DENK benadrukt dat D66 en JA21 fundamenteel verschillen in hun visie op sociale gelijkheid, diversiteit, en de rol van de overheid. Waar D66 progressief is op het gebied van inclusie en Europese samenwerking, en JA21 juist conservatief en restrictief, wijst DENK op de noodzaak van harde maatregelen tegen discriminatie, het versterken van sociale voorzieningen, en het beschermen van minderheden. DENK kiest voor radicale gelijkwaardigheid, stevige armoedebestrijding, en een inclusieve samenleving, wat hen onderscheidt van zowel D66 als JA21.
DENK positioneert zich als de partij die het hardst optreedt tegen discriminatie, met concrete doelen en institutionele veranderingen. Dit onderscheidt hen van D66 (progressief, maar minder radicaal) en JA21 (conservatief, vaak kritisch op diversiteitsbeleid).
“Een discriminatiedeadline. Het wettelijke doel wordt dat in 2030 de ervaren discriminatie in de samenleving 0% is.”
“Antifascisme in de Grondwet. Nooit meer is nu: in de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
“De Autoriteit tegen Discriminatie en Racisme (AR). Deze Autoriteit vervangt de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme en krijgt iets wat nu ontbreekt: échte macht, een...”
DENK pleit voor een sterke, herverdelende overheid met een hoog minimumloon en stevige armoedebestrijding, wat hen onderscheidt van het marktliberalisme van D66 en het restrictieve beleid van JA21.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij willen dat de prijzen van boodschappen omlaag gaan. Dit doen wij door het nemen van prijsmaatregelen en het verlagen van de BTW.”
“Wij staan voor extra investeringen in armoedebestrijding en in toegankelijkere armoederegelingen. Er komt een fulltime Minister voor Armoedebestrijding.”
DENK kiest voor cultuursensitief onderwijs, meertaligheid, en het beschermen van religieus/bijzonder onderwijs, wat hen onderscheidt van D66 (meer seculier, gericht op universele waarden) en JA21 (meer restrictief en nationalistisch).
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
“Stilteruimtes op scholen en het recht op religieus verlof voor leerlingen én medewerkers.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK wil meer directe democratie en transparantie, zoals het direct kiezen van burgemeesters en het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd, waarmee ze zich onderscheiden van de meer institutionele benadering van D66 en de behoudende lijn van JA21.
DENK neemt een uitgesproken standpunt in tegen Israël en voor internationale solidariteit, wat hen onderscheidt van D66 (meer diplomatiek) en JA21 (meer pro-Israël).
“De zwaarste sancties tegen de oorlogsmisdadiger Netanyahu en alle andere leden van de 'Israëlische' regering.”
“Nederland stopt alle vormen van militaire samenwerking met 'Israël'.”
“Alle samenwerking met 'Israëlische' universiteiten wordt beëindigd. Een academische boycot van 'Israël'.”
BVNL positioneert zich als een klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij, die sterk de nadruk legt op individuele vrijheid, een kleine overheid, nationale soevereiniteit en het behoud van Nederlandse tradities. In vergelijking met D66 (progressief, pro-EU, sociaal-liberaal) en JA21 (conservatief, rechts, eurosceptisch) onderscheidt BVNL zich door radicale voorstellen voor het verkleinen van de overheid, het afschaffen van subsidies en woke-beleid, en het invoeren van een vlaktaks. BVNL is uitgesproken tegen supranationale inmenging en woke-ideologie, en pleit voor bindende referenda en maximale individuele keuzevrijheid, ook op medisch-ethisch vlak.
BVNL wil de overheid veel kleiner maken dan zowel D66 als JA21, met een forse reductie van uitgaven en het schrappen van subsidies, adviesorganen en klimaatbeleid. Dit is een veel radicalere benadering dan de meer gematigde hervormingsvoorstellen van JA21 en de overheidsrol die D66 voorstaat.
BVNL is uitgesproken tegen het overhevelen van macht naar supranationale organisaties zoals de EU, WHO, VN en NAVO, en wil de EU omvormen tot een losse confederatie. Dit gaat verder dan JA21’s euroscepsis en staat haaks op D66’s pro-Europese integratie.
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
BVNL wil een einde maken aan alle woke- en diversiteitsbeleid, verbiedt genderneutrale toiletten in overheidsgebouwen en sluit biologische mannen uit van vrouwensporten. Dit is een veel hardere lijn dan D66 (progressief, inclusief) en scherper geformuleerd dan JA21.
“Er komt een einde aan al het woke- en diversiteitsbeleid. De overheid kiest voor kwaliteit ongeacht huidskleur, achtergrond of geaardheid of politieke affiliatie.”
“Genderneutrale toiletten worden in alle overheidsgebouwen en door de overheid gefinancierde instellingen verboden.”
“Biologische mannen worden niet toegelaten in vrouwensporten, vrouwenkleedkamers, vrouwengevangenissen en ander voor vrouwen bedoelde ruimten.”
BVNL pleit voor het invoeren van een bindend referendum, waarmee burgers direct invloed krijgen op beleid. Dit onderscheidt zich van D66 (voorstander van correctief referendum, maar minder vergaand) en JA21 (voor referenda, maar minder prominent).
BVNL wil een vlaktaks van 25% op alle inkomens en het afschaffen van alle toeslagen en erf- en schenkbelasting. Dit is een veel radicaler fiscaal voorstel dan bij D66 (progressief, inkomensafhankelijk) en JA21 (rechts, maar niet zo vergaand).
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL wil een volledige asielstop en koppelt het woningtekort direct aan immigratie, wat verder gaat dan JA21’s restrictieve migratiebeleid en lijnrecht tegenover D66’s meer open houding staat.
BVNL is medisch-ethisch progressief: volledige keuzevrijheid voor euthanasie, abortus, vaccinatie, maar tegen geslachtstransities bij minderjarigen. Dit verschilt van D66 (progressief, maar meer regulerend) en JA21 (conservatiever).
D66 onderscheidt zich van JA21 door een uitgesproken progressieve koers op thema’s als Europese integratie, sociale gelijkheid, klimaatbeleid, dierenwelzijn en individuele vrijheden. D66 kiest voor méér Europese samenwerking, stevige klimaatmaatregelen, expliciete bescherming van minderheden en grondrechten, en een actieve rol van de overheid in het bevorderen van gelijke kansen. Deze standpunten staan haaks op de meer behoudende, nationaal georiënteerde en restrictieve koers van JA21.
D66 wil de Europese Unie versterken met meer gezamenlijke regels, een grotere EU-begroting en gezamenlijke investeringen, terwijl JA21 juist pleit voor minder macht naar Brussel en meer nationale soevereiniteit. D66 ziet Europese samenwerking als essentieel voor economische, sociale en ecologische vooruitgang.
“D66 kiest voor een EU die weer wérkt. Een EU waarin landen de Unie versterken, niet verlammen.”
“D66 wil vaker één gezamenlijke Europese regel die overal geldt: de verordening.”
“D66 wil jaarlijks €750 tot €800 miljard euro extra aan Europese investeringen. Dat financieren we met gezamenlijke leningen.”
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan.”
D66 zet zich expliciet in voor het doorbreken van alle vormen van discriminatie, inclusief op basis van afkomst, geloof, seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Dit progressieve, inclusieve beleid contrasteert sterk met de meer restrictieve en traditionele benadering van JA21.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 kiest voor ambitieuze klimaatmaatregelen, investeert in natuurherstel en stelt dierenwelzijn centraal als moreel kompas. JA21 is veel terughoudender op deze thema’s en plaatst economische belangen vaker boven milieu en dierenrechten.
D66 wil het recht op abortus en euthanasie expliciet in de Grondwet vastleggen en pleit voor een wettelijke regeling voor hulp bij voltooid leven. Dit progressieve standpunt wordt door JA21 niet gedeeld, die een meer conservatieve lijn volgt op medisch-ethische thema’s.
D66 kiest ervoor om ongelijk te investeren voor gelijke kansen, bijvoorbeeld door mensen met een korte of geen vooropleiding een hoger budget te geven. Dit staat tegenover het meer meritocratische en minder herverdelende beleid van JA21.
“Wie een korte of geen vooropleiding heeft, krijgt een hoger budget. Want voor gelijke kansen moeten we ongelijk investeren.”
D66 wil oneerlijke belastingvoordelen verminderen, de hypotheekrenteaftrek verder afbouwen en meer financiële ondersteuning bieden bij tegenslag. Dit staat haaks op de meer marktgerichte en minder herverdelende koers van JA21.
“D66 wil oneerlijke belastingvoordelen verminderen. Daarom evalueren we fiscale regelingen die niet doen wat of voor wie ze zijn bedoeld goed. We passen ze aan of schaffen ze eventueel af.”
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek...”
JA21 onderscheidt zich van D66 door een uitgesproken focus op nationale soevereiniteit, beperking van migratie, terugdringen van EU-invloed, en het afwijzen van progressieve sociale en klimaatmaatregelen. De partij pleit voor minder overheidsbemoeienis, meer directe democratie, strenger migratiebeleid, en een pragmatische benadering van landbouw, energie en cultuur, waar D66 juist inzet op Europese samenwerking, inclusiviteit, klimaatambitie en sociale vooruitgang.
JA21 wil migratie sterk beperken en ziet het behoud van de Nederlandse identiteit als essentieel, terwijl D66 migratie meer als een verrijking en internationale verantwoordelijkheid ziet. JA21 koppelt migratie direct aan druk op de verzorgingsstaat en publieke voorzieningen.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
JA21 is kritisch op de Europese Unie en wil de nationale soevereiniteit herstellen, waar D66 juist voor verdieping van Europese samenwerking pleit. JA21 verzet zich tegen verdere politieke integratie en EU-regelgeving.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet. Alleen zo herstellen we de concurrentiekracht van Nederland en geven we ondernemerschap weer de ruimte.”
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
JA21 verzet zich expliciet tegen diversiteits- en inclusietrainingen en beleid gericht op institutioneel racisme, terwijl D66 deze juist omarmt als instrumenten voor een inclusieve samenleving.
JA21 verwerpt dwingende klimaatmaatregelen, kiest voor kernenergie en wil geen gedwongen elektrificatie of uitkoop van boeren, waar D66 juist vooroploopt in klimaatambitie, duurzame energie en stikstofreductie.
“JA21 kiest voor een andere koers waarin boeren, vissers en natuur niet tegenover elkaar, maar naast elkaar worden gezet. Wij staan voor toekomstbestendige sectoren en verzetten ons tegen symboolpolitiek en gedwongen uitkoop van boeren.”
“Ten minste 20 Gigawatt aan nieuwe kerncentrales realiseren in de komende 25 jaar.”
“Ook een vanuit Brussel afgekondigd verbod van verkoop van brandstofauto’s per 1 januari 2035 en het instellen van milieuzones om de burger richting het elektrisch rijden te dwingen, wordt niet door JA21 gesteund.”
JA21 wil meer referenda, gekozen burgemeesters en een faciliterende overheid, terwijl D66 de representatieve democratie en een actieve overheid centraal stelt.
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
JA21 wijst herstelbetalingen voor het slavernijverleden af, waar D66 deze discussie openhoudt en inzet op erkenning en herstel.
“Niet overgaan tot herstelbetalingen voor het Nederlandse slavernijverleden.”
FVD benadrukt dat D66 en JA21 fundamenteel verschillen in hun visie op democratie, nationale soevereiniteit en de rol van internationale verdragen. Volgens FVD is D66 uitgesproken voor Europese integratie en internationale samenwerking, terwijl JA21 zich juist profileert als kritisch op de EU, maar minder radicaal dan FVD. FVD stelt dat JA21 dichter bij hun eigen standpunten staat dan D66, vooral op het gebied van immigratie, referenda en nationale wetgeving boven internationale afspraken.
FVD ziet D66 als uitgesproken voorstander van Europese integratie en internationale verdragen, terwijl JA21 zich juist afzet tegen Brusselse bemoeienis en nationale wetgeving vooropstelt. Dit verschil is volgens FVD fundamenteel voor de koers van Nederland.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We willen stoppen met de excessieve uitdijing van het overheidsapparaat, de wirwar van regeltjes, heffingen en toeslagen, loskomen van de Europese regelzucht en een samenleving creëren waarin zelfredzaamheid, vrijheid en dynamiek weer centraal staan.”
FVD benadrukt dat D66 structureel tegen bindende referenda is, terwijl JA21 (net als FVD) directe democratie en referenda als speerpunt heeft. Dit onderscheidt de partijen duidelijk op het gebied van burgerinvloed.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties.”
“Bindende referenda naar Zwitsers model. We voeren bindende referenda in, zodat burgers zich rechtstreeks kunnen uitspreken over belangrijke politieke besluiten.”
FVD stelt dat D66 vasthoudt aan benoemde bestuurders, terwijl JA21 (en FVD) pleiten voor direct gekozen burgemeesters en andere bestuurders, om de macht dichter bij de burger te leggen.
“Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“We laten burgemeesters en Commissarissen van de Koning direct door de bevolking kiezen, zodat bestuurders verantwoording afleggen aan de kiezer in plaats van aan politieke partijen.”
FVD positioneert D66 als voorstander van diversiteitsbeleid en progressieve sociale agenda’s, terwijl JA21 zich hiertegen afzet en kiest voor neutraliteit en meritocratie.
“We stoppen met quota, (semi-)verplichte trainingen en diversiteitsbeleid bij de overheid en (semi-)publieke instellingen, zodat kwaliteit en geschiktheid weer leidend worden.”
“We verbieden cancel culture, diversity officers en safe spaces, zodat universiteiten weer plekken zijn voor vrij debat en scherpe ideeën.”
FVD stelt dat D66 vooroploopt in klimaatmaatregelen, terwijl JA21 (en FVD) zich juist verzetten tegen streng klimaat- en stikstofbeleid en meer ruimte willen voor boeren en industrie.
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
“Dat betekent dat we de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet afschaffen, dat we exportvrijheid zonder Brusselse beperkingen herstellen en dat we onze visserijsector erkennen als volwaardige gebruiker van onze wateren.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt een radicaal andere koers dan zowel D66 als JA21, door welzijn boven welvaart te plaatsen en structurele systeemverandering te eisen op het gebied van klimaat, economie en sociale rechtvaardigheid. Waar D66 doorgaans progressief is op sociaal-liberale thema’s en JA21 juist conservatief en marktgericht, kiest PvdD voor een fundamenteel groene, solidaire en anti-marktbenadering. De partij stelt concrete voorstellen voor zoals het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van marktwerking in de zorg en het centraal stellen van dierenrechten en natuur.
PvdD onderscheidt zich van zowel D66 (die economische groei en innovatie als motor ziet) als JA21 (die inzet op economische vrijheid en minder overheidsbemoeienis) door welzijn, natuur en dieren structureel boven economische belangen te plaatsen.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in ónze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“Van uitputting naar evenwicht: radicaal kiezen voor groen”
Waar D66 inzet op haalbare klimaatmaatregelen en JA21 klimaatbeleid juist wil afremmen, kiest PvdD voor een radicale, allesomvattende aanpak van de klimaat- en natuurcrisis, met harde grenzen aan consumptie en productie.
“Het moet en kan anders. Samen kunnen we de klimaat- en natuurcrisis eerlijk en effectief aanpakken. We kunnen niet meer alles produceren en consumeren wat we willen.”
“We kiezen voor ruimte voor natuur en woningen, voor het radicaal aanpakken van de klimaatcrisis, voor gezondheid, voor medemenselijkheid en rechtvaardigheid.”
In tegenstelling tot D66 (die marktwerking in de zorg deels verdedigt) en JA21 (die private zorg en keuzevrijheid benadrukt), wil PvdD de marktwerking volledig uit de zorg halen en zorg als een collectieve basisvoorziening organiseren.
PvdD kiest voor een veel sterkere herverdeling dan D66 (gematigd progressief) of JA21 (liberaal/conservatief), met een fors hoger minimumloon en hogere belastingen voor de hoogste inkomens.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen.”
“We maken de inkomstenbelasting eerlijker. Het lage tarief gaat omlaag, het hoge tarief omhoog. Voor mensen die meer verdienen dan de balkenendenorm komt een nieuwe schijf met een hoger tarief.”
Waar D66 en JA21 dierenwelzijn slechts als onderdeel van bredere thema’s behandelen, maakt PvdD dierenrechten tot uitgangspunt van beleid.
Het BBB-verkiezingsprogramma bevat geen directe vergelijking tussen D66 en JA21, maar benadrukt vooral haar eigen onderscheidende koers: nuchter, regionaal geworteld beleid, met nadruk op noaberschap, behoud van Nederlandse cultuur en een kritische houding tegenover Europese inmenging. BBB zet zich af tegen zowel progressief-liberale symboolpolitiek (zoals D66) als tegen uitgesproken rechtse polarisatie (zoals JA21), en kiest voor praktische oplossingen gericht op regionale gelijkwaardigheid en bestaanszekerheid.
BBB onderscheidt zich door een uitgesproken kritische houding tegenover Brusselse regelgeving en internationale verdragen, waarbij nationale belangen altijd voorop moeten staan. Dit verschilt van D66, dat juist sterk pro-Europees is, en van JA21, dat weliswaar kritisch is op Europa, maar minder inzet op regionale autonomie.
“Veel regels die het dagelijks leven beïnvloeden komen uit Brussel. BBB is niet tegen Europese samenwerking, maar Nederland moet weer soeverein kunnen kiezen wat werkt. Nationale belangen moeten voorop staan, niet Brusselse dogma’s.”
“Nederland moet ook kritisch kijken naar internationale verdragen die onze beleidsruimte beperken. Vooral op het gebied van migratie, asiel, klimaat, stikstof, energie en landbouw. Internationale samenwerking mag nooit ten koste gaan van onze democratische zeggenschap.”
BBB legt sterk de nadruk op het belang van regio’s en het tegengaan van Randstad-centrisch beleid, wat haar onderscheidt van D66 (meer stedelijk en nationaal gericht) en JA21 (meer nationaal-conservatief, minder regionaal georiënteerd).
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
“BBB staat voor een verbonden Nederland, waarin stad en platteland elkaar aanvullen in plaats van tegenover elkaar staan. Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen.”
BBB verzet zich expliciet tegen wat zij ziet als doorgeschoten symboolpolitiek rond diversiteit en LHBTIQ+, waarmee zij zich afzet tegen D66 (voorvechter van diversiteit) en zich onderscheidt van JA21 (meer traditioneel, maar minder expliciet op dit punt).
“BBB staat pal voor de vrijheid van ieder mens, maar kiest voor gerichte actie in plaats van symbolen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. BBB maakt zich zorgen over de doorgeschoten symboolpolitiek rond LHBTIQ+beleid.”
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
BBB kiest voor het versterken van lokale gemeenschappen en burgerparticipatie, in tegenstelling tot de meer gecentraliseerde, technocratische benadering van D66 en de nationale focus van JA21.
“Noaberschap. We zorgen voor elkaar en laten niemand vallen. We bouwen aan gemeenschappen waarin mensen elkaar kennen, steunen en opvangen. Dit betekent dat de overheid terughoudend optreedt.”
“Invloed op de eigen leefomgeving. Inwoners dienen meer zeggenschap te krijgen over hun eigen leefomgeving. Mensen weten zelf het beste wat daar speelt en waar behoefte aan is.”
NSC geeft geen direct antwoord op de verschillen tussen D66 en JA21, maar benadrukt in haar programma het belang van bestaanszekerheid, een betrouwbare overheid, en het herstellen van de menselijke maat in beleid. De partij positioneert zich als alternatief voor zowel neoliberalisme (waar D66 vaak mee wordt geassocieerd) als populisme (waar JA21 zich tegen afzet), en kiest voor realistische, inhoudelijke politiek met aandacht voor sociale zekerheid, nationale identiteit en bestuurlijke vernieuwing. Concrete voorstellen zijn onder andere het versterken van tegenmacht, het beperken van migratie, en het invoeren van een regionaal kiesstelsel.
NSC positioneert zich expliciet als alternatief voor zowel het neoliberalisme (meer geassocieerd met D66) als het populisme (meer geassocieerd met JA21), en kiest voor een realistische, zorgzame samenleving.
NSC legt sterk de nadruk op bestaanszekerheid, sociale zekerheid en het centraal stellen van gewone mensen, wat hen onderscheidt van D66 (meer progressief, internationaal, individualistisch) en JA21 (meer nationaal-conservatief, minder sociaal).
“Nieuw Sociaal Contract kiest voor bestaanszekerheid voor gewone mensen, gezinnen en hardwerkende ondernemers. Zij moeten centraal staan in de beslissingen die de politiek neemt.”
“Mensen kunnen alleen volwaardig meedoen aan de maatschappij als er een stevige bodem onder hun bestaan ligt. Daarvoor is nodig een goed inkomen en een geschikt huis.”
NSC kiest voor beperking van migratie en het versterken van de Nederlandse identiteit, waarmee het zich onderscheidt van D66 (meer open, pro-migratie) en nuanceert ten opzichte van JA21 (strenger, meer uitgesproken restrictief).
“De overheid moet mensen dienen, niet andersom. Dat vraagt om politieke focus op oplossingen waar mensen echt iets aan hebben: voldoende woningen, een eerlijk inkomen, beperking van migratie en drastische versterking van onze nationale veiligheid en weerbaarheid.”
NSC pleit voor een regionaal kiesstelsel en het versterken van tegenmacht, waarmee het zich onderscheidt van de status quo die door D66 wordt verdedigd, en van de meer centralistische benadering van JA21.
NSC kiest voor samenwerking binnen de EU en NAVO, maar met behoud van nationale autonomie en zonder Europese doelstellingen te overtreffen, waarmee het zich onderscheidt van D66 (meer pro-Europees) en JA21 (meer eurosceptisch).
“Ons land werkt samen binnen de Europese Unie en met internationale partners. Verdragen versterken onze veiligheid en bestaanszekerheid. Maar Nederland moet baas blijven in eigen land. En we hoeven ook niet het knapste jongetje van de klas te zijn door Europese doelstellingen te overtreffen.”
Volt positioneert zich als een progressieve, pan-Europese partij die sterk inzet op democratische vernieuwing, jongerenparticipatie en Europese integratie. In tegenstelling tot D66 en Ja21 pleit Volt voor radicale hervormingen zoals een jongerenkamer, verlaging van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, en een federale Europese Unie. Hun kernvisie draait om inclusiviteit, lange termijn denken en het versterken van democratische instituties.
Volt wil jongeren structureel meer invloed geven op het beleid, onder andere door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen en een Derde Kamer (jongerenberaad) in te voeren. Dit onderscheidt Volt van D66 en Ja21, die deze voorstellen niet zo vergaand hebben.
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
“We voeren een Derde Kamer voor jongeren in. De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad.”
Volt pleit voor een forse uitbreiding van de Tweede Kamer en het instellen van een permanent burgerberaad, waarmee ze verder gaan dan D66 en Ja21 in het versterken van de volksvertegenwoordiging en burgerparticipatie.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels.”
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op.”
Volt kiest expliciet voor een federale Europese Unie met een Europese grondwet en het afschaffen van het vetorecht, wat hen onderscheidt van D66 (wel pro-EU, maar minder radicaal) en Ja21 (EU-sceptisch).
“We willen een EU die werkt voor alle Europeanen... er komt een Europese grondwet, waarin we de rechten van alle Europeanen vastleggen. We schaffen het vetorecht af, zodat nationale leiders hun eigenbelang niet meer boven het belang van ons allemaal kunnen stellen. De EU wordt een echte federale democratie.”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen intern democratisch moeten zijn en geen eenmanspartijen meer toestaan, een voorstel dat verder gaat dan de standpunten van D66 en Ja21.
“We versterken de democratie door in de wet op te nemen dat politieke partijen aan democratische eisen moeten voldoen. Geen eenmanspartijen meer zonder leden met stemrecht.”
“Politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor mensen om lid te worden van een politieke partij en stemrecht voor die leden.”
BIJ1 benoemt geen directe verschillen tussen D66 en JA21, maar de fragmenten uit het programma laten zien dat BIJ1 fundamenteel andere keuzes maakt dan beide partijen, vooral op het gebied van democratisering, sociale rechtvaardigheid en economische macht. BIJ1 pleit voor radicale democratisering, meer zeggenschap voor burgers en werknemers, en het terugdringen van marktwerking, wat hen onderscheidt van zowel het liberale D66 als het conservatieve JA21.
BIJ1 wil werknemers directe macht geven over belangrijke bedrijfsbeslissingen, wat veel verder gaat dan het beleid van D66 (die inzet op medezeggenschap) en JA21 (die vooral inzet op ondernemingsvrijheid). Dit is een fundamenteel verschil in visie op economische democratie.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
Waar D66 burgerparticipatie vooral ziet als aanvullend op representatieve democratie en JA21 juist kritisch is op burgerfora, wil BIJ1 bindende landelijke gespreksrondes en inspraaksessies bij grote politieke vraagstukken. Dit is een radicaal andere invulling van democratie.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil al het onderwijs gratis maken en studieschulden volledig kwijtschelden, terwijl D66 inzet op betaalbare toegankelijkheid en JA21 juist kritisch is op het kwijtschelden van schulden. Dit is een duidelijk onderscheidend sociaal-economisch standpunt.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil de democratie en rechtsstaat radicaal hervormen om de macht van grote bedrijven en rijke groepen te breken, terwijl D66 en JA21 beide binnen het bestaande systeem blijven opereren.
“BIJ1 staat pal achter een democratie die gebaseerd is op gelijkwaardigheid, in plaats van een democratie gebaseerd op de belangen van de grote bedrijven en de rijken.”
BIJ1 wil de zorg volledig nationaliseren en het eigen risico afschaffen, waar D66 marktwerking deels wil behouden en JA21 juist meer marktwerking en eigen verantwoordelijkheid voorstaat.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 wil Nederland uit de NAVO halen en geen cent extra naar defensie, terwijl D66 en JA21 beide voor NAVO-lidmaatschap en verhoging van het defensiebudget zijn.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar. Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
De SP benoemt in haar programma dat D66 en JA21 fundamenteel verschillen in hun visie op sociale rechtvaardigheid, solidariteit en de rol van de overheid. Waar D66 volgens de SP meer richting het politieke midden beweegt en JA21 een rechtse koers vaart, pleit de SP voor een radicaal sociaal beleid gericht op het verkleinen van ongelijkheid en het versterken van publieke voorzieningen. De kern van hun visie is dat Nederland sociaal moet worden ingericht, met grote investeringen in zorg, onderwijs en sociale zekerheid, en een duidelijke afwijzing van afbraakpolitiek en tweedeling.
De SP positioneert zichzelf expliciet tegenover D66 en JA21 door te stellen dat deze partijen niet kiezen voor de meest sociale koers. D66 wordt verweten naar het midden te bewegen voor de macht, terwijl JA21 tot de rechtse partijen wordt gerekend die volgens de SP niets hebben gedaan voor gewone mensen.
“De keuzes voor de komende verkiezingen zijn simpel. Wordt het weer ieder voor zich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
“Als het gaat om problemen van gewone mensen oplossen, dan hebben de rechtse ruziemakers PVV, VVD, NSC en BBB de afgelopen jaren niets voor elkaar gekregen.”
De SP benadrukt dat haar alternatieven niet slechts een beetje socialer zijn, maar fundamenteel anders dan de koers van D66 en JA21. Waar D66 en JA21 volgens de SP kiezen voor behoud of zelfs afbraak van sociale voorzieningen, kiest de SP voor grote veranderingen gericht op solidariteit en het verkleinen van ongelijkheid.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
“Wij werken aan sociale veranderingen. Wij hebben de sociaalste alternatieven. Wij gaan voor SUPERSOCIAAL!”
De SP zet zich af tegen partijen die volgens haar verdeeldheid zaaien, en benadrukt het belang van solidariteit en het tegengaan van discriminatie. Dit wordt als onderscheidend gepresenteerd ten opzichte van partijen als D66 en JA21.
“We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, woonplaats, beperking of wat ook.”
“Op dit moment worden er politieke spelletjes gespeeld met het volk van Nederland: politici jagen mensen angst aan voor landgenoten met een andere afkomst, geaardheid, geloof, woonplek, gender of huidskleur dan zijzelf. Daarmee leiden ze af van het feit dat juist deze politici zelf de problemen in het land veroorzaken, aanwakkeren of negeren.”
Het ChristenUnie-programma bevat geen directe vergelijking tussen D66 en JA21, maar benadrukt het belang van een inclusieve samenleving, bescherming van minderheden en behoud van het huidige kiesstelsel zonder kiesdrempel of districtenstelsel. De partij verzet zich tegen referenda en pleit voor constitutionele toetsing door rechters, waarmee zij zich op deze punten duidelijk onderscheidt van zowel D66 als JA21.
ChristenUnie wijst een kiesdrempel en districtenstelsel af, omdat deze volgens hen de vertegenwoordiging van kleinere groepen beperken. Dit onderscheidt zich van JA21, dat juist voorstander is van een kiesdrempel, en van D66, dat openstaat voor kiesstelselwijzigingen. De nadruk op bescherming van minderheden contrasteert met de meer majoritaire benadering van JA21.
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben. Wij geloven dat je de kracht van een samenleving kunt afmeten aan de ruimte die meerderheden geven aan minderheden.”
ChristenUnie verwerpt referenda als schijninvloed en wil deze niet in de grondwet opnemen. Dit verschilt van D66, dat referenda juist als democratisch instrument ziet, en van JA21, dat pleit voor meer directe democratie.
“Referenda bieden schijninvloed en horen dus niet thuis in de grondwet.”
ChristenUnie wil het verbod op constitutionele toetsing afschaffen, zodat rechters wetten aan de grondwet kunnen toetsen. Dit is een standpunt dat D66 ook deelt, maar waar JA21 juist kritisch tegenover staat.
“Het verbod op constitutionele toetsing wordt afgeschaft zodat rechters wetten ook aan de grondwet kunnen toetsen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma