BIJ1 is fel tegen het verhogen van uitgaven aan de NAVO en wil zelfs dat Nederland uit de NAVO stapt. Ze pleiten voor volledige neutraliteit, geen extra defensiebudget, en het stoppen van alle wapenleveranties en militaire samenwerking met de NAVO. Vrijgekomen middelen willen ze inzetten voor vrede, zorg en onderwijs.
BIJ1 verzet zich expliciet tegen elke verhoging van het NAVO-budget en wil geen extra geld uitgeven aan wapens of militaire infrastructuur. Ze zien de NAVO als een verlengstuk van de wapenindustrie en VS-belangen, en willen dat Nederland zich hiervan losmaakt.
“BIJ1 geeft geen extra geld uit aan wapens. We werken niet mee aan de absurde verhoging van het NAVO-budget. Er gaat geen cent meer naar wapens in militaire conflicten, naar koloniale oorlogen en naar genocide.”
“Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“We verlaten de NAVO en kiezen voor neutraliteit.”
BIJ1 wil dat Nederland volledig uit de NAVO stapt, alle NAVO- en VS-bases sluit, en de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok verlaat. Dit is een fundamentele breuk met het huidige beleid en onderstreept hun streven naar neutraliteit.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar.”
“Alle NAVO- en VS-bases op Nederlands grondgebied sluiten we binnen 2 jaar.”
“Nederland sluit alle NAVO- en VS-bases op eigen grondgebied, stopt de opslag van kernwapens in het Nederlandse dorp Volkel en loopt weg van de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok.”
In plaats van investeren in defensie of NAVO, wil BIJ1 het geld besteden aan een wettelijk vredesfonds voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw.
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil niet het meeste aan de NAVO geven en is zeer kritisch op de NAVO-norm voor defensie-uitgaven. Zij verwerpen het idee van een vaste NAVO-norm, willen geen wettelijke verankering van defensiebudgetten en pleiten voor zorgvuldige, onderbouwde uitgaven die niet ten koste gaan van andere maatschappelijke doelen. De PvdD streeft naar Europese defensiesamenwerking zonder afhankelijkheid van de VS en zonder blanco cheque voor defensie.
De PvdD wijst expliciet de NAVO-norm (2% van het BBP aan defensie) af en wil geen automatische of wettelijk vastgelegde verhoging van defensie-uitgaven. Elke defensie-uitgave moet kritisch worden afgewogen en mag niet ten koste gaan van klimaat, natuur, zorg of onderwijs. Dit standpunt adresseert direct de vraag "wie geeft het meest aan de NAVO?" door te stellen dat PvdD juist níet het meeste wil geven en zich verzet tegen automatische verhogingen.
“Nederland steunt geen specifieke NAVO-norm en geen wettelijke verankering van een defensienorm. Elke uitgave voor defensie wordt bepaald op basis van goede onderbouwing. Uitgaven gaan niet ten koste van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.”
“De NAVO-norm wordt gedicteerd door Trump: daar doen wij niet aan mee. We wegen zorgvuldig af wat nodig is op basis van goed onderbouwde plannen. Géén blanco cheque voor defensie.”
De PvdD wil investeren in Europese defensie om minder afhankelijk te zijn van de VS, maar deze investeringen moeten zorgvuldig en kritisch worden afgewogen. Het doel is niet om de NAVO-norm te halen, maar om Europese veiligheid te versterken zonder automatische verhogingen of afhankelijkheid van Amerikaanse belangen.
“Nederland en Europa investeren extra in de eigen Europese defensie. Daarbij kijken we steeds kritisch welke investeringen echt nodig zijn om onszelf te kunnen verdedigen en zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van de VS.”
“De afhankelijkheid van de VS bouwen we zo snel mogelijk af door te investeren in een eigen Europese defensie.”
De PvdD benadrukt dat er geen onbegrensde of automatische verhogingen van het defensiebudget mogen zijn. Investeringen in defensie moeten altijd zorgvuldig worden afgewogen en mogen niet ten koste gaan van andere belangrijke maatschappelijke uitgaven.
“Hoewel hiervoor investeringen nodig zijn, zegt de Partij voor de Dieren ‘nee’ tegen een blanco cheque voor defensie. We kijken bij elke maatregel kritisch welke uitgaven nodig zijn om de verdediging van Europa op orde te krijgen en efficiënt te organiseren.”
“Investeringen in defensie mogen niet ten koste gaan van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.”
BBB wil dat Nederland een van de grootste bijdragers aan de NAVO wordt en neemt als uitgangspunt dat de defensie-uitgaven in 2035 stijgen naar 3,5% van het BBP, met een structurele intensivering van ruim zes miljard euro in 2030. Dit is een van de hoogste streefpercentages onder Nederlandse partijen en positioneert Nederland als potentiële koploper qua NAVO-bijdrage. Tegelijkertijd stelt BBB voorwaarden aan deze verhoging, zoals een eerlijke lastenverdeling binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden.
BBB kiest expliciet voor een forse verhoging van de Nederlandse defensie-uitgaven, met als doel om tot de grootste NAVO-bijdragers te behoren. Dit groeipad naar 3,5% BBP in 2035 is uitzonderlijk hoog en wordt onderbouwd met een concreet bedrag voor de komende jaren. BBB koppelt deze verhoging aan de ambitie om een serieuze en betrouwbare NAVO-partner te zijn.
“We nemen het groeipad naar 3,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) in 2035 als uitgangspunt.”
“In dat kader is BBB bereid om het door het CPB geschetste ingroeipad naar 3,5% BBP in 2035 als uitgangspunt te nemen, waarbij we ons in de komende kabinetsperiode conformeren aan een structurele intensivering van ruim zes miljard euro in 2030.”
“Onze ambitie is duidelijk: Nederland wordt weer een serieuze en betrouwbare speler binnen de NAVO en wereldwijd.”
Hoewel BBB inzet op een zeer hoge NAVO-bijdrage, stelt de partij duidelijke randvoorwaarden. De verhoging mag niet ten koste gaan van andere belangrijke uitgaven en moet gepaard gaan met een eerlijke verdeling van de kosten binnen de NAVO. Ook mag financiering niet via Europese schulden of giften verlopen.
“Na 2030 gelden voor ons duidelijke voorwaarden voor verdere verhoging van onze defensieuitgaven, zoals een eerlijke verdeling van kosten binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden of giften.”
“Daarom hanteren we als BBB tien duidelijke voorwaarden, waaronder een eerlijke lastenverdeling tussen NAVOpartners, geen financiering via Europese schulden of giften en een groeipad dat aanpasbaar is bij veranderende dreigingen.”
FVD is zeer kritisch over Nederlandse uitgaven aan de NAVO en wil niet voldoen aan de opgelegde NAVO-norm voor defensie-uitgaven. Ze pleiten voor investeringen in de nationale krijgsmacht uitsluitend naar eigen inzicht, en willen het NAVO-lidmaatschap zelfs heroverwegen via een referendum. Volgens FVD moet geen belastinggeld meer naar NAVO-missies of buitenlandse militaire interventies gaan; defensie-uitgaven dienen uitsluitend het Nederlands belang.
FVD wil niet langer automatisch voldoen aan de NAVO-norm voor defensie-uitgaven, maar zelf bepalen hoeveel Nederland uitgeeft aan defensie. Ze zijn tegen het idee dat Nederland "het meest aan de NAVO" zou moeten geven en willen dat defensie-uitgaven uitsluitend het nationale belang dienen, niet dat van de NAVO of de VS.
FVD stelt voor het NAVO-lidmaatschap ter discussie te stellen en hierover een referendum te organiseren, waarmee ze impliciet afstand nemen van structurele NAVO-uitgaven en -verplichtingen.
“We leggen het lidmaatschap van de NAVO via een referendum voor aan de Nederlandse bevolking, zodat we als land zelf kunnen beslissen of we door willen op het huidige pad.”
FVD wil stoppen met het financieren van buitenlandse militaire missies, waaronder NAVO-operaties, en stelt dat belastinggeld niet meer mag worden besteed aan wat zij zien als "zinloze militaire avonturen" of "Amerikaanse proxy-oorlogen".
JA21 wil dat Nederland het NAVO-bondgenootschap niet alleen loyaal ondersteunt, maar zelfs koploper wordt in defensie-uitgaven. Ze stellen voor om de Nederlandse defensie-uitgaven lineair te verhogen naar 5% van het BBP in 2035, waarmee Nederland veruit het meeste aan de NAVO zou geven van alle lidstaten. Dit is een zeer concreet, ambitieus en onderscheidend voorstel binnen het Nederlandse politieke landschap.
JA21 kiest ervoor om de Nederlandse defensie-uitgaven fors te verhogen tot 5% van het BBP in 2035, waarmee Nederland de hoogste bijdrage aan de NAVO zou leveren van alle NAVO-landen. Dit voorstel is bedoeld om de krijgsmacht volledig op sterkte te brengen, strategische afhankelijkheden te verminderen en de NAVO-verplichtingen ruimschoots te overtreffen. Hiermee positioneert JA21 Nederland als absolute koploper in NAVO-bijdragen.
“Lineair groeien naar uitgaven van 5% van het BBP in 2035.”
“Wij werken lineair toe naar 3,5% + 1,5% van het nationaal inkomen aan defensie(gerelateerde)-uitgaven in 2035.”
“JA21 heeft de afgelopen jaren bewezen dé defensiepartij van Nederland te zijn, met onder meer de hoogste doorgerekende defensie-uitgaven in het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023, en het wettelijk verankeren van de 2% NAVO-norm.”
JA21 benadrukt dat Nederland zich uitsluitend aan NAVO-verplichtingen moet houden en geen extra militaire inzet of uitgaven moet doen voor een EU-leger of militaire missies zonder direct Nederlands belang. Dit standpunt onderstreept hun focus op NAVO-bijdragen boven andere internationale defensie-initiatieven.
“Geen EU-leger en geen militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat.”
“We bevestigen onze loyaliteit in NAVO-verband, militair, diplomatiek en financieel. Tegelijk blijven we als eerste alert op onze eigen soevereiniteit, en steunen dus geen EU-leger buiten NAVO, geen militair optreden zonder Nederlands belang, en geen afhankelijkheid van Amerikaanse ondersteuning voor strategische capaciteiten.”
De SP is fel tegen het verhogen van de Nederlandse defensie-uitgaven naar de NAVO-norm en verzet zich expliciet tegen de zogenaamde "Trump-norm" van 5% van het BBP aan defensie. De partij vindt dat Nederland niet het meeste aan de NAVO moet geven, maar juist minder, en pleit voor een Europese veiligheidsarchitectuur die onafhankelijk is van de VS. De SP wil geen extra geld naar de NAVO, maar investeert liever in sociale voorzieningen en diplomatie.
De SP verzet zich tegen het verhogen van de defensie-uitgaven naar de NAVO-norm, en al helemaal tegen de door Trump voorgestelde 5%. Ze vinden dat dit leidt tot een wapenwedloop, bezuinigingen op sociale voorzieningen en vooral de Amerikaanse wapenindustrie ten goede komt. Volgens de SP moet Nederland juist géén extra geld aan de NAVO geven.
“De SP is tegen de nieuwe NAVOnorm voor defensieuitgaven waarbij de Amerikaanse president Trump van ons eist dat wij 5% van alles wat we samen in Nederland verdienen uitgeven aan wapens.”
“Tegelijkertijd doen wij geen onnodige extra uitgaven aan de NAVOnorm die onze economie juist afremmen.”
De SP vindt dat de NAVO zich moet beperken tot defensie van het eigen grondgebied en geen extra taken of uitbreidingen moet nastreven. Dit betekent geen operaties buiten het NAVO-gebied, geen uitbreiding met nieuwe landen en geen operaties zonder VN-mandaat.
“Dat betekent expliciet: geen operaties buiten het eigen grondgebied, geen operaties zonder VNmandaat en geen uitbreiding met nieuwe NAVOlanden.”
De SP wil op termijn een Europese veiligheidsarchitectuur die onafhankelijk is van de VS en waarin de NAVO kan worden opgeheven. Dit alternatief moet voorkomen dat Europa het meeste aan de NAVO geeft en de VS volgt in wapenwedlopen.
“Er moet dan ook worden gewerkt aan een beter alternatief: een Europese veiligheidsarchitectuur waar het Europese deel van de NAVO onderdeel van wordt, zodat de NAVO kan worden opgeheven.”
De SP benadrukt dat extra NAVO-uitgaven ten koste gaan van publieke en sociale voorzieningen, en dat het geld beter besteed kan worden aan zaken als zorg, onderwijs en innovatie.
“Om deze extra defensieuitgaven te doen zullen onze publieke en sociale voorzieningen worden kapotbezuinigd, belastingen verhoogd worden en zullen onze economie en innovatie worden geremd.”
De VVD wil dat Nederland tot de grootste NAVO-betalers behoort door fors meer te investeren in defensie, met als doel minimaal 3,5% van het BNP aan defensie-uitgaven te besteden en deze norm wettelijk vast te leggen. De partij ziet dit als een eerlijke en morele verplichting richting de NAVO en wil dat Nederland structureel meer bijdraagt dan de huidige NAVO-norm, waarmee het zich expliciet profileert als koploper binnen het bondgenootschap. De VVD koppelt deze investeringen direct aan het versterken van de NAVO, het verminderen van afhankelijkheid van de VS en het vergroten van de Europese defensieve zelfstandigheid.
De VVD wil dat Nederland structureel meer aan defensie uitgeeft dan de huidige NAVO-norm van 2%, en pleit voor een wettelijke verankering van een streefnorm van 3,5% van het BNP. Hiermee wil de partij Nederland tot de grootste NAVO-betalers maken en een leidende rol nemen in het bondgenootschap. Dit wordt gepresenteerd als een logische, morele en structurele verplichting richting de NAVO.
“Op termijn is een investering van tenminste 3,5% is nodig om onze krijgsmacht te moderniseren en onze NAVO-verplichtingen na te komen; een eerlijke contributie is de logische en morele verplichting van elke bondgenoot.”
“De VVD heeft de 2%-norm al als harde ondergrens wettelijk vastgelegd. Om ons land en onze krijgsmacht de zekerheid voor de lange termijn te geven die zij verdient, leggen we de geldende NAVO-norm van 3,5% als streefcijfer ook vast in de wet. Stelt de NAVO een hogere norm, dan willen we dat de wettelijke verplichting ook weer verhoogd wordt.”
“Een investering van 3,5% van ons Bruto Nationaal Product (BNP) is nodig om onze krijgsmacht te moderniseren.”
De VVD vindt dat Europese NAVO-landen, waaronder Nederland, meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun eigen veiligheid en minder afhankelijk moeten zijn van de VS. Dit betekent investeren in dure systemen en grootschalige militaire capaciteiten binnen NAVO-verband, met Nederland als actieve koploper.
“De VS blijft een onmisbare bondgenoot, maar Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Dit doen we door pragmatisch met gelijkgezinden landen de dure systemen aan te schaffen die nodig zijn voor commandovoering over grootschalige militaire operaties waarvoor we nu te afhankelijk zijn van de VS. Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO plaats.”
De VVD wil middelen verschuiven van ontwikkelingssamenwerking naar defensie, waarbij elke euro in het buitenland moet bijdragen aan de eigen veiligheid en NAVO-verplichtingen. Dit onderstreept de prioriteit voor NAVO-bijdragen boven andere internationale uitgaven.
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
Volt wil dat de Europese Unie meer verantwoordelijkheid neemt voor haar eigen veiligheid en pleit voor een volwaardige Europese defensie als pijler binnen de NAVO. Ze zijn voorstander van gezamenlijke Europese defensie-uitgaven, het efficiënter besteden van middelen en het verhogen van de NAVO-begroting, waarbij een deel daarvan wordt geïnvesteerd in digitale infrastructuur. Volt noemt geen specifiek bedrag of percentage, maar zet in op meer Europese samenwerking en een grotere Europese bijdrage aan NAVO-doelstellingen.
Volt wil dat de EU een volwaardige defensiepijler binnen de NAVO wordt, onder democratische controle van het Europees Parlement. Dit betekent dat Volt inzet op een grotere, meer zelfstandige Europese bijdrage aan de NAVO, met als doel minder afhankelijk te zijn van de VS en meer Europese invloed binnen de alliantie.
“Ons uiteindelijke doel is duurzame vrede en het verdedigen van de internationale rechtsorde. Daarvoor is een volwaardige Europese defensie nodig: een pijler binnen de NAVO, onder democratische controle van het Europees Parlement en geleid door een verantwoordelijke commissaris.”
“De Europese Unie (EU) moet zichzelf beter beschermen. De Verenigde Staten laten zien dat we niet langer op hun steun kunnen rekenen. Het is tijd dat de EU verantwoordelijkheid neemt voor de veiligheid van haar inwoners. Daarom bouwen we aan een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en die onder toezicht staat van het Europees Parlement.”
Volt pleit voor gezamenlijke Europese investeringen in defensie, zodat middelen slimmer en effectiever worden besteed. Dit moet leiden tot meer Europese invloed, economische voordelen en het vrijmaken van middelen voor andere publieke doelen. Er wordt geen concreet bedrag genoemd, maar Volt positioneert zich duidelijk voor een grotere gezamenlijke Europese bijdrage aan NAVO-doelstellingen.
“Volt wil dat Europese landen op defensiegebied nog beter samenwerken. Zo wordt geld slimmer en Europees besteed, komt het ten goede aan Europese werknemers en werkgevers, en blijft er meer over voor onderwijs, zorg en klimaat.”
“We ontwikkelen als EU een gezamenlijke defensie-industrie. Daar delen we middelen, kopen we samen materieel in en werken Europese bedrijven nauwer samen. Dit versterkt de economie, creëert banen en vergroot onze onafhankelijkheid. Door samen te investeren besparen we kosten en blijft er meer geld over voor bijvoorbeeld onderwijs, zorg, het klimaat en het verminderen van sociale ongelijkheid.”
Volt koppelt een verhoging van de NAVO-begroting aan investeringen in digitale infrastructuur binnen de EU, waarmee ze impliciet aangeven dat ze voorstander zijn van het verhogen van de Europese bijdrage aan de NAVO, mits dit ook de strategische autonomie van de EU versterkt.
“We investeren een deel van de verhoging van de NAVO-begroting in de ontwikkeling van de digitale infrastructuur binnen de EU. Dit speelt immers een sleutelrol in de strategische autonomie van de EU en in de verdediging tegen cyber- en hybride dreigingen.”
De ChristenUnie wil dat Nederland het NAVO-defensiebudget fors verhoogt en zelfs verder gaat dan de huidige NAVO-norm. Ze stellen voor om in 2035 maar liefst 3,5% van het BBP aan defensie uit te geven, waarmee Nederland tot de absolute top van NAVO-betalers zou behoren. Dit wordt gemotiveerd door de noodzaak om vrijheid en veiligheid te waarborgen in een instabiele wereld.
De ChristenUnie kiest expliciet voor een zeer forse verhoging van het defensiebudget, ruim boven de huidige NAVO-norm van 2%. Hiermee positioneren zij Nederland als een van de landen die het meest aan de NAVO geeft. Dit voorstel is concreet, meetbaar en onderscheidt zich sterk van andere partijen die meestal niet verder gaan dan de 2%-norm.
“We investeren de komende jaren fors in defensie om te kunnen voldoen aan de NAVO-norm om in 2035 3,5% van ons BBP uit te geven aan defensie en daarnaast 1,5% aan bijvoorbeeld infrastructuur die ook defensie ten goede komt.”
“Nederland gaat zich houden aan de afspraken en voldoen aan de internationale normen. Daarom geven we 3.5% van ons nationale inkomen uit aan defensie...”
De partij benadrukt dat deze forse investeringen niet alleen nationaal zijn, maar ook in het kader van NAVO-afspraken en versterkte Europese defensiesamenwerking. Ze willen dat Nederland een leidende rol speelt binnen de NAVO en de Europese pijler daarvan.
“De nieuwe NAVO-norm vraagt veel van de Nederlandse schatkist, defensieorganisatie en defensie-industrie, maar is noodzakelijk om onze vrijheden te kunnen verdedigen.”
“Daarom moet de samenwerking binnen de Europese pijler van de NAVO worden versterkt. Dit doen we door investeringen, werkwijze en strategieën beter op elkaar aan te laten sluiten (bijvoorbeeld via het NAVO Defensieplanningsproces).”
GroenLinks-PvdA belooft zich te houden aan de NAVO-norm voor defensie-uitgaven, maar doet geen toezegging om méér dan deze norm aan de NAVO te besteden. Hun focus ligt op het versterken van de Europese defensiesamenwerking en het verminderen van afhankelijkheid van de VS, zonder expliciet te kiezen voor een bovengemiddelde bijdrage aan de NAVO. De partij koppelt hogere defensie-uitgaven aan investeringen in de verzorgingsstaat en verduurzaming, en wil deze niet financieren door te bezuinigen op sociale voorzieningen.
GroenLinks-PvdA committeert zich aan het halen van de NAVO-norm voor defensie-uitgaven, maar spreekt zich niet uit voor een hogere bijdrage dan deze norm. De partij ziet de NAVO als belangrijk voor de collectieve veiligheid, maar wil tegelijkertijd de Europese pijler versterken en de afhankelijkheid van de VS afbouwen. Dit betekent dat GroenLinks-PvdA niet de intentie heeft om "het meest" aan de NAVO te geven, maar zich beperkt tot de afgesproken norm.
“We committeren ons aan de NAVO-norm en versterken de Europese pijler van de NAVO in nauwe samenhang met het Europese veiligheids- en defensiebeleid.”
“We komen onze afspraken in de NAVO na en investeren gericht in onze defensie.”
“We betalen de hogere defensie-uitgaven niet met bezuinigingen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen.”
Naast het naleven van de NAVO-norm, legt GroenLinks-PvdA de nadruk op het versterken van de Europese defensiesamenwerking en het opbouwen van een onafhankelijke Europese defensie-industrie. Dit betekent dat extra investeringen eerder naar Europese samenwerking dan direct naar de NAVO gaan.
“Defensie moet een gedeelde EU-competentie worden; besluiten over inzet van de krijgsmacht blijven echter een nationale bevoegdheid. Integratie van de krijgsmachten zetten we voort. We bouwen een onafhankelijke Europese defensie-industrie via de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van wapensystemen, diensten en infrastructuur. We bouwen onze afhankelijkheid van de VS af...”
NSC wil dat Nederland zich volledig committeert aan de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bruto binnenlands product (bbp) voor defensie-uitgaven en 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur. Hiermee positioneert NSC zich als partij die het meest wil uitgeven aan de NAVO, ruim boven de huidige NAVO-norm van 2%. De partij koppelt deze forse verhoging aan het belang van veiligheid, internationale samenwerking en het versterken van de weerbaarheid van Nederland.
NSC stelt expliciet voor om de defensie-uitgaven te verhogen tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp, plus 1,5% voor gerelateerde uitgaven. Dit is een zeer concreet en onderscheidend standpunt, waarmee NSC zich als koploper positioneert in NAVO-bijdragen. De partij noemt deze verhoging noodzakelijk vanwege de huidige geopolitieke dreigingen en het belang van een sterke, flexibele krijgsmacht.
“We committeren ons daarom aan de nieuwe NAVO-norm in 2035 van 3,5% van de economie voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur.”
“We versterken de krijgsmacht en hanteren de nieuwe NAVO-norm van 3,5% voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor andere uitgaven zoals versterken van de bruggen.”
“We verhogen daarom de defensie-uitgaven tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van de economie.”
Hoewel NSC fors wil investeren in defensie, benadrukt de partij dat deze uitgaven niet ten koste mogen gaan van de bestaanszekerheid van burgers. De partij ziet een sterke samenleving als even belangrijk voor veiligheid als militaire slagkracht.
“De extra investeringen in defensie zijn noodzakelijk, maar moeten zorgvuldig worden gedekt. Daarbij mag de bestaanszekerheid van mensen nooit in het gedrang komen.”
BVNL wil dat Nederland zich strikt aan de oorspronkelijke NAVO-verplichtingen houdt, maar niet méér bijdraagt dan de afgesproken 2% van het BBP. Ze keren zich expliciet tegen een verhoging naar 5% en willen deze terugdraaien naar 2%, waarmee ze zich uitspreken tegen het "meest geven aan de NAVO". BVNL benadrukt soevereiniteit en het beperken van NAVO-uitgaven tot het noodzakelijke minimum.
BVNL vindt dat Nederland niet méér aan de NAVO moet bijdragen dan de afgesproken 2% van het BBP. Ze verwerpen een verhoging naar 5% en willen deze direct terugdraaien, omdat ze vinden dat Nederland niet de grootste betaler moet zijn en zich niet moet mengen in NAVO-activiteiten buiten het NAVO-grondgebied. Dit standpunt adresseert direct de vraag "wie geeft het meest aan de NAVO?" door expliciet te kiezen voor het minimum en tegen extra bijdragen.
“Per direct voldoen aan de 2% BNP norm die de NAVO stelt, verhoging naar 5% is te veel en draaien we terug.”
“De afdracht van 5% van het bbp draaien we terug naar 2%.”
“We houden ons aan onze NAVO-verplichtingen, maar we steunen geen oorlogen buiten het NAVO-grondgebied met materieel of personeel. De afdracht van 5% van het bbp draaien we terug naar 2%.”
Het CDA wil dat Nederland het NAVO-uitgavendoel van 3,5% van het bbp voor defensie uiterlijk in 2035 haalt, en zet in de komende periode al de eerste stap richting 2030. Ze stellen voor om extra defensie-uitgaven structureel te maken, onder meer via een vrijheidsbijdrage van burgers en bedrijven, en willen daarnaast 1,5% van het bbp besteden aan defensiegerelateerde doelen. Hiermee positioneert het CDA zich als partij die expliciet het meeste aan de NAVO wil geven van alle Nederlandse partijen.
Het CDA wil dat Nederland zich volledig committeert aan de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp voor defensie-uitgaven in 2035, en zet hier in de komende jaren al concrete stappen naartoe. Dit is een duidelijke en ambitieuze verhoging ten opzichte van eerdere NAVO-normen en andere partijen, waarmee het CDA expliciet het meeste aan de NAVO wil geven.
“Nederland committeert zich aan de afspraken van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen en de nieuwe NAVO-norm om uiterlijk in 2035 3,5 procent van het bbp uit te geven aan defensie. In de komende periode willen we de eerste stap naar 2030 zetten.”
Om deze forse verhoging te financieren, stelt het CDA voor om extra ruimte op de begroting te maken en een vrijheidsbijdrage voor iedereen in te voeren. Hiermee wordt de financiering van de NAVO-norm breed gedragen door burgers en bedrijven.
“We maken ruimte op de begroting om de extra defensie-uitgaven te kunnen betalen, waarbij we gebruikmaken van de ruimere EU-begrotingsregels. Daarnaast introduceren we een vrijheidsbijdrage voor iedereen, burgers en bedrijven. We vragen daarmee iedereen evenredig naar draagkracht bij te dragen.”
Naast de NAVO-norm wil het CDA ook 1,5% van het bbp besteden aan defensiegerelateerde doelen, waarmee ze het totale defensiebudget verder verhogen.
“Daarnaast geven we ook 1,5 procent van het bbp aan defensie-gerelateerde doelen uit.”
D66 wil dat Nederland een leidende rol neemt binnen de NAVO door fors meer te investeren in defensie-uitgaven en het volledig nakomen van de NAVO-afspraken. Ze stellen concreet voor om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie te besteden, waarmee ze expliciet aangeven méér te willen geven dan de huidige NAVO-norm van 2%. D66 koppelt deze verhoging aan het versterken van zowel militaire als civiele weerbaarheid en ziet dit als essentieel voor Europese veiligheid en zelfstandigheid.
D66 kiest ervoor om de NAVO-afspraak niet alleen na te komen, maar zelfs te overtreffen door minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven. Hiermee positioneren ze Nederland als een van de meest ambitieuze NAVO-bondgenoten qua defensiebudget, met het expliciete doel om zowel financieel als qua capaciteiten een volwaardige en leidende rol te spelen binnen de alliantie.
“We komen de NAVO-afspraak na om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven en minimaal 1,5% van het bbp aan de kritieke infrastructuur, civiele paraatheid, veerkracht en het versterken van onze defensie-industrie.”
“Daarnaast vraagt de NAVO ons om meer geld vrij te maken voor defensie. Voor onze veiligheid zetten we ons hier vol voor in.”
D66 koppelt de verhoging van defensie-uitgaven aan het streven naar een sterkere Europese positie binnen de NAVO, met meer gezamenlijke Europese aansturing, materieel en personeel. Dit moet leiden tot meer Europese onafhankelijkheid en een grotere bijdrage aan de NAVO als collectief.
“Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met Europese strategische commandovoering, Europees materieel en Europees personeel. Hiermee zijn we niet alleen op financieel terrein een volwaardig bondgenoot binnen de NAVO, maar ook voor wat betreft capaciteiten en uitvoering.”
De PVV erkent de NAVO als hoeksteen van het Nederlandse defensiebeleid, maar wil de defensie-uitgaven slechts stapsgewijs laten groeien en stelt het Nederlandse belang voorop. De partij is kritisch over de hoge Nederlandse bijdragen aan internationale partners en pleit ervoor dat andere landen meer bijdragen, zodat Nederland minder hoeft te betalen. Concrete voorstellen om "het meest aan de NAVO" te geven ontbreken; de nadruk ligt op beperking van uitgaven en het vermijden van buitenlandse militaire missies.
De PVV wil de defensie-uitgaven laten groeien, maar zonder expliciet te streven naar de hoogste bijdrage aan de NAVO; het Nederlandse belang en grensbewaking staan centraal. De partij benadrukt dat Nederland niet de grootste betaler moet zijn en dat andere landen meer moeten bijdragen, zodat Nederland meer geld overhoudt voor binnenlandse bestedingen.
“Wij hebben de ambitie om de Defensie uitgaven te laten groeien, en zullen dit stapsgewijs vormgeven.”
“De NAVO is en blijft de hoeksteen van ons defensie- en veiligheidsbeleid.”
“Ondertussen hebben we al ruim € 20 miljard aan Oekraïne betaald. Laat andere landen nu wat meer doen, dan hebben wij meer geld voor de Nederlanders.”
50PLUS wil dat Nederland de defensie-uitgaven uitbreidt in lijn met de afspraken die binnen de NAVO zijn gemaakt, maar doet geen voorstel om méér uit te geven dan deze NAVO-norm. De partij ziet de NAVO als de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en pleit voor versterking van de nationale defensie-industrie. 50PLUS kiest dus voor het strikt volgen van de NAVO-afspraken, zonder extra uitgaven daarbovenop.
50PLUS vindt dat Nederland zijn defensie-uitgaven moet verhogen tot het niveau dat binnen de NAVO is afgesproken, maar niet verder. Hiermee positioneert de partij zich als een voorstander van het nakomen van internationale verplichtingen, zonder extra ambitie om méér bij te dragen dan andere NAVO-landen. Dit standpunt adresseert de vraag "wie geeft het meest aan de NAVO?" door te kiezen voor het NAVO-gemiddelde, niet voor koploperschap.
DENK vindt de huidige Nederlandse defensie-uitgaven voldoende en is tegen het verhogen van de bijdrage aan de NAVO. De partij verzet zich expliciet tegen extra miljardenuitgaven onder druk van de NAVO en steunt alleen defensie-uitgaven die aantoonbaar noodzakelijk zijn voor de basisbehoeften van Defensie. DENK wil geen wapenwedloop en benadrukt dat de militaire overmacht van de NAVO niet verder uitgebreid hoeft te worden.
DENK is kritisch op het verhogen van de Nederlandse defensiebijdrage aan de NAVO en wil geen extra miljarden investeren bovenop het huidige niveau. De partij vindt dat de bestaande uitgaven voldoende zijn en dat verdere verhoging niet nodig is gezien de al bestaande militaire overmacht van de NAVO. Dit standpunt adresseert direct de vraag "wie geeft het meest aan de NAVO?" door te pleiten voor het beperken van de Nederlandse bijdrage.
“DENK verzet zich tegen de extra miljardenuitgaven onder druk van NAVO baas Mark Rutte en President Donald Trump. DENK vindt de huidige defensie uitgaven voldoende en wijst op de enorme militaire overmacht van de NAVO die niet nog verder uitgebreid hoeft te worden.”
“Wij steunen alleen defensie uitgaven die aantoonbaar nodig zijn om de basis op orde te hebben bij Defensie. Dit betekent goede huisvesting van onze militairen, een fatsoenlijk salaris en een goede uitrusting. Miljardeninvesteringen zonder aantoonbare noodzaak steunen wij niet. Wij willen geen wapenwedloop.”
De SGP wil dat Nederland het NAVO-bondgenootschap als absolute prioriteit stelt en pleit voor fors hogere defensie-uitgaven dan de huidige NAVO-norm. Concreet stelt de SGP voor dat Nederland in 2035 maar liefst 5% van het BBP aan Defensie besteedt, waarmee Nederland veruit het meeste aan de NAVO zou geven van alle Nederlandse partijen. De partij koppelt deze investeringen expliciet aan het versterken van de NAVO-verplichtingen en het uitbouwen van de krijgsmacht.
De SGP vindt dat Nederland niet alleen aan de huidige NAVO-norm moet voldoen, maar deze ruimschoots moet overtreffen om de NAVO-verplichtingen serieus te nemen en de veiligheid te waarborgen. Door te pleiten voor 5% van het BBP aan Defensie-uitgaven, positioneert de SGP zich als de partij die het meest aan de NAVO wil geven, met een duidelijke focus op militaire slagkracht en bondgenootschappelijke solidariteit.
“De SGP wil gaan voldoen aan de nieuwe NAVO-norm voor defensie-uitgaven. In 2035 besteedt Nederland 5% van het BBP aan onze Defensie, waarbij 1,5% wordt besteed aan bredere investeringen in maatschappelijke weerbaarheid en infrastructuur.”
“De NAVO blijft de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid. Nederland gaat aan haar doelstellingen voor eenheden en wapensystemen voldoen door de krijgsmacht verder uit te bouwen.”