BIJ1 wil radicaal breken met de woningmarktlogica door grootschalig sociale woningbouw te realiseren en de macht van verhuurders en private beleggers fors in te perken. De partij stelt voor om een nationaal bouwbedrijf op te richten voor sociale huurwoningen, private verhuurders en beleggers te onteigenen, en alle huurprijzen wettelijk te maximeren. Hun visie draait om wonen als recht, niet als verdienmodel, en het structureel terugdringen van marktmacht in de huursector.
BIJ1 wil de bouw van sociale huurwoningen volledig in publieke handen brengen via een nationaal bouwbedrijf zonder winstoogmerk, en woningcorporaties weer onder democratische controle plaatsen. Hiermee wil de partij de afhankelijkheid van commerciële projectontwikkelaars en private bouwbedrijven doorbreken en de woningvoorraad betaalbaar en toegankelijk maken.
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst. Zo zetten wij de projectontwikkelaars die weigeren om betaalbaar te bouwen, omdat ze alleen verdienen aan te dure koopwoningen, buitenspel.”
“De overheid richt een nationaal publiek bouwbedrijf op dat zich volledig toelegt op de grootschalige bouw van kwalitatieve, duurzame sociale huurwoningen. Dit bouwbedrijf werkt zonder winstoogmerk en blijft permanent in publieke handen, met democratische zeggenschap van bewoners en huurdersorganisaties.”
“Woningcorporaties worden fors ondersteund om hun volkshuisvestelijke taak opnieuw waar te maken. Publieke samenwerking met commerciële projectontwikkelaars wordt zo veel mogelijk beperkt.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch.”
BIJ1 wil de macht van private verhuurders, beleggers en speculanten structureel breken door onteigening en het terugpakken van bezit, zodat woningen en grond weer in publieke handen komen en ingezet worden voor sociale doeleinden.
“We beginnen met grond en gebouwen terugpakken van de grootste private beleggers en particuliere huisjesmelkers.”
“Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
“Grondspeculatie wordt onmogelijk gemaakt: er komt een hoge planbatenheffing, speculatief grondbezit wordt verboden, en gemeenten of het Rijk onteigenen private grond in woningbouwgebieden tegen sociale gebruikswaarde.”
“Er komen proactieve onteigeningsinstrumenten voor gemeenten met uitgebreide wettelijke grondslag. Er komt een door de overheid gesubsidieerd gemeentelijk fonds voor de onteigening van leegstaande woningen.”
BIJ1 wil alle huurprijzen wettelijk maximeren, de vrije huursector afschaffen en een bindend puntensysteem invoeren voor alle huurwoningen, inclusief bestaande contracten. Hiermee wordt de marktmacht van verhuurders direct beperkt en huren structureel verlaagd.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“De ‘vrije’ huursector schaffen we af. Alle huurwoningen vallen onder een bindend en algemeen puntensysteem dat de maximale huur bepaalt op basis van de kwaliteit van een woning. Ook bestaande contracten.”
“We maken huren veel goedkoper. Dit doen we door huurtoeslag hoger te maken, huurtoeslag onafhankelijk van de manier van wonen te maken, en door alle huurprijzen onmiddellijk te bevriezen.”
BIJ1 wil verhuurders en huisjesmelkers streng reguleren en hun marktmacht inperken door middel van vergunningen, streng toezicht, en strafrechtelijke vervolging bij misstanden.
“We gaan huisjesmelkers stevig aanpakken en huurders tegen hen beschermen. We voeren een verhuurvergunning met strenge kwalificatie-eisen in, die kan worden afgenomen bij overtredingen.”
“Makelaars, tussenpersonen of verhuurders die discrimineren, verliezen het recht om deze functies te beoefenen, en zal de rechter vervolgen. En hun bezit van grond of gebouwen terugpakken.”
“Structurele overhuur, intimidatie of onterecht opzeggen maken we strafbaar als georganiseerd uitbuiten van huurders. En kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging.”
GroenLinks-PvdA wil fors meer sociale en betaalbare woningen bouwen en de macht van verhuurders en speculanten inperken. Ze kiezen voor een sterke publieke regie op woningbouw, geven woningcorporaties een centrale rol, en voeren wettelijke bescherming in tegen woekerhuren en tijdelijke contracten. Hun kernvisie is dat wonen een recht is, geen verdienmodel, en dat de markt minder dominant moet worden.
GroenLinks-PvdA wil het woningtekort oplossen door jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen, met een groot aandeel sociale en betaalbare huur. Woningcorporaties krijgen meer investeringsruimte en een centrale rol, zodat de markt minder dominant wordt en woningen voor brede groepen bereikbaar zijn.
“Met GroenLinks-PvdA wordt volkshuisvesting een topprioriteit. Met het grootste investeringsprogramma in decennia gaan we ruim 100.000 woningen per jaar bouwen.”
“Woningbouwcorporaties Nieuwe Stijl krijgen een grote rol bij nieuwbouwprojecten. Dat zijn investeerders zonder winstoogmerk, die betaalbare huurwoningen van topkwaliteit bouwen voor iedereen.”
“De inkomensgrenzen gaan omhoog, zodat ook de middenklasse toegang krijgt tot betaalbare woningen. Het doel is dat tweederde van de Nederlandse huishoudens tot de doelgroep behoort.”
“De Woningcorporaties Nieuwe Stijl gaan jaarlijks tienduizenden woningen extra bouwen. In elk nieuwbouwproject dat zij bouwen heeft 40% van de huurwoningen een huur van maximaal 900 euro per maand, en nog eens 30% van de woningen is ofwel een huurwoning tot 1200 euro, ofwel een koopwoning met een maximale koopprijs van 405.000 euro.”
De partij wil verhuurders minder macht geven door wettelijke huurprijsbescherming, het beperken van tijdelijke contracten, en het aanpakken van speculatie en woekerhuren. Ze reguleren de verkoop van betaalbare huurwoningen en voeren een opkoopbescherming in.
“De wettelijke bescherming tegen woekerhuren gaat gelden voor alle huurwoningen. De markt krijgt een minder grote rol bij het bepalen van de maximaal toegestane huurprijs, doordat de koopprijs van de woning (WOZ-waarde) minder zwaar gaat meetellen in de berekening.”
“De vaste huurovereenkomst blijft de norm, zoals we hebben afgesproken in de Wet vaste huurcontracten. We zijn tegen voorstellen die de onzekerheid voor huurders vergroten.”
“We willen de verkoop van betaalbare huurwoningen reguleren. Zo behouden we betaalbare woningen in verschillende buurten.”
“In het hele land komt er een opkoopbescherming die starters beschermt.”
“Wij maken de markt nu juist minder dominant. Bouwen wordt niet alleen in woord maar ook in daad een publieke taak.”
GroenLinks-PvdA wil de regie op grond en woningbouw terug in publieke handen brengen, zodat speculanten en commerciële partijen minder invloed hebben en de samenleving profiteert van waardestijgingen.
“We brengen de regie op grond weer in publieke handen, zodat we samen bepalen hoe ons landschap eruitziet in plaats van speculanten die uit zijn op winst.”
“De winsten van grondspeculanten gaan we afromen en inzetten voor woningbouw.”
“Een eerlijk deel van deze speculatiewinst vloeit terug naar de samenleving, zodat we het kunnen gebruiken voor woningbouw.”
De SP wil fors meer sociale woningbouw realiseren en de marktmacht van verhuurders en beleggers stevig inperken. Ze pleiten voor één miljoen extra betaalbare huurwoningen, het terugdringen van commerciële belangen in de volkshuisvesting, meer zeggenschap voor huurders en strenge regulering van verhuurders. De kern van hun visie is dat wonen een recht is, geen marktproduct, en dat de overheid en bewoners weer de regie moeten krijgen over de woningmarkt.
De SP wil het woningtekort oplossen door grootschalige bouw van sociale huurwoningen, met een maximale huur van 800 euro. Dit moet gebeuren via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden en het terugkopen van te dure huurwoningen, gefinancierd door een Nationaal Woonfonds.
“Wij bouwen één miljoen betaalbare huurwoningen, bevriezen de huren en geven bewoners weer zeggenschap over hun huis en hun buurt.”
“We zorgen voor één miljoen extra betaalbare huurwoningen, met een maximale huur van 800 euro. Dat doen we via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden, splitsen, optoppen, het terug kopen van te dure huurwoningen en door sloop te voorkomen.”
“Met het Grote Woonplan garanderen we voor iedereen een betaalbaar en goed huis. Door een Nationaal Woonfonds op te richten kunnen we één miljoen extra huurwoningen beschikbaar maken via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden en het terugkopen van te dure huurwoningen.”
De SP wil sociale huurwoningen niet alleen voor de laagste inkomens, maar ook voor middeninkomens beschikbaar maken, naar het voorbeeld van Wenen. Zo willen ze de afhankelijkheid van de vrije markt en hoge huren verminderen.
“Wij doorbreken het hardnekkige idee dat sociale huur alleen zou moeten bestaan voor de allerlaagste inkomens. Wonen is een recht, geen gunst. Daarom maken we sociale huur weer toegankelijk voor een brede groep mensen. Ook voor middeninkomens.”
De SP wil de macht van beleggers en huisjesmelkers inperken door verhuurders te reguleren, vergunningplicht in te stellen, woekerwinsten te verbieden en gemeenten meer bevoegdheden te geven om in te grijpen.
“We stoppen met bouwen voor de winst van beleggers en beginnen met bouwen voor de samenleving. Wij ondersteunen gemeenten financieel om woningen te realiseren en geven ze meer bevoegdheden om de markt opzij te zetten, zodat mensen weer op één komen te staan.”
“Huisjesmelkers pakken we aan. We stellen een vergunningplicht in voor verhuurders, gekoppeld aan duidelijke kwaliteitseisen. Bij misstanden moeten gemeenten direct ingrijpen. Huisjesmelkers verliezen hun vergunning. Geen woekerwinst meer over de rug van huurders.”
De SP wil dat huurders meer macht krijgen over hun woning en buurt, onder andere door woningcorporaties weer te veranderen in verenigingen die verantwoording afleggen aan huurders.
“Huurders krijgen meer macht over hun huis en buurt. Of het nu gaat om renovatie, verduurzaming, verkoop of sloop – huurders moeten kunnen meebeslissen.”
“We maken van woningcorporaties weer verenigingen, met een bestuur dat verantwoording aflegt aan de huurders.”
“Alle huurwoningen ondergebracht bij verenigingen. Bewoners en toekomstige bewoners moeten meer zeggenschap krijgen over hun huis en buurt.”
De SP wil dat sociale huurwoningen niet meer verkocht worden en leegstaande panden snel omgezet worden in woonruimte, zodat het aanbod sociale woningen niet verder afneemt.
“Sociale huurwoningen in de huidige woningvoorraad worden niet meer verkocht, maar juist verbeterd.”
“Leegstaande panden worden extra belast, zodat speculatie niet langer loont. Als eigenaren geen plannen hebben om de panden te gebruiken of geschikt te maken voor bewoning, kunnen gemeenten deze onteigenen. We zetten leegstand om in woonruimte.”
NSC wil fors inzetten op de bouw van meer sociale huurwoningen en het vergroten van het aandeel betaalbare woningen, met duidelijke regie van de overheid en langjarige afspraken met woningcorporaties. Tegelijkertijd wil NSC de marktmacht van verhuurders beperken door huurmaxima, een huurregister en strengere handhaving op verhuurgedrag. De partij kiest voor structurele maatregelen die zowel het aanbod van sociale woningen vergroten als de positie van huurders versterken.
NSC ziet het tekort aan sociale huurwoningen als een kernprobleem en wil dit oplossen door jaarlijks 100.000 woningen te bouwen, waarvan 30% sociaal, en door langjarige prestatieafspraken met woningcorporaties. De overheid krijgt een centrale regierol om knelpunten te doorbreken en bouwlocaties aan te wijzen.
“Nieuw Sociaal Contract zet daarbij vol in op de bouw van sociale huurwoningen en betaalbare huur- en koopwoningen zodat iedereen een passend huis kan vinden.”
“Het is nodig om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen (waarvan 30% sociaal en 2/3de betaalbaar, maatwerk per regio).”
“We willen langjarige verplichte afspraken maken met woningbouwcorporaties over de bouw van nieuwe woningen tot 2035. Deze prestatieafspraken tussen Rijk en woningcorporaties zijn gekoppeld aan heldere woningbouwdoelen per regio.”
“We zetten nadrukkelijk in op de bouw van sociale huurwoningen en betaalbare midden-huur en -koopwoningen.”
“Regio’s die minder sociale huurwoningen hebben dan het landelijk gewenste gemiddelde moeten in hun nieuwbouwprogramma minstens 30% sociale huur opnemen.”
NSC wil de positie van huurders versterken en verhuurders minder ruimte geven voor excessieve huurprijzen en ongewenst gedrag. Dit gebeurt via huurmaxima, een landelijk huurregister, strengere handhaving en het eenvoudiger maken om huurverlaging af te dwingen.
“Huurders beschermen: een maximum stellen aan huren in de sociale huursector en midden-huur en het invoeren van een huurregister.”
“Om huren betaalbaar te houden, worden huurverhogingen in de sociale sector gemaximeerd op inflatie. Voor midden-huur en de vrije sector geldt een maximum van inflatie plus 1%.”
“Dankzij de wet Goed Verhuurderschap is ongewenst verhuurgedrag beter aan te pakken. We zorgen voor voldoende gemeentelijke handhavingscapaciteit zodat deze wetten effect hebben in de praktijk. Ook komt er een landelijk huurregister waarin gemeenten in elk geval kunnen zien wie actief zijn op de particuliere huurmarkt, welke huizen ze verhuren en wat de punten van deze huizen zijn.”
“Misbruik van het puntensysteem bij kamerverhuur, met torenhoge huurprijzen tot gevolg, moet worden tegengegaan. Een huurder kan eenvoudiger een lagere huur afdwingen als de verhuurder zich niet aan het puntensysteem houdt.”
De ChristenUnie wil fors meer sociale woningbouw realiseren en de marktmacht van verhuurders beperken door stevige overheidsregie, meer investeringsruimte voor woningcorporaties en het stimuleren van gemengde, betaalbare wijken. Ze pleiten voor minimaal 30% sociale huur bij nieuwbouw, meer financiële ruimte voor corporaties, het behouden van huurprijsregulering en het versterken van de positie van huurders. Ook willen ze grondspeculatie tegengaan en gemeenten meer instrumenten geven om betaalbare woningen te realiseren.
De ChristenUnie wil dat bij nieuwbouwprojecten minstens 30% van de woningen uit sociale huur bestaat, om het tekort aan betaalbare woningen structureel aan te pakken. Dit moet zorgen voor gemengde wijken en meer kansen voor starters en mensen met een lager inkomen.
Om de bouw van sociale huurwoningen mogelijk te maken, krijgen woningcorporaties meer financiële ruimte en mogen ze hun winst herinvesteren. Dit levert jaarlijks extra middelen op voor betaalbare woningen, ook voor mensen met een modaal inkomen.
“Om dat mogelijk te maken, geven we woningcorporaties meer financiële ruimte. Ze mogen een deel van hun winst opnieuw investeren in nieuwe woningen (de herbestedingsreserve), dat levert elk jaar een miljard euro extra op voor meer betaalbare huizen.”
“Ook mogen corporaties makkelijker investeren in huurwoningen voor mensen met een modaal inkomen, zonder ingewikkelde regels of toetsen.”
De ChristenUnie wil de Wet betaalbare huur behouden, huurprijsstijgingen beperken en huurteams stimuleren om huurders te ondersteunen. Hiermee wordt de marktmacht van verhuurders ingeperkt en krijgen huurders meer zekerheid.
“De Wet betaalbare huur blijft bestaan. Gemeenten worden gestimuleerd om huurteams op te zetten. Daar kunnen huurders terecht met vragen of wanneer ze vermoeden te veel huur te betalen.”
“De huren moeten minder hard stijgen dan in voorgaande jaren, door ze niet meer te koppelen aan loonstijgingen maar aan de gemiddelde prijsontwikkeling over meerdere jaren.”
De ChristenUnie wil dat gemeenten actiever hun grondpositie inzetten en grondspeculatie tegengaan, zodat betaalbare woningbouw niet wordt belemmerd door marktpartijen.
“Gemeenten moeten actiever met hun grond omgaan. Ze hebben al middelen om invloed uit te oefenen – zoals het voorkeursrecht of regels uit de Omgevingswet – maar die worden nog te weinig ingezet. Wij stimuleren dat gemeenten hier krachtiger mee aan de slag gaan.”
“Daarom zijn we voor een belasting op de winst die ontstaat als grond bouwgrond wordt (planbatenheffing), we pakken hiermee ook grondspeculatie aan.”
De PVV wil het woningtekort aanpakken door fors meer sociale huurwoningen te bouwen en de toegang tot betaalbare huurwoningen te vergroten. Ze pleiten voor een verlaging van sociale huren, uitbreiding van de bouwopdracht voor woningcorporaties, en het inzetten van planbatenheffing om meer betaalbare woningen te realiseren. De partij richt zich vooral op het vergroten van het aanbod en het beperken van de marktmacht van verhuurders door corporaties meer ruimte te geven en de inkomensgrenzen te verhogen.
De PVV ziet het woningtekort als een urgent probleem en wil fors investeren in de bouw van sociale huurwoningen. Ze willen woningcorporaties compenseren zodat de bouwopgave niet in gevaar komt en pleiten voor een nationaal crisisplan met extra geld voor woningbouw. Dit moet zorgen voor meer betaalbare woningen voor starters, gezinnen en ouderen.
“We bouwen sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen – voor starters, gezinnen, alleenstaanden en ouderen – mét voldoende ruimte voor de auto. Waar de woningbouw niet van de grond komt, grijpt de Rijksoverheid in.”
“Nationaal crisisplan voor voldoende woningen: ... Forse extra investering in snellere woningbouw: sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen mét voldoende ruimte voor de auto”
De PVV wil woningcorporaties niet alleen sociale huurwoningen, maar ook middenhuurwoningen laten bouwen. Door het schrappen van de winstbelasting voor corporaties en het vereenvoudigen van Europese regels, krijgen zij meer ruimte om het aanbod te vergroten en zo de marktmacht van particuliere verhuurders te beperken.
“Woningbouwcorporaties krijgen de taak om niet alleen sociale huurwoningen, maar ook middenhuurwoningen te bouwen. Dat kan: door vereenvoudiging van de Europese regels voor staatssteun kunnen corporaties aan de slag met 67.000 nieuwe middenhuurwoningen.”
“Woningcorporaties worden gecompenseerd: door voor hen de winstbelasting te schrappen, komt de bouwopgave niet in gevaar.”
Om huren betaalbaar te houden en meer mensen toegang te geven tot sociale huur, wil de PVV de sociale huren met 10% verlagen en de inkomensgrenzen voor betaalbare huurwoningen verhogen. Dit vergroot het bereik van sociale woningbouw en beperkt de afhankelijkheid van de vrije markt.
De PVV wil een deel van de waardestijging van grond bij bestemmingswijziging inzetten voor de bouw van meer betaalbare woningen, om grondspeculatie tegen te gaan en de publieke regie op woningbouw te versterken.
“Met de invoering van een planbatenheffing zetten we een deel daarvan in om méér betaalbare woningen te bouwen en gaan we grondspeculatie tegen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil het recht op wonen centraal stellen door fors meer sociale huurwoningen te bouwen en de marktmacht van particuliere verhuurders sterk te beperken. De partij pleit voor minimaal 40% sociale huur in nieuwbouw, het bevriezen van huren, het dwingend maximeren van huurprijzen, en het ontmoedigen van huisjesmelkers en speculanten. Hun visie is dat wonen geen verdienmodel mag zijn, maar een publieke voorziening, waarbij de overheid de regie neemt en financiële belangen van investeerders ondergeschikt maakt aan het belang van woningzoekenden.
PvdD wil het aandeel sociale huur fors vergroten door een harde ondergrens te stellen aan nieuwbouw. Dit moet de wachtlijsten verkorten en betaalbare woningen voor meer mensen beschikbaar maken.
“Er komen meer betaalbare woningen: minimaal 40% van de nieuwbouwwoningen is sociale huur.”
Om de macht van verhuurders te beperken en huren betaalbaar te houden, wil PvdD de huren voor vijf jaar bevriezen, het woningwaarderingsstelsel (WWS) verplicht stellen voor alle huurwoningen (ook vrije sector), en excessieve huurprijzen tegengaan.
“De huren worden voor de komende vijf jaar bevroren. Ook in de vrije sector worden de maximale huurprijzen beperkt.”
“We maken het woningwaardenstelsel (WWS) dwingend, zodat we excessieve huurprijzen tegengaan en voorkomen dat huisbazen het puntensysteem voor kamers omzeilen.”
“Huurwoningen in de vrije sector gaan ook onder het WWS vallen. Het WWS wordt voor alle woningen verplicht.”
PvdD wil de macht van particuliere verhuurders inperken door het aantal panden dat zij mogen verhuren te beperken en door woningcorporaties meer investeringsmogelijkheden te geven voor het middensegment.
“We beperken het aantal panden dat een particuliere verhuurder mag verhuren. Toegelaten instellingen zoals woningcorporaties krijgen meer investeringsmogelijkheden voor realisering van huurwoningen in het middensegment.”
Om het sociale woningaanbod te beschermen, wil PvdD dat sociale huurwoningen niet meer verkocht worden, tenzij ze minstens één-op-één worden vervangen in dezelfde gemeente.
“Er worden geen sociale huurwoningen meer verkocht, tenzij deze minstens een-op-een vervangen worden in dezelfde gemeente.”
PvdD wil wonen loskoppelen van het marktdenken en maatregelen nemen tegen speculatie en huisjesmelkerij, zodat woningen weer primair voor bewoners zijn.
BBB wil het bouwen van sociale huurwoningen stimuleren, maar geeft verhuurders juist méér ruimte en minder regulering, in plaats van hun marktmacht te beperken. De partij zet in op het versoepelen van verhuurregels, het afschaffen van de Wet betaalbare huur en het aantrekkelijker maken van verhuur, met als doel het woningaanbod te vergroten zonder verhuurders te ontmoedigen.
BBB wil het aantal sociale huurwoningen verhogen door woningcorporaties te stimuleren tot nieuwbouw, maar stelt een limiet aan het aandeel sociale huur in nieuwbouw. De partij ziet vooral een rol voor woningcorporaties, niet voor het beperken van particuliere verhuurders.
BBB wil verhuurders juist meer ruimte geven en pleit voor het afschaffen van huurregulering, het versoepelen van verhuurregels en het aantrekkelijker maken van verhuur. Dit betekent dat BBB verhuurders niet minder, maar juist méér marktmacht geeft.
“We willen de Wet betaalbare huur dan ook afschaffen omdat deze leidt tot het aanzienlijk verminderen van huurwoningen.”
“De huurbescherming voor onzelfstandige en tweede woningen is voor veel mogelijke verhuurders een brug te ver. Die gaan we verder terugdraaien.”
“BBB wil verhuur aantrekkelijker maken, ook kamerverhuur. Regels die daarvoor belemmerend werken, horen te worden afgeschaft.”
“Belastingen voor (kleine) verhuurders moeten eerlijk en voorspelbaar zijn. Zo houden we de huurmarkt stabiel én betaalbaar.”
BVNL wil de woningmarkt vooral liberaliseren en de rol van de overheid sterk terugdringen, maar staat toe dat woningcorporaties meer sociale huurwoningen bouwen. Tegelijkertijd wil BVNL verhuurders juist méér marktmacht geven door regulering en huurwetgeving af te schaffen, en pleit de partij voor vrije huurcontracten en minder bescherming van huurders. Hun kernvisie is dat minder overheidsbemoeienis en meer marktwerking het woningaanbod vergroot, ook in de sociale sector.
BVNL vindt dat woningcorporaties meer ruimte moeten krijgen om sociale huurwoningen te bouwen, maar zonder extra overheidsregulering. Dit is een uitzondering op hun verder sterk marktgerichte koers en bedoeld om het aanbod in het sociale segment te vergroten.
BVNL wil de marktmacht van verhuurders juist vergroten door het afschaffen van huurregulering en het versoepelen van huurcontracten. De partij ziet overheidsbemoeienis als oorzaak van het woningtekort en wil verhuurders meer ruimte geven.
“De overheid trekt zich terug uit de woningmarkt.”
“De Wet betaalbare huur wordt afgeschaft.”
“Contracten worden weer vrij en tijdelijke huurovereenkomsten worden weer toegestaan.”
“De Wet goed verhuurderschap wordt afgeschaft omdat het geen positieve effecten heeft en alleen maar leidt tot meer bureaucratie.”
Het CDA wil het woningtekort aanpakken door fors meer betaalbare woningen te bouwen, met een duidelijke focus op sociale woningbouw. Ze streven naar meer regie van de overheid, een groter aandeel sociale huurwoningen en meer investeringsruimte voor woningcorporaties, maar beperken de marktmacht van verhuurders slechts beperkt en kiezen niet voor vergaande ingrepen in het private verhuursegment.
Het CDA wil structureel meer sociale huurwoningen realiseren door harde kwantitatieve afspraken te maken over het aandeel sociale huur in de woningbouw. Dit moet de toegankelijkheid en betaalbaarheid van wonen vergroten, vooral voor starters, gezinnen en ouderen.
Het CDA ziet woningcorporaties als cruciale spelers voor sociale woningbouw en wil hun investeringsmogelijkheden versterken, onder andere via geborgde financiering en nationale prestatieafspraken.
“Woningcorporaties spelen hierin een belangrijke rol. We zorgen dat zij hiervoor – net als bij sociale huur – geborgde financiering via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw krijgen.”
“De Nationale Prestatieafspraken zijn de basis voor investeringen van woningcorporaties. We zorgen ervoor dat corporaties voldoende financiële armslag hebben om de afspraken die ze ook zelf gemaakt hebben waar te maken.”
Het CDA wil de betaalbaarheid van sociale huur waarborgen door de huren te koppelen aan de inflatie, zodat huurders en verhuurders zekerheid hebben over woonlasten.
“Voor sociale huur kiezen we voor inflatievolgend huurbeleid. Huurders en verhuurders hebben zo voor een lange termijn zekerheid over hun woonlasten.”
Het CDA kiest niet voor het fors inperken van de marktmacht van particuliere verhuurders, maar wil verhuur aantrekkelijk houden en kleine verhuurders beschermen, onder meer via fiscale maatregelen.
“We houden particuliere verhuur aantrekkelijk door zo snel mogelijk een heffing in te voeren op werkelijk rendement in box 3. Zo wordt niet langer belasting geheven over waarde die vastzit in stenen. Totdat de vermogenswinstbelasting is ingevoerd, willen we een tijdelijke (financiële) maatregel om verhuur door kleine particuliere verhuurders mogelijk te houden.”
D66 wil fors meer sociale woningbouw realiseren en de macht van verhuurders en beleggers op de woningmarkt beperken. De partij kiest voor wettelijke quota voor sociale huur bij nieuwbouw, meer ruimte voor woningcorporaties, en extra bescherming en zeggenschap voor huurders. D66 wil zo een eerlijkere woningmarkt creëren waarin betaalbare woningen voor iedereen toegankelijk zijn en verhuurders minder kunnen bepalen.
D66 wil gemeenten wettelijk verplichten om bij nieuwbouwprojecten minstens 30% sociale huurwoningen te realiseren. Dit moet zorgen voor gemengde wijken en meer betaalbare woningen, zodat starters, mensen met lagere inkomens en andere aandachtsgroepen meer kans maken op een woning.
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
D66 wil dat woningcorporaties weer hun oorspronkelijke rol krijgen: samen met overheid en huurdersorganisaties betaalbare huizen bouwen in leefbare buurten. Dit versterkt de positie van niet-commerciële aanbieders en verkleint de marktmacht van particuliere verhuurders.
“Woningcorporaties krijgen weer de ruimte om te doen waarvoor ze zijn opgericht: samen met de overheid en hun huurdersorganisaties betaalbare huizen bouwen in leefbare buurten.”
D66 wil huurders meer rechten geven, onder andere door betere bescherming en meer inspraak bij verduurzaming. Dit beperkt de macht van verhuurders en zorgt dat huurders niet de dupe worden van investeringen of renovaties.
Om de marktmacht van beleggers en verhuurders te beperken, wil D66 het belastingvoordeel van woningbezit afbouwen en beleggers meer belasten. Zo wordt het minder aantrekkelijk om woningen op te kopen voor verhuur en blijft er meer betaalbaar aanbod voor woningzoekenden.
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten.”
D66 wil voorkomen dat publieke investeringen vooral bij vastgoedondernemers terechtkomen. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om zelf grond te kopen en te ontwikkelen, en om grondspeculatie tegen te gaan. Dit versterkt de publieke regie op woningbouw en beperkt de invloed van commerciële partijen.
“Om te voorkomen dat dit geld vooral bij vastgoedondernemers terechtkomt, krijgen gemeenten meer ruimte om zelf grond te kopen en te ontwikkelen. Ook krijgen gemeenten meer mogelijkheden om grondspeculaties te voorkomen...”
DENK wil dat de overheid fors meer sociale woningen bouwt en de marktmacht van verhuurders inperkt door huurregulering en het versterken van de positie van huurders. De partij pleit voor een wettelijke norm voor het aandeel sociale woningen, meer investeringen in sociale huur, het verruimen van de toegang tot sociale huur en het uitbreiden van huurprijsbescherming. DENK wil zo de woningmarkt eerlijker en betaalbaarder maken, met minder ruimte voor uitbuiting door verhuurders.
DENK vindt dat het tekort aan betaalbare woningen moet worden opgelost door fors meer sociale woningen te bouwen en woningcorporaties te versterken. De partij wil een wettelijke norm voor het aandeel sociale huur, meer budget voor woningcorporaties en het verruimen van de inkomensgrenzen voor sociale huur.
“Een wettelijke norm in te voeren voor meer betaalbare woningen. Hierbij moet 50% bestaan uit sociale huur en koopwoningen, 40% betaalbare middenhuur en koop, en 10% hoger segment.”
“Wij willen meer investeren in sociale huur. Dat betekent dat woningcorporaties meer budget krijgen. Heffingen voor woningcorporaties, zoals de ATAD, worden afgeschaft. Meer mensen komen in aanmerking voor een sociale huurwoning. De inkomensgrenzen worden verruimd.”
“Wij willen sneller en meer bouwen. Het doel is om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen.”
DENK wil de marktmacht van verhuurders beperken door huurregulering, het bevriezen van huren bij te hoge stijgingen, het uitbreiden van huurprijsbescherming en het versterken van de positie van huurders via de Huurcommissie en lokale huurteams.
“Wij staan voor regulering van de huren. De huren worden bevroren indien de huurstijgingen te veel op de koopkracht van mensen drukken. Op de langere termijn mogen de huren niet harder stijgen dan het inkomen van mensen, zodat huurstijgingen niet drukken op de portemonnee. De overheid krijgt de bevoegdheden om dit te bewaken.”
“Wij willen dat de huurprijsbescherming wordt behouden en uitgebreid. Dit betekent dat wij willen dat alle huurders kunnen afdwingen dat zij een rechtvaardige huur betalen. Uitbuiting door te hoge huren wordt verleden tijd.”
“Wij investeren meer in de Huurcommissie en lokale huurteams, zodat huurders laagdrempelige hulp kunnen krijgen.”
Volt wil het aandeel sociale woningbouw fors vergroten en de marktmacht van verhuurders beperken door meer regulering, strengere handhaving en het stimuleren van alternatieve woonvormen. De partij stelt concrete quota voor sociale huur in nieuwbouw, wil de belastingdruk voor woningcorporaties verlagen, en pleit voor uitbreiding van huurregulering en strengere controle op verhuurders. Volt kiest voor een actieve rol van de overheid en woningcorporaties om betaalbare woningen te realiseren en verhuurders aan regels te binden.
Volt wil dat gemeenten verplicht worden om bij nieuwbouwprojecten minimaal 30% sociale huurwoningen te realiseren, zodat het aandeel betaalbare woningen structureel toeneemt. Dit is een harde, afdwingbare norm die de bouw van sociale woningen stimuleert en de afhankelijkheid van de vrije markt verkleint.
“In principe geldt: minstens twee derde van de nieuwe woningen moet betaalbaar zijn en minimaal 30% sociale huur.”
Om woningcorporaties in staat te stellen meer sociale huurwoningen te bouwen, wil Volt de belastingdruk op deze organisaties verlagen, onder andere door het afschaffen van de vennootschapsbelasting. Dit vergroot de investeringsruimte van corporaties en versterkt hun positie ten opzichte van commerciële verhuurders.
“We stellen de woningcorporaties in staat meer te bouwen. Dat doen we door de belastingdruk op de woningcorporaties te verlagen, zodat er meer geïnvesteerd kan worden in nieuwe huurwoningen. We schaffen de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties af.”
Volt wil de marktmacht van verhuurders beperken door de huurregulering uit te breiden naar het middensegment en gemeenten te verplichten proactief te controleren op eerlijke huurprijzen. Overtredingen worden bestraft met boetes, waardoor verhuurders minder ruimte krijgen om excessieve huren te vragen.
“Volt is voorstander van de uitbreiding van de huurregulering naar het middensegment. Volt wil meer controles op eerlijke huurprijzen, ook als er wordt gewisseld van huurder. De gemeente moet proactief controles uitvoeren en boetes uitdelen als verhuurders de maximale huurprijzen niet respecteren.”
Volt wil de macht van commerciële verhuurders verminderen door het stimuleren van wooncoöperaties en innovatieve woonvormen. Door regelgeving en financiering te verbeteren, krijgen bewoners meer zeggenschap en wordt het aandeel niet-commerciële verhuur vergroot.
“We versterken de regelgeving voor wooncoöperaties met kwaliteitsbewaking, toezicht en kaders voor de huur. We zorgen voor een flinke financiële injectie voor een nieuw revolverend ‘Fonds Coöperatieve en Innovatieve Woonvormen’ zoals shared housing.”
Volt wil dat gemeenten actiever grond aankopen en het speculeren met bouwgrond tegengaan door fiscale maatregelen. Dit maakt het mogelijk om sneller en goedkoper sociale woningbouw te realiseren, buiten de invloed van commerciële partijen.
“Gemeenten worden financieel in staat gesteld om actiever grondbeleid te voeren, door vaker grond aan te kopen en meer gebruik te maken van hun voorkeursrecht.”
“Om sneller meer ruimte beschikbaar te maken voor nieuwbouw en de kosten van bouwprojecten en nieuwe woningen te verlagen wil Volt het speculeren met bouwgrond tegengaan. Dat doen we door de waardevermeerdering van bijvoorbeeld landbouwgrond die voor bouwgrond bestemd wordt fiscaal te belasten, waardoor grond naar verwachting eerder beschikbaar komt voor een lagere prijs.”
De SGP erkent het tekort aan betaalbare woningen en wil dat de overheid weer meer verantwoordelijkheid neemt voor volkshuisvesting, met extra urgentie voor sociale woningbouw. Tegelijkertijd wil de partij verhuurders niet verder beperken, maar juist het evenwicht herstellen door hun positie te verbeteren en de middenhuursector te laten groeien. De SGP kiest dus voor méér sociale woningbouw, maar is terughoudend met het inperken van de marktmacht van verhuurders.
De SGP vindt dat de overheid weer een centrale rol moet nemen in de volkshuisvesting, met extra aandacht voor het bouwen van sociale huurwoningen. Dit moet het tekort aan betaalbare woningen aanpakken en de woningnood verlichten.
“Jarenlang is volkshuisvesting als een markt gezien. De SGP ziet dat de markt helaas niet alles even goed oppakt. Zo is er een groot tekort aan betaalbare (huur)woningen. Volkshuisvesting wordt daarom weer echt een verantwoordelijkheid van de overheid, uiteraard samen en met hulp van alle andere betrokkenen.”
“Ook de bouw van sociale huurwoningen verdient meer urgentie. De Rijksoverheid moet bijspringen met extra budget.”
“Sloop of verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporaties mag alleen onder strenge voorwaarden, zo mogelijk gecompenseerd door nieuwbouw.”
De SGP wil niet dat verhuurders verder worden beperkt; in plaats daarvan pleit de partij voor het herstellen van het evenwicht door de positie van verhuurders te verbeteren, vooral in de middenhuursector. De partij ziet recente wetgeving als te nadelig voor verhuurders en wil hun rendementen verhogen.
“De laatste tijd zijn er diverse wetten aangenomen die de positie van verhuurders verslechteren, met een lager aanbod als gevolg. Het is tijd om het evenwicht weer te herstellen, zodat vooral de middenhuursector weer kan groeien. Dit kan door de rendementen te verhogen door aanpassingen in de belasting op vermogen. Of door verbeteringen in de verhuurregelgeving.”
“Een gezonde huursector is gebaat bij helderheid en vooral bij een ruimer aanbod. Door enorme tekorten lopen de huren soms te veel op, terwijl het voor verhuurders steeds lastiger wordt gemaakt om huurwoningen betaalbaar aan te bieden.”
De VVD wil het aantal sociale huurwoningen vergroten door woningcorporaties te verplichten aanzienlijk meer te bouwen, maar wil tegelijkertijd verhuurders juist aantrekkelijker maken om te investeren in huurwoningen en verhuur weer lonend maken. De partij kiest niet voor het beperken van de marktmacht van verhuurders, maar juist voor het stimuleren van zowel corporaties als particuliere investeerders, met minder regels en een aantrekkelijker fiscaal klimaat.
De VVD erkent het tekort aan sociale huurwoningen en wil woningcorporaties in staat stellen én verplichten om aanzienlijk meer sociale huurwoningen te bouwen. Dit moet de wachtlijsten verkorten en het aanbod vergroten, maar de partij koppelt dit aan het schrappen van belemmerende regelgeving.
In plaats van verhuurders minder marktmacht te geven, wil de VVD het aantrekkelijker maken voor particuliere verhuurders en investeerders om woningen te verhuren, onder meer door fiscale voordelen en het schrappen van regulering. De partij verzet zich tegen maatregelen die de verhuurmarkt beperken.
“Ook voor particulieren moet het aantrekkelijk worden om te investeren in huurwoningen en verhuur moet weer lonen.”
“We schrappen de wetten die de huurmarkt afknijpen: We willen dat er veel meer private huurwoningen worden gebouwd, zodat de huurprijs omlaaggaat.”
“Het is niet uit te leggen dat verhuurders een negatief rendement hebben. Daardoor verliezen we cruciale huurwoningen. We zullen snel toe moeten naar een eerlijke hervorming van box 3.”
50PLUS wil het woningtekort aanpakken door fors meer te bouwen voor ouderen, met als doel de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en zo ook jongeren en andere doelgroepen te helpen. De partij pleit voor hernieuwde inzet op sociale volkshuisvesting, levensloopbestendige woningen en het terugbrengen van het Ministerie voor Volkshuisvesting, maar doet geen concrete voorstellen om verhuurders minder marktmacht te geven. De nadruk ligt op bouwen voor ouderen en het stimuleren van doorstroming, niet op het direct beperken van de macht van verhuurders.
50PLUS ziet het tekort aan passende woningen als gevolg van falend beleid rond sociale volkshuisvesting en wil dit herstellen door grootschalig te bouwen voor ouderen, zodat de woningvoorraad efficiënter benut wordt. Door ouderen te laten doorstromen naar geschikte woningen, komen bestaande huizen vrij voor andere groepen, wat de druk op de woningmarkt vermindert.
“Het afbreken van de sociale volkshuisvesting en het niet regelen van seniorenhuisvesting in de afgelopen decennia, is een voorbeeld van falend overheidsbeleid.”
“De doelstelling van 290.000 levensloopbestendige woningen wordt gefaseerd gerealiseerd met oog voor netcongestie en bouwcapaciteit om de doorstroming weer écht op gang te krijgen.”
“Het Ministerie voor Volkshuisvesting wordt weer in het leven geroepen.”
“Meer bouwen voor 50-plussers.”
FVD wil het aandeel sociale huurwoningen juist verkleinen en verhuurders meer vrijheid en marktmacht geven. De partij is tegen het verplicht bouwen van sociale woningen door projectontwikkelaars en wil de Wet Betaalbare Huur afschaffen, zodat verhuurders zelf hun huurders kunnen kiezen en investeren in het middensegment aantrekkelijker wordt. FVD kiest dus expliciet NIET voor meer sociale woningbouw of het beperken van de marktmacht van verhuurders.
FVD vindt dat het aandeel sociale huurwoningen te groot is en wil dit verkleinen, vooral in grote steden. De partij ziet sociale woningbouw als een oorzaak van marktverstoring en wil verhuurders juist meer vrijheid geven, onder andere door het afschaffen van regulering zoals de Wet Betaalbare Huur. Dit standpunt is het tegenovergestelde van het vergroten van sociale woningbouw of het beperken van verhuurdersmacht.
“We verkleinen het aandeel sociale huurwoningen, zeker in grote steden. Het verplicht opleggen van sociale woningbouwpercentages bij private projecten verdwijnt.”
“De huurmarkt moet weer vitaal en vrij worden. De Wet Betaalbare Huur is een aanval op het eigendomsrecht en leidt tot minder aanbod. Wij schaffen deze wet af, zodat verhuurders weer durven investeren en middenhuurwoningen terugkeren. Verhuurders bepalen zelf wie hun huurder is.”
“We geven verhuurders volledige vrijheid in de keuze van hun huurders, zodat het aanbod in de huurmarkt weer wordt vergroot, met name in het middensegment.”
“We stoppen met de verplichting voor private projecten om sociale woningen te bouwen, zodat bouwen weer rendabel wordt.”
JA21 wil de woningmarkt vooral liberaliseren en de marktmacht van verhuurders juist vergroten door minder regulering en meer marktwerking. De partij pleit niet voor meer sociale woningbouw, maar voor het afbouwen van huurregulering en het intrekken van de Wet betaalbare huur, zodat verhuurders meer vrijheid krijgen in het bepalen van huurprijzen.
JA21 ziet de huidige huurregulering als een belemmering voor het woningaanbod en wil deze afbouwen. De partij wil de Wet betaalbare huur intrekken en op termijn toewerken naar huurvorming vanuit de markt. Dit betekent dat verhuurders juist meer marktmacht krijgen, niet minder, en dat sociale woningbouw geen prioriteit heeft.
“Dat het investeringsvertrouwen terugkeert, bijvoorbeeld door het de Wet betaalbare huur in te trekken, door de fiscale druk op de huurwoningmarkt te verlagen, door op termijn te komen tot een afbouw van de huurregulering naar een huurvorming vanuit de markt, én door een duidelijk en voorspelbaar overheidsbeleid.”
JA21 noemt nergens expliciet het bouwen van meer sociale huurwoningen als doel. In plaats daarvan wil de partij de markt meer ruimte geven en tijdelijke contracten toestaan om het huuraanbod te vergroten. De nadruk ligt op flexibiliteit en het benutten van bestaande voorraad, niet op uitbreiding van het sociale segment.
“Het op korte termijn ontgrendelen van de huurmarkt door bijvoorbeeld het toestaan van tijdelijke contracten voor bredere doelgroepen, directe aanpassingen van het woningwaarderingsstelsel, (tijdelijke) fiscale en regeldruk verlichting waardoor binnen enkele maanden een grotere, flexibeler huuraanbod ontstaat zonder bestaande huurders te benadelen.”
“Dat de markt de ruimte krijgt om de woningproductie af te stemmen op de demografische trends, zowel qua woningtype, grootte en regionale verschillen.”