De VVD is geen voorstander van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Integendeel, de partij wil het basispakket beperken tot alleen de meest effectieve behandelingen en kritisch toetsen wat er wordt vergoed. Alternatieve zorg wordt dus eerder uitgesloten dan uitgebreid binnen het basispakket.
De VVD wil het basispakket beperken tot behandelingen die bewezen effectief zijn, om zo de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te waarborgen. Dit betekent dat alternatieve gezondheidszorg, die vaak niet wetenschappelijk bewezen effectief is, juist minder kans maakt op vergoeding.
“De VVD wil het basispakket beperken tot de meest effectieve behandelingen, zodat de patiënt altijd de meest passende zorg krijgt. Om dit te bereiken, toetsen we steviger op wat er in het basispakket komt. Dit leidt tot een kleiner basispakket, maar vooral tot betere zorg.”
“We vergoeden alleen effectieve en gecontracteerde zorg en kijken kritisch of behandelingen in het basispakket wel het meest effectief zijn.”
“Behandelingen in welzijn en de gezondheidszorg worden beoordeeld op de toegevoegde waarde van de behandeling ten opzichte van de bestaande alternatieven en maatschappelijke kosten.”
“Behandelingen in de gezondheidszorg worden beoordeeld op de toegevoegde waarde van de behandeling ten opzichte van de bestaande alternatieven en maatschappelijke kosten.”
Het CDA is géén voorstander van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. In het verkiezingsprogramma wordt juist benadrukt dat alleen bewezen effectieve zorg in het basispakket wordt verzekerd en dat niet-effectieve zorg uit het pakket moet verdwijnen. Het CDA kiest voor strenge toetsing op effectiviteit en transparantie, en wil het Zorginstituut meer bevoegdheden geven om niet-effectieve zorg uit te sluiten.
Het CDA vindt dat alleen zorg waarvan de effectiviteit is bewezen, vergoed moet worden vanuit het basispakket. Dit betekent dat alternatieve gezondheidszorg, die vaak niet wetenschappelijk bewezen effectief is, juist niet (meer) vergoed wordt. Het CDA wil het Zorginstituut Nederland strenger laten toetsen en vaker het bestaande pakket evalueren om niet-effectieve zorg uit te sluiten.
“In het basispakket verzekeren we bewezen effectieve zorg. Het Zorginstituut Nederland moet strenger en transparanter toetsen bij toelating en vaker het bestaande pakket evalueren, mede op basis van data en transparantie over prestaties. Bewezen niet-effectieve zorg moet uit het pakket.”
“We willen de bevoegdheden van het Zorginstituut daartoe vergroten.”
De ChristenUnie benoemt in haar verkiezingsprogramma geen expliciet standpunt over het uitbreiden van vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma legt de nadruk op passende, bewezen effectieve zorg in het basispakket en op het tegengaan van overbehandeling, zonder specifieke aandacht voor alternatieve geneeswijzen of ruimere vergoeding daarvan. Er zijn geen concrete voorstellen of uitspraken gevonden die pleiten voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg.
De ChristenUnie wil dat alleen zorg die bewezen effectief is en bijdraagt aan een betekenisvol leven wordt vergoed vanuit het basispakket. Het Zorginstituut krijgt meer instrumenten om te sturen op passende zorg, wat impliceert dat alternatieve zorg zonder bewezen effectiviteit juist niet (meer) vergoed zal worden. Dit standpunt adresseert het probleem van stijgende zorgkosten en overbehandeling, en legt de nadruk op wetenschappelijke onderbouwing.
“Kosten-effectiviteitsstudies die bepalend zijn voor de keuzes voor het zorgverzekeringspakket nemen daarom ook een betekenisvol leven als uitgangspunt. Het Zorginstituut krijgt meer instrumenten om dit te sturen zodat alleen passende zorg in het zorgverzekeringspakket zit.”
“Bovendien staat van te veel medische behandelingen niet vast of ze effectief zijn en voor wie.”
D66 is géén voorstander van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Integendeel, D66 wil juist géén zorg meer vergoeden die niet bewezen effectief is, en stelt expliciet dat alleen bewezen effectieve zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Het programma bevat geen voorstellen om alternatieve of complementaire zorg ruimer te vergoeden.
D66 vindt dat zorg alleen vergoed moet worden als deze bewezen effectief is. Dit betekent dat alternatieve gezondheidszorg, waarvoor de effectiviteit vaak niet wetenschappelijk is aangetoond, juist wordt uitgesloten van vergoeding. D66 wil hiermee verspilling tegengaan en de kwaliteit van zorg waarborgen.
Forum voor Democratie (FVD) noemt in haar verkiezingsprogramma geen expliciet standpunt over het verhogen van vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma benadrukt vooral keuzevrijheid voor arts en patiënt, minder bureaucratie, en het terugbrengen van reguliere zorg (zoals fysiotherapie, anticonceptie en tandzorg) in het basispakket, maar noemt alternatieve geneeswijzen niet concreet. Er zijn geen voorstellen gevonden die pleiten voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg.
FVD wil dat artsen en patiënten meer vrijheid krijgen in het kiezen van behandelingen, zonder inmenging van zorgverzekeraars of managers. Dit kan in theorie ruimte bieden voor alternatieve zorg, maar het programma noemt nergens expliciet dat alternatieve geneeswijzen (zoals homeopathie, acupunctuur, etc.) meer vergoed moeten worden of in het basispakket komen.
“We vergroten de vrijheid van artsen om behandelingen voor te stellen, zodat medische keuzes weer bij de professional en de patiënt liggen, zonder overdreven controledrift van zorgverzekeraars.”
“Forum voor Democratie wil dat zorgprofessionals weer de ruimte krijgen om naar eigen inzicht behandelingen voor te stellen, zonder dat verzekeraars of managers hen tegenhouden.”
GroenLinks-PvdA noemt in haar verkiezingsprogramma geen expliciete steun voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma richt zich vooral op het uitbreiden van het basispakket met reguliere zorg zoals tandarts en fysiotherapie, en op het verbeteren van de toegankelijkheid en solidariteit in de zorg. Er worden geen concrete voorstellen gedaan om alternatieve geneeswijzen of complementaire zorg meer te vergoeden.
GroenLinks-PvdA wil het basispakket uitbreiden met meer reguliere zorg, zoals tandarts en fysiotherapie, maar noemt alternatieve gezondheidszorg niet. De focus ligt op noodzakelijke en bewezen effectieve zorg, niet op alternatieve behandelwijzen.
“Een bezoek aan de tandarts of de fysiotherapeut wordt weer vergoed uit het basispakket.”
“Brillen voor kinderen en spraakcomputers komen in het basispakket.”
JA21 doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma richt zich vooral op betaalbaarheid, efficiëntie en het schrappen van overbodige behandelingen, zonder specifieke aandacht voor alternatieve zorg of uitbreiding van vergoedingen daarvoor.
JA21 benoemt nergens expliciet steun voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Integendeel, de partij wil juist overbodige behandelingen zonder meerwaarde schrappen en de zorguitgaven beperken. Dit wijst erop dat JA21 geen voorstander is van het uitbreiden van vergoedingen voor alternatieve zorg.
De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit voor een zorgsysteem met een bredere dekking in het basispakket, waarbij preventie, mondzorg, fysiotherapie en bepaalde niet-volledig getoetste behandelingen worden vergoed. Hoewel het programma inzet op meer keuzevrijheid en toegankelijkheid, wordt alternatieve gezondheidszorg niet expliciet genoemd; de partij wil echter dat behandelingen zonder volledig wetenschappelijk bewijs in sommige gevallen toch worden vergoed. De kern van hun visie is een eerlijk, toegankelijk en preventiegericht zorgstelsel, met minder macht voor verzekeraars en meer publieke regie.
PvdD wil het basispakket uitbreiden met meer vormen van zorg, waaronder behandelingen die nog niet volledig wetenschappelijk zijn getoetst, mits er geen alternatief is. Dit kan ruimte bieden aan sommige vormen van alternatieve gezondheidszorg, maar wordt niet expliciet als zodanig benoemd. De partij adresseert hiermee het probleem dat patiënten soms geen toegang hebben tot behandelingen buiten het reguliere aanbod.
“Het Zorginstituut Nederland toetst alle zorg dat uit het basispakket vergoed wordt. Voor sommige aandoeningen is er meer tijd nodig om kennis en bewijs over de behandelingen te vergaren. Patiënten in zulke situaties hebben vaak geen alternatief dan een behandeling die nog niet volledig getoetst is. Ook deze behandelingen moeten vanuit het basispakket vergoed worden, zodat iedereen toegang tot een behandeling heeft.”
De partij wil dat preventieve zorg, mondzorg, fysiotherapie en anticonceptie volledig worden vergoed vanuit een nieuw zorgfonds. Hoewel alternatieve zorg niet expliciet wordt genoemd, kan deze bredere dekking ruimte bieden voor niet-reguliere vormen van zorg als ze onder preventie of begeleiding vallen.
“We komen met een zorgfonds met een uitgebreide dekking, ook voor mondzorg, fysiotherapie en (definitieve) anticonceptie. Het zorgstelsel en de bijbehorende vergoedingen van verzekeraars zijn te veel gericht op behandelingen en medicatie. Uitgaven voor of kosten van preventie – zoals de diëtist, verslavingszorg en hulp bij stoppen met roken – komen in het basispakket en worden volledig vergoed.”
De SP pleit voor een collectief zorgstelsel waarin bewezen preventieve zorg volledig wordt vergoed, maar noemt alternatieve gezondheidszorg niet expliciet. Het programma richt zich op het vergoeden van bewezen preventieve zorg en het uitbreiden van het basispakket met reguliere zorgvormen zoals tandarts, fysiotherapie en ggz, zonder concrete voorstellen voor meer vergoedingen voor alternatieve geneeswijzen.
De SP wil dat alle bewezen preventieve zorg volledig wordt vergoed en opgenomen in het basispakket. Dit betekent dat alleen zorg waarvan de effectiviteit wetenschappelijk is aangetoond, voor vergoeding in aanmerking komt. Alternatieve gezondheidszorg wordt niet genoemd, wat impliceert dat de SP geen voorstander is van meer vergoedingen voor alternatieve zorg zonder bewezen effectiviteit.
“Alle bewezen preventieve zorg, zoals controles bij de tandarts, stoppenmet rokenprogramma’s en leefstijlbegeleiding, wordt volledig vergoed.”
De SP wil het basispakket uitbreiden met reguliere zorgvormen zoals tandarts, fysiotherapie en ggz, maar noemt alternatieve zorg niet. De focus ligt op het toegankelijk maken van reguliere, wetenschappelijk onderbouwde zorg voor iedereen.
“Er komt een nationaal zorgfonds, waarin ook de tandarts, de fysiotherapeut en de ggz zijn opgenomen.”
BBB is geen voorstander van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Integendeel, BBB wil alle niet-wetenschappelijk bewezen zorg, zoals homeopathie, uit de basisverzekering schrappen en alleen via aanvullende verzekeringen beschikbaar laten zijn. De partij pleit voor strengere selectie op bewezen effectiviteit en wil dat alleen werkzame zorg wordt vergoed vanuit het basispakket.
BBB vindt dat alleen zorg waarvan de effectiviteit wetenschappelijk is aangetoond, in de basisverzekering thuishoort. Alternatieve zorg zoals homeopathie wordt uitgesloten van vergoeding uit het basispakket en kan alleen nog via aanvullende verzekeringen worden afgenomen. Dit moet de kosten drukken en de kwaliteit van de zorg verhogen.
“Alle bewezen niet werkzame zorg gaat uit de basisverzekering. Hierdoor kunnen de kosten van de basisverzekering voor iedereen omlaag en kunnen mensen die toch homeopathie of andere niet wetenschappelijk bewezen zorg willen, kiezen voor een aanvullende verzekering die hen past. Hierin willen wij strengere selectie vanuit het Zorginstituut Nederland (ZiN), met alle therapieën die niet beter presenteren dan placebo, geschrapt.”
BVNL spreekt zich in het verkiezingsprogramma niet expliciet uit vóór meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma legt de nadruk op keuzevrijheid, minder overheidsbemoeienis en het afschaffen van zorg in natura ten gunste van persoonsgebonden budgetten (PGB), waarmee patiënten zelf hun zorg kunnen kiezen en inkopen. Er worden geen concrete voorstellen gedaan om alternatieve zorgvormen meer te vergoeden of te stimuleren.
BVNL wil alle zorg aanbieden via persoonsgebonden budgetten in plaats van zorg in natura, zodat mensen zelf kunnen bepalen welke zorg zij inkopen. Dit kan in theorie ruimte bieden voor alternatieve zorg, maar het programma noemt nergens expliciet dat alternatieve zorg meer vergoed moet worden of een ruimere plek krijgt in het basispakket. De focus ligt op autonomie en minder overheidssturing, niet op uitbreiding van vergoedingen voor alternatieve zorg.
“Zorg in natura wordt afgeschaft en alle zorg gaat worden aangeboden via een Persoonsgebonden Budget (PGB). Dit geeft zorgbehoevenden regie over hun zorgtraject, vermindert bureaucratie en sluit aan bij het streven van BVNL naar minder overheidsbemoeienis en meer individuele autonomie.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma richt zich op uitbreiding van het basispakket met reguliere zorgvormen zoals mondzorg, tandheelkundige controles en fysiotherapie, maar noemt alternatieve geneeswijzen of alternatieve zorg niet expliciet. Er zijn geen standpunten of beleidsmaatregelen gevonden die pleiten voor meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg.
DENK benoemt nergens in het programma alternatieve gezondheidszorg of vergoedingen daarvoor. De partij focust op het uitbreiden van het basispakket met reguliere zorg en het verbeteren van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van bestaande zorgvormen. Er is geen bewijs in de aangeleverde fragmenten dat DENK voorstander is van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg.
“Wij breiden het basispakket uit. Mondzorg, tandheelkundige controles en fysiotherapie komen terug in het pakket.”
NSC is kritisch over niet-bewezen zorg en wil juist bekijken welke vormen daarvan uit het basispakket gehaald kunnen worden. Het programma bevat geen voorstellen om alternatieve gezondheidszorg meer te vergoeden; de partij zet in op passende, bewezen zorg en het terugdringen van onnodige medicalisering. NSC kiest dus niet voor uitbreiding van vergoedingen voor alternatieve zorg, maar juist voor beperking ervan.
NSC wil het basispakket beperken tot bewezen effectieve zorg en onderzoekt expliciet welke niet-bewezen zorg eruit kan worden gehaald. Dit betekent dat alternatieve gezondheidszorg, die vaak onder niet-bewezen zorg valt, eerder minder dan meer vergoed zal worden.
“Daarnaast wordt bekeken welke niet bewezen zorg uit het basispakket gehaald kan worden.”
De SGP is geen voorstander van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. In tegendeel: de partij stelt expliciet dat zorg die niet-bewezen effectief is, niet (langer) collectief gefinancierd wordt. De SGP legt de nadruk op bewezen effectieve zorg en wil het basispakket juist (kosten)effectiever maken.
De SGP vindt dat alleen zorg die wetenschappelijk bewezen effectief is, collectief vergoed moet worden. Dit betekent dat alternatieve geneeswijzen, waarvoor de effectiviteit niet is aangetoond, niet in aanmerking komen voor vergoeding vanuit het basispakket. De partij wil hiermee verspilling van zorggeld tegengaan en de kwaliteit van het zorgstelsel waarborgen.
“Zorg die niet-bewezen effectief is, wordt niet (langer) collectief gefinancierd.”
Volt is geen voorstander van meer vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg. Het programma benadrukt dat alleen behandelingen die wetenschappelijk effectief zijn in het basispakket thuishoren en dat niet-effectieve behandelingen juist uit het pakket verwijderd mogen worden. Volt kiest expliciet voor een wetenschappelijke benadering en sluit daarmee uitbreiding van vergoedingen voor alternatieve zorg uit.
Volt vindt dat het basispakket uitsluitend behandelingen moet bevatten die wetenschappelijk effectief zijn. Behandelingen zonder bewezen effectiviteit, waaronder doorgaans alternatieve zorg valt, mogen uit het basispakket verwijderd worden. Dit standpunt is bedoeld om de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg te waarborgen en verspilling van zorggeld te voorkomen.
“Behandelingen die volgens wetenschappelijk onderzoek niet effectief zijn of niet meer het effectiefste alternatief zijn, mogen wel uit het basispakket verwijderd worden.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma