BIJ1 is uitgesproken tegen het uitbreiden of behouden van fossiele energie-infrastructuur, waaronder gasnetwerken, en pleit voor volledige publieke controle over energievoorzieningen. Specifiek wordt uitbreiding van fossiele infrastructuur afgewezen en wordt ingezet op het afbouwen van bestaande olie- en gasproductie, zonder expliciete steun voor een waterstof backbone of de rol van Gasunie. De partij wil massale investeringen in schone, hernieuwbare energie en publieke energie-infrastructuur, waarbij fossiele netwerken worden uitgefaseerd.
BIJ1 verzet zich tegen het uitbreiden of behouden van fossiele infrastructuur, waaronder gasnetwerken, en wil deze vervangen door publieke, klimaatneutrale alternatieven. Dit betekent dat plannen voor een waterstof backbone via bestaande gasleidingen (zoals door Gasunie) niet worden gesteund, omdat deze infrastructuur als fossiel wordt gezien en niet past binnen hun visie van een volledig publieke, schone energievoorziening.
“In plaats van het uitbreiden van fossiele infrastructuur zetten wij in op het snel opschalen van energiebesparing en de bouw van goedkope, hernieuwbare en lokale energie”
“Er komen geen nieuwe projecten voor olie, kolen en gas. Alle infrastructuur voor energie maken we klimaatpositief en circulair. En komt in handen van de mensen, niet van bedrijven en hun aandeelhouders.”
“De energietransitie wordt een publieke taak, geen winstmachine. De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle.”
BIJ1 wil dat alle energievoorzieningen, inclusief infrastructuur, volledig in publieke handen komen en onder democratische controle staan. Dit betekent dat bestaande netwerken (zoals van Gasunie) genationaliseerd worden en ingezet voor publieke doelen, waarbij fossiele toepassingen worden uitgefaseerd.
“Om de afbouw van fossiele brandstoffen en een rechtvaardige energietransitie vorm te geven worden de Nederlandse energievoorzieningen in publieke handen gebracht.”
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen.”
GroenLinks-PvdA ziet een cruciale rol voor groene waterstof in het toekomstige energiesysteem, met name als back-up voor periodes zonder zon of wind en als duurzame energiebron voor de industrie. Ze willen de overheid een actieve rol laten spelen in het versnellen van wind- en waterstofproductie, het sluiten van langjarige Noordzeepacten, en het ondersteunen van infrastructuur zoals elektrolyse, maar concrete plannen voor een nationale waterstof backbone of de rol van Gasunie worden niet expliciet genoemd.
GroenLinks-PvdA wil groene waterstof inzetten als flexibele energieoplossing voor de industrie en als achtervang bij tekorten aan zon- en windenergie. De partij ziet de overheid als regisseur die samenwerking stimuleert tussen waterstofproducenten, industrie en netbeheerders, en financiële risico’s deels overneemt. Er wordt echter niet concreet gesproken over een nationale waterstof backbone of de rol van Gasunie als infrastructuurbeheerder.
“Gascentrales die draaien op groene waterstof zijn de achtervang voor langere periodes zonder wind of zon.”
“De overheid neemt een deel van de financiële risico’s op zich maar deelt ook mee in de winst.”
“Ook sluit de overheid een Noordzeepact met wind- en waterstofproducenten, industriële afnemers en netbeheerders, met langjarige verbintenissen die zekerheid bieden.”
“Oplossingen als batterijen en elektrolyse te ondersteunen”
De partij benoemt Groningen als belangrijke regio voor de waterstoftransitie en wil investeren in scholing en economische ontwikkeling rondom waterstof, maar zonder concrete uitspraken over landelijke infrastructuur of een waterstof backbone.
“We investeren in de toekomst van Groningen als belangrijke speler in de transitie naar waterstof, via omscholingsfondsen en brede mbo-, hbo- en wo-scholingsprogramma’s.”
D66 ziet groene waterstof als een essentieel onderdeel van de energietransitie en wil investeren in de benodigde infrastructuur, maar noemt de waterstof backbone of Gasunie niet expliciet. De partij zet in op opschaling van groene waterstof, samenwerking aan betrouwbare netwerken en investeringen in infrastructuur die de energietransitie mogelijk maken. D66 koppelt deze inzet aan het versnellen van de industrie- en energietransitie en het behalen van klimaatdoelen.
D66 wil de opschaling van groene waterstof ondersteunen en investeren in de infrastructuur die daarvoor nodig is, als onderdeel van een bredere strategie om de energietransitie te versnellen en de industrie te vergroenen. Hoewel de partij de waterstof backbone of Gasunie niet expliciet noemt, wordt het belang van infrastructuur en netwerken voor waterstof en andere duurzame energiebronnen benadrukt.
“Ook ondersteunt de bank de opschaling van bijvoorbeeld groene waterstof, digitale autonomie, duurzame defensiecapaciteit en technologische innovatie.”
“We investeren uitgebreid in windmolens op zee en in zonnepanelen op daken, bedrijventerreinen en restgronden zoals bermen. Wind op zee wordt de basis van onze schone energie.”
“We willen samen met andere landen stroomnetwerken delen en energieopslag organiseren. Ook werken we samen aan wind op zee, groene waterstof en betrouwbare netwerken onder de Noordzee.”
“D66 wil dat Nederland vooroploopt in de schone maakindustrie: van circulaire bouwmaterialen en groene chemie tot biobased plastics en groene waterstof. Dit zijn sectoren waar innovatie, infrastructuur en afzetmarkt samenkomen.”
De VVD wil de aanleg van de waterstofbackbone versnellen als prioriteit binnen de energie-infrastructuur, om de energietransitie te ondersteunen en leveringszekerheid te waarborgen. Ze pleiten voor kortere vergunningstrajecten en snellere investeringen, zodat projecten als de waterstofbackbone (waaronder de Hydrogen Valley) sneller gerealiseerd worden. De partij ziet deze infrastructuur als essentieel voor economische groei en het oplossen van netcongestie.
De VVD beschouwt de waterstofbackbone als een cruciaal project voor de energietransitie en economische groei. Doorlooptijden voor energie-infrastructuur zijn volgens de partij te lang, waardoor ze inzetten op versnellingsgebieden, snellere vergunningen en prioritering van projecten als de waterstofbackbone. Dit moet leveringszekerheid vergroten en economische schade door netcongestie beperken.
“We wijzen projecten aan die prioriteit krijgen zoals de waterstofbackbone (waaronder de Hydrogen Valley), Delta Rhine Corridor of Aramis.”
“Op dit moment zijn de doorlooptijden voor de aanleg van energie-infrastructuur te lang, soms wel zeven tot tien jaar. Daarom wijzen we versnellingsgebieden aan en gaan we snijden in vergunningsprocedures.”
“We moderniseren het toetsingskader van de Autoriteit Consument & Markt (ACM), zodat investeringen in het energienet sneller mogelijk worden en er expliciet rekening wordt gehouden met leveringszekerheid, economische schade door netcongestie en de urgentie van energietransitie.”
Naast de fysieke backbone-infrastructuur wil de VVD ook innovatie stimuleren rond waterstof, door onderzoek naar goedkopere elektrolyse en alternatieve dragers zoals ammoniak en methanol. Dit moet de inzet van waterstof breder en efficiënter maken.
“Ook onderzoeken we goedkopere en efficiëntere elektrolyse, en kijken we naar alternatieve waterstofdragers zoals ammoniak en methanol.”
BBB erkent het belang van ondergrondse infrastructuur voor waterstoftransport en pleit voor een overkoepelende visie op buisleidingen, zodat marktpartijen duidelijkheid krijgen over toekomstige investeringen. De partij noemt waterstofproductie als kansrijke techniek en wil innovatieve oplossingen zoals waterstofleidingen benutten, maar blijft kritisch op overhaaste of dure maatregelen.
BBB wil een integrale, toekomstgerichte aanpak voor de aanleg van ondergrondse infrastructuur voor waterstof, CO₂ en ammoniak. Dit moet zorgen voor samenhang tussen verschillende energietransitiepaden en investeringszekerheid voor de markt. Het voorstel adresseert het gebrek aan regie en versnippering in de huidige infrastructuurplanning.
“De vraag naar transport van CO₂, waterstof en ammoniak vereist een nieuwe visie op de investeringen in ondergrondse infrastructuur van buisleidingen. Er komt een overkoepelende visie waarbij de verschillende transitiepaden met elkaar in lijn worden gebracht zodat de markt weet waarop geanticipeerd kan worden.”
BBB ziet kansen in het benutten van waterstofleidingen als onderdeel van vernieuwende mobiliteit en infrastructuur. Dit wordt genoemd als voorbeeld van innovatieve technologieën die kunnen bijdragen aan de energietransitie, zonder de bereikbaarheid of betaalbaarheid voor burgers en ondernemers te schaden.
“We zetten in op vernieuwende mobiliteit. Daarbij letten we op de inrichting van rustplekken, ontwerpen van slimme verkeerslichten, benutten van de mogelijkheden van glasvezel of waterstofleidingen.”
BBB ondersteunt pilot- en opschalingsprojecten voor groene waterstofproductie, met het oog op verduurzaming van de industrie en versterking van regionale economieën. Dit standpunt richt zich op innovatie en het behouden van strategische industriële ketens.
“BBB steunt pilot en opschalingsprojecten voor bijvoorbeeld: – Elektrolyse fabrieken voor groene waterstof,”
Het CDA erkent het belang van een duurzame waterstofeconomie en ziet infrastructuur als een cruciale randvoorwaarde voor de energietransitie, maar doet in het verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over de aanleg van een waterstof backbone, de rol van Gasunie, of specifieke infrastructuurprojecten. De partij spreekt vooral in algemene termen over het versnellen van de waterstofeconomie en het belang van groene infrastructuur, zonder expliciete beleidsmaatregelen of investeringsvoorstellen te noemen voor een waterstof backbone.
Het CDA wil de transitie naar een duurzame waterstofeconomie versnellen als onderdeel van de bredere energietransitie, maar blijft vaag over de concrete uitwerking, betrokken partijen (zoals Gasunie), of specifieke infrastructuurprojecten zoals een waterstof backbone. De partij noemt waterstof als één van de energiebronnen in de energiemix, maar werkt dit niet uit tot een concreet beleidsvoorstel.
“We zetten in op het verminderen van LNG-import vanwege de hoge klimaatschade en op de versnelling van een duurzame waterstofeconomie.”
“We investeren in een goede mix van kernenergie, windenergie, zonne-energie, waterstof, groen gas, duurzame biomassa, aardwarmte en schone brandstoffen.”
“Wij zien grote kansen op het gebied van onder andere technologieën als groene chemie, waterstof, synthetische brandstoffen, groen gasproductie, efficiëntere CO₂-vrije opslag en flexibiliteit, negatieve emissies en kleine modulaire kernreactoren.”
De ChristenUnie ziet een belangrijke rol voor waterstof in de verduurzaming van de energie-infrastructuur, met name als CO2-vrije brandstof voor omgebouwde gascentrales en als opslag- en importmiddel voor duurzame energie. Ze pleiten voor overheidsstimulering van waterstofinnovatie en infrastructuur, maar noemen nergens expliciet de aanleg van een nationale waterstof backbone of de rol van Gasunie bij deze infrastructuur.
De ChristenUnie wil dat de overheid actief inzet op de ontwikkeling en toepassing van waterstof, zowel voor de verduurzaming van de industrie als voor flexibiliteit in het energiesysteem. Waterstof wordt gezien als essentieel voor het ombouwen van gascentrales en als opslagmedium voor duurzame energie, maar concrete voorstellen over een waterstof backbone of Gasunie ontbreken.
“Ook moeten gascentrales die nu voor flexibiliteit zorgen in het aanbod, worden omgebouwd naar CO2-vrije centrales op waterstof of een andere regelbare brandstof. Dit vraagt om actieve interventie van de overheid om duurzaam vermogen te waarborgen.”
“We stimuleren waterstofinnovatie, om duurzaam opgewekte energie ook te kunnen gebruiken. Naast eigen productie en opslag in Nederland richten we ons op de import van groene waterstof uit landen waar meer ruimte is voor duurzame energieopwekking.”
“Projecten die de energietransitie bevorderen en het elektriciteitsnet ontlasten, zoals waterstofproductie en batterijen, krijgen een lager nettarief.”
De SGP erkent het belang van tijdige investeringen in waterstofinfrastructuur voor de industrie, ook buiten de grote industrieclusters, om de concurrentiepositie te behouden en de verduurzaming te versnellen. Ze pleiten voor overheids- en netbeheerderinvesteringen in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur, met aandacht voor aansluiting bij het beleid van omliggende landen en het stimuleren van experimenten met waterstof voor alternatieve warmtevoorziening.
De SGP vindt dat de overheid en netbeheerders tijdig moeten investeren in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur, niet alleen binnen maar ook buiten de grote industrieclusters. Dit is volgens de partij noodzakelijk om de industrie te verduurzamen, de concurrentiepositie te behouden en te voorkomen dat productie naar het buitenland verschuift. De partij koppelt deze investeringen aan het beleid van omliggende landen en ziet ook een rol voor waterstof in alternatieve warmtevoorzieningen.
“Overheid en netbeheerders investeren tijdig in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur voor de industrie, ook buitenom de grote industrieclusters.”
“Doelstellingen en verplichtingen voor gebruik van groene waterstof in de industrie worden afgestemd op het beleid in omliggende landen.”
“Experimenten met alternatieve warmtevoorziening voor niet-industriële doeleinden, zoals bijvoorbeeld met waterstof, verdienen steun.”
De SP wil dat de overheid de regie neemt over de aanleg van waterstofinfrastructuur, met een duidelijke focus op groene waterstof voor sectoren waar elektrificatie niet mogelijk is. Ze pleiten voor een toekomstbestendige energie-infrastructuur voor elektriciteit en groene waterstof, maar noemen de Gasunie of een specifieke waterstof backbone niet expliciet. De inzet is spaarzaam en doelgericht gebruik van groene waterstof, met publieke sturing en geen ruimte voor fossiele projecten.
De SP vindt dat de overheid, net als vroeger bij elektriciteit en gas, de leiding moet nemen bij de aanleg van waterstofinfrastructuur. Dit moet gericht zijn op groene waterstof, uitsluitend voor sectoren waar volledige elektrificatie niet haalbaar is, zoals delen van de zware industrie. De partij benadrukt efficiënt gebruik en publieke regie, om verspilling te voorkomen en de industrie te verduurzamen.
“De overheid pakt de regie in de aanleg van waterstofinfrastructuur, zoals ze dat vroeger deed met elektriciteit en gas. We zetten in op groene waterstof (waterstof geproduceerd met hernieuwbare energie) als oplossing voor sectoren die geen mogelijkheden hebben om volledig te elektrificeren, zoals delen van de zware industrie.”
“Groene waterstof is altijd minder efficiënt dan direct gebruik van duurzame stroom en daarom moeten we er spaarzaam en doelgericht mee omgaan.”
De SP wil investeren in een energie-infrastructuur die geschikt is voor elektriciteit en groene waterstof, inclusief opslagcapaciteit. Dit is onderdeel van hun bredere visie op een duurzame energievoorziening, waarbij fossiele projecten worden uitgesloten.
“Wij investeren in het uitbreiden van windparken op zee, zonnepanelen op alle geschikte daken, aardwarmte en een toekomstbestendige energieinfrastructuur voor elektriciteit en groene waterstof, met opslagcapaciteit voor de (tijdelijk) overtollige elektriciteit.”
NSC erkent het belang van waterstof voor de energietransitie en maakt ruimtelijke reserveringen voor waterstofproductie en -infrastructuur, maar doet geen concrete uitspraken over een nationale waterstof backbone of de rol van Gasunie. Het programma noemt waterstof als essentieel onderdeel van de toekomstige energievoorziening, met aandacht voor logistiek en infrastructuur, maar blijft op hoofdlijnen en zonder specifieke beleidsmaatregelen voor een waterstof backbone.
NSC wil dat de overheid ruimtelijke reserveringen maakt voor waterstofproductie en -infrastructuur, als onderdeel van de energietransitie. Dit is bedoeld om de ontwikkeling van waterstof als energieopslag en -drager mogelijk te maken, maar het programma blijft vaag over de uitwerking, schaal en betrokken partijen zoals Gasunie.
“De overheid treft de nodige ruimtelijke reserveringen voor wind- en zonneparken en waterstofproductie op de Noordzee, kerncentrales, warmte/geothermie en voor waterstof en ammoniak als opslag/drager van energie.”
NSC benoemt Den Helder als strategische haven voor waterstoflogistiek, wat impliceert dat zij belang hechten aan infrastructuur voor waterstoftransport en -distributie. Dit is echter vooral een regionale insteek en geen nationaal voorstel voor een backbone.
“We erkennen de haven van Den Helder als haven van nationaal belang. In 2026 starten we een meerjarig investeringsprogramma om Den Helder te ontwikkelen tot logistiek knooppunt voor offshore, wind, waterstoflogistiek en defensie.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil dat de waterstofinfrastructuur volledig in publieke handen blijft en accepteert alleen groene waterstof als onderdeel van de energietransitie. Ze zijn kritisch op grootschalige waterstofprojecten die fossiele brandstoffen of kernenergie gebruiken, en stellen strikte voorwaarden aan de ontwikkeling van infrastructuur zoals de waterstof backbone van Gasunie.
PvdD benadrukt dat de waterstofinfrastructuur niet geprivatiseerd mag worden, om publieke zeggenschap en maatschappelijke belangen te waarborgen. Dit standpunt is direct relevant voor de nationale waterstof backbone van Gasunie, die zij dus niet aan de markt willen overlaten.
“De waterstofinfrastructuur blijft in publieke handen.”
De partij accepteert uitsluitend groene waterstof als onderdeel van de energietransitie en wijst waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie expliciet af. Dit betekent dat de infrastructuur (zoals de backbone) alleen mag worden gebruikt voor groene waterstof.
“Waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie staan we niet toe. Alleen groene waterstof kan onderdeel zijn van de Nederlandse energietransitie.”
Volt ziet waterstof als een essentieel onderdeel van de energietransitie en pleit voor een snelle, Europese uitrol van waterstofinfrastructuur, waarbij Nederland een centrale rol speelt in opslag en doorvoer. Ze willen dat publieke partijen als Gasunie vooraf investeren in de benodigde infrastructuur, en dat Europese waterstofpijpleidingen worden gekoppeld om een gezamenlijke waterstofeconomie te realiseren.
Volt wil dat Nederland actief bijdraagt aan een Europese waterstofbackbone door infrastructuur voor waterstoftransport en -opslag versneld uit te rollen en te koppelen met andere EU-landen. Dit moet de basis leggen voor een Europese waterstofeconomie en Nederland positioneren als knooppunt voor opslag en doorvoer.
“We sluiten de voor waterstof relevante Europese infrastructuur, zoals pijpleidingen, op elkaar aan om de Europese waterstofeconomie zo snel mogelijk werkelijkheid te maken. De EU werkt hard aan het bouwen van nieuwe infrastructuur. Nederland wil een belangrijke rol spelen in de opslag en doorvoer van waterstof.”
Volt vindt dat publieke partijen als Gasunie en EBN vooraf moeten investeren in waterstof- en CO₂-infrastructuur, zodat deze tijdig beschikbaar is voor de energietransitie. Dit voorkomt vertragingen en zorgt dat Nederland klaar is voor grootschalige inzet van waterstof.
“GasUnie en Energie Beheer Nederland (EBN) moeten vooraf investeren in publieke infrastructuur zodat deze op tijd af is.”
BVNL ziet waterstof als een mogelijke aanvulling op bestaande energiesystemen, maar stelt duidelijke voorwaarden: productie, transport en afname moeten eerst geregeld zijn en overheidsubsidies zijn uitgesloten. Het verkiezingsprogramma noemt geen expliciete steun of afwijzing van een nationale waterstof backbone, noch verwijzingen naar Gasunie of bestaande infrastructuurplannen.
BVNL staat een parallelle inzet van waterstof toe, mits de randvoorwaarden voor productie, transport en afname zijn ingevuld en zonder overheidssteun. De partij ziet waterstof niet als vervanger, maar als aanvulling op aardgas en andere energiebronnen, en benadrukt een marktgedreven benadering zonder subsidies.
“Parallel aan de bestaande energiesystemen overschakelen op waterstof. Hiervoor moet wel eerst de productie, het transport en de afname geregeld worden. Waterstof kan prima bestaan naast andere energievormen, zoals aardgas. Uiteraard zonder subsidie van de overheid.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma