DENK positioneert zich als een partij die fors wil investeren in onderwijs, met nadruk op kansengelijkheid, bestrijding van onderwijsachterstanden en het toegankelijk maken van onderwijs voor iedereen. De partij wil bezuinigingen terugdraaien, extra investeren in kwetsbare wijken, lerarensalarissen verhogen, en financiële drempels voor leerlingen en studenten wegnemen. DENK zet daarnaast in op structurele verbeteringen zoals kleinere klassen, gratis onderwijsmateriaal, en volledige compensatie voor de “pechgeneratie” studenten.
DENK wil eerdere bezuinigingen op het onderwijs ongedaan maken en structureel meer geld investeren, vooral gericht op kansengelijkheid en het bestrijden van achterstanden. Dit is de kern van hun inzet: het onderwijsbudget moet omhoog, met prioriteit voor kwetsbare groepen en wijken.
“Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
“DENK kiest daarom voor een koerswijziging. Wij draaien de bezuinigingen op het onderwijs terug, herstellen de investeringen in kansengelijkheid, breiden de brede brugklas uit en maken werk van eerlijke schooladviezen en selectieprocedures.”
“Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs...”
DENK richt zich expliciet op het vergroten van gelijke kansen, met investeringen in achterstandsbeleid, brede brugklassen, en maatregelen tegen onderadvisering. De partij wil zo voorkomen dat afkomst of financiële situatie de onderwijskansen bepaalt.
“Investeren in het onderwijsachterstandenbeleid met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken.”
“Investeren in brede brugklassen om vroege selectie tegen te gaan.”
“Tegengaan van onderadvisering door onafhankelijke tweede adviezen, betere communicatie en aandacht hiervoor op de lerarenopleiding.”
“Onderwijs moet toegankelijk zijn. Jongeren mogen niet vastlopen op geld, afkomst of systemen die te vroeg selecteren.”
Om het lerarentekort aan te pakken en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, wil DENK de salarissen verhogen, vooral in kwetsbare wijken, en de professionele autonomie van leraren versterken.
“Hogere salarissen voor leraren in de kwetsbare wijken.”
“Het terugdringen van het lerarentekort door voorrang op woningen, goedkopere lerarenopleiding, omscholing en het activeren van de reserve aan leraren.”
“Versterken van de professionele autonomie van leraren, onder andere in curriculumkeuzes, toetsbeleid en schoolorganisatie.”
“Leraren krijgen meer zeggenschap, betere arbeidsvoorwaarden en structurele ondersteuning.”
DENK wil financiële drempels voor leerlingen en studenten wegnemen door gratis onderwijsmateriaal, gratis maaltijden op scholen in kwetsbare wijken, en een landelijke stagegarantie met passende vergoeding.
“Gratis onderwijsmateriaal voor alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs.”
“Gratis ontbijt en lunch op school in kwetsbare wijken.”
“Een stageplek, geregeld via een landelijke stagegarantie.”
“Er komt een wettelijk recht op passende stagevergoeding. Studenten krijgen recht op €750 bij een fulltime stage.”
DENK wil het hoger onderwijs betaalbaar en toegankelijk maken door extra te investeren, de rente op studieschulden af te schaffen, de basisbeurs te verhogen en volledige compensatie te bieden aan de pechgeneratie.
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
“Afschaffen van rente op studieschulden. Die moet terug naar nul procent en daar blijven.”
“Volledige compensatie voor de pechgeneratie. Gedeeltelijke compensatie doet geen recht aan het onrecht.”
“Verhoging van de basisbeurs en verruiming van inkomensgrenzen voor de aanvullende beurs, zodat meer studenten hiervoor in aanmerking komen.”
DENK wil extra investeren in het speciaal onderwijs en het MBO, met aandacht voor begeleiding, leerlingenvervoer en gelijke kansen voor MBO-studenten.
“Investeringen in het speciaal onderwijs. Wij willen dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, begeleiding van de beste kwaliteit krijgen.”
“Erkenning van het MBO door de investeringen hierin op peil te houden, betere doorstroomkansen en mbo studenten zo veel mogelijk dezelfde kansen als hbo’ers en wo’ers te bieden.”
DENK wil dat het onderwijsbudget altijd op peil blijft en niet wordt geraakt bij bezuinigingen, ook als er tekorten zijn.
“waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
BBB zet in op versterking van basisvaardigheden, meer waardering en investeringen in praktijk- en vakonderwijs, en het terugdringen van bureaucratie zodat meer geld en tijd in de klas terechtkomt. De partij wil structurele financiering voor kerntaken, behoud van scholen in kleine kernen, en meer samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en regio. BBB kiest voor een praktische, regionale benadering en wil dat investeringen vooral ten goede komen aan leerlingen, docenten en de samenleving.
BBB wil dat onderwijsgeld direct in de klas terechtkomt en niet opgaat aan administratieve lasten of randzaken. De partij pleit voor structurele financiering van essentiële onderwijstaken en het schrappen van overbodige regels, zodat leraren zich kunnen richten op lesgeven en leerlingen op leren.
“Onderwijsinstellingen hebben, naast verlagen van de regeldruk, een duidelijke structurele financiering nodig voor taken die ertoe doen. Het moet afgelopen zijn met de financiering van onnodige administratieve bezigheden. Uitgaande van de langetermijndoelen. Geld moet zoveel mogelijk landen in de klas.”
“Verlaging van de administratielast. Dit geeft meer tijd voor de basistaak; lesgeven. Overbodige regels en protocollen schrappen. We zetten in op de kennis en ervaring van onderwijzend personeel, scheppen vertrouwen en waarderen hun vakmanschap.”
BBB wil het onderwijs terugbrengen naar de kern: meer aandacht voor lezen, schrijven, rekenen en praktische vaardigheden. De partij vindt dat praktijkonderwijs en vakmanschap meer waardering en steun verdienen, omdat deze essentieel zijn voor de samenleving en economie.
“BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis. Onderwijs moet gericht zijn op kwaliteit, duidelijkheid en maatwerk, zodat ieder kind passend onderwijs krijgt.”
“BBB kiest voor een duidelijke koers: minder randzaken, meer vakmanschap en waardering voor onze doeners en denkers in een veilige onderwijs omgeving.”
“Praktijkgericht onderwijs met levensvaardigheden zoals huishoudkunde, financiële zelfredzaamheid en techniek hoort een zwaarder accent te krijgen.”
“Praktisch opgeleiden verdienen extra waardering in taal en beleid. Te lang zijn leerlingen richting het hoogste theoretische niveau gestuurd, terwijl de samenleving juist zit te springen om vakmensen. Tijd voor erkenning en gerichte steun.”
BBB investeert in het behoud van scholen, beroepsopleidingen en onderwijsstructuren in kleine kernen en regio’s, zodat onderwijs voor iedereen dichtbij blijft. De partij wil dat nieuw beleid wordt getoetst op regionale impact en streeft naar een dekkend aanbod van zowel theoretisch als praktisch onderwijs.
“BBB is voor het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen. De kleinescholentoeslag zetten we om naar dunbevolktheid toeslag, zonder dat de totale kosten stijgen.”
“Onder aanvoering van BBB is de zogeheten krimpcheck ingevoerd, zodat nieuw onderwijsbeleid voortaan ook wordt getoetst op regionale impact. Want goed onderwijs mag nooit verdwijnen vanwege een postcode.”
“BBB streeft naar een dekkend aanbod in de regio’s voor zowel theoretische als praktische opleidingen.”
BBB wil meer samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheid om innovatie, werkgelegenheid en regionale ontwikkeling te stimuleren. De partij pleit voor meer ruimte voor toegepast onderzoek en versterking van hogescholen en regionale kenniscentra.
“Dat vraagt om ruimte voor toegepast onderzoek, vakgericht onderwijs en samenwerking met het midden en kleinbedrijf, zorg, landbouw en industrie.”
“Daarom zet BBB in op versterking van hogescholen, praktijkgerichte lectoraten en regionale kenniscentra.”
“BBB is voorstander van het versterken van regionale samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en de gemeente om innovatieve kracht en hoogwaardige werkgelegenheid voor de jeugd in hun eigen regio, stad en dorp te behouden en te ontwikkelen.”
BBB wil het vak van leraar aantrekkelijker maken door werkdruk te verlagen, administratieve taken te verminderen en meer vertrouwen te geven aan professionals in het onderwijs. Ook wil de partij doorgroeikansen voor onderwijsassistenten vergroten.
“BBB kiest daarom voor vertrouwen in de professional: lesgeven in plaats van afvinken, begeleiden in plaats van besturen. Met ruimte voor eigen onderwijsvisies en schoolidentiteit.”
“Doorgroeikansen voor onderwijsassistenten via deelcertificaten en praktijkroutes via de PABO. Hiermee komen er meer vakdocenten voor het primair onderwijs beschikbaar.”
BBB investeert in behoud en financiering van speciaal en gespecialiseerd onderwijs, zodat elk kind onderwijs op maat krijgt. De partij wil dat financiering niet automatisch wegvalt bij meer verzuim en dat leerlingen met een beperking dichtbij huis onderwijs kunnen volgen.
“Behoud van het gespecialiseerd onderwijs zodat elke leerling onderwijs op maat kan krijgen.”
“Financiering van het speciaal onderwijs binnen een school mag niet automatisch wegvallen wanneer leerlingen in het speciaal onderwijs verklaarbaar meer verzuimen dan 50 procent.”
“Leerlingen met beperkingen moeten zoveel mogelijk dichtbij huis onderwijs kunnen volgen, met goed en betrouwbaar leerlingenvervoer als vangnet waar dat niet lukt.”
FVD positioneert zich als de partij die het onderwijs wil verbeteren door te investeren in kleinere klassen, hogere lerarensalarissen, meer autonomie voor docenten en een herwaardering van vak- en praktijkonderwijs. De partij wil af van bureaucratie, meer keuzevrijheid voor scholen, en zet in op het verhogen van de basisbeurs en het exclusiever maken van het hoger onderwijs. Hun visie draait om kennis, kwaliteit, ambitie en het terugdringen van ideologische invloeden in het onderwijs.
FVD wil de kwaliteit van het onderwijs verhogen door te investeren in kleinere klassen en het aantrekkelijker maken van het leraarschap via hogere salarissen. Dit moet de werkdruk verlagen en meer mensen aantrekken tot het onderwijs.
De partij vindt dat docenten meer professionele ruimte en vertrouwen moeten krijgen, en dat bureaucratie moet worden teruggedrongen om de werkdruk te verlagen.
FVD wil het beroepsonderwijs versterken door ambachtstitels terug te brengen, praktijkgerichte leerwegen te creëren en nauwer samen te werken met bedrijven en leermeesters.
“We brengen ambachtstitels terug, zodat vak-opleidingen meer aanzien krijgen en vakmanschap weer wordt gewaardeerd.”
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
Om studeren betaalbaarder te maken, wil FVD de basisbeurs verhogen en de studenten-OV-kaart uitbreiden.
FVD wil het hoger onderwijs exclusiever maken door strengere toelatingseisen, het beperken van internationale studenten en het herstellen van Nederlands als voertaal.
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
De partij wil meer ruimte voor talentvolle leerlingen en behoud van differentiatie naar niveau, met bescherming van categorale gymnasia.
“We geven meer aandacht aan excellerende leerlingen, zodat talent en uitmuntende prestaties meer ruimte krijgen.”
“We behouden differentiatie naar niveau, wijzen socialistische middenschool-experimenten af en beschermen categorale gymnasia, zodat kwaliteit en ambitie niet worden uitgevlakt.”
FVD wil passend onderwijs grotendeels vervangen door speciaal onderwijs en het leerlinggebonden budget (‘rugzakje’) herinvoeren voor kinderen die extra zorg nodig hebben.
“We zetten in op herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed worden ondersteund.”
De partij wil cultuur- en muziekonderwijs structureel opnemen in het curriculum voor alle kinderen.
“We geven cultuur- en muziekeducatie een vaste plek in het curriculum, zodat alle kinderen toegang krijgen tot kunst en culturele vorming.”
D66 positioneert zich als dé partij die fors investeert in onderwijs, met nadruk op gelijke kansen, hogere salarissen voor leraren, betere schoolgebouwen en gratis kinderopvang. Ze willen structureel meer geld naar scholen met achterstanden, investeren in basisvaardigheden, en maken het onderwijs toegankelijker en aantrekkelijker voor zowel leerlingen als onderwijspersoneel. Hun visie is dat onderwijs de grote gelijkmaker is en dat investeren hierin essentieel is voor de toekomst van Nederland.
D66 wil ongelijkheid in het onderwijs actief bestrijden door structureel te investeren in scholen met veel achterstandsleerlingen en het versterken van basisvaardigheden als taal en rekenen. Ze zien onderwijs als dé manier om kansenongelijkheid te doorbreken en willen vanaf de vroegste leeftijd investeren.
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken. Dat is belangrijk voor programma’s zoals de brede brugklas en de hulp voor kwetsbare leerlingen in het voortgezet onderwijs.”
“We investeren vanaf het allereerste begin in een stevige basis en in sociale ontwikkeling. Want juist jonge kinderen hebben structuur nodig, een rijke plek om te leren en contact met leeftijdsgenoten.”
“We investeren in scholen waar veel kinderen met een achterstand zitten. Juist daar is het tekort aan leraren het grootst.”
D66 wil kinderopvang vrijwel gratis maken en één publieke voorziening creëren voor alle kinderen van 1 tot 15 jaar, zodat ieder kind gelijke ontwikkelkansen krijgt, ongeacht achtergrond.
“Op weg naar deze publieke voorziening maken we de kinderopvang bijna gratis. Elk kind krijgt toegang tot vijf dagen opvang per week. Dat geldt ook voor kinderen van wie één ouder werkt.”
“We bouwen aan één publieke voorziening voor alle kinderen van 1 tot 15 jaar. Daarin kan ieder kind, in eigen tempo en vanuit de eigen achtergrond, groeien.”
D66 wil het beroep van leraar aantrekkelijker maken door de salarissen te verhogen, doorgroeimogelijkheden te verbeteren en meer tijd en ruimte te geven voor professionele ontwikkeling. Dit moet het lerarentekort aanpakken en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“D66 verhoogt de lerarensalarissen en zorgt voor betere doorgroeimogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en in het MBO.”
“D66 introduceert een vergoeding voor leraren in opleiding, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak van leraar te kiezen. Dat is belangrijk om het lerarentekort te verminderen.”
“Er komt één nationale academie voor iedereen in het onderwijs, van leraren, onderwijsassistenten tot schoolleiders. Zo wordt de werkdruk voor leraren lager en kunnen zij zich blijven ontwikkelen.”
D66 wil een grootschalig renovatie- en nieuwbouwprogramma voor schoolgebouwen, met aandacht voor duurzaamheid, toegankelijkheid en een gezonde leeromgeving.
“D66 wil een groot, landelijk plan om schoolgebouwen te renoveren of nieuw te bouwen. We beginnen met zo’n 5000 schoolgebouwen die zijn gebouwd tussen 1950 en 1990. Deze gebouwen zijn daarna ook rolstoelvriendelijk en hebben bijvoorbeeld een rustruimte. Het is de grootste vernieuwing sinds de wederopbouw.”
“We investeren in goede schoolgebouwen die ook duurzaam en toegankelijk zijn en we versterken digitale vaardigheden”
D66 verhoogt de basisbeurs, trekt de aanvullende beurs voor mbo’ers gelijk aan die van hbo/wo, en investeert in studentenhuisvesting en mentale gezondheid, zodat studeren toegankelijker en betaalbaarder wordt.
“D66 verhoogt de basisbeurs met €166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen. Een mbo-student krijgt dezelfde aanvullende beurs als een student aan de hogeschool of universiteit.”
“Studenten krijgen meer zekerheid, zoals met een hogere aanvullende beurs voor mbo’ers en meer studentenhuisvesting.”
D66 draait eerdere bezuinigingen op wetenschap terug en investeert fors extra in universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen, met aandacht voor vrije wetenschap en vaste contracten voor onderzoekers.
“We draaien eerdere bezuinigingen terug én investeren we fors meer. We zorgen dat wetenschappers vrij en veilig kunnen werken en brengen het onderzoek dichter bij de mensen.”
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap. Een groot deel van dit geld gaat direct naar universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen.”
BVNL wil het onderwijs terugbrengen naar de basis, met meer aandacht voor basisvaardigheden, kleinere klassen en minder bureaucratie. De partij pleit voor het investeren van onderwijsgeld direct in leerlingen en leerkrachten, het verminderen van administratieve lasten, en het terugdringen van politieke en ideologische invloeden in het onderwijs. BVNL richt zich vooral op het verbeteren van de kwaliteit en autonomie van het onderwijs, maar doet geen grote beloftes over extra financiële investeringen of structurele verhogingen van het onderwijsbudget.
BVNL vindt dat het onderwijs zich weer moet richten op rekenen, lezen, schrijven en andere kernvakken, en wil het niveau niet verder laten dalen. De partij ziet het versterken van basisvaardigheden als essentieel voor de toekomst van leerlingen en de samenleving.
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
“Meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, vermindering van de taalachterstand, meer aandacht voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en biologie en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum.”
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
“BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en geen inflatie van diploma’s. Daarom moeten we stoppen het onderwijsniveau naar beneden bij te stellen.”
BVNL wil de klassengrootte verkleinen en meer ondersteuning bieden aan het onderwijs, om zo de werkdruk te verlagen en de kwaliteit te verhogen.
“Kleinere klassen en meer onderwijsondersteuning.”
De partij benadrukt dat beschikbare middelen daadwerkelijk bij het onderwijsproces terecht moeten komen, en niet verloren mogen gaan aan bureaucratie of overhead.
“Onderwijsgeld moet gaan naar onderwijs, leerlingen en leerkrachten en deugdelijk verantwoord worden.”
BVNL wil de administratieve druk op leerkrachten fors verminderen, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: lesgeven.
De partij wil het onderwijs vrijwaren van politieke en ideologische beïnvloeding, en stelt dat opvoeding primair bij de ouders hoort te liggen.
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
BVNL wil dat scholen en ouders samen meer zeggenschap krijgen over het onderwijs, met minder centrale sturing door de overheid.
“Scholen en ouders krijgen samen de regie over de invulling van het onderwijs. De invloed van de Staat wordt drastisch teruggedrongen.”
De partij wil het volgen van opleidingen stimuleren en betaalbaar houden, met speciale aandacht voor de positie van Nederlandse studenten.
“Het volgen van opleidingen, zowel theoretisch als praktisch, moet gestimuleerd worden en betaalbaar zijn.”
BVNL wil het beleid rond passend onderwijs en de decentralisatie naar gemeenten terugdraaien.
“Het Passend Onderwijs en de decentralisatie naar de gemeenten wordt teruggedraaid.”
NSC stelt dat de overheid haar plicht tot goed onderwijs heeft verwaarloosd en wil fors investeren in structurele verbetering van de kwaliteit, kansengelijkheid en het beroep van leraar. De partij kiest voor structurele financiering, versterking van basisvaardigheden, meer middelen voor kwetsbare leerlingen, en investeringen in lerarenopleidingen en wetenschappelijk onderzoek. NSC legt nadruk op het verhogen van het onderwijsniveau, het aantrekkelijker maken van het leraarschap, en het versterken van het beroepsonderwijs.
NSC wil structureel investeren in het onderwijs, met prioriteit voor basisvaardigheden, kansengelijkheid en het verminderen van tijdelijke ‘potjes’. Scholen met veel kwetsbare leerlingen krijgen extra middelen, en er komt meer transparantie over besteding van onderwijsgeld.
“We zetten niet in op nieuwe ‘potjes’ (extra tijdelijke middelen), maar op structurele bekostiging waarmee scholen vooruit kunnen.”
“Bij de omgang met schaarste wordt het solidariteitsprincipe gehanteerd: scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden.”
“We stellen een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld die aan het primaire proces moet worden besteed, maximeren de kosten voor overhead en willen dat leraren actief geraadpleegd worden bij de besteding van de middelen.”
NSC wil het beroep van leraar aantrekkelijker maken door betere beloning, professionele autonomie, en verbetering van lerarenopleidingen. De partij ziet leraren als sleutel tot beter onderwijs en wil investeren in hun opleiding en positie.
“We investeren in de kwaliteit van zowel de voltijdopleidingen als in deeltijd- en zijinstroomopleidingen.”
“Leraar/docent moet een aantrekkelijk beroep zijn, met voldoende tijd om lessen voor te bereiden en mogelijkheden om professionele vaardigheden te ontwikkelen. Een passende beloning en waardering zijn hierbij randvoorwaarden.”
“Goed onderwijs begint bij vertrouwen in de leraar. Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt.”
NSC wil het niveau van lezen, rekenen en schrijven drastisch verhogen en investeert in bewezen effectieve lesmethoden. Er komt extra aandacht voor leerlingen met een achterstand en voor laatbloeiers.
“Het basisniveau van rekenen, schrijven en lezen moet drastisch omhoog. We gaan door met het Herstelplan Kwaliteit Onderwijs. Lesmethoden moeten bewezen werken en het plezier in leren terugbrengen.”
“We willen de kansen vergroten van leerlingen die van huis uit minder meekrijgen, met een achterstand beginnen of gewoon laatbloeier zijn.”
“Omdat bijles steeds gebruikelijker wordt en niet voor alle gezinnen betaalbaar is, moet huiswerkbegeleiding op school beschikbaar zijn.”
NSC wil het beroepsonderwijs versterken, met meer erkenning voor het mbo, betere aansluiting op de arbeidsmarkt en uitbreiding van techniekonderwijs. Er komen regiotoeslagen en verplichte stagevergoedingen.
“Het programma Sterk Techniekonderwijs wordt uitgebreid naar het mbo.”
“We verplichten een belastingvrije stagevergoeding van € 450 per maand. Dit is ook het minimum voor een fulltime stage.”
“We stimuleren de spreiding van (v)mbo-onderwijs middels regiotoeslagen. Elke leerling moet binnen 45 minuten reistijd naar een opleiding (v)mbo-basis/kader school (zorg, administratief en techniek) kunnen.”
NSC wil de positie van Nederland als kennisland behouden door een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en versterking van de primaire geldstroom naar universiteiten.
“Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang. We steunen de versterking van de primaire geldstroom (‘sectorgelden’) voor universiteiten.”
De SP profileert zich als de partij die het meest investeert in onderwijs door structureel meer geld te steken in kleinere klassen, hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden voor leraren, gratis onderwijs van basisschool tot universiteit, en het afschaffen van het leenstelsel. Hun visie is dat onderwijs een publieke voorziening moet zijn, gericht op gelijke kansen en brede ontwikkeling, waarbij de regie teruggaat naar leraren en scholen in plaats van besturen en marktpartijen.
De SP wil het lerarentekort aanpakken en de kwaliteit van het onderwijs verhogen door structureel te investeren in kleinere klassen, betere arbeidsvoorwaarden en meer ondersteuning in de klas. Dit moet de werkdruk verlagen, het vak aantrekkelijker maken en de kansenongelijkheid verkleinen.
“We verlagen de maximale klassengrootte, te beginnen op scholen met de grootste achterstanden. Ons doel: binnen enkele jaren maximaal 21 leerlingen per klas in het basis en voortgezet onderwijs.”
“We pakken het lerarentekort aan. Ieder kind verdient een goede, bevoegde leerkracht voor de klas. We verbeteren de arbeidsomstandigheden van leraren door de klassen kleiner te maken en zorgen voor goede beloning en ondersteuning.”
“We investeren niet in bureaucratie of externe bureaus, maar in wat écht werkt: tijd, aandacht en vertrouwen in de klas.”
“Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
De SP wil dat onderwijs op alle niveaus gratis wordt, inclusief het schrappen van lesgeld voor mbo, hbo en universiteit, en het verhogen van de basisbeurs. Hiermee willen ze studeren toegankelijk maken voor iedereen en schulden voorkomen.
“Daarom maken we al ons onderwijs gratis en trekken we ons onderwijssysteem de 21ste eeuw in.”
“Iedere student krijgt een hogere basisbeurs, zodat studeren geen schuldenval meer is. Het leenstelsel schaffen we definitief af.”
“We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis.”
“Er moet een ruimhartige compensatie komen voor de schulden generatie en de rente moet naar 0 procent.”
De SP wil af van het huidige lumpsumsysteem en pleit voor directe, transparante investeringen in personeel, materiaal en huisvesting, zodat het geld daadwerkelijk in de klas terechtkomt en niet bij besturen of managementlagen blijft hangen.
“Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas. De overheid gaat opnieuw rechtstreeks investeren in personeel, materiaal en huisvesting, op basis van transparante en controleerbare afspraken.”
Om gelijke kansen te bevorderen en de ontwikkeling van kinderen te ondersteunen, investeert de SP in gratis ontbijt en lunch op basisscholen en schaft ze de vrijwillige ouderbijdrage volledig af.
“Tegelijkertijd zorgen we voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen.”
“Daarom schaffen we de vrijwillige ouderbijdrage volledig af. Scholen krijgen hiervoor een eerlijk bedrag van de overheid om activiteiten voor alle kinderen te organiseren, zonder uitsluiting.”
De SP investeert fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek, los van commerciële belangen, om innovatie en maatschappelijke vooruitgang te stimuleren.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
De SP ziet onderwijs als onderdeel van een breed publiek stelsel en investeert daarom ook in gratis kinderopvang, sport, cultuur en schoolactiviteiten als publieke voorzieningen.
“We investeren in kinderopvang, sport, cultuur en schoolactiviteiten als publieke voorzieningen. Zo kunnen kinderen zich breed ontwikkelen en staan ouders er niet alleen voor.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest expliciet voor structurele, langetermijninvesteringen in het onderwijs, met als speerpunten het verhogen van de lerarensalarissen, het verkleinen van klassen, het tegengaan van kansenongelijkheid en het verbeteren van de onderwijshuisvesting. Hun visie is gericht op inclusief, toegankelijk en kwalitatief onderwijs voor iedereen, waarbij commerciële invloeden worden geweerd en het welzijn van leerlingen en leraren centraal staat.
PvdD wil structureel en langdurig investeren in het onderwijs, met nadruk op hogere salarissen, meer handen in de klas, kleinere klassen en duurzame schoolgebouwen. Ze keren zich tegen incidentele subsidies en pleiten voor stabiele financiering, zodat scholen langetermijnbeleid kunnen voeren en kansenongelijkheid wordt tegengegaan.
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen.”
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies. Hierdoor kunnen scholen zelf lange-termijnbeleid ontwikkelen dat kwalitatief en inclusief onderwijs ten goede komt.”
“Er moet worden geïnvesteerd in leerkrachten en scholen. De Partij voor de Dieren vindt dat er structureel extra geld moet worden vrijgemaakt voor het verlagen van de werkdruk, meer regie voor leraren over hun werk, het creëren van extra ontwikkelingsmogelijkheden, hogere salarissen en kleinere klassen.”
De partij zet sterk in op het verkleinen van kansenongelijkheid door gratis publieke voorschoolse voorzieningen, brede brugklassen, en het gratis maken van onderwijsondersteuning voor middelbare scholieren. Ze willen dat elk kind recht heeft op passend onderwijs, ongeacht achtergrond of beperking.
“Er komt één gratis publieke voorschoolse voorziening voor alle kinderen, ook voor kinderen van niet-werkende ouders.”
“We investeren structureel in brede brugklassen, stellen de keuze voor een onderwijsniveau uit en dringen onderwijsachterstanden terug.”
“De wildgroei aan bijlesbureaus roepen we een halt toe. Onderwijsondersteuning wordt voortaan via scholen georganiseerd en is toegankelijk en gratis voor alle middelbareschoolleerlingen.”
PvdD wil het lerarentekort aanpakken door meer klassenassistenten en ondersteunend personeel aan te stellen, het aantal lesuren voor leraren te verlagen en meer tijd te geven voor begeleiding en ontwikkeling. Dit moet de werkdruk verlagen en het vak aantrekkelijker maken.
“Er komen extra klassenassistenten en ondersteunend personeel. Hiermee verlagen we de werkdruk van leraren.”
“We maken meer tijd voor het vak van leraren, zodat er ruimte is voor het voorbereiden van lessen, coaching van leerlingen, inhoudelijke verdieping en persoonlijke ontwikkeling van leraren. Het aantal lesuren dat een leraar voor de klas moet staan gaat op termijn omlaag.”
De partij investeert in duurzame, gezonde schoolgebouwen en groene schoolpleinen, zodat leerlingen in een veilige en toekomstbestendige omgeving kunnen leren.
“We investeren in kwalitatief onderwijs voor de lange termijn en in duurzame onderwijs-huisvesting.”
“We investeren in duurzame onderwijshuisvesting, met een laag energieverbruik en gezond binnenklimaat.”
PvdD wil dat onderwijs niet alleen cognitieve vaardigheden ontwikkelt, maar ook sociale, emotionele, motorische, praktische en culturele vaardigheden. Ze investeren extra in deze vakken en zorgen voor inclusiviteit voor alle leerlingen, inclusief die met beperkingen.
“Praktische en culturele vaardigheden worden volop aangeboden aan kinderen. Activiteiten als handarbeid, schoolzwemmen, bewegingsonderwijs, cultuurlessen (theater-, dans-, muziek- schilderles, etc.) en schooltuinen worden gefaciliteerd en daar komt extra geld voor beschikbaar.”
“Het Rijk investeert extra in toegankelijkheid van alle scholen voor mensen met een beperking.”
GroenLinks-PvdA positioneert zich als de partij die het meest investeert in onderwijs door structureel meer geld vrij te maken voor onderwijspersoneel, het terugdraaien van bezuinigingen, en het gratis maken van kinderopvang. Hun kernvisie is dat onderwijs de basis is voor kansengelijkheid en maatschappelijke vooruitgang, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen, kleinere klassen, en het versterken van publieke voorzieningen. De partij koppelt deze investeringen aan concrete maatregelen zoals hogere salarissen voor leraren in achterstandswijken, gratis kinderopvang, en forse investeringen in onderzoek en innovatie.
GroenLinks-PvdA wil structureel meer investeren in het onderwijs, met nadruk op het terugdraaien van bezuinigingen, het verhogen van salarissen (vooral in kwetsbare wijken), en het oormerken van geld voor onderwijzend personeel en het wegwerken van achterstanden. Dit moet leiden tot betere onderwijskwaliteit en meer kansengelijkheid.
“We draaien de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet terug en investeren fors in onderzoek, wetenschap en innovatie.”
“We investeren ongelijk voor gelijke kansen & helpen leraren die lesgeven in de meest kwetsbare wijken.”
“In achterstandswijken waar de grootste uitdagingen liggen krijgen leraren meer salaris.”
“We oormerken geld dat is bedoeld voor onderwijzend personeel, het wegwerken van onderwijsachterstanden en zorgleerlingen.”
De partij maakt kinderopvang en voorschoolse educatie gratis en publiek, om zo kansengelijkheid te bevorderen en een goede start voor ieder kind te garanderen. Dit is een van hun meest concrete en onderscheidende investeringen.
“De kinderopvang, de voorschool, peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang worden een publieke voorziening, en dus gratis voor alle kinderen.”
“Kansengelijkheid begint met een goede start, daarom maken we kinderopvang gratis voor alle kinderen.”
GroenLinks-PvdA wil kleinere klassen realiseren, vooral op scholen met veel achterstanden, en extra ondersteuning bieden via brugfunctionarissen en toegankelijke bijles. Dit moet zorgen voor meer individuele aandacht en het tegengaan van leerachterstanden.
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten.”
“Op scholen komen medewerkers (brugfunctionarissen) die de speciale taak hebben om in het belang van het kind de verbinding te leggen tussen ouders, school, jeugdzorg en armoedebestrijding.”
“Scholen krijgen de ruimte om dit zelf te organiseren met (vak)docenten of met maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk.”
De partij koppelt onderwijsinvesteringen aan een bredere visie op innovatie en wetenschap, met als doel 3% van het nationaal inkomen te besteden aan onderzoek en innovatie. Dit moet Nederland op lange termijn sterker maken.
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.”
“Investeringen in onderwijs maken ons op de lange termijn sterker.”
De SGP kiest voor een terughoudende overheid die vooral randvoorwaarden schept en structurele financiering garandeert, maar zich minder bemoeit met de dagelijkse inrichting van het onderwijs. De partij investeert in onderwijshuisvesting, versterkt de bekostiging van kleine scholen, en wil structurele financiering voor conciërges en praktijkgericht onderzoek. De SGP legt nadruk op professionele ruimte, stabiel beleid en het versterken van de positie van ouders en scholen.
De SGP wil structurele financiering voor scholen, extra middelen voor onderwijshuisvesting en versterking van kleine scholen, met als doel stabiliteit en continuïteit te waarborgen. Dit moet scholen in staat stellen hun kerntaken goed uit te voeren en het lerarentekort structureel aan te pakken.
“Voor de reguliere taken van scholen wordt alleen nog structurele bekostiging verstrekt via de lumpsum zodat scholen maximale zekerheid krijgen voor het voeren van stabiel personeelsbeleid.”
“Een stevige financiële impuls in onderwijshuisvesting is nodig. Onder andere om passend onderwijs goed uit te kunnen voeren en om voldoende rekening te houden met bouwtechnische ontwikkelingen.”
“De overheid vergroot de financiële ondersteuning van kleine scholen in dunbevolkte gebieden. Dit mag niet ten koste gaan van kleinere scholen in grotere gemeenten.”
“In het basisonderwijs kunnen scholen langjarige aanvullende bekostiging krijgen voor het benoemen van conciërges.”
De SGP vindt dat de overheid zich moet beperken tot het bewaken van het stelsel en het scheppen van randvoorwaarden, met meer vertrouwen in leerkrachten en bestuurders. Dit moet leiden tot minder regeldruk en meer ruimte voor onderwijsprofessionals.
“Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult. De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen.”
“Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig. We zetten een dikke streep onder de status van hun beroep.”
De SGP wil de financiering van praktijkgericht onderzoek en de eerste geldstroom van instellingen versterken, met extra aandacht voor starters- en stimuleringsbeurzen. Dit moet bijdragen aan innovatie en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren.
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
“De eerste geldstroom van instellingen wordt versterkt.”
“Er komt een investering in starters- en stimuleringsbeurzen.”
De SGP investeert in de positie van ouders door financiering van ouderorganisaties te versterken en alternatieven voor bestuurlijke fusie te stimuleren, zodat zeggenschap dicht bij ouders en personeel blijft.
De VVD erkent het belang van onderwijs als basis voor economische groei en individuele kansen, en wil investeren in excellent onderwijs met een sterke focus op basisvaardigheden, het aanpakken van het lerarentekort en betere aansluiting op de arbeidsmarkt. De partij kiest voor doelmatige besteding van onderwijsgeld, meer praktijkgericht onderwijs en het versterken van de positie van leraren. De VVD benadrukt dat investeren in onderwijs essentieel is, maar koppelt dit aan strikte effectiviteit en aansluiting bij de arbeidsmarkt.
De VVD wil dat het onderwijs zich richt op het versterken van basisvaardigheden zoals taal en rekenen, en streeft naar excellent onderwijs door het curriculum te verbeteren en de rol van de leraar te versterken. Dit moet bijdragen aan betere kansen voor leerlingen en een sterke economie.
“Groei begint met goed onderwijs en de beste leraren... je krijgt maximaal de ruimte om je talenten te ontdekken en te benutten met onderwijs dat opleidt voor de arbeidsmarkt van de toekomst.”
“We leggen volle focus op basisvaardigheden. We zetten de huidige curriculumherziening voort en reken- en taalvaardigheid wordt onderdeel van elk schoolvak.”
“Wij gaan voor het allerbeste onderwijs. Centraal daarin staat een leraar die het verschil maakt en die excellent onderwijs verzorgt.”
De VVD erkent het lerarentekort als een groot probleem en wil investeren in betere arbeidsvoorwaarden, professionele ontwikkeling en het aantrekkelijker maken van het leraarschap. Ook wordt ingezet op het verbeteren van de lerarenopleiding en het stimuleren van meer uren werken.
“We moeten er alles aan doen om meer leraren aan te trekken. We zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, intensieve begeleiding voor beginnende leraren en doorgroeimogelijkheden, maar willen leraren ook uitdagen om meer uren te gaan werken.”
“Continue professionele ontwikkeling wordt verplicht, zodat alle leraren bekend zijn met nieuwe (technologische) ontwikkelingen.”
“De pabo en academische pabo moeten van topkwaliteit zijn om de beste leraren op te leiden.”
De VVD wil dat onderwijs beter aansluit op de arbeidsmarkt door meer praktijkgericht onderwijs, samenwerking met het bedrijfsleven en het stimuleren van kansrijke opleidingen. Dit moet bijdragen aan innovatie en het oplossen van tekorten op de arbeidsmarkt.
“We versterken praktijkgericht werken in het voorgezet onderwijs. Zo komen leerlingen op alle niveaus in contact met het lokale en regionale bedrijfsleven.”
“We stimuleren bedrijven die investeren in eigen, gespecialiseerde opleidingen en gaan dergelijke bedrijfsscholen deels bekostigen.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
De VVD is kritisch op de effectiviteit van extra geld voor onderwijs en wil dat middelen doelmatiger worden ingezet, met minder subsidies en meer oormerken van geldstromen.
“De afgelopen jaren is de kwaliteit van ons onderwijs, ondanks extra geld, niet beter geworden. We moeten ons onderwijsgeld doelmatiger uitgeven.”
“We bouwen het aantal subsidies af en gaan oormerken in de lumpsum. Regelingen die niet zichtbaar bijdragen aan kwalitatief beter onderwijs, schaffen we af.”
BIJ1 positioneert zich als de partij die het meest investeert in onderwijs door structurele, ingrijpende hervormingen: gratis onderwijs van kinderopvang tot universiteit, het terugdraaien van bezuinigingen, forse verhoging van de basisbeurs, en extra investeringen in gelijke kansen en inclusiviteit. Hun visie is radicaal: onderwijs moet volledig toegankelijk, inclusief en gratis zijn, met extra middelen voor achtergestelde groepen en structurele bestrijding van ongelijkheid.
BIJ1 wil onderwijs volledig gratis maken, van kinderopvang tot universiteit, en de studieschulden van de ‘pechgeneratie’ kwijtschelden. Dit is een van de meest vergaande investeringen in onderwijs in Nederland en adresseert financiële drempels voor alle studenten.
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“Kinderopvang wordt helemaal gratis. Ook naschoolse activiteiten subsidiëren we flink.”
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 draait alle bezuinigingen op onderwijs terug en investeert fors extra, met als doel gelijke uitkomsten voor iedereen, niet alleen gelijke kansen. Dit betekent meer geld voor scholen, ondersteuning en structurele verbeteringen.
De partij investeert specifiek in het bestrijden van kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie, met extra middelen voor bijles, ondersteuning voor leerlingen met een handicap, en structurele aandacht voor dekolonisatie van het onderwijs.
“Scholen krijgen extra geld om professionele bijles voor alle leerlingen op school beschikbaar te maken.”
“Scholen moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een handicap en we maken extra budget vrij voor de ondersteuning van deze leerlingen.”
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis.”
BIJ1 investeert in het onderwijs door de arbeidsvoorwaarden van docenten te verbeteren: hogere salarissen, minder werkdruk, kleinere klassen en gelijke beloning in alle onderwijssectoren.
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk. [...] De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
“De klassen worden kleiner en we verlichten de administratieve lasten, om de werkdruk te verminderen en meer voorbereidingstijd voor docenten te creëren.”
Het CDA erkent het belang van onderwijs als fundament voor persoonlijke ontwikkeling en de samenleving, en zet in op gerichte investeringen in schoolgebouwen, leraren, kansengelijkheid en aansluiting op de arbeidsmarkt. De partij wil onder meer het lerarentekort aanpakken, investeren in gezonde en duurzame scholen, en structureel investeren in onderzoek en innovatie. CDA legt nadruk op samenwerking tussen onderwijsinstellingen, werkgevers en overheid, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen en een leven lang leren.
Het CDA ziet het lerarentekort als een urgent probleem en wil dit oplossen door meer zijinstromers op te leiden en betaalbare woningen voor leraren mogelijk te maken. Hiermee wil de partij de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs waarborgen.
“Om het lerarentekort in het funderend onderwijs terug te dringen, willen we meer mogelijkheden voor het opleiden van zijinstromers in één jaar tot leraar en tot bevoegd docent in het vmbo. Gemeenten en corporaties moeten ruimte krijgen te faciliteren in betaalbare woningen voor leraren.”
Het CDA wil investeren in de fysieke leeromgeving door gezonde en duurzame schoolgebouwen te realiseren, omdat dit bijdraagt aan het welzijn en de prestaties van leerlingen.
“Daarnaast investeren we in gezonde en duurzame schoolgebouwen.”
De partij richt zich op het vergroten van onderwijskansen voor kinderen die minder goed presteren, onder meer via de onderwijskansenregeling en extra aandacht voor laaggeletterdheid.
Het CDA wil dat Nederland voldoet aan de Lissabon-doelstelling voor investeringen in onderzoek en innovatie, en investeert in wetenschappelijk en toegepast onderzoek, met speciale aandacht voor sleuteltechnologieën.
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat. Daarvoor investeren we in wetenschappelijk en toegepast onderzoek”
“en valorisatie dat zich richt op de sleuteltechnologieën van de toekomst, zoals AI, quantum-computing, groene chemie, batterijtechnologie en biotechnologie.”
Het CDA wil het formele onderwijs beter inrichten voor om-, her- en bijscholing gedurende het werkzame leven, met leerrechten voor werkenden en meer flexibel aanbod.
“Er komen leerrechten voor werkenden en werkzoekenden. Deze zijn bij alle erkende opleidingen te besteden. We willen meer flexibel en vraaggericht aanbod en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.”
De partij wil samen met gemeenten, universiteiten en woningcorporaties investeren in passende studentenhuisvesting en flexstuderen mogelijk maken.
“Het CDA wil dat gemeenten, universiteiten, hogescholen en woningcorporaties samen investeren in passende studentenhuisvesting met specifieke aandacht voor ontmoetingsruimten.”
“Daarom maken we flexstuderen mogelijk. Door collegegeld per vak te kunnen betalen, verlagen we de druk voor studenten die zich op een positieve manier inzetten voor de samenleving, bijvoorbeeld als jonge mantelzorger, vrijwilliger, bestuurslid of topsporter.”
De ChristenUnie zet stevig in op het investeren in onderwijs, met bijzondere aandacht voor gelijke kansen, het aanpakken van onderwijsachterstanden, het versterken van het beroepsonderwijs en het structureel investeren in wetenschap en onderzoek. De partij wil extra middelen voor scholen met veel uitdagingen, gratis bijles en ondersteuning op school, en blijvende investeringen in praktijkgericht onderzoek en innovatie. Hun visie is dat onderwijs niet alleen kennisoverdracht is, maar ook persoonsvorming en het creëren van eerlijke kansen voor ieder kind.
De ChristenUnie wil ongelijkheid tegengaan door gericht te investeren in scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn. Ook willen ze dat bijles en extra ondersteuning gratis en op school wordt aangeboden, om schaduwonderwijs en ongelijke kansen te voorkomen.
De partij investeert blijvend in het beroepsonderwijs, techniekhavo’s en praktijkgericht onderzoek op hogescholen, om de aansluiting met de arbeidsmarkt te versterken en innovatie te stimuleren.
De ChristenUnie wil de dalende basisvaardigheden keren en zet in op inclusiever onderwijs, waarbij de behoeften van het kind centraal staan en er extra aandacht is voor (hoog)begaafden en passend onderwijs.
“Basisvaardigheden dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden.”
“We blijven stappen zetten richting inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan.”
“In het primair onderwijs komt een landsdekkend passend onderwijsaanbod voor (hoog)begaafden met een extra ondersteuningsbehoefte om schooluitval in deze groep terug te dringen.”
De partij wil het financieringssysteem van het hoger onderwijs rechtvaardiger maken en structureel investeren in wetenschap en innovatie, met als doel een duurzame en concurrerende economie.
JA21 profileert zich als een partij die fors wil investeren in de kwaliteit van het onderwijs, met nadruk op het primaire proces, het terugdraaien van bezuinigingen op het wetenschappelijk onderwijs en het verbeteren van de positie van de leraar. De partij wil minder geld naar management en overhead, meer naar leraren en basisvaardigheden, en pleit voor een financieringsmodel gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact. JA21 onderscheidt zich door concrete voorstellen zoals het ongedaan maken van een bezuiniging van €500 miljoen op het wetenschappelijk onderwijs en extra investeringen in lerarenopleidingen.
JA21 wil dat onderwijsgeld vooral bij de leraren en het onderwijsproces terechtkomt, niet bij management of tijdelijke projecten. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen en verspilling tegengaan.
“Het budget dat voor het basis- en voortgezet onderwijs beschikbaar is, moet daarvoor wat JA21 betreft een andere prioriteit krijgen. Meer geld naar het primaire proces en minder geld naar management, overhead en tijdelijke projecten.”
De partij ziet de leraar als de sleutel tot beter onderwijs en wil daarom gericht investeren in de kwaliteit van leraren en hun opleidingen.
JA21 wil een eerdere bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs van €500 miljoen terugdraaien, waarmee zij zich concreet uitspreekt voor meer structurele middelen voor universiteiten en hogescholen.
De partij wil af van financiering op basis van studentenaantallen en pleit voor een model dat inzet op kwaliteit en relevantie voor de samenleving.
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
“Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact. Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
JA21 wil de lat in het onderwijs verhogen en meer aandacht voor basisvaardigheden als lezen, taal en rekenen, om het niveau structureel te verbeteren.
Volt zet stevig in op structurele investeringen in het onderwijs, met nadruk op hogere onderwijsbudgetten, kleinere klassen, gratis kinderopvang, en het toegankelijk maken van studeren. Hun visie richt zich op gelijke kansen, modernisering van het curriculum (o.a. digitale vaardigheden en AI), en het wegnemen van financiële drempels voor alle onderwijsniveaus.
Volt wil het onderwijsbudget structureel verhogen, bezuinigingen terugdraaien en investeren in de basis van de kenniseconomie. Dit moet leiden tot meer zekerheid, minder werkdruk en betere kwaliteit in het onderwijs.
“We draaien per direct de bezuinigingen op het onderwijs terug en verhogen het totale budget voor onderwijs, onderzoek en wetenschap. We investeren dit geld in de basis van onze kenniseconomie, het menselijk kapitaal van ons land.”
“We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners.”
Volt wil kinderopvang gratis maken voor alle kinderen (drie dagen per week), ongeacht de werksituatie van de ouders, om gelijke ontwikkelkansen te bevorderen.
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week.”
Volt maakt studeren toegankelijker door de basisbeurs te verhogen, een verplichte stagevergoeding in te voeren, en zich in te zetten voor compensatie van de pechgeneratie. Ook willen ze de financiële druk op studenten structureel verlagen.
“We maken studeren voor iedereen mogelijk. Studenten krijgen weer zekerheid en ruimte om zich te ontwikkelen. We verhogen de basisbeurs, zorgen voor een verplichte stagevergoeding en zetten ons in voor compensatie van de pechgeneratie.”
“Volt pleit voor verkenning van de mogelijkheden voor invoering van een renteplafond van 2,5% op studieleningen.”
Volt investeert in toekomstgericht onderwijs door digitale geletterdheid en AI als basisvaardigheden te bestempelen en het curriculum te vernieuwen.
“Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs.”
“Volt pleit ervoor dat middelbare scholieren leren over kunstmatige intelligentie (AI) en hoe deze technologie verantwoord wordt ingezet.”
Volt wil investeren in duurzame en gezonde schoolgebouwen, wat bijdraagt aan een betere leeromgeving en toekomstbestendig onderwijs.
“Volt investeert in gezonde en klimaatneutrale onderwijshuisvesting in het primair en voortgezet onderwijs.”
Volt wil een einde maken aan de versnippering van subsidies en pleit voor vaste, structurele financiering van scholen, zodat financiële onzekerheid wordt weggenomen.
“We maken een eind aan de versnippering van subsidies voor scholen. Dit neemt veel werkdruk en financiële onzekerheid weg. Geld dat scholen nu als subsidie ontvangen, wordt onderdeel van een vast basisbedrag dat elke school elk jaar krijgt.”
50PLUS richt zich in het onderwijsbeleid vooral op het verbeteren van basisvaardigheden en het stimuleren van een leven lang leren, met bijzondere aandacht voor ouderen. De partij pleit voor betere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, het tegengaan van monopolies bij schoolbesturen, en het opzetten van laagdrempelige scholingsmogelijkheden voor ouderen. Investeringen zijn vooral gericht op het toegankelijk maken van onderwijs en ontwikkeling voor mensen in de derde levensfase.
50PLUS wil het onderwijs versterken door prioriteit te geven aan taal- en rekenvaardigheden en door betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden te stimuleren. Hiermee wil de partij de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren en de kwaliteit van het funderend onderwijs verhogen.
De partij investeert vooral in onderwijs voor ouderen, met een Nationaal Programma Leven Lang Leren en lokale leerpunten voor digitale en basisvaardigheden. Dit moet ouderen in staat stellen om zelfstandig en betrokken te blijven in de samenleving.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
50PLUS wil voorkomen dat schoolbesturen een monopolypositie krijgen in bepaalde regio’s, om keuzevrijheid en diversiteit in het onderwijs te waarborgen.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”
De PVV richt zich in haar onderwijsbeleid vooral op het herstellen van basisvaardigheden, het terugdringen van onderwijsvernieuwingen en het beperken van overhead. De partij wil investeren in de kwaliteit van het onderwijs door meer geld direct naar de klas te laten gaan en pleit voor een terugkeer naar traditioneel, gestructureerd onderwijs zonder aandacht voor thema’s als klimaat en gender. Concrete investeringsvoorstellen zijn beperkt; de nadruk ligt vooral op herverdeling van bestaande middelen en het schrappen van onderwijsvernieuwingen.
De PVV wil dat het overgrote deel van het onderwijsgeld direct ten goede komt aan het onderwijs in de klas, en niet aan management of overhead. Hiermee beoogt de partij de effectiviteit van onderwijsinvesteringen te vergroten en verspilling tegen te gaan.
“Maximaal 20% van de onderwijsbegroting naar overhead, minimaal 80% naar de klas”
De partij stelt dat de kwaliteit van het onderwijs is afgenomen door vernieuwingen en wil terug naar een klassiek model met nadruk op lezen, schrijven, rekenen en geschiedenis. Investeringen worden vooral gezien als het herstellen van deze basis en het weren van onderwerpen als gender en klimaat uit het curriculum.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
De PVV wil de kwaliteit van het onderwijs waarborgen door alleen bevoegde leraren voor de klas te laten staan, waarmee zij impliciet inzet op investeringen in lerarenopleiding en professionalisering.
“Geen onbevoegde leraren meer voor de klas”
De partij wil investeren in praktische vaardigheden door schoolzwemmen opnieuw verplicht te stellen, wat een concrete maatregel is gericht op de veiligheid en ontwikkeling van kinderen.
“Herinvoering schoolzwemmen”