BIJ1 positioneert zich als de partij die het meest expliciet en radicaal breekt met het neoliberalisme. Ze willen het kapitalistische systeem vervangen door een democratisch geleide economie, publieke basisvoorzieningen, en het beëindigen van marktwerking in essentiële sectoren. Hun programma bevat concrete voorstellen zoals het nationaliseren van banken en energie, het afschaffen van marktwerking in zorg en wonen, en het democratiseren van bedrijven.
BIJ1 wil het neoliberalisme fundamenteel beëindigen door het kapitalisme te vervangen door een democratisch geleide economie waarin werkers en burgers zeggenschap krijgen. Ze zien het huidige systeem als oorzaak van ongelijkheid en uitbuiting, en pleiten voor radicale herverdeling en collectief eigendom.
“Om een eerlijk loon te garanderen willen we de kapitalistische economie vervangen voor een democratisch geleide economie.”
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
BIJ1 wil grote bedrijven democratiseren door werknemersraden met vetorecht in te stellen en waar nodig bedrijven te onteigenen. Dit is bedoeld om de macht van aandeelhouders en multinationals te breken en economische beslissingen in handen van de samenleving te leggen.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen.”
“Multinationale bedrijven met dependances (vestigingen) in Nederland zijn verplicht een plan te maken waarin staat hoe zij binnen korte tijd minimaal 51% van de aandelen aan de werknemers van die dependance verkopen.”
BIJ1 wil een einde maken aan het neoliberale beleid van marktwerking in wonen, zorg en andere basisvoorzieningen. Ze pleiten voor maximumprijzen, het nationaliseren van woningbouw, en het terugpakken van grond en vastgoed uit private handen.
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst. Zo zetten wij de projectontwikkelaars die weigeren om betaalbaar te bouwen, omdat ze alleen verdienen aan te dure koopwoningen, buitenspel.”
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning.”
“Het opknappen van volkswijken mag niet langer leiden tot het verdringen van de bewoners. Gentrificatie raakt gezinnen met een kleinere portemonnee en een migratieachtergrond extra hard. Hun woonrecht en thuis horen te worden beschermd.”
BIJ1 verwerpt expliciet de neoliberale regels van de EU en internationale instellingen als het IMF en de Wereldbank. Ze willen deze regels afschaffen en vervangen door beleid gericht op solidariteit, democratische controle en klimaatrechtvaardigheid.
“We kaarten alle Europese wetten en regels aan die zorgen voor liberalisering en die de ruimte voor democratisch ingrijpen van de overheid in de economie beperkt. In samenwerking met andere radicaal linkse politieke partijen en sociale bewegingen in Europa.”
“Deze kapitalistische dwangmiddelen verwerpen we en schaffen we af. Lidstaten moeten vrij zijn om hun economie radicaal eerlijk, klimaatrechtvaardig en democratisch te organiseren Zonder ingrepen van Brussel namens belangen van de kleine groep superrijken.”
“Nederland verzet zich tegen het neokolonialisme van internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Zij ondermijnen de politieke zelfstandigheid van landen via schuldenlast en opgelegde hervormingen.”
BIJ1 wil de bestaande Grondwet, die zij als kapitalistisch en koloniaal bestempelen, vervangen door een nieuwe die gelijkheid en democratie centraal stelt. Ook de monarchie wordt afgeschaft als symbool van het oude systeem.
DENK positioneert zich expliciet tegen het neoliberalisme door te pleiten voor een sterke verzorgingsstaat, het verkleinen van ongelijkheid en het vergroten van de rol van de overheid in publieke voorzieningen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, het verlagen van belastingen voor lage en middeninkomens, en het verhogen van de winstbelasting voor grote bedrijven. DENK wil zo de marktwerking terugdringen en de overheid weer centraal stellen in het waarborgen van bestaanszekerheid en sociale gelijkheid.
DENK wil het neoliberale beleid terugdraaien door te investeren in publieke diensten, ongelijkheid te verkleinen en bestaanszekerheid te versterken. De partij kiest voor een actieve, sturende overheid die sociale voorzieningen uitbreidt en marktwerking in essentiële sectoren beperkt.
“DENK wil een sterke verzorgingsstaat met dienstverlening van de hoogste kwaliteit voor alle Nederlanders. Wij zetten in op een overheid die de maatschappelijke ongelijkheid de komende periode fors verkleint.”
“Wij staan voor extra investeringen in armoedebestrijding en in toegankelijkere armoederegelingen. Er komt een fulltime Minister voor Armoedebestrijding.”
“We versterken de bestaanszekerheid door het invoeren van belastingverlagingen voor mensen met lage en middeninkomens en investeren in toereikende tegemoetkomingen.”
Om de verzorgingsstaat te financieren en ongelijkheid te bestrijden, wil DENK de belastingdruk verschuiven van lage en middeninkomens naar grote bedrijven en vermogenden. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale beleid van belastingverlagingen voor het bedrijfsleven.
DENK wil de marktwerking in de zorg terugdringen door het eigen risico af te schaffen, de zorgpremie te verlagen en winsten in de medische sector te beperken. Hiermee wordt zorg weer een publieke taak in plaats van een marktproduct.
“Het volledig afschaffen van het eigen risico in de zorg.”
“Het verlagen van de zorgpremie, met name voor lage- en middeninkomens. Dit gaan we doen door het beperken van de winsten in de medische industrie en de big pharma.”
“Met een uitbreiding van het winstverbod zorgen wij ervoor dat...”
DENK wil de inkomenszekerheid vergroten door het minimumloon en de uitkeringen substantieel te verhogen en deze te koppelen aan de prijsontwikkeling. Dit is een directe afwijzing van het neoliberale beleid van loonmatiging en flexibilisering.
DENK wil de woningmarkt weer als publieke taak zien, met meer sociale huurwoningen, huurregulering en investeringen in betaalbaarheid. Dit staat haaks op het neoliberale beleid van marktwerking en privatisering in de volkshuisvesting.
“Volkshuisvesting is een kerntaak van de overheid... De komende periode moet dan ook alles op alles gezet worden om het tekort aan betaalbare woningen zo snel mogelijk in te lopen.”
“Wij willen dat de huurprijsbescherming wordt behouden en uitgebreid. Dit betekent dat wij willen dat alle huurders kunnen afdwingen dat zij een rechtvaardige huur betalen.”
“Wij staan voor regulering van de huren. De huren worden bevroren indien de huurstijgingen te veel op de koopkracht van mensen drukken.”
NSC positioneert zich expliciet tegen het neoliberalisme en pleit voor een overheid die bestaanszekerheid, sociale bescherming en eerlijke markten centraal stelt. De partij wil het neoliberale beleid vervangen door maatregelen als het verhogen van het minimumloon, het herstellen van vaste contracten als norm, het eerlijker maken van markten en het versterken van het sociale vangnet. Hun kernvisie is dat de overheid weer dienstbaar moet zijn aan mensen in plaats van aan de markt, met concrete voorstellen om onzekerheid en ongelijkheid te verminderen.
NSC neemt expliciet afstand van het neoliberalisme en stelt dat het beleid van de afgelopen decennia heeft geleid tot onzekerheid en ongelijkheid. De partij kiest voor een koers waarin de overheid weer een actieve rol speelt in het beschermen van burgers en het herstellen van sociale samenhang.
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen.”
“De afgelopen tientallen jaren heeft het neoliberale beleid de problemen in dit land eerder versterkt dan opgelost.”
“Jaren van neoliberaal beleid hebben burgers te veel aan hun lot overgelaten.”
“Het neoliberale beleid heeft mensen de laatste tientallen jaren onvoldoende beschermd.”
NSC wil een einde maken aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt, een kenmerk van neoliberaal beleid, door vaste contracten weer tot standaard te maken en flexwerk te beperken.
De partij wil bestaanszekerheid herstellen door het minimumloon te verhogen en het sociale vangnet te versterken, zodat werken weer loont en mensen niet afhankelijk zijn van toeslagen.
NSC wil ingrijpen waar markten falen, onder andere door de macht van banken te breken, prijsopdrijving door grote bedrijven tegen te gaan en de toezichthouder meer bevoegdheden te geven.
“Aanpakken van hoge prijzen in supermarkten en winkels door markten eerlijker te maken.”
“De Nederlandse spaarmarkt wordt gedomineerd door een klein aantal banken die de spaarrente laag en tarieven hooghouden. Deze marktdominantie moet worden doorbroken.”
“De toezichthouder (ACM) moet actiever en effectiever kunnen optreden.”
NSC wil het sociale zekerheidsstelsel vereenvoudigen en versterken, zodat het weer zekerheid biedt en niet langer mensen in onzekerheid of afhankelijkheid van de markt laat.
“We kiezen voor een sterk vereenvoudigd stelsel voor de sociale zekerheid. Ons nieuwe stelsel is gebouwd op vijf principes: zekerheid voor iedereen, eenvoud en transparantie, de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, motiverend om bij te dragen en weerbare gezinnen.”
De VVD brengt géén einde aan het neoliberalisme, maar kiest juist expliciet voor een voortzetting en verdieping van neoliberale principes zoals marktwerking, lastenverlichting voor werkenden, deregulering en het terugdringen van herverdeling. De partij zet in op minder overheidsbemoeienis, lagere belastingen voor de middenklasse, het beperken van nivellering en het stimuleren van economische groei door liberale oplossingen. Concrete voorstellen zijn het inperken van de "Haagse herverdelingsmachine", het schrappen van regels, en het simpeler maken van het belastingstelsel zodat werken meer loont.
De VVD wil het herverdelingsbeleid en nivellering beperken, zodat werkenden meer overhouden en de overheid minder geld rondpompt. Dit is een kernpunt van neoliberale politiek: minder herverdeling, meer individuele verantwoordelijkheid en beloning naar prestatie.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We willen af van de doorgeslagen nivellering via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen. ... werken laten lonen via lastenverlichting, inkomensafhankelijke regelingen verminderen en stoppen met het rondpompen van geld.”
“De afgelopen tijd is de VVD begonnen met het afbouwen van de Haagse herverdelingsmachine. We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren...”
De VVD pleit voor het schrappen van regels en het verkleinen van de overheid, zodat marktwerking en ondernemerschap meer ruimte krijgen. Dit is een klassiek neoliberaal uitgangspunt.
“Een forse deregulering zorgt voor meer banen, terwijl een zorgvuldige herziening zorgt voor behoud van zekerheid.”
“We zetten het mes in bureaucratische regels, moderniseren de werkloosheidswet door deze meer activerend te maken en geven meer ruimte voor maatwerk in cao’s, door de transitievergoeding niet langer verplicht te stellen.”
“Een kleinere, maar effectieve overheid die levert op haar kerntaken, die mensen vrij laat en vooral minder regels heeft.”
De VVD wil dat werken financieel aantrekkelijker wordt door lasten op arbeid te verlagen en uitkeringen te beperken. Dit versterkt het marktdenken en individuele verantwoordelijkheid.
“Werken moet meer lonen: meer werken moet beloond worden. ... Ook willen we af van de doorgeslagen nivellering via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen door toe te gaan naar een simpeler belastingstelsel.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
“We willen dat de maximale marginale belastingdruk in een nieuw stelsel fors naar beneden gaat. Dit is een fundamentele keuze zodat werken meer gaat lonen.”
De VVD kiest expliciet voor economische groei via liberale, marktgerichte oplossingen en investeringen, niet door meer overheidssturing of herverdeling.
“De VVD kijkt met optimisme naar de toekomst, als we nú kiezen voor liberale oplossingen.”
“Het geld wordt verdiend door Nederlanders en ondernemers die verantwoordelijkheid voor hun eigen leven nemen, niet door de overheid. Nederland moet de sterkste economie van Europa worden.”
“Alleen met forse verbeteringen en investeringen in ons vestigingsklimaat en het schrappen van verstikkende regelgeving, zorgen we ervoor dat ook toekomstige generaties in een rijk land opgroeien.”
BVNL is expliciet géén partij die een einde wil maken aan het neoliberalisme; integendeel, BVNL profileert zich als klassiek-liberaal en economisch rechts, met een sterke nadruk op een kleine overheid, vrije markt, deregulering en ondernemersvrijheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het fors verkleinen van de overheid, het schrappen van subsidies en regels, en het stimuleren van marktwerking en individuele verantwoordelijkheid. BVNL ziet juist het collectivisme en overheidsinterventie als het probleem, niet het neoliberalisme.
BVNL wil de overheid fors verkleinen, overheidsuitgaven met minstens 35% verminderen en zo veel mogelijk overlaten aan de vrije markt. Dit is het tegenovergestelde van het beëindigen van het neoliberalisme; BVNL wil neoliberale principes juist versterken. De partij ziet overheidsbemoeienis als oorzaak van problemen en pleit voor radicale deregulering en privatisering.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Belang Van Nederland staat voor een kleine overheid, een vrije markt met zo min mogelijk staatsinterventie...”
“Wij zien de overheid niet als motor van vooruitgang, maar als bewaker van de rechtsorde en vrijheid. De staat moet dienstbaar zijn aan de burger, niet andersom. De overheid moet klein, betrouwbaar, volledig transparant en efficiënt zijn, met een zeer terughoudende rol in het leven...”
BVNL wil vrijwel alle subsidies en regels schrappen, inclusief op het gebied van klimaat, stikstof, NGO’s en sociale zekerheid. Dit is een klassiek neoliberaal standpunt: de markt moet leidend zijn, niet de overheid.
“Subsidies worden afgeschaft.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld. Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion... krijgen geen subsidie meer en verliezen hun ANBI status.”
BVNL kiest expliciet voor een vrije markteconomie, lage belastingen, het afschaffen van regels en het stimuleren van ondernemers. Dit is de kern van neoliberale politiek.
“Onze visie is geworteld in de Oostenrijkse School van de economie, waarin ondernemersvrijheid, eigendomsrechten en individuele verantwoordelijkheid centraal staan.”
“Belang Van Nederland kiest voor een ondernemersvriendelijke koers die gestoeld is op vrijemarkteconomie, sober fiscaal beleid, lage belastingen en structurele hervormingen.”
“Het MKB en de ZZP’ers zijn de motor van de Nederlandse economie. 80% van alle banen wordt gegenereerd door ondernemers. De overheid moet zich minder met hen bemoeien.”
BVNL positioneert zich expliciet tegen collectivisme en vóór individuele vrijheid en verantwoordelijkheid, wat aansluit bij neoliberale kernwaarden.
GroenLinks-PvdA positioneert zich expliciet als de partij die het neoliberalisme wil doorbreken door marktwerking en winstbejag te vervangen door solidariteit, publieke regie en een sterke verzorgingsstaat. Hun belangrijkste voorstellen zijn het terugdringen van marktwerking in zorg, wonen en economie, het aanpakken van belastingvoordelen voor de rijken, en het centraal stellen van het algemeen belang boven winst. De kern van hun visie is een samenleving waarin niet winst, maar de bijdrage aan de samenleving en solidariteit centraal staan.
GroenLinks-PvdA wijst marktwerking en winstmaximalisatie als kern van het neoliberalisme expliciet af en wil deze vervangen door solidariteit, publieke regie en een sterke verzorgingsstaat. Ze stellen dat politieke keuzes voor marktwerking hebben geleid tot ongelijkheid en uitholling van publieke voorzieningen, en pleiten voor een fundamentele koerswijziging.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“Wij kiezen voor een andere koers: een samenleving waarin solidariteit sterker is dan verdeeldheid. Waar we samen bouwen aan een sterke en schone economie, die onze productiviteit bevordert, innovatie stimuleert, en waarin iedereen kan meedoen.”
“We rekenen af met het model dat draait op vervuiling, uitbuiting en lage lonen. Dat vraagt om een andere politiek. Wij kiezen voor een politiek gericht op het algemeen belang.”
De partij wil het publieke belang boven winst stellen, vooral in sectoren waar marktwerking volgens hen tot problemen heeft geleid. Dit betekent het aanscherpen van het winstverbod in de zorg, het weren van private equity uit woningcorporaties en vve’s, en het terugbrengen van publieke regie in het onderwijs en openbaar vervoer.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders. We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen.”
“We strijden tegen commerciële partijen in de zorg voor wie winst het hoofddoel is. We scherpen daarom het winstverbod in de zorg aan.”
“We brengen de regie op grond weer in publieke handen, zodat we samen bepalen hoe ons landschap eruitziet in plaats van speculanten die uit zijn op winst.”
“We beschermen woningbezitters en weren private equity uit vve’s.”
GroenLinks-PvdA wil een einde maken aan belastingvoordelen voor de rijksten en multinationals, en streeft naar een eerlijkere verdeling van welvaart. Dit is een directe breuk met het neoliberale beleid dat volgens hen vooral de belangen van kapitaal heeft gediend.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan.”
“We vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
“Hoe rijker je bent, hoe minder je bijdraagt in”
De partij wil af van het Angelsaksische, neoliberale model en terug naar het Rijnlands model, waarin overleg, solidariteit en het maatschappelijk middenveld centraal staan in de economie.
“We keren terug naar het Rijnlands model waarin we met sociale partners en het maatschappelijk middenveld op basis van overleg, vertrouwen en solidariteit vormgeven aan onze economie en maatschappij.”
De ChristenUnie neemt expliciet afstand van het neoliberalisme door te kiezen voor een economie waarin mens, maatschappij en milieu centraal staan, en door marktwerking in essentiële sectoren als zorg en kinderopvang af te schaffen. De partij pleit voor een rentmeesterseconomie, het beëindigen van consumentisme en overconsumptie, en het stellen van duidelijke grenzen aan markt en individuele vrijheid waar deze schadelijk zijn voor kwetsbaren of het algemeen belang. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van marktwerking in de zorg, het verbieden van winst in de kinderopvang, en het bestrijden van overconsumptie en schuldgewenning.
De ChristenUnie wil een einde maken aan marktwerking in de zorg, omdat dit leidt tot verkeerde prikkels en afnemende bereikbaarheid. De partij kiest voor een zorgsysteem waarin publieke waarden en solidariteit centraal staan, en waarin winstuitkeringen en concurrentie worden teruggedrongen. Dit is een directe breuk met neoliberale principes van marktwerking en privatisering.
“Een einde aan marktwerking in de zorg. Marktwerking hoort niet thuis in de zorg. Het leidt tot prikkels die niet passen bij een samenleving waarin we omzien naar elkaar.”
“Dit betekent ook dat we de aanbestedingsregels uit Brussel voor de zorg loslaten. Aanbestedingen en concurrentie leiden zelden tot betere zorg.”
“Alle medisch specialisten komen in loondienst. Dit vermindert de prikkel om zo veel mogelijk behandelingen uit te voeren.”
De ChristenUnie wil alle kinderopvangorganisaties non-profit maken en private equity partijen weren. Hiermee wordt een duidelijke streep getrokken tegen het neoliberale idee van winstmaximalisatie in publieke dienstverlening.
“Alle kinderopvangorganisaties worden daarom non-profit. Dit betekent ook een einde van private equity partijen in de kinderopvang.”
De partij neemt expliciet afstand van het consumentisme en de wegwerpeconomie, en wil overheidsnormering om duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid af te dwingen. Dit is een duidelijke kritiek op het neoliberale geloof in onbegrensde consumptievrijheid en marktgedreven groei.
“We nemen afscheid van het consumentisme dat de grenzen van de schepping niet respecteert. We willen een einde aan de overconsumptie van goedkope prullaria die horen bij een wegwerpeconomie.”
“Natuurlijk is normering vanuit de overheid hierbij nodig, bijvoorbeeld om achterblijvers te weren, óók als dat de exit van platforms als Temu en AliExpress uit Nederland betekent.”
De ChristenUnie verwerpt het neoliberale idee dat de markt en het individu altijd leidend moeten zijn, en pleit voor duidelijke overheidsnormen om kwetsbaren te beschermen en schadelijke markten te beperken.
“Dat de mens zelf het beste weet wat goed voor hem is, zichzelf altijd in de hand heeft en in vrijheid de juiste keuzes maakt, is een mythe. Dat geldt ook voor de illusie dat de markt zichzelf altijd zo ordent dat kwetsbare mensen worden beschermd.”
“De ChristenUnie staat voor een werkelijk vrij leven en strijdt daarom tegen deze schaduwkanten van ongebreidelde vrijheid. De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
De partij wil op Europees niveau een verbod op BNPL-diensten en strengere regels tegen schuldgewenning, waarmee ze ingrijpen in vrije marktpraktijken die volgens hen schadelijk zijn voor consumenten.
“In Europees verband pleiten we voor een verbod op BNPL-diensten, zoals Klarna en flitskredieten.”
“Om schuldgewenning tegen te gaan, pleiten we in Europa daarnaast voor een aanscherping van de Richtlijn Consumentenkrediet door een verbod op het op afbetaling kopen van consumptiegoederen voor aankopen tot € 1000.”
D66 neemt expliciet afstand van klassiek neoliberale principes door te pleiten voor een sterke, sturende overheid, het afbouwen van fossiele subsidies, het eerlijker belasten van grote vermogens en vervuilers, en het vervangen van marktgerichte toeslagen door een basisinkomen-achtig systeem. De partij kiest voor een groene, sociale economie waarin publieke belangen, bestaanszekerheid en brede welvaart centraal staan, en waarin private winsten niet langer boven het publieke belang gaan. D66 wil zo het neoliberale beleid van marktwerking, deregulering en minimale overheidsrol structureel doorbreken.
D66 verwerpt het neoliberale idee van een terugtredende overheid en kiest voor een actieve, deskundige overheid die publieke waarden beschermt, regels stelt en private winsten ondergeschikt maakt aan het algemeen belang. Dit is een fundamentele breuk met het neoliberalisme.
“Private winsten mogen niet ten koste gaan van het publieke belang. Voor ondernemers die maatschappelijk ondernemen, is een gelijk speelveld belangrijk. Daarom is een sterke overheid nodig die de spelregels bepaalt waarbinnen bedrijven maatschappelijk ondernemen.”
“D66 wil een sterke, deskundige overheid die Nederland weer vooruitbrengt. Dat begint met minder regels, meer menselijkheid en meer ruimte voor maatwerk. We richten een eerlijker belastingstelsel in, waarin werken meer loont en grote vermogens en vervuilers meer betalen.”
D66 wil het neoliberale, marktgerichte toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een eenvoudiger, universeel systeem dat bestaanszekerheid centraal stelt. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale beleid van individuele verantwoordelijkheid en marktprikkels.
“Daarom gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Ook de zorgtoeslag schaffen we af. Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
D66 wil een groene economie waarin vervuiling wordt belast en fossiele subsidies versneld worden afgeschaft, waarmee het de neoliberale voorkeur voor economische groei boven milieu en publieke belangen loslaat.
“We stoppen met wat ons tegenhoudt: vervuilende productie, fossiele subsidies, de macht van grote techbedrijven en werk waarvan je niet kunt rondkomen.”
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
“D66 stelt duidelijke grenzen aan vervuilende industrie. Duurzaamheid is de norm en vervuiling krijgt een voorspelbare prijs: de ‘echte’ prijs.”
D66 wil het belastingstelsel hervormen zodat grote vermogens en vervuilers meer bijdragen, en werken meer loont. Dit is een duidelijke correctie op het neoliberale beleid van belastingvoordelen voor kapitaal en bedrijven.
“We richten een eerlijker belastingstelsel in, waarin werken meer loont en grote vermogens en vervuilers meer betalen.”
“D66 wil oneerlijke belastingvoordelen verminderen. Daarom evalueren we fiscale regelingen die niet doen wat of voor wie ze zijn bedoeld goed. We passen ze aan of schaffen ze eventueel af.”
D66 kiest ervoor om niet langer alleen op economische groei te sturen, maar brede welvaart en lange termijn effecten centraal te stellen in het begrotingsbeleid. Dit is een fundamentele breuk met het neoliberale groeidenken.
“D66 verandert dit, door te begroten voor de brede welvaart. Hierin wegen ook de lange-termijn-effecten van beleid mee in de begroting.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) positioneert zich expliciet als anti-neoliberaal en pleit voor een radicale systeemverandering waarbij welzijn, ecologie en rechtvaardigheid centraal staan in plaats van winst, groei en marktwerking. Hun belangrijkste voorstellen zijn het terugdraaien van marktwerking in publieke diensten, het beëindigen van vrijhandelsverdragen en fossiele subsidies, en het vervangen van economische groei als beleidsdoel door brede welvaart. De PvdD wil zo het neoliberalisme structureel vervangen door een economie die mens, dier en natuur centraal stelt.
De PvdD stelt dat doorgeslagen marktwerking in zorg, onderwijs en openbaar vervoer moet worden teruggedraaid, omdat deze leidt tot ongelijkheid en winst boven welzijn stelt. Ze willen publieke voorzieningen weer onder democratische controle brengen en winstprikkels uitbannen.
“We draaien de doorgeslagen marktwerking terug in publieke diensten zoals zorg, onderwijs en openbaar vervoer. Publieke voorzieningen zijn er voor iedereen en horen niet afhankelijk te zijn van winstprikkels.”
“Dat betekent dat we ons inzetten tegen de doorgeslagen marktwerking in zorg, onderwijs en openbaar vervoer.”
De partij wil een einde maken aan vrijhandelsverdragen en internationale handelspraktijken die vooral grote bedrijven bevoordelen en leiden tot uitbuiting, ecologische schade en sociale ongelijkheid. Ze pleiten voor regionale productie en binding van handelsbeleid aan strenge sociale en ecologische eisen.
“Onder aanvoering van de Partij voor de Dieren is het begin van het einde van vrijhandelsverdragen die enkel het belang van grote bedrijven dienen, ingezet.”
“Nederland trekt zijn steun in voor nieuwe vrijhandelsverdragen die slecht uitpakken voor mensen, dieren, natuur en milieu.”
“Het wereldwijde verzet tegen destructieve vrijhandelsverdragen heeft een einde gemaakt aan de vanzelfsprekendheid dat er steeds meer handelsstromen komen en dat multinationals worden bevoorrecht.”
De PvdD wil af van het neoliberale dogma van economische groei als hoogste doel. In plaats daarvan moet beleid gericht zijn op brede welvaart, welzijn en ecologische grenzen, met nieuwe meetinstrumenten en toetsing op generaties.
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
“Onze visie gaat ver voorbij de eerstvolgende verkiezingen. We kiezen voor de dieren. Voor ruimte voor natuur en woningen, voor het radicaal aanpakken van de klimaatcrisis, voor gezondheid, voor medemenselijkheid en rechtvaardigheid.”
De partij wil per direct stoppen met fossiele subsidies en het afbouwen van vervuilende sectoren, waarmee ze breken met het neoliberale beleid van het bevoordelen van grote vervuilers en het externaliseren van milieukosten.
De PvdD wil het aandeelhoudersmodel vervangen door organisatievormen die maatschappelijke doelen en democratische controle centraal stellen, zoals coöperaties en rentmeestervennootschappen.
“Het aandeelhoudersmodel gaat op de schop zodat we lange termijn duurzaam, diervriendelijk, sociaaleconomisch denken voorop kunnen stellen. We stimuleren organisatievormen als rentmeestervennootschap, werknemerscoöperaties, initiatieven voor gemeengoederen en coöperaties die het beheer van onderwijs, zorg, wonen, landbouw en energie democratiseren.”
BBB neemt afstand van doorgeschoten marktdenken en pleit voor een overheid die inzet op brede welvaart, bestaanszekerheid en maatschappelijke meerwaarde in plaats van puur economische efficiëntie. De partij wil minder afhankelijkheid van marktmechanismen, meer publieke investeringen en een eenvoudiger, rechtvaardiger belastingstelsel. BBB kiest niet expliciet voor het volledig beëindigen van het neoliberalisme, maar zet wel concrete stappen richting een socialer en minder marktgedreven beleid.
BBB wil af van een eenzijdige focus op economische groei en spreadsheet-efficiëntie, en kiest voor beleid dat welzijn, bestaanszekerheid en gemeenschapszin centraal stelt. Dit is een duidelijke breuk met neoliberale uitgangspunten waarin marktwerking en kostenreductie leidend zijn.
“De financiële koers van Nederland moet weer gericht zijn op brede welvaart en op welzijn, niet op spreadsheet-efficiëntie alleen.”
“Financieel beleid is in onze visie geen doel op zich, maar een middel om mensen kansen en zekerheid te geven, overal in Nederland.”
BBB wil de oprichting van een Nationale Investeringsbank onderzoeken om publieke investeringen in innovatie, infrastructuur en het mkb te stimuleren. Dit voorstel vermindert de afhankelijkheid van private kapitaalmarkten en versterkt de publieke regie, wat haaks staat op neoliberaal beleid.
“De oprichting van een Nationale Investeringsbank onderzoeken die: Vermogen van de overheid koppelt aan landelijke en regionale projecten; Investeert in mkb, innovatie en infrastructuur; Marktpartijen cofinanciert via garantstellingen en leningen;”
“Een Nationale Investeringsbank versterkt de regionale economie, maakt Nederland minder afhankelijk van buitenlandse kapitaalstromen en versnelt de energietransitie en landbouwtransitie zonder bureaucratie.”
BBB wil het huidige complexe toeslagen- en belastingstelsel vervangen door eenvoud en zekerheid, en pleit voor een overheid die ondersteunt in plaats van wantrouwt. Dit is een reactie op de negatieve sociale gevolgen van marktwerking en bureaucratie.
“BBB wil dat anders. Wij kiezen voor een overheid die mensen ondersteunt in plaats van wantrouwt en voor een stelsel dat zekerheid en eenvoud biedt.”
“We streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet.”
BBB uit kritiek op marktwerking in de zorg en wil de wildgroei van uitzendbureaus tegengaan, wat een duidelijke breuk is met neoliberale privatisering van publieke diensten.
“BBB wil een einde maken aan de wildgroei van uitzendbureaus die geen zorg verlenen, maar wel grote winsten maken.”
BBB benadrukt dat de overheid niet alleen moet controleren en bezuinigen, maar juist moet investeren in mensen en regio’s. Dit staat haaks op het neoliberale idee van een terugtredende overheid.
“We willen niet dat Nederland kapot bezuinigd wordt, we stellen andere prioriteiten daar waar nodig en stoppen met beleid dat geld kost als dat geen maatschappelijk rendement levert.”
“BBB kiest voor een economie waarin ondernemerschap weer wordt gewaardeerd en waar de overheid helpt in plaats van hindert.”
Forum voor Democratie (FVD) positioneert zich als een partij die het neoliberalisme wil beëindigen door de macht van technocratische elites, supranationale organisaties en het partijkartel te breken, en de democratische controle en nationale soevereiniteit te herstellen. De partij pleit voor een kleinere overheid, directe democratie, het afschaffen van internationale invloed op nationaal beleid, en het beëindigen van subsidies aan activistische en door de overheid gesteunde organisaties. FVD wil zo de invloed van marktdenken, schaalvergroting en globalisering terugdringen en de zeggenschap teruggeven aan burgers en nationale instituties.
FVD wil het neoliberalisme beëindigen door de macht van supranationale organisaties, technocraten en het partijkartel te breken en de democratische controle te herstellen. De partij ziet het huidige systeem als een gesloten netwerk van elites dat beleid bepaalt buiten de burger om, en wil dit vervangen door directe democratie en nationale soevereiniteit.
“We verbieden bewindspersonen om functies te vervullen in ondemocratische supranationale organisaties zoals het World Economic Forum zodat belangenverstrengeling wordt tegengegaan”
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties.”
“We schrappen de directe werking van internationale verdragen en stoppen toetsing aan vage begrippen zoals ‘algemeen belang’.”
“Nederland weer soeverein. Forum voor Democratie wil dat Nederland zelf zijn eigen regels kan maken, zijn eigen grenzen kan beschermen en zijn eigen allianties kan sluiten. De Europese Unie maakt dat alles onmogelijk. Daarom streven we naar een intelligente uittreding uit de Europese Unie...”
FVD wil het neoliberale beleid beëindigen door technocratische adviesorganen, subsidies aan activistische organisaties en het partijkartel te ontmantelen. Dit moet de invloed van marktdenken, schaalvergroting en lobbygroepen op het beleid terugdringen en de overheid weer dienstbaar maken aan de burger.
“We schaffen achterhaalde adviesorganen zoals CPB, SCP, SER en PBL af, zodat beleid niet langer wordt bepaald door technocraten en lobbyclubs.”
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
“Dit partijkartel wordt bovendien in stand gehouden door een netwerk van subsidies, adviesraden en loterijen die jaarlijks miljarden euro’s rondpompen... Forum voor Democratie wil dit systeem doorbreken.”
FVD wil het neoliberalisme tegengaan door de overheid structureel te verkleinen, bureaucratie te verminderen en schaalvergroting terug te draaien. De partij ziet schaalvergroting en bureaucratie als uitvloeisels van neoliberaal beleid die de menselijke maat en lokale democratie ondermijnen.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“Sinds de jaren tachtig is Nederland in de ban geraakt van schaalvergroting... Het idee achter deze schaalvergroting was dat grotere eenheden efficiënter en goedkoper zouden zijn. De praktijk laat echter het tegendeel zien: door bureaucratie stegen de kosten, burgers verloren grip op hun directe omgeving...”
De SP positioneert zichzelf als de partij die expliciet een einde wil maken aan het neoliberalisme, zowel nationaal als Europees. Hun belangrijkste voorstellen zijn het terugdringen van marktwerking in publieke sectoren, het reguleren van grote bedrijven en financiële markten, het democratiseren van bedrijven, en het hervormen van internationale instituties die neoliberaal beleid opleggen. De kern van hun visie is een economie en samenleving waarin solidariteit, publieke zeggenschap en eerlijk delen centraal staan, in plaats van winstmaximalisatie en marktlogica.
De SP wil een einde maken aan het neoliberale beleid waarbij publieke voorzieningen worden geprivatiseerd en marktwerking centraal staat. Ze pleiten voor het terughalen van zeggenschap over essentiële sectoren en het beschermen van deze sectoren tegen private investeerders die winst boven publieke belangen stellen.
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie. Europa mag lidstaten niet langer verplichten hun publieke voorzieningen in de uitverkoop te doen.”
“We verbieden private equity in de publieke sector. Cruciale en publieke sectoren zoals de zorg, farmacie, kinderopvang, volkshuisvesting, energie, openbaar vervoer en ons onderwijs moeten beschermd worden tegen overnames door private equitybeleggers.”
“We accepteren daarom geen privatiseringen. Die maken op de lange termijn de veiligheid en leveringszekerheid van cruciale producten en diensten onzeker, waardoor de schokbestendigheid van onze economie onder druk komt te staan. Waar nodig pakken we zeggenschap weer terug.”
De SP wil de macht van grote bedrijven, multinationals en de financiële sector inperken, omdat deze volgens hen de democratie en economie ondermijnen. Ze pleiten voor strengere regulering, transparantie en het aanpakken van financiële logica die ten koste gaat van de samenleving.
“De macht van grote bedrijven en banken in Brussel is veel te groot. Wij willen een openbaar en verplicht lobbyregister voor de hele Europese Unie, waarin iedereen kan zien welke bedrijven, belangengroepen en lobbyisten invloed uitoefenen op Europees beleid.”
“Door de dominantie financiële logica en het financiële overgewicht in Nederland aan te pakken komt er meer investering en inzet vrij voor de echte economie. Bovendien vergroten we de stabiliteit van de economie door de doorgeschoten financiële sector te reguleren en tot een passend formaat terug te brengen.”
“De economische wereldorde is gebaseerd op neokoloniale en neoliberale principes. Dit geeft multinationals ruim baan, ten koste van veel landen en mensen met name in het Mondiale Zuiden. Dit moet anders.”
De SP wil bedrijven democratiseren door werknemers meer zeggenschap te geven, zodat niet langer alleen aandeelhouders en kapitaalbezitters bepalen wat er gebeurt. Dit is een directe breuk met neoliberale bedrijfsvoering.
“We democratiseren bedrijven. Als eerste stap richting democratische bedrijven stellen we vast dat in het bestuur van een bedrijf altijd ten minste één bestuurder moet zitten die is verkozen door de werknemers die aan hen verantwoording moet afleggen.”
De SP wil internationale instituties als het IMF en de Wereldbank hervormen zodat zij niet langer neoliberaal beleid opleggen, en pleit voor een sociale unie in Europa die publieke voorzieningen beschermt.
“Het IMF en de Wereldbank moeten worden hervormd zodat zij de ontwikkeling van landen steunen, zonder neoliberale bezuinigingspolitiek op te dringen.”
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
Volt positioneert zich expliciet tegen het neoliberale economische model en pleit voor een economie van brede welvaart waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het invoeren van een basisinkomen, het zwaarder belasten van grote vermogens en bedrijven, het afschaffen van fossiele subsidies, en het centraal stellen van mensen in plaats van markten. Volt wil afscheid nemen van het oude economische model dat draait op vervuiling, uitputting en goedkope arbeid.
Volt stelt dat het huidige economische systeem, gericht op groei, vervuiling en goedkope arbeid, moet worden vervangen door een model waarin maatschappelijke waarden en brede welvaart centraal staan. Dit is een directe breuk met het neoliberalisme, dat marktwerking en economische groei vooropstelt.
“Wij geloven in een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. We durven afscheid te nemen van een oud economisch model dat draait op vervuiling, uitputting van grondstoffen en goedkope arbeid.”
Volt wil het neoliberale stelsel van marktwerking en inkomensafhankelijke toeslagen vervangen door een universeel basisinkomen voor iedereen. Dit moet bestaanszekerheid bieden en het complexe toeslagenstelsel overbodig maken.
Volt wil het belastingstelsel vergroenen en eerlijker maken door grote vermogens en bedrijven meer te laten bijdragen, en door belastingvoordelen voor vervuiling en grote bedrijven af te schaffen. Dit is een duidelijke breuk met het neoliberale beleid van belastingconcurrentie en lage lasten voor kapitaal.
“Grote vermogens en bedrijven gaan meer bijdragen, net als dat grote techbedrijven een eerlijke belasting gaan betalen over hun digitale advertentie-inkomsten.”
“We belasten vervuiling, verspilling en overmatig gebruik van grondstoffen zwaarder. De vervuiler betaalt voor de schade die hij aanricht.”
“We stoppen per direct met fossiele subsidies in Nederland én in de EU.”
Volt wil investeren in onderwijs, energietransitie, woningen en sociale bescherming voor werkenden, en het sociaal stelsel uitbreiden naar zelfstandigen. Dit staat haaks op het neoliberale idee van terugtredende overheid en flexibilisering.
50PLUS neemt geen expliciet anti-neoliberaal standpunt in en pleit niet voor een fundamentele breuk met het neoliberalisme. De partij kiest vooral voor behoud van bestaande sociale voorzieningen voor ouderen, beperkte nationale industriepolitiek, en het volgen van Europese regels zonder extra nationale verzwaring. Concrete voorstellen zijn gericht op het beschermen van koopkracht, het beperken van nationale klimaatmaatregelen, en het terugdringen van overheidsuitgaven, maar een duidelijke koers om het neoliberalisme te beëindigen ontbreekt.
50PLUS verzet zich tegen nationale industriepolitiek en extra nationale klimaatregels, en wil vooral Europese afspraken volgen. Dit sluit aan bij een klassiek neoliberaal uitgangspunt van marktwerking en minimale overheidsinterventie, en is dus géén breuk met het neoliberalisme, maar bevestigt het juist.
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen. Hierbij kunnen tijdelijk uitzonderingen gelden voor kritieke militair-industriële doelen.”
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
50PLUS richt zich op het beschermen van verworven rechten en inkomenspositie van ouderen, zonder structurele herverdeling of fundamentele systeemverandering. Dit is vooral een belangenbehartiging binnen het bestaande systeem, niet een anti-neoliberaal alternatief.
50PLUS pleit voor het beperken van overheidsuitgaven, het terugdringen van bureaucratie en het onderzoeken van besparingen. Dit sluit aan bij neoliberale principes van een kleinere overheid en efficiëntie, en is dus geen breuk met het neoliberalisme.
“Wij pleiten daarom voor een breed consolidatiepakket voor de Rijksbegroting, waarbij alle overheidsuitgaven van alle ministeries onder de loep worden genomen.”
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die het neoliberalisme niet wil beëindigen, maar juist wil versterken door te pleiten voor een kleinere overheid, minder regulering en meer marktwerking. Hun belangrijkste voorstellen zijn het drastisch verminderen van overheidsbemoeienis, het afbouwen van subsidies, het verlagen van lasten voor ondernemers en het herstellen van marktwerking. JA21 ziet het beperken van overheidssturing en het vergroten van economische vrijheid als de kern van hun visie.
JA21 wil de invloed van de overheid op de economie juist terugdringen en de vrije markt versterken, wat aansluit bij neoliberale principes. Ze zien overheidssturing, hoge lasten en regeldruk als problemen die de economie en individuele vrijheid belemmeren, en pleiten daarom voor deregulering, lastenverlaging en het stimuleren van ondernemerschap.
“Als brede conservatief-liberale partij staan wij uniek in het politieke veld. Wij kiezen voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Drastische afbouw van subsidies die markten verstoren en innovatie belemmeren. Er komt een einde aan het sturen van de economie vanuit de overheid.”
“Marktwerking herstellen door onnodige overheidsinmenging te beëindigen en concurrentie te bevorderen.”
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
JA21 verzet zich tegen verdere centralisatie van macht bij de overheid en de EU, en wil bevoegdheden teruggeven aan lidstaten en burgers. Ze zijn kritisch op Europese industriepolitiek en pleiten voor economische vrijheid en nationale soevereiniteit.
“Geen Europese industriepolitiek zoals voorgesteld onder de 'Clean Industrial Deal'.”
“Meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet. Alleen zo herstellen we de concurrentiekracht van Nederland en geven we ondernemerschap weer de ruimte.”
De SGP keert zich tegen radicaal liberalisme en pleit voor een economie en samenleving gebaseerd op christelijke waarden, sociale verantwoordelijkheid en bescherming van kwetsbaren. Hoewel de partij kritiek heeft op neoliberale uitwassen zoals doorgeschoten individualisme, flexibele arbeidsrelaties en marktwerking zonder waarden, kiest de SGP niet voor een fundamentele breuk met het neoliberalisme, maar voor bijsturing richting meer sociale en morele kaders. De belangrijkste voorstellen zijn het stimuleren van duurzame arbeidsrelaties, het beperken van regeldruk en het beschermen van nationale soevereiniteit binnen de EU.
De SGP verzet zich tegen doorgeschoten individuele zelfbeschikking en radicaal liberalisme, maar richt zich vooral op morele en culturele aspecten, niet op een fundamentele economische koerswijziging. Dit is vooral een cultuurkritiek, niet een economisch alternatief voor neoliberalisme.
“Aan de ene kant is dat de inzet van radicale liberalen die vrijheid prediken, maar die de Bijbel het zwijgen willen opleggen in de publieke ruimte.”
“Ook is sprake van een sterk ideologische druk om steeds radicaler de individuele zelfbeschikking door te voeren, zoals bij genderidentiteit en het zelfgekozen levenseinde.”
De SGP wil een economie die niet alleen op winst draait, maar oog heeft voor de mens en duurzame arbeidsrelaties. Dit is een correctie op neoliberale flexibilisering, maar geen radicale breuk: werkgevers worden gestimuleerd tot sociale keuzes, maar marktwerking blijft uitgangspunt.
De SGP wil de publieke sector verkleinen, regeldruk verminderen en concurrentiekracht aanjagen. Dit sluit juist aan bij klassieke neoliberale uitgangspunten en wijst niet op een einde aan het neoliberalisme, maar op voortzetting ervan met enkele sociale correcties.
De SGP verzet zich tegen verdere machtsoverdracht aan de EU en wil nationale soevereiniteit beschermen. Dit is vooral een soevereiniteitsstandpunt en geen alternatief voor neoliberale economie, maar het beperkt wel de invloed van supranationale marktwerking.
“De EU houdt zich zuiver aan de geldende verdragsbepalingen. De term ‘steeds hechter wordende Unie’ wordt geschrapt.”
“Nederland legt een schraplijst aan voor Europese regels die averechts werken, ons land benadelen, te veel regeldruk opleveren of te veel op nationale soevereiniteit ingrijpen.”
Het CDA neemt afstand van het neoliberale denken door te pleiten voor meer gemeenschapszin, het beperken van marktwerking in vitale sectoren en het versterken van publieke waarden. Toch blijft het CDA vasthouden aan een sterke rol voor ondernemers en economische groei, met nadruk op publiek-private samenwerking en innovatie. De partij kiest dus niet radicaal voor een einde aan het neoliberalisme, maar zoekt een middenweg met meer aandacht voor sociale samenhang en publieke belangen.
Het CDA verwerpt het idee dat de markt alles oplost en benadrukt het belang van de gemeenschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dit is een duidelijke kritiek op het individualisme en marktdenken van het neoliberalisme, maar zonder het volledig af te zweren.
“En geloven we dat de markt alles oplost, of dat de overheid voor alles verantwoordelijk is. Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan.”
Het CDA wil excessieve winsten en beloningen in de zorg tegengaan en stelt extra eisen aan private equity-partijen. Dit is een concreet voorstel om marktwerking in de zorg te beperken, wat ingaat tegen neoliberale principes.
Hoewel het CDA kritiek heeft op doorgeschoten marktwerking, blijft de partij inzetten op publiek-private samenwerking en economische groei. Dit laat zien dat het CDA niet volledig breekt met neoliberale uitgangspunten, maar deze wil bijsturen.
“De Europese economie dreigt te stagneren. Dat noopt tot urgentie, daadkracht en intensieve publiek-private samenwerking.”
“We willen zowel in EU-verband als nationaal ons mededingingsbeleid herzien, innovatie versnellen, investeringen en financieringen stimuleren en vooroplopen in digitale technologie.”
Het CDA stelt dat economische groei geen doel op zich is, maar wel noodzakelijk blijft voor welvaart en welzijn. Dit is een nuancering van het neoliberale groeidenken, maar geen radicale breuk.
“Economische groei is geen doel op zich. Het is wel broodnodig voor onze welvaart en welzijn.”
De PVV positioneert zich expliciet tegen het neoliberale beleid van de afgelopen decennia, maar stelt geen fundamentele breuk met het neoliberalisme voor. Hun focus ligt op het terugdraaien van marktwerking in de zorg, het beperken van subsidies aan bedrijven, het schrappen van klimaatmaatregelen en het beschermen van nationale soevereiniteit. De partij kiest vooral voor economisch nationalisme en het centraal stellen van de Nederlandse burger, maar biedt geen structurele alternatieven voor het neoliberale economische model.
De PVV wil de marktwerking in delen van de zorg beëindigen, met als doel betaalbare en toegankelijke zorg voor iedereen. Dit is één van de weinige concrete voorstellen die ingaat tegen een kernprincipe van het neoliberalisme, namelijk het privatiseren en vermarkten van publieke diensten.
“Acute zorg uit de marktwerking halen”
De partij wil fors snijden in fiscale subsidies voor het bedrijfsleven, waarmee ze afstand nemen van neoliberaal beleid dat bedrijven via belastingvoordelen stimuleert. Dit is een pragmatische, maar geen ideologische breuk met het neoliberalisme.
“Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
De PVV verzet zich tegen klimaatmaatregelen en verdere privatisering van infrastructuur, maar doet dit vooral vanuit kostenoverwegingen en nationale belangen, niet vanuit een antineoliberale ideologie.
De PVV wil minder geld en bevoegdheden naar de EU overhevelen en ontwikkelingshulp stoppen, wat past bij economisch nationalisme, maar niet direct een einde aan het neoliberalisme betekent.