Forum voor Democratie (FVD) wil de werkgeverslasten voor mkb-bedrijven structureel verlagen door concrete maatregelen zoals het verkorten van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte, het verhogen van de winstgrens voor het lage vennootschapsbelastingtarief en het schrappen van btw op B2B-transacties. Hun visie is dat lagere lasten en minder regels het mkb stimuleren om te groeien, te investeren en meer mensen aan te nemen. FVD positioneert zich hiermee als uitgesproken voorstander van lastenverlichting en deregulering voor het mkb.
FVD wil de loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor mkb-bedrijven verkorten naar één jaar, zodat werkgevers minder risico lopen en sneller personeel durven aannemen. Dit verlaagt de werkgeverslasten direct en verlaagt de drempel om vaste contracten te bieden.
FVD wil de grens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB) verhogen naar €1 miljoen, zodat meer mkb-bedrijven profiteren van een lager belastingtarief op hun winst. Dit verlaagt de belastingdruk specifiek voor winstgevende mkb-bedrijven.
FVD wil de btw op transacties tussen bedrijven (B2B) volledig schrappen, waardoor de cashflowpositie van mkb-bedrijven verbetert en administratieve lasten dalen. Dit is een directe lastenverlichting voor het mkb.
“We schrappen de BTW op transacties tussen bedrijven (zoals dat bij het verleggen van de BTW bij transacties met bedrijven in het buitenland nu al wordt gedaan), zodat de bureaucratie vermindert en de cashflowpositie van bedrijven verbetert.”
“we schrappen de BTW op B2B-transacties om de cashflow van bedrijven te verbeteren.”
FVD wil het hoge btw-tarief verlagen naar 19% en het lage tarief naar 6%, wat de kosten voor ondernemers in onder meer horeca, detailhandel en dienstverlening verlaagt. Dit geeft mkb-bedrijven een directe economische impuls.
“We verlagen het hoge BTW-tarief naar 19% en het lage BTW-tarief naar 6%, zodat het leven weer goedkoper wordt en horeca, winkeliers en aanbieders van diensten een directe economische impuls ontvangen.”
FVD wil het mkb structureel ontlasten door minder regels, het afschaffen van het UBO-register en versoepeling van KYC/WWFT-regels. Dit verlaagt de indirecte werkgeverslasten en administratieve druk.
BVNL wil de werkgeverslasten en belastingen voor het mkb fors verlagen, omdat zij het mkb zien als de motor van de economie en vinden dat ondernemen weer moet lonen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verlagen van werkgeverslasten, het invoeren van een vlaktaks van 25% op arbeid en winst, en het verminderen van bureaucratie en regeldruk voor ondernemers. BVNL pleit expliciet voor lagere lasten voor het mkb om het vestigingsklimaat te verbeteren en concurrentiepositie te versterken.
BVNL vindt dat het mkb te zwaar wordt belast en pleit voor een forse verlaging van werkgeverslasten en belastingen, zodat ondernemen aantrekkelijker wordt en het vestigingsklimaat verbetert. Ze willen het verschil tussen werken en een uitkering vergroten en het mkb meer vrijheid geven door minder regels en lasten.
“BVNL wil de belastingen en werkgeverslasten voor ondernemers omlaag brengen, de bureaucratie verminderen en het gelijke speelveld weer terugbrengen in de markt...”
“De werkgeverslasten verlagen.”
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“BVNL wil dat MKB-ondernemers in vrijheid kunnen ondernemen en daar een goede boterham aan kunnen verdienen... Daarom willen wij lagere belastingen, minder bureaucratie, simpeler arbeidsrecht en meer vrijheid voor het MKB.”
BVNL stelt voor om een vlaktaks van 25% op arbeid en winst in te voeren, met een belastingvrije voet van €20.000. Dit moet het belastingstelsel vereenvoudigen en de lasten voor ondernemers, waaronder het mkb, structureel verlagen.
Naast lagere lasten wil BVNL het mkb ontlasten door bureaucratie en regeldruk fors te verminderen, zodat ondernemers zich kunnen richten op hun bedrijf in plaats van op administratieve verplichtingen.
Volt pleit niet voor het verlagen van werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven. In plaats daarvan richt Volt zich op het vereenvoudigen van het belastingstelsel, het afschaffen van fiscale regelingen en het bieden van gerichte ondersteuning aan mkb’ers via subsidies, leenmogelijkheden en het verlagen van de ondergrens voor de energie-investeringsaftrek. Hun visie is dat lastenverlichting voor mkb niet via lagere werkgeversbelastingen moet, maar via minder bureaucratie en meer gerichte verduurzamingssteun.
Volt kiest er expliciet niet voor om werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven te verlagen. In plaats daarvan willen ze fiscale regelingen afbouwen en het belastingstelsel vereenvoudigen, waarbij lastenverlichting niet specifiek via werkgeverslasten loopt.
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
“Als eerste stap nemen we het voorstel in het rapport van het Ministerie van Financiën ‘Kansen voor lagere tarieven en beter beleid’ aan, om zo snel en verantwoord mogelijk de fiscale regelingen ter waarde van 31 miljard euro af te bouwen.”
Volt wil mkb’ers ondersteunen door subsidies, leenmogelijkheden en het verlagen van de ondergrens voor de energie-investeringsaftrek, maar noemt nergens directe verlaging van werkgeversbelastingen. De focus ligt op het wegnemen van belemmeringen voor verduurzaming en innovatie.
“We creëren een financieel beloningsinstrument voor ondernemers die willen verduurzamen. We communiceren duidelijke doelen en groene Key Performance Indicators, waarmee we ondernemers extra steun bij het verduurzamen bieden in de vorm van subsidies of fiscale regelingen.”
“We verlagen de ondergrens voor de energie-investeringsaftrek (EIA). Mkb’ers willen verduurzamen, maar lopen vast op kosten en regels. Door de ondergrens van de energie-investeringsaftrek te verlagen, maken we vergroenen ook haalbaar voor kleinere bedrijven.”
“Er moet een Rijksprogramma Vermindering Administratieve Lastendruk voor ondernemers komen.”
Volt wil de belastingdruk op arbeid in het algemeen verlagen, maar dit is niet specifiek gericht op werkgeverslasten voor het mkb. De partij kiest voor een uniform belastingstelsel en het afschaffen van uitzonderingen.
“We streven naar een eenvoudiger belastingstelsel waardoor het begrijpelijker wordt voor de inwoner en handhaving eenvoudiger wordt. Daarbij maakt het niet uit voor het belastingtarief of inkomsten worden verkregen uit arbeid, onderneming, winst uit een vennootschap of winst uit vermogen.”
“Over het algemeen zullen de tarieven lager worden, om de belastingdruk op arbeid te verminderen.”
BBB wil de lasten en risico’s voor mkb-werkgevers verlagen, vooral door het terugbrengen van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte van twee naar één jaar. Daarnaast pleit BBB voor het niet verhogen van belastingen op ondernemen en het bieden van een stabiel fiscaal beleid, maar doet geen expliciet voorstel voor directe verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb.
BBB wil het risico en de kosten voor mkb-werkgevers bij ziekte van personeel verlagen door de verplichte loondoorbetaling te beperken tot één jaar. Dit moet het aannemen van vast personeel aantrekkelijker maken en de lasten voor het mkb verlichten.
“Eerlijker ziekteregime voor werkgevers: loondoorbetaling terug naar één jaar. BBB wil de verplichting voor kleinere werkgevers om bij ziekte twee jaar lang loon door te betalen terugbrengen naar één jaar.”
“Door de loondoorbetalingstermijn terug te brengen naar één jaar voor kleinere werkgevers, maken we het arbeidsmarktbeleid eerlijker en stimuleren we vaste contracten.”
BBB wil het fiscale klimaat voor ondernemers stabiel houden door belastingen op ondernemen niet te verhogen, maar noemt geen directe verlaging van werkgeversbelastingen.
“De belastingen op sparen in box 3 en op ondernemen in box 2 niet verhogen.”
“Voor bedrijven een stabiel fiscaal beleid en we handhaven de bedrijfsopvolgingsfaciliteit, deelnemingsvrijstelling, innovatiebox en andere maatregelen die innovatie stimuleren zoals de expatregeling.”
D66 wil de fiscale verschillen tussen werknemers en ondernemers verkleinen en oneerlijke belastingvoordelen voor bedrijven verminderen, maar pleit niet expliciet voor lagere werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven. Hun focus ligt op een eerlijker en eenvoudiger belastingstelsel, het stimuleren van innovatie en verduurzaming, en het afschaffen van regelingen die niet effectief zijn. Concrete verlaging van werkgeverslasten voor het mkb wordt niet voorgesteld.
D66 wil de fiscale behandeling van verschillende vormen van arbeid gelijker maken en oneerlijke belastingvoordelen voor ondernemers afbouwen. Dit betekent dat zij niet inzetten op het verlagen van werkgeversbelastingen voor het mkb, maar juist op het verminderen van uitzonderingen en voordelen.
“We verkleinen de fiscale verschillen tussen werknemers en ondernemers, en behandelen verschillende vormen van arbeid gelijker.”
“D66 wil oneerlijke belastingvoordelen verminderen. Daarom evalueren we fiscale regelingen die niet doen wat of voor wie ze zijn bedoeld goed. We passen ze aan of schaffen ze eventueel af. De landbouwvrijstelling en de bedrijfsopvolgingsregeling zijn hier voorbeelden van.”
D66 streeft naar een eerlijker en eenvoudiger belastingstelsel voor alle ondernemers, maar noemt geen concrete verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb. De nadruk ligt op het verminderen van regeldruk en het stimuleren van innovatie en verduurzaming.
JA21 wil de werkgeverslasten voor mkb-bedrijven structureel verlagen door het belastingstelsel te vereenvoudigen en de vennootschapsbelasting te verlagen naar één tarief van 20%. Ze pleiten voor minder regeldruk, directe aftrekbaarheid van investeringen en het aantrekkelijker maken van ondernemen, zodat bedrijven meer ruimte krijgen om te groeien en personeel aan te nemen.
JA21 wil het huidige tweeschijvenstelsel in de vennootschapsbelasting vervangen door één helder en lager tarief van 20% voor alle ondernemingen. Dit moet het mkb direct voordeel bieden en het belastingstelsel eenvoudiger en voorspelbaarder maken, waardoor ondernemen aantrekkelijker wordt.
“Een eenvoudige vennootschapsbelasting voor alle ondernemingen door het huidige tweeschijvenstelsel (19% en 25,8%) te vervangen door één helder tarief van 20% voor alle ondernemingen.”
JA21 kiest expliciet voor lagere belastingen op arbeid en ondernemen in plaats van hogere toeslagen, zodat werken en ondernemen meer loont. Dit verlaagt de werkgeverslasten en stimuleert het mkb om personeel aan te nemen.
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
Om het mkb te stimuleren te investeren, wil JA21 investeringen in kapitaalgoederen volledig aftrekbaar maken in het jaar van investering. Dit verlaagt de fiscale druk op ondernemers en vergroot hun investeringsruimte.
“Investeringen in kapitaalgoederen volledig aftrekbaar maken in het jaar van investering, in plaats van gespreid afschrijven over meerdere jaren.”
JA21 wil het mkb maximaal faciliteren door regeldruk en rapportageverplichtingen te verminderen, zodat ondernemers minder tijd en geld kwijt zijn aan administratieve lasten en meer kunnen investeren in hun bedrijf en personeel.
“Mkb maximaal faciliteren door het eenvoudiger te maken om te investeren in het mkb, en regeldruk en rapportageverplichtingen te verminderen.”
De PVV noemt in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen om werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven te verlagen. Er worden wel algemene lastenverlichtingen voor burgers en enkele sectoren genoemd, maar specifieke maatregelen gericht op lagere werkgeverslasten voor het mkb ontbreken. De partij richt zich vooral op het schrappen van fiscale subsidies voor het bedrijfsleven en lastenverlichting voor burgers, niet op gerichte lastenverlaging voor mkb-werkgevers.
De PVV doet geen expliciete voorstellen om werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven te verlagen. In plaats daarvan wordt juist gesproken over het schrappen van fiscale subsidies voor het bedrijfsleven, wat eerder kan duiden op lastenverzwaring dan -verlaging voor bedrijven. Er is geen enkele passage die direct of indirect een verlaging van werkgeverslasten voor het mkb aankondigt.
“Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
De PVV focust op lastenverlichting voor burgers, zoals verlaging van de btw op energie en boodschappen, maar noemt geen specifieke lastenverlichting voor werkgevers of het mkb. De partij positioneert zich vooral als voorvechter van de koopkracht van burgers, niet van ondernemerslasten.
BIJ1 pleit niet voor lagere werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven. Integendeel, het programma bevat geen voorstellen om werkgeverslasten voor het mkb te verlagen; de partij richt zich juist op het verhogen van belastingen op vermogen, winst en grote bedrijven, en op het bestrijden van belastingontwijking. BIJ1 wil de lasten verschuiven naar vermogenden en multinationals, maar noemt nergens een verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb.
BIJ1 benoemt expliciet geen verlaging van werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven. Het programma legt de nadruk op hogere belastingen voor grote bedrijven, vermogenden en multinationals, en op het eerlijker verdelen van de lasten. Er zijn geen concrete voorstellen gevonden die werkgeverslasten voor het mkb verlagen.
“We bestrijden de vele brievenbusfirma’s in Nederland door belastingtarieven op vermogen te verhogen. En we introduceren een 'exit tax' voor bedrijven.”
“Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten. Er komen wettelijke maximummarges op alle levensmiddelen voor bedrijven in de hele keten. Er wordt een substantiële windfall tax ingesteld, zodat bedrijven belasting betalen over stijgende inkomsten door iets waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn.”
“Alle private bedrijven die in Nederland hun producten verkopen, gaan daarover winstbelasting betalen. We stoppen voordelige belastingconstructies voor beursgenoteerde bedrijven.”
Het CDA benoemt het belang van een aantrekkelijk ondernemersklimaat voor het mkb, maar doet geen expliciet voorstel voor het verlagen van werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven. De partij richt zich vooral op het verminderen van regeldruk, het stimuleren van investeringen en het vereenvoudigen van fiscale regelingen, zonder concrete toezeggingen over lagere werkgeverslasten.
Het CDA wil het ondernemingsklimaat voor mkb-bedrijven verbeteren door regeldruk en administratieve lasten te verminderen, wat indirect de kosten voor werkgevers kan verlagen. Dit wordt gepresenteerd als een manier om het mkb te ondersteunen, maar er is geen direct voorstel voor lagere werkgeversbelastingen.
“We zetten de aanpak door om regeldruk voor het mkb te verminderen en breiden die uit naar de zorg, het onderwijs en de sociale zekerheid, in samenwerking met brancheorganisaties, verzekeraars en medeoverheden.”
“We komen met een versterkt programma om regeldruk aan te pakken, rapportages te versimpelen en overlap te voorkomen.”
Het CDA stelt voor om versnipperde fiscale regelingen te vereenvoudigen en effectiever te maken, met herinvestering in ondernemersregelingen gericht op investeren, innoveren en werkgeverschap. Dit kan het mkb ten goede komen, maar bevat geen expliciete verlaging van werkgeversbelastingen.
“We vereenvoudigen en vervangen de versnipperde fiscale regelingen en herinvesteren dit in effectieve ondernemersregelingen gericht op investeren, innoveren en werkgeverschap.”
GroenLinks-PvdA wil werkgeverslasten voor het mkb niet verlagen via lagere werkgeversbelastingen, maar kiest voor andere vormen van lastenverlichting, zoals het collectief en publiek verzekeren van het tweede ziektejaar. Tegelijkertijd pleit de partij juist voor een hogere bijdrage van winstgevende bedrijven aan de samenleving en het afschaffen van fiscale voordelen voor grote bedrijven. Concrete verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb wordt niet voorgesteld.
GroenLinks-PvdA erkent dat loondoorbetaling bij ziekte een zware last is voor het mkb en stelt voor het tweede ziektejaar collectief en publiek te verzekeren. Dit verlaagt de risico’s en lasten voor kleine werkgevers, maar verlaagt niet direct de werkgeversbelastingen.
“Loondoorbetaling bij ziekte wordt als een zware last ervaren door het mkb. We verzekeren het tweede ziektejaar collectief en publiek voor alle werkgevers. Hierbij zijn grote werkgevers solidair met mkb-werkgevers.”
De partij wil juist dat bedrijven die winst maken meer gaan bijdragen aan collectieve voorzieningen en pleit voor het afbouwen van fiscale voordelen voor grote bedrijven. Er is geen voorstel om werkgeversbelastingen voor het mkb te verlagen.
“We vinden dat bedrijven die winst maken, meer kunnen bijdragen aan onze collectieve voorzieningen. Ook het bedrijfsleven profiteert van veilige straten, goede spoorverbindingen en investeringen in onderwijs en onderzoek. Daarom verhogen we de bijdrage van de meest winstgevende bedrijven.”
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals.”
NSC wil de lasten voor werkgevers, met name voor het mkb, verlagen om het aantrekkelijker te maken mensen in vaste dienst te nemen en de stijgende loonkosten te compenseren. De partij richt zich vooral op het verminderen van administratieve lasten en het aanpassen van loondoorbetalingsverplichtingen bij ziekte voor kleine bedrijven. Concrete verlaging van werkgeversbelastingen wordt slechts beperkt en impliciet genoemd, vooral in relatie tot lastenverlichting en het aantrekkelijker maken van vast werk.
NSC erkent dat stijgende loonkosten een probleem zijn voor werkgevers en wil daarom de lasten voor werkgevers verlagen. Dit wordt gepresenteerd als een algemene maatregel om werkgelegenheid te behouden en vaste contracten aantrekkelijker te maken, maar blijft op detailniveau vaag over de precieze invulling.
“lasten voor werkgevers worden verlaagd om de stijging van de loonkosten te compenseren.”
De partij wil het voor kleine werkgevers aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen door administratieve lasten te verminderen en de verplichte loondoorbetaling bij ziekte te verkorten. Dit zijn vooral lastenverlichtingen in de sfeer van regelgeving en verplichtingen, niet direct fiscale lastenverlagingen.
“We willen daarom minder administratieve lasten voor mkb’ers, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren.”
“De voor werkgevers verplichte loondoorbetaling bij ziekte gaat voor kleine bedrijven naar één jaar.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil de belastingdruk verschuiven: minder op arbeid (waaronder werkgeverslasten voor het mkb), meer op vervuiling en grondstoffenverbruik. Ze pleiten niet expliciet voor generieke verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb, maar willen werken goedkoper maken door lasten op arbeid te verlagen, vooral als onderdeel van een bredere groene belastingverschuiving.
PvdD wil werken lonender maken door de belasting op arbeid te verlagen, wat ook mkb-bedrijven kan ontlasten. Tegelijkertijd verhogen ze de lasten op vervuiling en grondstoffenverbruik. Dit is geen specifieke verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb, maar een bredere verschuiving van de belastingdruk.
“We verschuiven de belastingdruk: minder op arbeid, meer op grondstoffenverbruik en vervuiling. Zo wordt werken goedkoper en vervuilen duurder.”
“Nu dragen werkenden en het mkb relatief veel bij, terwijl vervuilers en grootvermogenden te vaak buiten schot blijven. Dat draaien we om.”
PvdD noemt niet expliciet een verlaging van werkgeversbelastingen voor het mkb, maar wil wel de regeldruk voor ondernemers verminderen door begrijpelijke regels en minder uitzonderingen.
“We kiezen voor strenge normen voor milieu, dierenwelzijn en mensenrechten, maar vatten die in begrijpelijke regels zonder ingewikkelde uitzonderingen. Zo weten ondernemers waar ze aan toe zijn en gaan we overmatige regeldruk tegen.”
De SP wil de lasten voor het mkb vooral verlichten door investeringen, minder bureaucratie en specifieke steunmaatregelen, maar pleit niet expliciet voor het verlagen van werkgeversbelastingen voor mkb-bedrijven. Hun focus ligt op het vereenvoudigen van regels, het ondersteunen bij ziekteverzuim en het verbeteren van financieringsmogelijkheden, terwijl ze juist hogere belastingen voor grote bedrijven en vermogens voorstellen. Concrete verlaging van werkgeverslasten voor het mkb wordt niet genoemd in het programma.
De SP erkent dat langdurige loondoorbetaling bij ziekte een zware last is voor kleine ondernemers en wil deze lasten verlichten door het tweede ziektejaar collectief te financieren via het UWV. Dit is een gerichte maatregel om de werkgeverslasten voor het mkb te verlagen op het gebied van ziekteverzuim.
“Daarom zorgen we ervoor dat kleine bedrijven minder lang het loon door hoeven te betalen bij ziekte, zonder dat de werknemer zijn rechten verliest. Het tweede ziektejaar bij kleine werkgevers betalen we gezamenlijk uit premiegeld via het UWV.”
De SP wil de administratieve lasten voor het mkb verlagen door regels te vereenvoudigen en hulp te bieden bij de toepassing ervan, maar noemt geen directe verlaging van werkgeversbelastingen.
“De regels en bureaucratie voor kleine bedrijven moeten versimpeld worden. Dit doen we zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen hiervan.”
De SP stelt voor om een Nationale Investeringsbank voor het mkb op te richten, zodat kleine bedrijven makkelijker kunnen lenen en innoveren. Dit is een steunmaatregel, maar geen verlaging van werkgeversbelastingen.
“Met een Nationale Investeringsbank voor het mkb kunnen kleine en startende bedrijven, evenals bedrijven die hun succesvolle diensten willen opschalen, gemakkelijker lenen.”
De VVD wil de lasten voor ondernemers, en specifiek voor het mkb, verlagen door lagere belastingen en het beperken van werkgeversrisico’s, zoals bij ziekte. Ze pleiten voor concrete lastenverlichting, het voorkomen van lastenverhogingen en het verkorten van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor kleine werkgevers. Hun visie is dat lagere lasten het ondernemerschap stimuleren, investeringen bevorderen en banen creëren.
De VVD kiest expliciet voor het verlagen van de lasten voor ondernemers, met bijzondere aandacht voor het mkb. Ze willen voorkomen dat belastingen stijgen en streven naar een stabiel en concurrerend ondernemersklimaat. Dit moet ondernemers ruimte geven om te investeren en banen te scheppen.
“▶ Lagere belastingen voor ondernemers: We voorkomen dat de lasten voor ondernemers steeds omhooggaan. Minder lasten voor ondernemers is onze inzet. Dit geeft ondernemers de ruimte om te investeren, banen te creëren en voorkomt dat bedrijven de grens over worden gejaagd.”
De VVD wil het risico en de kosten van loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers verlagen door het tweede jaar te vervangen door een collectieve verzekering. Dit verlaagt de werkgeverslasten specifiek voor het mkb en maakt het aantrekkelijker om personeel aan te nemen.
“▶ Afschaffing tweede jaar loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers: We verlagen de drempel om personeel in dienst te nemen door het risico bij ziekte voor werkgevers te beperken. Vooral voor kleine ondernemers is het zwaar dat zij twee jaar loon moeten doorbetalen bij ziekte van een werknemer. We verkorten de termijn waarvoor kleine werkgevers aansprakelijk zijn en vervangen het tweede jaar voor een collectieve verzekering.”
De VVD spreekt zich uit tegen het verhogen van belastingen op ondernemerschap (box 2) en wil op termijn de tarieven verlagen. Dit moet het ondernemerschap aantrekkelijk houden en kapitaalvlucht voorkomen.
“waarvoor gewerkt is, wil de VVD geen verhogingen van de belastingen op sparen, beleggingen en overige bezittingen (box 3), ondernemen (box 2) en geen hogere erf- en schenkbelasting. ... Op termijn willen we de tarieven verlagen...”
De ChristenUnie wil het voor werkgevers, en met name het mkb, financieel aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen door het verlagen van werkgeverspremies. Daarnaast pleit de partij voor een stabiel en voorspelbaar belastingklimaat voor ondernemers, maar doet geen concrete voorstellen voor brede verlaging van werkgeversbelastingen specifiek voor het mkb buiten de premieverlaging. De focus ligt vooral op het stimuleren van vaste contracten en het verminderen van administratieve lasten.
De ChristenUnie wil het aantrekkelijker maken voor werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen door het verlagen van de aof- en awf-premies. Dit is een directe lastenverlichting voor werkgevers, die vooral relevant is voor het mkb dat relatief veel vaste medewerkers in dienst heeft. De maatregel is bedoeld om de kloof tussen vaste en flexibele contracten te verkleinen en duurzame arbeidsrelaties te stimuleren.
“Aan de andere kant moet het voor werkgevers (financieel) aantrekkelijker worden om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom verlagen we de aof- en awf-premies.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van stabiele en voorspelbare belastingtarieven en regelgeving voor ondernemers, waaronder het mkb. Hoewel dit geen directe verlaging van werkgeversbelastingen inhoudt, is het gericht op het bieden van zekerheid en het voorkomen van onverwachte lastenverzwaringen.
“Regels en belastingtarieven moeten daarom voor langere periodes worden vastgesteld. Dat leidt tot meer zekerheid en draagt bij aan een gezond vestigingsklimaat.”
De SGP wil de werkgeverslasten en winstbelasting voor het mkb verlagen om de concurrentiepositie en werkgelegenheid te versterken, met name voor familiebedrijven en de maakindustrie. Dit moet het ondernemersklimaat verbeteren en het aannemen van personeel aantrekkelijker maken. De partij kiest expliciet voor lastenverlichting gericht op het mkb, in tegenstelling tot grote bedrijven.
De SGP pleit voor gerichte verlaging van werkgeverslasten en winstbelasting voor het mkb, omdat deze bedrijven zorgen voor veel werkgelegenheid en vaak familiebedrijven zijn. Hiermee wil de partij het ondernemingsklimaat versterken en het aannemen van personeel stimuleren.
“De winstbelasting voor het bedrijfsleven en de werkgeverslasten worden verlicht, vooral gericht op het mkb. Vaak zijn dit familiebedrijven, ondernemingen in de maakindustrie en andere bedrijven die zorgen voor veel werkgelegenheid.”
De SGP wil het vaste contract aantrekkelijker maken door werkgeverslasten te verlagen en meer ruimte te bieden voor tussenvormen. Dit moet bijdragen aan stabielere arbeidsrelaties en het makkelijker maken voor werkgevers om personeel in dienst te nemen.
“Het vaste contract wordt aantrekkelijker gemaakt, onder andere door werkgeverslasten te verlichten en meer ruimte te bieden voor tussenvormen.”
DENK wil de lasten en belastingen voor kleinere ondernemingen verlagen om het MKB te ondersteunen en ondernemen aantrekkelijker te maken. Ze benoemen expliciet een verlaging van belastingen en lasten voor kleinere ondernemingen, maar geven geen gedetailleerde uitwerking of specifieke werkgeverslasten. De partij koppelt deze lastenverlichting aan het belang van het MKB voor banen en economische groei.
DENK erkent het belang van het MKB voor de economie en werkgelegenheid en wil deze ondernemers ondersteunen door de belastingen en lasten te verlagen. Dit standpunt is bedoeld om het ondernemingsklimaat te verbeteren en het MKB meer ruimte te geven, maar blijft op hoofdlijnen en noemt geen concrete percentages of specifieke werkgeverslasten.
“Wij willen een verlaging van de belastingen en lasten voor kleinere ondernemingen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma