Volt ziet groene waterstof als een essentieel onderdeel van de energietransitie, vooral voor sectoren waar elektrificatie lastig is. Ze pleiten voor een Europese aanpak, uitbreiding van infrastructuur, en gerichte inzet van schaarse waterstof op basis van de waterstofladder van Liebreich. Volt wil investeren in productie, transport en wetgeving rondom waterstof, met nadruk op samenwerking binnen de EU.
Volt erkent dat waterstof momenteel schaars is en wil deze daarom alleen inzetten in sectoren waar het de meeste impact heeft, volgens een wetenschappelijk onderbouwde prioritering. Dit voorkomt verspilling van middelen en maximaliseert de bijdrage aan verduurzaming.
“Om subsidies efficiënt in te zetten, is het nodig dat bepaald wordt in welke sectoren de nu nog schaarse waterstof het beste ingezet kan worden. Volt wil hiervoor de bestaande waterstofladder van Liebreich gebruiken.”
Volt streeft naar een gecoördineerde Europese aanpak voor productie, transport en opslag van groene waterstof. Ze willen barrières wegnemen, infrastructuur koppelen en gezamenlijke inkoop stimuleren om versnippering en concurrentie binnen de EU te voorkomen.
“We breiden de al bestaande koppeling van elektriciteitsnetwerken binnen de EU verder uit... We sluiten de voor waterstof relevante Europese infrastructuur, zoals pijpleidingen, op elkaar aan om de Europese waterstofeconomie zo snel mogelijk werkelijkheid te maken.”
“We kopen gezamenlijk Europees waterstof en gas in. Daarmee voorkomen we onnodige concurrentie in de EU.”
“De financiering van transport en productie van groene waterstof breiden we uit. We zetten in op een Europese aanpak zodat investeringen in andere EU-landen, in het bijzonder onze buurlanden, op elkaar afgestemd zijn.”
Volt wil dat de EU snel wettelijke en budgettaire randvoorwaarden creëert voor de inzet van groene waterstof, inclusief uniforme veiligheidsnormen. Dit moet de grootschalige en veilige toepassing van waterstof in de hele EU mogelijk maken.
“Het is cruciaal om zo snel mogelijk te zorgen dat alle randvoorwaarden op Europees niveau in wetgeving, maar ook budgettair, worden voorbereid om op deze nieuwe bron in te zetten. Volt wil Europese wettelijke veiligheidsnormen voor het gebruik van waterstof.”
Volt ziet groene waterstof als een duurzaam alternatief voor sectoren waar elektrificatie niet volstaat, zoals de zware industrie. Hiermee willen ze bijdragen aan een klimaatneutraal energiesysteem.
“Voor sommige sectoren met een constante energievraag, zoals zware industrie, zetten we in op groene waterstof als duurzaam alternatief.”
Volt ondersteunt onderzoek naar het gebruik van waterstof in de luchtvaart en wil heldere bijmengverplichtingen om de verduurzaming van deze sector te versnellen.
“De Rijksoverheid ondersteunt onderzoek naar duurzamere luchtvaart, zoals elektrisch vliegen als in IJsland of vliegen op basis van duurzame luchtvaartbrandstof, e-fuels of waterstof. Door heldere bijmengverplichtingen kan de luchtvaart sneller verduurzamen.”
BBB ziet waterstof als een kansrijke technologie voor de energietransitie, met nadruk op groene waterstofproductie en de benodigde infrastructuur. De partij wil investeren in onderzoek, opschaling en buisleidingen voor waterstof, maar pleit voor realistische, betaalbare oplossingen zonder overhaaste maatregelen. Waterstof wordt vooral gezien als onderdeel van een bredere mix van alternatieven voor elektrificatie en als schone brandstof voor mobiliteit en industrie.
BBB wil pilot- en opschalingsprojecten voor groene waterstof stimuleren, met focus op elektrolyse en regionale kracht. Dit moet bijdragen aan verduurzaming van industrie en strategische autonomie, zonder afhankelijk te worden van buitenlandse technologie of energie.
De partij erkent dat de groeiende vraag naar waterstof vraagt om een nieuwe visie op ondergrondse buisleidingen. BBB wil een overkoepelende aanpak zodat marktpartijen weten waar ze aan toe zijn en de energietransitie niet wordt vertraagd door infrastructuurtekorten.
“De vraag naar transport van CO₂, waterstof en ammoniak vereist een nieuwe visie op de investeringen in ondergrondse infrastructuur van buisleidingen. Er komt een overkoepelende visie waarbij de verschillende transitiepaden met elkaar in lijn worden gebracht zodat de markt weet waarop geanticipeerd kan worden.”
BBB ziet waterstof als een van de alternatieven voor schonere mobiliteit, maar wil geen overhaaste of kostbare maatregelen die burgers of ondernemers benadelen. Waterstof moet een realistische optie zijn binnen een eerlijk speelveld.
“Bij de overgang naar schonere brandstoffen zoals biodiesel, synthetische brandstoffen en waterstof gaan we autogebruik niet ontmoedigen of bereikbaarheid beperken.”
“We zetten in op vernieuwende mobiliteit. Daarbij letten we op de inrichting van rustplekken, ontwerpen van slimme verkeerslichten, benutten van de mogelijkheden van glasvezel of waterstofleidingen.”
De VVD ziet waterstof als een essentieel onderdeel van de energietransitie en het vergroten van de energieonafhankelijkheid van Nederland. De partij wil investeren in de aanleg van een nationale waterstofinfrastructuur (de waterstofbackbone), innovatie in waterstofproductie en het gebruik van waterstof als schakel naast andere duurzame energiebronnen. Concrete voorstellen richten zich op versnelling van infrastructuur, onderzoek naar efficiëntere productie en het combineren van waterstof met andere energievormen.
De VVD wil de aanleg van de waterstofbackbone versnellen door prioriteit te geven aan deze infrastructuur en procedures te verkorten. Dit moet de leveringszekerheid vergroten en de energietransitie ondersteunen, zodat Nederland minder afhankelijk wordt van fossiele energie en buitenlandse leveranciers.
De VVD wil investeren in goedkopere en efficiëntere productie van waterstof via elektrolyse en onderzoekt alternatieve waterstofdragers zoals ammoniak en methanol. Dit moet de toepassing van waterstof in de industrie en andere sectoren versnellen en betaalbaarder maken.
“Ook onderzoeken we goedkopere en efficiëntere elektrolyse, en kijken we naar alternatieve waterstofdragers zoals ammoniak en methanol.”
Waterstof wordt door de VVD gezien als een strategisch onderdeel van de Nederlandse energievoorziening, naast kernenergie, windenergie, groen gas en zonne-energie. Het gebruik van waterstof draagt bij aan de energieonafhankelijkheid en versterkt de economische en veiligheidspositie van Nederland.
“Daarom moeten we fors investeren in kernenergie, windenergie op zee, waterstof, groen gas, zonne-energie, geothermie...”
“We zetten vol in op kernenergie als stabiele energiebron. Daarnaast zetten we ook in op andere vormen van energie zoals windenergie op zee in combinatie met waterstof, groen gas, zonne-energie en geothermie.”
Het CDA ziet waterstof als een essentieel onderdeel van de energietransitie en de verduurzaming van mobiliteit en industrie. Ze willen investeren in een duurzame waterstofeconomie en stimuleren het gebruik van waterstof in logistiek en industrie, met een sterke nadruk op Europese samenwerking en infrastructuur. Concrete voorstellen zijn gericht op het versnellen van de ontwikkeling van waterstoftrucks, logistieke corridors en het verminderen van LNG-import ten gunste van waterstof.
Het CDA wil de ontwikkeling van een duurzame waterstofeconomie versnellen als alternatief voor fossiele brandstoffen, met het oog op het verminderen van klimaatschade en het versterken van de industrie. Dit wordt gezien als een noodzakelijke stap om de energietransitie mogelijk te maken en de leveringszekerheid te waarborgen.
“We zetten in op het verminderen van LNG-import vanwege de hoge klimaatschade en op de versnelling van een duurzame waterstofeconomie.”
“Bij de energietransitie hebben we niet de luxe opties uit te sluiten. We investeren in een goede mix van kernenergie, windenergie, zonne-energie, waterstof, groen gas, duurzame biomassa, aardwarmte en schone brandstoffen.”
Het CDA ziet een belangrijke rol voor waterstof in het verduurzamen van zwaar transport en logistiek, met investeringen in waterstoftrucks en infrastructuur langs Europese logistieke corridors. Dit moet bijdragen aan zero-emissie vrachtvervoer en een sterke, duurzame logistieke sector.
“Samen met Europa investeren we in logistieke e-corridors met waterstof- en batterijtrucks, gekoppeld aan havens en economische regio’s aan TEN-T-corridors.”
Het CDA erkent waterstof als een sleuteltechnologie voor groene industrie en innovatie. Ze willen Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven stimuleren om te investeren in waterstoftechnologieën als onderdeel van een bredere strategie voor groene chemie en duurzame industrie.
“Wij zien grote kansen op het gebied van onder andere technologieën als groene chemie, waterstof, synthetische brandstoffen, groen...”
De ChristenUnie ziet waterstof als een belangrijk onderdeel van de energietransitie, vooral voor het verduurzamen van industrie en zwaar vervoer. Ze willen investeren in innovatie, productie en import van groene waterstof, en stimuleren het gebruik ervan als CO2-vrije brandstof voor industrie en transport. De partij pleit voor actieve overheidsinterventie om waterstofinfrastructuur en -toepassingen te versnellen.
De ChristenUnie wil waterstofinnovatie stimuleren om duurzaam opgewekte energie breed inzetbaar te maken, met aandacht voor zowel binnenlandse productie en opslag als import uit landen met veel duurzame energie. Dit moet bijdragen aan een schone industrie en energieonafhankelijkheid.
“We stimuleren waterstofinnovatie, om duurzaam opgewekte energie ook te kunnen gebruiken. Naast eigen productie en opslag in Nederland richten we ons op de import van groene waterstof uit landen waar meer ruimte is voor duurzame energieopwekking.”
Om de flexibiliteit in het energiesysteem te behouden na het uitfaseren van gas- en kolencentrales, wil de ChristenUnie gascentrales ombouwen zodat ze op waterstof kunnen draaien. Dit vereist actieve overheidsinterventie en investeringen in de benodigde infrastructuur.
“Ook moeten gascentrales die nu voor flexibiliteit zorgen in het aanbod, worden omgebouwd naar CO2-vrije centrales op waterstof of een andere regelbare brandstof.”
De partij ziet een rol voor groene waterstof in het verduurzamen van zwaar vrachtvervoer, inclusief zwaar wegtransport, als alternatief voor fossiele brandstoffen.
“We stimuleren de productie van groene waterstof met het oog op vrachtvervoer, inclusief zwaar wegtransport.”
De ChristenUnie wil projecten die waterstofproductie combineren met energieopslag stimuleren door lagere nettarieven te bieden, zodat deze projecten bijdragen aan het ontlasten van het overvolle elektriciteitsnet.
“Projecten die de energietransitie bevorderen en het elektriciteitsnet ontlasten, zoals waterstofproductie en batterijen, krijgen een lager nettarief.”
D66 ziet groene waterstof als een essentieel onderdeel van de energietransitie en wil investeren in de productie, opschaling en Europese samenwerking rondom deze technologie. De partij positioneert groene waterstof als een strategische sector voor een schone industrie en een onafhankelijk energiesysteem, met nadruk op innovatie, infrastructuur en internationale samenwerking.
D66 beschouwt groene waterstof als een cruciale schakel voor het verduurzamen van de industrie en het realiseren van een stabiel, CO2-vrij energiesysteem. De partij wil investeren in de opschaling van groene waterstof en ziet het als een sector waar innovatie, infrastructuur en afzetmarkt samenkomen.
“D66 wil dat Nederland vooroploopt in de schone maakindustrie: van circulaire bouwmaterialen en groene chemie tot biobased plastics en groene waterstof. Dit zijn sectoren waar innovatie, infrastructuur en afzetmarkt samenkomen.”
“Ook ondersteunt de bank de opschaling van bijvoorbeeld groene waterstof, digitale autonomie, duurzame defensiecapaciteit en technologische innovatie.”
D66 streeft naar nauwe samenwerking met andere Europese landen op het gebied van groene waterstof, met als doel een sterk, betrouwbaar en onafhankelijk Europees energiesysteem. Dit omvat gezamenlijke investeringen in netwerken en infrastructuur, met een focus op wind op zee en waterstofproductie.
“We willen samen met andere landen stroomnetwerken delen en energieopslag organiseren. Ook werken we samen aan wind op zee, groene waterstof en betrouwbare netwerken onder de Noordzee.”
D66 ziet groene waterstof als een van de pijlers van een slimme, duurzame energiemix die Nederland minder afhankelijk maakt van onbetrouwbare regimes en fossiele brandstoffen.
“Daarom kiezen we voor een slimme mix van zon, wind, groene waterstof en andere bronnen.”
De Partij voor de Dieren wil alleen groene waterstof toestaan als onderdeel van de energietransitie en wijst waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie expliciet af. De partij benadrukt dat de waterstofinfrastructuur in publieke handen moet blijven en ziet groene waterstof als een aanvulling op duurzame energie, met name voor opslag en import wanneer nodig.
De PvdD accepteert uitsluitend groene waterstof als onderdeel van de Nederlandse energietransitie en wijst waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie af. Dit standpunt komt voort uit de wens om de energietransitie echt duurzaam te maken en te voorkomen dat waterstof een verlengstuk wordt van de fossiele of nucleaire industrie.
“Waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie staan we niet toe. Alleen groene waterstof kan onderdeel zijn van de Nederlandse energietransitie.”
De partij vindt het belangrijk dat de infrastructuur voor waterstof in publieke handen blijft, om zeggenschap en publieke belangen te waarborgen. Dit voorkomt privatisering van een cruciaal onderdeel van de toekomstige energievoorziening.
“De waterstofinfrastructuur blijft in publieke handen.”
Groene waterstof wordt gezien als een aanvullende oplossing voor momenten waarop duurzame energie uit zon en wind niet voldoende is, en voor import van groene energie indien nodig. Dit benadrukt de rol van waterstof als flexibele opslag en back-up, niet als primaire energiebron.
De SGP ziet waterstof vooral als een strategisch onderdeel van de verduurzaming van de industrie en de energie-infrastructuur, met nadruk op groene waterstof en infrastructuurontwikkeling. Ze willen overheidsinvesteringen in waterstofinfrastructuur, afstemming met buurlanden en steun voor experimenten met waterstof buiten de industrie. De partij koppelt het gebruik van waterstof aan betaalbaarheid, leveringszekerheid en een eerlijk speelveld voor de Nederlandse industrie.
De SGP pleit voor tijdige investeringen van overheid en netbeheerders in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur, ook buiten de grote industrieclusters. Dit moet de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie versterken en bijdragen aan verduurzaming, zonder dat bedrijven weglopen naar landen met minder strenge milieuregels.
“Overheid en netbeheerders investeren tijdig in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur voor de industrie, ook buitenom de grote industrieclusters.”
De partij wil dat doelstellingen en verplichtingen voor het gebruik van groene waterstof in de industrie worden afgestemd op het beleid in omliggende landen, om een gelijk speelveld te waarborgen. Daarnaast steunt de SGP experimenten met waterstof als alternatieve warmtevoorziening buiten de industrie.
De SGP erkent dat Nederland deels afhankelijk zal blijven van import van duurzaam geproduceerde waterstofmoleculen uit landen waar duurzame productie rendabeler is, maar benadrukt dat betaalbaarheid, leveringszekerheid en energierechtvaardigheid voorop moeten staan.
“Voor een kleiner deel is import van stroom en duurzaam geproduceerde (waterstof)moleculen nodig uit landen waar de mogelijkheden voor een renderende duurzame productie groter zijn.”
De SP ziet groene waterstof als een noodzakelijke, maar doelgerichte oplossing voor sectoren die niet volledig kunnen elektrificeren, zoals delen van de zware industrie. Ze willen publieke regie over de aanleg van waterstofinfrastructuur en benadrukken dat waterstof alleen ingezet moet worden waar het echt nodig is, vanwege de lagere efficiëntie ten opzichte van direct gebruik van duurzame stroom. Daarnaast stimuleert de SP het gebruik van waterstof als alternatieve energiedrager in vervoer, zoals binnenvaart.
De SP wil dat de overheid de regie neemt in de aanleg van waterstofinfrastructuur, vergelijkbaar met de aanpak van elektriciteit en gas in het verleden. Groene waterstof wordt alleen ingezet waar elektrificatie niet mogelijk is, om verspilling te voorkomen en de industrie te verduurzamen. Dit standpunt adresseert het probleem van inefficiënt energiegebruik en de noodzaak om fossiele brandstoffen te vervangen in specifieke sectoren.
“De overheid pakt de regie in de aanleg van waterstofinfrastructuur, zoals ze dat vroeger deed met elektriciteit en gas. We zetten in op groene waterstof (waterstof geproduceerd met hernieuwbare energie) als oplossing voor sectoren die geen mogelijkheden hebben om volledig te elektrificeren, zoals delen van de zware industrie. Groene waterstof is altijd minder efficiënt dan direct gebruik van duurzame stroom en daarom moeten we er spaarzaam en doelgericht mee omgaan. Door verspilling te voorkomen en waterstof alleen in te zetten waar het écht nodig is, bouwen we aan een sterke, duurzame industrie die de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doorbreekt en klaar is voor de toekomst.”
“Wij investeren in het uitbreiden van windparken op zee, zonnepanelen op alle geschikte daken, aardwarmte en een toekomstbestendige energieinfrastructuur voor elektriciteit en groene waterstof, met opslagcapaciteit voor de (tijdelijk) overtollige elektriciteit.”
De SP ziet waterstof als een van de schonere technologieën en alternatieve energiedragers die gestimuleerd moeten worden, met name in sectoren waar elektrificatie lastig is, zoals de binnenvaart. Dit standpunt richt zich op het verduurzamen van mobiliteit en het stimuleren van innovatie in transport.
GroenLinks-PvdA ziet groene waterstof als een noodzakelijke aanvulling op wind- en zonne-energie, vooral voor periodes zonder voldoende zon of wind en als duurzame energiebron voor de industrie. Ze willen de productie en het gebruik van groene waterstof stimuleren via een Noordzeepact en door samenwerking tussen overheid, industrie en netbeheerders, waarbij de overheid financiële risico’s deelt en langjarige zekerheid biedt.
GroenLinks-PvdA beschouwt groene waterstof als essentieel om het energiesysteem betrouwbaar te maken wanneer zon en wind tekortschieten, en als duurzame energiebron voor de industrie. Ze willen de productie en toepassing van groene waterstof versnellen door samenwerking tussen overheid en marktpartijen, met financiële betrokkenheid van de overheid.
“Gascentrales die draaien op groene waterstof zijn de achtervang voor langere periodes zonder wind of zon.”
“De overheid neemt een deel van de financiële risico’s op zich maar deelt ook mee in de winst.”
“De overheid sluit een Noordzeepact met wind- en waterstofproducenten, industriële afnemers en netbeheerders, met langjarige verbintenissen die zekerheid bieden.”
NSC ziet waterstof als een onmisbaar onderdeel van de energietransitie en energiezekerheid, met een duidelijke rol voor productie, opslag en logistiek, vooral op de Noordzee en in strategische havens. De partij wil ruimtelijke reserveringen voor waterstofproductie en -opslag, en investeert in Den Helder als nationaal knooppunt voor waterstoflogistiek. Waterstof wordt vooral gezien als energieopslag, drager en schakel voor industrie en maritieme sector.
NSC wil dat de overheid actief ruimte reserveert voor waterstofproductie op de Noordzee en voor waterstof en ammoniak als opslag/drager van energie. Dit moet bijdragen aan de energiezekerheid en het faciliteren van de energietransitie, waarbij waterstof een strategische rol krijgt in de toekomstige energie-infrastructuur.
“De overheid treft de nodige ruimtelijke reserveringen voor wind- en zonneparken en waterstofproductie op de Noordzee, kerncentrales, warmte/geothermie en voor waterstof en ammoniak als opslag/drager van energie.”
NSC erkent Den Helder als een strategisch belangrijke haven voor waterstoflogistiek en wil hierin investeren. Door de ligging en bestaande infrastructuur moet Den Helder uitgroeien tot een nationaal centrum voor offshore, wind en waterstof, waarmee Nederland zijn energiezekerheid en logistieke positie versterkt.
“We erkennen de haven van Den Helder als haven van nationaal belang. In 2026 starten we een meerjarig investeringsprogramma om Den Helder te ontwikkelen tot logistiek knooppunt voor offshore, wind, waterstoflogistiek en defensie.”
NSC noemt waterstof expliciet als een van de onmisbare energiebronnen voor een klimaatneutrale economie. Hiermee onderstrepen ze het belang van waterstof naast zon, wind, geothermie, groen gas en kernenergie in het streven naar energie-onafhankelijkheid en het halen van klimaatdoelen.
“Zon, wind, geothermie, groen gas, waterstof en kernenergie zijn daarbij onmisbaar.”
JA21 noemt waterstof slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma en heeft geen uitgewerkte visie of concrete beleidsvoorstellen specifiek gericht op waterstof. De partij ziet waterstof vooral als een technologische innovatie in de luchtvaartsector, maar geeft geen verdere uitwerking of prioritering aan waterstof in het bredere energie- of industriebeleid.
JA21 noemt waterstof als een van de technologische oplossingen voor verduurzaming van de luchtvaart, naast elektrische vliegtuigen en schonere brandstoffen. De partij ziet innovatie als alternatief voor beperkende maatregelen, maar werkt het waterstofbeleid niet verder uit en noemt geen concrete investeringen of doelstellingen.
“Schonere brandstoffen (zoals SAF), efficiënter luchtruimgebruik. elektrische en waterstofvliegtuigen en stillere vliegtuigen bieden echte oplossingen.”
“JA21 wil dat commerciële luchtvaart op Lelystad Airport mogelijk wordt en dat de andere regionale luchthavens zoals Groningen Eelde worden versterkt, bijvoorbeeld in de context van het Hydrogen Valley Project.”
BVNL ziet waterstof als een mogelijke aanvulling op het bestaande energiesysteem, maar benadrukt dat productie, transport en afname eerst goed geregeld moeten zijn. De partij wil geen overheidssubsidies voor waterstof en beschouwt het als één van meerdere energievormen naast aardgas. BVNL pleit voor een pragmatische, marktgedreven benadering zonder dwang of financiële steun vanuit de overheid.
BVNL stelt dat waterstof parallel aan bestaande energiesystemen kan worden ingezet, mits de randvoorwaarden voor productie, transport en afname zijn geregeld. De partij ziet waterstof als een optie naast aardgas, maar wijst expliciet overheidssteun of subsidies af. Dit standpunt is ingegeven door hun algemene voorkeur voor marktwerking en technologische keuzevrijheid, zonder dat de overheid één technologie bevoordeelt.
“Parallel aan de bestaande energiesystemen overschakelen op waterstof. Hiervoor moet wel eerst de productie, het transport en de afname geregeld worden. Waterstof kan prima bestaan naast andere energievormen, zoals aardgas. Uiteraard zonder subsidie van de overheid.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma