BVNL wil werkloosheid terugdringen door werken financieel aantrekkelijker te maken dan uitkeringen, het sociale vangnet te beperken tot mensen die echt niet kunnen werken, en strengere eisen te stellen aan uitkeringsgerechtigden. De partij pleit voor lagere belastingen op arbeid, het afschaffen van het toeslagenstelsel, en het korten of beëindigen van uitkeringen bij werkweigering. BVNL ziet werkloosheid deels als gevolg van te soepele sociale voorzieningen en wil deze hervormen om participatie te stimuleren.
BVNL vindt dat het verschil tussen werken en een uitkering substantieel moet zijn, zodat werken altijd aantrekkelijker is dan niet werken. Dit moet de armoedeval tegengaan en mensen stimuleren om aan het werk te gaan in plaats van afhankelijk te blijven van een uitkering.
“Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven.”
“Werken moet lonen en moet meer opleveren dan niets doen.”
“Het verschil tussen een uitkering en een baan moet fors worden vergroot. Werken moet weer lonen.”
“Mensen die werken moeten substantieel meer geld verdienen dan mensen die niets doen.”
BVNL wil dat mensen die kunnen werken, maar dat weigeren, gekort of uitgesloten worden van uitkeringen en toeslagen. Ook nieuwkomers en jongeren krijgen strengere eisen opgelegd om afhankelijkheid van uitkeringen te voorkomen.
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag). Mensen met meerdere verblijfstitels verliezen bij werkweigering hun Nederlandse verblijfstitel.”
“De praktijk van het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding dient te worden beëindigd. In plaats daarvan komen er arbeidsmarktgerichte programma’s die de individuele sterke punten benadrukken om zelfredzaamheid te bevorderen en afhankelijkheid te voorkomen.”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
BVNL wil de belasting op arbeid fors verlagen en het toeslagenstelsel afschaffen, zodat werken meer oplevert en het systeem eenvoudiger wordt. Dit moet de prikkel om te werken vergroten en werkloosheid verminderen.
“Het toeslagenstelsel af te schaffen en de belasting op inkomsten uit arbeid te verlagen naar 25%.”
“De deeltijdmalus moet worden opgeheven zodat méér werken niet wordt ontmoedigd. Dit doen we onder andere door een vlaktaks in te voeren, het toeslagenstelsel af te schaffen en de belasting op inkomsten uit arbeid te verlagen naar 25%.”
“Het toeslagenstelsel leidt tot grote problemen en hier moet snel een oplossing voor worden gevonden. Het zinloos en nodeloos ingewikkeld rondpompen van geld moet stoppen. Bovendien moet de armoedeval worden opgelost.”
BVNL wil dat mensen die kunnen werken, maar dat niet doen, met drang en dwang worden aangespoord om te participeren op de arbeidsmarkt, met name gericht op migranten die niet werken.
“331.000 migranten zouden kunnen werken maar doen dit niet. Die moeten met drang en dwang worden aangespoord om te participeren op de arbeidsmarkt. De participatieongelijkheid moet worden opgeheven.”
Het CDA ziet werkloosheid als een probleem van sociale uitsluiting en bestaansonzekerheid, en wil dat iedereen die kan werken, ook daadwerkelijk aan het werk komt. Hun belangrijkste voorstellen zijn het hervormen van de Participatiewet, het invoeren van basisbanen via sociale ontwikkelbedrijven, en het stimuleren van (her)scholing en begeleiding naar werk. De kern van hun visie is dat werk niet alleen inkomen biedt, maar ook zingeving en sociale samenhang, en dat niemand langdurig werkloos aan de kant mag blijven staan.
Het CDA wil de Participatiewet hervormen zodat iedereen een waardevolle bijdrage kan leveren, en de sociale zekerheid versterken om mensen sneller en beter naar werk te begeleiden. Ze zien langdurige werkloosheid als een risico voor sociaal isolement en willen dat het vangnet actiever bijdraagt aan re-integratie.
“We hervormen de Participatiewet met als uitgangspunt dat iedereen een waardevolle bijdrage aan de samenleving kan leveren.”
“Als mensen hun baan verliezen kan dit leiden tot sociaal isolement, verlies van eigenwaarde of schulden. In Nederland zijn we solidair met elkaar en hebben we gelukkig een vangnet van sociale zekerheid als levensgebeurtenissen leiden tot tijdelijk of langdurig verlies van werk.”
Het CDA wil via sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten basisbanen invoeren, zodat iedereen aan het werk kan of op weg naar passend werk wordt geholpen. Ze investeren in begeleiding, risicodekking en tijdelijke terugkeermogelijkheden naar een uitkering om de stap naar werk minder risicovol te maken.
“Via de sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten kan door de invoering van de basisbaan iedereen in Nederland aan het werk of op weg naar passend werk.”
“Voor mensen met een uitkering die aan het werk gaan, willen we tijdelijke mogelijkheden om terug te keren naar de oude uitkering als het werken onverhoopt niet gaat. Zodat mensen durven kiezen voor een baan, ook als dat onzeker voelt, in plaats van de zekerheid van een uitkering.”
Het CDA ziet scholing en ontwikkeling als essentieel om werkloosheid te voorkomen en mensen weer aan het werk te helpen, zeker bij technologische veranderingen of voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
“Het is belangrijk dat mensen zich een leven lang blijven ontwikkelen, voor henzelf, voor werkgevers en voor de samenleving. Soms is ondersteuning nodig: van school naar werk, van werk naar werk, van ziek naar weer gezond, en bij ingrijpende levensmomenten.”
“We richten samen met werkgevers en werknemers het formele onderwijs beter in voor mensen die gedurende hun werkzame leven willen om-, her- en bijscholen.”
Het CDA wil financiële prikkels verbeteren zodat werken altijd loont, en onzekerheid over inkomen verminderen om werkloosheid minder aantrekkelijk te maken ten opzichte van werk.
“We zetten de arbeidskorting beter in en hervormen deze naar een arbeidskorting die voor elk gewerkt uur wordt toegepast zodat werken meer loont.”
“Er zijn ook situaties waarin dit minder het geval is, met name door een grote stapeling van inkomensafhankelijke regelingen. We gaan daarom door met de vereenvoudiging van het stelsel van belastingen en toeslagen en inkomensregelingen, zodat mensen meer zekerheid en duidelijkheid krijgen over hun inkomen.”
De ChristenUnie ziet werk als de beste vorm van sociale zekerheid en wil werkloosheid tegengaan door het vangnet te verbeteren, de WW-duur te behouden en de sociale zekerheid te vereenvoudigen. Ze richten zich op het ondersteunen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het voorkomen van langdurige werkloosheid, vooral onder kwetsbare groepen. Concrete voorstellen zijn het terugdraaien van de verkorting van de WW, het vereenvoudigen van de WW-regeling en het verbeteren van begeleiding naar werk.
De ChristenUnie wil de duur van de WW-uitkering op twee jaar houden en het systeem vereenvoudigen, omdat verkorting vooral kwetsbare werklozen raakt. Ze willen misbruik van de WW door bedrijven tegengaan en de regeling toegankelijker en eerlijker maken.
“De ChristenUnie draait deze bezuiniging terug en handhaaft de duur van de WW op twee jaar.”
“De WW wordt vereenvoudigd”
“Er zijn bedrijven die met gebruik van de WW een bedrijfsmodel voeren van laagbetaalde seizoensarbeid door veelal arbeidsmigranten. Dat vindt de ChristenUnie onwenselijk. Daarom voeren we een vereenvoudigingslag door waarin we de WW meer uniformeren en ten aanzien van de referte-eis versoberen.”
De partij benadrukt dat sociale zekerheid een stevig en eerlijk vangnet moet zijn bij werkloosheid, maar constateert dat het huidige systeem te complex is. Ze willen het systeem menselijker en eenvoudiger maken, zodat mensen in kwetsbare situaties beter worden geholpen.
De ChristenUnie ziet werk als de beste manier om werkloosheid te voorkomen en wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt beter begeleiden naar werk. Ze pleiten voor extra begeleiding, beschutte werkplekken en eenvoudigere toegang tot ondersteunende instrumenten.
“Een baan is de beste sociale zekerheid.”
“Iedereen die aan de kant staat of een afstand heeft tot de arbeidsmarkt, moet volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. De ondersteuningsbehoefte van de werknemer staat centraal, bijvoorbeeld via extra begeleiding of een beschutte werkplek.”
“De verschillende instrumenten (zoals jobcoaching of loonkostensubsidie) worden eenvoudiger toegankelijk voor werkgevers, ongeacht via welke wet (WIA, WW, bijstand) de werknemer nu een uitkering ontvangt.”
FVD ziet werkloosheid vooral als een gevolg van een tekort aan vakmensen en een te theoretisch onderwijssysteem, en wil dit oplossen door het beroepsonderwijs te versterken en jongeren praktisch op te leiden. Ze pleiten voor minder arbeidsmigratie door Nederlandse jongeren op te leiden voor schaarse beroepen, en willen het ondernemersklimaat verbeteren zodat bedrijven meer mensen durven aan te nemen. Hun kernvisie is dat werkgelegenheid en economische zelfstandigheid het beste worden bevorderd door praktische scholing, ondernemerschap en minder overheidsbemoeienis.
FVD stelt dat het huidige onderwijssysteem te weinig opleidt voor praktische beroepen waar veel vraag naar is, wat leidt tot uitval en werkloosheid onder jongeren. Door het beroepsonderwijs te herwaarderen en praktisch in te richten, willen ze jongeren direct inzetbaar maken en zo werkloosheid terugdringen.
“Nederland kampt met een groot tekort aan vakmensen. In de zorg, de techniek, de bouw, het onderwijs en het ambacht is de vraag naar arbeidskrachten enorm, terwijl jongeren vaak worden geduwd richting theoretische of universitaire opleidingen waar lang niet altijd werk voor hen is.”
“Door jongeren op te leiden tot vakmensen, verminderen we bovendien onze afhankelijkheid van arbeidsmigratie en zorgen we dat lonen en belastingen in Nederland blijven.”
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
“We leggen in de praktische leerweg de nadruk op vakmanschap en ondernemerschap, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in zorg, techniek en bouw.”
FVD wil de afhankelijkheid van arbeidsmigratie verminderen door Nederlandse jongeren op te leiden voor sectoren met personeelstekorten, zodat werkgelegenheid voor eigen bevolking wordt bevorderd.
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”
“Zo bereiden we jongeren voor op goedbetaalde carrières, maken we arbeidsmigratie overbodig en versterken we een zelfredzaam en welvarend Nederland.”
FVD wil het voor ondernemers aantrekkelijker maken om personeel aan te nemen door lasten en risico’s te verlagen, wat volgens hen de werkgelegenheid stimuleert en werkloosheid tegengaat.
“We versoepelen het ontslagrecht voor het MKB en verkorten de doorbetalingsverplichting bij ziekte naar één jaar, zodat ondernemers weer mensen durven aan te nemen.”
“Doorbetalen bij ziekte wordt ingeperkt tot één jaar zodat werkgevers hun personeel weer een vaste baan durven aan te bieden.”
De SP ziet werkloosheid vooral als een gevolg van structurele ongelijkheid, onvoldoende vaste banen en te lage lonen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het recht op werk voor iedereen, het creëren van extra banen via sociale ontwikkelbedrijven, het verhogen van het minimumloon en het versterken van sociale zekerheid. De kern van hun visie is dat werkzekerheid, eerlijke beloning en begeleiding naar werk de beste manier zijn om werkloosheid te bestrijden en bestaanszekerheid te garanderen.
De SP wil dat iedereen die wil werken, daadwerkelijk recht krijgt op een baan en begeleiding, met speciale aandacht voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit moet werkloosheid structureel tegengaan door actieve ondersteuning en het creëren van extra banen, vooral via sociale ontwikkelbedrijven.
“Iedereen krijgt recht op een baan en begeleiding. We zorgen voor een sociaal ontwikkelbedrijf met een volwaardig loon en goede cao. We investeren in werkontwikkelbedrijven waarmee we zorgen voor minimaal 40 duizend extra banen binnen deze bedrijven.”
“Iedereen die wil werken krijgt zo het recht op werk en een passend inkomen. Laagdrempelige ondersteuning en advisering over werk en (om)scholing in de buurt komt beschikbaar voor iedereen die dat wil.”
De SP stelt dat hogere lonen en uitkeringen leiden tot meer economische activiteit en minder armoede, waardoor werkloosheid afneemt. Door het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen te verhogen, wordt werken aantrekkelijker en neemt de afhankelijkheid van uitkeringen af.
“We verhogen het minimumloon direct naar 18 euro per uur en er komt een wettelijke ondergrens van 60 procent van het mediane loon van voltijds werkenden. Alle gekoppelde uitkeringen stijgen mee.”
“Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon.”
De SP ziet het gebrek aan vaste banen als een oorzaak van onzekerheid en werkloosheid. Door vaste contracten de norm te maken en flexwerk te beperken tot uitzonderingen, willen ze structurele werkloosheid en onzekerheid terugdringen.
De SP wil laagdrempelige ondersteuning en scholing aanbieden om mensen te helpen (opnieuw) aan het werk te komen, waarmee langdurige werkloosheid wordt voorkomen.
GroenLinks-PvdA wil werkloosheid tegengaan door een sterk sociaal vangnet, betere begeleiding naar werk en het lonender maken van werk. Ze pleiten voor een langdurigere WW, meer ontwikkelkansen en het vervangen van de Participatiewet door een menselijker systeem. Hun kernvisie is dat iedereen bestaanszekerheid verdient, ook bij baanverlies, en dat de stap van uitkering naar werk veilig en aantrekkelijk moet zijn.
GroenLinks-PvdA wil mensen die hun baan verliezen langduriger inkomenszekerheid bieden en het sociale vangnet toegankelijker en eerlijker maken. Ze keren zich tegen recente versoberingen van de WW en willen persoonlijke begeleiding en minder strenge verplichtingen, zodat mensen zonder angst voor armoede of bureaucratie kunnen zoeken naar nieuw werk.
“De asociale verkorting van de WW draaien we terug. Wij staan voor een langdurige WW van twee jaar. We verlengen de kortdurende WW voor mensen die een half jaar hebben gewerkt, van drie naar zes maanden.”
“We werken aan inkomenszekerheid en perspectief voor mensen die een beroep moeten doen op het sociale vangnet. De huidige Participatiewet wordt vervangen door een nieuwe Wet op de bestaanszekerheid, die garandeert dat iedereen voldoende inkomen heeft om van te leven, en vertrekt vanuit vertrouwen in mensen.”
“Het eerste jaar in de bijstand staat in het teken van persoonlijke ontwikkeling en groei. Er gelden lichtere eisen waardoor mensen zich geen zorgen hoeven te maken over het behoud van hun spaargeld, auto of hun huis. Dit geeft de hen mentale ruimte om met begeleiding vanuit de gemeente op zoek te gaan naar nieuw werk.”
De partij wil dat mensen zonder werk actief worden begeleid naar betaald werk, vrijwilligerswerk of beschutte banen, met extra aandacht voor mensen die niet direct regulier werk kunnen doen. Ook moet de stap van uitkering naar werk veilig zijn, met mogelijkheden om bij te verdienen en een terugvaloptie.
“We bieden passende begeleiding naar betaald werk. Mensen voor wie regulier werk (nog) niet haalbaar is, worden begeleid naar vrijwilligerswerk, een sociale werkvoorziening, beschut werk en basisbanen.”
“Werk moet daarnaast lonen en de stap uit de uitkering mag geen sprong in het diepe zijn. Daarom zorgen we voor een terugvaloptie en maken we het mogelijk om vanuit een uitkering bij te verdienen.”
GroenLinks-PvdA wil af van het wantrouwen richting mensen zonder werk. Ze schrappen verplichtingen zoals de zoekplicht voor jongeren en de taaleis, en willen dat fouten niet direct tot boetes leiden.
“Het uitgangspunt is dat mensen willen bijdragen en meedoen, en dat de overheid hen daarin ondersteunt in plaats van tegenwerkt. We stellen vertrouwen boven wantrouwen en schrappen verplichtingen zoals de zoekplicht voor jongeren en de taaleis.”
De partij erkent dat fouten van instanties als het UWV mensen in financiële onzekerheid hebben gebracht en wil deze schade herstellen zonder terugvorderingen.
“Door fouten van het UWV hebben tienduizenden mensen een te lage, te hoge of helemaal geen uitkering gekregen... De aangerichte schade moet worden hersteld. Hiervoor richten we een regeling in waarmee mensen belastingvrij gecompenseerd kunnen worden, zonder impact op toeslagen en andere regelingen. Daarnaast mogen mensen niet in financiële ellende terechtkomen omdat zij grote bedragen terug moeten betalen die ze te veel hebben ontvangen door fouten van de overheid. Terugvorderingen worden uitgesloten.”
JA21 ziet werkloosheid vooral als een gevolg van verkeerde prikkels in het belasting- en toeslagenstelsel, waardoor werken te weinig loont en mensen ontmoedigd worden om (meer) te werken. Hun belangrijkste voorstellen zijn het drastisch vereenvoudigen van het belastingstelsel, het activeren van mensen aan de kant via scholing en omscholing, en het beperken van arbeidsmigratie zodat het Nederlandse arbeidspotentieel beter wordt benut. De kern van hun visie is dat werken altijd meer moet opleveren dan niet werken, en dat het sociaal vangnet mensen moet activeren in plaats van afhankelijk maken.
JA21 stelt dat het huidige complexe belasting- en toeslagenstelsel mensen ontmoedigt om (meer) te werken, wat werkloosheid in stand houdt. Ze willen de marginale druk fors verlagen en het systeem vereenvoudigen, zodat werken altijd aantrekkelijker is dan niet werken.
“Werken levert vaak te weinig op door het complexe toeslagenstelsel. JA21 wil werknemers motiveren meer te werken, en pleit daarom voor een nieuw en sterk vereenvoudigd belastingstelsel, waarmee we de marginale druk fors verlagen – zo houden werkende Nederlanders meer over per verdiende euro.”
“Dat werken altijd meer oplevert dan niet werken.”
JA21 wil het volledige arbeidspotentieel benutten door mensen die nu werkloos zijn te activeren, onder meer via scholing en omscholing. Het sociaal vangnet moet gericht zijn op herstel van zelfstandigheid, niet op langdurige afhankelijkheid.
JA21 ziet ongerichte arbeidsmigratie als een belemmering voor het terugdringen van werkloosheid onder Nederlanders. Ze willen arbeidsmigratie beperken tot sectoren met echte tekorten en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.
“Een rem zetten op ongerichte arbeidsmigratie. We steunen arbeidsmigratie alleen waar écht tekorten zijn en waar goede huisvesting en naleving gegarandeerd zijn.”
“JA21 wil arbeidsmigratie daarom beperken en reguleren en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.”
JA21 vindt dat uitkeringen altijd gepaard moeten gaan met een verplichting om werk te zoeken of te hebben, zodat mensen niet langdurig werkloos blijven.
“Wel verplichten wij mensen er alles aan te doen om weer zelfstandig en zelfredzaam te worden. Zo kennen onze uitkeringen een verplichting om werk te zoeken of werk te hebben.”
BBB ziet werkloosheid momenteel als relatief laag, maar wil het arbeidspotentieel verder benutten en de arbeidsmarkt hervormen om iedereen te laten meedoen. De partij zet in op het stimuleren van vaste banen, het verminderen van bureaucratie rond sociale zekerheid, en het activeren van mensen die nu nog aan de kant staan. Scholing, regionale spreiding van werk en het waarderen van álle vormen van arbeid zijn centrale pijlers.
BBB erkent dat ondanks lage werkloosheid, er nog veel mensen aan de kant staan en het arbeidspotentieel niet volledig wordt benut. De partij wil mensen die in Nederland wonen activeren om naar vermogen mee te doen en bijdragen, met bijzondere aandacht voor migranten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
“De huidige arbeidsmarkt kent een lage werkloosheid en veel vacatures. Maar ook een hoog ziekteverzuim, een groeiend aantal WIA en Wajonguitkeringen en veel arbeidsmigranten.”
“Tegelijkertijd wordt het arbeidspotentieel van migranten die hier al verblijven zo’n 330.000 mensen onvoldoende benut. BBB vindt dat Nederland meer werk moet maken van het activeren van mensen die hier al zijn. Wie hier woont, moet naar vermogen meedoen en bijdragen.”
BBB wil de arbeidsmarkt hervormen zodat vaste contracten aantrekkelijker worden en flexibele contracten minder onzeker. Dit moet het aannemen van personeel stimuleren en zo werkloosheid verder terugdringen.
“Hierbij hanteren we als uitgangspunt dat vaste arbeidscontracten minder vast worden en flexibele arbeidscontracten minder flexibel worden. Op dit moment is het voor veel kleinere bedrijven moeilijk en risicovol om mensen in vaste dienst te nemen. Dit willen we veranderen, wat volgens ons in de huidige arbeidsmarkt ook goed mogelijk is.”
Om werkloosheid structureel te voorkomen, wil BBB investeren in scholing die aansluit bij de behoeften van de regio en het benutten van lokaal arbeidspotentieel. Dit moet de kloof tussen regio’s en tussen praktijk en theorie verkleinen.
“Scholing en innovatie moeten aansluiten bij de behoeften van de regio én de kracht van mensen.”
BBB wil het sociale vangnet behouden, maar de uitvoering eenvoudiger en menselijker maken zodat mensen sneller en beter geholpen worden bij werkloosheid, zonder te verdwalen in bureaucratie.
De Partij voor de Dieren wil werkloosheid structureel verminderen door bestaanszekerheid te vergroten, sociale zekerheid te verbeteren en drempels naar werk te verlagen, vooral voor kwetsbare groepen. Ze pleiten voor het versoepelen van sollicitatieplichten, het toegankelijker maken van uitkeringen en het stimuleren van betekenisvol werk en scholing. Hun visie is dat iedereen recht heeft op een volwaardig inkomen en eerlijke kansen op de arbeidsmarkt, ongeacht achtergrond of beperking.
De PvdD wil de sollicitatieplicht voor bepaalde groepen afschaffen en alternatieven zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg erkennen als waardevolle voorbereiding op betaald werk. Dit verlaagt de druk op werklozen en erkent bredere maatschappelijke bijdragen, waardoor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt meer ruimte krijgen om op eigen tempo terug te keren.
“We schaffen de sollicitatieplicht voor 60-plussers af. Ook werklozen die mantelzorg verlenen hoeven niet langer verplicht te solliciteren. Vrijwilligerswerk en stages worden erkend als waardevolle voorbereiding op betaald werk, ook als deze niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt zijn gericht.”
De partij wil uitkeringen zoals de WIA toegankelijker maken en het vangnet voor mensen met een beperking of langdurige arbeidsongeschiktheid verbeteren. Dit moet bestaanszekerheid bieden en voorkomen dat mensen door werkloosheid in armoede raken, met speciale aandacht voor gelijke behandeling ongeacht inkomen.
“Het recht op WIA wordt toegankelijker: vanaf 15% arbeidsongeschiktheid.”
“We herzien het vangnet voor mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn (WIA). Op dit moment hebben mensen met een hoog inkomen vaker en langer recht op een uitkering dan mensen met een lager inkomen. Dat is onrechtvaardig. Een sociaal vangnet moet iedereen gelijkwaardig behandelen.”
De PvdD wil dat mensen met een beperking recht krijgen op betekenisvol werk met goede begeleiding en een volwaardig inkomen. Dit verlaagt structurele werkloosheid onder deze groep en bevordert inclusie op de arbeidsmarkt.
“Mensen met een beperking krijgen recht op werk via sociale werkvoorzieningen met betekenisvol werk dicht bij huis, goede begeleiding en een volwaardig inkomen.”
“We zorgen voor betere ondersteuning op de werkvloer en toegankelijke werkplekken voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld prikkelarme ruimtes voor neurodivergente mensen.”
Om mensen die hun baan verliezen meer zekerheid te bieden en de overgang naar nieuw werk te vergemakkelijken, wil de PvdD de duur van de kortdurende WW-uitkering verlengen.
“We verlengen de kortdurende WW naar zes maanden.”
Volt wil werkloosheid terugdringen door actiever mensen te begeleiden naar kansrijke beroepen, het makkelijker maken voor asielzoekers en statushouders om te werken, en het invoeren van een basisinkomen dat armoede en werkloosheid vermindert. De partij legt nadruk op het benutten van onbenut talent, het stimuleren van om- en bijscholing, en het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt waarin iedereen kan meedoen. Volt kiest voor concrete maatregelen zoals het afschaffen van de tewerkstellingsvergunning en het recht op werk vanaf dag één voor asielzoekers.
Volt wil mensen die aan de zijlijn staan actief begeleiden naar sectoren met personeelstekorten, zoals zorg, onderwijs en techniek. Hiermee wil de partij zowel werkloosheid verminderen als maatschappelijke tekorten aanpakken.
“We zorgen voor actieve werkbegeleiding naar kansrijke beroepen voor mensen die aan de zijlijn staan, zoals in de zorg, het onderwijs of de techniek. Zo pakken we tegelijkertijd de grote arbeidskrachtentekorten en uitdagingen van onze tijd aan.”
“We willen dat mensen die langs de kant staan beter worden begeleid naar maatschappelijk cruciale beroepen. Volt wil dat de taakstelling van het werkbedrijf van het UWV op zo’n manier wordt aangepast dat deze vorm van begeleiding van mensen de primaire taak wordt.”
Volt wil werkloosheid onder asielzoekers en statushouders tegengaan door hen direct toegang tot de arbeidsmarkt te geven, onder andere door het afschaffen van de tewerkstellingsvergunning en het verstrekken van een BSN vanaf dag één.
“Onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’, krijgen asielzoekers vanaf dag één een burgerservicenummer (BSN) en de mogelijkheid om te werken, en wordt de Tewerkstellingsvergunning afgeschaft.”
“We maken het gemakkelijker voor asielzoekers en statushouders om te werken of om betaalde beroepsopleidingen of ontwikkeltrajecten te volgen.”
Volt ziet het basisinkomen als een instrument om armoede en werkloosheid te verminderen, door financiële zekerheid te bieden en mensen in staat te stellen zich te richten op werk en ontwikkeling.
“Toen de partij het basisinkomen meenam in de CPB-doorrekeningen van 2023, halveerde dit plan ook de armoede van 6.1% naar 2.8% en daalde de werkloosheid.”
Volt onderzoekt of zelfstandigen ook ondersteund kunnen worden bij werkloosheid, zodat zij een stevig vangnet krijgen vergelijkbaar met werknemers.
“We onderzoeken of we zzp’ers ook kunnen ondersteunen bij werkloosheid, waardoor ze een stevig vangnet krijgen.”
BIJ1 ziet werkloosheid als een structureel probleem veroorzaakt door een oneerlijk economisch systeem en pleit voor het recht op werk met fatsoenlijke voorwaarden voor iedereen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het invoeren van basisbanen, het afschaffen van sancties en tegenprestaties in de bijstand, en het investeren in scholing en sociale ontwikkelbedrijven om mensen duurzaam aan werk te helpen. De kern van hun visie is dat werk een recht is en dat iedereen toegang moet hebben tot passend werk zonder angst voor straf of uitsluiting.
BIJ1 wil werk als een recht garanderen door de overheid verantwoordelijk te maken voor het creëren van basisbanen met fatsoenlijk salaris. Dit moet niet alleen werkloosheid tegengaan, maar ook bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen zoals de energietransitie en wooncrisis.
“Van werk maken we een recht met een basisbaan. Iedereen heeft het recht op werk met een fatsoenlijk salaris, en daar gaat de overheid voor zorgen. Dit is een van de belangrijke middelen om grote uitdagingen als de overstap naar schone en hernieuwbare energie en de wooncrisis aan te pakken.”
BIJ1 stelt dat het huidige bijstandsbeleid mensen belemmert om uit de werkloosheid te komen door straffen, verplichtingen en verrekeningen. Ze willen deze belemmeringen afschaffen zodat mensen zonder angst en met meer regie kunnen werken aan hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
“Tegenprestaties en sancties voor mensen in de bijstand schaffen we af.”
“Ook stoppen de verrekeningen in de bijstand bij parttime inkomen. Zodat mensen in de bijstand in plaats dat ze hiervoor gestraft worden hun parttime inkomen juist kunnen gebruiken om weer op eigen benen te staan.”
Om werkloosheid structureel te bestrijden, wil BIJ1 investeren in scholingsprogramma’s en sociale ontwikkelbedrijven, met speciale aandacht voor mensen met een handicap of afstand tot de arbeidsmarkt. Dit moet talent benutten en mensen duurzaam aan passend werk helpen.
De VVD wil werkloosheid terugdringen door werken financieel aantrekkelijker te maken en de sociale zekerheid activerender in te richten. De partij stelt voor om uitkeringen minder snel te laten stijgen dan lonen, strengere eisen te stellen aan uitkeringsgerechtigden, en werkgevers te stimuleren sneller mensen aan te nemen. Het doel is dat werken altijd loont en dat mensen sneller uit de werkloosheid komen.
De VVD vindt dat het verschil tussen werken en een uitkering groter moet worden, zodat mensen meer gestimuleerd worden om te werken en minder afhankelijk zijn van uitkeringen. Dit moet werkloosheid verminderen doordat de financiële prikkel om te werken sterker wordt.
“De huidige koppeling tussen minimumloon en uitkeringen zorgt ervoor dat veel werkenden er nooit méér op vooruit mogen gaan dan uitkeringsgerechtigden. Wij laten deze koppeling los en herstellen het verschil tussen werk en uitkering. Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
“We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen. Dit uitkeringsplafond zorgt ervoor dat werken altijd loont.”
De VVD wil de sociale zekerheid zo inrichten dat mensen sneller aan het werk gaan en minder lang werkloos blijven. Dit gebeurt door strengere eisen te stellen aan uitkeringsgerechtigden en door de werkloosheidswet te hervormen.
“We zetten het mes in bureaucratische regels, moderniseren de werkloosheidswet door deze meer activerend te maken en geven meer ruimte voor maatwerk in cao’s, door de transitievergoeding niet langer verplicht te stellen. Zo zorgen we ervoor dat het makkelijker wordt om mensen in dienst te nemen, dat mensen sneller een baan vinden en dat er ruimte is voor afspraken die passen bij het bedrijf en de werknemer.”
“Van iedereen in de bijstand verwachten we dat ze hun best doen om hun bijdrage te leveren aan Nederland. Daarom scherpen we de Participatiewet en het toeslagenbeleid aan. Wie onvoldoende Nederlands spreekt en geen moeite doet om dit te leren, wordt fors op de uitkering gekort. Er komt een extra korting bij het langdurig niet voldoen aan de taaleis. Uitkeringsgerechtigden die een geschikte baan weigeren, worden ook gekort.”
De VVD wil dat gemeenten zich richten op intensieve begeleiding van mensen die de meeste kans hebben om snel uit de werkloosheid te komen, zodat deze groep sneller aan het werk gaat.
“We willen dat mensen in de bijstand, autochtoon of nieuwkomer, actief aan een baan worden geholpen, waarbij we naar Rotterdams model kiezen voor focus op intensieve hulp voor mensen die het meest kans hebben om snel aan het werk te gaan.”
50PLUS ziet werkloosheid onder ouderen vooral als gevolg van leeftijdsdiscriminatie en onvoldoende kansen op de arbeidsmarkt. De partij wil bedrijven stimuleren om ouderen aan te nemen, investeert in scholing voor oudere werknemers en pleit voor een sociaal stelsel dat 50-plussers beschermt en motiveert in plaats van uitsluit. Concrete voorstellen zijn financiële prikkels voor werkgevers, scholingsprogramma’s en maatregelen tegen vroegtijdige uitval.
50PLUS wil werkloosheid onder ouderen tegengaan door werkgevers financieel te prikkelen om 50-plussers in dienst te nemen, bijvoorbeeld via belastingvoordelen of subsidies. Dit moet de drempel verlagen om oudere werkzoekenden aan te nemen en zo hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
De partij erkent dat bij- en omscholing essentieel is om werkloosheid onder ouderen te voorkomen. Door speciale scholingsprogramma’s te bieden, wil 50PLUS de vaardigheden van oudere werknemers up-to-date houden en hun inzetbaarheid vergroten.
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
Om te voorkomen dat ouderen werkloos raken door ziekte of ontslag, wil 50PLUS maatregelen nemen die de arbeidsparticipatie van 50-plussers verhogen. Dit draagt bij aan het verminderen van werkloosheid in deze groep.
“Maatregelen om te zorgen dat 50-plussers niet vroegtijdig uitvallen door ziekte of ontslag, om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen.”
50PLUS pleit voor een sociaal vangnet dat 50-plussers niet uitsluit of straft, maar juist ondersteunt en motiveert om (weer) aan het werk te gaan. Dit is een principiële keuze tegen uitsluiting en voor het benutten van ervaring op de arbeidsmarkt.
“50PLUS wil een sociaal stelsel dat beschermt, ondersteunt en motiveert en niet uitsluit of straft, zoals nu nog vaak het geval is.”
D66 ziet werkloosheid vooral als een tijdelijk probleem dat sneller kan worden opgelost door betere ondersteuning bij het vinden van nieuw werk en het aantrekkelijker maken van werken. Ze willen de werkloosheidsuitkering (WW) aanpassen zodat mensen bij werkloosheid direct een hogere uitkering krijgen, maar de uitkeringsduur wordt korter omdat mensen volgens D66 tegenwoordig sneller nieuw werk vinden. Daarnaast zet D66 in op hogere lonen, lagere belastingen en het stimuleren van overstap naar sectoren met personeelstekorten.
D66 wil de werkloosheidsuitkering moderniseren: wie werkloos wordt, krijgt direct een hogere uitkering om inkomensverlies te beperken, maar de uitkeringsduur wordt korter omdat mensen sneller nieuw werk vinden. Dit moet de overgang naar nieuw werk versoepelen en werkloosheid verkorten.
“We passen de Werkloosheidsuitkering (WW) aan, zodat die beter past bij deze tijd. Wie werkloos wordt, krijgt direct aan het begin een hogere uitkering, zodat de terugval in inkomen kleiner is. De duur van de uitkering wordt korter, omdat mensen tegenwoordig vaak sneller dan vroeger een nieuw werk vinden.”
D66 wil werkloosheid tegengaan door werken aantrekkelijker te maken via hogere lonen, lagere belastingen en het actief stimuleren van overstap naar sectoren met grote personeelstekorten, zoals zorg, onderwijs en techniek.
“D66 wil een landelijke krapteaanpak. Samen met werkenden, ondernemers en de overheid stimuleren we mensen om over te stappen naar beroepen waar de krapte het grootst is. We beginnen met de zorg, het onderwijs en de techniek.”
“Als je werkt, verdien je een goed en eerlijk loon. D66 zorgt daarom voor hogere lonen en lagere belastingen.”
D66 wil de stap van uitkering naar werk vergemakkelijken, bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk of deeltijdwerk, zodat mensen sneller weer aan het werk komen en werkloosheid wordt teruggedrongen.
“We maken de stap naar werk vanuit een uitkering makkelijker, bijvoorbeeld via vrijwillers- of deeltijdwerk.”
NSC wil werkloosheid terugdringen door mensen sneller te begeleiden naar nieuw werk, omscholing te stimuleren en de WW-duur te handhaven op maximaal twee jaar. Ze zetten in op persoonlijke ontwikkelbudgetten, sectorale omschoolbanen en gerichte ondersteuning voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De kern van hun visie is dat werkzekerheid en duurzame inzetbaarheid centraal staan, met actieve samenwerking tussen overheid, werkgevers en werknemers.
NSC wil dat mensen die werkloos raken snel weer aan het werk kunnen door gerichte begeleiding en omscholing, vooral naar sectoren met personeelstekorten. De WW-duur blijft maximaal twee jaar, maar de nadruk ligt op snelle re-integratie en het creëren van omschoolbanen.
“De duur van een werkloosheidsuitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) blijft gehandhaafd op maximaal twee jaar. We helpen mensen die in de WW terecht komen snel een nieuwe baan te vinden door hen eerder en gerichter te begeleiden. Samen met werkgevers creëren we omschoolbanen in sectoren waar een personeelstekort is. Zo krijgen werklozen sneller uitzicht op een nieuwe baan en inkomen.”
Om werkloosheid te voorkomen en werkzoekenden sneller inzetbaar te maken, stelt NSC voor dat alle werkenden en werkzoekenden een persoonlijk ontwikkelbudget krijgen. Als dit niet toereikend is, vullen UWV en gemeenten dit aan, vooral voor sectoren met grote tekorten.
“Het UWV en gemeentelijke diensten stellen geld beschikbaar voor de zogeheten ‘sectorale ontwikkelpaden’ (die zijn opgesteld voor beroepen in sectoren die schreeuwen om personeel) als het persoonlijk ontwikkelbudget van werkzoekenden onvoldoende is. De SLIM-scholingssubsidie wordt hiervoor uitgebreid en gerichter ingezet.”
NSC wil werkloosheid onder mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt aanpakken door het aantrekkelijker te maken voor werkgevers om deze groep aan te nemen, onder andere via loonkostensubsidies, jobcoaching en uitbreiding van beschutte werkplekken.
“Er komt een nieuw aanvalsplan om arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om zo hun talenten beter te benutten. Het moet voor werkgevers veel aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen (door omscholing, no riskpolis, loonkostensubsidie, jobcoaching). Het aantal beschutte plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt uitgebreid...”
NSC wil dat werkgevers eerst investeren in het aan het werk helpen van Nederlandse werkzoekenden, voordat ze arbeidsmigranten inzetten. Gemeenten krijgen middelen om deze groep te begeleiden naar werk.
“Nog genoeg werkzoekenden staan aan de kant in ons eigen land, hen willen we stimuleren en opleiden zodat ze inzetbaar worden. We voeren daarom naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in op de inzet van arbeidsmigranten. Met de opbrengsten kunnen gemeenten mensen in Nederland aan het werk helpen die nu nog langs de kant staan, zoals statushouders en werklozen in de bijstand.”
De SGP ziet werkloosheid als een probleem dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen door mensen te stimuleren en te ondersteunen om aan het werk te gaan. De partij stelt een werkoffensief voor, wil de werkloosheidsuitkering hervormen en legt nadruk op snelle terugkeer naar werk, met een vangnet voor wie echt niet kan werken. Tegelijkertijd wordt de duur van de werkloosheidsuitkering beperkt en de inkomensval bij werkloosheid verzacht.
De SGP wil actief beleid voeren om mensen die nu aan de kant staan, weer aan het werk te helpen, vooral gezien de krappe arbeidsmarkt. Dit moet werkloosheid terugdringen en de arbeidsparticipatie verhogen.
“Een werkoffensief moet ervoor zorgen dat mensen die in deze krappe arbeidsmarkt aan de kant zitten weer aan het werk gaan.”
De partij vindt dat burgers zoveel en zo snel mogelijk werk moeten accepteren en wil het recht op bijstand beperken tot wie echt niet kan werken. Gemeenten en UWV krijgen meer middelen om dit te toetsen.
“Uitgangspunt moet zijn dat burgers zoveel en zo snel mogelijk werk aanvaarden.”
“Alleen mensen die zelf echt niet kunnen rondkomen hebben recht op een uitkering. Voor wie wel kan maar niet wil werken, vervalt het recht op bijstand. Gemeenten en UWV krijgen middelen om hierop beter te toetsen.”
De SGP wil de werkloosheidsuitkering hervormen: deze begint hoger, wordt sneller afgebouwd en de maximale duur wordt beperkt tot één jaar. Zo wordt de overgang naar werk minder financieel pijnlijk, maar langdurige werkloosheid minder aantrekkelijk.
“De werkloosheidsuitkering begint hoger en wordt trapsgewijs afgebouwd, zodat de inkomensval bij werkloosheid kleiner wordt. De duur van de werkeloosheidsuitkering gaat naar één jaar, waarbij de opbouw van rechten over een langere periode verloopt.”
DENK ziet het vergroten van bestaanszekerheid en het tegengaan van armoede als kern in het voorkomen en bestrijden van werkloosheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verhogen van het minimumloon, het behouden en verhogen van werkloosheidsuitkeringen, en het stimuleren van vaste contracten voor meer inkomenszekerheid. DENK wil zo zorgen dat mensen niet in onzekerheid of armoede terechtkomen bij werkloosheid en dat werken loont.
DENK wil dat werkloosheidsuitkeringen meestijgen met de prijzen en gekoppeld blijven aan het minimumloon, zodat mensen bij werkloosheid hun koopkracht behouden. Dit moet voorkomen dat werkloosheid direct leidt tot armoede.
“Werkloosheids uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
DENK wil de arbeidsmarkt hervormen zodat meer mensen een vast contract krijgen en inkomenszekerheid hebben, om zo de onzekerheid en risico’s van werkloosheid te verminderen.
“Wij willen dat er meer zekerheid is voor mensen op de arbeidsmarkt. Daarom willen wij het financieel aantrekkelijker maken voor werkgevers om een vast contract aan te bieden aan hun werknemers.”
DENK is tegen het verminderen van ontslagbescherming en wil de duur van de WW behouden, zodat mensen bij werkloosheid beter beschermd zijn.
“Wij willen dat zekerheden op de arbeidsmarkt voor werknemers behouden blijven. Dat betekent dat wij ons uitspreken tegen een vermindering van de ontslagbescherming en dat wij behoud willen van de WW duur.”
Het PVV-verkiezingsprogramma bevat nauwelijks expliciet beleid of concrete voorstellen gericht op het aanpakken van werkeloosheid. De partij legt vooral de nadruk op het beperken van uitkeringen voor niet-Nederlandstaligen en het tegengaan van misbruik van sociale voorzieningen, maar biedt geen uitgewerkte plannen voor het creëren van banen of het direct terugdringen van werkeloosheid. De focus ligt primair op restrictief migratiebeleid en het aanscherpen van uitkeringsvoorwaarden.
De PVV koppelt het recht op bijstand aan het beheersen van de Nederlandse taal, met als doel de instroom in de bijstand te beperken en werkeloosheid onder niet-Nederlandstaligen te ontmoedigen. Dit standpunt adresseert werkeloosheid indirect door de toegang tot sociale voorzieningen te beperken voor bepaalde groepen.
“Geen bijstand voor wie geen Nederlands spreekt”
De PVV wil uitkeringen stopzetten bij misbruik, fraude of crimineel gedrag, vooral als mensen geen werk hebben maar wel overduidelijk dure bezittingen tonen. Dit is bedoeld om misbruik van het sociale stelsel te ontmoedigen, maar biedt geen structurele oplossing voor werkeloosheid.
“De PVV is voorstander van een keiharde 'patseraanpak': wie bijvoorbeeld geen werk heeft en een uitkering ontvangt, maar wél in een nieuwe dikke auto rondrijdt of andere dure spullen heeft waarvan de herkomst niet verklaard kan worden, heeft een probleem. De uitkering wordt stopgezet; de spullen worden ingevorderd en de herkomst ervan onderzocht.”