De ChristenUnie erkent abortus expliciet niet als mensenrecht en verzet zich tegen de normalisering en versoepeling van abortuswetgeving. De partij pleit voor strikte bescherming van het ongeboren leven, het behoud van abortus in het Wetboek van Strafrecht, en is tegen het exporteren van de Nederlandse abortuspraktijk naar het buitenland.
De ChristenUnie stelt expliciet dat abortus geen mensenrecht is en verzet zich tegen pogingen om het als zodanig te erkennen, zowel nationaal als internationaal. Dit standpunt is fundamenteel voor hun visie op abortus en onderbouwt hun pleidooi voor strikte regelgeving en bescherming van het ongeboren leven.
“Abortus is geen mensenrecht.”
“De zwangerschapsafbreking wordt niet uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. Dit is een bescherming van het ongeboren leven en het beschermt de vrouw tegen een gedwongen abortus.”
“De Nederlandse abortuspraktijk, bijvoorbeeld de beschikbaarheid van abortuspillen, wordt niet naar het buitenland geëxporteerd.”
De ChristenUnie vindt dat het ongeboren leven maximale bescherming verdient en verzet zich tegen versoepeling van abortuswetgeving. Zij pleiten voor het naleven en aanscherpen van zorgvuldigheidseisen, herinvoering van de beraadtermijn, en een lagere wettelijke wekengrens gebaseerd op levensvatbaarheid.
“De ChristenUnie is tegen de versoepelingen van de abortuswetgeving in de afgelopen jaren en blijft pleiten voor zorgvuldigheid en bescherming van het ongeboren leven.”
“We zijn voor herinvoering van de beraadtermijn.”
“Levensvatbaarheid blijft het wettelijk uitgangspunt. Als er een wettelijke maximumgrens komt, pleiten wij voor een lagere wekengrens.”
De ChristenUnie verzet zich tegen het normaliseren van abortus en tegen het laagdrempeliger maken van abortus via bijvoorbeeld huisartsen. Zij willen geen brede scholing voor huisartsen om abortus aan te bieden, maar juist meer begeleiding voor vrouwen met onbedoelde zwangerschappen.
“We verzetten ons tegen het verstrekken van de abortuspil in de huisartsenpraktijk: het is geen ‘gewone medische zorg’.”
“We zijn tegen brede scholing om abortus laagdempeliger aan te bieden. Wij willen juist dat huisartsen beter worden opgeleid om vrouwen goede begeleiding te bieden bij onbedoelde zwangerschappen.”
BIJ1 beschouwt abortus als een fundamenteel mensenrecht en pleit voor volledige zelfbeschikking over het eigen lichaam. De partij wil abortus uit het Wetboek van Strafrecht halen, volledige vergoeding van anticonceptie en abortuszorg onder de reguliere zorg brengen, en het taboe rond abortus actief bestrijden. BIJ1 benadrukt dat mensen altijd zelf moeten kunnen beslissen over hun zwangerschap en medische keuzes.
BIJ1 wil abortus volledig depenaliseren en normaliseren door het uit het strafrecht te halen en als reguliere zorg te behandelen. Dit moet de toegankelijkheid vergroten, het taboe verminderen en de autonomie van zwangere mensen versterken.
De partij vindt dat financiële drempels voor anticonceptie en abortus moeten verdwijnen, zodat iedereen toegang heeft tot deze zorg. Ook moeten meer zorgverleners, zoals huisartsen en verloskundigen, de abortuspil kunnen voorschrijven.
BIJ1 ziet het recht op zelfbeschikking, inclusief de keuze voor abortus, als een essentieel mensenrecht dat altijd beschermd moet worden. De partij benadrukt dat mensen die zwanger zijn altijd zelf mogen beslissen over hun lichaam.
De SGP erkent abortus expliciet niet als mensenrecht en verzet zich tegen de erkenning ervan, zowel nationaal als Europees. De partij wil abortus uit het strafrecht niet halen, de abortuswet intrekken, en het recht op leven voor ongeboren kinderen grondwettelijk vastleggen. Concreet pleit de SGP voor het verminderen van abortussen, het verlagen van de 24-wekengrens, en het tegengaan van internationale erkenning van abortus als mensenrecht.
De SGP beschouwt abortus niet als een mensenrecht, maar als het doden van ongeboren leven, en verzet zich tegen pogingen om abortus als zodanig te erkennen, zowel in Nederland als op Europees/internationaal niveau. De partij wil abortus in het strafrecht houden en het recht op leven voor ongeboren kinderen grondwettelijk verankeren.
“Abortus blijft in het strafrecht. Het doden van ongeboren leven is geen (mensen)recht.”
“Abortus mag géén Europees mensenrecht worden. Abortusbeleid behoort niet tot de bevoegdheden van de EU. Als het aan de SGP ligt, blijft dat zo.”
“De Grondwet moet, net als dat in internationale verdragen het geval is, het recht op leven erkennen, ook voor ongeboren kinderen.”
De SGP streeft naar het intrekken van de abortuswet en wil, zolang deze bestaat, het aantal abortussen actief terugdringen. Dit standpunt is gebaseerd op de overtuiging dat het leven vanaf het prilste begin beschermwaardig is.
“De abortuspraktijk in Nederland moet stoppen. De SGP wil dat de abortuswet wordt ingetrokken. Zolang dit niet het geval is, doet de overheid er alles aan om het aantal abortussen te verminderen.”
De SGP vindt de huidige 24-wekengrens voor abortus medisch achterhaald en wil deze verlagen, waarmee zij de bescherming van ongeboren leven verder wil versterken.
“De 24-wekengrens is medisch achterhaald en moet daarom worden verlaagd.”
De SGP wil dat Nederland geen (financiële) steun meer verleent aan organisaties die wereldwijd abortus promoten en verzet zich tegen feministisch buitenlandbeleid dat abortus als mensenrecht agendeert.
“Nederland steunt hulporganisaties die het leven beschermen. (Europese) subsidies aan organisaties die wereldwijd abortus promoten, worden beëindigd.”
De Partij voor de Dieren beschouwt abortus als een fundamenteel mensenrecht en benadrukt het recht van vrouwen op zelfbeschikking over hun lichaam. Ze willen abortus volledig uit het strafrecht halen, de toegang tot abortuszorg waarborgen en deze zorg voor iedereen vergoeden.
De PvdD stelt dat vrouwen het recht hebben om zelf te beslissen over hun lichaam, inclusief abortus, en ziet dit als een kwestie van zelfbeschikking en mensenrechten. Ze willen dat abortuszorg toegankelijk en vergoed blijft, en dat abortus niet langer als misdaad wordt gezien.
De partij benadrukt het belang van toegankelijke, goed geïnformeerde en vergoede abortuszorg als onderdeel van het recht op zelfbeschikking en medische autonomie.
“We zorgen dat abortuszorg, hulp bij levenseinde en informatie over donorconceptie goed beschikbaar zijn.”
BVNL beschouwt abortus als een individueel recht van de vrouw binnen de grenzen van de huidige wetgeving en benadrukt dat medisch-ethische keuzes, waaronder abortus, toebehoren aan het individu en niet aan de staat. De partij verzet zich tegen overheidsdwang of -drang bij beslissingen over het eigen lichaam en ziet lichamelijke integriteit en keuzevrijheid als heilig.
BVNL stelt dat abortus een individuele keuze is en dat de overheid zich hier niet mee mag bemoeien, zolang het binnen de bestaande wetgeving gebeurt. Dit standpunt is onderdeel van een bredere visie waarin individuele vrijheid en lichamelijke integriteit centraal staan, en de staat geen rol heeft in persoonlijke medische beslissingen.
“Abortus is binnen de grenzen van de huidige wetgeving het individuele recht van de vrouw.”
“Medisch-ethische keuzes horen bij het individu, niet bij de Staat. Belang Van Nederland verwerpt iedere vorm van overheidsdwang als het gaat om beslissingen over het eigen lichaam.”
“De integriteit van het lichaam en de vrijheid om je eigen keuzes te maken zijn heilig.”
D66 beschouwt abortus als een fundamenteel mensenrecht en wil de toegang tot abortus expliciet vastleggen in de Grondwet. Daarnaast pleit de partij ervoor om abortus volledig uit het strafrecht te halen, zodat het recht op zelfbeschikking en autonomie over het eigen lichaam wettelijk wordt beschermd. D66 ziet het waarborgen van vrije toegang tot abortus als essentieel voor een samenleving waarin mensen zelf keuzes kunnen maken over hun lichaam en gezondheid.
D66 wil dat het recht op abortus grondwettelijk wordt vastgelegd om de toegang tot abortus blijvend te beschermen tegen politieke of maatschappelijke druk. Hiermee wordt abortus erkend als een fundamenteel mensenrecht en wordt de autonomie van het individu centraal gesteld.
“We leggen de toegang tot abortus en euthanasie expliciet vast in de Grondwet.”
De partij streeft ernaar abortus volledig uit het strafrecht te halen, zodat het niet langer als een strafbaar feit wordt behandeld. Dit moet de drempel voor toegang verlagen en de keuzevrijheid van vrouwen en andere zwangeren waarborgen.
“Het volledig uit het strafrecht halen van abortus.”
D66 benadrukt het recht van ieder mens om zelf te beslissen over het eigen lichaam, waaronder het recht op abortus. Dit standpunt is geworteld in de overtuiging dat echte vrijheid betekent dat mensen zelf keuzes mogen maken over hun leven en gezondheid.
“D66 staat voor een samenleving waarin ieder mens het recht heeft om zelf te beslissen over het begin en het einde van het leven, over vruchtbaarheidsbehandelingen en ouderschap, over identiteit en medische behandelingen.”
FVD erkent abortus niet als mensenrecht en wil de toegang tot abortus beperken. De partij stelt voor om abortus te beperken tot zestien weken zwangerschap, een verplichte bedenktermijn in te voeren, en benadrukt nationale soevereiniteit boven internationale mensenrechtenverdragen. Hun visie is dat Nederland zelf beslist over abortuswetgeving, zonder inmenging van internationale organisaties of verdragen.
FVD wil abortus niet als absoluut recht erkennen, maar juist beperken. Ze stellen een maximumgrens van zestien weken zwangerschap in en voeren vanaf acht weken een verplichte vijfdaagse bedenktermijn in. Hiermee wil de partij de "zorgvuldigheid en waardigheid van het leven" waarborgen, terwijl er nog enige individuele beslissingsvrijheid blijft.
“We beperken abortus tot zestien weken zwangerschap en stellen vanaf acht weken een verplichte vijfdaagse bedenktermijn in, zodat zorgvuldigheid en waardigheid van het leven samengaat met individuele beslissingsvrijheid.”
FVD verwerpt de automatische werking van internationale verdragen, waaronder mensenrechtenverdragen die abortus als mensenrecht kunnen aanmerken. Ze willen dat Nederland volledig zelf bepaalt over abortuswetgeving, zonder dat internationale organisaties of verdragen daar invloed op hebben.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We beëindigen de directe werking van internationaal recht in het Nederlandse stelsel, zodat verdragen niet langer automatisch boven onze nationale wetten staan en rechters onze nationale wetten daar ook niet langer aan kunnen ‘toetsen’.”
GroenLinks-PvdA beschouwt abortus als een fundamenteel recht van vrouwen op zelfbeschikking en wil dit recht versterken door abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen. De partij zet in op toegankelijke, goede abortuszorg, bescherming tegen intimidatie bij klinieken en adequate hulpverlening en nazorg. Hiermee positioneert GroenLinks-PvdA abortus expliciet als mensenrecht en onderdeel van gelijke rechten.
GroenLinks-PvdA wil het recht op abortus wettelijk versterken door abortus uit het strafrecht te halen, zodat het niet langer als misdrijf wordt gezien. Dit onderstreept hun visie dat abortus een mensenrecht is en geen strafbaar feit, en dat vrouwen volledige zeggenschap moeten hebben over hun eigen lichaam.
“Abortus verdwijnt uit het Wetboek van Strafrecht.”
De partij benadrukt het recht van vrouwen om over hun eigen lichaam te beslissen en wil vrouwen beschermen tegen intimidatie bij klinieken. Daarnaast wordt ingezet op goede hulpverlening en nazorg voor vrouwen die een abortus ondergaan.
“We staan pal voor het recht van vrouwen om over hun eigen lichaam te beslissen. Dat recht willen we versterken.”
“We zetten in op goede hulpverlening en nazorg voor wie een abortus laat uitvoeren en we beschermen vrouwen tegen intimidatie bij klinieken.”
De VVD beschouwt abortus als een recht en vindt dat iedere vrouw zelf moet kunnen beslissen over een onbedoelde of ongewenste zwangerschap. De partij wil abortuszorg veilig, toegankelijk en uit het Wetboek van Strafrecht halen zodra er een volwaardig alternatief is dat vrouwen beschermt en de bestaande termijnen waarborgt. De VVD benadrukt eigen regie, betrouwbare voorlichting en het bestrijden van desinformatie rondom abortus.
De VVD stelt dat abortus een recht is en dat vrouwen volledige zeggenschap moeten hebben over hun zwangerschap. De partij wil abortuszorg blijvend veilig en toegankelijk maken, huisartsen de abortuspil laten voorschrijven, en abortus uit het Wetboek van Strafrecht halen zodra de bescherming en termijnen zijn gewaarborgd. Hiermee adresseert de VVD het belang van zelfbeschikking en het wegnemen van juridische barrières voor vrouwen.
“Abortus is een recht: Iedere vrouw moet zelf kunnen beslissen bij een onbedoelde en/of ongewenste zwangerschap. We willen voor altijd goede, veilige en toegankelijke abortuszorg.”
“De VVD zet zich actief in om legale abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen, zodra er een volwaardig alternatief komt dat vrouwen beschermt en de bestaande termijnen rond abortus waarborgt.”
De VVD wil de privacy van vrouwen beschermen door te voorkomen dat er een register komt waarin de redenen voor abortus worden bijgehouden. Dit standpunt is bedoeld om vrouwen te beschermen tegen stigmatisering en onnodige inmenging in hun persoonlijke keuzes.
“Er komt geen register waarin de redenen voor vrouwen om een abortus uit te voeren, wordt bijgehouden.”
Volt beschouwt abortus als een fundamenteel mensenrecht en wil het recht op abortus expliciet verankeren in de Grondwet en Europese verdragen. De partij pleit voor volledige decriminalisering van abortus, vrije toegang tot abortuszorg, en bescherming van het recht op zelfbeschikking over het eigen lichaam. Volt wil zo voorkomen dat het recht op abortus kan worden ingetrokken en onwenselijke situaties zoals in de VS ontstaan.
Volt ziet het recht op abortus als onderdeel van lichamelijke autonomie en wil dit recht expliciet vastleggen in de Grondwet en internationale verdragen. Hiermee wil de partij het recht op zelfbeschikking over het eigen lichaam waarborgen en beschermen tegen politieke wisselvalligheid.
“Volt verankert het recht op lichamelijke autonomie als fundamenteel grondrecht in de Grondwet. Volt pleit voor opname van dat recht in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Handvest van de Grondrechten van de EU. Op deze manier verzekert Volt dat iedereen vrij kan beslissen over het eigen lichaam, waaronder het recht op abortus, anticonceptie, genderbevestigende zorg en bescherming tegen medische of seksuele dwang.”
Volt wil abortus volledig uit het strafrecht halen en vrije toegang tot abortuszorg garanderen. Hiermee wordt abortus definitief uit de criminaliteit gehaald en wordt het risico op het intrekken van het recht op abortus weggenomen. Daarnaast pleit Volt voor duidelijke educatie over abortus en het instellen van bufferzones rond klinieken.
“We willen vrije toegang tot abortus. Daarbij wordt duidelijke en toegankelijke educatie hierover, voor alle leeftijden, als cruciaal gezien. Abortus gaat uit het Wetboek van Strafrecht. Op deze manier wordt abortus definitief uit de criminaliteit gehaald, naar het voorbeeld van onder andere Mexico, Cuba, Uruguay, Guyana en Argentinië. Tegelijkertijd nemen we zo ook het risico op het intrekken van het recht op abortus weg.”
“Daarnaast pleit Volt voor een bufferzone rondom abortusklinieken waarin geen demonstranten mogen staan.”
JA21 erkent het recht op abortus als een belangrijk vrouwenrecht en wil niet tornen aan de bestaande wettelijke regeling. Tegelijkertijd benadrukt de partij het belang van een zorgvuldig maatschappelijk debat over de abortustermijn, mede vanwege medische ontwikkelingen rond de levensvatbaarheid van het ongeboren kind.
JA21 beschouwt het recht op abortus als een essentieel vrouwenrecht en is niet van plan dit recht in te perken. De partij vindt dat regelgeving rond zwangerschap met grote zorgvuldigheid tot stand moet komen, maar ziet geen aanleiding om het recht op abortus te beperken.
“Het recht op abortus is een belangrijk vrouwenrecht waar wij niet aan willen tornen.”
JA21 vindt het belangrijk om het debat over de abortustermijn levend te houden, gezien de toenemende levensvatbaarheid van het ongeboren kind door medische vooruitgang. De partij koppelt dit aan de noodzaak van zorgvuldige regelgeving op het gebied van zwangerschap en geboorte.
“Door ingrijpende en snelle medisch-wetenschappelijke ontwikkelingen neemt de levensvatbaarheid van het ongeboren kind sterk toe en zal het waarschijnlijk ook blijven toenemen. Het is daarom belangrijk om het maatschappelijk debat over de abortustermijn te blijven voeren.”
NSC erkent abortus niet expliciet als mensenrecht, maar stelt dat abortus veilig en legaal moet blijven binnen de huidige wetgeving. De partij wil abortus zoveel mogelijk voorkomen door betere voorlichting, goede toegang tot zorg en gratis anticonceptie, en pleit niet voor verdere liberalisering of beperking van het recht op abortus.
NSC kiest ervoor om de bestaande abortuswetgeving te behouden: abortus blijft legaal en veilig, maar wordt niet verder uitgebreid of als expliciet mensenrecht benoemd. De partij richt zich op het voorkomen van abortus door preventie en goede zorg, en ziet geen aanleiding om het recht op abortus te verruimen of in te perken.
“We handhaven de huidige wetgeving rondom abortus. Abortus moet veilig en legaal zijn, en moet zoveel mogelijk worden voorkomen door goede voorlichting, goede toegang tot zorg en het vrij verkrijgbaar zijn van anticonceptie.”
NSC noemt abortus nergens een mensenrecht en plaatst het debat over abortus nadrukkelijk in het politieke en maatschappelijke domein, niet als universeel recht. De partij benadrukt zorgvuldigheid en maatschappelijke discussie, zonder abortus als fundamenteel mensenrecht te positioneren.
“Het maatschappelijke en politieke debat over medische ethiek en over beginnend en eindigend leven moet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden gevoerd. Deze debatten horen juist thuis in het politieke en maatschappelijke domein, en mogen niet uitsluitend worden overgelaten aan onderzoekers en experts.”
De SP beschouwt het recht op abortus als een belangrijk onderdeel van lichamelijke autonomie en vrouwenrechten, en wil dat het huidige recht op abortus niet verder wordt beperkt. De partij benadrukt het belang van zeggenschap over het eigen lichaam en het beschermen van bestaande rechten, maar noemt abortus niet expliciet een mensenrecht in het programma. Concrete beleidsvoorstellen zijn gericht op het behouden van het huidige recht op abortus en het verbeteren van de zorg rondom vrouwenrechten.
De SP vindt dat het recht op abortus niet verder mag worden ingeperkt en ziet lichamelijke autonomie als uitgangspunt. Dit standpunt is gericht op het beschermen van bestaande rechten en het voorkomen van verdere beperkingen, in het kader van bredere vrouwenrechten en lichamelijke zelfbeschikking.
BBB erkent abortus als een belangrijk recht dat veilig en toegankelijk moet zijn, maar benadrukt dat er niet lichtzinnig mee omgegaan mag worden en dat het ongeboren leven ook telt. De partij wil zorgvuldige afweging van termijnen en ontwikkelingen, en extra aandacht voor preventie van ongewenste zwangerschap. BBB ziet abortus dus niet als absoluut mensenrecht, maar als een recht dat onder voorwaarden en met zorgvuldigheid moet worden gewaarborgd.
BBB vindt dat abortus veilig en toegankelijk moet zijn voor vrouwen, maar wil dat er zorgvuldig wordt omgegaan met het ongeboren leven en de wettelijke termijnen. De partij pleit voor een zorgvuldige afweging bij medische-ethische kwesties en geeft Kamerleden ruimte om naar eigen geweten te stemmen. Preventie van ongewenste zwangerschap krijgt extra aandacht.
“Abortus is een belangrijk recht en moet veilig en toegankelijk zijn voor vrouwen, maar er moet niet lichtzinnig mee omgegaan worden. Hierbij vinden we ook het ongeboren leven belangrijk. Daarom willen we dat er zorgvuldig gekeken wordt naar de termijnen en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast willen we extra aandacht besteden aan de preventie van ongewenste zwangerschap.”
Het CDA erkent het belang van de beschermwaardigheid van het leven en wil hierover het maatschappelijk gesprek voeren, maar stelt expliciet dat de huidige Abortuswet ongewijzigd blijft. Het CDA noemt abortus niet als mensenrecht en doet geen voorstellen om abortus als zodanig te erkennen; het beleid blijft zoals het is.
Het CDA kiest ervoor de bestaande Abortuswet te handhaven en benadrukt het belang van zorgvuldigheid en maatschappelijk debat over medische ethiek, maar erkent abortus niet als mensenrecht. De partij legt de nadruk op de beschermwaardigheid van het leven en ziet geen aanleiding tot uitbreiding of beperking van het huidige wettelijke kader.
“De overheid kan zo sturing geven vanuit het principe van fundamentele beschermwaardigheid van het leven. De Abortuswet blijft ongewijzigd.”
DENK erkent zowel de autonomie en gezondheid van de vrouw als de rechten van het ongeboren leven bij abortus. De partij wil strengere voorwaarden rond abortus, waaronder een verplichte bedenktermijn, verplichte raadgeving en het verlagen van de wettelijke abortusgrens naar het niveau van buurlanden. DENK ziet abortus dus niet als een absoluut mensenrecht van de vrouw, maar als een ethisch vraagstuk waarin ook het ongeboren leven zwaar meeweegt.
DENK vindt dat bij abortus zowel de autonomie van de vrouw als de rechten van het ongeboren leven moeten worden afgewogen. De partij pleit daarom voor strengere voorwaarden, zoals een verplichte bedenktermijn, verplichte raadgeving en het verlagen van de abortusgrens. Hiermee wijkt DENK af van partijen die abortus als een individueel mensenrecht van de vrouw zien.
“Bij abortus moeten wij recht doen aan de gezondheid en de autonomie van de vrouw én aan de rechten van het ongeboren leven. Dat betekent dat wij de voorwaarden rond abortus zo inrichten dat deze twee uitgangspunten leidend zijn. Wij zijn voor een verplichte bedenktermijn en raadgeving bij abortus en willen de wekengrens meer in lijn brengen met onze buurlanden.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma