Volt pleit voor een coalitie die water centraal stelt in beleid, met strenge normen voor waterkwaliteit, grensoverschrijdende samenwerking en een nationaal Deltaplan Waterland. Hun belangrijkste voorstellen zijn het wettelijk beschermen van wateren, het invoeren van WHO-normen voor vergunningen, het stimuleren van circulair watergebruik en het investeren in innovatie voor waterzuivering. Volt ziet een toekomstbestendige, gezonde leefomgeving als kernvoorwaarde en wil dat volksgezondheid en natuur leidend zijn in waterbeleid.
Volt wil dat alleen vergunningen worden afgegeven die voldoen aan de strengste internationale normen (WHO), en dat deze normen leidend zijn voor waterkwaliteit en volksgezondheid. Dit betekent een einde aan eeuwigdurende vergunningen en een herziening van het vergunningenstelsel, zowel nationaal als Europees.
“We maken volksgezondheid de eerste prioriteit bij het stellen van grenzen aan vervuilende, schadelijke stoffen. Daarom herzien we het vergunningenstelsel op het gebied van water-, lucht- en bodemkwaliteit. Niet alleen in Nederland, maar ook in de EU. Het nieuwe vergunningenstelsel wordt gebaseerd op WHO-normen, die in sommige gevallen veel strenger zijn dan huidige richtlijnen. Er worden geen eeuwigdurende vergunningen meer afgegeven.”
“Vergunningen worden nu uitgegeven terwijl ze niet voldoen aan de WHO-standaarden. Volt wil dat bedrijven zich houden aan de WHO-standaarden en wil dus alleen nog vergunningen uitgeven die voldoen aan de WHO-standaarden.”
“We zorgen voor een strengere vergunningsverplichting voor alle onttrekkingen en lozingen in water die voldoet aan WHO-normen.”
Volt stelt een nationaal Deltaplan Waterland voor, met investeringen in innovatieve technieken en oplossingen voor waterzuivering, opslag en circulair gebruik. Dit plan moet Nederland weerbaar maken tegen droogte, vervuiling en drinkwatertekorten.
“Om dit tekort tegen te gaan komt er een nationaal Deltaplan Waterland. Hiermee investeren we onder andere in slimme technieken en nieuwe oplossingen om water te zuiveren. En we zorgen dat het schoon en gezond blijft.”
“Als onderdeel van het Deltaplan Waterland wil Volt breed investeren in een innovatie-ecosysteem waar ook filtratie van PFAS en andere schadelijke stoffen deel van uitmaakt.”
Volt benadrukt het belang van internationale samenwerking voor waterbeheer, met harde afspraken over verdeling van smeltwater en gezamenlijke bescherming van rivieren en wateren. Ze willen rivieren als rechtspersoon erkennen en grensoverschrijdende afspraken over vervuiling en verdeling.
“We zetten in op een grensoverstijgende aanpak om onze wateren te beschermen en schoner te maken. Volt gaat in Brussel lobbyen om de grote rivieren in de EU tot rechtspersoon te maken met de lokale bevolking als voogd.”
“Volt wil harde afspraken maken met hoger gelegen Europese landen als Zwitserland en Duitsland over de opslag, distributie en eerlijke verdeling van smeltwater.”
“We verbieden vervuilende en giftige PFAS in de EU. Volt wil dat de regering met andere lidstaten aan principeafspraken werkt over het verbod op en de gevolgen van de bestaande ophoping van PFAS in onze gedeelde wateren. Bijvoorbeeld met Duitsland over de PFAS-ophoping in de Rijn en de Maas.”
Volt streeft naar een circulair watersysteem, waarbij (drink)water zoveel mogelijk wordt hergebruikt en regenwater wordt opgevangen en opgeslagen. Dit moet bijdragen aan het behoud van zoetwater en het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen.
“Volt streeft naar een circulair watersysteem. We willen (drink-)water zoveel mogelijk gaan hergebruiken en inzetten op de opvang en het gebruik van regenwater in de bebouwde omgeving.”
“Volt zet in op het behoud van zoetwater door regenwater op grote schaal op te slaan in plaats van weg te pompen naar zee.”
Volt stelt volksgezondheid en natuur centraal in het waterbeleid, met het voorzorgsprincipe als leidraad en een verbod op schadelijke bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat.
“We kiezen voor een toekomst waarin de gezondheid van mens en natuur centraal staat. Volksgezondheid begint bij een gezonde bodem, schone lucht en zuiver water.”
“Volt is daarom tegen het gebruik van glyfosaat en andere giftige bestrijdingsmiddelen. We willen dat Nederland tegen het afgeven van een Europese vergunning stemt.”
“Daarnaast zijn we voorstander van het toepassen van een voorzorgsprincipe (eerst moet iets veilig zijn, dan mag het de markt op) voor alle stoffen. Niet alleen bij het op de markt brengen van, maar ook voor de huidige loos- en uitstootvergunningen. Dit geldt ook voor bestrijdingsmiddelen.”
FVD vindt dat het waterbelang het beste gediend is met een coalitie die inzet op adaptatie (zoals dijkenbouw en kustbescherming) in plaats van klimaatmitigatie, en die de belangen van landbouw en visserij vooropstelt. Ze willen stoppen met windmolens op zee, biomassacentrales en ontpoldering, en pleiten voor nationale zeggenschap over waterbeheer zonder Brusselse regels. Hun visie is pragmatisch: beschermen tegen weersextremen via traditionele Nederlandse waterbouw, en ruimte geven aan boeren en vissers.
FVD stelt dat Nederland zich moet richten op waterveiligheid via adaptatie, niet via klimaatbeleid. Ze willen investeren in dijken, kustbescherming en rivierbeheer om het land te beschermen tegen weersextremen, en zien dit als een historisch Nederlandse kracht.
“We investeren in dijken, kustbescherming, rivierbeheer, irrigatie en gewasontwikkeling, zodat Nederland beter beschermd is tegen weersextremen.”
“In plaats van onrealistische CO2-doelen richten we ons op slimme oplossingen voor eventuele klimaatverandering zoals dijkenbouw en kustbescherming, waar Nederland wereldwijd in uitblinkt.”
“In plaats daarvan richten wij ons op adaptatie – zoals dijkenbouw, kustbescherming en innovatieve landbouw – waar Nederland juist historisch sterk in is.”
FVD wil geen windturbines op zee of zonneparken op water, omdat deze volgens hen de visserij en natuur schaden en ruimte voor landbouw verminderen. Ze willen bestaande windparken op zee ontmantelen.
“We plaatsen geen nieuwe windmolens op zee en ontmantelen bestaande windparken, zodat de natuur en de visserij niet verder worden geschaad.”
“Geen windmolens op zee die vissers verdrijven, geen ontpoldering van vruchtbare grond, maar beleid dat onze agrarische sector versterkt en toekomstbestendig maakt.”
“We plaatsen geen windturbines op zee, omdat die de visserij ernstig belemmeren. Bestaande windturbineparken worden stapsgewijs ontmanteld.”
“We verbieden de aanleg van zonneparken op grond of water, zodat ruimte behouden blijft voor landbouw en natuur.”
FVD is tegen het onder water zetten van landbouwgrond (ontpoldering), met name in Zeeland, en wil vruchtbare grond behouden voor landbouw.
“We stoppen met het onder water zetten van vruchtbare landbouwgrond in Zeeland.”
FVD wil nationale controle over waterbeheer en natuur, en afschaffing van EU-regels zoals de Nitraatrichtlijn en de EU-Natuurherstelwet, zodat Nederland eigen keuzes kan maken voor water en landbouw.
FVD wil biomassacentrales sluiten (omdat deze bossen opofferen) en stoppen met rewildingprojecten, zodat het cultuurlandschap behouden blijft en waterbeheer niet wordt overgelaten aan 'oernatuur'-ideeën.
De Partij voor de Dieren vindt dat het waterbelang het beste gediend is met een coalitie die natuur en drinkwater altijd prioriteit geeft boven landbouw, industrie en economische belangen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het afschaffen van geborgde zetels voor boeren in waterschappen, het fors terugdringen van waterverbruik en vervuiling door landbouw en industrie, en het wettelijk vastleggen van strenge bescherming van waterkwaliteit en -kwantiteit. De kern van hun visie is dat schoon en voldoende water een basisvoorwaarde is voor mens, dier en natuur, en dat politieke keuzes radicaal moeten veranderen om een watercrisis te voorkomen.
De PvdD stelt dat natuur en drinkwaterbronnen altijd voorrang moeten krijgen bij de verdeling van water, vooral in tijden van schaarste. Dit betekent dat landbouw en industrie moeten inleveren als het water schaars is, en dat het beleid gericht moet zijn op herstel van natuurlijke waterstanden en bescherming van kwetsbare ecosystemen.
“De Partij voor de Dieren wil dat bij de verdeling van water de prioriteit ligt bij maximale bescherming en behoud van natuur en drinkwaterbronnen.”
“Bij ernstige droogte wordt de verdeling van het water zo georganiseerd dat natuur prioriteit krijgt boven landbouw en natuurinclusieve, biologische voedselteelten boven gangbare. Drinkwater krijgt altijd prioriteit, sierteelt nooit.”
De partij wil de invloed van sectorale belangen (vooral landbouw) in waterschappen beëindigen door de geborgde zetels af te schaffen. Dit moet zorgen voor een meer democratische en onafhankelijke besluitvorming die het algemeen waterbelang centraal stelt.
“De geborgde zetels in de waterschapsbesturen, die nu nog gereserveerd zijn voor boeren en beheerorganisaties, worden afgeschaft, zodat waterschappen een daadwerkelijk democratische zetelverdeling krijgen.”
“De geborgde zetels in de waterschapsbesturen, die nu nog gereserveerd zijn voor boeren en beheerorganisaties, worden afgeschaft, zodat waterschappen een daadwerkelijk democratische zetelverdeling krijgen.”
De PvdD pleit voor een forse vermindering van waterverbruik door grootverbruikers en een radicale aanpak van watervervuiling, met name door de veehouderij en industrie. Vervuilers moeten betalen en vergunningen worden aangescherpt of ingetrokken.
“Ook grootverbruikers, zoals industrie en landbouw, dringen hun drinkwatergebruik met 20% terug.”
“Een forse krimp van het aantal dieren in de veehouderij is noodzakelijk. Ook moeten we toe naar een landbouw zonder gifgebruik en stoppen met het lozen van giftige stoffen door de industrie.”
“Vervuilers moeten gaan betalen.”
“Bedrijven mogen niet langer milieuvreemde stoffen in het water lozen of in de lucht uitstoten. Er worden geen nieuwe lozingsvergunningen uitgegeven en bestaande lozingsvergunningen worden zo snel mogelijk ingetrokken.”
De partij wil dat de overheid eindelijk de Europese Kaderrichtlijn Water naleeft, alle lozingsvergunningen toetst aan actuele regelgeving, en streng handhaaft op waterkwaliteit. De deadline van 2027 mag niet worden overschreden.
“Er komen extra maatregelen om de Kaderrichtlijn Water nog in 2026 te halen. De overheid heeft de noodzakelijke bescherming van ons water tientallen jaren verzaakt en echte maatregelen voor zich uitgeschoven. De Europese deadline van 2027 mag niet overschreden worden.”
“Alle bestaande lozingsvergunningen worden doorgelicht en getoetst of ze voldoen aan de actuele (Europese) regelgeving.”
De PvdD wil dat het waterpeil zo natuurlijk mogelijk wordt gehouden en niet langer kunstmatig wordt verlaagd ten gunste van de landbouw, om verdroging van natuurgebieden te voorkomen.
“Een zo natuurlijk mogelijk waterpeil wordt leidend bij beslissingen over de gebruiksfunctie. Grondwaterstanden worden niet langer kunstmatig verlaagd ten gunste van de landbouw.”
Het gebruik van grondwater wordt niet langer als vanzelfsprekend recht gezien; alle onttrekkingen worden vergunningsplichtig, met prioriteit voor natuur en drinkwater.
“Het gebruik van grondwater is niet langer een vanzelfsprekend recht. Alle grondwateronttrekkingen worden vergunningsplichtig, waarbij natuur en drinkwater prioriteit krijgen.”
BBB vindt dat waterbeheer een fundamenteel recht is en pleit voor robuust, realistisch beleid gericht op veiligheid, gezond water en samenwerking met boeren, burgers en bedrijven. De partij wil uitvoerbare normen voor waterkwaliteit, meer regionale en internationale samenwerking, en praktische oplossingen die aansluiten bij de lokale situatie. BBB benadrukt het belang van waterzekerheid voor voedselvoorziening, economie en leefomgeving, en ziet samenwerking met verschillende partijen als essentieel voor het waterbelang.
BBB beschouwt waterbeheer als een basisvoorwaarde voor veiligheid, voedselzekerheid en economische stabiliteit. De partij wil dat waterbeleid niet als sluitpost wordt gezien, maar als een essentieel onderdeel van het overheidsbeleid, met nadruk op praktische en toekomstbestendige keuzes.
BBB wil dat de Kaderrichtlijn Water (KRW) in Nederland gelijk aan de buurlanden wordt toegepast, met uitvoerbare en haalbare normen. De partij verzet zich tegen papieren modellen en pleit voor ecologische maatstaven en praktische uitvoerbaarheid.
BBB vindt dat waterbeheer altijd in samenspraak met boeren, waterschappen, gemeenten en andere betrokkenen moet plaatsvinden. Praktische oplossingen en regionale afstemming zijn volgens de partij essentieel voor effectief waterbeleid.
“Praktische oplossingen worden samen met boeren, burgers, bedrijven en andere betrokkenen ontwikkeld.”
“Waterbeheer vindt altijd plaats in samenspraak met boeren, waterschappen en gemeenten.”
“Regionale afstemming rivieren. ... Daarom zet BBB in op een betere regionale afstemming tussen meerdere programma’s die het beheer en de veiligheid van ons water moeten regelen, zodat we voldoende zoet water hebben tijdens droogte.”
BBB onderstreept het belang van internationale samenwerking, vooral met Duitsland en België, om overstromingen in grensregio’s te voorkomen en de veiligheid te vergroten.
“Samenwerking met Duitsland en België is noodzakelijk om overstromingen in de grensregio’s te voorkomen en te beperken.”
De partij wil meer aandacht voor het vasthouden van zoet water, het vergroten van buffers en het tegengaan van verzilting, met concrete voorstellen voor stuwen, sluizen en regionale buffers.
BBB pleit voor een gerichte aanpak van chemische vervuiling, zoals PFAS, medicijnresten en drugsafval, om de waterkwaliteit te beschermen.
“Gerichte aanpak chemische vervuiling. Bestrijding van PFAS, medicijnresten en drugsafval uit stedelijk water is geboden om vervuiling van buitenwater tegen te gaan.”
De SP vindt dat water een basisrecht is en geen verdienmodel mag zijn, en pleit voor strenge bescherming van drinkwater, schoon oppervlaktewater en eerlijk watergebruik. Ze willen lozingen van schadelijke stoffen verbieden, waterschappen goed financieren, en een progressief tarief voor grootverbruikers invoeren. De partij benadrukt samenwerking in Europa en publieke regie om waterbronnen te beschermen en watervervuiling effectief aan te pakken.
De SP stelt dat toegang tot schoon drinkwater een fundamenteel recht is en wil commerciële belangen buitenspel zetten. Ze willen drinkwaterbronnen beschermen tegen vervuiling en concurrentie, en voorkomen dat mensen worden afgesloten van drinkwater als ze de rekening niet kunnen betalen.
“Water is van levensbelang, geen verdienmodel. We beschermen drinkwaterbronnen tegen vervuiling en commerciële concurrentie. Geen lozingen van drugsafval, pesticiden of andere gifstoffen in bodem en water. Wie zijn drinkwaterrekening niet kan betalen, mag niet worden afgesloten. Drinkwater is een recht.”
De partij wil de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeteren door bestaande normen streng te handhaven, lozingen streng te reguleren en een toxiciteitsbelasting in te voeren. Ze willen dat de vervuiler betaalt en dat bedrijven pas stoffen mogen uitstoten als bewezen is dat deze veilig zijn.
“De kwaliteit van Nederlandse oppervlaktewater behoort tot de slechtste van Europa. Daarom worden de bestaande normen streng gehandhaafd, het lozen van afvalwater wordt streng gereguleerd en er komt een toxiciteitsbelasting om vervuiling verder terug te dringen.”
“Bedrijven mogen pas stoffen uitstoten of produceren zodra zij kunnen aantonen dat deze veilig zijn. Afvaldumping en het lozen van vervuild afval worden keihard aangepakt. De vervuiler betaalt, niet de samenleving.”
Om schaarste tegen te gaan en eerlijker met water om te gaan, wil de SP een progressief tarief voor industriële grootverbruikers invoeren en slim watergebruik stimuleren, zoals hergebruik van grijs water en regenwater.
“Omdat drinkwater schaarser wordt, komt er een progressief tarief voor industriële grootverbruikers. Zo wordt zuiniger en eerlijker met water omgegaan en blijft er voldoende beschikbaar voor mens en natuur.”
“We bevorderen actief dat grijs water en regenwater niet in het riool verdwijnen maar hergebruikt worden in de gebouwen, door regelgeving voor nieuwbouw en stimuleringsmaatregelen bij verbouwingen.”
De SP wil dat waterschappen genoeg middelen krijgen om hun wettelijke taken uit te voeren, waaronder het versterken en verhogen van dijken ter voorbereiding op zeespiegelstijging.
“Waterschappen krijgen voldoende financiering voor de uitvoering van hun wettelijke taken en voor het versterken en verhogen van de dijken ter voorbereiding op de zeespiegelstijging.”
Omdat veel vervuiling grensoverschrijdend is, pleit de SP voor strenge afspraken en samenwerking met buurlanden om watervervuiling bij de bron aan te pakken.
“We werken samen in Europa om water, lucht en bodem schoon te houden, vervuiling bij de bron aan te pakken en onze leefomgeving te beschermen.”
De SP wil een nationaal plan om water vast te houden in landbouwgebieden, met maatregelen als bodemverbetering en slotenbeheer, om droogte tegen te gaan en waterberging te stimuleren.
“Er komt een nationaal plan om water vast te houden in landbouwgebieden. Met maatregelen zoals bodemverbetering, slotenbeheer en landschapselementen tegen verdroging.”
“Boeren worden beloond voor het leveren van ecosysteemdiensten, zoals waterberging, biodiversiteit en koolstofvastlegging, naast hun voedselproductie.”
BVNL vindt dat het waterbelang het beste gediend is door nationale soevereiniteit, minder Brusselse regels en het schrappen van Europese natuur- en klimaatwetgeving. De partij pleit voor het afschaffen van het huidige stikstof- en natuurbeleid, het stoppen van de Green Deal en het Klimaatakkoord, en het lokaal organiseren van water- en milieubeleid. BVNL ziet weinig in internationale of supranationale samenwerking en wil vooral technische, nationale oplossingen.
BVNL stelt dat Europese regels en akkoorden het Nederlandse waterbeheer belemmeren en pleit voor het opzeggen van deze verplichtingen. Volgens de partij zijn nationale belangen en technische oplossingen effectiever voor het waterbelang dan internationale afspraken.
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder begrepen het CO2 handelssysteem ETS.”
“De EU-Natuurherstelwet kan de prullenbak in. Deze wetgeving zal Nederland onleefbaar maken en zorgt ervoor dat nog geen bosje madeliefjes geplukt kan, of hond uitgelaten mag worden in de berm.”
BVNL wil het huidige stikstofbeleid en natuurherstelmaatregelen direct beëindigen, omdat deze volgens de partij onnodig zijn en het waterbelang niet dienen. Ze stellen dat technische innovatie en lokaal beleid beter werken dan centrale sturing of uitkoopregelingen.
BVNL vindt dat water- en milieubeleid zoveel mogelijk lokaal en bottom-up geregeld moet worden, met technische innovatie als leidraad. Supranationale organisaties en centrale sturing worden afgewezen.
“Het doel is om zoveel mogelijk bottom-up te regelen. Dus vanuit de gemeente, dan de provincie en als het niet anders kan nationaal, maar bij voorkeur via de vrije markt.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal.”
“Nederland wordt op zoveel mogelijk gebieden weer soeverein.”
Het CDA kiest voor een coalitie die inzet op samenwerking tussen overheden, waterschappen, boeren en burgers om waterbeheer te versterken, met nadruk op uitvoerbare, gebiedsgerichte en innovatieve oplossingen. De partij wil robuust waterbeheer, verbetering van waterkwaliteit volgens de Kaderrichtlijn Water, en een nationale drinkwaterstrategie, waarbij kennisdeling en innovatie centraal staan. CDA ziet een sterke rol voor waterschappen en regionale samenwerking als essentieel voor het waterbelang.
Het CDA vindt dat het waterbelang het best gediend is met coalities waarin overheden, waterschappen, boeren en burgers samen optrekken, kennis delen en gezamenlijke uitgangspunten hanteren bij grote vraagstukken. Dit versterkt de slagkracht van de watersector en maakt het mogelijk om effectief in te spelen op uitdagingen als droogte, wateroverlast en klimaatadaptatie.
“Het CDA wil dat waterschappen nauwer samenwerken, kennis actief delen en gezamenlijke uitgangspunten hanteren bij grote vraagstukken zoals de Kaderrichtlijn Water, lozingen en klimaatadaptatie. Met respect voor de eigen verantwoordelijkheid versterken we zo de slagkracht van de watersector als geheel.”
“Het CDA wil dat overheden, organisaties en burgers samen bijdragen aan goed waterbeheer.”
Het CDA pleit voor een coalitie die inzet op gebiedsgerichte, uitvoerbare maatregelen voor waterkwaliteit, waarbij doelen leidend zijn in plaats van strikte middelvoorschriften. Dit maakt het mogelijk om rekening te houden met regionale verschillen en de praktijk van boeren, en zorgt voor betere naleving en effectiviteit.
“We willen verbetering van de waterkwaliteit, waarin de Kaderrichtlijn Water richtinggevend is, maar de doelstellingen wel gebiedsgericht en uitvoerbaar worden ingevuld.”
“Boeren dragen bij aan schoon water op een manier die aansluit bij de praktijk, met duidelijke doelen in plaats van strikte middelvoorschriften.”
Het CDA kiest voor een coalitie die robuust waterbeheer centraal stelt, met specifieke aandacht voor het klimaatbestendig maken van het watersysteem en het waarborgen van de drinkwatervoorziening. Dit betekent investeren in primaire waterkeringen, zoetwateropslag, en innovatieve methoden zoals ontzilting.
“Het CDA kiest voor een robuust waterbeheer waarin waterschappen met op de situatie gerichte maatregelen de balans bewaken tussen water vasthouden, bergen en afvoeren.”
“Er komt een nationale drinkwaterstrategie waarin keuzes over de beschikbaarheid van drinkwater voor gebruikers worden gemaakt. Restwater wordt waar mogelijk hergebruikt. Daarbij maken we ook gebruik van innovatieve methoden zoals ontzilten.”
Het CDA wil een coalitie die watervervuiling bij de bron aanpakt, vergunningen actualiseert en strikt handhaaft, en producenten laat bijdragen aan de verwijdering van medicijnresten. Dit is essentieel om de waterkwaliteit structureel te verbeteren.
GroenLinks-PvdA vindt dat het waterbelang het beste gediend is met een coalitie die natuur, waterkwaliteit en klimaatadaptatie centraal stelt, waarbij bodem en water leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Ze pleiten voor strengere regels tegen vervuiling, duurzame landbouw, volledige democratisering van het waterschapsbestuur en investeren in waterberging en drinkwatervoorziening. Hun visie is dat alleen een groene, sociale coalitie met prioriteit voor natuur en gezondheid structureel de waterproblemen van Nederland kan aanpakken.
GroenLinks-PvdA wil dat water en bodem leidend worden bij ruimtelijke ordening om droogte, watertekorten en vervuiling structureel aan te pakken. Dit betekent dat keuzes voor landbouw, natuur en bebouwing voortaan worden gemaakt op basis van wat goed is voor het waterbelang, met meer ruimte voor waterberging en drinkwater.
De partij stelt dat Nederland de slechtste waterkwaliteit van Europa heeft door lozingen van giftige stoffen en intensieve landbouw. Ze willen strengere regels voor lozingen, een verbod op niet-toetsbare stoffen en een verplichte water- en bodemplan voor bedrijven.
Om drinkwatertekorten en droogte tegen te gaan, wil GroenLinks-PvdA dat alle vormen van grondwateronttrekking vergunningsplichtig worden en dat vergunningen voor onbepaalde tijd worden afgeschaft.
“Alle vormen van onttrekking van grondwater door bedrijven, boeren en burgers worden vergunningsplichtig en we stoppen stapsgewijs met vergunningen voor onbepaalde tijd.”
De partij vindt dat het waterschapsbestuur volledig democratisch moet zijn, zodat burgers meer invloed krijgen op het waterbeleid.
“We zetten in op volledige democratisering van het waterschap. Dat betekent dat alle zetels voortaan via verkiezingen door burgers worden gekozen.”
GroenLinks-PvdA wil natte natuur en natte landbouw stimuleren, vooral in gebieden met hoge waterbeheerkosten of achteruitgaande natuur, om bodemdaling en CO₂-uitstoot te voorkomen.
“We geven prioriteit aan de gebieden waar de kosten voor waterbeheer hoog zijn of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw.”
“Samen met de waterschappen en agrarische- en natuurorganisaties verbeteren we ons water zodat het voldoet aan Europese normen. Om dit te bereiken zetten we in op duurzame land- en tuinbouw en verplichten we het opstellen van een water- en bodemplan.”
D66 vindt dat het waterbelang centraal moet staan in ruimtelijke ordening en landbouwbeleid, met harde normen voor waterkwaliteit en bescherming van drinkwaterbronnen. Ze pleiten voor het principe "water en bodem sturend", het halen van de Kaderrichtlijn Water in 2027, en het beprijzen van watergebruik om verspilling tegen te gaan. Een coalitie die deze uitgangspunten deelt en prioriteit geeft aan waterkwaliteit, natuurherstel en klimaatadaptatie sluit volgens D66 het beste aan bij het waterbelang.
D66 wil dat water en bodem leidend zijn bij ruimtelijke ordening en bouw, om toekomstige problemen met watertekort, overlast en klimaatverandering te voorkomen. Dit betekent bouwen op hogere gronden, minder vee en het beschermen van waterbronnen, zodat het watersysteem duurzaam wordt beheerd.
“Om te bepalen wat we waar doen, hanteren we het principe van ‘water en bodem sturend’. Dat betekent bijvoorbeeld dat we bouwen op hogere grond als er overstromingsgevaar is. En dat we niet meer vee houden dan de natuurlijke omgeving aankan.”
“We zorgen dat drinkwater schoon, bereikbaar en betaalbaar blijft. Dat begint bij maatregelen om de bronnen van ons drinkwater te beschermen. En bij ruimtelijke keuzes die schoon grondwater en oppervlaktewater veiligstellen.”
D66 stelt het halen van de Europese waterkwaliteitsnormen (Kaderrichtlijn Water) in 2027 als harde eis en wil vervuiling bij de bron aanpakken. Dit betekent minder lozingen door industrie, minder mest en bestrijdingsmiddelen, en betere waterzuivering.
“De deadline van 2027 om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water is voor ons een harde norm. We pakken de vervuiling aan bij de bron. Dat betekent: minder lozingen door de industrie, minder mest en minder schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
D66 wil watergebruik beprijzen om verspilling tegen te gaan en zuinig gebruik te stimuleren, zonder dat huishoudens met normaal gebruik geraakt worden. Hiermee willen ze het systeem duurzamer maken en het waterbelang centraal stellen.
“Water moet een eerlijke prijs krijgen. Water is een publieke levensbehoefte en moet ook zo behandeld worden. Maar zolang verspilling bijna gratis is en zuinig gebruik niet wordt beloond, blijven we het systeem uitputten. Door water ook een prijs te geven, maken we bewust gebruik vanzelfsprekender. Huishoudens die normaal water gebruiken, worden daardoor niet geraakt.”
D66 wil dat bij alle bouwprojecten verplicht rekening wordt gehouden met wateroverlast, droogte, hitte en bodemdaling. Dit maakt Nederland weerbaarder tegen klimaatverandering en beschermt het waterbelang structureel.
“Bij de bouw van woningen, infrastructuur en industrie moet verplicht rekening worden gehouden met wateroverlast, hitte, droogt en bodemdaling. Dit klimaatadaptief bouwen wordt de norm.”
D66 pleit voor gebiedsplannen waarin waterbeheer, natuurherstel, stikstofreductie en landbouwperspectief integraal worden aangepakt. Dit voorkomt dat waterbelang ondergeschikt raakt aan andere belangen en zorgt voor structurele oplossingen.
“Gebiedsplanning is belangrijk. Elk plan combineert in ieder geval doelen voor stikstofreductie, biodiversiteit en natuurherstel, waterbeheer én perspectief voor de landbouw.”
JA21 vindt dat het waterbelang het beste gediend is met een coalitie die inzet op realistische, haalbare doelen voor waterkwaliteit en waterveiligheid, waarbij nationale belangen en betaalbaarheid voorop staan. Ze pleiten voor het aanpassen of uitstellen van onhaalbare Europese waterkwaliteitsdoelen, investeren in dijken en waterbeheer als klimaatadaptatie, en het schrappen van generieke, kostbare maatregelen ten gunste van regionaal maatwerk. JA21 verzet zich tegen symboolpolitiek en kiest voor pragmatische oplossingen die rekening houden met de Nederlandse situatie.
JA21 stelt dat de huidige Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)-doelen voor Nederland vaak onrealistisch zijn en pleit daarom voor het benutten van juridische ruimte om deze doelen aan te passen of uit te stellen. Dit standpunt is ingegeven door de hoge kosten, technische beperkingen en de specifieke Nederlandse omstandigheden, zoals bevolkingsdichtheid en landbouwintensiteit.
“Dat Nederland gebruikmaakt van de juridische ruimte in de KRW om doelen aan te passen of uit te stellen waar deze aantoonbaar onhaalbaar zijn.”
“Ondanks al deze maatregelen haalt Nederland, net als meer dan de helft van alle EU-waterlichamen, de KRW-doelen niet omdat veel doelen zijn gebaseerd op theoretische referentiesituaties die in een dichtbevolkt, verstedelijkt en landbouwintensief land als Nederland praktisch onhaalbaar zijn.”
JA21 vindt dat klimaatadaptatie, met gerichte investeringen in waterbeheer en dijken, centraal moet staan in het beleid. Ze zien dit als een pragmatische manier om Nederland te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, in plaats van te focussen op onrealistische klimaatdoelen.
“In plaats van eenzijdig te proberen het wereldwijde klimaat te sturen, zetten wij in op klimaatadaptatie: het versterken van onze samenleving, infrastructuur en economie tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dat betekent gerichte investeringen in waterbeheer en dijken...”
“Kiezen voor aanpassing aan het klimaat door investeringen in dijken, watermanagement en klimaatbestendig bouwen.”
JA21 wil af van generieke, landelijke maatregelen en pleit voor regionale maatwerkpakketten rondom kwetsbare natuurgebieden. Dit moet leiden tot effectievere en beter uitvoerbare oplossingen voor waterkwaliteit en natuur, zonder onnodige kosten en bureaucratie.
“Afzien van generieke maatregelen en inzetten op regionale maatwerkpakketten rondom de meest kwetsbare natuurgebieden.”
JA21 verzet zich tegen beleid dat vooral op papier goed oogt maar in de praktijk weinig oplevert voor het waterbelang. Ze willen realistische, uitvoerbare plannen en zijn kritisch op kostbare maatregelen die weinig effect hebben.
De SGP vindt dat het waterbelang het beste gediend is met een coalitie die inzet op versterking van de waterschappen, investeringen in waterveiligheid en zoetwatervoorziening, en een pragmatische aanpak van waterkwaliteit en droogte. De partij pleit voor meer regie en middelen vanuit het Rijk, maar met ruimte voor provincies, gemeenten en waterschappen om lokaal maatwerk te leveren. De kern van hun visie is behoud van de bijzondere positie van waterschappen, investeren in waterbeheer en -kwaliteit, en het stimuleren van samenwerking tussen overheden en gebiedspartijen.
De SGP beschouwt de waterschappen als essentieel voor adequaat waterbeheer en wil hun bijzondere status behouden. Dit standpunt is relevant voor de coalitievorming, omdat het pleit voor een coalitie die de zelfstandigheid en rol van waterschappen respecteert en versterkt.
“De bijzondere status van de waterschappen blijft behouden gelet op het essentiële belang van een adequaat waterbeheer.”
De partij benadrukt het belang van voldoende budget voor waterveiligheid (dijken) en het vasthouden van zoet water, met een cruciale rol voor de waterschappen. Dit vraagt om een coalitie die bereid is structureel te investeren in deze thema’s.
“De SGP zet in op het beter vasthouden van zoet water en voortvarende uitvoering van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Hier is voldoende budget voor nodig. Onze waterschappen spelen daarbij een cruciale rol. Dat moet zo blijven.”
De SGP wil de waterkwaliteit verbeteren via gebiedsgerichte maatregelen, realistische normen en het aanpakken van schadelijke stoffen, zonder de voedselproductie te belemmeren. Een coalitie die deze pragmatische en haalbare benadering ondersteunt, sluit het beste aan bij het waterbelang volgens de SGP.
“Door meer doelsturing in het mestbeleid en een gebiedsgerichte aanpak wordt de waterkwaliteit in het landelijk gebied verder verbeterd, zonder de voedselproductie te belemmeren.”
“Normen voor de Kaderrichtlijn Water gaan beter rekening houden met (natuurlijke) achtergrondbelasting en haalbaarheid en worden tijdig hierop aangepast.”
“Gebruik van schadelijke PFAS door de industrie wordt verboden.”
De SGP wil dat provincies en gemeenten meer ruimte en middelen krijgen om te investeren in waterbuffering en het voorkomen van wateroverlast, wat vraagt om een coalitie die decentrale investeringen ondersteunt.
“Provincies en gemeenten worden in staat gesteld te investeren in waterbuffering, om wateroverlast te voorkomen (in dorpen en steden) en voor de zoetwatervoorziening (in het landelijk gebied).”
De partij vindt dat bij dijkversterking en andere waterbouwprojecten te veel geld naar procedures gaat en pleit voor standaardisatie en samenwerking, wat vraagt om een coalitie die bureaucratie vermindert en uitvoering versnelt.
“Bij dijkversterking en andere waterbouwprojecten wordt teveel geld uitgegeven aan procedures in plaats van de bouw zelf. Er komt een programmatische aanpak voor standaardisatie en project-overstijgende samenwerking, zodat...”
De VVD vindt dat waterveiligheid, voldoende schoon drinkwater en bescherming tegen droogte en overstromingen essentieel zijn voor Nederland. Ze pleiten voor een coalitie die inzet op pragmatische, realistische maatregelen zoals versnelling van vergunningen, hergebruik van water, dijkversterking en het combineren van waterbelang met economische groei en woningbouw. De partij benadrukt het belang van een integrale aanpak waarbij waterbelang wordt meegenomen in ruimtelijke ordening, maar altijd met oog voor draagvlak en economische belangen.
De VVD wil het proces voor nieuwe drinkwatervoorzieningen versnellen en stimuleert hergebruik van water om tekorten bij droogte te voorkomen. Dit is belangrijk om toekomstige drinkwatercrises te vermijden en economische groei niet te belemmeren.
“We gaan het winnen van nieuwe drinkwatervoorzieningen versnellen door vergunningverlening te simplificeren. Daarnaast stimuleren we hergebruik van water, kijken we naar de inzet van regenwatersystemen en gaan we de strijd aan tegen vervuiling.”
“Het is bovendien van belang dat we ervoor zorgen dat de beschikbaarheid van voldoende drinkwater niet de volgende crisis wordt en belangrijke uitdagingen als het bouwen van nieuwe woningen tegenhoudt.”
De VVD wil zich houden aan Europese waterkwaliteitsregels, maar kiest voor een realistische uitvoering die rekening houdt met maatschappelijk draagvlak en het gelijke speelveld met buurlanden.
“We houden ons aan Europese regels op het gebied van waterkwaliteit. We kiezen hierbij voor een realistische aanpak door het uitvoeren van noodzakelijke maatregelen zonder daarbij het maatschappelijk draagvlak uit het oog te verliezen en houden een gelijk speelveld met onze buurlanden.”
De VVD vindt dat bij de bouw van nieuwe wijken en bedrijventerreinen rekening moet worden gehouden met waterbeschikbaarheid, bodemkwaliteit en klimaatadaptatie. Ontwikkelaars moeten maatregelen nemen tegen extreme regenval, droogte en hitte.
“We houden bij de bouw van nieuwe wijken of bedrijventerreinen rekening met de kwaliteit van de bodem en beschikbaarheid van water.”
“Bij de bouw van nieuwe woonwijken en infrastructuur moet de ontwikkelaar maatregelen nemen om goed om te gaan met extreme regenval en met periodes van droogte en hitte.”
De VVD wil de bescherming tegen hoogwater continu verbeteren en het dijkversterkingsprogramma versnellen om overstromingen te voorkomen.
“Het is belangrijk dat we continue aandacht hebben voor hoogwaterbescherming en die waar nodig verbeteren.”
“Om overstromingen te voorkomen, zorgen we ervoor dat uiterlijk 2050 alle dijken en keringen zijn verstevigd. Het dijkversterkingsprogramma van het Rijk en de waterschappen om ons tegen de rivieren en de Noordzee te beschermen, zetten we door en waar dat mogelijk is, versnellen we deze aanpak.”
50PLUS vindt dat waterbelang vooral gebaat is bij Europees beleid en het vermijden van nationale koppen op milieuregels. Ze pleiten voor milieubescherming als generatieproject, maar willen geen strengere nationale regels dan Europees afgesproken. Concrete voorstellen richten zich op het volgen van Europese afspraken, het aanpakken van zwerfafval en het stimuleren van klimaatadaptatie op lokaal niveau.
50PLUS stelt dat effectief water- en milieubeleid alleen mogelijk is via gezamenlijke Europese afspraken, en verzet zich tegen extra nationale regelgeving. Ze vinden dat Nederland niet voorop moet lopen met strengere regels, omdat dit de effectiviteit en concurrentiepositie schaadt. Dit standpunt is relevant voor het waterbelang omdat veel water- en milieuproblemen grensoverschrijdend zijn en om gezamenlijke aanpak vragen.
50PLUS ziet milieubescherming, waaronder waterbeheer, als een verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties. Ze benadrukken het belang van rentmeesterschap en betrokkenheid op alle bestuursniveaus, maar koppelen dit niet aan specifieke nationale maatregelen.
“Bescherming van het milieu als generatieproject: rentmeesterschap voor degenen die na ons komen, met inzet van ervaring en betrokkenheid op landelijk én op gemeentelijk niveau.”
Hoewel dit vooral gericht is op gezondheid, bevat het programma enkele concrete voorstellen die indirect het waterbelang raken, zoals groene daken en gratis drinkwaterpunten. Deze maatregelen zijn lokaal en gericht op het aanpassen aan klimaatverandering.
De PVV vindt dat het waterbelang vooral gediend is met minder klimaatbeleid, meer nationale zeggenschap en een focus op betaalbaarheid en veiligheid. Ze willen stoppen met klimaatmitigatie, inzetten op klimaatadaptatie (zoals hoogwaterbescherming), en pleiten voor minder Natura 2000-gebieden en minder strenge milieuregels. De partij ziet een coalitie die deze koers volgt als het beste voor het waterbelang.
De PVV wil geen geld meer uitgeven aan klimaatmaatregelen gericht op CO2-reductie, maar zich richten op praktische aanpassingen aan het veranderende klimaat, zoals hoogwaterbescherming en het programma Ruimte voor de Rivier. Dit betekent minder nadruk op verduurzaming en meer op fysieke bescherming tegen wateroverlast.
De PVV stelt dat te veel en te strenge natuur- en milieuregels de waterveiligheid, landbouw en woningbouw belemmeren. Ze willen het aantal Natura 2000-gebieden verminderen, kritische depositiewaarden uit de wet halen en stikstofregels versoepelen, zodat er meer ruimte komt voor economische activiteiten en waterbeheerprojecten.
De PVV vindt dat Nederland zelf moet bepalen hoe het waterbeheer wordt ingericht, zonder bemoeienis van de EU. Ze willen vetorechten inzetten om soepeler natuur- en stikstofbeleid af te dwingen en nationale belangen voorop te stellen.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de EU-begroting, om zo een opt-out op asiel en immigratie en soepeler natuur- en stikstofbeleid te dwingen”
De ChristenUnie vindt dat water en bodem leidend moeten zijn in ruimtelijk beleid en pleit voor een coalitie die waterbelang structureel vooropstelt. Ze willen bindende normen voor waterkwaliteit, snelle uitvoering van Europese waterdoelen, en een omslag van water afvoeren naar water vasthouden. De partij kiest voor coalities die prioriteit geven aan natuurherstel, waterveiligheid en duurzame drinkwatervoorziening.
De ChristenUnie wil dat water en bodem leidend worden bij alle ruimtelijke keuzes, zodat het waterbelang structureel wordt meegewogen in coalitievorming en besluitvorming. Dit is essentieel om Nederland weerbaar te maken tegen droogte, overstromingen en vervuiling, en vraagt om coalities die deze koers expliciet steunen.
“Water en bodem worden sturend in het ruimtelijk beleid (en landgebruik) van Nederland: de structurerende keuzes uit de beleidsbrief Water en Bodem Sturend worden uitgevoerd. Bij nieuwe vergunningen moet het waterbelang dwingender doorwerken op ruimtelijke plannen en besluiten die invloed (kunnen) hebben op het watersysteem.”
De partij pleit voor coalities die de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) snel en integraal uitvoeren, met expliciete en bindende normen in wet- en regelgeving. Dit voorkomt uitstel en versnippering en zorgt dat waterkwaliteit een harde randvoorwaarde wordt in alle relevante beleidsterreinen.
“De KRW-doelen en bijbehorende normen worden expliciet en bindend opgenomen in wet- en regelgeving en in besluitvorming op alle relevante beleidsterreinen.”
De ChristenUnie wil een coalitie die inzet op het vasthouden van water, het verhogen van grondwaterpeil en het aanleggen van natuurlijke waterbuffers. Dit is nodig om droogte en waterschaarste structureel aan te pakken en vraagt om samenwerking met partijen die deze omslag ondersteunen.
“We moeten als land de omslag maken van kampioen water afvoeren, naar kampioen water vasthouden.”
“Het watersysteem wordt opnieuw ingericht om in de winter water beter vast te houden. Het grondwaterpeil wordt waar het kan verhoogd. Er komen meer waterbuffers, door diepere en meanderende beken en het aanleggen van natuurlijke waterreservoirs.”
De partij kiest voor coalities die prioriteit geven aan de beschikbaarheid van drinkwater en zoetwater, met snelle uitvoering van bestaande actieprogramma’s en het aanwijzen van nieuwe waterwinpunten.
“Zoetwatervoorziening wordt daarom een voornamere pijler binnen het Deltafonds. We voeren het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwater snel uit. Provincies geven prioriteit aan het aanwijzen van nieuwe waterwinpunten.”
NSC vindt het waterbelang essentieel voor Nederland en pleit voor een coalitie die veiligheid tegen overstromingen, waterkwaliteit en drinkwatervoorziening centraal stelt. De partij wil de waterschappen behouden, strengere regels voor lozingen en een nieuw Deltaplan voor waterveiligheid en -beschikbaarheid. NSC benadrukt dat veiligheid tegen overstromingen altijd prioriteit heeft en dat watergebruik, vooral door industrie, kritisch moet worden afgewogen.
NSC wil een coalitie die inzet op een nieuw Deltaplan om Nederland te beschermen tegen overstromingen, wateroverlast, bodemdaling en droogte. Veiligheid tegen overstromingen moet altijd voorop staan, met frequenter toetsen van waterkeringen en geen vertraging door stikstofregels. Dit standpunt adresseert de noodzaak van structurele, landelijke samenwerking en prioriteit voor waterveiligheid in coalitievorming.
“Er is een nieuw Deltaplan nodig om het land te beschermen tegen overstromingen en om in te spelen op wateroverlast, bodemdaling én droogte. Zoet water moeten we vasthouden, we willen meer ruimte maken voor waterberging.”
“Veiligheid tegen overstroming heeft altijd prioriteit boven andere functie-eisen. Dijkversterking mag geen vertraging oplopen door stikstofregels of Natura 2000.”
NSC vindt dat een coalitie het belang van onafhankelijke waterschappen moet erkennen en inzetten op strengere waterkwaliteitsnormen, inclusief het terugdringen van lozingen en uitspoeling van schadelijke stoffen. Dit is cruciaal voor het beschermen van drinkwater en natuur, en vereist samenwerking met buurlanden.
“We koesteren de waterschappen; zij waarborgen de bestuurlijke aandacht voor veiligheid tegen overstroming en waterbeheer.”
“Om de waterkwaliteit op orde te brengen moeten uitstoot en lozingen van industrieel en huishoudelijk afvalwater verder worden teruggedrongen. We zetten ons in om de lozingen van PFAS en scrubberwater te verbieden. Ook de uitspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater moet worden verminderd. We willen strengere afspraken maken met buurlanden over de waterkwaliteit van de Rijn, de Maas en de Schelde.”
NSC stelt dat een coalitie het publieke belang van schoon en betaalbaar drinkwater moet waarborgen door bronnen te beschermen en kritisch te zijn op nieuwe industriële waterwinningen. Dit voorkomt uitputting en vervuiling van drinkwaterbronnen.
“De toegang tot schoon en betaalbaar drinkwater moet gegarandeerd zijn. Hiervoor is het niet alleen van belang om voldoende bronnen voor publieke drinkwaterwinning veilig te stellen. We moeten het watergebruik verminderen en met name nieuwe grootschalige winningen voor de industrie goed afwegen.”
BIJ1 kiest radicaal voor het waterbelang door natuur en biodiversiteit prioriteit te geven, de veestapel drastisch te halveren, en vervuilende bedrijven te laten betalen voor milieuschade. Ze pleiten voor een coalitie die ecologische rechtvaardigheid centraal stelt, met concrete maatregelen als het beschermen van ecosystemen, het stoppen van schadelijke landbouwpraktijken, en het vergroenen van steden en infrastructuur. Hun visie is dat alleen een coalitie die structureel kiest voor natuurherstel, biodiversiteit en het aanpakken van vervuilers, het waterbelang echt dient.
BIJ1 stelt dat een snelle en rechtvaardige halvering van de veestapel noodzakelijk is om de stikstofcrisis en daarmee de waterkwaliteit en natuur te beschermen. Ze willen een directe, sociaal verantwoorde uitkoopregeling voor boeren, omdat de huidige landbouwpraktijken grote druk op water en natuur leggen.
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd. Dit moet echter op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting was. We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
Het beschermen en herstellen van biodiversiteit en ecosystemen is voor BIJ1 topprioriteit, omdat gezonde natuur en water onlosmakelijk verbonden zijn. Ze willen rechten toekennen aan natuurgebieden en belangrijke ecosystemen, en het maaibeleid aanpassen om natuur meer ruimte te geven.
“Biodiversiteit wordt prioriteit. Maaibeleid wordt aangepast om natuur de ruimte te geven en er wordt plaats gemaakt voor meer (kleine) ecosystemen in parken en natuurgebieden. Er komt een nationaal bomenplan om het aantal bomen in Nederlandse steden fors uit te breiden en natuurvriendelijk aan te planten. Belangrijke ecosystemen, natuurgebieden en wilde dieren moeten rechten krijgen om bescherming, behoud (en eventueel herstel) te waarborgen. De Waddenzee merken we aan als 1e zelfstandige rechtspersoonlijkheid.”
BIJ1 wil dat de kosten van milieuschade, bodemsanering en herstel niet langer op de samenleving worden afgewenteld, maar betaald worden door de veroorzakers: de grote vervuilende bedrijven. Dit is essentieel voor het beschermen van waterkwaliteit en het voorkomen van toekomstige schade.
“Opruimkosten, bodemsanering en herstel worden niet afgewenteld op de samenleving, maar betaald uit hun eigen activa — ook bij faillissement of uitkoop.”
Het vergroenen van versteende wijken en het uitbreiden van bomen en natuur in steden is volgens BIJ1 belangrijk om hittestress en waterproblemen in stedelijke gebieden te verminderen. Dit draagt bij aan een betere waterhuishouding en leefomgeving.
“We maken onze woonomgeving veel groener. Vooral in versteende wijken. Hiermee pakken we hittestress en oversterfte in vooral de armere wijken aan.”
DENK vindt dat het waterbelang het beste gediend is met een coalitie die inzet op natuurherstel, het verminderen van schadelijke stoffen, en het tegengaan van klimaatverandering. De partij pleit voor strengere regels tegen vervuiling, investeringen in natuurgebieden, en het sneller verbieden van schadelijke stoffen zoals PFAS, om zo de waterkwaliteit en de leefomgeving te beschermen.
DENK wil de waterkwaliteit verbeteren door te investeren in natuurgebieden en het sneller verbieden van schadelijke stoffen. Dit is nodig om de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en vervuiling, tegen te gaan en de natuur en het water te beschermen voor toekomstige generaties.
“Meer investeren in onze natuurgebieden. Wij willen dat Nederlanders kunnen genieten van prachtige natuur en wij staan voor investeringen om onze natuur te beschermen. Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”
DENK vindt dat het verminderen van stikstofuitstoot en het behalen van klimaatdoelen essentieel zijn voor het beschermen van water en natuur. Vrijwillige en, indien nodig, gedwongen uitkoop van vervuilende landbouwbedrijven worden niet uitgesloten om deze doelen te halen.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
DENK benadrukt het belang van het sneller verbieden van schadelijke stoffen, zoals PFAS, om de waterkwaliteit te beschermen en de volksgezondheid te waarborgen.
“Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”