50PLUS wil de AOW niet verhogen, maar beschermen en verbeteren door deze te koppelen aan het minimumloon, een dertiende maand in te voeren en de AOW-leeftijd te bevriezen. De partij verzet zich tegen versobering of fiscalisering van de AOW en pleit voor extra ondersteuning voor mensen met zware beroepen of een lang arbeidsverleden. Hun kernvisie is dat de AOW het fundament van bestaanszekerheid voor ouderen moet blijven.
50PLUS kiest ervoor de AOW te behouden zoals die is, met koppeling aan het minimumloon, en wil geen verhoging van de AOW-leeftijd of versobering. De partij ziet de AOW als een onaantastbaar recht en wil deze beschermen tegen bezuinigingen of fiscale ingrepen. Dit standpunt adresseert de zorgen van ouderen over koopkracht en bestaanszekerheid, maar bevat geen voorstel tot verhoging van de AOW-uitkering zelf.
In plaats van een structurele verhoging van de AOW, stelt 50PLUS een dertiende maand voor AOW’ers voor, als compensatie voor het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW). Dit is bedoeld om de koopkracht van ouderen te verbeteren zonder de basisuitkering te verhogen.
50PLUS wil een recht op vervroegde AOW-uitkering (AOW-light) voor mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer. Dit is geen verhoging van de AOW, maar een maatregel om eerder toegang te geven tot een (lagere) AOW voor specifieke groepen.
BIJ1 wil de AOW direct verhogen, gekoppeld aan de verhoging van het minimumloon, zodat ouderen een fatsoenlijk inkomen hebben en niemand na de AOW-leeftijd noodgedwongen hoeft door te werken. Ze pleiten voor een structurele koppeling van de AOW aan het minimumloon en willen aanvullende maatregelen voor ouderen met een migratieachtergrond en zware beroepen.
BIJ1 stelt voor om de AOW direct te verhogen, in lijn met een verhoging van het minimumloon naar €19 per uur. Hiermee willen ze armoede onder ouderen tegengaan en zorgen dat de koopkracht van ouderen meegroeit met de rest van de samenleving.
Om te voorkomen dat de AOW achterblijft bij de loonontwikkeling, wil BIJ1 de AOW structureel koppelen aan het minimumloon, dat zelf wordt gekoppeld aan 60% van het mediaan inkomen.
“We koppelen het minimumloon aan 60% van het mediaan inkomen, zodat het structureel meestijgt met andere lonen.”
Voor ouderen met een migratieachtergrond die te maken hebben met een AOW-gat, wil BIJ1 de regels voor aanvullende inkomensondersteuning versoepelen, zodat deze groep beter wordt beschermd tegen armoede.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
BVNL pleit niet voor een verhoging van de AOW-leeftijd of het AOW-bedrag in Nederland, maar wil de AOW op de Caribische eilanden gelijk trekken aan het Nederlandse niveau. Verder wil BVNL de kostendelersnorm bij de AOW afschaffen zodat samenwonende alleenstaanden niet worden gekort. Er zijn geen voorstellen gevonden om de AOW-leeftijd te verlagen of het AOW-bedrag in Nederland te verhogen.
BVNL wil de AOW op de Caribische eilanden (AOV) verhogen naar het niveau van de Nederlandse AOW. Dit is het enige expliciete voorstel tot verhoging van de AOW, maar het betreft uitsluitend Caribisch Nederland.
“De AOW, op de eilanden AOV genoemd, gelijk trekken aan de Nederlandse AOV.”
BVNL wil de kostendelersnorm bij de AOW afschaffen, zodat alleenstaanden die gaan samenwonen niet worden gekort op hun AOW. Dit is geen verhoging van de AOW, maar voorkomt een verlaging voor samenwonenden.
BVNL benoemt het oplossen van het pensioengat voor militairen als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd, maar doet geen voorstel tot verlaging van de AOW-leeftijd zelf.
“Het pensioengat voor militairen ten gevolge van de verhoging van de AOW-leeftijd wordt op een fatsoenlijke manier opgelost.”
D66 kiest er expliciet voor om de AOW niet te verhogen, maar juist de stijging van de AOW netto te beperken ten opzichte van het minimumloon. In plaats van een verhoging van de AOW zet D66 in op het verhogen van het minimumloon en het invoeren van een individueel basisbedrag ter vervanging van toeslagen, om bestaanszekerheid te vergroten.
D66 wil de AOW niet verhogen, maar laat deze juist minder snel meestijgen dan het minimumloon. Dit doen ze om hun plannen voor sociale zekerheid financieel verantwoord te houden. Het doel is om de stijging van de AOW te matigen, terwijl het minimumloon wel omhoog gaat.
“Om onze plannen voor sociale zekerheid verantwoord te kunnen behalen, laten we de AOW netto minder snel stijgen dan normaal bij een verhoging van het minimumloon.”
In plaats van een verhoging van de AOW kiest D66 voor het verhogen van het minimumloon en het invoeren van een basisbedrag voor iedereen, waarmee bestaanszekerheid wordt geboden aan mensen met een laag inkomen.
“We verhogen het minimumloon en het minimumjeugdloon. De bijstand stijgt in verhouding mee.”
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen”
“Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
Forum voor Democratie (FVD) wil de AOW-leeftijd verlagen naar 66 jaar en mensen met fysiek zware beroepen recht geven op AOW na 40 jaar werk. De partij is expliciet tegen het verhogen van de AOW-leeftijd en wil juist het stelsel herstellen naar een lagere leeftijd, met meer keuzevrijheid voor ouderen om door te werken.
FVD vindt dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtvaardig is, vooral voor mensen met zware beroepen. Zij willen de algemene AOW-leeftijd terugbrengen naar 66 jaar en een regeling invoeren waarbij mensen na 40 jaar zwaar werk recht hebben op AOW. Dit moet onzekerheid en risico’s voor ouderen verminderen en de welvaartsstaat herstellen.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 66 jaar en geven mensen met fysiek zware beroepen recht op AOW na 40 jaar werk.”
“De verhoging van de AOW-leeftijd heeft ervoor gezorgd dat ook mensen met fysiek zware beroepen moeten doorwerken tot op hoge leeftijd, zonder dat er een goede regeling bestaat voor wie al vroeg is begonnen met zwaar werk. Forum voor Democratie wil dit herstellen: iedereen moet recht hebben op AOW na veertig jaar zwaar werk, en de algemene AOW-leeftijd moet weer terug naar 66 jaar.”
FVD vindt dat mensen na het bereiken van de AOW-leeftijd de vrijheid moeten hebben om door te werken als zij dat willen. Dit bevordert individuele keuzevrijheid en voorkomt dat ouderen verplicht worden langer te werken.
“We geven mensen de mogelijkheid vrijwillig door te werken na de AOW-leeftijd, zodat wie wil blijven werken daartoe de kans krijgt.”
“Tegelijkertijd vinden wij dat wie wíl doorwerken na bereiken van de AOW-leeftijd, daartoe de mogelijkheid moet hebben. Vrijheid en individuele keuze horen ook in dit levensfasebeleid centraal te staan.”
NSC verhoogt de AOW niet zelfstandig, maar handhaaft de bestaande koppeling van de AOW aan het minimumloon en de lonen, zodat de AOW automatisch meestijgt met de welvaart en loonontwikkelingen. De partij spreekt zich expliciet uit tegen het loslaten van deze koppeling en wil zo de koopkracht van ouderen beschermen, maar stelt géén extra verhoging of losstaande verhoging van de AOW voor.
NSC kiest ervoor de AOW te laten meestijgen met het minimumloon en de lonen, zoals nu wettelijk geregeld is. Dit betekent dat de AOW niet zelfstandig wordt verhoogd, maar automatisch meestijgt als het minimumloon stijgt. De partij ziet deze koppeling als essentieel voor de koopkracht van ouderen en bestaanszekerheid, maar doet geen voorstel voor een extra verhoging bovenop deze koppeling.
“We handhaven de koppeling van AOW en andere uitkeringen met het minimumloon zodat deze ook meegroeien met de gemiddelde stijging van de contractlonen.”
“De AOW heeft haar koopkracht behouden door de koppeling aan de lonen.”
“We zorgen voor ervoor dat de AOW blijft meegroeien met onze welvaart.”
NSC stelt géén extra verhoging van de AOW voor, maar houdt vast aan de bestaande systematiek waarbij de AOW-leeftijd geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord. De partij noemt geen plannen om de AOW-leeftijd te verlagen of de uitkering extra te verhogen.
“We houden vast aan een AOW-leeftijd die geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord.”
De SP wil de AOW substantieel verhogen door deze direct te koppelen aan het minimumloon en de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar. Hiermee wil de partij de koopkracht van gepensioneerden flink verbeteren en bestaanszekerheid garanderen, zodat ouderen niet in armoede hoeven te leven.
De SP stelt voor om de AOW direct te koppelen aan het minimumloon, zodat elke verhoging van het minimumloon automatisch leidt tot een hogere AOW. Dit moet ervoor zorgen dat gepensioneerden meer te besteden krijgen en niet achterblijven bij loonontwikkelingen.
“De AOW stijgt één-op-één mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
“Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon. Zo krijgen gepensioneerden meer te besteden...”
“Ook de AOW verhogen we hiermee, zodat iedereen een goede oude dag tegemoet kan zien.”
De SP wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, zodat iedereen het recht heeft om vanaf die leeftijd te stoppen met werken. Dit is bedoeld om mensen na een lang arbeidsleven eerder rust te gunnen en de sociale zekerheid te versterken.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar.”
BBB wil de AOW niet verhogen, maar pleit ervoor om de huidige AOW-leeftijd en -uitkering te behouden en niet zwaarder te belasten. De partij benadrukt het belang van koopkrachtbehoud en koppeling aan het minimumloon, en wil experimenteren met vrijwillige deeltijd-AOW rond de standaardleeftijd.
BBB kiest ervoor om de bestaande AOW-leeftijd en -uitkering te behouden, zonder verhoging of extra belasting. De partij wil de koppeling aan het wettelijk minimumloon handhaven en de koopkracht beschermen. Dit standpunt is bedoeld om zekerheid te bieden aan ouderen en hun koopkracht te waarborgen.
“Handen af van de AOW. De AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
“AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast.”
BBB wil onderzoeken of mensen vrijwillig in deeltijd kunnen instromen in de AOW, vanaf twee jaar vóór tot vijf jaar ná de standaardleeftijd. Dit voorstel richt zich op meer flexibiliteit rondom de AOW-leeftijd, afhankelijk van levensloop en beroep, maar impliceert geen verhoging van de AOW-leeftijd of -uitkering.
“Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
Het CDA kiest ervoor de AOW ongemoeid te laten en dus niet te verhogen. De partij ziet de AOW als een toekomstbestendig basispensioen en stelt geen verhoging of uitbreiding voor, maar wil vooral vereenvoudiging van regels en behoud van het huidige niveau. Concrete beleidsmaatregelen richten zich op het vereenvoudigen van leefvormen binnen de AOW en het uniformeren van het partnerbegrip.
Het CDA vindt dat de AOW al toekomstbestendig is gemaakt en ziet geen aanleiding tot verhoging of uitbreiding. De partij wil het huidige niveau behouden en zich richten op vereenvoudiging van de regelgeving rondom de AOW, zodat ouderen zekerheid houden en administratieve lasten verminderen. Dit standpunt adresseert de vraag naar verhoging direct door expliciet te stellen dat de AOW niet wordt verhoogd.
Het CDA wil de regels rondom de AOW vereenvoudigen, met name door het aantal leefvormen te verminderen en het partnerbegrip te uniformeren. Dit moet leiden tot minder controles en meer duidelijkheid voor ouderen, maar verandert niets aan het niveau van de AOW-uitkering zelf.
“We vereenvoudigen de 21 leefvormen in de AOW, zodat er geen controles aan huis meer hoeven plaats te vinden. In lijn daarmee werken we ook aan uniformering van het partnerbegrip in andere socialezekerheidswetten.”
GroenLinks-PvdA wil de AOW-uitkering verhogen en deze koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben om rond te komen. Dit voorstel is concreet en bedoeld om armoede onder ouderen te bestrijden en hun bestaanszekerheid te vergroten. De partij benadrukt dat de AOW en andere uitkeringen meestijgen met het minimumloon, als onderdeel van een bredere strategie om de welvaart eerlijker te verdelen.
GroenLinks-PvdA stelt voor om de AOW-uitkering te verhogen en deze structureel te koppelen aan het minimumloon. Hiermee willen ze voorkomen dat ouderen in armoede raken en zorgen voor een fatsoenlijk bestaansminimum voor iedereen op leeftijd. Dit is een directe maatregel om de koopkracht van ouderen te versterken en hun bestaanszekerheid te waarborgen.
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
“Het minimumloon gaat fors omhoog. We delen de welvaart eerlijk: de AOW en andere uitkeringen stijgen mee, en we strijden tegen armoede.”
“We behouden de koppeling van alle uitkeringen aan het minimumloon, zodat we allemaal vooruit kunnen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil de AOW-uitkering verhogen en koppelt deze verhoging aan het minimumloon, zodat ouderen meer bestaanszekerheid krijgen, vooral mensen met een klein of geen aanvullend pensioen. Daarnaast pleit de partij voor flexibiliteit in de AOW-leeftijd, met speciale aandacht voor mensen met zware beroepen en keuzevrijheid in het opnemen van AOW.
De PvdD wil de AOW-uitkering verhogen om ouderen meer financiële zekerheid te bieden, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen. De verhoging is gekoppeld aan het minimumloon, dat automatisch meestijgt met de mediane lonen.
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen. Uitkeringen zoals de AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee.”
De partij wil de AOW eerlijker maken door flexibiliteit in te bouwen: mensen met zware beroepen krijgen vanaf 65 jaar AOW, en iedereen krijgt meer keuzevrijheid om eerder of later met pensioen te gaan, met een evenredig aangepaste uitkering.
“De AOW wordt eerlijker. Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
De SGP kiest niet voor een algemene verhoging van de AOW, maar wil de koopkracht van gepensioneerden met alleen AOW en een klein pensioen beschermen. De partij pleit voor een toekomstbestendig en betaalbaar AOW-stelsel, met aandacht voor het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting en het beschermen van de koopkracht van kwetsbare ouderen.
De SGP stelt geen verhoging van de AOW voor, maar erkent dat sommige gepensioneerden met alleen AOW en een klein pensioen moeite hebben rond te komen. De partij wil hun koopkracht beschermen, zonder concrete verhoging van het AOW-bedrag te beloven. De focus ligt op het betaalbaar houden van het stelsel en het beschermen van de meest kwetsbare groep.
“De SGP wil een toekomstbestendig AOW-stelsel, maar dit staat door de vergrijzing onder druk. Daarom zetten we in op verbeteringen die de pensioenvoorzieningen robuust en betaalbaar houden. Bij sommige gepensioneerden bestaat de oudedagsvoorziening alleen uit een AOW-uitkering, eventueel aangevuld met een ‘klein pensioen’. Terwijl de prijzen stijgen, kunnen zij soms maar net de eindjes aan elkaar knopen. Hun koopkracht moet beschermd worden.”
De SGP wil dat de pensioenleeftijd kan dalen als de levensverwachting daalt, en dat mensen de mogelijkheid krijgen om de AOW-uitkering later te laten ingaan, met hogere uitkeringen op latere leeftijd. Dit is geen verhoging van de AOW, maar een aanpassing van het systeem om het eerlijker en flexibeler te maken.
“Naast eerder stoppen met werken, moet het ook mogelijk worden om de Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering later in te laten gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen.”
“Na jarenlange stijging groeit de levensverwachting de laatste jaren minder snel. Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
Volt verhoogt de AOW niet mee met het minimumloon en stelt geen verhoging van de AOW voor. In plaats daarvan vindt Volt dat de huidige AOW-uitkering het sociaal minimum al garandeert en richt de partij zich op het verhogen van het minimumloon en het invoeren van een basisinkomen. De AOW blijft dus op het huidige niveau, zonder extra verhoging gekoppeld aan andere uitkeringen.
Volt kiest er expliciet voor om de AOW niet te verhogen, ook niet als het minimumloon stijgt. De partij stelt dat de AOW-uitkering het sociaal minimum al garandeert en ziet geen noodzaak tot verhoging. Dit onderscheidt Volt van partijen die de AOW wel willen verhogen.
“De gekoppelde minimum- en AOW-uitkeringen volgen deze stijging niet, aangezien deze het sociaal minimum nu al garanderen.”
Volt wil op termijn een basisinkomen invoeren dat alle toeslagen en uitkeringen vervangt, inclusief de AOW. Dit basisinkomen moet bestaanszekerheid bieden voor iedereen, maar het is geen directe verhoging van de AOW.
De ChristenUnie kiest er niet voor om de AOW te verhogen, maar wil de AOW geleidelijk verder fiscaliseren en het belastingstelsel voor ouderen eerlijker maken. Het doel is dat ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen er financieel op vooruitgaan, vooral door belastingmaatregelen en het gelijktrekken van heffingskortingen met werkenden. Er wordt geen voorstel gedaan om het AOW-bedrag zelf te verhogen.
De ChristenUnie wil dat ouderen profiteren van dezelfde belastingkortingen als werkenden en stelt voor de AOW geleidelijk verder te fiscaliseren. Dit betekent dat de AOW meer als een belastbaar inkomen wordt behandeld, maar dat ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen er juist op vooruitgaan door lagere belastingdruk en hogere kortingen. Het probleem dat wordt aangepakt is de huidige ongelijkheid in belastingheffing tussen werkenden en gepensioneerden.
“Wij willen dat ouderen ook gaan profiteren van de volledige basiskorting (dus geen lagere algemene heffingskorting, zoals nu het geval is). De AOW wordt geleidelijk verder gefiscaliseerd. Ouderen met alleen AOW of met een klein aanvullend pensioen gaan erop vooruit.”
Er wordt in het programma nergens gepleit voor een verhoging van het AOW-bedrag zelf of een verlaging van de AOW-leeftijd. De partij richt zich uitsluitend op fiscale maatregelen en het vereenvoudigen van de uitvoering.
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
JA21 doet in haar verkiezingsprogramma geen voorstel om de AOW te verhogen. De partij richt zich vooral op het versoepelen van doorwerken na de AOW-leeftijd en het waarborgen van een solide pensioenstelsel, maar noemt nergens expliciet een verhoging van de AOW-uitkering of -leeftijd.
JA21 wil het voor mensen aantrekkelijker en eenvoudiger maken om na het bereiken van de AOW-leeftijd door te werken, zonder fiscale of financiële belemmeringen. Dit standpunt adresseert het probleem van arbeidstekorten en de vergrijzing, maar bevat geen voorstel tot verhoging van de AOW zelf.
“Doorwerken na AOW-leeftijd zonder fiscale of financiële belemmeringen mogelijk maken.”
De partij focust op het beschermen van het pensioenstelsel en het bieden van zekerheid en flexibiliteit voor gepensioneerden, maar doet geen uitspraken over verhoging van de AOW.
“We zetten ons in om te waarborgen dat alle deelnemers krijgen waar ze recht op hebben, met solide compensatie wanneer dat nodig is en duidelijke informatie over hun pensioen.”
De VVD kiest er expliciet voor om de AOW niet extra te verhogen en laat de koppeling met het minimumloon los. In plaats daarvan wil de partij dat de AOW alleen nog meestijgt met de inflatie, niet met de loonontwikkeling, om het verschil tussen werkenden en uitkeringsgerechtigden te herstellen. De VVD benadrukt dat werken altijd meer moet lonen dan een uitkering, en ziet verhoging van de AOW boven inflatie niet als wenselijk.
De VVD wil de automatische koppeling van de AOW aan het minimumloon loslaten. De partij stelt dat uitkeringen, behalve de AOW en arbeidsongeschiktheidsregelingen, niet langer meestijgen met de lonen maar met de inflatie. Hiermee wil de VVD voorkomen dat uitkeringsgerechtigden er relatief meer op vooruitgaan dan werkenden, en het verschil tussen werken en een uitkering herstellen.
“De huidige koppeling tussen minimumloon en uitkeringen zorgt ervoor dat veel werkenden er nooit méér op vooruit mogen gaan dan uitkeringsgerechtigden. Wij laten deze koppeling los en herstellen het verschil tussen werk en uitkering. Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
De VVD wil dat de pensioenleeftijd, en daarmee indirect de AOW-leeftijd, blijft meestijgen met de levensverwachting. Dit is bedoeld om het stelsel betaalbaar te houden gezien de vergrijzing en om voldoende mensen op de arbeidsmarkt te houden.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen voorstel om de AOW-leeftijd te verhogen of het AOW-bedrag te verhogen voor alle ouderen. Het enige concrete standpunt betreft het repareren van het AOW-gat voor Surinaamse ouderen die in het verleden zijn benadeeld. Er zijn geen algemene voorstellen voor verhoging van de AOW voor alle Nederlanders.
DENK wil het specifieke probleem van het AOW-gat voor Surinaamse ouderen oplossen door volledige compensatie te bieden aan deze groep. Dit standpunt richt zich uitsluitend op het herstellen van onrecht uit het verleden en niet op een algemene verhoging van de AOW voor iedereen.
“Het AOW-gat voor Surinaamse ouderen wordt gerepareerd. Surinaams Nederlandse ouderen die onterecht zijn benadeeld in hun AOW opbouw, krijgen volledige compensatie. Ongelijkheid in ouderdomsvoorziening is onaanvaardbaar.”
De PVV wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, zodat mensen eerder recht krijgen op een ouderdomspensioen. Hiermee wil de partij ouderen financieel ontlasten en hun koopkracht verbeteren. Er worden geen voorstellen gedaan om het AOW-bedrag te verhogen; de focus ligt uitsluitend op het verlagen van de AOW-leeftijd.
De PVV vindt dat mensen eerder moeten kunnen stoppen met werken en recht moeten krijgen op AOW. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel om ouderen financieel te ondersteunen en hun bestaanszekerheid te vergroten. Het adresseren van de hoge kosten van levensonderhoud en het verbeteren van de koopkracht van ouderen zijn hierbij de belangrijkste motieven.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”