.
50PLUS kiest voor kernenergie en technologische innovatie in plaats van windmolenparken als speerpunt van het energiebeleid. De partij noemt expliciet de bouw van nieuwe kerncentrales en de introductie van kleine kerncentrales, en benadrukt het belang van betaalbare alternatieven voor burgers. Windmolenparken worden in het geheel niet genoemd, wat duidt op een bewuste keuze om deze niet als prioriteit te stellen.
“Snelle voortgang met de bouw van 4 nieuwe kerncentrales.”
“Versnelde introductie van kleine kerncentrales (SMR’s).”
“Geen verplichting voor warmtepompen of afsluiting van gas, zonder volwaardige, passende én betaalbare alternatieven.”
“Stimulering van het gebruik van thuisbatterijen, zodat burgers die hun eigen elektriciteit opwekken hier ook optimaal van kunnen profiteren.”
50PLUS uit stevige kritiek op het huidige nationale klimaatbeleid, dat volgens hen te veel gericht is op symbolische maatregelen en onvoldoende effectief is. Hoewel windmolenparken niet expliciet worden genoemd, valt uit de toonzetting op te maken dat de partij sceptisch is over dergelijke grootschalige nationale projecten zonder Europese afstemming.
“Slecht doordachte en slecht uitgevoerde plannen op het terrein van energie, klimaat, stikstof en natuurbeleid, hebben ervoor gezorgd dat Nederland zijn aansluiting bij de economische top van de wereld dreigt kwijt te raken.”
“De wens om voorop te lopen, vaak met symboolpolitiek, was sterker dan een werkelijke toewijding aan vermindering van de CO2-uitstoot of aan het beschermen van de Nederlandse welvaart.”
FVD is fel tegen windmolenparken en wil een wettelijk verbod op nieuwe windturbines, zowel op land als op zee. Bestaande windparken moeten systematisch worden ontmanteld, omdat FVD vindt dat deze het landschap, de natuur en sectoren als de visserij schaden en zorgen voor een onbetrouwbare energievoorziening.
FVD wil een totaalverbod op nieuwe windturbines en het systematisch afbreken van bestaande windparken, zowel op land als op zee. De partij stelt dat windenergie het landschap aantast, de natuur en visserij schaadt, en de energievoorziening onbetrouwbaar maakt door afhankelijkheid van het weer. Dit standpunt is een kernpunt in hun energie- en klimaatbeleid.
“We voeren een wettelijk verbod in op nieuwe windturbines en breken bestaande windparken en zonneakkers systematisch af, zodat ons landschap wordt beschermd en onze energievoorziening niet langer afhankelijk is van het weer.”
“We plaatsen geen nieuwe windmolens op zee en ontmantelen bestaande windparken, zodat de natuur en de visserij niet verder worden geschaad.”
“We plaatsen geen windturbines op zee, omdat die de visserij ernstig belemmeren. Bestaande windturbineparken worden stapsgewijs ontmanteld.”
FVD wil alle subsidies voor windmolens stopzetten en de Klimaatwet intrekken, zodat er geen verplichtingen of financiële prikkels meer zijn voor de aanleg van windparken. Dit is onderdeel van hun bredere afwijzing van klimaatbeleid en de energietransitie.
“De miljarden aan subsidies voor windmolens, zonnepanelen en elektrische installaties hebben ons energienet instabiel gemaakt en afhankelijk van weersomstandigheden.”
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We zeggen het Klimaatakkoord van Parijs op en trekken de klimaatwet in, zodat we weer ongeremd fossiele brandstoffen kunnen gebruiken en geen windturbines en zonneakkers hoeven aanleggen.”
NSC kiest duidelijk voor windenergie op zee en is tegen grote windparken op land. Ze willen dat windparken op zee niet in ecologisch waardevolle gebieden komen en houden rekening met visserij en vaarroutes. Op land zijn ze voor strenge afstandsnormen en alleen kleinschalige, lokaal gedragen initiatieven.
NSC ziet windenergie als essentieel, maar wil windparken uitsluitend op zee realiseren, met strikte bescherming van natuur en bestaande belangen als visserij en scheepvaart. Hiermee willen ze duurzame energie combineren met behoud van biodiversiteit en minimale overlast voor mens en natuur.
“Windparken worden op zee niet in ecologisch waardevolle gebieden gebouwd. Ook wordt rekening gehouden met vaarroutes en visserijgebieden.”
“We zetten in op wind op zee, indien nodig met de inzet van een contract in voor-en tegenspoed (contracts for difference) om onrendabiliteit tijdelijk te compenseren”
NSC is uitgesproken tegen grote windparken op land vanwege de impact op landschap, natuur en leefomgeving. Ze staan alleen kleinschalige windenergie toe, mits lokaal gedragen en met duidelijke afstandsnormen.
“We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land.”
“Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm. We steunen het vormen van lokale energiecoöperaties voor kleinschalige energieopwekking in wijken, dorpen en op bedrijventerreinen.”
NSC erkent het belang van logistieke infrastructuur voor windparken op zee en wil Den Helder ontwikkelen tot nationaal knooppunt voor onderhoud en logistiek van offshore wind.
“We erkennen de haven van Den Helder als haven van nationaal belang. In 2026 starten we een meerjarig investeringsprogramma om Den Helder te ontwikkelen tot logistiek knooppunt voor offshore, wind, waterstoflogistiek en defensie.”
“Nederlandse havens worden steeds belangrijker. Niet alleen voor de scheepvaart en de economie maar ook als uitvalsbasis voor het onderhoud van windparken op zee.”
De PVV is fel tegen de bouw van nieuwe windmolenparken, zowel op land als op zee, en wil bestaande windturbines waar omwonenden last van hebben afbreken. De partij ziet windenergie als schadelijk voor de gezondheid, het elektriciteitsnet en de visserij, en kiest expliciet voor fossiele energie en kernenergie als alternatief. Hun beleid is gericht op het volledig stoppen met windenergieprojecten en het terugdraaien van bestaande windparken waar mogelijk.
De PVV wil dat er geen enkele nieuwe windturbine meer wordt gebouwd, ongeacht de locatie, en dat bestaande windturbines die overlast veroorzaken worden verwijderd. Ze motiveren dit met zorgen over gezondheid, netcongestie en leveringszekerheid van energie. Windenergie wordt gezien als onbetrouwbaar en schadelijk, en de partij kiest expliciet voor andere energiebronnen.
“De PVV wil dat er geen enkele windturbine meer wordt bijgebouwd – niet op land, niet op zee, nergens. Windturbines waar omwonenden last van hebben en/of ziek van worden, gaan we afbreken – want wij kiezen wél voor gezondheid in plaats van afzichtelijke klimaatmolens.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken. Windturbines waar omwonenden last van hebben en/of ziek van worden, worden afgebroken”
“We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom.”
De PVV verzet zich specifiek tegen windmolenparken op zee vanwege de negatieve impact op de visserij. Ze willen dat visserij voorrang krijgt boven de aanleg van windparken en dat er geen nieuwe stroomkabels door natuurgebieden komen waar vissers actief zijn.
“Geen ruimte voor windturbineparken op zee, maar meer ruimte voor de visserij”
“Door torenhoge brandstofprijzen en verlies van visgronden aan windturbineparken en Natura 2000-gebieden belanden vissersboten op de sloot; complete vissersdorpen dreigen hun ziel te verliezen.”
“Geen stroomkabels door natuurgebieden waar garnalen- en kokkelvissers mogen komen”
De Partij voor de Dieren ziet windenergie, zowel op land als op zee, als een belangrijke bron voor een duurzame toekomst, maar stelt strikte voorwaarden aan de bouw van windmolenparken. De partij eist dat de gezondheid van mens en natuur niet wordt aangetast, omwonenden zeggenschap en mede-eigenaarschap krijgen, en dat er preventieve maatregelen worden genomen om schade aan dieren te voorkomen. Windenergieprojecten mogen niet in natuurgebieden worden gebouwd en moeten altijd vooraf getoetst worden op ecologische effecten.
De PvdD ondersteunt windenergie, maar alleen als de gezondheid van mens en natuur niet wordt geschaad. Windmolenparken mogen niet in natuurgebieden komen en moeten vooraf worden getoetst op ecologische effecten. De partij benadrukt het belang van techniek om aanvaringen met vogels te voorkomen.
“Energie opgewekt door wind op land is een belangrijke energiebron voor een duurzame toekomst. Voorwaarde is wel dat de gezondheid van mens en natuur niet wordt aangetast.”
“Energie opgewekt door wind op zee wordt niet vertraagd maar versneld. De bescherming van de natuur en dieren zijn daarbij net zo belangrijk als het klimaat. Er komt vooraf een toets op de ecologische effecten, er wordt niet gebouwd in natuurgebieden en er wordt ingezet op preventieve maatregelen, zoals windturbines met detectoren en andere kleur wieken, om kans op aanvaring met vogels te voorkomen.”
“Windturbines moeten altijd uitgerust zijn met techniek die helpt om aanvaringen met vogels te voorkomen.”
De partij vindt dat omwonenden van windmolenparken tijdig betrokken moeten worden, zeggenschap moeten krijgen over locatie en type opwekking, en mede-eigenaar kunnen worden. Opbrengsten moeten lokaal ten goede komen.
Windmolenparken mogen niet in natuurgebieden worden gebouwd, om de natuur te beschermen.
“Er wordt niet gebouwd in natuurgebieden”
BBB is kritisch over de uitbreiding van windmolenparken en pleit voor een pauze op nieuwe windenergieprojecten op land en zee, met strikte voorwaarden voor bestaande en toekomstige projecten. De partij wil landelijke afstandsnormen, een gezondheidstoets, en bescherming van kwetsbare gebieden tegen grootschalige windturbines. BBB benadrukt het belang van draagvlak, gezondheid en landschap, en wil eerst onafhankelijk onderzoek naar de impact van windparken op zee.
BBB wil een tijdelijke stop op de uitbreiding van windenergie op land en zee, waarbij alleen reeds volledig vergunde projecten doorgaan. Nieuwe projecten moeten voldoen aan strenge afstandsnormen, een gezondheidstoets en participatie-eisen, om overbelasting van het net, hoge kosten en landschapsvervuiling te voorkomen.
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee. Alleen op 1 november 2025 volledig vergunde projecten worden gerealiseerd. Voor windturbines op land geldt een afstandsnorm van minimaal 4x de tiphoogte, een gezondheidstoets, een eerlijk participatieproces en naleving van het voorzorgsbeginsel.”
“Stop nieuwe windturbineparken op zee. Geen nieuwe windturbineparken op zee voordat er een volledig onafhankelijk onderzoek is naar de impact op zeeleven, bodem en vogels.”
BBB wil landelijke afstandsnormen voor windturbines om rechtszekerheid te bieden en conflicten te voorkomen. Daarnaast moeten kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart en cultureel erfgoed beschermd worden tegen grootschalige windturbines.
“Er moeten landelijke afstandsnormen worden vastgesteld voor windturbines om helderheid en rechtszekerheid te creëren voor bewoners, ondernemers en overheden.”
“Het Rijk beschermt kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart, molenbiotopen, UNESCO Werelderfgoed en buitenplaatsen tegen verrommeling zoals grootschalige windturbines, zonnevelden en hoogspanningsstations.”
BBB vindt dat bij ruimtelijke plannen voor windturbines nauw moet worden samengewerkt met buurlanden om conflicten te voorkomen en duurzame, gedragen oplossingen te realiseren.
“Er moet nauw worden samengewerkt met buurlanden bij ruimtelijke plannen, zoals de plaatsing van windturbines, om een goede afstemming en gezamenlijke besluitvorming te waarborgen.”
BVNL is uitgesproken tegen de bouw van windmolenparken, zowel op land als op zee. Zij willen geen nieuwe windmolens toestaan en pleiten zelfs voor het terugdraaien van bestaande windparken op zee, met als argument dat deze schadelijk zijn voor het milieu, de visserij en de leefomgeving. In plaats daarvan zet BVNL in op alternatieven zoals kernenergie, gaswinning en innovatie zonder windenergie.
BVNL verzet zich principieel tegen de aanleg van nieuwe windmolenparken, zowel op land als op zee. De partij vindt dat windmolens het landschap, de natuur en de leefomgeving aantasten en ziet ze niet als een verstandige oplossing voor het energieprobleem. BVNL kiest voor andere energiebronnen en wil windenergie volledig uitsluiten van toekomstig beleid.
“Geen nieuwe windmolens op land of op zee.”
“BVNL is voor duurzaamheid en wil zorgen voor een goed en schoon milieu, mits dat op een verstandige manier wordt ingestoken. Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
BVNL gaat verder dan alleen het stoppen van nieuwe projecten en wil bestaande windmolenparken op zee waar mogelijk terugdraaien. Zij stellen dat deze parken visgronden aantasten en pleiten voor herstel van de situatie vóór de bouw van deze windparken.
“Het volbouwen van visgronden in zee met windmolens is onaanvaardbaar en waar dit gedaan is, dient dit te worden teruggedraaid.”
BVNL vindt dat de bouw van woningen prioriteit moet krijgen boven de aanleg van windmolenparken. Zij zijn tegen het gebruiken van ruimte voor windmolens als dit ten koste gaat van woningbouw.
De SGP is kritisch over de grootschalige uitrol van windmolenparken, vooral op zee, vanwege negatieve effecten op het ecosysteem en de visserij. Ze pleiten voor strenge landschappelijke inpassing, het beschermen van omwonenden en het delen van opbrengsten, en willen meer ruimte voor kernenergie en alternatieven. Windparken moeten zorgvuldig worden gepland, met oog voor natuur, visserij en draagvlak.
De SGP verzet zich tegen het volbouwen van de Noordzee met windparken vanwege de impact op het ecosysteem en de visserij. Ze willen alternatieven zoals kernenergie en getijdencentrales stimuleren.
“De Noordzee wordt niet volgebouwd met windparken vanwege de gevolgen voor het ecosysteem van de Noordzee en de ruimte voor de visserij. Er komt meer inzet op kerncentrales en getijdencentrales.”
“Windparken horen niet in visrijke gebieden. Er komt meer ruimte voor medegebruik in windparken door de visserij. Natuurgebieden op zee en windparken worden gecombineerd om het ruimtebeslag op de Noordzee te beperken. Er mogen geen nieuwe gebieden gesloten worden voor de visserij. Ook is meer onderzoek nodig naar de cumulatieve effecten van de grootschalige uitrol van wind op zee op het onderwatermilieu.”
De SGP wil dat windparken alleen worden toegestaan met goede landschappelijke inpassing, duidelijke regionale afstemming en dat omwonenden eerlijk delen in de opbrengsten. Gemeenten en provincies moeten voldoende zeggenschap krijgen.
“Het ruimtelijk beleid voor de inpassing van windparken en zonneweiden wordt aangescherpt. Omwonenden worden niet alleen opgezadeld met de lasten, maar profiteren ook naar evenredigheid van de opbrengsten. Gemeenten en provincies krijgen voldoende ruimte om eisen te stellen aan de (landschappelijke) inpassing van zonneweiden. [...] Verder vindt over de ruimtelijke inpassing betere regionale en provinciale afstemming plaats, zodat windparken en zonneweides niet zomaar tegen de grenzen van buurgemeenten en -regio’s geplaatst worden.”
“Omwonenden profiteren mee van de opbrengsten van windparken.”
De SGP erkent de overlast van windturbines en wil strengere geluidsregels en afstandsnormen invoeren om de hinder voor omwonenden te beperken.
“De geluidsregels voor windturbines gaan beter aansluiten op de ervaren geluidsoverlast. Er komt ook een afstandsnorm.”
D66 ziet windmolenparken op zee als de ruggengraat van de Nederlandse energietransitie en wil hier fors in investeren. De partij geeft prioriteit aan grootschalige uitrol van wind op zee, gecombineerd met het versterken van het elektriciteitsnet en het versnellen van vergunningprocedures. Windenergie wordt gezien als essentieel voor een schone, betaalbare en onafhankelijke energievoorziening.
D66 kiest expliciet voor wind op zee als basis van de toekomstige energievoorziening en wil hier grootschalig in investeren. Dit wordt gezien als noodzakelijk om klimaatdoelen te halen, energie-onafhankelijkheid te vergroten en de energietransitie te versnellen.
“We investeren uitgebreid in windmolens op zee en in zonnepanelen op daken, bedrijventerreinen en restgronden zoals bermen. Wind op zee wordt de basis van onze schone energie.”
D66 erkent dat de uitrol van windmolenparken (vooral op zee) alleen succesvol kan zijn als het elektriciteitsnet wordt verzwaard en vergunningprocedures worden versneld. Dit moet knelpunten in de energietransitie oplossen en de realisatie van windparken mogelijk maken.
D66 wil dat Nederland samenwerkt met andere Europese landen aan wind op zee en de bijbehorende infrastructuur, om zo een sterk en betrouwbaar Europees energiesysteem te bouwen.
“Ook werken we samen aan wind op zee, groene waterstof en betrouwbare netwerken onder de Noordzee.”
JA21 is uitgesproken tegen de verdere aanleg van windmolenparken, zowel op land als op zee, en kiest in plaats daarvan voor kernenergie als de belangrijkste energiebron voor de toekomst. De partij wil strenge afstandsnormen voor bestaande windturbineprojecten en benadrukt de negatieve impact van windturbines op omwonenden en het energienet. JA21 ziet kernenergie als structurele oplossing voor leveringszekerheid en netcongestie, en wil windenergie zoveel mogelijk beperken.
JA21 verwerpt de bouw van nieuwe windmolenparken en wil bestaande plannen beperken door strenge afstandsnormen. De partij ziet kernenergie als het enige realistische en betrouwbare alternatief voor grootschalige duurzame energieopwekking, en stelt dat wind- en zonne-energie het energienet te zwaar belasten en gezondheidsrisico’s opleveren voor omwonenden.
“Voor kernenergie kiezen in plaats van windturbines en zonneparken. Daar waar vanuit beleid van vorige kabinetten nog windturbines op land moeten worden geplaatst, wil JA21 strenge afstandsnormen, zoals in Denemarken, om schadelijke gezondheidseffecten voor omwonenden te voorkomen.”
“Een strenge afstandsnorm van 10 keer de masthoogte voor windturbines.”
JA21 wil de massale aanleg van nieuwe windmolenparken stoppen en bestaande projecten aan strenge eisen onderwerpen. De partij vindt dat windenergie niet rendabel genoeg is en te veel negatieve gevolgen heeft voor de leefomgeving en het energienet.
BIJ1 noemt windmolenparken niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar pleit voor massale publieke investeringen in schone, hernieuwbare en lokale energieproductie, onder collectief eigendom en democratische controle. De partij wil geen subsidies aan multinationals, maar inzet op publieke energieprojecten en lokale energiecoöperaties, waarbij de energietransitie sociaal rechtvaardig en inclusief moet zijn. Windmolenparken vallen impliciet onder deze visie, maar worden nergens concreet uitgewerkt of benoemd.
BIJ1 wil dat de energietransitie een publieke taak wordt, met investeringen in klimaatneutrale en lokale energieproductie, zonder winstoogmerk en onder democratische controle. Windmolenparken worden niet expliciet genoemd, maar vallen onder deze bredere visie op hernieuwbare energie. Het beleid richt zich op collectief eigendom, het uitsluiten van marktpartijen en het ondersteunen van lokale initiatieven.
“De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle. Geen subsidies aan greenwashed multinationals, geen publiek-private schijnconstructies, maar volledige ontmarkting van de energievoorziening.”
“Energie opwekken in eigen beheer wordt voor iedereen mogelijk. We investeren fors in het (financieel) ondersteunen van de opzet van energiecoöperaties en andere lokale initiatieven waar bewoners eigenaarschap en zeggenschap hebben over hun energievoorziening.”
De partij benadrukt dat de energietransitie sociaal rechtvaardig moet zijn, met bescherming en voorrang voor arbeiders uit de fossiele sector bij publieke klimaatprojecten. Windmolenparken worden niet genoemd, maar deze sociale voorwaarden gelden voor alle publieke energieprojecten.
“Arbeiders uit fossiele sectoren krijgen voorrang op gegarandeerd werk in de publieke klimaatprojecten. Scholing, loondoorbetaling en cao-gelijke arbeidsvoorwaarden zijn gegarandeerd.”
Het CDA ziet windmolenparken op zee als noodzakelijk voor de energietransitie, mits deze natuurversterkend worden gebouwd en rekening houden met de visserij. Voor windmolens op land pleit het CDA voor zorgvuldige inpassing met oog voor het beperken van overlast en respect voor het landschap.
Het CDA vindt nieuwe windparken op zee essentieel voor de verduurzaming van de energievoorziening. Daarbij moeten de kosten van het net op zee samen met buurlanden worden gedragen en moet de bouw natuurversterkend zijn, met oog voor de belangen van de visserij.
Voor windmolens op land benadrukt het CDA het belang van zorgvuldige plaatsing, waarbij overlast voor omwonenden wordt beperkt en het landschap wordt gerespecteerd.
“Windmolens op land moeten zorgvuldig, met oog voor het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast.”
De ChristenUnie ziet windenergie, met name wind op zee, als een fundament van de toekomstige energievoorziening. Ze benadrukken het belang van ecologische zorgvuldigheid bij de aanleg van windmolenparken en willen negatieve effecten op natuur en visserij minimaliseren. Lokale participatie en eigenaarschap zijn belangrijke voorwaarden voor windprojecten op land.
Windenergie op zee vormt de kern van de energiemix volgens de ChristenUnie, maar de partij stelt duidelijke voorwaarden om negatieve impact op natuur en visserij te beperken. Dit voorzorgsbeginsel moet voorkomen dat windmolenparken schade toebrengen aan het ecosysteem.
“Wind op zee vormt de basis. Daarbij passen we het voorzorgsbeginsel toe, zodat negatieve effecten op ecologie en visserij(gemeenschappen) worden geminimaliseerd.”
De ChristenUnie wil dat lokale gemeenschappen profiteren van windmolenparken op land. Minimaal 50% lokaal eigenaarschap en actieve betrokkenheid van energiecoöperaties zijn daarbij het uitgangspunt, zodat omwonenden meeprofiteren van duurzame energieopwekking.
“We willen dat lokale participatie in duurzame energieprojecten wordt gestimuleerd, waarbij ten minste 50% lokaal eigenaarschap het uitgangspunt is. Zo kunnen bijvoorbeeld omwonenden ook profiteren van duurzame opwekking.”
“Energiecoöperaties brengen de energietransitie dichter bij de burger. We investeren in de ondersteuning van deze energiecoöperaties.”
GroenLinks-PvdA ziet windmolenparken, met name op zee, als essentieel voor de verduurzaming van de energievoorziening en het betaalbaar houden van stroom voor industrie en huishoudens. Ze willen de aanleg van windmolenparken op zee versnellen en pleiten voor een Noordzeepact waarin overheid en marktpartijen langjarige afspraken maken, waarbij de overheid deels financiële risico’s draagt en meedeelt in de winst. De partij koppelt deze inzet aan het vergroten van de onafhankelijkheid van fossiele energie en het versterken van de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie.
GroenLinks-PvdA wil de aanleg van windmolenparken op zee versnellen om de industrie te elektrificeren, de energierekening betaalbaar te houden en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Ze zien de Noordzee als een unieke kans voor grootschalige, betaalbare windenergie en willen via een Noordzeepact langjarige zekerheid bieden aan alle betrokken partijen. De overheid neemt een actieve rol door financiële risico’s te delen en mee te profiteren van de opbrengsten.
“Daarom versnellen we de aanleg van windmolenparken op zee om de industrie te laten elektrificeren. Ook sluit de overheid een Noordzeepact met wind- en waterstofproducenten, industriële afnemers en netbeheerders, met langjarige verbintenissen die zekerheid bieden. De overheid neemt een deel van de financiële risico’s op zich maar deelt ook mee in de winst.”
“We investeren in schone en betaalbare energie uit wind-op-zee. Om dat te bereiken sluiten we een Noordzeepact tussen overheid, energiebedrijven, industrie en netbeheerders.”
Windenergie, samen met zonne-energie, vormt volgens GroenLinks-PvdA het fundament van het toekomstige Nederlandse energiesysteem. Windmolenparken zijn daarbij cruciaal om betrouwbare, duurzame stroom te leveren, met aanvullende opslag en back-up door groene waterstofcentrales voor perioden zonder wind.
“Elektriciteit uit zon en wind wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem. We slaan energie op voor wanneer het even niet waait of de zon niet schijnt, bijvoorbeeld met behulp van batterijen. Gascentrales die draaien op groene waterstof zijn de achtervang voor langere periodes zonder wind of zon.”
Volt ziet windmolenparken, vooral op zee, als een cruciaal onderdeel van de energietransitie en het behalen van klimaatdoelstellingen. Ze willen de uitrol van windmolens op zee na 2030 onverminderd voortzetten, met aandacht voor ecologische impact en het beperken van overlast op land. Volt pleit voor landelijke normen voor overlast en gebruikt windparken op zee ook als plekken voor natuurherstel.
Volt beschouwt windenergie op zee als essentieel voor het behalen van klimaatdoelen en een duurzame energiemix. De partij wil dat de bouw van windmolenparken op zee na 2030 zonder vertraging doorgaat, en ziet deze parken ook als kans voor ecologisch herstel door visserij te verbieden.
“Wind op zee is hier een cruciaal onderdeel van. De uitrol van windmolens op zee na 2030 moet onverminderd doorgaan, zodat de klimaatdoelstellingen behaald kunnen worden.”
“Om te leren over de impact van energietransitie worden onder andere de windmolenparken op zee als onderzoeksplek gebruikt. Deze windmolenparken worden gebruikt als plek voor de oceaan om zich te herstellen door visserij daar blijvend te verbieden.”
Volt erkent dat windenergie op land belangrijk is, maar wil landelijke normen instellen om overlast door laagfrequent geluid en slagschaduw te beperken. Hiermee wil de partij de balans zoeken tussen verduurzaming en leefbaarheid voor omwonenden.
“Windenergie winnen op land is van groot belang om de klimaatdoelen te halen en te zorgen dat er genoeg energie is in de toekomst. Maar verduurzaming geeft soms overlast. Daarom willen we landelijke normen voor overlast door zogenaamd laagfrequent geluid (zoals bij windmolens) en slagschaduw.”
De SP ziet windmolenparken als een essentieel onderdeel van de energietransitie, mits deze duurzaam en met lokaal draagvlak worden gerealiseerd. Ze willen investeren in windparken op zee, met nadruk op natuurbescherming, en wind op land alleen toestaan waar omwonenden vanaf het begin betrokken zijn en meeprofiteren.
De SP investeert in windparken op zee als onmisbare bron voor duurzame energie, maar stelt strikte eisen aan natuurbescherming en ecologische toetsing. Windparken moeten natuurinclusief worden ontworpen en mogen niet in kwetsbare natuurgebieden worden gebouwd.
“We investeren in windparken op zee als onmisbare bron voor een duurzame energievoorziening. Daarbij geldt: bescherming van natuur en biodiversiteit is net zo belangrijk als de klimaatopgave. Windparken worden natuurinclusief ontworpen en aangelegd, zodat ze niet alleen schade voorkomen, maar juist nieuwe habitats kunnen vormen voor zeeleven. Er komt altijd een toets op de ecologische effecten en er wordt niet gebouwd in kwetsbare natuurgebieden.”
Windenergie op land blijft belangrijk, maar de SP stelt als voorwaarde dat er lokaal draagvlak is en dat omwonenden vanaf het begin worden betrokken. Publieke regie en (mede)eigenaarschap voor omwonenden zijn essentieel, zodat zij profiteren van lagere energiekosten of opbrengsten.
“Wind op land blijft een belangrijke pijler van de energietransitie, maar alleen waar er lokaal draagvlak is. We betrekken omwonenden vanaf het begin, garanderen publieke regie en maken (mede)eigenaarschap van windparken mogelijk. Zo zorgen we dat mensen in de omgeving profiteren van lagere energiekosten of opbrengsten, zonder schade aan gezondheid of natuur.”
DENK wil fors investeren in duurzame energie, met nadruk op windenergie op zee als onderdeel van de energietransitie. Windmolenparken op zee worden gezien als een belangrijke schone energiebron, waarbij de partij inzet op grootschalige uitbreiding en verduurzaming van de energievoorziening. Concrete voorstellen over windmolenparken op land of lokale participatie ontbreken.
DENK ziet windenergie op zee als een essentieel onderdeel van de energietransitie en wil hier massaal op inzetten. Dit moet bijdragen aan het behalen van klimaatdoelen en het versneld afbouwen van fossiele energiebronnen zoals kolencentrales. De partij noemt windenergie op zee expliciet als investeringsprioriteit, maar doet geen uitspraken over windmolenparken op land of over participatie van omwonenden.
“Massaal inzetten op schonere energie. Wij willen investeren in zonne energie en windenergie op zee. Kolencentrales verdwijnen zo snel mogelijk.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma