JA21 profileert zich als een conservatief-liberale partij die liberale waarden als individuele vrijheid, autonomie en economische vrijheid combineert met een uitgesproken streven naar een kleinere, efficiëntere overheid. De partij wil de overheid beperken tot kerntaken, regeldruk en bureaucratie fors verminderen, lasten verlagen, en burgers meer zeggenschap geven over hun eigen leven en leefomgeving. Concrete voorstellen zijn onder meer het structureel terugbrengen van het aantal ambtenaren, het instellen van een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie, het drastisch schrappen van regels en subsidies, en het faciliteren van ondernemerschap.
JA21 wil dat de overheid zich terugtrekt uit niet-essentiële taken en zich concentreert op veiligheid, publieke voorzieningen, woningbouw en infrastructuur. Dit moet leiden tot een kleinere, efficiëntere en goedkopere overheid die burgers meer ruimte en autonomie geeft.
“Wij kiezen voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Een overheid die zich richt op de kerntaken van veiligheid, publieke voorzieningen, woningbouw en infrastructuur.”
“De overheid moet zich niet langer opstellen als een regelfabriek die de levens van mensen tot in detail vormgeeft. De overheid moet de eigen burgers weer gaan vertrouwen, en de publieke sector moet kleiner en dienstbaarder worden.”
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
JA21 wil de bureaucratie en regeldruk actief terugdringen door overbodige regels en instanties te schrappen, subsidies die markten verstoren af te bouwen, en voor elke nieuwe regel een oude te laten verdwijnen. Dit moet ondernemerschap en individuele vrijheid bevorderen.
“De minister dient regels, instanties en het woud aan ongekozen adviesraden en overheidsorganen kritisch tegen het licht te houden, zodat onnodige overheidsstructuren kunnen worden afgebouwd of samengevoegd.”
“Drastische afbouw van subsidies die markten verstoren en innovatie belemmeren. Er komt een einde aan het sturen van de economie vanuit de overheid.”
“Regeldruk terugdringen door met de stofkam door huidige wet- en regelgeving te gaan en overbodige regelgeving te schrappen. Voor elke nieuwe regel moet een oude regel verdwijnen.”
“Minder regeldruk door een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aan te stellen die met een harde reductiedoelstelling een einde maakt aan de toenemende regeldruk en met de stofkam door bestaande wet- en regelgeving gaat.”
JA21 wil burgers meer invloed geven op hun eigen leven en leefomgeving door decentralisatie, referenda en het subsidiariteitsbeginsel. De overheid moet faciliteren in plaats van sturen, en vertrouwen geven in plaats van betuttelen.
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“Het subsidiariteitsbeginsel, dat stelt dat een hogere overheid alleen taken op zich neemt als een lagere overheid daartoe niet in staat is, moet zo veel mogelijk nageleefd worden.”
“Geen betutteling, maar vertrouwen in mensen om zelf de juiste keuzes te maken.”
“Nederlanders zorgen voor zichzelf, maken hun eigen keuzes en willen een overheid die faciliteert en niet in de weg loopt.”
JA21 wil lasten voor ondernemers en werkenden verlagen, marktwerking herstellen, nationale koppen op EU-regels afschaffen, en het belastingstelsel vereenvoudigen. De overheid moet niet langer het bedrijfsleven als financieringsbron gebruiken.
“Ondernemen weer lonend maken door de lasten op ondernemers en familiebedrijven te verlagen en een fiscaal aantrekkelijk klimaat te creëren. Het bedrijfsleven mag niet langer als financieringsbron voor nieuwe overheidsambities dienen.”
“Marktwerking herstellen door onnodige overheidsinmenging te beëindigen en concurrentie te bevorderen.”
“Nationale koppen op EU-regels afschaffen: we introduceren geen nieuwe wetgeving die verder gaat dan EU-regelgeving.”
“Wij presenteren een nieuw belastingplan waarin we onder andere de inkomstenbelasting versimpelen, de vermogensbelasting eerlijker maken en een nieuw toeslagensysteem introduceren dat het huidige onbegrijpelijke en complexe toeslagenstelsel vervangt.”
De SGP combineert enkele klassieke liberale waarden, zoals vrijheid van godsdienst, meningsuiting en eigendom, met een uitgesproken pleidooi voor een kleine, dienstbare overheid die zich beperkt tot kerntaken. De partij wil regeldruk en overheidsuitgaven fors beperken, ruimte geven aan maatschappelijke initiatieven en decentrale overheden, en ziet de overheid vooral als schild voor kwetsbaren en hoeder van publieke gerechtigheid. Hun visie is geworteld in christelijke waarden, waarbij individuele vrijheid altijd wordt ingebed in gemeenschapszin en morele kaders.
De SGP pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid die zich terugtrekt uit niet-kerntaken en kritisch kijkt naar uitgaven en regelgeving. Dit sluit aan bij liberale waarden van een beperkte overheid, maar is ingebed in een christelijk-moreel kader.
“De overheid moet zich richten op haar kerntaken en efficiënt werken.”
“Ven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig. Een overheid die haar grenzen kent.”
“We staan voor een betrouwbaar bestuur. Voor een overheid die haar grenzen kent, zich niet laat afleiden van haar kerntaken, zich dienstbaar opstelt, ruimte geeft aan de samenleving, maar wel het kwade beteugelt.”
De partij wil dat de overheid minder reguleert en meer ruimte laat voor maatschappelijke en ondernemende initiatieven, wat aansluit bij liberale principes van vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
“Aan de overheid de taak de samenleving op te laten bloeien in plaats van dicht te reguleren.”
“De SGP wil de regeldruk in de zorg halveren. Dit moet een topprioriteit zijn in de komende kabinetsperiode.”
“De overdaad aan regels, wetten en verdragen maakt het voor de overheid soms bijna onmogelijk om goede oplossingen te bieden.”
“De SGP wil werkbaar beleid, toekomstperspectief voor de duizenden agrarische gezinsbedrijven en meer doelvoorschriften in plaats van een stapeling middelvoorschriften.”
De SGP bepleit dat provincies en gemeenten zelfstandige afwegingen moeten kunnen maken, wat past bij het liberale idee van subsidiariteit en een kleine centrale overheid.
“De SGP vindt dat de Rijksoverheid regie moet hebben, maar provincies en gemeenten houden nadrukkelijk ruimte voor zelfstandige afwegingen, waarbij provincies ruimhartig faciliteren.”
“Als sturingsfilosofie geldt voor ons: ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’. Daarbij laten we ruimte voor initiatieven van burgers en ondernemers en respecteren we eigendomsrechten.”
De partij benadrukt het belang van klassieke vrijheden zoals vrijheid van godsdienst, meningsuiting en onderwijs, maar altijd binnen een christelijk-moreel kader en met bescherming van de gemeenschap.
De SGP verzet zich tegen verdere machtsoverdracht aan de EU en pleit voor nationale soevereiniteit, wat aansluit bij liberale waarden van zelfbeschikking en een kleine centrale overheid.
“De EU moet ten dienste staan van de lidstaten. Klassiek christelijke rechten en vrijheden moeten worden gewaarborgd. Binnen de EU blijft ruimte voor verschil. Landen worden niet in een progressief en seculier keurslijf geperst.”
“Nederland streeft ernaar het aantal verdragen te verminderen en sluit zich in beginsel niet aan bij nieuwe verdragen die de vrije handelingsruimte van de wetgever beperken.”
“De SGP is daarom tegen het invoeren van een Europees digitaal paspoort en een digitale euro.”
BVNL profileert zich als een uitgesproken klassiek-liberale partij die individuele vrijheid, ondernemersvrijheid en minimale staatsbemoeienis centraal stelt. Hun kernvoorstellen zijn het drastisch verkleinen van de overheid, het schrappen van regels en ambtenaren, het dereguleren van markten en het terugleggen van macht bij burgers en lokale gemeenschappen. BVNL koppelt deze liberale waarden aan een economisch rechts beleid en een sterke nadruk op soevereiniteit en culturele tradities.
BVNL wil de overheid fors inkrimpen door minder ambtenaren, minder regels en het schrappen van niet-kerntaken, subsidies en bureaucratie. Dit is hun kernoplossing tegen wat zij zien als een te grote, bemoeizuchtige staat die individuele vrijheid belemmert.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“De overheid moet klein, betrouwbaar, volledig transparant en efficiënt zijn, met een zeer terughoudende rol in het leven van mensen.”
“Wij zien de overheid niet als motor van vooruitgang, maar als bewaker van de rechtsorde en vrijheid. De staat moet dienstbaar zijn aan de burger, niet andersom.”
“Kostenreductie bij de overheid is een fundamenteel doel van BVNL. 'Het huishoudboekje van de overheid' geldt niet als leidraad; de overheid moet krimpen, niet sturen of herverdelen.”
BVNL stelt individuele keuzevrijheid centraal, zowel op economisch als op medisch-ethisch vlak, en verwerpt overheidsdwang en betutteling. De partij ziet vrijheid als absolute kernwaarde, gekoppeld aan eigen verantwoordelijkheid.
“De nadruk ligt op eigen initiatief, vrijheid van keuze en respect voor die van een ander en minimale overheidsbemoeienis.”
“Of het nu gaat om vaccinatie, medische behandelingen, seksuele voorkeur, levensovertuiging, of levensbeëindiging: deze keuzes behoren toe aan de mens zelf. De overheid heeft zich hierbuiten te houden.”
“Vrijheid is de absolute kernwaarde en is aan ieder individueel mens gegeven bij geboorte. Maar vrijheid moet altijd gepaard gaan met verantwoordelijkheid.”
BVNL wil markten, zoals de woningmarkt en arbeidsmarkt, vergaand dereguleren en de overheid terughoudend laten zijn in economische sturing. Ondernemersvrijheid en lage belastingen zijn leidend.
“BVNL wil inzetten op deregulering. De overheid grossiert in zinloze regels en wetten en dat moet fors verminderen. Met name de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de pensioensector en de zorg moeten worden gedereguleerd.”
“Belang Van Nederland staat voor een kleine overheid, een vrije markt met zo min mogelijk staatsinterventie en het behoud van het goede uit de rijke Nederlandse traditie.”
“Belang Van Nederland kiest voor een ondernemersvriendelijke koers die gestoeld is op vrijemarkteconomie, sober fiscaal beleid, lage belastingen en structurele hervormingen.”
BVNL wil macht weghalen bij de centrale staat en zoveel mogelijk overlaten aan burgers, lokale gemeenschappen en de vrije markt. Alleen wat niet lokaal kan, wordt nationaal geregeld.
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
“Landelijk wordt slechts geregeld wat landelijk niet lokaal geregeld kan worden en Nederland wordt op zoveel mogelijk gebieden weer soeverein.”
“BVNL streeft kleinschaligheid na. Het doel is om zoveel mogelijk bottom-up te regelen. Dus vanuit de gemeente, dan de provincie en als het niet anders kan nationaal, maar bij voorkeur via de vrije markt.”
Forum voor Democratie (FVD) profileert zich als een partij die liberale waarden als individuele vrijheid, ondernemerschap en zelfredzaamheid centraal stelt, en daarbij expliciet kiest voor een veel kleinere, minder bemoeizuchtige overheid. De partij wil dit bereiken door structurele verlaging van overheidsuitgaven, drastische vereenvoudiging van het belastingstelsel, decentralisatie van macht naar burgers en lokale overheden, en het terugdringen van bureaucratie en regelgeving. FVD koppelt deze visie aan concrete voorstellen zoals een jaarlijkse krimp van de rijksuitgaven, invoering van een vlaktaks, het afschaffen van subsidies voor activistische organisaties, en het vergroten van directe democratie.
FVD wil de overheid structureel kleiner maken door jaarlijkse bezuinigingen, minder regels en minder bemoeienis met het dagelijks leven van burgers. Dit is een kernpunt in hun streven naar meer individuele vrijheid en minder overheidsinvloed.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“Een veel kleinere overheid bemoeit zich veel minder met de alledaagse keuzes van mensen.”
“We streven een kleinere en efficiëntere overheid na, die minder geld opeist van burgers.”
FVD koppelt liberale waarden aan een radicaal eenvoudiger en lager belastingstelsel, met als doel ondernemerschap en zelfredzaamheid te stimuleren en de overheid te beperken tot kerntaken.
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
“Forum voor Democratie vindt dat belastingen zo laag, eenvoudig en transparant mogelijk moeten zijn. Daarom willen wij een grondige vereenvoudiging van het belasting-, toeslagen- en premiestelsel.”
“Belastingen dienen enkel om met een goed functionerende, slanke overheid specifieke publieke taken te financieren – niet om inkomens of vermogens kunstmatig gelijk te trekken.”
FVD wil macht en verantwoordelijkheid terugleggen bij burgers en lokale overheden, met meer ruimte voor lokaal beleid en minder centrale sturing. Dit sluit aan bij hun liberale visie op zelfbeschikking en kleinschaligheid.
“We geven gemeenten de vrijheid om eigen beleid te voeren, inclusief op gebied van belastingen, zodat lokaal maatwerk mogelijk wordt en gemeenten onderling gaan concurreren op de vestiging van bedrijven en gezinnen.”
“Geen gedwongen samenvoegingen van gemeenten; fusies kunnen alleen na een referendum.”
“We hanteren een gezonde scepsis ten aanzien van schaalvergrotingen en fusies bij scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen en politiebureaus en sturen waar mogelijk aan op schaalverkleining.”
FVD wil het subsidiestelsel en bureaucratische overlegstructuren die volgens hen de overheid log en politiek gekleurd maken, afschaffen. Dit moet leiden tot meer transparantie, minder overheidsinvloed en meer ruimte voor onafhankelijke initiatieven.
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
“We schaffen achterhaalde adviesorganen zoals CPB, SCP, SER en PBL af, zodat beleid niet langer wordt bepaald door technocraten en lobbyclubs.”
FVD koppelt liberale waarden aan directe democratie, zodat burgers zelf meer invloed krijgen op beleid en bestuur, in plaats van een centrale overheid of politieke elite.
NSC positioneert zich niet als een uitgesproken liberale partij gericht op een kleine overheid, maar benadrukt wel liberale waarden als burgerrechten, tegenmacht, transparantie en decentralisatie. Tegelijkertijd pleit NSC voor een dienstbare, betrouwbare overheid die de menselijke maat centraal stelt, met meer ruimte voor lokale autonomie en minder bureaucratie. De partij keert zich expliciet tegen neoliberalisme en pleit voor een overheid die beschermt, reguleert en sociale zekerheid waarborgt.
NSC wil liberale kernwaarden als burgerrechten, inspraak en tegenmacht versterken, maar niet door de overheid kleiner te maken; eerder door deze transparanter, dienstbaarder en toegankelijker te maken. De partij ziet een sterke rol voor de overheid in het beschermen van kwetsbaren en het herstellen van vertrouwen, maar wil wel dat burgers meer directe invloed krijgen.
“We geven meer zeggenschap aan burgers en herstellen de tegenmacht.”
“Burgers hebben rechten met verantwoordelijkheden die daarbij horen.”
“We bouwen aan een overheid die mensen en waarden centraal stelt en niet de abstracte modellen. Waar de stem van de burger zwaarder weegt dan die van lobbygroepen of belangenorganisaties.”
“Ook moet er voldoende inspraak zijn voor burgers, bijvoorbeeld via een bindend correctief referendum op lokaal niveau.”
NSC pleit voor het versterken van lokale en regionale autonomie, wat aansluit bij liberale principes van subsidiariteit en een minder gecentraliseerde overheid. Dit betekent echter niet per se een kleinere overheid, maar wel een overheid die dichter bij de burger staat en minder top-down werkt.
“Lokale overheden verdienen meer ruimte voor zelfbestuur, in plaats van te worden gezien als verlengstuk van uitvoeringsinstanties van het Rijk.”
“Beleidsrijke taken horen bij gemeenten of provincies te liggen, zodat gemeenteraden en provinciale staten zelf integrale afwegingen kunnen maken.”
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
NSC keert zich expliciet tegen het neoliberalisme en het idee van een kleine, terugtredende overheid. De partij ziet een actieve, beschermende overheid als noodzakelijk voor bestaanszekerheid en sociale samenhang, wat haaks staat op een klassiek-liberale visie op een kleine overheid.
Hoewel NSC niet pleit voor een kleinere overheid, wil de partij wel de bureaucratie verminderen en de menselijke maat terugbrengen in het overheidsapparaat. Dit sluit deels aan bij liberale kritiek op een logge, onpersoonlijke overheid, maar is vooral gericht op effectiviteit en toegankelijkheid.
De VVD profileert zich als de partij die liberale waarden als vrijheid, verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid centraal stelt, en deze koppelt aan een expliciete keuze voor een kleinere, effectievere overheid. De partij wil fors snoeien in regels, bureaucratie en ambtenaren, en stelt dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken, zodat burgers en ondernemers meer ruimte en vrijheid krijgen. Concrete voorstellen zijn onder meer het verplicht schrappen van wet- en regelgeving, het verminderen van overheidsuitgaven, en het versterken van publieke voorzieningen zonder de overheid te laten uitdijen.
De VVD wil de overheid structureel verkleinen en effectiever maken, met minder regels, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De partij ziet een te grote overheid als belemmerend voor individuele vrijheid en economische groei, en wil dat de overheid zich richt op kerntaken en burgers meer ruimte geeft.
“Onze overheid moet kleiner, effectiever en moderner. Met de hoogste standaarden. Met wetten en regels die werken voor Nederland.”
“We dammen het aantal ambtenaren flink in en bezuinigen op de ongekende hoeveelheid overhead.”
“Met de Wet op regeldruk- en complexiteitsvermindering verplichten we alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen.”
“Een kleinere, maar effectieve overheid die levert op haar kerntaken, die mensen vrij laat en vooral minder regels heeft.”
“We willen toe naar een fundamenteel effectievere overheid, met veel minder (complexe) wet- en regelgeving, met aandacht voor wat mensen thuis nodig hebben.”
De VVD kiest ervoor om de groei van overheidsuitgaven te beperken en bezuinigingen door te voeren, in plaats van belastingen te verhogen. Dit moet voorkomen dat de overheid verder uitdijt en de lasten voor burgers en ondernemers stijgen.
“We kiezen voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf. We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
De VVD wil de regeldruk en bureaucratie voor burgers en ondernemers fors verminderen, zodat zij meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen. De partij ziet overmatige regelgeving als verstikkend voor initiatief en innovatie.
“Als we uitgaan van vertrouwen in mensen, dan kunnen we toe met minder regels, rapportages, procedures, etcetera; dat geeft de samenleving meer ademruimte.”
“Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken.”
“We werken vaker met meldplichten in plaats van vergunningsplichten en zorgen dat initiatieven van ondernemers en verenigingen niet onnodig vastlopen in een overdaad aan regels.”
De VVD wil meer verantwoordelijkheden en bestedingsvrijheid bij gemeenten en provincies leggen, met minder specifieke uitkeringen en meer vertrouwen in lokale democratie. Dit moet leiden tot een overheid die dichter bij de burger staat en minder centraal gestuurd wordt.
“We hebben vertrouwen in de lokale democratie en kiezen voor meer bestedingsvrijheid voor gemeenten en provincies en dus voor minder specifieke uitkeringen.”
“We zorgen dat dezelfde verantwoordelijkheden niet op verschillende bestuurslagen belegd zijn, dat decentralisatie van taken zorgvuldig gebeurt en dat geld en taken voor gemeenten en provincies in balans zijn.”
Het CDA kiest niet voor een uitgesproken liberale koers, maar benadrukt wel het belang van een kleinere, efficiëntere overheid die ruimte laat voor lokale autonomie, particulier initiatief en minder regeldruk. De partij wil de overheid beperken tot kerntaken, regelgeving vereenvoudigen en de samenleving meer verantwoordelijkheid geven, zonder het individuele marktdenken centraal te stellen. Concrete voorstellen zijn onder meer het schrappen van overbodige regels, het verlagen van de verantwoordingslast en het vergroten van de autonomie van gemeenten.
Het CDA wil de overheid verkleinen door regelgeving te vereenvoudigen, administratieve lasten te verminderen en terughoudend te zijn met nieuw beleid. Dit moet leiden tot meer ruimte voor burgers, ondernemers en lokale initiatieven, en minder bemoeienis van de centrale overheid.
“Er komt een programma ‘vereenvoudiging van regelgeving’. Doelstelling is een lagere uitvoeringslast voor uitvoerders, burgers en ondernemingen.”
“Een effectievere overheid is zo ook een kleinere overheid.”
“We schrappen samen met de zorg, het onderwijs, en economische sectoren overbodige administratieve regels, maken bestaande regelgeving beter en rapportages efficiënter.”
“Naast vereenvoudiging van regelingen – minder regels, betere regelgeving en efficiëntere rapportages – wil het CDA ook een overheid die keuzes maakt. Een overheid die uitvoering en mensen ruimte geeft, is ook een kleinere overheid.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
Het CDA pleit voor meer autonomie voor gemeenten en decentrale overheden, zodat zij lokaal maatwerk kunnen leveren en minder afhankelijk zijn van centrale sturing. Dit sluit aan bij het idee van een kleinere, minder centrale overheid en meer vertrouwen in lokale gemeenschappen.
“We koesteren onze bestuursverdeling met een eigen rol voor gemeenten, provincies en waterschappen. Dit zijn de overheden die het dichtst bij mensen staan.”
“Dat vergt meer ruimte in de regelgeving om lokaal te doen wat lokaal nodig is, een lagere verantwoordingslast, en meer ruimte voor de autonome ruimte van gemeentelijke begrotingen: het samenlevingsdeel.”
“Gemeenten, provincies en waterschappen zijn niet alleen uitvoerders van Haagse plannen, maar ook zelfstandige overheden met hun eigen legitimiteit.”
Het CDA wijst het liberale marktdenken af, maar wil wel dat de overheid zich beperkt tot haar kerntaken en de samenleving meer ruimte krijgt om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Dit betekent minder maakbaarheid en minder overheidsbemoeienis, maar geen volledige liberalisering.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten.”
“Het CDA staat voor een overheid met visie, die stevig is verankerd in de samenleving, ruimte geeft aan vakmanschap en lokale initiatieven steunt.”
“De overheid kan niet alle problemen oplossen, en daar moeten we eerlijk over zijn. Maar wat de overheid doet, moet ze goed doen.”
50PLUS profileert zich als een partij die kritisch is op bureaucratie en overheidsuitgaven, en pleit voor een efficiëntere, kleinere overheid met minder verspilling. Tegelijkertijd benadrukt de partij liberale waarden als individuele keuzevrijheid, directe democratie en het beperken van overheidsbemoeienis, vooral waar het gaat om regelgeving, belastingen en Europese inmenging. De belangrijkste voorstellen zijn het fors terugdringen van bureaucratie, het beperken van het takenpakket van de overheid en de EU, en het stimuleren van directe burgerinspraak.
50PLUS wil een kleinere, efficiëntere overheid door verspilling, fraude en overbodige regelgeving aan te pakken. De partij ziet het groeiende ambtenarenapparaat en inefficiëntie als een groot probleem en wil substantiële besparingen realiseren, met name door kritisch te kijken naar alle overheidsuitgaven en belastingfaciliteiten.
“Wij pleiten daarom voor een breed consolidatiepakket voor de Rijksbegroting, waarbij alle overheidsuitgaven van alle ministeries onder de loep worden genomen.”
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
“Ons bestuurlijk systeem dreigt op meerdere fronten volledig vast te lopen in bureaucratie, overbodige regelgeving en complexiteit.”
50PLUS wil het takenpakket van de overheid en de Europese Unie beperken, en pleit voor minder nationale en Europese regelgeving. Dit sluit aan bij liberale waarden van individuele vrijheid en een kleinere, minder bemoeizuchtige overheid.
De partij benadrukt het belang van directe democratie en meer inspraak van burgers, wat past bij liberale waarden van individuele autonomie en minder top-down sturing door de overheid.
“Verder is meer inspraak van de burger van groot belang; wij pleiten voor directe democratie.”
50PLUS wil voorkomen dat Nederland extra regels oplegt bovenop Europese afspraken, wat de regeldruk en overheidsbemoeienis beperkt en aansluit bij een kleine overheid.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
BBB profileert zich als een partij die liberale waarden als vrijheid, verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid omarmt, maar daarbij expliciet kiest voor een kleine, terughoudende overheid die zich beperkt tot kerntaken. De partij wil bureaucratie en overregulering verminderen, het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen en de overheid structureel verkleinen, met meer ruimte voor eigen initiatief en regionale zeggenschap. BBB ziet de kracht van gemeenschappen en ondernemerschap als fundament, waarbij de overheid vooral moet faciliteren en niet domineren.
BBB wil de overheid structureel verkleinen door te bezuinigen op ministeries en overheidsorganisaties (behalve enkele kerndomeinen), en pleit voor een dienstbare, sobere overheid die zich richt op haar kerntaken. Dit moet leiden tot minder bureaucratie, meer efficiëntie en een overheid die burgers vertrouwt in plaats van wantrouwt.
“Een dienstbare overheid begint bij eenvoud, slagkracht en focus op kerntaken. BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie,”
“BBB kiest voor een sobere en doelmatige overheid. In 2028 stellen we een nullijn in voor rijksambtenaren, inclusief ambtsdragers. Dat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen worden doorgevoerd.”
“De overheid is te groot geworden en bemoeit zich met te veel.”
BBB streeft naar een eenvoudiger, transparanter belastingstelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen, om de afhankelijkheid van de overheid te verminderen en de individuele vrijheid en verantwoordelijkheid te vergroten. Dit sluit aan bij liberale waarden en het streven naar een kleinere, minder bemoeizuchtige overheid.
“Wij streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet.”
“Een overheid die uitgaat van eenvoud en redelijkheid, in plaats van wantrouwen en overregulering.”
BBB wil dat de overheid ruimte geeft aan burgers en ondernemers, met minder regels en bureaucratie, zodat eigen initiatief en ondernemerschap kunnen floreren. De overheid moet faciliteren, niet sturen, en vertrouwen op de kracht van gemeenschappen en het midden- en kleinbedrijf.
“We willen minder tijdverspilling aan papieren verplichtingen, minder angst voor boetes en meer ruimte voor gezond verstand. Vooral het midden en kleinbedrijf lijdt onder regels en bureaucratie.”
“We willen daarom mensen stimuleren en meer ruimte geven om ook met eigen oplossingen en kleine initiatieven te komen. We willen een overheid die stimuleert en creatief meedenkt.”
BBB ziet de overheid als aanvullend op, niet vervangend voor, de kracht van gemeenschappen, familie en vrijwilligers. De overheid moet bescheiden zijn, niet alles willen regelen, en vooral ruimte geven aan maatschappelijke initiatieven.
“De overheid moet dat niet overnemen, maar versterken en ruimte geven.”
“De overheid past bescheidenheid. Niet als zwaktebod, maar vanuit het besef dat de overheid op zichzelf niet bestaat zij is samengesteld uit belangen, ambtenaren en politieke overtuigingen. En omdat de overheid via wetgeving en uitvoering diep kan ingrijpen in het leven van mensen, is terughoudendheid op zijn plaats.”
BIJ1 draagt geen liberale waarden uit en is juist voorstander van een grote, actieve overheid die ingrijpt in de economie, publieke sectoren nationaliseert en marktwerking terugdringt. Hun programma pleit voor sterke overheidsregie, collectieve voorzieningen en het beperken van de macht van bedrijven en marktmechanismen. Vrijheid wordt bij BIJ1 vooral ingevuld als collectieve zeggenschap en bescherming van kwetsbare groepen, niet als individuele economische vrijheid of beperking van de overheid.
BIJ1 wil dat de overheid een centrale rol speelt in huisvesting, zorg, onderwijs en andere basisvoorzieningen, waarbij marktwerking en private winstmotieven worden teruggedrongen of uitgesloten. Dit staat haaks op het liberale ideaal van een kleine overheid en vrije markt.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch.”
“Op de lange termijn is een coöperatief voedselsysteem ons alternatief voor de commerciële markt. Weg met de concurrentie op onze basisbehoeften.”
BIJ1 pleit voor vergaande regulering van prijzen en winstmarges, en het beperken van marktwerking in essentiële goederen en diensten. Dit is het tegenovergestelde van een kleine overheid en vrije marktwerking.
Het programma bevat voorstellen voor nationalisatie en onteigening van private grond, vastgoed en bedrijven, wat haaks staat op liberale kernwaarden als eigendomsrecht en beperkte overheidsmacht.
BIJ1 stelt collectieve zeggenschap, democratisering van bedrijven en bindende burgerinspraak centraal, in plaats van individuele vrijheid of beperking van overheidsmacht.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
GroenLinks-PvdA draagt weliswaar enkele liberale waarden uit, zoals het beschermen van minderheden, persvrijheid en individuele rechten, maar pleit nadrukkelijk voor een sterke, actieve en dienstbare overheid die investeert in publieke voorzieningen en democratische instituties. Hun programma bevat geen voorstellen voor een kleinere overheid; integendeel, ze willen de overheid versterken, publieke voorzieningen uitbreiden en marktwerking terugdringen. De kern van hun visie is dat vrijheid en rechtvaardigheid alleen mogelijk zijn met een krachtige publieke sector en collectieve solidariteit.
GroenLinks-PvdA ziet een sterke overheid als essentieel om liberale waarden als vrijheid, gelijke rechten en rechtsbescherming te waarborgen. Ze keren zich expliciet tegen een kleine overheid en willen juist publieke voorzieningen uitbreiden en de overheid dienstbaarder maken aan burgers.
“GroenLinks PvdA gelooft dat we alleen vrij kunnen zijn met een sterke democratische rechtsstaat.”
“We investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
“De overheid moet weer naast mensen gaan staan – met vertrouwen, in plaats van controle, en publieke voorzieningen in eigen hand houden.”
“We gaan bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, waar we weer samen vooruitgaan in plaats van ieder voor zich.”
De partij verwerpt marktwerking in essentiële sectoren en wil publieke belangen boven winst stellen, wat haaks staat op het ideaal van een kleine overheid.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders. We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen...”
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
Hoewel GroenLinks-PvdA liberale waarden als persvrijheid, onafhankelijke rechtspraak en bescherming van minderheden benadrukt, koppelen ze deze expliciet aan een actieve, controlerende overheid.
“We versterken onze democratische dijken met stevigere democratische controle, en beschermen we de onafhankelijkheid van de pers.”
“Toegang tot het recht moet gegarandeerd zijn voor iedereen, met een onafhankelijke rechtspraak die stevig staat.”
“Democratische controle op uitvoeringsinstanties als de Belastingdienst, het UWV, de IND en DUO wordt versterkt, met onafhankelijke klachtencommissies, periodieke burgerpanels en structurele rapportage aan het parlement.”
De PVV profileert zich als een partij die nationale soevereiniteit, individuele vrijheid en een kleinere, minder bemoeizuchtige overheid centraal stelt. Ze willen overheidsuitgaven beperken, bureaucratie en subsidies terugdringen, en pleiten voor meer zeggenschap van burgers en minder macht voor (Europese) instituties. Tegelijkertijd zijn hun liberale waarden selectief: vrijheid wordt vooral benadrukt waar het de eigen cultuur en identiteit betreft, maar minder op sociaal-cultureel vlak.
De PVV wil een kleinere overheid door het aantal ambtenaren te verminderen, subsidies te schrappen en publieke uitgaven te beperken, vooral waar deze als inefficiënt of niet in het belang van Nederlanders worden gezien. Dit sluit aan bij het liberale ideaal van een compacte overheid die zich niet met alles bemoeit.
“Verder zetten we het mes in het uitdijende ambtenarenapparaat. Het aantal rijksambtenaren is van 100.000 fte (in 2012) doorgegroeid naar 150.000. Dat kan met zoveel minder. Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
“We dekken onze voorstellen door elders de uitgaven te beperken.”
De PVV verzet zich tegen overdracht van bevoegdheden aan de EU en wil juist macht terughalen naar Nederland. Dit is een klassiek liberaal-soevereinistisch standpunt, gericht op zelfbeschikking en beperking van supranationale overheidsinvloed.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
De partij keert zich expliciet tegen wat zij ziet als overmatige overheidsbemoeienis in het dagelijks leven, vooral op het gebied van klimaat, energie en persoonlijke keuzes. Dit sluit aan bij het liberale principe van individuele autonomie en een terughoudende overheid.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee!”
De PVV wil de macht van de burger vergroten via bindende referenda en gekozen bestuurders, wat past bij liberale waarden van individuele invloed en beperking van de macht van de politieke elite.
“Wij willen échte directe democratie – geen onzinnige, nietszeggende burgerberaden. Wij steunen de nu in het parlement voorliggende Grondwetswijziging voor een bindend correctief referendum.”
“Daarnaast willen we zoveel mogelijk inspraak via laagdrempelige landelijke én lokale referenda.”
De partij wil de financiering van de publieke omroep volledig stopzetten en subsidies aan instellingen en beleid die zij als ideologisch of overbodig beschouwen schrappen. Dit is een concreet voorstel om de overheid te verkleinen en minder geld uit te geven aan niet-essentiële taken.
De ChristenUnie combineert enkele liberale waarden zoals grondrechten, vrijheid van onderwijs en subsidiariteit met een duidelijke voorkeur voor een dienstbare, maar niet per se kleine overheid. Hun programma legt nadruk op het terugdringen van bureaucratie, vereenvoudiging van regels en het nemen van besluiten op het laagst mogelijke niveau, maar pleit ook voor actieve overheidsregie op terreinen als wonen, economie en sociale zekerheid. De partij ziet de overheid vooral als hoeder van publieke gerechtigheid en als normstellende kracht, niet als terugtrekkende macht.
De ChristenUnie wil bureaucratie en overregulering fors terugdringen, zodat burgers en organisaties meer ruimte krijgen en de overheid kleiner en dienstbaarder wordt. Dit sluit aan bij liberale waarden van individuele verantwoordelijkheid en vrijheid, maar met behoud van een beschermende overheid.
“Bij alle bestaande (beleids)regels wegen we af of ze nodig zijn, of ze bijdragen aan het beoogde doel en wat het kost (in euro’s en moeite) om ze uit te voeren. Alle regels die deze toets niet doorstaan, worden afgeschaft. Dit leidt tot minder aan regels, formulieren en andere vormen van verantwoording.”
“We snijden stevig in de bureaucratie, zodat bedrijven, maatschappelijke organisaties en vrijwilligers zich kunnen richten op hun doelen. De overheid gaat haar eigen complexiteit te lijf door elk jaar opnieuw vereenvoudigingen door te voeren en wetten maken die echt werken.”
De partij benadrukt het belang van subsidiariteit: besluiten moeten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen, wat pleit voor een kleinere, minder centrale overheid en sluit aan bij liberale principes van lokale autonomie.
“Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen.”
De ChristenUnie verdedigt klassieke liberale waarden als vrijheid van onderwijs, meningsuiting en vereniging, maar koppelt deze aan normstelling en bescherming van kwetsbaren door de overheid.
“De vrijheid van godsdienst, vereniging, onderwijs en meningsuiting zijn belangrijke pijlers van de manier waarop we samenleven. Die mogen niet worden aangetast. Deze vrijheden gelden voor iedereen, juist ook voor minderheden.”
“Ouders kunnen vrij kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging of onderwijskundige visie. De ChristenUnie staat daarom pal voor artikel 23 uit de Grondwet.”
Hoewel de partij liberale vrijheden verdedigt, wijst zij expliciet het idee van een minimale overheid af en ziet zij een actieve rol voor de overheid in het stellen van normen en het beschermen van kwetsbaren.
“Dat de mens zelf het beste weet wat goed voor hem is, zichzelf altijd in de hand heeft en in vrijheid de juiste keuzes maakt, is een mythe.”
“De ChristenUnie wil een overheid die dienstbaar is aan de samenleving en een hoeder van publieke gerechtigheid. De overheid draagt een hoog gezag.”
“Nederland verdient een overheid die ruimte laat, maar ook richting geeft, keuzes durft te maken en recht doet aan mens, natuur en economie.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderschrijft liberale waarden als burgerrechten, privacy, en een sterke rechtsstaat, maar pleit niet voor een kleine overheid. Integendeel, de partij kiest voor publieke regie, investeringen in publieke diensten en meer democratische controle, waarbij de overheid een centrale rol speelt in het beschermen van mens, dier en natuur. Hun voorstellen richten zich op het versterken van burgerrechten, het beperken van macht van grote bedrijven, en het vergroten van transparantie en participatie, maar niet op het verkleinen van de overheid.
De PvdD benadrukt liberale kernwaarden als privacy, vrijheid van meningsuiting en bescherming tegen overheidsmacht, maar koppelt dit aan een actieve, regulerende overheid. De partij wil privacy en burgerrechten waarborgen, maar ziet juist een sterke overheid als hoeder hiervan, niet als een instantie die zich terugtrekt.
“Privacy is van onschatbare waarde in een vrije samenleving en daarom grondwettelijk beschermd. Alleen met privacy kunnen we een vrij leven leiden zonder interventies van anderen en van de staat. De overheid maakt gretig gebruik van de mogelijkheden die er zijn om burgers te controleren onder het mom van veiligheidsmaatregelen en efficiëntie. We moeten hier juist zeer terughoudend mee omgaan.”
“De Partij voor de Dieren staat voor een sterke en weerbare rechtsstaat. Een samenleving waarin je mag zijn wie je bent. Waarin ruimte is voor kritiek en tegenmacht. En waarin burgers, natuur en dieren worden beschermd tegen economische belangen en politieke willekeur.”
De partij pleit voor meer publieke regie op essentiële voorzieningen en versterking van democratische controle, wat juist een grotere rol voor de overheid impliceert. Dit staat haaks op het ideaal van een kleine overheid.
“De Partij voor de Dieren kiest voor digitale soevereiniteit en publieke regie. Technologie moet transparant, controleerbaar en dienstbaar zijn aan mens, dier, natuur en democratie, nooit aan winst of macht.”
“Ons energiesysteem komt in publieke handen. Omwonenden hebben zeggenschap over het soort energieprojecten in hun buurt.”
“De overheid investeert in een cultuuromslag, van wantrouwen naar vertrouwen in burgers als uitgangspunt. Medemenselijkheid staat centraal in het handelen van overheidsinstanties, ondersteund door het ambtelijk vakmanschap dat daarvoor nodig is. De ambtelijke organisatie wordt daarop hervormd.”
Hoewel de PvdD pleit voor minder bureaucratie en eenvoudiger regels, betekent dit niet dat zij voor een kleinere overheid zijn. De partij wil duidelijke, begrijpelijke regels en minder regeldruk, maar blijft inzetten op een actieve overheid die normen stelt en handhaaft.
“We kiezen voor strenge normen voor milieu, dierenwelzijn en mensenrechten, maar vatten die in begrijpelijke regels zonder ingewikkelde uitzonderingen. Zo weten ondernemers waar ze aan toe zijn en gaan we overmatige regeldruk tegen.”
“Sociale zekerheid moet simpel, rechtvaardig en menselijk zijn. Iedereen verdient een inkomen dat genoeg is om fatsoenlijk van te leven, zonder onnodige bureaucratie, wantrouwen of voorwaarden die de toegang belemmeren.”
Volt draagt liberale waarden uit zoals vrijheid, gelijkheid en democratie, maar kiest nadrukkelijk niet voor een kleine overheid. Integendeel, Volt pleit voor een grotere, actievere en transparantere overheid met meer middelen, meer volksvertegenwoordigers en versterkte ondersteuning op alle bestuursniveaus. Hun voorstellen richten zich op het uitbreiden van de overheid, het versterken van de democratische rechtsstaat en het vergroten van de publieke dienstverlening.
Volt ziet een grotere en krachtigere overheid als noodzakelijk om liberale waarden te beschermen en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Zij willen de overheid uitbreiden qua omvang, middelen en invloed, en investeren in publieke dienstverlening en democratische instituties.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
“De budgetten voor fracties worden jaarlijks geïndexeerd conform de inflatie zoals dat bij veel salarissen binnen de overheid ook het geval is. Op die manier kunnen fracties de salarissen van hun fractiemedewerkers ook jaarlijks indexeren.”
“We zorgen voor een stevig financieel fundament voor gemeenten. Het Rijk stelt de gemeenten geen grote tekorten meer in het vooruitzicht, maar stelt hen juist structureel in staat om een begroting te maken waarmee ze niet alleen hun wettelijke taken kunnen uitvoeren, maar als volwaardige medeoverheid ook eigen keuzes kunnen maken.”
“We zorgen dat grotere steden een grotere gemeenteraad krijgen door de indeling van gemeenten in inwonersklassen uit te breiden naar een bovengrens van 500.000 inwoners in plaats van 200.000. Hierdoor krijgen gemeenten met meer dan 200.000 zetels meer raadsleden dan het huidige aantal van 45.”
Volt wil de overheid niet verkleinen, maar juist versterken door meer ondersteuning, professionalisering en middelen voor volksvertegenwoordigers op alle niveaus. Dit moet de democratische controle en kwaliteit van beleid verbeteren.
“Volt wil dit fundament versterken door op elk bestuursniveau een minimumnorm voor ondersteuning van fracties vast te stellen, ten minste gelijk aan het Europese gemiddelde. Zo kunnen volksvertegenwoordigers - lokaal én nationaal - hun controlerende en wetgevende taken goed uitvoeren.”
“Door meer geld te alloceren voor gemeenteraden, zorgen we dat er meer ondersteuning voor fractiemedewerkers of externe hulp komt.”
Volt bepleit decentralisatie, maar altijd gepaard met extra middelen, expertise en ondersteuning vanuit hogere overheden. Dit is geen pleidooi voor een kleinere overheid, maar voor een beter uitgeruste decentrale overheid.
“Specialistische expertise moet ook lokaal beschikbaar blijven. Daarom geven we provincies de benodigde middelen om als expertisecentra te fungeren, met pools van deskundigen ter ondersteuning van gemeenten.”
D66 profileert zich als een sociaal-liberale partij die liberale waarden als vrijheid, democratie en individuele rechten hoog in het vaandel heeft, maar kiest nadrukkelijk niet voor een kleine overheid. In plaats daarvan pleit D66 voor een sterke, deskundige en betrouwbare overheid die daadkrachtig optreedt, maar wel met minder regels, meer maatwerk en meer menselijkheid. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het verminderen van regeldruk, het vereenvoudigen van het belasting- en toeslagenstelsel, en het herstellen van vertrouwen in de overheid door transparantie en toegankelijkheid.
D66 erkent dat de overheid te complex en verstikkend is geworden en wil daarom het aantal regels verminderen en meer ruimte geven voor maatwerk. Dit is bedoeld om de menselijke maat terug te brengen en het vertrouwen van burgers te herstellen, maar niet om de overheid kleiner te maken; juist een sterke overheid blijft het uitgangspunt.
“D66 wil een sterke, deskundige overheid die Nederland weer vooruitbrengt. Dat begint met minder regels, meer menselijkheid en meer ruimte voor maatwerk.”
“D66 maakt een einde aan verstikkende regeldruk. Regels die goed werken en publieke waarden beschermen, houden we. Regels die hoge lasten met zich meebrengen en niet goed werken, schaffen we af.”
D66 wil het belasting- en toeslagenstelsel vereenvoudigen, zodat werken meer loont en het systeem begrijpelijker wordt voor burgers. Dit sluit aan bij liberale waarden van individuele keuzevrijheid, maar de partij kiest niet voor minder overheid, wel voor een effectievere en eerlijkere overheid.
“We richten een eerlijker belastingstelsel in, waarin werken meer loont en grote vermogens en vervuilers meer betalen. Toeslagen maken we eenvoudiger en vervangen we stap voor stap voor een individueel basisbedrag.”
“Het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
D66 wil minder afhankelijk zijn van externe consultants en meer kennis en uitvoeringskracht binnen de overheid zelf opbouwen. Dit is een pleidooi voor een sterke, capabele overheid, niet voor een kleinere overheid.
“We verminderen de externe inhuur van dure consultants. We halen kennis en expertise weer in huis bij de overheid.”
D66 wil dat de overheid toegankelijker wordt, zowel fysiek als digitaal, en dat communicatie begrijpelijk is voor iedereen. Dit is bedoeld om de relatie tussen burger en overheid te verbeteren, niet om de overheid te verkleinen.
“De overheid moet fysiek en digitaal toegankelijk zijn. Elke gemeente krijgt ten minste één overheidsloket, waar zoveel mogelijk organisaties bereikbaar zijn. Het recht op begrijpelijke taal leggen we vast in de wet.”
DENK draagt enkele liberale waarden uit, zoals keuzevrijheid voor ondernemers en religieuze instellingen, maar pleit nadrukkelijk voor een sterke, actieve overheid die ongelijkheid bestrijdt en publieke voorzieningen versterkt. Hun programma bevat voorstellen voor meer overheidsinvesteringen, hogere belastingen voor grote bedrijven en vermogens, en uitbreiding van sociale zekerheid, wat haaks staat op het ideaal van een kleine overheid. DENK kiest dus niet voor een kleine overheid, maar voor een overheid die juist meer regie en middelen inzet om maatschappelijke doelen te bereiken.
DENK erkent het belang van keuzevrijheid voor ondernemers en zelfstandigen, wat aansluit bij liberale waarden. Tegelijkertijd wil de partij risico’s beperken via collectieve regelingen, wat de rol van de overheid vergroot. Dit standpunt is dus slechts gedeeltelijk liberaal en niet pertinent voor een kleine overheid.
“Als mensen bewust kiezen voor de vrijheid van het werken als een ZZP’er, moet dat altijd mogelijk zijn. Daarom komt er in de vorm van een werkbare definitie een wettelijke verankering van zelfstandigheid, zodat de huidige onduidelijkheid niet meer leidt tot onnodige verdringing van zelfstandigen van de arbeidsmarkt.”
“Wij willen dat mensen die bewust kiezen voor de vrijheid om zelfstandig (ZZP) te zijn, niet onnodig worden belemmerd.”
DENK wil minder overheidsbemoeienis bij religieuze instellingen en het afschaffen van knellende regels, wat aansluit bij liberale waarden van vrijheid en beperkte staatsinterventie op dit terrein. Dit is echter een uitzondering binnen een verder interventionistisch programma.
“Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
De SP profileert zich nadrukkelijk níet als een partij die liberale waarden uitdraagt in combinatie met een kleine overheid. Integendeel: de partij pleit voor een dienstbare, menselijke overheid, maar wil publieke voorzieningen juist versterken en privatiseringen terugdraaien. Hoewel de SP kritisch is op bureaucratie en managementlagen, is haar kernvisie gericht op een actieve, sociale overheid die ingrijpt in markten en basisvoorzieningen garandeert.
De SP wil de overheid dienstbaarder en kleiner maken door overbodige managementlagen te schrappen en ambtenaren meer ruimte te geven, maar dit is vooral gericht op effectiviteit en menselijkheid, niet op het minimaliseren van de overheid als geheel. Het doel is een overheid die dichter bij de burger staat, niet een overheid die zich terugtrekt.
“Een dienstbare overheid is een kleinere overheid. De overheid moet mensen dienen en geen protocollen. Overbodige managementlagen maken de overheid ingewikkelder en duurder, tegelijkertijd loopt de uitvoering vast. Daarom stoppen we met het New Public Managementdenken en geven vertrouwen aan vakmensen.”
De SP wil dat de overheid optreedt als bondgenoot van burgers in plaats van als wantrouwende controleur. Dit sluit aan bij liberale waarden als individuele vrijheid en menselijke maat, maar de partij koppelt dit aan een sterke publieke sector en meer overheidsinvloed, niet aan een kleinere overheid.
“Van wantrouwende overheid naar overheid van ons allen. De overheid moet een bondgenoot van mensen worden in plaats van wantrouwende controleur. Onze overheid wordt eerlijk en transparant. De menselijke maat staat voorop.”