Het NSC-verkiezingsprogramma benoemt "werkende vrouwen" niet expliciet als aparte doelgroep, maar richt zich op het verbeteren van arbeidsvoorwaarden, het stimuleren van economische zelfstandigheid en het wegnemen van belemmeringen voor werkenden in het algemeen. Concrete voorstellen zijn onder meer het verlagen van de belasting op arbeid, het afschaffen van de kinderopvangtoeslag ten gunste van directe financiering, en het stimuleren van meer uren werken in sectoren als de zorg. De kern van hun visie is dat werken moet lonen en dat het systeem eenvoudiger en eerlijker moet worden, zodat iedereen, inclusief vrouwen, volwaardig kan deelnemen aan de arbeidsmarkt.
NSC wil de kinderopvangtoeslag afschaffen en vervangen door directe financiering van kinderopvanginstellingen, om werkende ouders – en daarmee vooral werkende vrouwen – meer zekerheid en eenvoud te bieden. Dit moet de combinatie van werk en zorg vergemakkelijken en financiële onzekerheid verminderen.
“We bouwen de kinderopvangtoeslag af en vervangen die door directe financiering van kinderopvanginstellingen. Dat geeft rust en duidelijkheid voor gezinnen.”
Om personeelstekorten in sectoren als de zorg aan te pakken, wil NSC meer uren werken aantrekkelijker maken, met name in beroepen waar veel vrouwen werken. Dit gebeurt door betere arbeidsvoorwaarden, meer opleidingsmogelijkheden en het verminderen van regeldruk.
NSC wil werken financieel aantrekkelijker maken door de belasting op arbeid te verlagen en het toeslagenstelsel te vereenvoudigen, zodat werkenden – waaronder vrouwen – meer overhouden van elke extra verdiende euro en economische zelfstandigheid wordt bevorderd.
“We verlagen de belasting op arbeid. We vereenvoudigen het systeem van toeslagen en fiscale kortingen zo dat mensen meer overhouden van iedere extra verdiende euro.”
“Werken moet lonen. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Ons nieuwe inkomensstelsel stimuleert meedoen op de arbeidsmarkt en economische zelfstandigheid.”
De VVD erkent het belang van gelijke kansen voor vrouwen op de arbeidsmarkt en economische zelfstandigheid, maar benadert "werkende vrouwen" vooral via algemene maatregelen voor werkenden en ouders. De partij wil verlofregelingen en het verlofstelsel vereenvoudigen, economische zelfstandigheid van vrouwen stimuleren (vooral bij statushouders), en loontransparantie bevorderen. Concrete voorstellen richten zich op het verbeteren van de werk-privébalans, het stimuleren van arbeidsparticipatie van vrouwen, en het tegengaan van ongelijkheid op de arbeidsmarkt.
De VVD wil verlofregelingen zo inrichten dat ze bijdragen aan een betere werk-privébalans voor werknemers, waaronder werkende vrouwen, en tegelijkertijd werkbaar blijven voor werkgevers. Dit moet gelijke kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt bevorderen.
“Daarom wil de VVD dat verlofregelingen zo vormgegeven worden dat ze niet alleen bijdragen aan een goede werk-privébalans voor werknemers, maar óók werkbaar blijven voor werkgevers. ... Dit geeft gezinnen meer regie over de balans tussen werk en zorg, vermindert regeldruk voor werkgevers en bevordert gelijke kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt.”
De VVD vindt dat vrouwen altijd zelfstandig met de gemeente moeten kunnen spreken over werk en inkomen, en wil dat gemeenten vrouwen actief aan het werk helpen, met name in gezinnen met een uitkering (zoals statushouders). Dit is gericht op het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen.
“De VVD wil dat vrouwen altijd zelfstandig met de gemeente kunnen spreken over werk, inkomen en schulden, zonder tussenkomst van man, familie of gemeenschap.”
“Het moet landelijk de norm worden dat gemeenten vrouwen ook aan het werk helpen, als het gezin gebruik maakt van een uitkering.”
De VVD steunt de implementatie van de Europese loontransparantie richtlijn om gelijke beloning te bevorderen en wil het talent van ondervertegenwoordigde groepen, waaronder vrouwen, beter benutten op de arbeidsmarkt.
BIJ1 erkent dat werkende vrouwen structureel te maken hebben met ongelijkheid, vooral door onderwaardering van typisch ‘vrouwenwerk’ en ongelijke arbeidsvoorwaarden. De partij wil onbetaald werk dat vaak door vrouwen wordt gedaan, zoals mantelzorg en huishoudelijk werk, beter compenseren en pleit voor gelijke behandeling en bescherming op de arbeidsmarkt. BIJ1 zet in op concrete maatregelen zoals het compenseren van onbetaald ‘vrouwenwerk’ en het verbeteren van verlofregelingen en arbeidsvoorwaarden.
BIJ1 stelt dat onbetaald werk, vaak door vrouwen verricht (zoals mantelzorg, huishoudelijk werk en zorg voor kinderen), essentieel is voor de samenleving maar structureel wordt ondergewaardeerd. De partij wil deze vormen van werk financieel en maatschappelijk beter waarderen om de economische positie van werkende vrouwen te versterken.
“Onbetaald werk dat Nederland nog te vaak als ‘vrouwenwerk’ ziet, compenseren we beter. Zoals mantelzorg, huishoudelijk werk en zorg voor kinderen.”
BIJ1 wil gelijke behandeling van alle werkenden, inclusief vrouwen, door het aanpakken van discriminatie, het verbeteren van verlofregelingen en het verhogen van het minimumloon. Dit moet de positie van werkende vrouwen versterken, vooral op het gebied van loon, contractzekerheid en verlof.
“Partnerverlof trekken we gelijk met het kraam- en bevallingsverlof. Voor alle ouders op verlof betalen we 100% inkomen door. Ook stellen we het recht op menstruatieverlof in.”
“De Inspectie SZW inspecteert proactief op discriminatie op de werkvloer. Bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie krijgen strengere sancties.”
BIJ1 benadrukt dat werk van thuisblijvende ouders, mantelzorgers en vrijwilligers – vaak vrouwen – van onschatbare waarde is en gelijkwaardig moet worden behandeld aan betaald werk. Dit standpunt onderstreept het belang van maatschappelijke waardering en het doorbreken van traditionele rolpatronen.
“Ook mantelzorg, vrijwilligerswerk, het werk van thuisblijvende ouders en andere vormen van onbetaalde arbeid zijn van onschatbare waarde voor onze maatschappij en willen we belonen.”
De ChristenUnie erkent het belang van werk voor iedereen, inclusief vrouwen, maar heeft geen specifiek beleid gericht op werkende vrouwen. Hun voorstellen richten zich op het combineren van werk en zorg, het toegankelijk maken van kinderopvang en verlofregelingen, en het stimuleren van keuzevrijheid voor ouders in de verdeling van werk en zorg. Concrete maatregelen zijn het vereenvoudigen van kinderopvangtoeslag, het invoeren van maatschappelijk verlof en het stimuleren van mantelzorgverlof.
De ChristenUnie benadrukt dat ouders, waaronder werkende vrouwen, zelf moeten kunnen kiezen hoe zij werk en zorg combineren. Ze willen kinderopvang toegankelijker en betaalbaarder maken, en bestaande verlofregelingen verruimen zodat werk en zorgtaken beter te combineren zijn. Dit is vooral relevant voor werkende vrouwen, die vaak een groot deel van de zorgtaken dragen.
“Ouders moeten zelf kunnen kiezen hoe zij werk en zorg combineren. Daarvoor zijn een eerlijk belastingstelsel en kwalitatief goede en betaalbare kinderopvang (waaronder gastouderopvang) noodzakelijk.”
“We onderzoeken de mogelijkheid om de arbeidseis in de kinderopvangtoeslag te vervangen door een maatschappelijke participatie-eis.”
“We voeren één regeling in voor maatschappelijk verlof, voor zorg voor kinderen, naasten en jezelf. Dat scheelt regels en schept duidelijkheid. Tot die tijd zetten we in op verruiming en verhoging van het gebruik van bestaande verlofregelingen.”
“Mantelzorgers kunnen twee maanden mantelzorgverlof (verspreid) opnemen. De maximale uitkering is 70% van het loon. Werkgevers worden gestimuleerd om werknemers ruimte te geven voor mantelzorg.”
JA21 benoemt "werkende vrouwen" niet expliciet als aparte doelgroep in haar verkiezingsprogramma, maar richt zich op het stimuleren van arbeidsparticipatie in het algemeen. De partij wil werken aantrekkelijker maken door het belasting- en toeslagenstelsel te vereenvoudigen en de marginale druk te verlagen, zodat het voor iedereen – inclusief vrouwen – loont om (meer) te werken. Specifiek beleid of maatregelen gericht op werkende vrouwen ontbreken; de voorstellen zijn generiek en richten zich op het volledige arbeidspotentieel.
JA21 wil het voor alle werkenden aantrekkelijker maken om (meer) te werken door het belastingstelsel te vereenvoudigen en de marginale druk te verlagen. Dit moet drempels wegnemen die mensen – waaronder vrouwen – nu ontmoedigen om (meer) uren te werken. Er is geen specifieke aandacht voor de positie van werkende vrouwen, maar het beleid kan indirect effect hebben op deze groep.
“Werken levert vaak te weinig op door het complexe toeslagenstelsel. JA21 wil werknemers motiveren meer te werken, en pleit daarom voor een nieuw en sterk vereenvoudigd belastingstelsel, waarmee we de marginale druk fors verlagen – zo houden werkende Nederlanders meer over per verdiende euro.”
“Werken weer laten lonen met een sterk vereenvoudigd stelsel van toelagen, dat niet primair inkomensafhankelijk is en waarmee de marginale druk fors omlaag gaat.”
JA21 benoemt het belang van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, maar doet dit vooral in de context van onderwijs en sociale normen, niet specifiek gericht op werkende vrouwen of hun positie op de arbeidsmarkt.
“De gelijkwaardigheid tussen man en vrouw actief uitdragen in ons onderwijs en kinderen op de basisschool en middelbare school weerbaarder maken tegen seksueel misbruik, geweld, pesten en het aanzetten tot crimineel gedrag.”
“In het onderwijs moeten de Nederlandse normen en waarden zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw en gelijkgeslachtelijke relaties, het je houden aan de wet, rekening houden met de ander, de vrijheid van meningsuiting en religie, de democratische rechtstaat centraal staan.”
De Partij voor de Dieren zet zich in voor gelijke behandeling en kansen voor werkende vrouwen, met nadruk op het dichten van de genderloonkloof en het verbeteren van verlofregelingen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het invoeren van een Wet Gelijke Beloning, het gelijkstellen van bevallings- en partnerverlof, en het versterken van vrouwenrechten in arbeid en gezondheid. De partij richt zich op structurele gelijkheid en het wegnemen van belemmeringen voor vrouwen op de arbeidsmarkt.
De PvdD wil de genderloonkloof volledig dichten door werkgevers te verplichten aan te tonen dat er geen loonkloof is. Dit moet structurele ongelijkheid in beloning tussen mannen en vrouwen tegengaan, zodat werkende vrouwen eerlijk worden beloond voor hun werk.
“We voeren een Wet Gelijke Beloning in waarmee de genderloonkloof verdwijnt. De bewijslast komt bij de werkgever te liggen. Bedrijven vanaf 100 werknemers moeten aantonen dat er geen loonkloof is.”
De partij wil bevallingsverlof en partnerverlof volledig gelijk trekken, zowel in duur als in betaling. Dit moet de verdeling van zorgtaken tussen vrouwen en mannen eerlijker maken en de positie van werkende vrouwen versterken.
“Bevallingsverlof en partnerverlof worden gelijkgetrokken: even lang en 100% betaald.”
PvdD benadrukt het belang van internationale vrouwenrechtenverdragen en wil dat alle wet- en regelgeving hiermee in lijn wordt gebracht. Dit moet discriminatie van werkende vrouwen tegengaan en hun rechten waarborgen.
“Mensenrechtenverdragen zoals het Kinderrechtenverdrag, Vrouwenrechtenverdrag en het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap worden strikt nageleefd. Alle wet- en regelgeving wordt in lijn gebracht met deze verdragen, zodat alle mensen gelijke rechten krijgen en onnodige regeldruk, bewijslast en uitsluiting worden voorkomen.”
De partij wil een nationale strategie om de gezondheid van vrouwen te verbeteren, met concrete maatregelen en een passend budget. Dit erkent dat werkende vrouwen specifieke gezondheidsbehoeften hebben die vaak onderbelicht blijven.
“Er komt een Nationale Strategie Vrouwengezondheid met concrete maatregelen die de gezondheid van vrouwen verbeteren, en een passend budget.”
De SP wil de positie van werkende vrouwen versterken door gelijke beloning voor gelijk werk, gratis kinderopvang en meer verlofregelingen voor ouders. Hun beleid richt zich op het wegnemen van financiële en structurele barrières voor vrouwen op de arbeidsmarkt, zodat vrouwen volwaardig kunnen deelnemen en niet worden achtergesteld. Concrete voorstellen zijn onder andere gratis kinderopvang, gelijke beloning en uitgebreide verlofregelingen.
De SP vindt dat vrouwen recht hebben op hetzelfde loon als mannen voor gelijk werk en wil discriminatie op de arbeidsmarkt actief bestrijden. Dit moet structurele ongelijkheid tegengaan en de economische positie van werkende vrouwen verbeteren.
De SP stelt gratis kinderopvang voor om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten en de combinatie van werk en zorg makkelijker te maken. Dit verlaagt de drempel voor vrouwen om (meer) te werken en ondersteunt hun economische zelfstandigheid.
“Gratis kinderopvang. Alle kinderen hebben recht om een goede en sociale basis mee te krijgen op de kinderopvang. En ouders moeten de ruimte hebben voor werk, zorg en elkaar. Daarom maken we de kinderopvang gratis. Zo versterken we de arbeidsproductiviteit, geven we ruimte voor mantelzorg, creëren we tijd voor partners en steunen we de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt.”
De SP wil ouders meer en beter betaald verlof geven na de geboorte van een kind, met een ondergrens van het minimumloon. Dit maakt het voor vrouwen makkelijker om werk en gezin te combineren en voorkomt dat zij financieel worden benadeeld door zorgtaken.
“Na het krijgen van een kind worden de eerste drie maanden volledig doorbetaald en krijgen ouders gezamenlijk 12 maanden ouderschapsverlof. Dit kunnen ze naar eigen inzicht verdelen met gedeeltelijke doorbetaling, met 100% van het minimumloon als ondergrens.”
Volt zet zich in voor gelijke behandeling en kansen voor werkende vrouwen, met nadruk op het dichten van de genderloonkloof, transparantie over beloning en bescherming tegen discriminatie en geweld. De partij wil wettelijke maatregelen zoals loontransparantie, verplichte gendergelijkheidsplannen en betere verlofregelingen rondom zwangerschap en verlies. Volt ziet gendergelijkheid als een maatschappelijke verantwoordelijkheid en wil deze structureel verankeren in beleid en wetgeving.
Volt wil de genderloonkloof actief dichten door werkgevers te verplichten transparant te zijn over beloning en genderevenwicht, en hen verantwoordelijk te maken voor het aantonen van gelijke beloning. Dit moet loondiscriminatie tegengaan en bedrijven stimuleren tot daadwerkelijke gelijkheid.
“De genderloonkloof wordt actief gedicht. We voeren de Wet Gelijke Beloning in, in lijn met de Europese richtlijn ‘Loontransparantie’. Werkgevers moeten aantonen dat er géén sprake is van loondiscriminatie, de bewijslast komt bij de werkgever te liggen. Alle middelgrote tot grote bedrijven en overheidsorganisaties worden verplicht om het genderevenwicht en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in hun organisatie openbaar te maken en erover te rapporteren. Daarnaast moeten zij, als er geen sprake is van gendergelijkheid, een gendergelijkheidsplan hebben om voor die gelijkheid te gaan zorgen.”
Volt erkent dat vrouwen vaker slachtoffer zijn van geweld en wil extra bescherming bieden, evenals betere verlofregelingen rondom zwangerschap en verlies. Dit moet de positie van werkende vrouwen versterken en hun welzijn waarborgen.
“Er moet extra bescherming zijn voor vrouwen in kwetsbare posities. Bijna de helft van de Nederlandse vrouwen heeft aangegeven na haar 15e levensjaar slachtoffer te zijn geworden van lichamelijk of seksueel geweld. Volt wil dat geweld tegen vrouwen niet gezien wordt als privéprobleem, maar als een maatschappelijk probleem en dat de overdracht van huiselijk geweld na één generatie stopt.”
“Er komen duidelijke richtlijnen en regelingen voor rouwverlof na vroeg verlies in de zwangerschap. Ongeveer een op de vijf zwangerschappen eindigt vroeg, maar verlof is nu wettelijk pas mogelijk na 24 weken. Rouwverlof voorkomt dat het verdriet van ouders tot een ziekmelding leidt, het verkleint de kans op angststoornissen en depressie en het biedt duidelijkheid voor zowel werknemers als werkgevers.”
Volt streeft naar een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het kabinet, als afspiegeling van de samenleving en als stimulans voor gendergelijkheid op alle niveaus.
“Er komt een gender-balanced kabinet (oftewel: gelijke representatie van mannen en vrouwen) met een betere afspiegeling van de diversiteit in de samenleving.”
Het PVV-verkiezingsprogramma bevat geen expliciet beleid gericht op "werkende vrouwen" als aparte doelgroep. De partij benoemt geen specifieke maatregelen om de positie van werkende vrouwen te versterken of te verbeteren, en behandelt het onderwerp uitsluitend in algemene zin binnen bredere thema’s als zorg, veiligheid en genderbeleid.
De PVV verzet zich tegen genderdiversiteit en benadrukt het belang van het biologische geslacht in beleid en wetgeving. Dit standpunt raakt indirect aan werkende vrouwen, bijvoorbeeld in discussies over vrouwenrechten en toegang tot vrouwenruimtes, maar bevat geen arbeidsmarktmaatregelen.
De PVV benoemt de onveiligheid die vrouwen ervaren op straat en stelt voor pepperspray te legaliseren, zodat vrouwen zich beter kunnen verdedigen. Dit raakt aan de leefwereld van werkende vrouwen, maar is geen arbeidsmarktbeleid.
“Het kan niet zo zijn dat bijna de helft van de vrouwen ’s avonds met een sleutelbos in de hand als wapen over straat loopt, omdat ze bang zijn slachtoffer te worden van een misdrijf. Vrouwen moeten zich altijd kunnen verdedigen!”
De SGP benadrukt het belang van keuzevrijheid voor werknemers, waaronder werkende vrouwen, met betrekking tot hoeveel en wanneer zij werken. Tegelijkertijd legt de partij sterk de nadruk op het gezin en de waarde van onbetaald werk, zoals mantelzorg, en stimuleert zij gezinsdraagkracht als uitgangspunt voor het belastingstelsel. Concrete quota of specifieke stimulering van werkende vrouwen worden afgewezen; de SGP kiest voor een beleid waarin de beste kandidaat telt en gezinnen ondersteund worden in hun keuzes.
De SGP vindt het belangrijk dat werknemers, waaronder vrouwen, zelf kunnen bepalen hoeveel en wanneer zij werken. Dit wordt gezien als een manier om werk en gezin beter te combineren, zonder dwingende overheidssturing richting voltijd of deeltijd werken.
“De positie van de flexwerker wordt verbeterd om onzekerheid in werk en inkomen tegen te gaan, met oog voor die flexwerkers die juist behoefte hebben aan keuzevrijheid ten aanzien van hoeveel en wanneer zij werken.”
De SGP wijst het instellen van quota voor vrouwen of andere doelgroepen in topfuncties af. Zij stelt dat selectie altijd op basis van geschiktheid moet plaatsvinden, zonder positieve discriminatie.
“Voor het vervullen van topfuncties hanteert de overheid geen quota voor bepaalde doelgroepen. Ook in het bedrijfsleven wordt gewoon de beste kandidaat gekozen.”
De SGP benadrukt dat onbetaald werk, zoals mantelzorg of de keuze om thuis te blijven voor de kinderen, waardevol is en dat het belastingstelsel meer rekening moet houden met de draagkracht van gezinnen. Dit standpunt adresseert indirect de positie van werkende vrouwen door het belang van keuzevrijheid en waardering voor verschillende rollen te onderstrepen.
“Veel vrouwen en mannen in de positie van eenverdieners doen waardevol (onbetaald) werk, zoals mantelzorg. Of gezinnen kiezen er bewust voor om hun kinderen te laten opgroeien in het eigen gezin waar één van de ouders altijd klaar staat voor de kinderen. Weer anderen hebben een gepensioneerde of zieke partner. Gezinsdraagkracht moet weer het uitgangspunt worden van het belastingstelsel.”
BBB erkent het belang van álle vormen van arbeid, inclusief onbetaald werk zoals mantelzorg en opvoeding, en pleit voor maatschappelijke waardering hiervan. Het programma bevat echter geen specifieke of concrete beleidsmaatregelen gericht op werkende vrouwen; de voorstellen zijn algemeen en richten zich op brede waardering van arbeid en bestaanszekerheid voor iedereen.
BBB vindt dat niet alleen betaald werk, maar ook onbetaalde arbeid zoals mantelzorg, vrijwilligerswerk en opvoeding maatschappelijk erkend en gewaardeerd moet worden. Dit standpunt adresseert het feit dat veel vrouwen onbetaald werk verrichten, maar blijft algemeen en noemt geen specifieke maatregelen voor werkende vrouwen.
BVNL heeft geen specifiek beleid of standpunt gericht op "werkende vrouwen" in haar verkiezingsprogramma. Het programma richt zich op algemene maatregelen om werken aantrekkelijker te maken voor alle Nederlanders, zoals het verlagen van belastingen en het opheffen van de deeltijdmalus, maar noemt nergens expliciet werkende vrouwen of hun specifieke positie op de arbeidsmarkt.
BVNL wil werken aantrekkelijker maken door het verschil tussen uitkering en werk te vergroten, werkgeverslasten te verlagen en de deeltijdmalus op te heffen. Deze maatregelen zijn algemeen en niet specifiek gericht op werkende vrouwen, maar kunnen indirect effect hebben op vrouwen die vaak in deeltijd werken.
“De deeltijdmalus moet worden opgeheven zodat méér werken niet wordt ontmoedigd. Dit doen we onder andere door een vlaktaks in te voeren, het toeslagenstelsel af te schaffen en de belasting op inkomsten uit arbeid te verlagen naar 25%.”
“Werken moet lonen en moet meer opleveren dan niets doen. Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven.”
Het CDA erkent dat veel vrouwen in deeltijd werken en daardoor minder pensioen opbouwen, en wil de bewustwording hierover vergroten. Daarnaast zet het CDA in op het verbeteren van de combinatie van werk en zorgtaken door het verlofstelsel te vereenvoudigen en maatwerk te stimuleren. Concrete beleidsvoorstellen richten zich vooral op informatievoorziening en het aanpassen van verlofregelingen, niet op structurele hervormingen voor werkende vrouwen.
Het CDA signaleert dat vooral vrouwen door deeltijdwerk minder pensioen opbouwen en wil dit probleem aanpakken via informatiecampagnes. Het doel is vrouwen (en andere deeltijdwerkers) bewust te maken van de financiële gevolgen, zodat zij beter voorbereid zijn op hun toekomst.
“Doordat tegenwoordig veel meer mensen deeltijd werken – dat zijn vooral vrouwen – bouwen zij minder (werkgevers)pensioen op. Samen met werkgevers en pensioenfondsen organiseert de Rijksoverheid informatiecampagnes om de bewustwording te vergroten.”
Het CDA vindt het essentieel dat werk en zorgtaken goed te combineren zijn en wil het verlofstelsel hierop aanpassen. Door het stelsel te vereenvoudigen en maatwerk te stimuleren, wil het CDA het voor werkende vrouwen (en mannen) makkelijker maken om arbeid en zorgtaken te combineren.
“We vinden het combineren van werk met andere verantwoordelijkheden essentieel voor een goed functionerende samenleving. We passen ons verlofstelsel daarop aan en vereenvoudigen de huidige verlofregelingen langs drie pijlers: zorg voor kinderen, zorg voor naasten en persoonlijk verlof. We stimuleren daarbij maatwerk in cao’s en bedrijven.”
D66 zet zich in voor gelijke kansen op de werkvloer, met bijzondere aandacht voor eerlijke beloning, ruimte voor zorgtaken en het tegengaan van discriminatie. Het programma bevat concrete voorstellen zoals uitbreiding van ouderschapsverlof en wettelijke minimum stagevergoeding, die direct relevant zijn voor werkende vrouwen. D66 benadrukt dat werkende vrouwen gelijke kansen en ondersteuning moeten krijgen, zodat zij volwaardig kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt.
D66 wil dat werkende vrouwen gelijke kansen en beloning krijgen, en dat er meer ruimte komt voor het combineren van werk en zorgtaken. Dit adresseren ze door concrete verplichtingen voor werkgevers en uitbreiding van verlofregelingen, waarmee ze ongelijkheid en belemmeringen voor vrouwen op de arbeidsmarkt willen verminderen.
“D66 staat voor eerlijke kansen op de werkvloer. Dat betekent: gelijke beloning voor gelijk werk. Maar óók ruimte voor zorgtaken en concrete verplichtingen voor bedrijven. D66 wil het ouderschapsverlof uitbreiden en een wettelijke minimum stagevergoeding voor iedereen. Te beginnen bij de overheid zelf.”
D66 erkent dat discriminatie en racisme bij sollicitaties nog steeds voorkomen en wil dat bedrijven die zich hieraan schuldig maken worden bestraft. Dit is van belang voor werkende vrouwen, die vaak met genderdiscriminatie te maken krijgen, en draagt bij aan een eerlijkere toegang tot werk.
“Discriminatie en racisme bij vacatures en sollicitaties komt nog steeds voor. Maar bij procedures voor werving en selectie horen gelijke kansen het enige uitgangspunt te zijn. D66 wil dat bedrijven die discrimineren bestraft worden. De overheid geeft zelf het goede voorbeeld o.a. met ‘blinde’ sollicitaties.”
GroenLinks-PvdA erkent dat werkende vrouwen nog steeds te maken hebben met economische ongelijkheid, zoals de loonkloof en een gebrek aan economische zelfstandigheid. De partij wil deze ongelijkheid doorbreken met concrete maatregelen zoals het dichten van de loonkloof, gelijke beloning en het stimuleren van economische zelfstandigheid voor vrouwen. Hun visie is gericht op structurele gelijkwaardigheid en het waarderen van zowel betaald als onbetaald werk.
GroenLinks-PvdA wil een einde maken aan ongerechtvaardigde loonverschillen tussen mannen en vrouwen door werkgevers te verplichten gelijke beloning aan te tonen. Dit moet leiden tot eerlijke kansen en inkomensgelijkheid voor werkende vrouwen.
“Via een Wet gelijke beloning draaien we de bewijslast om en verplichten we werkgevers om aan te tonen dat er geen ongerechtvaardigde loonverschillen zijn tussen vrouwen en mannen. Zo dichten we de loonkloof.”
De partij streeft naar gelijke economische kansen voor vrouwen door te investeren in hun economische zelfstandigheid en het erkennen van onbetaald werk. Dit is bedoeld om structurele ongelijkheid te doorbreken en vrouwen meer financiële onafhankelijkheid te bieden.
“We doorbreken economische ongelijkheid met gelijke beloningen, erkenning en waardering van onbetaald werk, en investering in de economische zelfstandigheid van vrouwen. Daarbij komt er nu echt een einde aan de loonkloof, zie hoofdstuk ‘Werk, Inkomen en Economie’.”
DENK zet zich in voor gelijke behandeling van werkende vrouwen, met bijzondere aandacht voor het dichten van de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Hun belangrijkste concrete voorstel is het wettelijk borgen van gelijke beloning, zodat vrouwen niet langer financieel worden achtergesteld op de arbeidsmarkt.
DENK wil de loonkloof tussen mannen en vrouwen volledig opheffen door dit wettelijk te regelen. Hiermee wil de partij structurele ongelijkheid op de arbeidsmarkt aanpakken en zorgen dat werkende vrouwen dezelfde kansen en beloning krijgen als mannen.
“Wij willen dat de loonkloof wordt gedicht. Wij gaan wettelijk bor gen dat het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond, wordt opgeheven.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma