BVNL onderscheidt zich van VVD en CDA door te pleiten voor een veel lagere en eenvoudigere belastingdruk voor huiseigenaren met een hoog inkomen, het afschaffen van het eigenwoningforfait en erf- en schenkbelasting, en het verlagen van de overdrachtsbelasting. De partij wil het eigen huis financieel beschermen tegen extra lasten en pleit voor het volledig schrappen van fiscale en bureaucratische lasten die huiseigenaren raken. BVNL kiest radicaal voor financiële vrijheid en het minimaliseren van overheidsbemoeienis voor vermogende huiseigenaren.
BVNL wil een vlaktaks van 25% invoeren met een hoge belastingvrije voet, wat vooral gunstig is voor huiseigenaren met een hoog inkomen. Dit is een duidelijk verschil met VVD en CDA, die progressieve tarieven hanteren en minder ver gaan in het verlagen van de belastingdruk voor hoge inkomens.
BVNL wil het eigenwoningforfait afschaffen en de Wet Hillen opnieuw invoeren, zodat mensen die hun huis hebben afbetaald geen extra belasting betalen. Dit is een direct voordeel voor huiseigenaren met een hoog inkomen en een duidelijk onderscheid met VVD en CDA, die het eigenwoningforfait behouden of slechts beperkt aanpassen.
BVNL wil erf- en schenkbelasting volledig afschaffen, wat vooral gunstig is voor vermogende huiseigenaren die hun bezit willen overdragen. VVD en CDA willen deze belasting hooguit beperken, maar niet volledig schrappen.
BVNL wil de overdrachtsbelasting voor iedereen terugbrengen naar 2%, wat gunstig is voor mensen die een duurdere woning kopen. VVD en CDA beperken verlagingen vaak tot starters of jonge kopers.
“De overdrachtsbelasting wordt verlaagd naar het oude tarief van 2% voor iedereen.”
BVNL wil huiseigenaren niet verplichten tot extra verduurzamingsmaatregelen bij aankoop van een huis, in tegenstelling tot VVD en CDA die verduurzaming stimuleren of verplichten.
“Huiseigenaren mogen bij aankoop van een huis nooit worden verplicht om extra maatregelen voor verduurzaming te nemen.”
FVD onderscheidt zich van VVD en CDA door het radicaal beschermen en bevoordelen van huiseigenaren met een hoog inkomen: zij willen de hypotheekrenteaftrek verhogen naar 52%, het eigenwoningforfait afschaffen, de eigen woning permanent in box 1 houden, en de OZB loskoppelen van de WOZ-waarde. Dit betekent structureel lagere lasten voor vermogende huiseigenaren, in tegenstelling tot de meer gematigde of afbouwende benadering van VVD en CDA. FVD kiest expliciet voor fiscale voordelen en het minimaliseren van lasten op bezit, waar VVD en CDA compromissen sluiten of lasten deels verhogen.
FVD wil de hypotheekrenteaftrek niet alleen behouden, maar verhogen naar het oude maximale tarief van 52%, terwijl VVD en CDA deze juist hebben afgebouwd of willen beperken. Dit levert vooral huiseigenaren met een hoog inkomen een groot fiscaal voordeel op.
FVD wil de eigen woning altijd in box 1 houden en het eigenwoningforfait volledig afschaffen, zodat er nooit belasting wordt geheven over de waarde van het huis. VVD en CDA zijn hier minder uitgesproken in en steunen doorgaans het huidige systeem of een gematigde aanpassing.
FVD wil de onroerendezaakbelasting (OZB) niet langer koppelen aan de WOZ-waarde, maar aan het aantal bewoners, waardoor dure huizen niet langer zwaarder worden belast. Dit is gunstig voor huiseigenaren met een hoog inkomen en een dure woning.
“We maken de OZB gelijk voor iedereen en koppelen deze niet meer aan de WOZ-waarde maar aan het aantal bewoners, zodat het hebben van een woning nooit een last is.”
FVD wil de overdrachtsbelasting voor iedereen, inclusief bedrijven en investeerders, vastzetten op 2%. Dit is een lager tarief dan VVD en CDA doorgaans hanteren voor niet-starters en beleggers.
“We zetten de overdrachtsbelasting vast op 2%, ook voor bedrijven en investeerders, zodat de woningmarkt toegankelijk blijft voor iedereen.”
FVD wil een vlaktaks van 20% invoeren op het inkomen in box 1, wat vooral voordelig is voor hogere inkomens, terwijl VVD en CDA het progressieve stelsel grotendeels handhaven.
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
BBB onderscheidt zich van VVD en CDA voor huiseigenaren met een hoog inkomen door het expliciet afwijzen van verdere beperking van de hypotheekrenteaftrek en het belasten van de overwaarde van de eigen woning. BBB wil belastingen op sparen en beleggen niet verhogen en streeft naar een eenvoudiger, voorspelbaar belastingstelsel zonder extra lasten voor vermogenden, waarmee zij zich duidelijk positioneert als beschermend voor de financiële positie van vermogende huiseigenaren.
BBB is uitgesproken tegen het verder beperken van de hypotheekrenteaftrek en het invoeren van belasting op de overwaarde van de eigen woning. Dit is een belangrijk verschil met CDA en VVD, die in recente jaren openstaan voor verdere beperking van de hypotheekrenteaftrek of het belasten van de eigen woning. BBB beschermt hiermee expliciet de fiscale voordelen voor huiseigenaren met een hoog inkomen.
“Belastingheffing van de overwaarde (de waarde van de woning minus de schuld) en verder beperken van de hypotheekrenteaftrek is wat BBB betreft niet aan de orde.”
“De hypotheekrenteaftrek wordt niet verder beperkt en de (over)waarde van de eigen woning wordt niet belast.”
BBB wil de belastingen op sparen en beleggen (box 3) niet verhogen en kiest voor belasting op daadwerkelijk genoten inkomsten, niet op papieren vermogenswinsten. Dit biedt zekerheid aan huiseigenaren met een hoog inkomen en vermogen, in tegenstelling tot partijen die verhoging of verbreding van box 3-belasting overwegen.
“De belastingen op sparen in box 3 en op ondernemen in box 2 niet verhogen.”
“Belastingheffing over vermogensinkomsten in box 3 vindt plaats over daadwerkelijk genoten inkomsten inclusief vermogenswinsten. Dus geen vermogensaanwasbelasting over niet gerealiseerd inkomen, maar vermogenswinstbelasting over daadwerkelijk genoten inkomen.”
BBB streeft naar een eenvoudiger belastingstelsel met vaste bedragen en een hogere belastingvrije voet, waarbij de sterkste schouders weliswaar de zwaarste lasten dragen, maar werken, sparen en investeren gestimuleerd blijven. Dit betekent geen extra lasten voor huiseigenaren met een hoog inkomen, in tegenstelling tot voorstellen van andere partijen om vermogenden zwaarder te belasten.
“Op korte termijn moet er een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen als toelage in plaats van ingewikkelde regelingen komen. Met ook een hogere belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat werken altijd loont.”
“De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, maar wel op een manier die werken, sparen, investeren en ondernemen stimuleert.”
BIJ1 onderscheidt zich radicaal van zowel VVD als CDA door het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, het beëindigen van subsidies voor huiseigenaren met hoge inkomens, en het fors verhogen van de vermogensbelasting. Waar VVD en CDA doorgaans bescherming bieden aan de positie van vermogende huiseigenaren, wil BIJ1 juist deze groep financieel zwaarder belasten en hun fiscale voordelen afbouwen. De kern van hun visie is dat wonen een recht is, geen verdienmodel, en dat de overheid actief moet herverdelen ten gunste van lagere inkomens.
BIJ1 wil de hypotheekrenteaftrek in fasen binnen tien jaar volledig afschaffen, wat direct nadelig is voor huiseigenaren met een hoog inkomen die nu profiteren van deze fiscale regeling. Dit staat haaks op het beleid van VVD en CDA, die deze aftrek willen behouden of slechts beperkt willen hervormen.
BIJ1 wil de vermogensbelasting voor vermogenden flink verhogen, inclusief een marginaal tarief van 100% boven een democratisch te bepalen limiet. Dit raakt huiseigenaren met een hoog inkomen en veel vermogen direct, terwijl VVD en CDA juist lagere vermogensbelastingen nastreven.
Hoewel minder direct relevant voor huiseigenaren met een hoog inkomen, wil BIJ1 de woningmarkt sterk reguleren en privaat bezit terugdringen, wat een fundamenteel andere visie is dan VVD en CDA.
De ChristenUnie kiest voor een rechtvaardiger belastingstelsel waarin huiseigenaren met een hoog inkomen en groot vermogen meer gaan bijdragen, onder andere door het geleidelijk afschaffen van de hypotheekrenteaftrek en het invoeren van een vermogensbelasting boven de 1 miljoen euro. Dit contrasteert met de VVD, die hypotheekrenteaftrek grotendeels wil behouden en vermogensbelasting wil beperken, en met het CDA, dat doorgaans voorzichtiger is met het beperken van fiscale voordelen voor huiseigenaren. De ChristenUnie wil zo de fiscale voordelen voor huiseigenaren met hoge inkomens en grote vermogens verminderen en de lasten eerlijker verdelen.
De ChristenUnie wil de hypotheekrenteaftrek in de komende decennia geleidelijk afbouwen, omdat deze regeling volgens hen zorgt voor hogere huizenprijzen en een oneerlijke belastingvoorsprong voor huiseigenaren met hoge inkomens. Dit is een duidelijk verschil met de VVD (behoud) en het CDA (voorzichtige beperking).
De ChristenUnie stelt een extra vermogensbelasting voor op grote vermogens, waaronder woningen boven de 1 miljoen euro, en wil het eigenwoningforfait over de eerste miljoen euro afschaffen. Dit raakt vooral huiseigenaren met een hoog inkomen en groot vermogen, en is een duidelijk onderscheidend standpunt ten opzichte van VVD en CDA.
“Tegelijkertijd schaffen we het eigenwoningforfait af over de eerste miljoen euro, zodat over de eerste miljoen euro aan woningwaarde geen belasting meer hoeft te worden betaald.”
“In het licht van de grote investeringen die nodig zijn in defensie, vragen we van de grootste vermogens een extra bijdrage met een vermogensbelasting van 1% op vermogens boven de 1 miljoen euro.”
De ChristenUnie wil inkomen uit arbeid en daadwerkelijk inkomen uit vermogen zoveel mogelijk gelijk belasten, wat betekent dat vermogende huiseigenaren relatief meer belasting gaan betalen dan nu het geval is. Dit is een fundamenteel andere benadering dan VVD en CDA, die vermogen doorgaans lichter willen belasten.
“We willen toe naar een belastingstelsel dat inkomen uit arbeid en de daadwerkelijke inkomsten uit vermogen zoveel als mogelijk op dezelfde manier belast.”
“Daartegenover staat dat we verschillende vormen van vermogen die nu niet of nauwelijks belast worden, beter in de heffingen betrekken.”
JA21 onderscheidt zich van VVD en CDA door te pleiten voor een fundamentele vereenvoudiging van het belastingstelsel, met name voor vermogenden en huiseigenaren met een hoog inkomen. De partij wil onder meer de overdrachtsbelasting voor particuliere woningen volledig afschaffen en alleen werkelijk rendement in box 3 belasten, wat gunstig uitpakt voor vermogende huiseigenaren. Hun visie is gericht op lagere lasten, meer transparantie en het stimuleren van vermogensopbouw zonder complexe regels.
JA21 wil de overdrachtsbelasting voor particuliere woningen geheel afschaffen, wat direct financieel voordeel oplevert voor huiseigenaren met een hoog inkomen bij aankoop van een woning. Dit is een concreet verschil met VVD en CDA, die doorgaans slechts aanpassingen of verlagingen voorstellen, maar niet volledige afschaffing.
“De overdrachtsbelasting voor particuliere woningen geheel afschaffen, hetgeen ook de doorstroming zal bevorderen.”
JA21 wil af van het huidige systeem van fictief rendement in box 3 en pleit voor belasting op alleen het werkelijk gerealiseerde rendement. Dit maakt sparen en beleggen aantrekkelijker voor vermogende huiseigenaren en voorkomt belasting over niet-gerealiseerde winsten, wat een duidelijk verschil is met het beleid van VVD en CDA.
“Het huidige systeem van fictief rendement vervangen door een belasting op werkelijk gerealiseerd rendement.”
JA21 wil de erf- en schenkbelasting volledig afschaffen, wat gunstig is voor huiseigenaren met een hoog inkomen die vermogen willen overdragen. Dit is een onderscheidend standpunt ten opzichte van VVD en CDA, die doorgaans slechts aanpassingen of vrijstellingen bepleiten.
“De erf- en schenkbelasting afschaffen, waardoor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) niet meer nodig is; over consumptie van vermogensrendement wordt de erfgenaam immers belast.”
JA21 wil het belastingstelsel drastisch vereenvoudigen en de lasten op arbeid en vermogen structureel verlagen, zodat werken en vermogensopbouw meer lonen. Dit is relevanter voor huiseigenaren met een hoog inkomen dan de vaak incrementele aanpassingen van VVD en CDA.
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
“Vermogensopbouw stimuleren door sparen en investeren aantrekkelijker te maken, zodat mensen keuzevrijheid houden over hoe zij omgaan met hun geld.”
De PVV onderscheidt zich van VVD en CDA voor huiseigenaren met een hoog inkomen vooral door het expliciet behouden van de hypotheekrenteaftrek en het afwijzen van extra duurzaamheidseisen of verplichtingen rondom verduurzaming van woningen. De partij wil geen nieuwe lasten of verplichtingen voor huiseigenaren, en benadrukt het belang van betaalbaarheid en keuzevrijheid. Concrete voorstellen zijn het ongemoeid laten van de hypotheekrenteaftrek en het schrappen van verplichte verduurzamingsmaatregelen.
De PVV is uitgesproken in het behouden van de hypotheekrenteaftrek, waar VVD en CDA in het verleden openstonden voor beperking of afbouw. Dit is vooral relevant voor huiseigenaren met een hoog inkomen, die relatief veel profiteren van deze aftrek.
De PVV verzet zich tegen nieuwe duurzaamheidseisen, verplichte warmtepompen of het verplicht van het gas af gaan. Dit onderscheidt zich van VVD en CDA, die beide (in verschillende mate) verduurzaming van de woningvoorraad steunen, wat voor huiseigenaren met een hoog inkomen tot extra investeringen kan leiden.
“We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
“Schrappen en vereenvoudigen van bouweisen; geen nieuwe duurzaamheidseisen, geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas”
De PVV wil de lasten voor burgers verlagen en noemt expliciet dat zij geen extra lasten voor huiseigenaren willen, in tegenstelling tot partijen die lastenverzwaringen of afbouw van fiscale voordelen overwegen.
“De PVV wil de economie weer een boost geven door de lasten van burgers te verlagen.”
De SGP benoemt dat VVD en CDA verschillen in hun benadering van woningmarktbeleid en belasting voor huiseigenaren met een hoog inkomen, waarbij VVD doorgaans meer marktgericht is en CDA meer inzet op sociale samenhang. De SGP pleit voor behoud van hypotheekrenteaftrek (met ruimte voor herziening), een rechtvaardige belasting op vermogen, en het bevorderen van eigenwoningbezit zonder de lasten voor huiseigenaren met een hoog inkomen onnodig te verhogen. De partij is kritisch op het verder beperken van financieringsruimte en wil lastenverlichting bij eventuele aanpassingen.
De SGP is geen voorstander van het volledig afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, maar staat open voor herziening zolang dit geen nadelige financiële gevolgen heeft voor huiseigenaren, met name voor mensen met een hoog inkomen. Dit onderscheidt zich van partijen die sneller willen afbouwen of afschaffen.
“De SGP is geen voorstander van afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, maar staat niet afwijzend tegenover een herziening ervan.”
“Het is van groot belang dat een eventuele herziening van de hypotheekrenteaftrek geen nadelige financiële gevolgen heeft. Er dienen daarom passende, lastenverlichtende maatregelen genomen te worden. Het uitgangspunt blijft dat eigenwoningbezit wordt bevorderd.”
De SGP wil een rechtvaardige belasting op vermogen, gebaseerd op daadwerkelijk rendement, en verzet zich tegen een 'jacht op grote vermogens'. Dit is relevant voor huiseigenaren met een hoog inkomen, die vaak ook over vermogen beschikken.
“De belasting op vermogen (box 3) wordt gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. Door de lage rente is de huidige belastingdruk namelijk veel te hoog in relatie tot de opbrengst van bijvoorbeeld spaargeld en onroerend goed.”
“Geen jacht op ‘grote vermogens’, maar een rechtvaardige belasting.”
De SGP wil dat de financieringsruimte voor hypotheken niet verder wordt beperkt, zodat ook huiseigenaren met een hoog inkomen niet onnodig worden geraakt door strengere leennormen.
“De SGP wil de financiering voor bijvoorbeeld starters en eenverdieners niet onnodig inperken. In de berekening van de financieringsruimte voor hypotheken moet daarom rekening worden gehouden met een uitgavenpatroon dat recht doet aan de persoonlijke omstandigheden. De leennormen moeten niet nog verder stijgen, maar beheerst dalen.”
De SP stelt dat VVD en CDA vooral beleid voeren dat gunstig is voor huiseigenaren met een hoog inkomen, zoals het in stand houden of verruimen van de hypotheekrenteaftrek en belastingvoordelen voor vermogenden. De SP wil deze voordelen juist beperken of afbouwen, met als doel de lasten eerlijker te verdelen en de opbrengsten te investeren in betaalbare woningen en lagere belastingen voor lagere inkomens. Hun visie is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, in tegenstelling tot het beleid van VVD en CDA dat volgens de SP vooral de rijksten bevoordeelt.
De SP bekritiseert dat VVD en CDA de hypotheekrenteaftrek voor dure woningen behouden of zelfs verruimen, wat vooral huiseigenaren met een hoog inkomen ten goede komt. De SP wil deze aftrek juist versneld afbouwen voor woningen boven de 600 duizend euro, omdat dit volgens hen prijsopdrijvend werkt en ongelijkheid vergroot.
“Tegelijkertijd hebben aandeelhouders, vastgoedbezitters en villabewoners wél cadeautjes gekregen. Zoals belastingkortingen op aandelen en vermogen en de verruiming van de hypotheekrenteaftrek voor villabezitters.”
“Voor de komende vier jaar garanderen we deze regeling voor woningen tot 600 duizend euro, maar boven dit bedrag bouwen we de hypotheekrenteaftrek direct versneld af.”
De SP stelt dat VVD en CDA de belastingdruk op grote vermogens en kapitaal laag houden, wat gunstig is voor huiseigenaren met een hoog inkomen en veel vermogen. De SP wil juist het inkomen uit kapitaal zwaarder belasten en een miljonairsbelasting invoeren, zodat de rijksten meer bijdragen aan de samenleving.
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
“Met een miljonairstaks van vijf procent voor vermogens boven de vijf miljoen euro kunnen we 12,5 miljard euro in onze samenleving investeren.”
De SP positioneert zichzelf expliciet tegenover VVD en CDA door te stellen dat deze partijen kiezen voor de belangen van de rijksten, terwijl de SP juist pleit voor herverdeling en het verlagen van de lasten voor lagere en middeninkomens.
“De keuzes voor de komende verkiezingen zijn simpel. Wordt het weer ieder voor zich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
De VVD zet zich expliciet af tegen het zwaarder belasten van het eigen huis en wil de hypotheekrenteaftrek behouden, met een duidelijke focus op het beschermen van de financiële positie van huiseigenaren, vooral die met hogere inkomens. De partij pleit voor lagere lasten op vermogen, het versneld invoeren van belasting op werkelijk rendement (box 3), en het beperken van lokale lasten zoals de onroerendezaakbelasting. Dit onderscheidt de VVD van het CDA, dat doorgaans meer bereid is tot nivellering en het beperken van fiscale voordelen voor hogere inkomens.
De VVD wil de hypotheekrenteaftrek behouden en wijst pogingen om het eigen huis zwaarder te belasten expliciet af. Dit is een belangrijk verschil met het CDA, dat in recente programma’s openstaat voor verdere beperking van de hypotheekrenteaftrek, vooral voor hogere inkomens. De VVD positioneert zich hiermee als de partij die de fiscale positie van vermogende huiseigenaren beschermt.
De VVD wil geen verhoging van de belasting op sparen, beleggingen en overige bezittingen (box 3), en streeft naar een systeem waarin alleen werkelijk gerealiseerd rendement wordt belast. Dit is gunstig voor huiseigenaren met een hoog inkomen en veel vermogen, en contrasteert met het CDA dat doorgaans minder uitgesproken is in het beschermen van deze fiscale voordelen.
“waarvoor gewerkt is, wil de VVD geen verhogingen van de belastingen op sparen, beleggingen en overige bezittingen (box 3), ondernemen (box 2) en geen hogere erf- en schenkbelasting.”
“Zo snel als technisch mogelijk en juridisch verantwoord wordt overgestapt op een systeem waarbij belasting wordt geheven op enkel gerealiseerd rendement op vermogen, waarbij het streven is om de tussenstap met nog deels vermogensaanwasbelasting over te slaan. In het toekomstige box-3-stelsel waarbij op basis van gerealiseerde vermogenswinst wordt belast geldt dit ook voor een tweede woning.”
De VVD wil voorkomen dat gemeenten huiseigenaren als ‘melkkoe’ gebruiken en stelt een begrenzing voor op de onroerendezaakbelasting. Dit is relevant voor huiseigenaren met een hoog inkomen, die vaak hogere WOZ-waarden en dus hogere OZB betalen. Het CDA is hier minder uitgesproken in.
“Jouw koophuis is geen melkkoe voor de gemeente. Daarom begrenzen we de onroerendezaakbelasting, maar houden we rekening met de verantwoordelijkheden van gemeenten.”
50PLUS noemt geen expliciete verschillen tussen VVD en CDA voor huiseigenaren met een hoog inkomen, maar zet zich in het algemeen in voor het behoud van fiscale voordelen voor huiseigenaren, zoals hypotheekrenteaftrek en het niet belasten van de overwaarde van de eigen woning. Hun voorstellen zijn vooral gericht op het beschermen van het financiële voordeel van (oudere) huiseigenaren, in tegenstelling tot partijen die deze voordelen mogelijk willen beperken. De kern van hun visie is het behouden en herstellen van fiscale stimulansen voor bezit en het afschaffen van lasten op vermogen en erfenissen.
50PLUS wil de hypotheekrenteaftrek behouden en de Wet Hillen (beloning voor het aflossen van de hypotheek) terugbrengen, waarmee zij zich onderscheiden van partijen die deze voordelen willen beperken of afschaffen. Dit is vooral relevant voor huiseigenaren met een hoog inkomen, die relatief veel profiteren van deze regelingen.
50PLUS wil dat de overwaarde van de eigen woning niet wordt belast als vermogen in Box 3, wat gunstig is voor vermogende huiseigenaren. Dit onderscheidt hen van partijen die pleiten voor het zwaarder belasten van vermogen, inclusief de eigen woning.
“De overwaarde van de eigen woning wordt in de toekomst niet belast als vermogen in box 3.”
Voor huiseigenaren met een hoog inkomen en vermogen is het afschaffen van de schenk- en erfbelasting een belangrijk voordeel dat 50PLUS biedt, in tegenstelling tot partijen die deze belastingen willen behouden of verhogen.
“De schenk- en erfbelasting wordt afgeschaft.”
DENK onderscheidt zich van VVD en CDA door hogere belastingen voor mensen met een hoog inkomen of groot vermogen, het beperken van hypotheekrenteaftrek voor ultrarijken, en het maximeren van de OZB-belasting. Voor huiseigenaren met een hoog inkomen betekent dit dat zij bij DENK minder profiteren van fiscale voordelen en mogelijk meer belasting gaan betalen dan bij VVD of CDA, die doorgaans juist fiscale voordelen voor deze groep willen behouden of uitbreiden.
DENK wil de hypotheekrenteaftrek behouden voor de meeste woningbezitters, maar deze afschaffen voor mensen met zeer dure woningen ("ultrarijken"). Dit is een duidelijk verschil met VVD en CDA, die traditioneel de hypotheekrenteaftrek voor alle huiseigenaren willen behouden.
“We maken het systeem wel doelmatiger, door de aftrek af te schaffen voor ultrarijken met superdure woningen. Zij hebben de tegemoetkoming immers niet nodig.”
Huiseigenaren met een hoog inkomen of groot vermogen gaan bij DENK meer belasting betalen, terwijl VVD en CDA deze groep doorgaans ontzien of zelfs willen ontlasten.
DENK wil voorkomen dat gemeenten de OZB (onroerendezaakbelasting) fors verhogen, wat huiseigenaren met dure woningen kan beschermen tegen lokale lastenstijgingen. Dit is een nuanceverschil met VVD en CDA, die hierover minder expliciet zijn.
“De OZB belasting mag niet meer gebruikt worden als een lokale melkkoe. De OZB-belasting wordt gemaximeerd.”
NSC benoemt in haar programma enkele concrete punten die relevant zijn voor huiseigenaren met een hoog inkomen, zoals het behouden van de hypotheekrenteaftrek en het verlagen van de overdrachtsbelasting. In vergelijking met VVD en CDA positioneert NSC zich als behoudend op fiscale voordelen voor huiseigenaren, maar met meer aandacht voor het afromen van grondwaardestijgingen en het stimuleren van investeringen in woningbouw. De kern van hun visie is het waarborgen van fiscale stabiliteit voor huiseigenaren, gecombineerd met maatregelen om excessieve winsten uit vastgoedontwikkeling te beperken.
NSC kiest ervoor om de hypotheekrenteaftrek te behouden, wat vooral gunstig is voor huiseigenaren met een hoog inkomen. Dit onderscheidt zich van CDA, dat in het verleden open stond voor verdere beperking, en van VVD, die traditioneel ook behoudend is, maar soms ruimte laat voor aanpassing. NSC biedt hiermee expliciete zekerheid.
“We behouden de hypotheekrenteaftrek.”
NSC stelt voor de overdrachtsbelasting te verlagen, wat direct voordeel oplevert bij aankoop van een woning, vooral relevant voor mensen die duurdere huizen kopen. Dit is een concreet fiscaal voordeel dat VVD soms ook voorstaat, terwijl CDA hier minder uitgesproken over is.
“We verlagen de overdrachtsbelasting.”
NSC wil dat waardestijgingen van grond door bestemmingswijzigingen worden afgeroomd voor het publieke belang. Dit kan nadelig zijn voor huiseigenaren met een hoog inkomen die investeren in grond of vastgoedontwikkeling, en is een duidelijk onderscheid met VVD (die doorgaans marktgerichter is) en CDA (die hier minder expliciet over is).
“Waardestijgingen die uitsluitend voortkomen uit bestemmingswijzigingen worden afgeroomd voor het publieke belang.”
NSC neemt belastingmaatregelen om de investeringscapaciteit van private investeerders te vergroten. Dit kan gunstig zijn voor vermogende huiseigenaren die ook als belegger actief zijn, en laat een pragmatische houding zien richting de woningmarkt.
“Om investeren in woningbouw te stimuleren nemen we belastingmaatregelen die de investeringscapaciteit van woningbouwcorporaties en private investeerders vergroten.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest radicaal voor het beperken van fiscale voordelen voor huiseigenaren met een hoog inkomen, zoals het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek boven de NHG-grens. In tegenstelling tot VVD en CDA, die doorgaans fiscale voordelen voor huiseigenaren willen behouden of slechts geleidelijk afbouwen, wil de PvdD deze voordelen juist sneller beperken voor hogere inkomens. De kern van hun visie is dat wonen geen verdienmodel mag zijn en dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.
De PvdD wil de hypotheekrenteaftrek voor hypotheken boven de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) sneller afbouwen dan nu het geval is. Dit raakt vooral huiseigenaren met een hoog inkomen, die vaak een hogere hypotheek hebben. VVD en CDA zijn traditioneel terughoudender met het beperken van deze aftrek, terwijl de PvdD expliciet kiest voor een snellere afbouw.
“De hypotheekrenteaftrek blijft mogelijk tot het Nationale Hypotheek Garantie (NHG)-bedrag. De hypotheekrenteaftrek voor bedragen daarboven wordt in een hoger tempo afgeschaft dan nu (0,5% per jaar).”
“De hypotheekrenteaftrek zorgt voor groeiende ongelijkheid en wordt daarom versneld afgebouwd voor bedragen boven de nationale hypotheek garantie (NHG).”
De PvdD wil het hoge tarief in de inkomstenbelasting verhogen en een extra schijf invoeren voor inkomens boven de balkenendenorm. Dit raakt direct huiseigenaren met een hoog inkomen, terwijl VVD en CDA doorgaans lagere of gelijkblijvende belastingdruk voor deze groep nastreven.
“We maken de inkomstenbelasting eerlijker. Het lage tarief gaat omlaag, het hoge tarief omhoog. Voor mensen die meer verdienen dan de balkenendenorm komt een nieuwe schijf met een hoger tarief.”
De PvdD wil het belastingstelsel herzien om extreme vermogensongelijkheid door woningbezit tegen te gaan, waardoor het minder aantrekkelijk wordt om huizen als beleggingsobject te gebruiken. Dit staat haaks op het beleid van VVD en CDA, die woningbezit juist stimuleren.
“We onderzoeken een herziening van het belastingstelsel om extreme vermogensongelijkheid door woningbezit tegen te gaan. Het wordt daarmee minder aantrekkelijk om huizen te gebruiken als belegging en daarmee worden huizen goedkoper.”
Volt wil de fiscale voordelen voor huiseigenaren met een hoog inkomen, zoals de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait, versneld afbouwen en de eigen woning zwaarder belasten als vermogen. Dit staat haaks op het beleid van VVD en CDA, die deze fiscale voordelen grotendeels willen behouden of slechts beperkt willen afbouwen. Volt kiest expliciet voor een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen, waardoor huiseigenaren met een hoog inkomen meer gaan bijdragen.
Volt wil de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait zo snel mogelijk afbouwen en de eigen woning als vermogen in box 3 belasten. Dit raakt vooral huiseigenaren met een hoog inkomen, die nu veel profiteren van deze fiscale voordelen. VVD en CDA zijn hier veel terughoudender in en willen deze regelingen grotendeels behouden of slechts geleidelijk aanpassen.
“We bouwen de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait zo snel mogelijk af en verplaatsen de eigen woning stapsgewijs naar box 3.”
Volt kiest voor een belastingstelsel waarin vermogen, waaronder de eigen woning, zwaarder wordt belast en de inkomstenbelasting wordt verlaagd. Dit betekent dat huiseigenaren met een hoog inkomen relatief meer belasting gaan betalen over hun woning en andere vermogensbestanddelen, in tegenstelling tot VVD en CDA die deze verschuiving niet of slechts beperkt willen maken.
“Op deze manier belasten we vermogen meer dan arbeid én dalen de huizenprijzen.”
“We gaan vermogen afkomstig uit pensioenen en woningen rechtvaardiger belasten. ... Met een betere belastingmix tussen vermogen en arbeid willen we ervoor zorgen dat welvaart weer iets wordt dat je zelf kan opbouwen.”
Volt wil alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten en vrijstellingen afschaffen en vervangen door een basisinkomen en een eenvoudiger belastingstelsel. Dit betekent dat fiscale voordelen voor huiseigenaren met een hoog inkomen verdwijnen, terwijl VVD en CDA deze voordelen grotendeels willen behouden.
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
Het CDA wil de hypotheekrenteaftrek geleidelijk afbouwen, maar koppelt dit aan een verlaging van de inkomstenbelasting en een lange overgangsperiode om huiseigenaren te beschermen. Dit verschilt van de VVD, die traditioneel behoudender is ten aanzien van het beperken van fiscale voordelen voor huiseigenaren met een hoog inkomen. Het CDA legt daarnaast nadruk op verduurzaming en het vereenvoudigen van subsidies, wat voor vermogende huiseigenaren relevant kan zijn.
Het CDA kiest voor een geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek over dertig jaar, met als doel de woningmarkt toegankelijker en betaalbaarder te maken. De opbrengsten hiervan worden direct gebruikt om de inkomstenbelasting te verlagen, zodat huiseigenaren met een hoog inkomen niet onevenredig worden geraakt. Dit is een duidelijk verschil met de VVD, die doorgaans minder ver wil gaan in het beperken van de hypotheekrenteaftrek.
“Daarom bouwen we de hypotheekrenteaftrek geleidelijk af. De opbrengsten gebruiken we een op een om de inkomstenbelasting te verlagen. Het kabinet dient hiertoe voorstellen in. Daarbij stellen we een aantal belangrijke randvoorwaarden die in de uitwerking moeten worden geregeld: › De geleidelijke afbouw vindt plaats over een lange transitieperiode van dertig jaar, zodat huiseigenaren die met de aftrek rekening hebben gehouden in hun financiële planning, niet in de knel komen.”
Het CDA wil verduurzaming van woningen stimuleren en het aanvragen van subsidies hiervoor vereenvoudigen, met verplichte verduurzamingsplannen per wijk. Dit kan voor huiseigenaren met een hoog inkomen relevant zijn, omdat zij vaker investeren in verduurzaming en profiteren van heldere, toegankelijke regelingen. De VVD is doorgaans minder dwingend op dit vlak.
D66 wil het belastingvoordeel voor huiseigenaren met een hoog inkomen afbouwen, onder andere door het verder beperken van de hypotheekrenteaftrek en het verhogen van het eigenwoningforfait voor dure huizen. Dit onderscheidt zich van VVD en CDA, die traditioneel het fiscale voordeel voor huiseigenaren meer willen behouden. D66 kiest expliciet voor het verkleinen van fiscale verschillen tussen huurders en kopers, wat voor huiseigenaren met een hoog inkomen kan leiden tot hogere lasten.
D66 wil het belastingvoordeel voor huiseigenaren met een hoog inkomen verminderen door de hypotheekrenteaftrek verder af te bouwen en het eigenwoningforfait voor de duurste huizen aan te scherpen. Dit raakt vooral huiseigenaren met een hoog inkomen en een dure woning, en is een duidelijk verschil met VVD en CDA, die deze fiscale voordelen minder snel willen beperken.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten.”
D66 wil de opbrengsten van het afbouwen van fiscale voordelen voor huiseigenaren gebruiken om de inkomstenbelasting voor iedereen te verlagen. Dit betekent dat het nadeel voor huiseigenaren met een hoog inkomen deels wordt gecompenseerd door een algemene lastenverlichting, maar het directe voordeel van woningbezit wordt kleiner.
“We steken de opbrengsten helemaal in lagere inkomstenbelasting voor iedereen. Zo heeft iedereen belastingvoordeel en remmen we de stijging van de huizenprijzen af.”
GroenLinks-PvdA wil dat huiseigenaren met een hoog inkomen meer bijdragen aan de samenleving door het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het eerlijker belasten van vermogen. In tegenstelling tot VVD en CDA, die deze fiscale voordelen grotendeels willen behouden, kiest GroenLinks-PvdA voor een progressiever belastingstelsel waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dit beleid is bedoeld om de huizenmarkt toegankelijker te maken voor starters en prijsopdrijving tegen te gaan.
GroenLinks-PvdA wil de hypotheekrenteaftrek stapsgewijs afbouwen, omdat deze regeling vooral huiseigenaren met hoge inkomens bevoordeelt en huizenprijzen opdrijft. Dit onderscheidt hen duidelijk van VVD en CDA, die deze aftrek grotendeels willen behouden of slechts beperkt willen beperken. Het doel is om de woningmarkt eerlijker te maken en starters meer kansen te geven.
“De hypotheekrenteaftrek drijft de prijzen op en mensen met de duurste huizen profiteren het meest. Daarom gaan we de hypotheekrenteaftrek stapsgewijs afbouwen.”
GroenLinks-PvdA pleit voor een eerlijker belastingstelsel waarin mensen met veel vermogen en hoge inkomens meer bijdragen. Dit staat haaks op het beleid van VVD en CDA, die minder nadruk leggen op het zwaarder belasten van vermogenden. Voor huiseigenaren met een hoog inkomen betekent dit concreet hogere lasten.
“Ons uitgangspunt is daarbij altijd helder geweest: we vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
“Met een eerlijk belastingstelsel zorgen we ervoor dat mensen met lage inkomens of ouderen met een klein pensioen hier het meest van profiteren. Topinkomens en mensen met veel vermogen dragen eerlijk bij aan de samenleving.”