BVNL onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door een uitgesproken pleidooi voor een veel kleinere overheid, forse bezuinigingen op overheidsuitgaven, het afschaffen van klimaat- en stikstofbeleid, en een harde asielstop. Waar CDA en GroenLinks-PvdA beide meer waarde hechten aan een actieve overheid en internationale samenwerking, kiest BVNL voor radicale deregulering, nationale soevereiniteit en het stopzetten van supranationale invloed. De partij zet in op economische vrijheid, lage belastingen, en behoud van Nederlandse tradities.
BVNL wil de overheid drastisch verkleinen, in tegenstelling tot CDA en GroenLinks-PvdA die beide een grotere rol voor de overheid zien in het oplossen van maatschappelijke problemen. BVNL streeft naar minder ambtenaren, minder bureaucratie en een forse reductie van overheidsuitgaven.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden.”
Waar CDA en vooral GroenLinks-PvdA inzetten op stevig klimaatbeleid en uitvoering van het stikstofbeleid, verwerpt BVNL deze volledig. BVNL wil alle relevante fondsen en akkoorden direct beëindigen.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie...”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op...”
In tegenstelling tot CDA en GroenLinks-PvdA, die beide ruimte laten voor asiel en gereguleerde migratie, pleit BVNL voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen voor asielzoekers.
BVNL verzet zich fel tegen het overhevelen van macht naar internationale organisaties, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA juist waarde hechten aan Europese en internationale samenwerking.
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Daar waar het Nederlands belang haaks staat op Brusselse regelgeving zullen wij Brussel informeren dat Nederland zijn eigen soevereine koers vaart.”
BVNL wil een vlaktaks invoeren en vrijwel alle andere belastingen en toeslagen afschaffen, een fundamenteel ander fiscaal beleid dan CDA en GroenLinks-PvdA, die progressieve belasting en herverdeling voorstaan.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL positioneert zich als cultureel conservatief en keert zich expliciet tegen woke-isme en identiteitsdenken, waar GroenLinks-PvdA juist progressief is en CDA gematigder.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“Wij verzetten ons tegen cultuurrelativisme, identiteitsdenken en het afbreken van nationale trots.”
“Weg met de schaamte voor onze identiteit. BVNL wil een Nederland dat weer trots is op zichzelf.”
DENK benadrukt dat hun standpunten op veel punten duidelijk verschillen van zowel CDA als GroenLinks-PvdA, vooral op het gebied van religieuze vrijheid, onderwijs, sociale gelijkheid en internationale solidariteit. DENK kiest voor radicale gelijkwaardigheid, volledige bescherming van religieus onderwijs, een uitgesproken anti-discriminatiebeleid en een harde opstelling tegen Israël, waar CDA en GroenLinks-PvdA gematigder of anders in zijn. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het versterken van minderhedenrechten, het afschaffen van belemmeringen voor religieuze instellingen, en het eisen van sancties tegen Israël.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs, en wil geen extra belemmeringen voor het stichten van nieuwe scholen. Dit onderscheidt zich van GroenLinks-PvdA, die kritisch zijn op artikel 23, en van het CDA, dat religieus onderwijs wel verdedigt maar minder ver gaat in het schrappen van toezicht.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK positioneert zich als de partij die het meest consequent en uitgesproken strijdt tegen discriminatie en extreemrechts, in tegenstelling tot CDA (minder uitgesproken) en GroenLinks-PvdA (wel tegen discriminatie, maar minder radicaal in toon en focus).
DENK neemt een uitgesproken standpunt in tegen Israël, noemt het expliciet een "koloniale entiteit" en eist sancties, waar CDA en GroenLinks-PvdA veel gematigder zijn of een andere toon hanteren.
DENK kiest voor een forse verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur, wat verder gaat dan CDA (veel gematigder) en doorgaans ook verder dan GroenLinks-PvdA.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
DENK wil het eigen risico in de zorg volledig afschaffen, waar CDA en GroenLinks-PvdA doorgaans kiezen voor verlaging of aanpassing, maar niet voor volledige afschaffing.
“Het volledig afschaffen van het eigen risico in de zorg.”
DENK pleit voor directe verkiezing van de burgemeester en verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, wat beide verder gaat dan de standpunten van CDA en GroenLinks-PvdA.
De PVV onderscheidt zich scherp van zowel CDA als GroenLinks-PvdA door een uitgesproken anti-immigratie-, anti-EU- en anti-klimaatbeleid, met een sterke nadruk op nationale soevereiniteit, behoud van Nederlandse cultuur en het stopzetten van klimaatmaatregelen. Waar CDA en GroenLinks-PvdA beide inzetten op Europese samenwerking, klimaatbeleid en inclusiviteit, kiest de PVV juist voor het terugdraaien van deze ontwikkelingen en het centraal stellen van de "Nederlander". De partij wil onder meer een totale asielstop, geen verdere overdracht van bevoegdheden aan Brussel, en het beëindigen van klimaatmaatregelen en ontwikkelingshulp.
De PVV pleit voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen, wat veel verder gaat dan het CDA (dat strengere regels wil, maar geen totale stop) en GroenLinks-PvdA (die juist inzetten op humane opvang en integratie). Dit is een fundamenteel verschil in visie op migratie en samenleving.
Waar CDA en vooral GroenLinks-PvdA voorstander zijn van Europese samenwerking, wil de PVV juist bevoegdheden terughalen uit Brussel en zich verzetten tegen verdere EU-integratie. Dit betreft onder andere veto’s, geen EU-uitbreiding, en het stoppen van miljardenafdrachten.
De PVV verwerpt het klimaatbeleid van CDA en GroenLinks-PvdA volledig, wil geen nieuwe windturbines of zonneparken, en zet in op goedkope energie uit kolen, gas en kerncentrales. Dit staat haaks op de groene agenda van GroenLinks-PvdA en de gematigd duurzame koers van het CDA.
De PVV verzet zich fel tegen wat zij ziet als "woke-ideologie", excuses voor het slavernijverleden, en het aanpassen van tradities. Dit contrasteert met de inclusieve en diverse samenleving die GroenLinks-PvdA nastreeft, en de meer gematigde koers van het CDA.
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties intrekken”
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen 'X' in het paspoort.”
De PVV wil volledig stoppen met ontwikkelingshulp en de publieke omroep (NPO), terwijl CDA en GroenLinks-PvdA beide deze instituties willen behouden (zij het met verschillende accenten).
De SGP onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door een uitgesproken christelijk-conservatieve visie, met nadruk op het gezin, behoud van traditionele waarden, en een kritische houding tegenover Europese integratie en progressieve sociale thema’s. Waar CDA een gematigd christendemocratisch midden zoekt en GroenLinks-PvdA sterk inzet op progressieve, seculiere en groene thema’s, kiest de SGP voor behoud van soevereiniteit, bescherming van het ongeboren leven, en een restrictief migratie- en gezinsbeleid. De partij is terughoudend met sociale en fiscale herverdeling en plaatst het gezin en christelijke normen centraal in haar beleid.
De SGP legt veel meer nadruk op het klassieke gezin en bescherming van het ongeboren leven dan CDA of GroenLinks-PvdA, die beide een bredere gezinsdefinitie en meer individuele keuzevrijheid hanteren. Dit is een fundamenteel verschil in visie op samenleving en ethiek.
De SGP is veel kritischer op verdere Europese integratie dan CDA (dat Europese samenwerking steunt) en GroenLinks-PvdA (die juist meer Europese samenwerking willen). De SGP wil nationale soevereiniteit behouden en ziet de EU als dienstbaar aan lidstaten, niet als doel op zich.
“De SGP kiest voor een Europese Unie die ten dienste staat van de lidstaten, ruimte biedt voor verschillen en respect heeft voor de nationale soevereiniteit.”
“De SGP wil echter geen Europees leger en vindt de nieuwe Europese Defensiecommissaris ongewenst. Niet Brussel, maar Den Haag blijft besluiten over het uitzenden van troepen.”
De SGP verzet zich expliciet tegen progressieve sociale thema’s zoals genderideologie en seksuele en reproductieve rechten, waar CDA een gematigde koers vaart en GroenLinks-PvdA juist voorop loopt in het bevorderen van deze rechten.
De SGP kiest voor behoud van fiscale voordelen voor de landbouw en voedselzekerheid als strategische prioriteit, waar GroenLinks-PvdA juist inzet op vergroening en verduurzaming, en CDA een middenpositie inneemt.
“De SGP wil behoud van fiscale voordelen voor de land- en tuinbouw, zoals de landbouwvrijstelling, en van steunregelingen voor jonge boeren.”
“In het Europees landbouwbeleid blijft, als het aan de SGP ligt, voedselzekerheid een strategische prioriteit, inclusief voldoende budget hiervoor.”
De SGP is terughoudend met het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek en wil geen jacht op grote vermogens, terwijl GroenLinks-PvdA juist sterk inzetten op herverdeling en het aanpakken van vermogensongelijkheid.
De SGP stelt expliciet de Bijbel en de Tien Geboden centraal als norm voor beleid, wat zowel CDA als GroenLinks-PvdA niet doen; CDA baseert zich op christendemocratische waarden, GroenLinks-PvdA op seculiere en progressieve uitgangspunten.
FVD benadrukt fundamentele verschillen tussen CDA en GroenLinks-PvdA, vooral op het gebied van klimaat, landbouw, immigratie en nationale soevereiniteit. Waar CDA en GroenLinks-PvdA beide binnen het huidige EU- en klimaatbeleid opereren, pleit FVD voor het volledig afschaffen van klimaatmaatregelen, het stoppen van EU-invloed, en een radicale beperking van immigratie. Hun visie is gericht op nationale autonomie, economische vrijheid en het terugdraaien van bestaande regelgeving.
FVD verwerpt het bestaan van een klimaatprobleem en wil alle klimaatmaatregelen en internationale afspraken schrappen, in tegenstelling tot CDA (gematigd klimaatbeleid) en GroenLinks-PvdA (ambitieus klimaatbeleid). FVD ziet klimaatbeleid als schadelijk voor economie en burgers en kiest voor fossiele energie en kernenergie.
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
FVD wil immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten volledig stoppen en zelfs remigratie van laagopgeleide migranten realiseren, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA beide voor gereguleerde, humane migratie staan. FVD koppelt dit direct aan behoud van nationale identiteit.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
“Wij willen een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en een aanzienlijke remigratie tot stand brengen van - zeg - 100.000 laagopgeleiden”
FVD wil Nederland uit de EU laten treden en nationale wetgeving altijd boven internationale verdragen stellen, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA beide pro-EU zijn. FVD ziet EU-invloed als bedreiging voor democratie en nationale belangen.
“Voor het behoud van onze democratie en onze welvaart acht Forum voor Democratie het van essentieel belang om als Nederland de Europese Unie te verlaten (NEXIT)”
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
FVD wil het stikstofbeleid volledig afschaffen, geen onteigening van boeren, en voedselsoevereiniteit als nationaal speerpunt. CDA steunt de landbouw maar werkt binnen stikstofkaders; GroenLinks-PvdA wil juist versnellen met verduurzaming en natuurherstel.
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“We stoppen met EU-beperkingen zoals de Green Deal en het verbod op pulsvisserij, en zorgen voor een gelijk speelveld”
“We maken voedselautonomie tot nationaal speerpunt: Nederland moet in staat zijn zijn eigen bevolking te voeden.”
FVD wil bindende referenda en direct gekozen burgemeesters invoeren, wat verder gaat dan CDA (voorzichtige bestuurlijke vernieuwing) en GroenLinks-PvdA (voor participatie, maar niet zo radicaal). FVD ziet dit als middel tegen het 'partijkartel'.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“We voeren bindende referenda in, zodat burgers zich rechtstreeks kunnen uitspreken over belangrijke politieke besluiten.”
JA21 onderscheidt zich van zowel CDA als GroenLinks-PvdA door een uitgesproken rechts-conservatieve koers: ze willen een kleinere overheid, veel strengere migratiebeperking, minder EU-invloed, en een economisch beleid dat sterk inzet op lastenverlaging en deregulering. Waar CDA vaak het midden zoekt en GroenLinks-PvdA juist progressief en sociaal zijn, kiest JA21 voor harde grenzen aan migratie, behoud van nationale identiteit, en het loslaten van nationale klimaatdoelen als deze economisch niet renderen.
JA21 pleit voor het fors beperken van migratie en het afdwingen van integratie, in tegenstelling tot CDA (gematigd restrictief) en GroenLinks-PvdA (ruimhartig en inclusief). Ze zien migratie als een directe bedreiging voor de verzorgingsstaat, nationale identiteit en publieke voorzieningen.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Het huidige migratiebeleid faalt aan alle kanten. Europese samenlevingen raken overbelast: integratie stagneert, de druk op de verzorgingsstaat en de woningmarkt blijft toenemen, en een besef van grenzeloosheid doet afbreuk aan het vertrouwen in de politiek.”
JA21 wil de invloed van de EU fors terugdringen en nationale zeggenschap herstellen, terwijl CDA meestal pro-Europees is en GroenLinks-PvdA juist meer Europese samenwerking nastreeft.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet. Alleen zo herstellen we de concurrentiekracht van Nederland en geven we ondernemerschap weer de ruimte.”
JA21 verwerpt nationale klimaatheffingen en het sluiten van fossiele infrastructuur, in tegenstelling tot CDA (gematigd groen) en GroenLinks-PvdA (ambitieus klimaatbeleid). Ze kiezen voor kernenergie en behoud van gas/kolen, en ondersteunen duurzaamheid alleen als het financieel loont.
JA21 wil een kleinere overheid, structureel minder ambtenaren, en lagere lasten voor burgers en bedrijven. CDA kiest voor een sociale markteconomie, GroenLinks-PvdA voor een sterke publieke sector en hogere lasten voor vermogens/bedrijven.
JA21 verzet zich tegen herstelbetalingen voor het slavernijverleden en tegen diversiteits- en inclusietrainingen, waar GroenLinks-PvdA juist voorstander zijn van erkenning en herstel, en CDA een gematigde positie inneemt.
50PLUS benadrukt dat hun beleid primair gericht is op de belangen van ouderen, met een sterke focus op inkomenszekerheid (AOW, pensioen), ouderenzorg en een streng migratiebeleid. Grote verschillen tussen CDA en GroenLinks-PvdA liggen volgens 50PLUS vooral op het gebied van klimaat- en energiebeleid, migratie en de mate van nationale versus Europese aanpak. 50PLUS kiest voor behoud van verworven rechten, terughoudendheid met nationale klimaatmaatregelen en een restrictief migratiebeleid, wat hen onderscheidt van zowel CDA als GroenLinks-PvdA.
50PLUS onderscheidt zich door vrijwel alle beleidsterreinen te benaderen vanuit het perspectief van ouderen, met nadruk op bescherming van AOW, pensioenen en koopkracht. Dit is een fundamenteel andere insteek dan CDA (breder christendemocratisch) en GroenLinks-PvdA (progressief, jonger en breder sociaal).
“50PLUS zal bij elk onderwerp steeds in de allereerste plaats kijken naar het belang van de huidige generatie ouderen en toekomstige generaties ouderen.”
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“Dertiende maand voor AOW’ers.”
Waar GroenLinks-PvdA pleit voor ambitieus nationaal klimaatbeleid en het CDA inzet op rentmeesterschap met nationale accenten, kiest 50PLUS voor het minimaliseren van nationale extra regels en het uitfaseren van nationaal klimaatbeleid ten gunste van Europese afspraken.
“Geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen.”
In tegenstelling tot GroenLinks-PvdA (ruimhartig) en CDA (middenpositie), kiest 50PLUS voor een streng migratiebeleid, beperking van arbeids- en studiemigratie en het afkopen van AOW-rechten bij vertrek.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
50PLUS kiest expliciet voor kernenergie als oplossing voor de energietransitie, in tegenstelling tot GroenLinks-PvdA (tegen kernenergie) en CDA (voorzichtig voorstander).
Het CDA onderscheidt zich van GroenLinks-PvdA door een sterke nadruk op christendemocratische waarden als gemeenschapszin, vrijheid van onderwijs, minder overheidsregulering en het belang van tradities en lokale autonomie. Waar GroenLinks-PvdA doorgaans kiest voor meer centrale sturing, progressieve sociale en klimaatmaatregelen en een seculiere benadering, legt het CDA de nadruk op verantwoordelijkheid, fatsoen, het versterken van verenigingen, en het beschermen van religieuze en culturele tradities. Concrete voorstellen zijn onder meer het pal staan voor vrijheid van onderwijs, het beperken van overheidsbemoeienis, en het koesteren van tradities en religieuze gemeenschappen.
Het CDA verdedigt krachtig de vrijheid van onderwijs (artikel 23 Grondwet), wat inhoudt dat ouders scholen kunnen kiezen op basis van hun levensbeschouwing. Dit staat in contrast met GroenLinks-PvdA, die deze vrijheid wil beperken en meer centrale sturing en gelijkheid in het onderwijs nastreeft.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
Het CDA wil minder overheidsregulering en meer ruimte voor maatschappelijke initiatieven, vrijwilligers en verenigingen. Dit contrasteert met GroenLinks-PvdA, die vaker kiest voor centrale regelgeving en overheidssturing om sociale doelen te bereiken.
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
Het CDA benadrukt het belang van tradities, religieuze gemeenschappen en zingeving als fundament van de samenleving, terwijl GroenLinks-PvdA een meer seculiere en progressieve koers vaart.
Het CDA pleit voor herinvoering van de dienstplicht en een stevige, verplichte inburgering voor statushouders, waar GroenLinks-PvdA doorgaans kiest voor vrijwilligheid en een minder dwingende benadering.
Het CDA gelooft niet in de maakbaarheid van de samenleving door centrale overheidssturing, maar kiest voor lokale autonomie en het loslaten van de gedachte dat de overheid alle problemen kan oplossen. GroenLinks-PvdA kiest juist vaker voor centrale regie.
GroenLinks-PvdA onderscheidt zich van het CDA door een uitgesproken focus op solidariteit, vergroening en het centraal stellen van publieke voorzieningen boven marktwerking. De partij wil fors investeren in klimaatmaatregelen, sociale gelijkheid en een sterke verzorgingsstaat, waarbij de lasten eerlijker verdeeld worden en grote vervuilers en vermogenden meer bijdragen. Hun visie is gericht op collectieve vooruitgang, internationale samenwerking en het tegengaan van ongelijkheid.
GroenLinks-PvdA wijst marktwerking als leidend principe af en kiest expliciet voor solidariteit en het versterken van de verzorgingsstaat, waar het CDA traditioneel meer waarde hecht aan marktwerking en particulier initiatief. Dit verschil raakt de kern van hun visie op economie, zorg en samenleving.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“We willen een samenleving vormen waarin we succes niet langer afmeten aan de waarde die je onttrekt, maar aan de bijdrage die je levert aan de samenleving. Waar niet de winst van de een, maar de vooruitgang van ons allen telt.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een harde aanpak van klimaatverandering, met het afbouwen van fossiele subsidies en het laten betalen van grote vervuilers. Dit is een duidelijk verschil met het CDA, dat doorgaans voorzichtiger is met het belasten van bedrijven en minder ver gaat in het afbouwen van fossiele steun.
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot.”
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
GroenLinks-PvdA wil het belastingstelsel hervormen zodat vermogenden en bedrijven meer bijdragen, terwijl het CDA traditioneel terughoudender is met lastenverzwaring voor deze groepen. Dit raakt direct aan hun visie op economische rechtvaardigheid.
“Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
“De investeringen die de komende jaren nodig zijn, zullen druk leggen op de sterkste schouders.”
GroenLinks-PvdA legt sterk de nadruk op internationale samenwerking, gelijke rechten en inclusiviteit, waar het CDA vaker nationale waarden en gemeenschapszin benadrukt. Dit uit zich in hun benadering van migratie, Caribische delen van het Koninkrijk en gelijke rechten.
“Samen met Europa garanderen we onze autonomie in een onzekere wereld. We komen onze afspraken in de NAVO na en investeren gericht in onze defensie. Maar vrede bereik je niet met wapens alleen. We investeren in ontwikkelingssamenwerking en diplomatie om conflicten te voorkomen.”
“De achterstelling van Nederlanders die op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten wonen wordt beëindigd: ook zij krijgen stemrecht voor de Tweede Kamer en invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer.”
“We staan voor een land waarin je de vrijheid hebt om jezelf te zijn en gelijk behandeld wordt, ongeacht wie je bent, wat je gelooft of van wie je houdt.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door haar radicale prioriteit voor dierenrechten, natuur en een fundamentele systeemverandering richting duurzaamheid en welzijn boven economische groei. Waar CDA en GroenLinks-PvdA meer inzetten op pragmatische hervormingen binnen bestaande kaders, kiest PvdD voor structurele, vergaande maatregelen zoals het drastisch inkrimpen van de veestapel, het stoppen van fossiele subsidies en het centraal stellen van brede welvaart in plaats van economische groei. De partij pleit voor een samenleving waarin de belangen van het kwetsbare – mens, dier en natuur – altijd voorop staan.
PvdD kiest voor een drastische inkrimping van de veestapel en een omslag naar plantaardige landbouw, veel verdergaand dan CDA (behoud landbouw) en GroenLinks-PvdA (geleidelijke verduurzaming). Dit is een fundamenteel verschil in visie op landbouw, natuur en klimaat.
“Omdat we veel minder veevoer hoeven te verbouwen, komt er enorm veel landbouwgrond vrij: bijna de helft van Nederland. Die grond kunnen we deels teruggeven aan de natuur, gebruiken om voedsel op te verbouwen voor mensen én om de woningen te bouwen die we zo hard nodig hebben. Door het aantal dieren fors in te krimpen en met maatregelen voor de industrie, de luchtvaart en het verkeer, lossen we de stikstofcrisis wél op.”
“Het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gaat grondig op de schop. De honderden miljoenen euro’s aan landbouwsubsidies uit de huidige begroting worden gebruikt om boeren te helpen overschakelen naar biologische, plantaardige productie. Daarna worden de subsidies afgeschaft.”
PvdD verwerpt economische groei als beleidsdoel en stelt welzijn, natuur en brede welvaart centraal. Dit contrasteert met CDA (economische groei en rentmeesterschap) en GroenLinks-PvdA (duurzame groei, maar geen volledige afwijzing BBP).
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in ónze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
PvdD wil direct stoppen met fossiele subsidies en uitbreiding van fossiele infrastructuur, een veel radicalere koers dan CDA (behoud fossiele sector) en GroenLinks-PvdA (gefaseerde afbouw).
“We stoppen direct met nieuwe concessies voor gas- en olievelden, schaffen investeringssubsidies af en stoppen met uitbreiding van fossiele infrastructuur, zoals LNG-terminals, in lijn met het Fossiele Brandstof Non-Proliferatieverdrag.”
PvdD stelt dat woningen primair voor bewoning zijn, niet voor winst, en pleit voor een sterke publieke regie op volkshuisvesting. Dit is scherper geformuleerd dan bij CDA (markt en eigen woningbezit) en GroenLinks-PvdA (sterke sociale sector, maar minder uitgesproken anti-markt).
PvdD is principieel tegen gentechnologie (zoals CRISPR-Cas) in de landbouw, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA ruimte laten voor innovatie en toepassing onder voorwaarden.
“De Partij voor de Dieren verzet zich daartegen, en is tegen de inzet van gentech, inclusief nieuwe technieken zoals CRISPR-Cas.”
PvdD stelt harde eisen aan vergroening: voor elke vierkante meter bebouwing vier meter nieuw groen, en massale aanplant van bomen. Dit is veel verdergaand dan de vergroening die CDA en GroenLinks-PvdA voorstellen.
De VVD positioneert zich duidelijk als centrum-rechts alternatief en benadrukt grote verschillen met zowel CDA als GroenLinks-PvdA, vooral op het gebied van herverdeling, lastenverlichting voor werkenden, en de rol van de overheid. De partij kiest voor minder nivellering, lagere lasten voor de middenklasse, een kleinere overheid, en meer nadruk op economische groei en veiligheid, terwijl ze zich afzet tegen hogere belastingen en een verder uitdijende verzorgingsstaat. Dit staat haaks op de meer herverdelende en collectieve benadering van GroenLinks-PvdA en de traditionelere, meer sociale koers van het CDA.
De VVD maakt een fundamenteel onderscheid met CDA en GroenLinks-PvdA door expliciet te kiezen voor het beperken van herverdeling en het verlagen van de lasten voor de middenklasse. Waar GroenLinks-PvdA juist inzet op meer herverdeling en het CDA traditioneel een meer sociale koers vaart, zet de VVD werkenden centraal en wil zij dat werken altijd meer loont dan niet-werken.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
De VVD kiest voor een kleinere rol van de overheid in de zorg, met een kleiner basispakket en meer eigen bijdragen. Dit verschilt van GroenLinks-PvdA, die juist pleiten voor een uitgebreidere collectieve zorg, en van het CDA, dat doorgaans inzet op solidariteit en brede toegang.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“We vergoeden alleen effectieve en gecontracteerde zorg en kijken kritisch of behandelingen in het basispakket wel het meest effectief zijn.”
De VVD wil overheidsuitgaven beperken en kiest ervoor om niet de belastingen te verhogen, in tegenstelling tot GroenLinks-PvdA die vaak hogere lasten voor hogere inkomens bepleiten, en het CDA dat doorgaans minder scherp inzet op bezuinigingen.
De VVD verschuift middelen van ontwikkelingssamenwerking naar defensie, wat een duidelijk verschil is met GroenLinks-PvdA (die juist meer willen investeren in internationale solidariteit) en het CDA (dat traditioneel waarde hecht aan ontwikkelingssamenwerking).
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
De VVD wil een kleinere, effectievere overheid met minder regeldruk, terwijl GroenLinks-PvdA en CDA meer waarde hechten aan een actieve overheid en regulering voor sociale doelen.
“De VVD kiest voor een overheid die uitgaat van een sterke samenleving en alle Nederlanders gelijkwaardig behandelt. Met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
“We kiezen voor grondige vernieuwing, door kunstmatige intelligentie te omarmen en alle onnodige vertraging te schrappen. De VVD kiest voor een moderne overheid die werkt voor de samenleving in plaats van andersom.”
BBB positioneert zich als een partij die sterk inzet op regionale gelijkwaardigheid, bescherming van landbouw en een terughoudende overheid, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van zowel CDA als GroenLinks-PvdA. Waar CDA traditioneel het midden zoekt en GroenLinks-PvdA sterk inzet op centrale sturing, klimaatambities en diversiteitsbeleid, kiest BBB voor maatwerk per regio, behoud van agrarische sectoren en kritisch pragmatisme ten aanzien van klimaat- en diversiteitsbeleid. De kern van hun visie is dat beleid niet vanuit de Randstad of ideologie moet worden opgelegd, maar moet aansluiten bij de praktijk en behoeften van alle regio’s.
BBB benadrukt het belang van maatwerk per regio en verzet zich tegen centraal opgelegd beleid, in tegenstelling tot GroenLinks-PvdA die meer centrale sturing en gelijkheid nastreven. Dit onderscheidt BBB ook van het CDA, dat weliswaar regionale wortels heeft, maar minder uitgesproken anti-centralistisch is.
“Geen aanpak van bovenaf die alles gelijk wil maken, maar maatwerk dat past bij elke regio. Want wat in Friesland werkt, werkt niet altijd in Brabant en andersom.”
“BBB laat de stem van het platteland voorgoed weerklinken in Den Haag. We maken ons hard voor het behoud en herstel van voedselzekerheid, cultuurlandschappen, leefbaarheid en tradities. Wij verzetten ons tegen het opofferen van vruchtbare landbouwgrond voor industrie, windturbines of zonneparken zonder lokale steun.”
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
BBB keert zich expliciet tegen wat zij zien als ideologisch en onrealistisch klimaat- en diversiteitsbeleid, waarmee ze zich scherp afzetten tegen GroenLinks-PvdA. CDA is doorgaans gematigder en zoekt compromissen, terwijl BBB zich profileert als pragmatisch en uitvoerbaar.
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg. BBB wil bedrijven behouden voor Nederland en kiest voor verstandige, evenwichtige doelen. Want wie rood staat, kan niet groen doen.”
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
BBB profileert zich als dé landbouwpartij en stelt bescherming van de agrarische sector centraal, in tegenstelling tot GroenLinks-PvdA die juist inzetten op verduurzaming en krimp van de veestapel. CDA steunt de landbouw, maar minder uitgesproken dan BBB.
“BBB is een brede volkspartij voor burgers en bedrijven en daarnaast de enige échte landbouwpartij in Nederland. Niet alleen in woorden, maar ook in daden. We zetten ons in voor realistisch natuurbeleid dat uitgaat van samenwerking met boeren, niet van het wegjagen ervan.”
“We maken ons hard voor het behoud en herstel van voedselzekerheid, cultuurlandschappen, leefbaarheid en tradities.”
BBB pleit voor een kleinere, dienstbare overheid en legt de nadruk op de kracht van lokale gemeenschappen, terwijl GroenLinks-PvdA juist meer overheidsregie en centrale investeringen voorstaan. CDA zit hier tussenin, maar BBB is uitgesprokener in haar terughoudendheid.
“Dit betekent dat de overheid terughoudend optreedt. De recente politieke geschiedenis heeft laten zien dat de overheid zeer feilbaar is. Wij geloven in de kracht van gemeenschappen van mensen.”
“Een dienstbare overheid begint bij eenvoud, slagkracht en focus op kerntaken. BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.”
D66 benadrukt dat de verschillen tussen CDA en GroenLinks-PvdA vooral liggen op het gebied van sociale gelijkheid, duurzaamheid en de rol van de overheid. D66 kiest expliciet voor gelijke kansen zonder uitzonderingen, een sterke nadruk op natuur en klimaat, en een progressieve, inclusieve samenleving, waar CDA doorgaans behoudender is en GroenLinks-PvdA nog verder gaat in sociale en ecologische ambities. D66 positioneert zich als sociaal-liberaal en zoekt de balans tussen individuele vrijheid en collectieve vooruitgang.
D66 maakt van gelijke kansen en inclusie een fundamenteel uitgangspunt, waar CDA traditioneel meer nadruk legt op gemeenschapswaarden en GroenLinks-PvdA op sociale gelijkheid, maar D66 expliciet kiest voor geen enkele uitzondering op basis van afkomst, geloof, gender of beperking.
“Emancipatie en inclusie zijn geen bijzaak; ze zijn het uitgangspunt voor alles wat we doen. Want wie we ook zijn, hoe we er ook uitzien, van wie we ook houden, wat we ook geloven: iedereen moet zichzelf kunnen zijn en dromen na kunnen jagen.”
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 kiest voor harde, niet-onderhandelbare klimaat- en natuurdoelen, zoals halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het principe dat er niet meer vee gehouden wordt dan de natuur aankan. Dit is strenger dan het CDA (dat vaak landbouwbelangen verdedigt) en sluit deels aan bij GroenLinks-PvdA, maar D66 legt nadruk op uitvoerbaarheid en balans.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“Dat we niet meer vee houden dan de natuurlijke omgeving aankan. Zo voorkomen we dat op termijn dure aanpassingen nodig zijn door klimaatverandering en natuurverlies.”
D66 wil dat de overheid regie neemt in ruimtelijke ordening en woningbouw, met wettelijke quota voor sociale huur en het afbouwen van belastingvoordelen voor woningbezit. Dit is progressiever dan het CDA en sluit aan bij GroenLinks-PvdA, maar D66 legt meer nadruk op uitvoerbaarheid en gemengde wijken.
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten. Huurders krijgen meer bescherming en zeggenschap over verduurzaming.”
D66 kiest expliciet voor een sterk, verenigd Europa met meer gezamenlijke investeringen en een leidende rol voor het internationaal recht. Dit onderscheidt zich van het CDA (meer behoudend, soevereiniteit) en GroenLinks-PvdA (meer kritisch op EU-beleid, maar wel pro-Europees).
“D66 kiest voor Europese kracht, internationale samenwerking en leiderschap op het terrein van mensenrechten.”
“D66 wil vaker één gezamenlijke Europese regel die overal geldt: de verordening.”
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan.”
Volt benoemt dat CDA en GroenLinks-PvdA fundamenteel verschillen in hun visie op samenwerking, democratische vernieuwing en de rol van burgers in de politiek. Volt benadrukt dat CDA meer behoudend is en vasthoudt aan traditionele bestuursmodellen, terwijl GroenLinks-PvdA veel progressiever is en inzet op radicale democratische vernieuwing, burgerparticipatie en vergroening. Volt noemt als belangrijkste verschillen de mate van progressiviteit, de openheid voor nieuwe bestuursmodellen en de focus op burgerinspraak.
Volt stelt dat GroenLinks-PvdA veel verder gaat dan het CDA in het vernieuwen van de democratie, het vergroten van burgerparticipatie en het openbreken van het politieke systeem. CDA blijft volgens Volt vasthouden aan traditionele bestuursvormen en is terughoudend met vernieuwing.
“Een uniek proces, wat traditionele partijen niet aandurven. Samen kwamen we met progressieve en nieuwe plannen voor de toekomst.”
“Waar andere partijen kiezen voor verdeeldheid, kiezen wij voor verbinding. We kijken niet toe. Met nieuwe ideeën maken we onze democratie klaar voor de toekomst.”
“We gaan minder debatteren over de politieke ‘waan van de dag’ (de Haagse realiteit) en meer over de grote uitdagingen die voor ons liggen. Volt wil vaker visiedebatten houden over waar we op de lange termijn naartoe moeten.”
Volt benadrukt dat GroenLinks-PvdA burgerberaden en burgerinspraak structureel willen verankeren, terwijl CDA hier veel terughoudender in is. GroenLinks-PvdA wil burgers actief betrekken bij besluitvorming, CDA houdt vast aan representatieve democratie.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland.”
“De aanbevelingen uit individuele burgerberaden worden door de politiek serieus meegenomen in de besluitvorming. Het permanente burgerberaad ziet daarop toe.”
Volt wijst erop dat GroenLinks-PvdA de stemleeftijd wil verlagen en jongeren structureel wil betrekken, terwijl CDA hier niet in meegaat.
“Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar. We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt stelt dat GroenLinks-PvdA veel strengere regels voor transparantie en lobby wil dan het CDA, dat hier minder ver in gaat.
“We voeren een verplicht lobbyregister in, naar Iers model. Nederland loopt achter op het gebied van transparantie rond belangenvertegenwoordiging.”
“We scherpen het lobbyverbod voor politieke topfuncties verder aan.”
Volt noemt dat GroenLinks-PvdA de Tweede Kamer wil uitbreiden en het politieke systeem wil openbreken, terwijl CDA vasthoudt aan het huidige model.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen.”
BIJ1 onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door radicaal te kiezen voor vergaande democratisering van economie en samenleving, het volledig nationaliseren van essentiële sectoren, en het centraal stellen van sociale rechtvaardigheid boven marktwerking. Hun voorstellen zijn concreet en gaan verder dan de gebruikelijke linkse standpunten, zoals het verplichten van werknemersraden met vetorecht, het gratis maken van onderwijs en openbaar vervoer, en het onteigenen van leegstaande woningen en grond van speculanten. BIJ1 zet hiermee in op structurele machtsverschuivingen richting burgers en werkenden, waar CDA en GroenLinks-PvdA gematigder blijven.
BIJ1 wil dat werknemers in grote bedrijven via gekozen raden niet alleen adviesrecht, maar ook vetorecht krijgen over belangrijke besluiten. Dit gaat veel verder dan de positie van werknemers bij CDA en GroenLinks-PvdA, die hooguit pleiten voor meer medezeggenschap, maar geen vetorecht.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
BIJ1 wil de zorg volledig in overheidshanden brengen en het openbaar vervoer gratis maken, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA kiezen voor gereguleerde marktwerking of gedeeltelijke publieke sturing.
BIJ1 stelt voor om leegstaande woningen te onteigenen, huren met terugwerkende kracht te verlagen, en grond van speculanten terug te pakken. Dit is veel ingrijpender dan de voorstellen van CDA en GroenLinks-PvdA, die inzetten op regulering en bijbouwen, maar niet op onteigening of terugwerkende kracht.
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
BIJ1 wil al het onderwijs gratis maken en alle studieschulden van de 'pechgeneratie' volledig kwijtschelden, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA hooguit pleiten voor verlaging of hervorming van het leenstelsel.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil burgers via landelijke gespreksrondes en inspraaksessies bindende invloed geven op nieuwe wetten en regels, wat verder gaat dan de participatievoorstellen van CDA en GroenLinks-PvdA.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door een sterke nadruk op christelijk-sociale waarden, gezinsbeleid, subsidiariteit en een kritische houding tegenover Europese integratie. Hun programma legt de nadruk op het beschermen van gezinnen, het versterken van lokale gemeenschappen en het beperken van marktwerking en individualisme, met concrete voorstellen zoals een forse verhoging van de kinderbijslag en het afwijzen van draagmoederschap. In tegenstelling tot GroenLinks-PvdA (progressief, seculier, pro-EU) en CDA (centrum-rechts, traditioneel, pro-EU), kiest de ChristenUnie voor een meer behoudende, sociaal-christelijke koers met duidelijke grenzen aan liberalisering en Europese macht.
De ChristenUnie kiest voor een uitzonderlijk gezinsvriendelijk beleid, met een sterke financiële ondersteuning voor gezinnen en het uitbannen van kinderarmoede. Dit onderscheidt zich van zowel CDA (meer gematigd) als GroenLinks-PvdA (meer gericht op inkomensnivellering, maar minder expliciet op gezinsbeleid).
“Daarom verhoogt de ChristenUnie de kinderbijslag naar € 4500 per kind per jaar, maken we de kinderopvang en gastouderopvang (zo goed als) gratis en vereenvoudigen we de verlofregelingen zodat ouders er kunnen zijn voor hun kinderen als dat nodig is.”
“Het verlagen van kinderarmoede wordt een wettelijk doel.”
De ChristenUnie neemt een uitgesproken conservatief standpunt in op het gebied van gezinsvorming en ouderschap, in tegenstelling tot GroenLinks-PvdA (progressief, voor regulering) en CDA (meestal minder uitgesproken).
“De ChristenUnie blijft tegen draagmoederschap en commerciële spermadonatie. We verzetten ons tegen het reguleren van draagmoederschap waarbij het kind genetisch slechts gedeeltelijk of in het geheel niet verwant is met de wensouders.”
“Er komt een verbod op internationaal draagmoederschap en spermadonatie, om kinderhandel en misstanden te voorkomen.”
De ChristenUnie is kritisch op verdere Europese integratie en benadrukt nationale soevereiniteit en besluitvorming op het laagst mogelijke niveau. Dit verschilt van GroenLinks-PvdA (pro-EU, voor meer integratie) en CDA (meestal pro-EU, maar minder uitgesproken kritisch).
“Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht op terreinen waar de EU geen mandaat heeft, zoals gezondheidszorg, medische ethiek, onderwijs of woningbouw.”
“De voorgenomen uitbreiding van de EU-begroting is niet acceptabel. De ChristenUnie is voorstander van Europese samenwerking die dienstbaar is aan lidstaten, niet andersom.”
De ChristenUnie keert zich expliciet tegen doorgeschoten marktwerking en het idee dat individuele vrijheid altijd voorop moet staan, wat hen onderscheidt van CDA (meer marktgericht) en GroenLinks-PvdA (meer gericht op individuele keuzevrijheid).
“Dat de mens zelf het beste weet wat goed voor hem is, zichzelf altijd in de hand heeft en in vrijheid de juiste keuzes maakt, is een mythe. Dat geldt ook voor de illusie dat de markt zichzelf altijd zo ordent dat kwetsbare mensen worden beschermd.”
“De ChristenUnie staat voor een werkelijk vrij leven en strijdt daarom tegen deze schaduwkanten van ongebreidelde vrijheid. De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
NSC onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door een sterke nadruk op herstel van de relatie tussen burger en overheid, regionale vertegenwoordiging in de Kamer, en het afwijzen van dichtgetimmerde coalitieakkoorden. De partij pleit voor meer directe burgerzeggenschap, een regionaal kiesstelsel, en een cultuur van open debat en tegenmacht, waarmee ze zich zowel van het traditionele CDA als van de centralistische en progressieve koers van GroenLinks-PvdA afzet. NSC kiest voor economisch solidariteit en culturele waarden, maar met een realistische, niet-ideologische benadering.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel met meervoudige districten, wat afwijkt van het landelijke, evenredige systeem dat CDA en GroenLinks-PvdA hanteren. Dit moet zorgen dat regionale belangen beter worden gehoord en vertegenwoordigd.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
“De overgebleven zetels worden zo toegewezen dat er sprake blijft van evenredige vertegenwoordiging. De zorgen en belangen van mensen uit alle delen van het gehele land worden zo beter gehoord in het parlement.”
NSC verzet zich tegen gedetailleerde coalitieakkoorden en pleit voor meer ruimte voor parlementair debat en tegenmacht, in tegenstelling tot de praktijk van CDA en GroenLinks-PvdA die vaak op hoofdlijnenakkoorden steunen en minder ruimte laten voor Kamerleden.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
“We investeren in een andere politieke cultuur met meer inhoud en open debat.”
NSC legt sterk de nadruk op het herstellen van tegenmacht en het vergroten van directe burgerzeggenschap, bijvoorbeeld via lokale referenda en het beperken van de invloed van lobbygroepen. Dit onderscheidt zich van CDA (meer bestuurlijk) en GroenLinks-PvdA (meer centralistisch en gericht op maatschappelijke organisaties).
NSC combineert economisch solidariteit met het vasthouden aan Nederlandse identiteit en cultuur, terwijl GroenLinks-PvdA vooral progressief en internationaal georiënteerd is en CDA traditioneel meer op gemeenschapszin en christendemocratische waarden inzet.
“Nieuw Sociaal Contract kiest voor bestaanszekerheid voor gewone mensen, gezinnen en hardwerkende ondernemers... Tegelijk komt Nieuw Sociaal Contract op voor de Nederlandse identiteit en cultuur, geschiedenis en traditie.”
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen. En we zijn wars van populisme, wat gouden bergen belooft maar niets waarmaakt.”
De SP benadrukt dat er grote verschillen zijn tussen CDA en GroenLinks-PvdA, vooral op het gebied van sociale rechtvaardigheid, economische ongelijkheid en militarisering. De SP verwijt CDA een meer behoudende, minder sociale koers en ziet GroenLinks-PvdA als te bereid tot compromissen met rechtse partijen, vooral rond bezuinigingen en militarisering. De SP pleit voor radicale sociale keuzes, terwijl CDA en GroenLinks-PvdA volgens hen te veel naar het midden opschuiven.
De SP positioneert zichzelf als de partij die kiest voor radicale sociale verandering, in tegenstelling tot CDA en GroenLinks-PvdA, die volgens de SP te veel compromissen sluiten en naar het politieke midden bewegen. Dit verschil wordt vooral zichtbaar in hun kritiek op de PvdA (nu GroenLinks-PvdA) vanwege eerdere samenwerking met de VVD en het niet doorvoeren van sociale hervormingen.
“De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
“Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
De SP onderscheidt zich van CDA en GroenLinks-PvdA door fel tegen de forse verhoging van het defensiebudget ("Trumpnorm") te zijn, waar beide andere partijen volgens de SP wél mee instemmen. De SP stelt dat deze militarisering leidt tot bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid.
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
“Zo zien we hoe, in slechts enkele maanden, onze welvaartsstaat wordt omgebouwd tot een oorlogsmachine. Het maakt onze wereld niet veiliger, het verzwakt onze economie en beschadigt onze samenleving. We zullen er alles aan moeten doen om dit te stoppen.”
De SP legt sterk de nadruk op het eerlijker verdelen van welvaart en het zwaarder belasten van kapitaal, in tegenstelling tot CDA en GroenLinks-PvdA, die volgens de SP niet ver genoeg gaan in het aanpakken van economische ongelijkheid.
“Wij willen zinnige investeringen doen die de problemen in Nederland oplossen, visie scheppen voor de toekomst en de ontspoorde ongelijkheid aanpakken.”
“Wij doen wat nodig is en zijn zuinig op het geld van Nederland. We moeten investeren in onze mensen en economie, maar de rekening hiervan moet niet langer alleen op de schouders van de werkende klasse terechtkomen.”