De Partij voor de Dieren (PvdD) wil een einde maken aan het neoliberalisme door het terugdringen van marktwerking, het stoppen van vrijhandelsverdragen die multinationals bevoordelen, en het centraal stellen van welzijn, natuur en democratie boven winst en groei. Ze pleiten voor regionale economieën, het beëindigen van belastingontwijking door multinationals, en het herstellen van publieke controle over essentiële diensten. De kern van hun visie is een radicaal andere economie waarin publieke belangen, ecologie en sociale rechtvaardigheid leidend zijn.
PvdD ziet vrijhandelsverdragen en de macht van multinationals als kern van het neoliberalisme. Ze willen deze verdragen blokkeren, nationale parlementen het laatste woord geven, en investeringsbescherming voor multinationals beëindigen. Dit moet democratie en publieke belangen boven bedrijfswinsten plaatsen.
“Onder aanvoering van de Partij voor de Dieren is het begin van het einde van vrijhandelsverdragen die enkel het belang van grote bedrijven dienen, ingezet.”
“Nederland stapt uit alle verdragen die multinationals de mogelijkheid geven om miljardenclaims in te dienen buiten de normale rechter om via zogenaamde investeringsbescherming (zoals ICS of ISDS).”
“De EU stopt met het uitbreiden van handhavingsmechanismen van de interne markt en gaat actie ondernemen om misbruik ervan door bedrijven onmogelijk te maken.”
“Het wereldwijde verzet tegen destructieve vrijhandelsverdragen heeft een einde gemaakt aan de vanzelfsprekendheid dat er steeds meer handelsstromen komen en dat multinationals worden bevoorrecht.”
De partij wil de neoliberale marktwerking in essentiële publieke diensten zoals zorg, onderwijs en openbaar vervoer beëindigen. Ze stellen dat deze sectoren niet afhankelijk mogen zijn van winstprikkels, maar in dienst moeten staan van het algemeen belang.
“We draaien de doorgeslagen marktwerking terug in publieke diensten zoals zorg, onderwijs en openbaar vervoer. Publieke voorzieningen zijn er voor iedereen en horen niet afhankelijk te zijn van winstprikkels.”
“De EU stopt met regels die marktwerking opdringen aan de publieke sector. Publieke diensten blijven wat ons betreft zoveel mogelijk in overheidshanden om het algemeen belang te dienen.”
PvdD wil het belastingstelsel hervormen zodat grote bedrijven en de allerrijksten meer bijdragen, en belastingontwijking door multinationals wordt gestopt. Dit moet de ongelijkheid verminderen en publieke middelen veiligstellen.
“De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Grote ondernemingen en de allerrijksten betalen meer, kleine bedrijven en bewoners minder.”
“Belasting moet worden betaald waar daadwerkelijk winst wordt gemaakt. Daarvoor komen strengere Europese afspraken over het tegengaan van belastingontduiking en belastingontwijking door bedrijven.”
“Nederland sluit daarom zijn deuren als belastingparadijs. Belastingontwijking door multinationals wordt aangepakt, alle belastingdeals worden openbaar en Nederland legt sancties op aan landen die als belastingparadijs fungeren.”
De partij wil de economie regionaliseren, lokale productie stimuleren en boeren beschermen tegen oneerlijke concurrentie van buitenaf. Dit is een directe breuk met het neoliberale model van globalisering en bulkhandel.
“Handel wordt beperkt tot plantaardige, biologische en kwalitatief onderscheidende producten en vindt zo veel mogelijk op regionale schaal plaats.”
“Boeren worden beschermd tegen oneerlijke concurrentie van buitenaf. We blokkeren alle Europese vrijhandelsverdragen die leiden tot import van goedkope producten die beneden onze eigen standaarden zijn geproduceerd.”
“We bevorderen de regionalisering van de economie door lokale ketens, streekproducten en regionaal geldgebruik te stimuleren.”
PvdD wil af van het Bruto Binnenlands Product (BBP) als leidraad en stelt welzijn en brede welvaart centraal. Dit is een fundamentele kritiek op het neoliberale groeimodel.
GroenLinks-PvdA stelt dat het neoliberalisme – waarbij marktwerking, winst en aandeelhouders centraal staan – de oorzaak is van groeiende ongelijkheid, uitholling van de verzorgingsstaat en sociale problemen. Zij willen hier een einde aan maken door terug te keren naar het Rijnlandse model, waarin solidariteit, lange termijnbelangen en publieke regie centraal staan, met concrete voorstellen zoals het beperken van winstbejag in de zorg, het aanpakken van belastingvoordelen voor de rijken, en het versterken van werknemersrechten. Hun kernvisie is dat de overheid weer naast mensen moet staan en dat niet winst, maar welzijn en solidariteit leidend moeten zijn.
GroenLinks-PvdA wil het neoliberale beleid vervangen door het Rijnlandse model, waarin overleg, solidariteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid centraal staan. Dit betekent meer publieke regie, versterking van de verzorgingsstaat en het tegengaan van marktwerking als leidend principe.
“We keren terug naar het Rijnlandse model, waarin lange termijnbelangen, gedeelde verantwoordelijkheid en sociale rechtvaardigheid centraal staan.”
“Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“Wij doorbreken de stilstand. Samen vooruit. Het moet anders. ... Solidariteit is het antwoord. Bij alles wat GroenLinks-PvdA in dit programma voorstelt is dat ons kompas.”
De partij wil een einde maken aan winst als drijfveer in publieke sectoren zoals zorg en wonen, door winstverboden aan te scherpen en private equity te weren.
“Niet de markt, maar de mens centraal. Als winst maken de prioriteit is, staat goede zorg altijd op de tweede plek. Doorgeslagen commercialisering in de zorg leidt tot dure medicijnen, onnodige bureaucratie en steeds wisselende gezichten aan het bed. Wij dringen winstbejag terug, zodat zorg weer draait om mensen.”
“Aanscherping winstverbod in de zorg. We strijden tegen commerciële partijen in de zorg voor wie winst het hoofddoel is.”
“We beschermen woningbezitters en weren private equity uit vve’s.”
“We brengen de regie op grond weer in publieke handen, zodat we samen bepalen hoe ons landschap eruitziet in plaats van speculanten die uit zijn op winst.”
GroenLinks-PvdA wil de fiscale voordelen voor de rijksten en aandeelhouders afschaffen en de lasten eerlijker verdelen, zodat werken weer loont en kapitaal minder wordt bevoordeeld.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals.”
“Het is namelijk vele malen makkelijker om geld te verdienen met geld dan met werk. En dat komt door politieke keuzes. Hoe rijker je bent, hoe minder je bijdraagt in...”
De partij wil werknemersrechten versterken, vaste contracten stimuleren en een stevig sociaal vangnet bieden, als tegenwicht tegen de flexibilisering en onzekerheid die het neoliberalisme heeft gebracht.
GroenLinks-PvdA wil dat schuldhulpverlening en bewindvoering niet langer winstgedreven zijn, en dat de overheid het voortouw neemt bij het helpen van mensen met schulden.
BIJ1 wil het neoliberalisme beëindigen door de economie radicaal te democratiseren, publieke sectoren te onttrekken aan de markt, en internationale solidariteit centraal te stellen. Ze pleiten voor het afschaffen van privatisering, het terugdringen van de macht van multinationals en het beëindigen van neoliberale dwang vanuit internationale instellingen als de EU, IMF en Wereldbank. Hun kernvisie is een economie en samenleving waarin mensen, niet kapitaal, centraal staan en waar democratische controle en eerlijk delen leidend zijn.
BIJ1 wil essentiële sectoren als energie, banken, zorg, onderwijs en openbaar vervoer volledig in publieke handen brengen, zodat deze niet langer worden gedreven door winstmaximalisatie maar door maatschappelijke behoeften. Dit is een directe breuk met het neoliberale principe van marktwerking in de publieke sector.
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
“De bestuurstop van winstgedreven bedrijven als de NS [wordt] onder directe democratische controle van de werknemers gebracht.”
“De grondmarkt die de woningbouw gegijzeld houdt wordt afgeschaft. Grondspeculatie wordt onmogelijk gemaakt... Nieuwe woningbouw mag voortaan alleen nog plaatsvinden op publieke grond.”
BIJ1 wil de macht van aandeelhouders en bedrijfseigenaren inperken door werknemers directe zeggenschap te geven over bedrijfsvoering en door coöperatieve en collectieve vormen van eigendom te stimuleren. Dit ondermijnt het neoliberale model van top-down bedrijfsbestuur en winstmaximalisatie.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Multinationale bedrijven met dependances (vestigingen) in Nederland zijn verplicht een plan te maken waarin staat hoe zij binnen korte tijd minimaal 51% van de aandelen aan de werknemers van die dependance verkopen.”
BIJ1 verwerpt de neoliberale hervormingen en privatiseringsdwang van instellingen als de EU, IMF en Wereldbank, en wil dat Nederland zich actief verzet tegen deze praktijken. Ze pleiten voor kwijtschelding van schulden en het beëindigen van economische overheersing.
“Nederland verzet zich tegen het neokolonialisme van internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Zij ondermijnen de politieke zelfstandigheid van landen via schuldenlast en opgelegde hervormingen.”
“Nederland maakt een einde aan zijn rol in de neoliberale hervormingen, dwang op privatiseren en schuldenconstructies in Oekraïne.”
“We kaarten alle Europese wetten en regels aan die zorgen voor liberalisering en die de ruimte voor democratisch ingrijpen van de overheid in de economie beperkt.”
BIJ1 wil de extreme ongelijkheid aanpakken door hoge belastingen op vermogen, het instellen van een limiet op privébezit, en het democratisch bepalen van deze limieten. Dit is een fundamentele afwijzing van het neoliberale geloof in trickle-down economics en onbegrensde vermogensgroei.
BIJ1 koppelt het einde van het neoliberalisme aan het beëindigen van westers imperialisme en het opbouwen van internationale solidariteit, waarbij handelsrelaties en ontwikkelingssamenwerking niet langer worden ingezet voor marktexpansie of winst, maar voor gelijkwaardigheid en herstel.
“BIJ1 stopt met dit neokoloniale model. Echte ontwikkelingssamenwerking is gericht op herstel, radicaal eerlijk delen en solidariteit. Voor zelfbeschikking, klimaatrechtvaardigheid en het recht op ontwikkeling buiten westerse ‘voorwaarden’ om.”
“Wij zetten die solidariteit centraal in wetten en regels voor internationale samenwerking. Dat betekent dat ook Nederland niet meer betrokken is bij het westers imperialisme.”
JA21 wil het neoliberalisme niet beëindigen, maar juist versterken door te pleiten voor minder overheidsbemoeienis, meer marktwerking en een kleinere overheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het drastisch verminderen van subsidies en regeldruk, het terugdringen van overheidssturing in de economie, en het stimuleren van ondernemerschap en concurrentie. De kern van hun visie is dat economische vrijheid, lage lasten en een faciliterende overheid leiden tot meer welvaart en zelfstandigheid voor burgers.
JA21 ziet overheidssturing, subsidies en regeldruk als belemmeringen voor innovatie en economische groei. Zij willen deze fors terugdringen om de marktwerking te herstellen en mensen meer eigen verantwoordelijkheid te geven. Dit standpunt is expliciet anti-anti-neoliberaal: JA21 wil juist minder overheid en meer markt.
“Drastische afbouw van subsidies die markten verstoren en innovatie belemmeren. Er komt een einde aan het sturen van de economie vanuit de overheid.”
“Marktwerking herstellen door onnodige overheidsinmenging te beëindigen en concurrentie te bevorderen.”
“De overheid is veel te sturend in onze economie. Voor ieder probleem worden nieuwe regelingen en subsidies bedacht. Dit maakt mensen afhankelijk en belemmert hun keuzevrijheid.”
JA21 wil de collectieve lastendruk verlagen, het aantal ambtenaren terugbrengen en de overheid beperken tot kerntaken. Dit moet ondernemerschap stimuleren en economische groei bevorderen. Ook dit is een klassiek neoliberaal standpunt.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Regeldruk terugdringen door met de stofkam door huidige wet- en regelgeving te gaan en overbodige regelgeving te schrappen. Voor elke nieuwe regel moet een oude regel verdwijnen.”
“De overheid moet zich niet langer opstellen als een regelfabriek die de levens van mensen tot in detail vormgeeft.”
JA21 stelt dat het bedrijfsleven de motor is van welvaart en dat ondernemers meer ruimte moeten krijgen. De overheid moet faciliteren in plaats van sturen, zodat werken en ondernemen lonen.
“Het besef dat het bedrijfsleven, en niet de staat, het grootste deel van onze welvaart oplevert, lijkt bij een deel van politiek en bestuurlijk Nederland te zijn verdwenen.”
“De overheid moet daarbij faciliterend optreden en vooral niet in de weg zitten.”
“Een overheid die faciliteert in plaats van belemmert, een belastingsysteem dat mensen beloont voor hard werken en ondernemen.”
JA21 verzet zich tegen verdere politieke integratie van de EU en wil bevoegdheden terug naar de lidstaten, maar blijft voorstander van een open markt en economische samenwerking. Dit is geen breuk met neoliberalisme, maar een pleidooi voor economische liberalisering zonder politieke unificatie.
“JA21 staat voor een veel slankere Europese Unie. Er moet strikt worden nagezien op verdere uitdijing en soevereiniteitsoverdracht.”
“De Europese Unie moet zich leren beperken. De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
“JA21 wil: Een Europese Unie die functioneert als economisch samenwerkingsverband.”
D66 neemt afstand van het neoliberalisme door te pleiten voor een sterkere, actievere overheid die sociale zekerheid, bestaanszekerheid en publieke waarden centraal stelt. Ze willen het uitbesteden van overheidstaken terugdringen, het toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag, en grote vermogens en vervuilers zwaarder belasten. Hun kernvisie is dat een krachtige, menselijke overheid nodig is om ongelijkheid en marktwerking te corrigeren en zo het neoliberale beleid te doorbreken.
D66 stelt dat de overheid te veel taken heeft uitbesteed en wil deze weer in eigen hand nemen, met meer kennis en uitvoeringskracht. Dit is een directe breuk met het neoliberale idee van een terugtredende overheid en marktwerking.
“We kunnen alle grote uitdagingen waar Nederland voor staat, alleen het hoofd bieden met een sterke, krachtige en betrouwbare overheid. Maar die overheid heeft in de afgelopen jaren te vaak het stuur uit handen gegeven. Te veel taken zijn uitbesteed aan consultants.”
“D66 breekt hiermee. We bouwen een overheid die open en transparant is, met meer kennis en uitvoeringskracht, en minder verstikkende regels.”
“We verminderen de externe inhuur van dure consultants. We halen kennis en expertise weer in huis bij de overheid.”
D66 wil het complexe toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een eenvoudiger, individueler systeem dat bestaanszekerheid biedt. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale beleid van individuele verantwoordelijkheid en marktprikkels in sociale zekerheid.
“Daarom gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Toeslagen maken we eenvoudiger en vervangen we stap voor stap voor een individueel basisbedrag.”
“En we schaffen het doolhof van de toeslagen af: in plaats daarvan komt er één vast bedrag.”
D66 wil het belastingstelsel eerlijker maken door grote vermogens en vervuilers meer te laten betalen, waarmee ze afstand nemen van het neoliberale belastingbeleid dat vooral gericht is op lastenverlichting voor bedrijven en hoge inkomens.
D66 wil niet bezuinigen op onderwijs en het sociale vangnet, en investeert juist in deze publieke sectoren. Dit staat haaks op het neoliberale beleid van bezuinigingen en privatisering.
“Veiligheid en defensie zijn cruciaal, maar mogen nooit ten koste gaan van de samenleving die we juist willen beschermen. Daarom gaat er geen euro minder naar het onderwijs en het sociale vangnet.”
D66 wil de menselijke maat terugbrengen in de overheid en de regeldruk verminderen, als reactie op de negatieve gevolgen van het neoliberale, bureaucratische beleid.
“D66 maakt een einde aan verstikkende regeldruk. Regels die goed werken en publieke waarden beschermen, houden we. Regels die hoge lasten met zich meebrengen en niet goed werken, schaffen we af.”
“Vertrouwen terugwinnen vraagt naast daadkracht ook menselijkheid. Daarom brengen we de menselijke maat terug bij de overheid.”
De VVD brengt géén einde aan het neoliberalisme, maar kiest juist expliciet voor het voortzetten en versterken van neoliberale principes zoals marktwerking, deregulering, lastenverlichting en het beperken van de rol van de overheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verminderen van regels, het afbouwen van herverdeling via belastingen en toeslagen, en het stimuleren van economische groei door een kleinere overheid en meer ruimte voor ondernemerschap. De kern van hun visie is dat economische groei, individuele verantwoordelijkheid en minder overheidsbemoeienis leiden tot meer welvaart voor iedereen.
De VVD ziet een kleinere overheid en meer ruimte voor de vrije markt als de oplossing voor economische en maatschappelijke problemen. Ze willen bureaucratie en regelgeving fors verminderen, publieke voorzieningen beperken tot kerntaken, en de overheid vooral als marktmeester laten optreden. Dit is een klassiek neoliberaal standpunt en staat haaks op het beëindigen van het neoliberalisme.
“Door de invloedsfeer van de overheid klein te houden geven we ruimte aan de goed vormgegeven vrije markt. De overheid als marktmeester gaat uitbuiting tegen en bevordert concurrentie. Dit is de goed vormgegeven vrije markt die het in de geschiedenis altijd beter wist dan de overheid.”
“Een kleinere, maar effectieve overheid die levert op haar kerntaken, die mensen vrij laat en vooral minder regels heeft.”
“We zetten het mes in bureaucratische regels, moderniseren de werkloosheidswet door deze meer activerend te maken en geven meer ruimte voor maatwerk in cao’s, door de transitievergoeding niet langer verplicht te stellen.”
“We hanteren een meetbare doelstelling om het aantal onnodige regels te verminderen. We beoordelen met meetbare doelen of bestaande regels effectief zijn en herzien regels waar nodig.”
De VVD wil het herverdelende karakter van de verzorgingsstaat en het belastingstelsel fors inperken. Ze zijn tegen nivellering, willen toeslagen en inkomensafhankelijke regelingen verminderen, en lasten voor werkenden verlagen. Dit versterkt juist neoliberale uitgangspunten.
“We willen af van de doorgeslagen nivellering via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen.”
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We hervormen deze lokale nivelleringsmachine door meer landelijke voorwaarden te stellen en regelingen waar nodig in te perken of landelijk te organiseren, zodat we ook bureaucratie verminderen.”
“We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
De VVD stelt economische groei centraal als voorwaarde voor welvaart, publieke voorzieningen en individuele vrijheid. Ze zien groei als de motor van vooruitgang en willen alle beleid daaraan ondergeschikt maken. Dit is een kernpunt van neoliberale politiek.
“Het is tijd voor radicale economische groei. Niet alleen om ons staande te houden in een snel veranderende wereld, maar ook omdat groei simpelweg goed is.”
“Alle seinen op groen voor groei: we willen de energiekosten verlagen en we gaan het elektriciteitsnet versneld uitbreiden.”
“We investeren in de groei van morgen door de grootste knelpunten in onze economie op te lossen, zoals met investeringen in onze (data-)infrastructuur en in de energietransitie.”
BVNL brengt géén einde aan het neoliberalisme, maar kiest juist expliciet voor een klassiek-liberale, economisch rechtse koers met minimale staatsinterventie, deregulering en een kleine overheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het fors verkleinen van de overheid, het afschaffen van subsidies en regulering, en het centraal stellen van ondernemersvrijheid en individuele verantwoordelijkheid. BVNL ziet het neoliberalisme niet als probleem, maar als oplossing: zij willen het juist verdiepen in plaats van beëindigen.
BVNL wil de overheid fors verkleinen, overheidsuitgaven met minstens 35% verminderen, en zo veel mogelijk regels, subsidies en bemoeienis afschaffen. Dit is een klassiek-neoliberaal standpunt, gericht op het terugdringen van collectieve voorzieningen en het vergroten van individuele en marktvrijheid.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Belang Van Nederland staat voor een kleine overheid, een vrije markt met zo min mogelijk staatsinterventie en het behoud van het goede uit de rijke Nederlandse traditie.”
“BVNL wil inzetten op deregulering. De overheid grossiert in zinloze regels en wetten en dat moet fors verminderen.”
“Subsidies worden afgeschaft.”
BVNL kiest expliciet voor een klassiek-liberale, economisch rechtse koers, geïnspireerd door de Oostenrijkse School. Zij stellen ondernemersvrijheid, eigendomsrechten en individuele verantwoordelijkheid centraal, en willen zo min mogelijk staatsinterventie. Dit is een verdieping van neoliberale principes, niet het einde ervan.
“Onze visie is geworteld in de Oostenrijkse School van de economie, waarin ondernemersvrijheid, eigendomsrechten en individuele verantwoordelijkheid centraal staan.”
“BVNL kiest voor echte economie, niet voor nepbanen en het rondpompen van geld. Elke euro die de overheid uitgeeft is een euro die eerst is afgepakt van een werkende Nederlander.”
“Belang Van Nederland staat voor een radicaal eenvoudige waarheid: de overheid is er voor de burger – niet andersom. Dat wil zeggen: minder wetten, minder regels, minder ambtenaren – meer vrijheid, meer verantwoordelijkheid, meer Nederland.”
BVNL wil sociale voorzieningen en collectieve regelingen minimaliseren, zoals het afschaffen van toeslagen, het beperken van uitkeringen, en het vergroten van het verschil tussen werken en een uitkering. Dit sluit aan bij neoliberale uitgangspunten van individuele verantwoordelijkheid en het beperken van de verzorgingsstaat.
“De verzorgingsstaat is een hangmat geworden waarin mensen in slaap sukkelen en hun waarde verliezen.”
“Het verschil tussen een uitkering en een baan moet fors worden vergroot. Werken moet weer lonen.”
“Het toeslagenstelsel af te schaffen en de belasting op inkomsten uit arbeid te verlagen naar 25%.”
De SP positioneert zichzelf als de partij die het neoliberalisme actief wil beëindigen door macht van markt, multinationals en financiële sector terug te dringen en publieke zeggenschap te herstellen. Ze pleiten voor het stoppen van privatiseringen, het reguleren van basisvoorzieningen, het aanpakken van internationale kapitaalmacht en het democratiseren van economie en werk. Hun kernvisie is dat de economie weer in dienst moet staan van mensen in plaats van kapitaal, met sterke publieke voorzieningen, hogere lonen en meer zeggenschap voor werkenden.
De SP wil een einde maken aan het neoliberale beleid van privatisering en marktwerking in essentiële sectoren zoals zorg, energie, huisvesting en openbaar vervoer. Ze stellen dat publieke voorzieningen weer onder democratische controle moeten komen om ongelijkheid en onzekerheid te bestrijden.
“We accepteren daarom geen privatiseringen. Die maken op de lange termijn de veiligheid en leveringszekerheid van cruciale producten en diensten onzeker, waardoor de schokbestendigheid van onze economie onder druk komt te staan. Waar nodig pakken we zeggenschap weer terug.”
“Wij stoppen met marktwerking in de warmtesector: energie is een basisbehoefte, geen verdienmodel. Door publieke zeggenschap te herstellen, zorgen wij voor betaalbare warmte, betrouwbare levering en aandacht voor publieke waarden.”
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie. Europa mag lidstaten niet langer verplichten hun publieke voorzieningen in de uitverkoop te doen.”
De SP benoemt expliciet het neoliberalisme als oorzaak van mondiale ongelijkheid en wil internationale instituties als het IMF en de Wereldbank hervormen. Ze pleiten voor het aan banden leggen van multinationals en het invoeren van minimumbelastingen.
“De economische wereldorde is gebaseerd op neokoloniale en neoliberale principes. Dit geeft multinationals ruim baan, ten koste van veel landen en mensen met name in het Mondiale Zuiden. Dit moet anders. Het IMF en de Wereldbank moeten worden hervormd zodat zij de ontwikkeling van landen steunen, zonder neoliberale bezuinigingspolitiek op te dringen.”
“Internationaal werken we samen om belastingontwijking tegen te gaan, een minimumbelasting voor multinationals en een minimumbelasting voor miljardairs in te voeren.”
De SP wil de macht van kapitaal en aandeelhouders beperken en de zeggenschap van werkenden vergroten. Ze stellen dat de economie gestuurd moet worden door publieke belangen in plaats van kortetermijnwinst.
“In de huidige wereld vindt er een toenemende gevaarlijke concentratie van economische en politieke macht plaats. Voorbeelden hiervan zijn de Big Techmiljardairs, multinationals en mediabedrijven die zich steeds meer van het verdiende geld toeëigenen en steeds meer onze democratie beïnvloeden. Deze toename heeft groeiende ongelijkheid, kortetermijndenken, eigenbelang en uitholling van de samenleving als gevolg.”
“Door deze financiële logica te doorbreken en de sector te reguleren maken we de financiële wereld weer dienstbaar aan de reële economie.”
“Met werknemerszeggenschap zorgen we ervoor dat de vakmensen die het werk doen ook zeggenschap krijgen over het bedrijf.”
De SP wil de doorgeschoten macht van de financiële sector terugdringen en investeren in de echte economie. Ze zien financialisering als een kernsymptoom van het neoliberalisme.
“Door de dominantie financiële logica en het financiële overgewicht in Nederland aan te pakken komt er meer investering en inzet vrij voor de echte economie. Bovendien vergroten we de stabiliteit van de economie door de doorgeschoten financiële sector te reguleren en tot een passend formaat terug te brengen.”
De SP verwerpt de dominante neoliberale rekenmodellen en wil alternatieven ontwikkelen die recht doen aan sociale en maatschappelijke belangen.
“Daarom zetten wij in op alternatieven voor de neoliberale modellen van het CPB en alternatieve rekenbureaus die met een kritische blik kijken naar economische, financiële en maatschappelijke gevolgen van beleid.”
De ChristenUnie neemt expliciet afstand van het neoliberalisme door te kiezen voor een economie waarin mens, maatschappij en milieu centraal staan, en door marktwerking in essentiële sectoren zoals zorg en kinderopvang af te schaffen. Ze pleiten voor het beëindigen van consumentisme, overconsumptie en financiële prikkels die kwetsbare mensen benadelen, en zetten in op een rentmeesterseconomie, strenge regulering van schuldenindustrie en het verbieden van marktgedreven praktijken in zorg en kinderopvang. Hun visie is gericht op het vervangen van marktlogica door publieke waarden, normering en sociale rechtvaardigheid.
De ChristenUnie wil een einde maken aan marktwerking in de zorg, omdat dit leidt tot verkeerde prikkels en afnemende bereikbaarheid. Ze stellen dat zorg geen marktproduct is en dat concurrentie en aanbestedingen zelden tot betere zorg leiden.
De partij neemt expliciet afstand van het neoliberale consumentisme en de wegwerpeconomie, en pleit voor een economie die de grenzen van de schepping respecteert en inzet op duurzaamheid en vakmanschap.
“We willen een einde aan de overconsumptie van goedkope prullaria die horen bij een wegwerpeconomie.”
“De ChristenUnie stelt mens, maatschappij en milieu centraal en voelt zich thuis bij het Rijnlandse model van de economie. Niet het maximaliseren van de kortetermijnwinsten, maar het duurzaam en langjarig floreren van ondernemingen en werknemers staat voorop.”
De ChristenUnie wil alle kinderopvangorganisaties non-profit maken en private equity partijen weren, omdat kinderopvang een maatschappelijke functie heeft en niet aan marktprikkels mag worden overgelaten.
“Alle kinderopvangorganisaties worden daarom non-profit. Dit betekent ook een einde van private equity partijen in de kinderopvang.”
De partij wil een verbod op Buy Now, Pay Later-diensten en hervorming van de incasso-industrie, omdat deze marktmechanismen kwetsbare mensen in de schulden brengen en profiteren van hun zwakte.
De ChristenUnie kiest expliciet voor het Rijnlandse model en een rentmeesterseconomie, waarin publieke waarden, brede welvaart en duurzaamheid leidend zijn in plaats van neoliberale marktprincipes.
FVD stelt dat het neoliberalisme in Nederland vooral wordt voortgedreven door supranationale instituties, schaalvergroting, technocratische elites en een gesloten partijkartel. Om hier een einde aan te maken, pleit FVD voor het herstellen van nationale soevereiniteit, het terugdringen van technocratische en supranationale invloed, het verkleinen van de overheid, en het versterken van directe democratie en individuele vrijheid.
FVD ziet de Europese Unie en de euro als kern van neoliberale centralisatie en marktgericht beleid. Door uit de EU en de eurozone te stappen, wil FVD de controle over economie, monetair beleid en wetgeving terugbrengen naar Nederland en zo het neoliberale beleid beëindigen.
“We stappen uit de euro, zodat Nederland met een eigen munt weer controle krijgt over de rentevoet, de geldhoeveelheid en de inflatie.”
“Forum voor Democratie wil dat Nederland zelf zijn eigen regels kan maken, zijn eigen grenzen kan beschermen en zijn eigen allianties kan sluiten. De Europese Unie maakt dat alles onmogelijk. Daarom streven we naar een intelligente uittreding uit de Europese Unie...”
FVD stelt dat neoliberalisme wordt versterkt door technocratische adviesorganen, supranationale organisaties en internationale verdragen die nationale democratie ondermijnen. Door deze invloed te beperken, wil FVD de macht teruggeven aan de nationale democratie.
“We schaffen achterhaalde adviesorganen zoals CPB, SCP, SER en PBL af, zodat beleid niet langer wordt bepaald door technocraten en lobbyclubs.”
“We verbieden bewindspersonen om functies te vervullen in ondemocratische supranationale organisaties zoals het World Economic Forum zodat belangenverstrengeling wordt tegengegaan”
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
FVD ziet schaalvergroting en bureaucratisering als uitvloeisels van neoliberaal beleid dat de menselijke maat verdringt. Door te decentraliseren en kleinschaligheid te herstellen, wil FVD de invloed van marktdenken en bureaucratie terugdringen.
“Sinds de jaren tachtig is Nederland in de ban geraakt van schaalvergroting... De praktijk laat echter het tegendeel zien: door bureaucratie stegen de kosten, burgers verloren grip op hun directe omgeving en er ontstond een bestuurscultuur waarin managers niet langer ter verantwoording kunnen worden geroepen door de mensen om wie het gaat.”
FVD beschouwt een grote, regelzuchtige overheid als onderdeel van het neoliberale systeem dat individuele vrijheid en ondernemerschap belemmert. Door de overheid te verkleinen en meer autonomie aan burgers te geven, wil FVD het neoliberalisme doorbreken.
“Een veel kleinere overheid bemoeit zich veel minder met de alledaagse keuzes van mensen. Zodat Nederland weer kan groeien.”
“Laat de mensen dus veel meer vrij, is ons devies. Gun het de boeren en vissers om naar eigen inzicht te zorgen voor hun omgeving. Geef scholen en onderwijzers weer de controle over het curriculum terug. Artsen en patiënten moeten zélf onderling afspraken kunnen maken zonder minutieuze tussenkomst van zorgverzekeraars.”
FVD stelt dat het partijkartel en de technocratische elite neoliberaal beleid in stand houden. Door bindende referenda en gekozen bestuurders in te voeren, wil FVD de macht teruggeven aan de burger en het neoliberalisme ondermijnen.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen. We breken het partijkartel open...”
NSC neemt expliciet afstand van het neoliberalisme en wil het vervangen door een beleid dat bestaanszekerheid, sociale bescherming en een sterke, betrouwbare overheid centraal stelt. De partij pleit voor het herstellen van vaste contracten als norm, het eerlijker maken van markten, het verhogen van het minimumloon en het doorbreken van marktdominantie door grote bedrijven en banken. Hun visie is dat de overheid weer de regie moet nemen om burgers te beschermen tegen de grillen van de markt en om sociale ongelijkheid te verminderen.
NSC ziet de flexibilisering van de arbeidsmarkt als een uitwas van het neoliberalisme en wil vaste contracten weer centraal stellen om bestaanszekerheid te vergroten. Dit moet de onzekerheid van flexwerkers verminderen en sociale bescherming herstellen.
NSC wil de negatieve gevolgen van neoliberale marktwerking tegengaan door markten eerlijker te maken, machtsconcentraties te doorbreken en toezicht te versterken. Dit moet consumenten beschermen tegen hoge prijzen en oneerlijke concurrentie.
“Aanpakken van hoge prijzen in supermarkten en winkels door markten eerlijker te maken.”
“De Nederlandse spaarmarkt wordt gedomineerd door een klein aantal banken die de spaarrente laag en tarieven hooghouden. Deze marktdominantie moet worden doorbroken.”
“De toezichthouder (ACM) moet actiever en effectiever kunnen optreden.”
NSC wil bestaanszekerheid herstellen door het minimumloon te verhogen en het sociale zekerheidsstelsel te vereenvoudigen, zodat mensen niet langer afhankelijk zijn van toeslagen en beter beschermd zijn tegen armoede.
“Een toereikend minimumloon van € 18,- zodat werken weer loont.”
“We kiezen voor een sterk vereenvoudigd stelsel voor de sociale zekerheid. Ons nieuwe stelsel is gebouwd op vijf principes: zekerheid voor iedereen, eenvoud en transparantie, de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, motiverend om bij te dragen en weerbare gezinnen. Een stijging van het minimumloon is daar onderdeel van.”
NSC stelt dat de overheid weer de regie moet nemen en burgers moet beschermen, in plaats van mensen over te leveren aan de grillen van de markt. Dit is een fundamentele breuk met het neoliberale denken.
“Het neoliberale beleid heeft mensen de laatste tientallen jaren onvoldoende beschermd. De onzekerheden van Nederlanders zijn steeds verder opgestapeld: onbetaalbare woningen, stijgende kosten voor levensonderhoud, flexibele arbeidscontracten en onzekere pensioenen. Mensen zijn voor hun eerste levensbehoeften overgeleverd aan de onvoorspelbaarheid van de markt.”
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen.”
De PVV positioneert zich niet expliciet als anti-neoliberaal, maar neemt wel enkele standpunten in die ingaan tegen typische neoliberale beleidsmaatregelen, zoals marktwerking in de zorg, fiscale voordelen voor bedrijven en het outsourcen van publieke voorzieningen. Hun focus ligt op het terugdraaien van marktwerking in essentiële sectoren, het beperken van subsidies aan bedrijven, en het versterken van nationale controle over publieke middelen en infrastructuur.
De PVV wil de marktwerking in de zorg beperken door acute zorg uit de markt te halen, woekerwinsten en private equity te weren, en meer zeggenschap te geven aan zorgverleners. Dit is een duidelijke breuk met neoliberale principes van privatisering en winstmaximalisatie in de zorg.
De PVV wil een einde maken aan ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven en de expatregeling, waarmee ze afstand nemen van het neoliberale idee dat economische groei gestimuleerd moet worden via belastingvoordelen voor bedrijven en expats.
De PVV wil dat kritieke infrastructuur, zoals havens, altijd met een meerderheidsaandeel in Nederlandse (publieke) handen blijft, waarmee ze zich verzetten tegen verdere privatisering en internationalisering van publieke voorzieningen.
“Havens en andere kritieke infrastructuur altijd met een meerderheidsaandeel in Nederlandse (publieke) handen”
De PVV stelt voor om maximumprijzen in te stellen op essentiële basisproducten en de btw op boodschappen te schrappen, wat ingaat tegen het neoliberale geloof in volledige marktwerking en prijsbepaling door vraag en aanbod.
“De PVV wil daarom de btw op boodschappen helemaal schrappen, waardoor de boodschappenkar bijna 10% goedkoper kan worden. Ook willen we op een aantal essentiële basisproducten maximumprijzen instellen. Dit regelen we via de Prijzenwet.”
De PVV wil bureaucratie en managementlagen schrappen, vooral in de zorg, en meer middelen direct naar de uitvoering laten gaan. Dit is deels een reactie op de managerialistische uitwassen van neoliberalisme in de publieke sector.
Volt wil het neoliberalisme achter zich laten door te kiezen voor een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het invoeren van een basisinkomen, het afschaffen van fossiele subsidies, het zwaarder belasten van vervuiling en grote vermogens, en het beëindigen van belastingvoordelen voor bedrijven. Hun visie is gericht op het centraal stellen van mensen, duurzaamheid en het verkleinen van ongelijkheid.
Volt verwerpt het oude economische model dat draait om groei, vervuiling en goedkope arbeid, en pleit voor een economie waarin maatschappelijke waarden en brede welvaart centraal staan. Dit is een directe breuk met het neoliberalisme, dat economische groei en marktwerking vooropstelt.
“Wij geloven in een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. We durven afscheid te nemen van een oud economisch model dat draait op vervuiling, uitputting van grondstoffen en goedkope arbeid.”
Volt stelt een maandelijks basisinkomen voor dat alle toeslagen vervangt, zodat bestaanszekerheid voor iedereen gegarandeerd is en mensen niet langer afhankelijk zijn van marktwerking of complexe regelingen. Dit ondermijnt een kernprincipe van het neoliberalisme: het minimaliseren van overheidsinterventie in inkomensverdeling.
Volt wil het belastingstelsel vergroenen en rechtvaardiger maken door vervuiling, verspilling en grote vermogens zwaarder te belasten, en belastingvoordelen voor bedrijven af te schaffen. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale beleid van lage lasten voor kapitaal en bedrijven.
“Ons huidige belastingsysteem houdt vervuiling in stand. Dat veranderen we. We belasten vervuiling, verspilling en overmatig gebruik van grondstoffen zwaarder.”
“Grote vermogens en bedrijven gaan meer bijdragen, net als dat grote techbedrijven een eerlijke belasting gaan betalen over hun digitale advertentie-inkomsten.”
“We stoppen per direct met fossiele subsidies in Nederland én in de EU.”
“We schaffen op termijn alle ondoelmatige en ondoeltreffende fiscale regelingen af of fiscale regelingen die niet meer van deze tijd of zeer schadelijk zijn.”
Volt wil een einde maken aan belastingvoordelen voor bedrijven en speculatie met grond, waarmee ze het neoliberale beleid van het bevoordelen van kapitaal en grote bedrijven expliciet afwijzen.
“Bedrijven komen hier niet voor belastingvoordelen maar voor onze expertise en sterke infrastructuur.”
“We gaan daarom een belasting op elke vorm van (onbenutte) fysieke ruimte of grond invoeren, waardoor het niet meer zal lonen om te speculeren met grondbezit.”
BBB neemt afstand van doorgeschoten neoliberalisme door te pleiten voor een overheid die maatschappelijke waarde, bestaanszekerheid en regionale rechtvaardigheid centraal stelt, in plaats van marktwerking, spreadsheet-denken en bureaucratie. De partij wil minder marktprikkels, minder afhankelijkheid van subsidies en toeslagen, en meer nadruk op eenvoud, vertrouwen en publieke regie. Concreet stelt BBB voor om subsidies op verlieslatende technieken af te bouwen, het belastingstelsel te vereenvoudigen, en financiële prikkels en concurrentiemodellen te vervangen door structurele publieke investeringen.
BBB verwerpt het neoliberale idee van een overheid die vooral stuurt op marktwerking, concurrentie en financiële prikkels. In plaats daarvan wil de partij publieke regie, eenvoud en maatschappelijke waarde centraal stellen, met minder afhankelijkheid van marktmechanismen en bureaucratie.
“De financiële koers van Nederland moet weer gericht zijn op brede welvaart en op welzijn, niet op spreadsheet-efficiëntie alleen. BBB wil een overheid die haar burgers vertrouwt in plaats van alleen controleert.”
“De mogelijkheid van structurele financiering voor de regio’s (in plaats van concurrentiemodellen zoals Regio Deals) onderzoeken.”
“We verwerpen het idee van een transferunie, waarmee geldstromen en andere middelen worden overgedragen van de ene naar de andere lidstaat.”
BBB wil een einde maken aan de 'subsidieindustrie' en het gebruik van financiële prikkels die marktwerking en bureaucratie stimuleren. In plaats daarvan kiest de partij voor innovatie, lokale initiatieven en eenvoud.
“Stoppen met de SDE++-subsidies vanaf 2026. De subsidieregeling SDE++ kost miljarden per jaar en leidt tot dure megaprojecten op zee, op land en in landbouwgebied. BBB wil een technologie neutrale aanpak, waarbij bedrijven en huishoudens verduurzamen op hun eigen manier – zonder afhankelijkheid van de ‘subsidieindustrie’.”
“Financiële prikkels afschaffen. We schaffen dwangsommen en proceskostenvergoedingen in het asielrecht af. Er mag geen financiële beloning meer zijn voor vertragingstactieken.”
BBB wil het complexe, neoliberale belasting- en toeslagenstelsel vervangen door eenvoud en zekerheid, zodat mensen niet langer afhankelijk zijn van marktprikkels en bureaucratische verrekeningen.
“Wij streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet.”
“Uiteindelijk willen we toe naar een belasting en toeslagenstelsel dat mensen niet vastzet in formulieren en verrekeningen, maar vertrouwen en bestaanszekerheid biedt.”
BBB verzet zich tegen het neoliberale idee dat alleen economisch 'rendabele' regio's tellen, en pleit voor structurele publieke investeringen in alle regio's, ongeacht hun marktwaarde.
“Regio’s die economisch minder 'rendabel' lijken, leveren grote sociale waarde. BBB wil: De mogelijkheid van structurele financiering voor de regio’s (in plaats van concurrentiemodellen zoals Regio Deals) onderzoeken.”
DENK wil het neoliberalisme beëindigen door de overheid een veel actievere rol te geven in het verkleinen van ongelijkheid, het versterken van de verzorgingsstaat en het beperken van marktwerking in essentiële sectoren zoals zorg en wonen. De partij pleit voor hogere belastingen voor grote bedrijven en vermogenden, het afschaffen van marktprikkels in de zorg, het reguleren van huren, en het investeren in publieke voorzieningen. DENK ziet een sterke, sociale overheid als het antwoord op de negatieve gevolgen van het neoliberalisme.
DENK wil de inkomens- en vermogensongelijkheid aanpakken door hogere belastingen voor de hoogste inkomens en grote bedrijven, en het afschaffen van belastingvoordelen die vooral de rijken en multinationals bevoordelen. Dit is een directe breuk met het neoliberale beleid van belastingverlagingen voor bedrijven en vermogenden.
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens. Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren. Grote bedrijven die flinke winsten maken, gaan een eerlijker deel bijdragen. We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expat regeling. We pakken belastingontwijking steviger aan, zodat iedereen eerlijk bijdraagt.”
DENK wil de marktwerking in de zorg terugdringen en het winstmotief van commerciële partijen beperken, zodat zorg weer een publieke taak wordt in plaats van een marktproduct. Dit is een expliciete afwijzing van het neoliberale idee van marktwerking in publieke diensten.
“Met een uitbreiding van het winstverbod zorgen wij ervoor dat geld beschikbaar blijft voor de zorg. We gaan ook de activiteiten van commerciële partijen beperken die de zorg alleen maar gebruiken om geld te verdienen.”
“We gaan de marktwerking in de zorg beperken met meer marktmeesterschap. Door verplichte transparantie maken we inzichtelijk hoe het geld van zorgverzekeraars wordt besteed. We leggen de winsten van zorgverzekeraars wettelijk aan banden, gaan bonussen voor bestuurders tegen en willen dat reserves meer ingezet worden voor premieverlagingen.”
DENK wil de woningmarkt onttrekken aan neoliberale marktwerking door huren te reguleren, sociale woningbouw uit te breiden en de overheid weer een centrale rol te geven in volkshuisvesting. Dit staat haaks op het neoliberale beleid van deregulering en privatisering van de woningmarkt.
“Wij staan voor regulering van de huren. De huren worden bevroren indien de huurstijgingen te veel op de koopkracht van mensen drukken. Op de langere termijn mogen de huren niet harder stijgen dan het inkomen van mensen, zodat huurstijgingen niet drukken op de portemonnee. De overheid krijgt de bevoegdheden om dit te bewaken.”
“Wij willen meer investeren in sociale huur. Dat betekent dat woningcorporaties meer budget krijgen. Heffingen voor woningcorporaties, zoals de ATAD, worden afgeschaft. Meer mensen komen in aanmerking voor een sociale huurwoning. De inkomensgrenzen worden verruimd.”
DENK wil fors investeren in publieke voorzieningen zoals onderwijs, zorg, openbaar vervoer en armoedebestrijding, en de bestaanszekerheid versterken. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale beleid van bezuinigingen en privatisering.
“DENK wil een sterke verzorgingsstaat met dienstverlening van de hoogste kwaliteit voor alle Nederlanders. Wij zetten in op een overheid die de maatschappelijke ongelijkheid de komende periode fors verkleint. Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs, voor betaalbare woningen, voor het openbaar vervoer, voor de zorg en voor andere publieke voorzieningen.”
DENK wil het toeslagenstelsel vervangen door een eenvoudiger systeem en de sociale zekerheid versterken, zodat bestaanszekerheid voor iedereen gegarandeerd is. Dit is een reactie op het neoliberale beleid van individualisering en bureaucratisering van sociale zekerheid.
“Wij willen dat het toeslagenstelsel vervangen wordt door een stelsel dat eenvoudiger is. Wij blijven actief werken om harde regelgeving in de sociale zekerheid die leidt tot het benadelen van mensen af te schaffen.”
“Wij kiezen voor een rechtvaardigere inkomensverdeling en vragen aan hen die dat kunnen om bij te dragen aan ons sociale stelsel.”
De SGP keert zich tegen radicaal liberalisme en het neoliberale denken, maar pleit niet voor een volledige breuk met het kapitalisme. In plaats daarvan wil de partij het neoliberalisme temperen door meer sociale, duurzame en christelijke waarden centraal te stellen in economie en samenleving. De SGP stelt concrete maatregelen voor zoals het stimuleren van duurzame arbeidsrelaties, het tegengaan van flexcontracten, het beperken van financiële speculatie, en het versterken van maatschappelijke verantwoordelijkheid bij bedrijven.
De SGP wil af van ongebreidelde groei en materialisme, en pleit voor een economie die sociaal, duurzaam en innovatief is, met oog voor rentmeesterschap en rechtvaardigheid. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale ideaal van maximale marktwerking en winstmaximalisatie.
“Ongebreidelde groei en materialisme is zeker niet het Bijbelse ideaal. Ons economisch handelen moet tot doel hebben dat mens en maatschappij opbloeien. Daarom moeten we toe naar een economie die gebaseerd is op waarden, die robuust, sociaal, duurzaam en innovatief is.”
De SGP wil het neoliberale flexibele arbeidsmarktmodel inperken door werkgevers te stimuleren vaste contracten te bieden en werknemers te beschermen tegen uitbuiting en onzekerheid.
“Een werkgever biedt zijn werknemer geen waardeloze flexcontractjes aan, maar maakt werk van een duurzame arbeidsrelatie. Bij salarisonderhandelingen wordt het salaris van een laagbetaalde medewerker niet nog verder uitgeknepen.”
De partij wil de onbeperkte mogelijkheden voor het aantrekken van vreemd geld tegengaan en het cynische verdienmodel van ‘nu kopen, later betalen’ doorbreken, waarmee ze afstand neemt van neoliberale financiële praktijken.
De SGP wil dat bedrijven niet alleen op winst gericht zijn, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor eerlijke prijzen, mensenrechten en het milieu, en pleit voor strengere impactanalyses bij handelsverdragen.
“Nederland blijft in de EU aandacht vragen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wetgeving moet wel effectief en werkbaar zijn. Van grotere bedrijven mag men meer zorgvuldigheid verwachten voor hun productieketens.”
“Voortaan moet Nederland via een impactanalyse vooraf óók de gevolgen in kaart brengen voor 1) een gelijk speelveld voor Europese bedrijven, 2) gelijke toegang tot arbitrage voor bedrijven, burgers en organisaties, 3) het bewaken van democratische controle en nationale soevereiniteit, 4) de naleving van fundamentele mensenrechten, zoals godsdienstvrijheid en eerlijk werk, 5) de zorg voor de schepping en het milieu en 6) versterking van de landbouw en bedrijvigheid in ontwikkelingslanden.”
De SGP wil minder regeldruk voor ondernemers en maatschappelijke organisaties, maar niet ten koste van sociale en ethische waarden. Dit is een nuance ten opzichte van het neoliberale ideaal van zo min mogelijk overheidsbemoeienis.
Het CDA neemt afstand van het neoliberale denken waarin de markt en het individu centraal staan, en kiest expliciet voor het versterken van de samenleving, gemeenschapswaarden en een actievere rol van de overheid. Ze willen de regie van de overheid herstellen op terreinen als volkshuisvesting en economie, en pleiten voor meer samenwerking tussen overheid, sociale partners en het maatschappelijk middenveld. Concrete voorstellen zijn onder andere het herzien van het mededingingsbeleid, het stimuleren van collectieve cao’s, en het terugdringen van marktwerking waar deze tot maatschappelijke schade leidt.
Het CDA verwerpt het neoliberale idee dat de markt alles oplost en benadrukt het belang van het ‘wij’ boven het ‘ik’. Ze willen de overheid weer een sturende rol geven in het oplossen van maatschappelijke problemen en het versterken van de gemeenschap.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen. Mensen die verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor anderen kansen creëren, juist ook als je die ander niet dagelijks in je eigen bubbel tegenkomt. Voor een samenleving met veerkracht, verbondenheid en onderling vertrouwen.”
“De overheid heeft haar regie losgelaten en vertrouwde op de markt. Volkshuisvesting werd woningmarkt.”
Het CDA wil het economische beleid minder marktgericht maken door het mededingingsbeleid te herzien en publiek-private samenwerking te intensiveren, met als doel innovatie en investeringen te stimuleren en strategische sectoren te beschermen.
“We willen zowel in EU-verband als nationaal ons mededingingsbeleid herzien, innovatie versnellen, investeringen en financieringen stimuleren en vooroplopen in digitale technologie.”
“Waar mogelijk moeten we strategische afhankelijkheden afbouwen, cruciale sectoren beschermen tegen ongewenste overnames en optreden tegen oneerlijke handelspraktijken (waaronder dumping van goedkope producten) die Europese industrieën benadelen.”
Het CDA wil het overlegmodel tussen overheid, vakbonden en werkgevers versterken en het cao-stelsel aantrekkelijker maken, zodat meer werknemers onder collectieve afspraken vallen en de marktwerking op de arbeidsmarkt wordt beperkt.
“We maken samen met vakbonden en werkgevers het cao-stelsel aantrekkelijker, ook voor nieuwe sectoren zodat er meer werknemers onder een cao vallen. Waar nodig passen we het huidige cao-stelsel aan om innovatie te stimuleren.”
“We willen nieuwe vormen van overleg, met het maatschappelijk middenveld, de sociale partners en de overheid opnieuw vormgeven. De Sociaal-Economische Raad (SER) speelt hierin een verbindende rol.”
Het CDA erkent dat marktwerking in publieke sectoren als zorg, onderwijs en volkshuisvesting tot problemen heeft geleid, en wil deze sectoren weer meer onder publieke regie brengen.
“Solidariteit blijft de basis van ons zorgstelsel. Zorg moet dichtbij zijn. Hervormingen zijn daarvoor nodig: eenvoudige zorg in de regio, complexe zorg geconcentreerd voor de beste kwaliteit.”
50PLUS kiest niet voor een fundamentele breuk met het neoliberalisme, maar pleit voor het beperken van nationale overheidsinterventies en het volgen van Europese afspraken, vooral op economisch en klimaatgebied. De partij verzet zich tegen actieve industriepolitiek en extra nationale regelgeving, en wil vooral marktwerking en Europese coördinatie behouden. Concrete voorstellen zijn het stoppen met nationale industriepolitiek en het uitfaseren van nationaal klimaatbeleid ten gunste van Europees beleid.
50PLUS wil een einde maken aan extra nationale regels en actieve industriepolitiek, omdat dit volgens hen leidt tot ineffectief beleid en economische schade. Ze pleiten voor het volgen van Europese afspraken en het beperken van nationale overheidsinterventies, wat aansluit bij een neoliberale visie waarin marktwerking en internationale concurrentie centraal staan. Dit standpunt adresseert de vraag door juist géén einde te maken aan het neoliberalisme, maar het te continueren.
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen.”
“Geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”