De SP wil werkloosheid structureel tegengaan door iedereen het recht op werk en een passend inkomen te geven, met actieve begeleiding naar werk en (om)scholing. Zij verwerpen dwangmaatregelen en pleiten voor het afschaffen van verplichte tegenprestaties in de bijstand, zodat werkloosheid niet leidt tot armoede of uitsluiting. Concrete voorstellen zijn het recht op werk, begeleiding via sociale ontwikkelbedrijven, en het verhogen van inkomens en uitkeringen.
De SP stelt dat iedereen die wil werken recht moet hebben op werk en een passend inkomen, met laagdrempelige ondersteuning en begeleiding naar werk of (om)scholing. Dit moet werkloosheid voorkomen en mensen uit de bijstand helpen zonder dwangmaatregelen of verplichte tegenprestaties. De partij wil dat werkloosheid niet leidt tot armoede of sociale uitsluiting.
“We stoppen dus direct met de verplichte ‘tegenprestatie’ in de bijstand en garanderen mensen werk. Iedereen die wil werken krijgt zo het recht op werk en een passend inkomen. Laagdrempelige ondersteuning en advisering over werk en (om)scholing in de buurt komt beschikbaar voor iedereen die dat wil.”
“Iedereen krijgt recht op een baan en begeleiding. We zorgen voor een sociaal ontwikkelbedrijf met een volwaardig loon en een goede cao.”
“Van gefaalde Participatiewet naar sociale zekerheid. Dwangmaatregelen helpen mensen niet en we stoppen met het georganiseerd wantrouwen van mensen in de bijstand.”
Om te voorkomen dat werkloosheid tot armoede leidt, verhoogt de SP uitkeringen mee met het minimumloon en waarborgt zij een menswaardig bestaansminimum. De partij wil de WW-duur niet verkorten en zet in op een sterke sociale zekerheid als vangnet bij werkloosheid.
“De uitkeringen stijgen mee. Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon.”
“De sociale zekerheid is bij de SP in veilige handen. Wij verkorten de WWduur niet.”
“Als je niet of tijdelijk niet meer kunt werken, dan heb je recht op een goed inkomen. We garanderen een leefbaar inkomen door uitkeringen mee te laten stijgen met de verhoging van het minimumloon en de bijstand op een menswaardig niveau te brengen.”
De SP wil werkloosheid verminderen door mensen actief te begeleiden naar sectoren waar tekorten zijn, met nadruk op scholing en omscholing. Zo wordt de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt verbeterd.
De VVD vindt dat werken altijd meer moet lonen dan een uitkering en wil werkloosheid tegengaan door financiële prikkels, strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden en het stimuleren van werkhervatting. De partij stelt voor om uitkeringen minder hard te laten stijgen dan lonen, een uitkeringsplafond in te voeren, en strengere handhaving op het accepteren van werk en het leren van Nederlands. Zo wil de VVD de prikkel om te gaan werken vergroten en langdurige werkloosheid ontmoedigen.
De VVD wil het verschil tussen werken en een uitkering vergroten, zodat werklozen meer gestimuleerd worden om aan het werk te gaan. Dit doen ze door uitkeringen minder hard te laten stijgen, een uitkeringsplafond in te voeren en lokale regelingen te beperken, zodat werken financieel aantrekkelijker wordt dan in de uitkering blijven.
“Wij laten deze koppeling los en herstellen het verschil tussen werk en uitkering. Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
“Het mag niet meer gebeuren dat iemand door een stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden heeft dan iemand die hard werkt om rond te komen. We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
“We hervormen deze lokale nivelleringsmachine door meer landelijke voorwaarden te stellen en regelingen waar nodig in te perken of landelijk te organiseren, zodat we ook bureaucratie verminderen. Het mag namelijk niet zo zijn dat werken voor een slechter inkomen zorgt dan een uitkering.”
De VVD wil dat mensen met een uitkering sneller aan het werk gaan door strengere eisen te stellen, zoals het verplicht accepteren van passend werk en het leren van Nederlands. Gemeenten moeten hier streng op handhaven en bij weigering volgt een korting op de uitkering.
“Wie meer dan één keer passend werk weigert, moet gekort worden op de uitkering.”
“Wie onvoldoende Nederlands spreekt en geen moeite doet om dit te leren, wordt fors op de uitkering gekort. Er komt een extra korting bij het langdurig niet voldoen aan de taaleis. Uitkeringsgerechtigden die een geschikte baan weigeren, worden ook gekort.”
“We willen dat gemeenten hier streng op handhaven, te vaak gebeurt dat nu niet.”
Om de stap van uitkering naar werk aantrekkelijker te maken, wil de VVD dat mensen die uit de bijstand komen tijdelijk een inkomensaanvulling krijgen, zodat ze niet direct financieel achteruitgaan bij het aannemen van werk.
“Bijstandsgerechtigden die aan de slag gaan, mogen als dat nodig is tot zes maanden na het beginnen met een voltijdsbaan een bedrag claimen dat hun inkomen aanvult tot het niveau dat ze hadden.”
De VVD wil dat statushouders direct bij huisvesting een leerwerkplek of startbaan krijgen aangeboden en accepteert, in plaats van direct een uitkering. Dit moet integratie bevorderen en werkloosheid onder deze groep tegengaan.
“De VVD wil dat elke statushouder direct bij het krijgen van huisvesting een leerwerkplek of startbaan krijgt aangeboden en accepteert, in plaats van direct een uitkering.”
BVNL vindt dat werken altijd aantrekkelijker moet zijn dan een uitkering en wil de afhankelijkheid van uitkeringen en het sociaal vangnet beperken tot wie het echt nodig heeft. Ze stellen voor om uitkeringen te verlagen voor mensen die niet willen werken, het verschil tussen werken en een uitkering te vergroten, en het toeslagenstelsel af te schaffen. BVNL wil strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden en lagere lasten op arbeid om werkloosheid te ontmoedigen.
BVNL wil dat mensen die kunnen werken, maar dat weigeren, gekort worden op hun uitkering en toeslagen. Dit moet werkloosheid door onwil tegengaan en de prikkel om te werken vergroten.
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag). Mensen met meerdere verblijfstitels verliezen bij werkweigering hun Nederlandse verblijfstitel.”
BVNL wil het verschil tussen werken en een uitkering vergroten door belastingen op arbeid te verlagen en het toeslagenstelsel af te schaffen. Zo willen ze de armoedeval en langdurige werkloosheid bestrijden.
“Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven.”
“Het verschil tussen een uitkering en een baan moet fors worden vergroot. Werken moet weer lonen.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
BVNL wil strengere voorwaarden stellen aan het recht op een uitkering, vooral voor nieuwkomers en jongeren, om onnodige werkloosheid te voorkomen.
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
“De praktijk van het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding dient te worden beëindigd. In plaats daarvan komen er arbeidsmarktgerichte programma’s die de individuele sterke punten benadrukken om zelfredzaamheid te bevorderen en afhankelijkheid te voorkomen.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
FVD ziet werkloosheid vooral als een gevolg van een te theoretisch onderwijssysteem, overregulering en een gebrek aan prikkels om te werken. Hun belangrijkste voorstellen zijn het herwaarderen van vakonderwijs, het afwijzen van een basisinkomen, en het stimuleren van ondernemerschap en werkgelegenheid door minder regels en lagere lasten. De kern van hun visie is dat werk centraal staat voor persoonlijke trots, financiële stabiliteit en maatschappelijke betekenis, en dat mensen gestimuleerd moeten worden om te werken in plaats van afhankelijk te zijn van de staat.
FVD stelt dat het tekort aan vakmensen en de focus op theoretisch onderwijs leiden tot uitval en werkloosheid onder jongeren. Door het beroepsonderwijs te versterken en praktijkgericht te maken, willen ze jongeren direct inzetbaar maken en de afhankelijkheid van arbeidsmigratie verminderen.
“Nederland kampt met een groot tekort aan vakmensen. In de zorg, de techniek, de bouw, het onderwijs en het ambacht is de vraag naar arbeidskrachten enorm, terwijl jongeren vaak worden geduwd richting theoretische of universitaire opleidingen waar lang niet altijd werk voor hen is.”
“Door jongeren op te leiden tot vakmensen, verminderen we bovendien onze afhankelijkheid van arbeidsmigratie en zorgen we dat lonen en belastingen in Nederland blijven.”
“We leggen in de praktische leerweg de nadruk op vakmanschap en ondernemerschap, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in zorg, techniek en bouw.”
FVD verwerpt het basisinkomen omdat het volgens hen werkloosheid en afhankelijkheid van de staat in de hand werkt, en het arbeidsethos ondermijnt.
“We zullen nooit instemmen met het instellen van een basisinkomen, dit communistische idee zorgt enkel voor meer afhankelijkheid van de staat, ondermijnt arbeidsethos en leidt tot hogere belastingen voor werkenden.”
FVD wil het voor mensen aantrekkelijker maken om te werken en te ondernemen door lasten te verlagen, regels te schrappen en zelfstandigheid te bevorderen. Dit moet werkloosheid tegengaan door meer kansen te creëren op de arbeidsmarkt.
“We dwingen ZZP’ers niet om pensioen- of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen af te sluiten, zodat ze zelf kunnen beslissen hoe ze hun geld besteden.”
“We schrappen de Anti-ZZP wet, zodat ZZP-ers zelf kunnen beslissen voor wie ze werken en aan wie ze factureren.”
“Met zo’n vlaktaks en een belastingvrije voet van €30.000 maken we het systeem overzichtelijk en rechtvaardig. Zo wordt werken weer beloond, sparen weer aantrekkelijk en verdwijnen de talloze uitzonderingen en regelingen waarin burgers nu verstrikt raken.”
Volt wil werkloosheid tegengaan door een stevig sociaal vangnet te bieden, inclusief een basisinkomen voor iedereen en betere bescherming voor zelfstandigen. Ze zetten in op actieve begeleiding naar werk, het stimuleren van om- en bijscholing, en het toegankelijk maken van sociale voorzieningen voor alle werkenden, inclusief zzp’ers. Hun visie is gericht op bestaanszekerheid, het lonend maken van werk en het voorkomen dat mensen langdurig aan de zijlijn blijven staan.
Volt stelt een maandelijks basisinkomen voor dat alle toeslagen vervangt, om bestaanszekerheid te bieden en werkloosheid te dempen. Dit vangnet moet financiële rust geven en mensen in staat stellen om zonder stress te zoeken naar passend werk.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd.”
“Dat start met een basisinkomen. Dat geeft financiële rust en voorkomt schulden. Iedereen krijgt een basis waarmee je vooruit kan.”
Volt wil dat zelfstandigen dezelfde rechten krijgen als werknemers bij werkloosheid, zodat ook zij beschermd zijn tegen inkomensverlies en niet buiten het vangnet vallen.
“Er komt één sociaal stelsel voor werkenden: zelfstandigen krijgen net als werknemers rechten binnen de WW, WAO en WIA. Dat betekent dat zij dezelfde bescherming krijgen als werknemers die in loondienst zijn, en dat zij hiervoor premies betalen.”
“We onderzoeken of we zzp’ers ook kunnen ondersteunen bij werkloosheid, waardoor ze een stevig vangnet krijgen.”
Volt wil mensen die werkloos zijn of aan de zijlijn staan actief begeleiden naar kansrijke beroepen, met speciale aandacht voor sectoren met tekorten. Dit moet zowel de werkloosheid verminderen als de tekorten op de arbeidsmarkt aanpakken.
Volt stimuleert om- en bijscholing voor werklozen en mensen in kwetsbare posities, zodat zij makkelijker kunnen overstappen naar sectoren waar veel vraag is naar personeel.
“We stimuleren om- en bijscholing naar cruciale sectoren zoals zorg, ICT, onderwijs en techniek door hiervoor gericht scholingsbudgetten in te zetten.”
Het CDA vindt dat in een fatsoenlijk land niemand werkloos langs de kant mag staan en wil dat iedereen kan meedoen in de samenleving. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals de invoering van de basisbaan via sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten, het hervormen van de Participatiewet, en het bieden van tijdelijke terugkeermogelijkheden naar een uitkering voor mensen die werk proberen. De kern van hun visie is dat werk niet alleen inkomen biedt, maar ook zingeving en sociale samenhang, en dat de overheid actief moet ondersteunen om werkloosheid te voorkomen en te bestrijden.
Het CDA wil dat iedereen die kan werken, ook daadwerkelijk aan het werk komt of op weg wordt geholpen naar passend werk, onder andere via de invoering van de basisbaan en landelijke dekking van sociale ontwikkelbedrijven. Dit moet vooral mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen om niet werkloos te blijven.
“In een fatsoenlijk land staat niemand werkloos langs de kant. We zorgen dat iedereen kan meedoen in onze samenleving.”
“Via de sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten kan door de invoering van de basisbaan iedereen in Nederland aan het werk of op weg naar passend werk.”
“We werken toe naar landelijke dekking van ontwikkelbedrijven. Het gaat daarbij om ondersteuning van mensen met een beperking bij hun ontwikkeling richting regulier werk of om (tijdelijke) werkplekken.”
Het CDA wil de Participatiewet hervormen zodat iedereen een waardevolle bijdrage kan leveren en stelt voor om mensen met een uitkering die aan het werk gaan, de mogelijkheid te geven tijdelijk terug te keren naar hun oude uitkering als het werken niet lukt. Dit verlaagt de drempel om werkloosheid te verlaten en werk te proberen.
“We hervormen de Participatiewet met als uitgangspunt dat iedereen een waardevolle bijdrage aan de samenleving kan leveren.”
“Voor mensen met een uitkering die aan het werk gaan, willen we tijdelijke mogelijkheden om terug te keren naar de oude uitkering als het werken onverhoopt niet gaat. Zodat mensen durven kiezen voor een baan, ook als dat onzeker voelt, in plaats van de zekerheid van een uitkering.”
Het CDA wil vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten extra ondersteunen om dak- en thuisloosheid te voorkomen, in samenwerking met EU-landen van herkomst.
“Vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten wordt extra ondersteund om dak- en thuisloosheid te voorkomen; hiervoor zoeken we samenwerking met de EU-landen van herkomst.”
BBB ziet werkloosheid momenteel als een relatief klein probleem vanwege de lage werkloosheid en veel openstaande vacatures, maar wil het arbeidsmarktbeleid toekomstbestendig maken door vaste contracten aantrekkelijker te maken en het sociale vangnet te behouden. De partij stelt voor om de loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers te verkorten en het UWV te hervormen tot een eenvoudige uitkeringsinstantie. BBB benadrukt dat sociale zekerheid een vangnet moet blijven voor wie het nodig heeft, zonder bureaucratische barrières.
BBB wil het risico voor kleine werkgevers bij ziekte van werknemers verminderen door de verplichte loondoorbetaling te verkorten van twee naar één jaar. Dit moet het aannemen van vast personeel aantrekkelijker maken en zo werkloosheid verder tegengaan.
“Eerlijker ziekteregime voor werkgevers: loondoorbetaling terug naar één jaar. BBB wil de verplichting voor kleinere werkgevers om bij ziekte twee jaar lang loon door te betalen terugbrengen naar één jaar.”
“Deze hervorming draagt bij aan een dynamischer arbeidsmarkt, minder ziekteverzuimstress en meer vaste banen.”
BBB vindt dat het sociale vangnet (WW, Ziektewet, WIA) moet blijven bestaan voor mensen die werkloos raken, maar dat de uitvoering eenvoudiger en menselijker moet. Het UWV moet worden hervormd tot een simpele uitkeringsinstantie, met begeleiding en keuringen uitbesteed aan deskundige partijen.
“Het UWV hervormen tot een eenvoudige uitkeringsinstantie. De huidige situatie is onhoudbaar. Uiteraard blijft een vangnet beschikbaar voor wie dat nodig heeft.”
“Het vangnet behouden: WW, Ziektewet en WIA blijven als vangnet overeind.”
“Sociale zekerheid moet een vangnet zijn voor wie het nodig heeft geen doolhof.”
BIJ1 ziet werkloosheid niet als individueel falen, maar als een gevolg van een oneerlijk systeem en pleit voor structurele oplossingen die mensen zonder werk ondersteunen en waarderen. Ze willen het recht op werk garanderen via basisbanen, de Participatiewet hervormen om persoonlijke ontwikkeling centraal te stellen, en sancties en verplichtingen voor werklozen afschaffen. Scholing en ondersteuning worden toegankelijker, zodat werkloosheid niet leidt tot uitsluiting of armoede.
BIJ1 wil werkloosheid structureel tegengaan door het recht op werk te garanderen met basisbanen, zodat iedereen een fatsoenlijk salaris kan verdienen. Dit wordt gezien als een collectieve verantwoordelijkheid van de overheid, niet als een individuele tekortkoming.
“Van werk maken we een recht met een basisbaan. Iedereen heeft het recht op werk met een fatsoenlijk salaris, en daar gaat de overheid voor zorgen.”
De partij vindt dat de huidige Participatiewet te veel nadruk legt op betaald werk en straffen, wat leidt tot stress en uitsluiting van mensen zonder werk. BIJ1 wil deze wet direct herzien, met meer nadruk op persoonlijke ontwikkeling, kwaliteit van leven en het afschaffen van sancties en verplichtingen voor werklozen.
Om werkloosheid te bestrijden, investeert BIJ1 in toegankelijke scholingsprogramma’s voor mensen zonder werk, waarbij het volgen van opleidingen op aanvraag mogelijk wordt en verplichtingen worden losgelaten.
GroenLinks-PvdA wil werkloosheid opvangen met een sterker, menselijker sociaal vangnet en betere begeleiding naar werk. Ze pleiten voor een langdurigere WW, een toegankelijkere bijstand zonder strenge verplichtingen, en begeleiding op maat voor mensen zonder werk. Hun kernvisie is dat niemand in armoede hoeft te leven en dat de overheid vertrouwen en zekerheid moet bieden aan werklozen.
GroenLinks-PvdA wil de WW-uitkering verlengen en toegankelijker maken, zodat mensen die hun baan verliezen meer zekerheid en tijd krijgen om nieuw werk te vinden. Dit is een reactie op de huidige verkorting van de WW, die als asociaal wordt gezien.
“De asociale verkorting van de WW draaien we terug. Wij staan voor een langdurige WW van twee jaar. We verlengen de kortdurende WW voor mensen die een half jaar hebben gewerkt, van drie naar zes maanden.”
De partij wil het sociaal vangnet hervormen zodat mensen zonder werk niet in armoede belanden en met vertrouwen worden behandeld. Ze willen verplichtingen zoals de zoekplicht en taaleis schrappen, de bijstand verhogen, en begeleiding bieden naar passend werk of vrijwilligerswerk.
“We bouwen aan een sociaal vangnet dat niet alleen beschermt, maar ook kansen biedt, zodat mensen vooruit durven kijken en opnieuw mee kunnen doen, zonder de angst alles kwijt te raken. We bieden passende begeleiding naar betaald werk. Mensen voor wie regulier werk (nog) niet haalbaar is, worden begeleid naar vrijwilligerswerk, een sociale werkvoorziening, beschut werk en basisbanen.”
“Mensen zonder werk behandelen we met vertrouwen. Het uitgangspunt is dat mensen willen bijdragen en meedoen, en dat de overheid hen daarin ondersteunt in plaats van tegenwerkt. We stellen vertrouwen boven wantrouwen en schrappen verplichtingen zoals de zoekplicht voor jongeren en de taaleis.”
“Wij geloven in een samenleving waarin niemand in armoede hoeft te leven en iedereen kan rekenen op een fatsoenlijk bestaansminimum. We zorgen voor een bijstandsvoorziening die voorziet in een menswaardig bestaan, zowel in Europees- als in Caribisch Nederland.”
GroenLinks-PvdA erkent dat fouten bij uitkeringsinstanties zoals het UWV mensen in onzekerheid brengen en wil deze herstellen zonder dat mensen in financiële problemen komen.
“Door fouten van het UWV hebben tienduizenden mensen een te lage, te hoge of helemaal geen uitkering gekregen... Hiervoor richten we een regeling in waarmee mensen belastingvrij gecompenseerd kunnen worden, zonder impact op toeslagen en andere regelingen. Daarnaast mogen mensen niet in financiële ellende terechtkomen omdat zij grote bedragen terug moeten betalen die ze te veel hebben ontvangen door fouten van de overheid. Terugvorderingen worden uitgesloten.”
JA21 ziet werkloosheid vooral als een gevolg van verkeerde prikkels in het sociale zekerheids- en belastingstelsel, en wil mensen activeren om (meer) te werken door het systeem te vereenvoudigen en werken meer te laten lonen. De partij pleit voor een activerend sociaal vangnet, lagere marginale druk, en het benutten van het volledige arbeidspotentieel via scholing en omscholing. Werkloosheid onder arbeidsmigranten wordt bestreden door strengere regulering en terugkeer bij verlies van werk.
JA21 stelt dat het huidige stelsel mensen ontmoedigt om (meer) te werken en wil dit veranderen door het belasting- en toeslagenstelsel te vereenvoudigen en de marginale druk te verlagen. Zo willen ze werkenden stimuleren en werkloosheid verminderen.
“Werken levert vaak te weinig op door het complexe toeslagenstelsel. JA21 wil werknemers motiveren meer te werken, en pleit daarom voor een nieuw en sterk vereenvoudigd belastingstelsel, waarmee we de marginale druk fors verlagen – zo houden werkende Nederlanders meer over per verdiende euro.”
“Dat werken altijd meer oplevert dan niet werken.”
JA21 vindt dat het sociale vangnet mensen moet helpen om weer zelfstandig te worden, in plaats van hen langdurig in werkloosheid te houden. De partij wil ondersteuning richten op activering en herstel van zelfstandigheid.
JA21 beschouwt werkloze arbeidsmigranten als ongewenst en wil bij verlies van werk directe terugkeer afdwingen, om te voorkomen dat zij in Nederland werkloos blijven en een beroep doen op sociale voorzieningen.
“‘Werkloze arbeidsmigrant’ is een contradictio in terminis. Bij verlies van werk vervalt de verblijfsgrond en is niet als dakloze in Nederland blijven, maar terugkeer het antwoord.”
50PLUS erkent dat veel 50-plussers tussen wal en schip vallen: te jong voor AOW, te oud voor nieuw werk, en daardoor extra kwetsbaar voor werkloosheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het financieel stimuleren van bedrijven om ouderen aan te nemen, het aanbieden van scholingsprogramma’s voor oudere werknemers, en het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. De partij wil zo de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen en hun kansen op werk verbeteren.
50PLUS wil bedrijven financieel stimuleren om ouderen in dienst te nemen en investeert in scholingsprogramma’s voor oudere werknemers. Hiermee willen ze de kansen op de arbeidsmarkt voor 50-plussers vergroten en werkloosheid onder deze groep tegengaan.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
50PLUS ziet leeftijdsdiscriminatie als een belangrijke oorzaak van werkloosheid onder ouderen en wil deze aanpakken. Daarnaast willen ze maatregelen nemen om te voorkomen dat 50-plussers vroegtijdig uitvallen door ziekte of ontslag, zodat hun arbeidsparticipatie stijgt.
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat werklozen voldoende bescherming en ondersteuning krijgen, vooral voor mensen die moeilijk aan een baan komen. Ze willen de verkorting van de WW-duur terugdraaien, de WW vereenvoudigen en misbruik van de WW door bedrijven tegengaan. Hun visie is gericht op een menselijker, eerlijker en eenvoudiger vangnet voor werklozen.
De ChristenUnie wil de geplande verkorting van de WW-duur terugdraaien, omdat dit vooral kwetsbare werklozen raakt. Daarnaast willen ze de WW vereenvoudigen en misbruik door bedrijven tegengaan. Dit moet zorgen voor meer zekerheid en eerlijkheid voor mensen die hun baan verliezen.
“Het huidige kabinet heeft aangekondigd de duur van de WW met 6 maanden te verlagen. Dit raakt met name werklozen die ook in de huidige arbeidsmarkt moeilijk een nieuwe baan kunnen vinden, zoals sommige ouderen of mensen met ene beperking. De ChristenUnie draait deze bezuiniging terug en handhaaft de duur van de WW op twee jaar.”
“Er zijn bedrijven die met gebruik van de WW een bedrijfsmodel voeren van laagbetaalde seizoensarbeid door veelal arbeidsmigranten. Dat vindt de ChristenUnie onwenselijk. Daarom voeren we een vereenvoudigingsslag door waarin we de WW meer uniformeren en ten aanzien van de referte-eis versoberen.”
De ChristenUnie wil een sociaal vangnet dat werklozen ondersteunt zonder onnodige bureaucratie of onrechtvaardigheid. Ze pleiten voor vereenvoudiging van de sociale zekerheid en meer vertrouwen in plaats van wantrouwen richting werklozen.
“Naar een sociale zekerheid gebaseerd op een realistisch mensbeeld, waarin niet wantrouwen, maar vertrouwen centraal staat.”
“Vereenvoudiging van inkomensondersteuning en versteviging van inkomenszekerheid (ook bij de overgang tussen dagbesteding, bijstand en betaald werk) moet daarbij de kern zijn.”
NSC wil werkloosheid tegengaan door mensen sneller te begeleiden naar nieuw werk, de WW-duur te behouden op maximaal twee jaar, en omscholing te stimuleren met persoonlijke ontwikkelbudgetten. Werklozen moeten sneller uitzicht krijgen op een baan, vooral in sectoren met personeelstekort, en scholingssubsidies worden ingezet als extra ondersteuning. De partij legt nadruk op activering, begeleiding en duurzame inzetbaarheid om langdurige werkloosheid te voorkomen.
NSC vindt het belangrijk dat mensen die werkloos worden, snel weer aan het werk kunnen, vooral in sectoren met tekorten. Ze willen de WW-duur niet verkorten, maar inzetten op gerichte begeleiding, omscholing en het gebruik van persoonlijke ontwikkelbudgetten om de overstap naar nieuw werk te vergemakkelijken.
“De duur van een werkloosheidsuitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) blijft gehandhaafd op maximaal twee jaar. We helpen mensen die in de WW terecht komen snel een nieuwe baan te vinden door hen eerder en gerichter te begeleiden. Samen met werkgevers creëren we omschoolbanen in sectoren waar een personeelstekort is. Zo krijgen werklozen sneller uitzicht op een nieuwe baan en inkomen.”
“Het UWV en gemeentelijke diensten stellen geld beschikbaar voor de zogeheten ‘sectorale ontwikkelpaden’ (die zijn opgesteld voor beroepen in sectoren die schreeuwen om personeel) als het persoonlijk ontwikkelbudget van werkzoekenden onvoldoende is. De SLIM-scholingssubsidie wordt hiervoor uitgebreid en gerichter ingezet.”
NSC benadrukt dat het sociale vangnet bij werkloosheid (zoals de WW) behouden moet blijven voor alle werkenden, ook voor flexwerkers en zelfstandigen, zodat niemand direct op bijstand is aangewezen.
“We willen een sociaal collectief vangnet zoals WW en WIA, voor álle werkenden behouden en keren ons tegen een minimummodel waarin mensen tot de bijstand veroordeeld zijn.”
NSC wil dat werklozen in de bijstand en andere werkzoekenden in Nederland worden gestimuleerd en opgeleid om inzetbaar te worden, mede gefinancierd door een werkgeversheffing op arbeidsmigranten.
“Nog genoeg werkzoekenden staan aan de kant in ons eigen land, hen willen we stimuleren en opleiden zodat ze inzetbaar worden. We voeren daarom naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in op de inzet van arbeidsmigranten. Met de opbrengsten kunnen gemeenten mensen in Nederland aan het werk helpen die nu nog langs de kant staan, zoals statushouders en werklozen in de bijstand. Met sectoren die sterk afhankelijk zijn van arbeidsmigranten, maken we concrete afspraken over het creëren van meer startbanen voor deze werkzoekenden.”
De SGP vindt dat werkloosheid zoveel mogelijk moet worden voorkomen en dat mensen die kunnen werken, gestimuleerd moeten worden om snel weer aan het werk te gaan. De partij stelt voor om de werkloosheidsuitkering te hervormen door deze hoger te laten beginnen en sneller af te bouwen, en de duur te verkorten naar één jaar. Tegelijkertijd wil de SGP een actiever werkoffensief en strengere toetsing op het recht op bijstand voor mensen die niet willen werken.
De SGP wil de werkloosheidsuitkering (WW) hervormen zodat de inkomensval bij werkloosheid kleiner wordt, maar de uitkering sneller afloopt. Dit moet mensen prikkelen om sneller werk te zoeken en voorkomt langdurige afhankelijkheid van een uitkering.
“De werkloosheidsuitkering begint hoger en wordt trapsgewijs afgebouwd, zodat de inkomensval bij werkloosheid kleiner wordt. De duur van de werkeloosheidsuitkering gaat naar één jaar, waarbij de opbouw van rechten over een langere periode verloopt.”
De SGP vindt dat alleen mensen die echt niet kunnen rondkomen recht hebben op een uitkering. Wie wel kan werken maar niet wil, verliest het recht op bijstand. Gemeenten en UWV krijgen meer middelen om dit te toetsen.
“Alleen mensen die zelf echt niet kunnen rondkomen hebben recht op een uitkering. Voor wie wel kan maar niet wil werken, vervalt het recht op bijstand. Gemeenten en UWV krijgen middelen om hierop beter te toetsen.”
“Uitgangspunt moet zijn dat burgers zoveel en zo snel mogelijk werk aanvaarden.”
De SGP wil een actief werkoffensief om mensen die nu aan de kant staan, weer aan het werk te krijgen. Dit is gericht op het benutten van de krappe arbeidsmarkt en het tegengaan van werkloosheid.
“Een werkoffensief moet ervoor zorgen dat mensen die in deze krappe arbeidsmarkt aan de kant zitten weer aan het werk gaan.”
De Partij voor de Dieren wil werkloosheid tegengaan door bestaanszekerheid te vergroten, sociale vangnetten te verbeteren en verplichtingen voor werklozen te versoepelen. Ze pleiten voor een rechtvaardiger uitkeringssysteem, het afschaffen van sollicitatieplichten voor bepaalde groepen en het erkennen van vrijwilligerswerk als waardevolle voorbereiding op betaald werk. Hun visie is gericht op vertrouwen, autonomie en het wegnemen van bureaucratische drempels voor mensen zonder werk.
De PvdD vindt dat de sollicitatieplicht voor werklozen te streng is en wil deze versoepelen, vooral voor ouderen en mantelzorgers. Vrijwilligerswerk en stages worden erkend als waardevolle voorbereiding op betaald werk, ook als deze niet direct leiden tot terugkeer op de arbeidsmarkt. Dit verlaagt de druk op werklozen en erkent bredere maatschappelijke bijdragen.
“We schaffen de sollicitatieplicht voor 60-plussers af. Ook werklozen die mantelzorg verlenen hoeven niet langer verplicht te solliciteren. Vrijwilligerswerk en stages worden erkend als waardevolle voorbereiding op betaald werk, ook als deze niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt zijn gericht.”
De partij wil het sociale vangnet toegankelijker en eerlijker maken, zodat werklozen en mensen met een beperking beter worden ondersteund. Ze pleiten voor het afschaffen van de kostendelersnorm en partnertoets, het verhogen van het bedrag aan giften dat mensen met een uitkering mogen ontvangen, en het mogelijk maken van bijverdienen in de bijstand.
“Mensen in hetzelfde huishouden hebben recht op dezelfde bijstandsuitkering als anderen, dus we schrappen de kostendelersnorm en partnertoets. Bijverdienen wordt mogelijk voor mensen in de bijstand. De hoogte van het bedrag aan giften dat mensen met een uitkering op grond van de Participatiewet mogen ontvangen wordt verhoogd.”
De PvdD wil dat ook op Bonaire, Saba en Sint Eustatius een fatsoenlijke regeling voor werkloosheid wordt ingevoerd, passend bij de lokale kosten van levensonderhoud.
“Ook komt er een fatsoenlijke regeling voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid voor onze landgenoten in deze bijzondere gemeenten van Nederland.”
D66 wil de werkloosheidsuitkering (WW) aanpassen zodat mensen die werkloos raken direct een hogere uitkering krijgen, maar de uitkeringsduur wordt korter omdat mensen tegenwoordig sneller nieuw werk vinden. Hun beleid richt zich op het verkleinen van de inkomensval bij werkloosheid en het stimuleren van een snelle terugkeer naar werk, met oog voor de veranderde arbeidsmarkt.
D66 stelt voor om de WW te hervormen: wie werkloos wordt, krijgt direct een hogere uitkering om de inkomensval te beperken, maar de uitkeringsduur wordt korter omdat mensen sneller nieuw werk vinden. Dit moet de overgang naar werkloosheid verzachten en tegelijkertijd prikkelen tot snelle re-integratie.
“We passen de Werkloosheidsuitkering (WW) aan, zodat die beter past bij deze tijd. Wie werkloos wordt, krijgt direct aan het begin een hogere uitkering, zodat de terugval in inkomen kleiner is. De duur van de uitkering wordt korter, omdat mensen tegenwoordig vaak sneller dan vroeger een nieuw werk vinden.”
DENK wil de bestaanszekerheid van werklozen waarborgen door werkloosheidsuitkeringen voldoende te laten meestijgen met de prijzen en de koppeling met het minimumloon te behouden. Hun belangrijkste voorstel is het versterken van het sociale vangnet zodat werklozen hun koopkracht behouden en niet verder in armoede raken.
DENK vindt het belangrijk dat mensen die werkloos raken niet in koopkracht achteruitgaan. Door werkloosheidsuitkeringen te koppelen aan het minimumloon en deze te laten meestijgen met de prijzen, wil DENK voorkomen dat werklozen financieel in de knel komen. Dit standpunt richt zich op het beschermen van de bestaanszekerheid van mensen zonder werk.
“Werkloosheids uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma