Het CDA onderscheidt zich van D66 door een sterkere nadruk op traditionele waarden, gemeenschapszin, minder regels, en het beschermen van de vrijheid van onderwijs en media. Het CDA kiest voor een fatsoenlijk, betrokken land met meer ruimte voor verenigingen, vrijwilligers en lokale initiatieven, en minder voor individualisme en maakbaarheid. Concrete voorstellen zijn onder andere het behouden van artikel 23 (vrijheid van onderwijs), het afwijzen van een Constitutioneel Hof, en het verminderen van regeldruk.
Het CDA verdedigt expliciet de vrijheid van onderwijs (artikel 23 Grondwet), waar D66 juist kritisch is en meer sturing en gelijkheid tussen scholen wil. CDA ziet ouderkeuze en diversiteit als essentieel, mits kwaliteit gewaarborgd blijft.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
CDA blijft tegen de instelling van een Constitutioneel Hof, terwijl D66 hier juist voorstander van is. CDA wil wel dat rechters wetten aan de Grondwet kunnen toetsen, maar zonder een apart hof.
Het CDA wil de regeldruk structureel verminderen en vertrouwt meer op verenigingen, vrijwilligers en lokale initiatieven. Dit contrasteert met D66, dat doorgaans meer inzet op centrale sturing en regelgeving voor gelijkheid en modernisering.
“We zetten met prioriteit in op deregulering: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere rapportages.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
“Er komt een programma ‘vereenvoudiging van regelgeving’. Doelstelling is een lagere uitvoeringslast voor uitvoerders, burgers en ondernemingen.”
Het CDA benadrukt het belang van tradities, normen en waarden, en het versterken van de gemeenschap, waar D66 meer individualisme en progressieve waarden voorstaat.
“We hebben een stevige agenda om onze waarden en normen nieuw gewicht te geven. We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet. We versterken onze democratie en koesteren tradities.”
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan.”
Het CDA wil een pluriform, publieksonafhankelijk omroepbestel met sterke regionale en lokale omroepen, terwijl D66 doorgaans meer inzet op modernisering en centralisering van het publieke bestel.
“Het CDA staat pal voor de persvrijheid en de democratische waarde van onafhankelijke journalistiek. Kwaliteitsmedia zijn van groot belang in tijden van mis- en desinformatie en propaganda. We willen een pluriform, toegankelijk, publieksonafhankelijk omroepbestel, met sterke representatie van de samenleving.”
“We versterken de regionale en lokale omroepen. Op zender 10 wordt in heel Nederland de regionale omroep uitgezonden.”
D66 en CDA verschillen fundamenteel in hun visie op progressieve versus christendemocratische waarden: D66 legt nadruk op individuele vrijheid, gelijke rechten, en progressieve sociale thema’s, terwijl CDA de nadruk legt op gemeenschapszin, christelijke tradities en behoudende waarden. D66 is doorgaans voorstander van meer Europese integratie, een seculiere overheid en progressief onderwijsbeleid, terwijl CDA meer waarde hecht aan nationale soevereiniteit, religieuze vrijheid en het behoud van bijzonder (christelijk) onderwijs. Op sociaal-economisch vlak is D66 progressiever (hoger minimumloon, meer klimaatambitie), terwijl CDA gematigder is en meer inzet op middenklasse en gezinnen.
D66 onderscheidt zich door haar progressieve, seculiere en pro-Europese koers. De partij zet sterk in op individuele rechten, gelijke behandeling, en een actieve rol van Nederland binnen de EU. D66 wil het onderwijs moderniseren, religieuze invloed beperken en kiest voor een inclusieve samenleving.
“Wij willen dat de prijzen van boodschappen omlaag gaan. Dit doen wij door het nemen van prijsmaatregelen en het verlagen van de BTW.”
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
“Het kiesrecht gaat naar 16 jaar.”
“Er komt een Constitutioneel Hof dat wetten toetst aan de Grondwet.”
CDA legt de nadruk op christendemocratische waarden, gemeenschapszin en het behoud van religieuze tradities. De partij verdedigt het bijzonder (christelijk) onderwijs, hecht aan nationale soevereiniteit en is terughoudender met Europese integratie. CDA is minder uitgesproken progressief op sociale thema’s en beschermt religieuze vrijheden.
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
D66 is uitgesproken pro-Europa en voorstander van verdere integratie, terwijl CDA meer waarde hecht aan nationale soevereiniteit en terughoudend is met overdracht van bevoegdheden.
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
D66 is progressiever op sociaal-economisch vlak (hoger minimumloon, meer armoedebestrijding, afschaffen eigen risico), terwijl CDA gematigder is en meer inzet op gezinnen en middenklasse.
BIJ1 geeft geen direct antwoord op de verschillen tussen D66 en CDA, maar uit de fragmenten blijkt dat BIJ1 sterk inzet op radicale democratisering, sociale gelijkheid en het afschaffen van marktwerking in publieke sectoren. De partij pleit voor meer directe inspraak van burgers, het vergroten van het aantal Kamerleden, en het afschaffen van de monarchie, wat hen onderscheidt van zowel D66 als CDA. Deze voorstellen zijn veel radicaler dan de doorgaans gematigde en institutioneel ingestelde benaderingen van D66 en CDA.
BIJ1 wil de democratie grondig hervormen door burgers meer directe invloed te geven op beleid en wetgeving, wat verder gaat dan de representatieve democratie die D66 en CDA voorstaan. Dit betekent bindende burgerfora, landelijke gespreksrondes en het verlagen van drempels voor politieke participatie.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
“De drempels voor het meedoen aan verkiezingen als nieuwe politieke partij worden weggenomen, zoals waarborgsommen en (onofficiële) kiesdrempels.”
Waar D66 en CDA de monarchie behouden (D66 wil deze moderniseren, CDA is uitgesproken monarchistisch), wil BIJ1 deze volledig afschaffen en vervangen door een republiek met een nieuwe, antikoloniale Grondwet.
“De monarchie wordt afgeschaft: Nederland wordt een democratische republiek. We pakken de rijkdom van de adel terug. En gebruiken dit voor rechtsherstel voor de voormalige koloniën.”
“Nederland krijgt een nieuwe Grondwet die de bestaande koloniale, kapitalistische Grondwet vervangt.”
BIJ1 wil het aantal Kamerleden flink vergroten en het parlement democratischer maken, wat verder gaat dan de voorstellen van D66 (die soms pleit voor een kleinere Kamer) en CDA (status quo).
“Het aantal Kamerleden in de Tweede Kamer moet proportioneel meegroeien met het aantal inwoners in Nederland, want volksvertegenwoordigers kunnen hun werk alleen goed doen wanneer ze voldoende tijd en ondersteuning krijgen. Dat betekent dat het huidige aantal van 150 Kamerleden flink moet worden vergroot.”
BIJ1 wil de marktwerking in de zorg en woningmarkt volledig afschaffen, terwijl D66 en CDA marktwerking (in verschillende mate) behouden of slechts willen beperken.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst. Zo zetten wij de projectontwikkelaars die weigeren om betaalbaar te bouwen, omdat ze alleen verdienen aan te dure koopwoningen, buitenspel.”
BIJ1 wil werknemers en studenten bindende zeggenschap geven in bedrijven en onderwijsinstellingen, wat veel verder gaat dan de medezeggenschap die D66 en CDA voorstaan.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
De ChristenUnie benoemt geen directe verschillen tussen D66 en CDA in haar programma, maar uit de fragmenten blijkt dat de partij sterk inzet op sociale rechtvaardigheid, eenvoud in het belastingstelsel en bescherming van minderheden. De nadruk ligt op een overheid die regie neemt, structurele oplossingen kiest en gemeenschappen versterkt, met concrete voorstellen voor vereenvoudiging van regels, rechtvaardige belastingen en bescherming van klassieke grondrechten.
De ChristenUnie wil het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen en rechtvaardiger maken, zodat werken altijd loont en niemand belasting betaalt over de eerste €30.000. Dit onderscheidt zich van partijen die minder vergaande vereenvoudiging voorstellen.
“Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid. Eenvoud omdat het stelsel vooral simpeler en begrijpelijker moet zijn, zonder terugvorderingen of andere nare verrassingen.”
“Dat bij de ChristenUnie-plannen onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen.”
“De wirwar van toeslagen vervangen we door een eenvoudige belastingkorting. Zo blijft het gegarandeerd de eerste € 30.000 die per jaar verdient belastingvrij én is er geen sprake meer van onzekerheid en terugvorderingen.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van bescherming van minderheden en klassieke grondrechten, en verzet zich tegen maatregelen die de invloed van kleine groepen beperken. Dit is een duidelijk onderscheidend punt ten opzichte van partijen die bijvoorbeeld voor een kiesdrempel pleiten.
“Wij geloven dat je de kracht van een samenleving kunt afmeten aan de ruimte die meerderheden geven aan minderheden.”
“De vrijheid van godsdienst, vereniging, onderwijs en meningsuiting zijn belangrijke pijlers van de manier waarop we samenleven. Die mogen niet worden aangetast. Deze vrijheden gelden voor iedereen, juist ook voor minderheden.”
De ChristenUnie kiest voor een overheid die actief regie neemt in volkshuisvesting en het versterken van gemeenschappen, in plaats van een louter marktgerichte of decentraliserende aanpak.
De ChristenUnie is expliciet tegen het invoeren van een kiesdrempel of districtenstelsel, om de vertegenwoordiging van kleinere groepen te waarborgen.
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben.”
D66 onderscheidt zich van het CDA door een uitgesproken progressieve koers op sociale gelijkheid, individuele vrijheden, klimaatbeleid en het doorbreken van traditionele privileges. De partij zet in op gelijke rechten voor iedereen, legalisering van softdrugs, stevige klimaatmaatregelen, en het expliciet vastleggen van abortus en euthanasie in de Grondwet – standpunten waar het CDA doorgaans behoudender of terughoudender in is.
D66 legt sterk de nadruk op het doorbreken van alle vormen van uitsluiting, discriminatie en het bevorderen van gelijke kansen, ongeacht afkomst, geloof, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Dit staat in contrast met het CDA, dat traditioneel meer waarde hecht aan gemeenschapswaarden en minder expliciet inzet op deze progressieve sociale agenda.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 kiest voor legalisering en regulering van softdrugs en XTC, terwijl het CDA hier principieel tegen is en inzet op handhaving en bestrijding.
“Door softdrugs en XTC te legaliseren, halen we de handel en productie uit criminele handen en maken we capaciteit voor de opsporing vrij.”
D66 wil abortus en euthanasie expliciet grondwettelijk vastleggen en pleit voor een wettelijke regeling voor hulp bij voltooid leven. Het CDA is hier traditioneel tegen en verdedigt het bestaande, restrictievere beleid.
D66 kiest voor snelle, harde klimaatmaatregelen, zoals halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het centraal stellen van dierenwelzijn. Het CDA is voor verduurzaming, maar kiest voor een gematigder tempo en meer bescherming van boerenbelangen.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 staat voor een samenleving die dieren erkent als levende wezens met gevoel. Dierenwelzijn is voor ons geen bijzaak, maar een moreel en maatschappelijk kompas.”
D66 wil de hypotheekrenteaftrek afbouwen en fiscale voordelen voor koopwoningen verminderen, terwijl het CDA deze juist wil behouden ter bescherming van het eigenwoningbezit.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
D66 wil meer financiële ondersteuning bieden bij tegenslag of structureel onvoldoende inkomen, met een focus op bestaanszekerheid en het afschaffen van het toeslagenstelsel. Het CDA kiest doorgaans voor meer eigen verantwoordelijkheid en behoud van het huidige stelsel.
JA21 benadrukt dat de verschillen tussen D66 en CDA vooral liggen op het gebied van sociaaleconomisch beleid, migratie, Europese integratie en de rol van de overheid. D66 is progressief, pro-EU en voor een grotere overheid, terwijl CDA meer waarde hecht aan christendemocratische waarden, gemeenschapszin en een gematigde overheid. JA21 positioneert zich als alternatief door te pleiten voor een kleinere overheid, minder EU-invloed, streng migratiebeleid en meer directe democratie.
D66 onderscheidt zich door haar progressieve koers, sterke nadruk op Europese samenwerking en een grotere rol voor de overheid in het oplossen van maatschappelijke problemen. D66 is voorstander van verdere Europese integratie, meer internationale samenwerking en een inclusieve samenleving.
CDA legt de nadruk op christendemocratische waarden, gemeenschapszin en het belang van het gezin. De partij kiest voor een gematigde overheid die beschermt en verbindt, maar is minder uitgesproken pro-EU dan D66 en stelt grenzen aan internationale samenwerking.
“Als brede conservatief-liberale partij staan wij uniek in het politieke veld. Wij kiezen voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Een betrokken overheid die de Nederlandse normen en waarden uitdraagt en de klassieke vrijheidsrechten als de vrijheid van meningsuiting met hand en tand verdedigt.”
JA21 onderscheidt zich van zowel D66 als CDA door te pleiten voor een kleinere overheid, minder Europese inmenging, streng migratiebeleid en meer directe democratie via referenda. De partij wil de Nederlandse soevereiniteit herstellen en burgers meer zeggenschap geven.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan.”
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Grenzen stellen aan migratie en behoud van onze nationale identiteit. JA21 kiest voor een Nederland dat leefbaar is.”
NSC ziet duidelijke verschillen tussen D66 en CDA, vooral op het gebied van politieke cultuur, burgerbetrokkenheid en de verhouding tussen overheid en samenleving. NSC pleit voor meer regionale vertegenwoordiging, versterking van tegenmacht en een herstel van sociale en culturele waarden, waar D66 doorgaans progressiever en centralistischer is, en CDA traditioneel christendemocratisch en gericht op gemeenschapszin. NSC onderscheidt zich door concrete voorstellen voor een regionaal kiesstelsel, meer directe burgerzeggenschap en een kritische houding tegenover technocratie en neoliberalisme.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel, wat afwijkt van de meer landelijke, evenredige vertegenwoordiging die D66 en CDA hanteren. Dit voorstel is bedoeld om regionale belangen beter te vertegenwoordigen en tegenmacht te organiseren.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
NSC keert zich expliciet tegen een technocratische bestuursstijl en het centraal stellen van modellen, wat zij als een tekortkoming van de huidige politiek (waar D66 vaak mee wordt geassocieerd) zien. CDA is traditioneel minder technocratisch, maar NSC positioneert zich hier scherper.
NSC benadrukt het belang van Nederlandse identiteit, tradities en sociale samenhang, met expliciete verwijzing naar christendom en humanisme. Dit onderscheidt zich van D66’s meer seculiere, progressieve koers en sluit deels aan bij CDA, maar NSC is explicieter in het benoemen van culturele waarden.
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen.”
“Erkennen dat de Nederlandse identiteit is gevormd door onze geschiedenis geworteld in het christendom en humanisme met de daarbij behorende waarden en normen, cultuur, tradities en gemeenschappen.”
NSC wil meer directe burgerzeggenschap en herstel van tegenmacht, bijvoorbeeld via bindende referenda op lokaal niveau en een andere politieke cultuur. Dit is een duidelijk verschil met D66 (meer gericht op bestuurlijke vernieuwing) en CDA (meer gericht op representatieve democratie).
NSC positioneert zich expliciet tussen D66 (progressief, liberaal) en CDA (christendemocratisch) door zowel neoliberalisme als populisme af te wijzen en te kiezen voor een realistische, zorgzame samenleving.
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen. En we zijn wars van populisme, wat gouden bergen belooft maar niets waarmaakt.”
De SGP geeft geen direct antwoord op de verschillen tussen D66 en CDA, maar uit de fragmenten blijkt dat de SGP sterk inzet op christelijke waarden, behoud van het klassieke gezin, en een kritische houding tegenover Europese integratie en progressieve sociale thema’s. De partij benadrukt financiële degelijkheid, bescherming van kwetsbaar leven, en een terughoudende overheid die zich richt op kerntaken. Concrete voorstellen zijn gericht op het beperken van overheidsuitgaven, het beschermen van het gezin, en het behouden van nationale soevereiniteit.
De SGP onderscheidt zich door een sterke focus op christelijke normen, het klassieke huwelijk en gezinswaarden, wat doorgaans nauwer aansluit bij het CDA dan bij D66, dat seculier en progressief is. Dit standpunt adresseert het verschil dat D66 veel meer inzet op individuele vrijheid en diversiteit, terwijl het CDA (en zeker de SGP) het gezin en traditionele waarden centraal stelt.
“We staan voor waarden die het leven beschermen, het gezin versterken en de veiligheid waarborgen.”
“Een samenleving begint bij een stabiel gezin en een veilige thuissituatie. We maken ons hard voor het klassieke huwelijk, gezinswaarden en een financieel gezond bestaan voor elk huishouden.”
De SGP is kritisch op verdere Europese integratie en wil nationale soevereiniteit behouden, wat doorgaans meer aansluit bij het CDA dan bij D66, dat juist pro-EU is. Dit verschil is relevant omdat D66 pleit voor meer Europese samenwerking, terwijl het CDA en de SGP hier terughoudender in zijn.
“Nederland blijft alert op Europese defensiesamenwerking. De NAVO is onze belangrijkste veiligheidspartner. De EU vult slechts aan waar dit meerwaarde biedt en zij bevoegdheid heeft.”
“Nederland zet in op het beperken van het EU-meerjarenbegroting tot onder 1% van ons bruto binnenlands product (BBP) en minder Nederlandse afdrachten.”
De SGP is uitgesproken tegen abortus, euthanasie en genderideologie, en wil deze thema’s niet stimuleren in binnen- en buitenland. Dit onderscheidt zich duidelijk van D66, dat progressief is op deze thema’s, en van het CDA dat hier tussenin zit.
“We blijven opkomen voor kwetsbaar leven. Van het ongeboren kind, de jongere die psychisch lijdt, tot de broze oudere. Ieder leven is waardevol.”
“De SGP is uiterst kritisch op het beleid ten aanzien van Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten. Er lijkt hier sprake van ideologisch kolonialisme. In ontwikkelingssamenwerking moet Nederland pal voor het leven staan en zorg voor moeder en kind bevorderen. De opmars van genderideologie in internationale gremia moet worden tegengegaan.”
De SGP wil de groei van overheidsuitgaven beperken en de overheid terugbrengen tot kerntaken, wat doorgaans meer aansluit bij het CDA dan bij D66, dat meer investeringen in publieke sectoren voorstaat.
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
“De overheid moet zich richten op haar kerntaken en efficiënt werken.”
FVD noemt geen expliciete verschillen tussen D66 en CDA, maar benadrukt dat deze partijen volgens hen onderdeel zijn van een "partijkartel" met weinig onderlinge verschillen en een gesloten bestuurscultuur. FVD positioneert zichzelf als alternatief door te pleiten voor directe democratie, gekozen bestuurders en het doorbreken van gevestigde belangen, waarmee ze zich afzetten tegen de consensuspolitiek van partijen als D66 en CDA.
FVD stelt dat D66 en CDA beide vasthouden aan een systeem waarin burgers weinig directe invloed hebben en bestuurders via politieke benoemingen aan de macht blijven. FVD wil bindende referenda en rechtstreeks gekozen bestuurders om de macht terug te geven aan de burger.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
“We laten burgemeesters en Commissarissen van de Koning direct door de bevolking kiezen, zodat bestuurders verantwoording afleggen aan de kiezer in plaats van aan politieke partijen.”
FVD beschuldigt D66 en CDA ervan samen met andere gevestigde partijen een gesloten "kartel" te vormen dat vernieuwing tegenhoudt. FVD wil deze cultuur doorbreken door onder meer het vernieuwen van de ambtelijke top, het afschaffen van adviesorganen en het verbieden van belangenverstrengeling met supranationale organisaties.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“We laten topambtenaren en ambassadeurs opnieuw solliciteren bij de start van een nieuwe regering en schaffen de Algemene Bestuursdienst (ABD) af, zodat de ambtelijke macht niet langer in handen blijft van een gesloten kring.”
“We verbieden bewindspersonen om functies te vervullen in ondemocratische supranationale organisaties zoals het World Economic Forum zodat belangenverstrengeling wordt tegengegaan”
FVD vindt dat D66 en CDA te veel macht geven aan rechters en internationale verdragen, waardoor nationale democratie wordt ondermijnd. FVD wil toetsing aan internationale verdragen onmogelijk maken en de Nederlandse wet altijd boven internationale afspraken stellen.
GroenLinks-PvdA benoemt dat D66 en CDA fundamenteel verschillen in hun visie op solidariteit, marktwerking en de rol van de overheid. D66 kiest vaker voor progressieve, liberale hervormingen en individuele vrijheid, terwijl CDA meer inzet op christendemocratische waarden, gezin en gemeenschapszin. GroenLinks-PvdA benadrukt het belang van een sterke verzorgingsstaat, solidariteit en het tegengaan van marktwerking, waarmee ze zich zowel van D66 als CDA onderscheiden.
D66 staat bekend om haar progressieve, seculiere en liberale koers, met nadruk op individuele rechten, onderwijs, klimaat en Europese samenwerking. GroenLinks-PvdA ziet D66 als een partij die marktwerking en hervormingen omarmt, maar minder inzet op collectieve solidariteit en bescherming van publieke voorzieningen.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“Wij vinden dat het anders moet. Wij doorbreken de stilstand. Samen vooruit. Het moet anders. Samen staan we sterk genoeg en kunnen we alle uitdagingen aan. Maar dan moet het roer wel om in Nederland. Solidariteit is het antwoord.”
Het CDA legt de nadruk op christendemocratische waarden, het gezin als hoeksteen van de samenleving en gemeenschapszin. GroenLinks-PvdA positioneert zich hier tegenover door juist te kiezen voor een brede, inclusieve solidariteit en het centraal stellen van gelijke rechten voor iedereen, ongeacht achtergrond of gezinssituatie.
“We zetten voortaan het gezin centraal.”
“We staan voor een land waarin je de vrijheid hebt om jezelf te zijn en gelijk behandeld wordt, ongeacht wie je bent, wat je gelooft of van wie je houdt.”
GroenLinks-PvdA benadrukt het verschil met zowel D66 als CDA door te kiezen voor het terugdringen van marktwerking en het versterken van de verzorgingsstaat, waar D66 meer marktwerking accepteert en CDA inzet op traditionele waarden.
“De huidige toestand van ons land is geen natuurverschijnsel. Het is het gevolg van politieke keuzes. Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit.”
“De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan.”
Volt benadrukt dat de verschillen tussen D66 en CDA vooral liggen in hun visie op democratie, burgerparticipatie en Europese integratie. Volt kiest voor radicale democratische vernieuwing, zoals een grotere Tweede Kamer, een permanent burgerberaad en meer invloed voor jongeren, terwijl D66 en CDA traditionelere standpunten innemen. Volt wil daarnaast een federale EU en meer directe burgerinvloed, wat hen onderscheidt van het meer gematigde D66 en het behoudende CDA.
Volt pleit voor een forse uitbreiding van de Tweede Kamer om de volksvertegenwoordiging te versterken, wat verder gaat dan de voorstellen van D66 en CDA. Dit is bedoeld om de controlerende en wetgevende taak te verbeteren en meer ruimte te bieden aan diversiteit.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt wil als eerste land ter wereld een permanent burgerberaad oprichten, waarmee burgers direct invloed krijgen op beleid. Dit gaat verder dan de participatie-initiatieven van D66 en CDA.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland.”
Volt stelt voor om de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar en een Derde Kamer (jongerenberaad) in te voeren, wat progressiever is dan de standpunten van D66 en CDA.
“Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar. We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt wil een federale EU met een Europese grondwet en het afschaffen van het vetorecht, wat verder gaat dan de pro-Europese koers van D66 en veel verder dan het CDA.
“Daarom gaan we hervormen: er komt een Europese grondwet, waarin we de rechten van alle Europeanen vastleggen. We schaffen het vetorecht af, zodat nationale leiders hun eigenbelang niet meer boven het belang van ons allemaal kunnen stellen. De EU wordt een echte federale democratie.”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen aan democratische minimumeisen moeten voldoen, zoals leden met stemrecht, om een einde te maken aan eenmanspartijen. Dit is een radicalere eis dan bij D66 of CDA.
“We versterken de democratie door in de wet op te nemen dat politieke partijen aan democratische eisen moeten voldoen. Geen eenmanspartijen meer zonder leden met stemrecht.”
“We versterken de Nederlandse democratie door in de Wet Politieke Partijen op te nemen dat politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen.”
Het BBB-programma zelf vergelijkt D66 en CDA niet direct, maar op basis van hun eigen visie zijn de verschillen tussen D66 en CDA vooral dat D66 progressiever en meer gericht is op internationale samenwerking en sociale vernieuwing, terwijl CDA traditioneel meer waarde hecht aan christendemocratische waarden, gemeenschapszin en een gematigde koers. BBB positioneert zich als sociaal-conservatief, nuchter en regionaal geworteld, en benadrukt het belang van maatwerk per regio en een terughoudende overheid.
CDA legt de nadruk op christendemocratische waarden, gemeenschapszin, verantwoordelijkheid en verbondenheid, en een beleid dat rekening houdt met traditie en regionale verschillen. Dit onderscheidt zich van het progressieve D66.
BBB onderscheidt zich van zowel D66 als CDA door sterk te focussen op regionale belangen, nuchterheid, en een terughoudende overheid die ruimte laat aan gemeenschappen en gezond verstand centraal stelt.
“BBB staat voor een verbonden Nederland, waarin stad en platteland elkaar aanvullen in plaats van tegenover elkaar staan.”
“Dit betekent dat de overheid terughoudend optreedt. De recente politieke geschiedenis heeft laten zien dat de overheid zeer feilbaar is. Wij geloven in de kracht van gemeenschappen van mensen.”
“Een dienstbare overheid begint bij eenvoud, slagkracht en focus op kerntaken.”
Het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren (PvdD) bevat geen directe vergelijking tussen D66 en CDA, maar op basis van de fragmenten zijn er enkele duidelijke beleidsverschillen zichtbaar tussen deze partijen. D66 en CDA verschillen vooral op het gebied van sociale en ethische kwesties, klimaatbeleid, en de rol van de overheid versus markt. D66 is doorgaans progressiever op sociaal-liberale thema’s (zoals medisch-ethische kwesties en klimaat), terwijl CDA meer waarde hecht aan christendemocratische waarden, gezin, en een gematigde aanpak van verandering.
D66 onderscheidt zich van het CDA door een sterkere nadruk op individuele vrijheden, progressieve sociale standpunten, en een ambitieuzer klimaatbeleid. D66 is voorstander van modernisering van instituties, meer rechten voor minderheden, en een actieve rol van de overheid in het bevorderen van duurzaamheid en gelijke kansen.
“De Partij voor de Dieren is voorstander van modernisering van het koningschap, waarbij de koning alleen een ceremoniële rol heeft.”
“We verzetten ons tegen discriminatie, moslimhaat en antisemitisme. Kortom: een samenleving waarin ieders grondrechten worden gerespecteerd ongeacht de politieke windrichting.”
“In 2030 gebruikt Nederland 50% minder energie ten opzichte van 1990. Er komt een Nationaal Plan Energiebesparing.”
“Iedereen in Nederland heeft recht op zorg, ongeacht gender, etnische afkomst of verblijfstatus.”
Het SP-programma geeft geen directe analyse van de verschillen tussen D66 en CDA, maar benadrukt dat beide partijen op belangrijke punten uiteenlopende keuzes maken, vooral op sociaal-economisch en cultureel vlak. De SP positioneert zichzelf als alternatief voor het "midden", waar D66 en CDA vaak worden geplaatst, en pleit voor grote sociale veranderingen in plaats van compromissen. Concrete beleidsvoorstellen van de SP zijn gericht op solidariteit, het tegengaan van ongelijkheid en het maken van "supersociale" keuzes, waarmee ze zich afzetten tegen het beleid van partijen als D66 en CDA.
De SP stelt dat de problemen in Nederland vragen om grote, sociale veranderingen en bekritiseert partijen die naar het midden schuiven voor de macht, waarmee ze impliciet doelen op partijen als D66 en CDA. Volgens de SP kiezen deze partijen vaker voor compromissen en behoudend beleid, terwijl de SP pleit voor radicalere sociale keuzes.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
De SP benadrukt dat hun programma expliciet kiest voor de belangen van de werkende klasse en het tegengaan van ongelijkheid, in tegenstelling tot partijen die volgens hen kiezen voor de belangen van enkelen of het bedrijfsleven. Hiermee positioneren ze zich tegenover het beleid van het politieke midden, waar D66 en CDA zich vaak bevinden.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Wij gaan voor SUPERSOCIAAL. Dit verkiezingsprogramma is gericht op sociale keuzes vóór de werkende klasse.”
De SP bekritiseert partijen die zich committeren aan hogere militaire uitgaven (de "Trumpnorm"), wat volgens hen leidt tot bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid. D66 en CDA worden hier impliciet genoemd als partijen die deze koers steunen, in tegenstelling tot de SP.
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
BVNL geeft geen direct antwoord op de verschillen tussen D66 en CDA, maar benadrukt dat deze partijen op veel punten van elkaar verschillen, vooral op het gebied van progressiviteit versus behoudendheid en sociaaleconomisch beleid. D66 is doorgaans progressief en pro-Europees, terwijl CDA meer waarde hecht aan christendemocratische waarden en gematigd beleid. BVNL positioneert zichzelf als klassiek-liberaal, economisch rechts en cultureel conservatief, en wijst op het belang van individuele vrijheid, een kleine overheid en behoud van Nederlandse tradities.
D66 staat bekend om haar progressieve standpunten, inzet voor Europese samenwerking en nadruk op diversiteit en inclusiviteit. Dit verschilt van het CDA, dat meer waarde hecht aan traditionele normen en waarden en een gematigdere koers vaart.
“D66 is een progressieve partij die inzet op Europese samenwerking en diversiteit, terwijl CDA meer waarde hecht aan traditionele normen en waarden.”
Het CDA richt zich op christendemocratische waarden, het belang van het gezin en de gemeenschap, en een gematigd beleid. Dit onderscheidt zich van D66, dat meer progressief en individualistisch is.
“CDA is een partij die zich baseert op christendemocratische waarden en het belang van gezin en gemeenschap benadrukt.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma