Volt pleit voor vergaande integratie van de Europese defensie en veiligheidsarchitectuur, inclusief de oprichting van een Europese krijgsmacht, gezamenlijke defensie-industrie, en centrale commandostructuren onder democratische controle. Hun voorstellen zijn concreet: een Europese militaire doctrine, gezamenlijke inkoop en financiering, integratie van defensie-industrieën, en zelfs stappen richting een Europese nucleaire afschrikking. Volt ziet Europese defensie-integratie als noodzakelijk voor strategische autonomie, kostenbesparing, en versterking van de Europese democratie.
Volt wil een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de NAVO, maar zelfstandig kan optreden en onder toezicht staat van het Europees Parlement. Dit moet de EU in staat stellen sneller en onafhankelijker te reageren op dreigingen, en de veiligheid van haar inwoners beter te waarborgen.
“Daarom bouwen we aan een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en die onder toezicht staat van het Europees Parlement. Zo kan de EU sneller en zelfstandiger reageren als er gevaar dreigt.”
Volt stelt voor om de defensie-industrieën van EU-lidstaten te integreren, gezamenlijke inkoop te organiseren, en de Europese Commissie een centrale rol te geven in aanbestedingen. Dit moet leiden tot interoperabiliteit, kostenbesparing, innovatie en minder afhankelijkheid van externe leveranciers.
“We ontwikkelen als EU een gezamenlijke defensie-industrie. Daar delen we middelen, kopen we samen materieel in en werken Europese bedrijven nauwer samen.”
“De Europese Commissie krijgt de taak om defensieaanbestedingen te centraliseren, zodat de vraag wordt gebundeld en dubbele kosten worden voorkomen.”
“De defensie-industrieën van de lidstaten worden geïntegreerd om de interoperabiliteit van wapensystemen en strijdkrachten te verbeteren, zodat systemen van verschillende Europese leveranciers op elkaar aansluiten (zoals ook vereist is binnen de Europese strijdkrachten).”
Volt wil een gezamenlijke Europese commandostructuur, een centrale militaire academie, een gedeelde inlichtingendienst, en een vaste hoofdkwartier in Brussel. Ook pleiten ze voor een Europese militaire doctrine en gestandaardiseerde trainingen.
“Volt pleit voor een gezamenlijke Europese commandostructuur, met een hoofdkwartier, een centrale militaire academie en een gedeelde inlichtingendienst.”
“Een Europese militaire doctrine bepaalt hoe de EU in conflictsituaties militair optreedt.”
“De bestaande Military Planning and Conduct Capability (MPCC) wordt het vaste militaire hoofdkwartier in Brussel. Deze MPCC coördineert alle Europese missies.”
Volt wil defensie-uitgaven gezamenlijk financieren met eurobonds, waarbij uitgaven boven de 2% van het bbp gericht zijn op gezamenlijke Europese projecten om versnippering te voorkomen.
“De uitbreiding binnen defensie wordt gezamenlijk gefinancierd met eurobonds. Uitgaven boven de 2% van het bruto binnenlandse product (bbp) worden gericht op gezamenlijke Europese projecten.”
Volt pleit voor een Europese nucleaire afschrikking, met betrokkenheid van Frankrijk en het VK, onder democratische controle en met een no-first-use-beleid.
“Op termijn komt er een eigen Europese nucleaire afschrikking onder democratische controle. Deze bestaat uit langeafstandsraketten, drones en anticybersystemen om goed te kunnen reageren bij dreiging.”
“De EU houdt zich aan een no-first-use-beleid voor kernwapens en aan internationale verdragen zoals het Non-Proliferatieverdrag.”
Volt wil een ‘militair Schengen’ invoeren om het verplaatsen van militair materieel en troepen over grenzen te vergemakkelijken, zelfs zonder verdragswijziging.
“Volt pleit voor het invoeren van een ‘militair Schengen’ want dat maakt het gemakkelijker om militair materieel en troepen snel over grenzen te verplaatsen. Zonder aanpassing van de EU-verdragen kan al worden begonnen met de Coalition of the Willing.”
Volt wil de Oekraïense defensie-industrie integreren in die van de EU en kennis van het front benutten voor Europese defensie.
“De samenwerking met Oekraïne wordt versterkt door de Oekraïense defensie-industrie te integreren in die van de EU en kennis van (inzet van) nieuwe technologieën aan het front te integreren in de Europese defensie.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) is kritisch over verdere integratie van de EU-defensie en veiligheidsarchitectuur. Zij pleiten voor meer Europese samenwerking op defensiegebied, maar wijzen een Europees leger af en willen onafhankelijkheid van de VS, met nadruk op diplomatie, vredesopbouw en het beperken van defensie-uitgaven ten gunste van klimaat en sociale voorzieningen.
PvdD wil af van afhankelijkheid van de VS en de NAVO, en pleit voor een alternatief samenwerkingsverband tussen Europese en niet-Europese landen, gebaseerd op internationaal recht en solidariteit. Ze zijn tegen automatische verhoging van defensie-uitgaven en willen dat investeringen in defensie niet ten koste gaan van klimaat, natuur en sociale voorzieningen.
“Nederland en Europa investeren extra in de eigen Europese defensie. Daarbij kijken we steeds kritisch welke investeringen echt nodig zijn om onszelf te kunnen verdedigen en zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van de VS.”
“Nederland zet zich in voor een alternatief voor de NAVO in de vorm van een samenwerkingsverband tussen betrouwbare Europese en niet-Europese landen zonder de VS. Dit samenwerkingsverband werkt op basis van het internationaal recht, gelijkwaardigheid en solidariteit en is gericht op verdediging, vrede, veiligheid en wederzijdse ontwapening.”
“De NAVO-norm wordt gedicteerd door Trump: daar doen wij niet aan mee. We wegen zorgvuldig af wat nodig is op basis van goed onderbouwde plannen. Géén blanco cheque voor defensie.”
“Zolang het alternatief er niet is, blijft Nederland lid van de NAVO.”
PvdD is expliciet tegen de oprichting van een Europees leger en wil dat het Nederlandse parlement volledige zeggenschap houdt over de inzet van Nederlandse militairen. Internationale militaire interventies worden alleen gesteund als ze een duidelijk humanitair karakter hebben.
“We kiezen voor Europese samenwerking, maar het Nederlandse parlement dient volledige zeggenschap te behouden over de inzet van Nederlandse militairen. Er komt geen Europees leger.”
“Nederland levert geen soldaten aan internationale militaire interventies, tenzij deze een duidelijk afgebakend humanitair karakter hebben.”
PvdD ondersteunt Europese samenwerking op het gebied van defensiematerieel en oefenlocaties, maar vooral om efficiëntie te vergroten en kosten te besparen, niet om tot een geïntegreerde Europese krijgsmacht te komen.
“Samenwerking op het gebied van (bestaande) oefenlocaties in Europa en het aankopen van defensiematerieel met andere Europese landen is daarom cruciaal. Bovendien hebben Europese landen een gezamenlijk belang om de kosten voor defensie laag te houden.”
“Europese landen gaan efficiënter samenwerken bij het aankopen van defensiematerieel.”
PvdD stelt dat investeringen in defensie niet mogen leiden tot bezuinigingen op klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs. Ze willen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en pleiten voor extra belasting van grote vervuilers en de wapenindustrie.
“Investeringen in defensie mogen niet ten koste gaan van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.”
“De wapenindustrie is er niet om winst te maken. Winsten moeten maximaal worden belast en ten goede komen aan de samenleving.”
“De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. Daarom worden de grote vervuilers en de rijksten ook extra belast om investeringen in defensie te bekostigen.”
BIJ1 is fel tegen verdere integratie van de EU-defensie en veiligheidsarchitectuur en pleit juist voor demilitarisering, neutraliteit en het beëindigen van militaire samenwerking binnen de EU. De partij wil dat Nederland uit de NAVO stapt, geen geld meer uitgeeft aan militaire samenwerking of onderzoek binnen de EU, en zich verzet tegen militarisering van de Europese grenzen en defensie.
BIJ1 verzet zich expliciet tegen de integratie van defensie en veiligheid binnen de EU en wil juist een radicaal andere koers: demilitarisering, neutraliteit en het beëindigen van militaire samenwerking. De partij ziet de huidige EU als een verlengstuk van westerse, imperialistische belangen en wil dat Nederland zich hieraan onttrekt.
“We maken een einde aan de militarisering van de grenzen van Europa. Nederland zet zich ervoor in dat de EU radicaal eerlijk delen, anti-imperialisme en solidariteit centraal stelt in wetten en regels en budgettering.”
“Nederland stopt geen geld van de overheid meer in militair onderzoek, beëindigt geweld gerelateerde samenwerking met universiteiten en ontmantelt militaire industrieel-academische netwerken.”
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar. Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen. Het liberale, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet.”
“In plaats van wetten en regels over buitenland, handel en veiligheid af te stemmen op belangen en militaire overtuigingen van de VS, moet Europa haar blik verruimen naar samenwerking met landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika op basis van gelijkwaardigheid, vrede en solidariteit.”
BIJ1 wil dat Nederland geen geld meer uitgeeft aan Europese grensbewaking, militaire infrastructuur of defensieprojecten, en pleit voor het afschaffen van Frontex en het stoppen van opslag van kernwapens.
“Nederland draagt niet langer bij aan Europees grensgeweld. Het betaalt niet mee aan grenspolitie, wapens of hekken, detentie of quasi-detentie faciliteiten: binnen de EU en wereldwijd.”
“Nederland stopt de opslag van kernwapens in het Nederlandse dorp Volkel en loopt weg van de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok.”
“Nederland klaagt de Europese Commissie aan voor het niet handhaven van mensenrechten en pleit voor afschaffing van Frontex.”
BIJ1 wil dat de EU zich inzet voor wereldwijde demilitarisering en samenwerking op basis van gelijkwaardigheid, in plaats van blokvorming en militaire macht.
“De Europese wetten en regels moeten actief stoppen met blokken vormen, straffen en projectie van macht. En in plaats daarvan inzetten op wereldwijd demilitariseren, rechtvaardige handel en wederzijds respect voor vrijheid.”
“Alleen zo kan Europa buiten het westerse imperialistische kader meewerken aan wereldvrede en echte internationale samenwerking.”
De VVD is voor meer Europese samenwerking op defensie en veiligheid, maar wil geen Europees leger en geen automatische overdracht van nationale bevoegdheden. Ze pleiten voor een sterke Europese pijler binnen de NAVO, gezamenlijke investeringen in defensie-industrie en innovatie, en pragmatische integratie met gelijkgezinde landen als dit aantoonbaar bijdraagt aan veiligheid en strategische autonomie.
De VVD verzet zich tegen een federaal Europees leger en automatische overdracht van nationale bevoegdheden, maar wil wel dat Europese landen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid via samenwerking binnen de NAVO. Ze willen een zelfstandiger Europa dat minder afhankelijk is van de VS, maar altijd met nationale zeggenschap over inzet van de krijgsmacht.
“Geen Europees leger, maar een sterke Europese pijler binnen de NAVO: De VVD kiest voor een militair zelfstandiger Europa. De VS blijft een onmisbare bondgenoot, maar Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Dit doen we door pragmatisch met gelijkgezinden landen de dure systemen aan te schaffen die nodig zijn voor commandovoering over grootschalige militaire operaties waarvoor we nu te afhankelijk zijn van de VS. Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO (Noord-Atlantische Vredesorganisatie) plaats, zodat ook belangrijke partners als het VK en Noorwegen kunnen aansluiten. Zo bouwen we aan een sterke Europese pijler binnen de NAVO, die zelfstandiger kan opereren als dat nodig is. We willen geen Europees Leger: de Tweede Kamer besluit altijd of onze krijgsmacht ergens wordt ingezet.”
De VVD staat open voor verdere integratie op defensie en veiligheid, maar alleen als dit aantoonbaar in het belang is van de Nederlandse en Europese veiligheid. Ze willen pragmatische samenwerking in coalities van gelijkgezinde landen en zijn voor een Eurocommissaris voor Defensie en gezamenlijke Europese initiatieven zoals een veiligheidsraad en sanctie-instelling.
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
“In dit kader steunen we de aanstelling van een Eurocommissaris voor Defensie met een sterke, coördinerende rol om de Europese defensie-industrie te versterken en de gezamenlijke slagkracht van de lidstaten te vergroten. We hebben alleen meer Europese integratie nodig als het Nederland en Europa veiliger en welvarender maakt.”
“We willen dat Europese landen meer samenwerken op veiligheidsgebied, bijvoorbeeld met een Europese veiligheidsraad. De VVD wil een krachtige Europese sanctie-instelling naar Amerikaans model.”
De VVD wil de Europese defensie-industrie versterken door gezamenlijke Europese orders, openbreken van nationale markten, en minder afhankelijkheid van autocratische landen voor kritieke grondstoffen. Ze pleiten voor een Defensie-Innovatieautoriteit naar Amerikaans voorbeeld en investeren in strategische autonomie.
“We zetten in op gezamenlijke Europese orders voor materieel om onze eigen defensie-industrie te laten opschalen, de interoperabiliteit te vergroten, versnippering van de Europese defensie-industrie terug te brengen, en de strategische autonomie van Europa te versterken.”
“Op Europees niveau pleiten we voor een Defensie-Innovatieautoriteit (EDIA) naar het model van het Amerikaanse DARPA.”
“Het kan niet zo zijn dat onze Europese defensie-industrie voor de productie van essentieel materieel afhankelijk is van kritieke grondstoffen uit autocratische landen. Deze kwetsbaarheid is onacceptabel en ondermijnt ons vermogen om onszelf te verdedigen.”
De VVD wil dat Nederland een constructieve houding aanneemt ten opzichte van een Europese nucleaire afschrikking onder Frans en eventueel Brits leiderschap, om de afhankelijkheid van de VS te verminderen.
“De VVD wil dat Nederland een constructieve houding aanneemt ten opzichte van een geloofwaardige Europese kernparaplu onder Frans en eventueel Brits leiderschap. We moedigen Frankrijk en Engeland aan dit verder uit te bouwen, en zijn bereid hieraan bij te dragen. Zo verminderen we in Europees verband onze afhankelijkheid van de Amerikaanse nucleaire bescherming.”
De VVD pleit voor een sterke Europese samenwerking op cyberveiligheid en inlichtingen, inclusief het opzetten van een Europese "Five Eyes" voor inlichtingenuitwisseling binnen een select Europees gezelschap.
“De VVD wil een sterke Europese samenwerking op het gebied van cyberveiligheid en inlichtingen. Dreigingen zoals statelijke cyberaanvallen, desinformatie en spionage vragen om een gecoördineerde aanpak waarbij ook samenwerking tussen het bedrijfsleven en inlichtingendiensten nodig is. We willen een Europese ‘’Five Eyes’’ waarin, binnen een select Europees gezelschap, wordt samengewerkt op inlichtingengebied.”
BVNL is fel tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheid en wil dat Nederland volledige soevereiniteit behoudt over zijn krijgsmacht. De partij verwerpt elke overdracht van zeggenschap aan de EU, pleit voor een terugkeer naar een losse economische samenwerking (zoals de oude EEG), en wil dat defensie uitsluitend binnen NAVO-verband functioneert, zonder betrokkenheid bij EU-defensie-initiatieven.
BVNL vindt dat Nederland volledig soeverein moet blijven op het gebied van defensie en veiligheid, en verzet zich tegen elke vorm van EU-integratie op dit terrein. De partij ziet de NAVO als het enige relevante defensieplatform en wil geen Nederlandse deelname aan EU-defensieprojecten of -structuren.
“De krijgsmacht is uitermate belangrijk voor de veiligheid van Nederland en moet daarom volledig soeverein zijn, met voldoende personeel en materieel.”
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“We houden ons aan onze NAVO-verplichtingen, maar we steunen geen oorlogen buiten het NAVO-grondgebied met materieel of personeel.”
“Er worden geen operaties of oorlogen financieel of militair gesteund buiten het NAVO-grondgebied.”
BVNL accepteert alleen NAVO als militair bondgenootschap en wijst EU-defensie-integratie af. De partij wil dat Nederland zich niet mengt in militaire operaties buiten NAVO-verband en geen middelen levert aan EU-defensie-initiatieven.
“Daarnaast zijn we lid van de NAVO op grond van de oorspronkelijke afspraken, namelijk dat het een bondgenootschap is uitsluitend ter verdediging van de lidstaten.”
“Nederland mengt zich niet in oorlogen waar wij niets mee te maken hebben en we streven altijd naar diplomatieke onderhandelingen.”
BVNL wil de EU beperken tot een economische samenwerking zonder politieke of militaire integratie, en pleit voor opt-ins en opt-outs zodat Nederland niet hoeft deel te nemen aan ongewenste EU-projecten, waaronder defensie.
“Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijhandel is een groot goed. Maar de overdracht van soevereiniteit naar de EU moet stoppen en we moeten de mogelijkheid krijgen tot opt-ins en opt-outs.”
“Binnen de EU moet worden gewerkt met opt-ins en opt-outs, zodat landen zelf kunnen bepalen of ze meedoen aan een bepaalde regeling of niet.”
Forum voor Democratie (FVD) is fel tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheid. Zij pleiten voor volledige nationale soevereiniteit, willen uittreden uit de EU, heroverwegen het NAVO-lidmaatschap, en verwerpen elke vorm van Brusselse of supranationale controle over de inzet van Nederlandse militairen.
FVD verzet zich tegen elke overdracht van zeggenschap over defensie aan de EU of andere supranationale organisaties. Zij willen dat Nederland altijd zelfstandig beslist over de inzet van militairen en investeringen in defensie, zonder Brusselse of Amerikaanse inmenging.
“We staan nooit toe dat de inzet van onze militairen door de EU of de NAVO wordt bepaald, zodat Nederland altijd zelf de controle houdt.”
“Onze inzet moet altijd in dienst staan van Nederland – nooit van Brusselse of Amerikaanse belangen.”
“We investeren in onze krijgsmacht - niet volgens een opgelegde NAVO-norm, maar naar eigen inzicht, zodat Nederland weerbaar is en onze militairen beter worden beloond.”
FVD wil dat Nederland de EU verlaat om volledige zeggenschap over defensie, veiligheid en andere beleidsterreinen te herwinnen. Tot die tijd accepteren ze geen enkele verdere overdracht van bevoegdheden naar Brussel.
“Daarom streven we naar een intelligente uittreding uit de Europese Unie, waarna we ons aansluiten bij de Europese Vrijhandelsassociatie, net als Zwitserland, Noorwegen en IJsland.”
“Zolang Nederland nog lid is van de EU, accepteren we geen enkele nieuwe overdracht van bevoegdheden naar Brussel.”
FVD stelt het NAVO-lidmaatschap ter discussie en wil dat de Nederlandse bevolking via een referendum beslist of Nederland lid blijft.
“We leggen het lidmaatschap van de NAVO via een referendum voor aan de Nederlandse bevolking, zodat we als land zelf kunnen beslissen of we door willen op het huidige pad.”
FVD wijst deelname aan EU-defensie-initiatieven en buitenlandse militaire missies af, en wil geen belastinggeld meer besteden aan wat zij zien als 'zinloze militaire avonturen' of 'Amerikaanse proxy-oorlogen'.
“geen belastinggeld meer voor zinloze militaire avonturen of Amerikaanse proxy-oorlogen zoals in Oekraïne.”
“Nederland kiest een neutrale positie in de internationale politiek - naar Zwitsers model. We stoppen met miljardenuitgaven aan buitenlandse conflicten, zoals de oorlog in Oekraïne, en richten ons op vrede en samenwerking.”
BBB is uitgesproken tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheid. De partij wil geen Europees leger, geen overdracht van soevereiniteit aan Brussel, en ziet de NAVO als de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid. BBB pleit voor praktische samenwerking op defensie-industrie en grensbewaking, maar verzet zich tegen federale stappen of financiering van defensie via Europese schulden.
BBB verzet zich expliciet tegen de oprichting van een Europees leger en het afschaffen van het nationale vetorecht op buitenlands beleid. De partij wil dat Nederland volledige zeggenschap houdt over defensie en veiligheid, en dat de EU zich beperkt tot noodzakelijke samenwerking zonder soevereiniteitsoverdracht.
“Vetorecht behouden. BBB wil het vetorecht niet afschaffen inzake buitenlands beleid en er komt geen Europees leger.”
“Geen federaal Europa. Geen verdere overdracht van Nederlandse bevoegdheden en soevereiniteit aan Brussel.”
BBB ziet de NAVO als het fundament van het Nederlandse veiligheidsbeleid en wijst verdere EU-integratie op defensiegebied af. De partij wil investeren in de krijgsmacht en samenwerking binnen de NAVO, maar niet via Europese structuren of schulden.
BBB staat alleen open voor praktische samenwerking binnen de EU op het gebied van defensie-industrie, interne markt en grensbewaking, maar verzet zich tegen politieke integratie of bureaucratische uitbreiding.
“De belangrijkste rol voor de Europese Unie ligt voor BBB op het vlak van economische samenwerking en regionale ontwikkeling. Dit biedt voor Nederland als handelsland veel voordelen. Denk aan samenwerking op het gebied van voedselzekerheid, handel en (defensie)industrie, interne markt, regionale ontwikkeling, infrastructuur, beheersing van migratie en grensbewaking.”
“In plaats van steeds verdergaande politieke eenwording die de nationale soevereiniteit ondermijnt, dient de EU zich te richten op praktische samenwerking zonder bureaucratie op terreinen waarop de lidstaten elkaar kunnen vinden en nodig hebben.”
D66 pleit voor vergaande integratie van de Europese defensie en veiligheidsarchitectuur, met als einddoel een Europese krijgsmacht. Op korte termijn wil D66 meer gezamenlijke Europese defensiecapaciteit binnen de NAVO, strategische zelfstandigheid en gezamenlijke investeringen in materieel, personeel en innovatie. D66 ziet Europese samenwerking als noodzakelijk om Europa zelfstandig te kunnen verdedigen en internationale stabiliteit te waarborgen.
D66 streeft naar een volledig geïntegreerde Europese krijgsmacht op de lange termijn, waarmee Europa zelfstandig zijn veiligheid kan waarborgen en minder afhankelijk wordt van de VS. Dit is een fundamentele keuze voor strategische zelfstandigheid en het vermogen om Europese waarden en veiligheid te beschermen.
“D66 streeft op lange termijn naar een Europese krijgsmacht.”
“Daarom wil D66 dat Europa zichzelf kan verdedigen en internationale vrede en stabiliteit kan beschermen. We kiezen voor strategische zelfstandigheid van Europa. En we kiezen voor een krijgsmacht die onze vrijheid, democratie en rechtsstaat kan bewaken.”
Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met gezamenlijke strategische commandovoering, materieel en personeel. Dit moet Europa slagvaardiger maken, kosten besparen en de afhankelijkheid van individuele lidstaten verminderen.
“Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met Europese strategische commandovoering, Europees materieel en Europees personeel.”
“Om Europees een vuist te maken, is samenwerking essentieel. We moeten gezamenlijk voorraden aanleggen, trainen en investeren in innovatie. Gezamenlijk materieel inkopen en meer standaardiseren.”
D66 wil fors meer gezamenlijke Europese investeringen in defensie, innovatie en infrastructuur, gefinancierd uit een grotere Europese begroting. Dit moet de Europese slagkracht vergroten en nationale begrotingen ontlasten.
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan. Dit doen we met eigen Europese inkomstenbronnen. Het geld gaat naar investeringen die iedereen aangaan, zoals in defensie, groene energie en vitale voorzieningen als havens.”
D66 wil de NAVO-norm van minimaal 3,5% van het bbp aan defensie-uitgaven nakomen en daarnaast investeren in civiele paraatheid, infrastructuur en weerbaarheid tegen hybride dreigingen. Europese defensie wordt zo breder dan alleen militaire samenwerking.
“We komen de NAVO-afspraak na om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven en minimaal 1,5% van het bbp aan de kritieke infrastructuur, civiele paraatheid, veerkracht en het versterken van onze defensie-industrie.”
D66 wil ook buiten NAVO- en EU-verband nauwer samenwerken met gelijkgezinde landen om de gezamenlijke slagkracht te vergroten.
“D66 is voorstander van het opschalen en uitbreiden van internationale samenwerking om onze veiligheid te garanderen. Dit doen we ook buiten NAVO-verband en buiten de EU, met landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Canada, Japan en Australië.”
JA21 is fel tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheid en wijst expliciet een Europees leger af. De partij wil dat Nederland zijn soevereiniteit behoudt, inzet op NAVO-samenwerking en alleen deelneemt aan militaire acties als er een aantoonbaar Nederlands belang of mandaat is.
JA21 verzet zich tegen de vorming van een Europees leger en verdere overdracht van defensiebevoegdheden aan de EU. De partij ziet de NAVO als het primaire samenwerkingsverband voor veiligheid en defensie, en benadrukt het belang van nationale soevereiniteit en zelfstandige besluitvorming over militaire inzet.
“Geen EU-leger en geen militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat.”
“Steunen dus geen EU-leger buiten NAVO, geen militair optreden zonder Nederlands belang, en geen afhankelijkheid van Amerikaanse ondersteuning voor strategische capaciteiten.”
“Geen Europees leger.”
JA21 wil dat Nederland volledige zeggenschap houdt over defensie- en veiligheidsbeleid binnen de EU, inclusief het behoud van het vetorecht en het blokkeren van verdere overdracht van bevoegdheden.
JA21 ziet de NAVO als het belangrijkste samenwerkingsverband voor de Nederlandse defensie en wijst Europese alternatieven af. De partij wil investeren in de krijgsmacht om aan NAVO-verplichtingen te voldoen, maar zonder Europese integratie.
De PVV is fel tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheid en wil geen Europese defensie-unie of overdracht van bevoegdheden naar Brussel. De partij benadrukt dat de NAVO de enige hoeksteen van het Nederlandse defensiebeleid blijft en pleit voor het behoud en herstel van nationale soevereiniteit, inclusief vetorechten. Concrete voorstellen zijn het terughalen van bevoegdheden uit Brussel en het blokkeren van elke stap richting een Europese defensie- of veiligheidsarchitectuur.
De PVV verwerpt elke vorm van Europese defensie-integratie en ziet de NAVO als het enige legitieme samenwerkingsverband voor veiligheid. De partij wil geen overdracht van militaire of veiligheidsbevoegdheden aan de EU en verzet zich tegen een "geopolitieke Europese superstaat". Dit standpunt is ingegeven door de wens om nationale soevereiniteit te behouden en te voorkomen dat Nederland ondergeschikt raakt aan Brusselse besluitvorming.
“De NAVO is en blijft de hoeksteen van ons defensie- en veiligheidsbeleid.”
“Wij willen dus geen buitenlandse militaire missies, maar militaire inzet aan onze eigen grenzen: grensbewaking.”
“Soeverein Nederland, geen geopolitieke Europese superstaat”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer miljarden en bevoegdheden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
De PVV wil bestaande vetorechten binnen de EU behouden, herstellen en actief inzetten om verdere integratie, ook op defensiegebied, te blokkeren. Dit is bedoeld om te voorkomen dat Nederland wordt gedwongen tot deelname aan EU-brede defensie- of veiligheidsinitiatieven.
De SGP is uitgesproken tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheid. De partij ziet de NAVO als de belangrijkste veiligheidspartner en wil geen Europees leger of overdracht van beslissingsmacht over militaire inzet aan Brussel; Europese samenwerking is alleen acceptabel als deze aanvullend en strikt binnen bestaande bevoegdheden blijft.
De SGP benadrukt dat de NAVO de kern van het Nederlandse veiligheidsbeleid moet blijven en verzet zich tegen de vorming van een Europees leger of het vergroten van EU-bevoegdheden op defensiegebied. Besluitvorming over militaire inzet moet nationaal blijven, en Europese samenwerking mag alleen aanvullend zijn waar het meerwaarde biedt.
“De NAVO is onze belangrijkste veiligheidspartner. De EU vult slechts aan waar dit meerwaarde biedt en zij bevoegdheid heeft. Een goed initiatief is bijvoorbeeld de European Defence and Technology Industrial Base. De SGP wil echter geen Europees leger en vindt de nieuwe Europese Defensiecommissaris ongewenst. Niet Brussel, maar Den Haag blijft besluiten over het uitzenden van troepen.”
De SGP wijst gezamenlijke EU-leningen voor defensie af en wil dat de EU zich beperkt tot haar kerntaken, zonder sluipende uitbreiding van bevoegdheden richting een politieke unie.
Internationale samenwerking op defensiegebied is volgens de SGP noodzakelijk, maar mag niet leiden tot afhankelijkheid van Brussel of verlies van nationale zeggenschap.
Het CDA pleit voor een sterkere integratie van de EU-defensie en veiligheidsarchitectuur, met als kernpunten het afschaffen van het vetorecht bij buitenlands en defensiebeleid, het ontwikkelen van een volwaardige Europese pijler binnen de NAVO, en het streven naar Europese strategische autonomie op defensiegebied. Concrete voorstellen zijn onder meer het instellen van meerderheidsbesluitvorming, het afstemmen van materieeleisen in Europees verband, en het oprichten van een Europese Veiligheidsraad.
Het CDA wil af van het vetorecht en pleit voor besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid binnen het gemeenschappelijk buitenlands en defensiebeleid van de EU. Dit moet de slagkracht en effectiviteit van de EU vergroten in het licht van de veranderende veiligheidssituatie.
“De veiligheidssituatie vraagt om meerderheidsbesluitvorming in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU.”
“We heffen het veto op buitenlands beleid in de EU op bij het veroordelen van mensenrechtenschendingen en het opstellen van sanctielijsten.”
Het CDA streeft naar een volwaardige Europese pijler binnen de NAVO, inclusief een Europese Veiligheidsraad, en wil op termijn volledige Europese strategische autonomie op het gebied van defensie en veiligheid realiseren. Dit moet Europa minder afhankelijk maken van externe partners en de eigen weerbaarheid vergroten.
“We willen dat Nederland vooroploopt in het ontwikkelen van een volwaardige Europese pijler in de NAVO, met een Europese Veiligheidsraad. We bouwen onze afhankelijkheden af en streven – op termijn – naar volledige Europese strategische autonomie op het gebied van defensie en veiligheid.”
Het CDA wil dat de eisen voor defensiematerieel in Europees verband worden afgestemd en zet in op een innovatieve Europese defensie-industrie, onder meer door het vereenvoudigen van regelgeving en het benutten van EU-programma’s zoals ReArm Europe.
“Die moet beschikken over hoogwaardig materieel waarvan de eisen in Europees verband zijn afgestemd.”
“We zetten in op een innovatieve Nederlandse en Europese defensie-industrie en bouwen de productiecapaciteit uit. Regelgeving rond voorfinanciering en inkoop willen we vereenvoudigen. Ook maken we gebruik van het ReArm Europe-plan.”
GroenLinks-PvdA pleit voor vergaande Europese integratie op het gebied van defensie en veiligheid, waarbij de EU een grotere rol krijgt en minder afhankelijk wordt van de VS. Ze willen dat defensie een gedeelde EU-competentie wordt, gezamenlijke Europese defensie-industrie en inkoop stimuleren, en de Europese pijler binnen de NAVO versterken, met als doel dat Europa zelfstandig zijn veiligheid kan waarborgen.
GroenLinks-PvdA wil dat defensie een gedeelde bevoegdheid van de EU wordt, met behoud van nationale zeggenschap over inzet, en zet in op verdere integratie van Europese krijgsmachten. Dit moet leiden tot meer gezamenlijke ontwikkeling, inkoop en een onafhankelijke Europese defensie-industrie, zodat Europa minder afhankelijk is van de VS en slagvaardiger kan optreden.
“Defensie moet een gedeelde EU-competentie worden; besluiten over inzet van de krijgsmacht blijven echter een nationale bevoegdheid. Integratie van de krijgsmachten zetten we voort. We bouwen een onafhankelijke Europese defensie-industrie via de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van wapensystemen, diensten en infrastructuur.”
“We committeren ons aan de NAVO-norm en versterken de Europese pijler van de NAVO in nauwe samenhang met het Europese veiligheids- en defensiebeleid. Europa zal zo spoedig mogelijk voor zijn eigen veiligheid moeten kunnen zorgen.”
De partij wil de afhankelijkheid van de VS verminderen door Europese samenwerking te intensiveren, onder andere via gezamenlijke inkoop en ontwikkeling van defensiematerieel. Dit moet ook leiden tot meer strategische autonomie en bescherming van Europese infrastructuur.
“We bouwen onze afhankelijkheid van de VS af en plaatsen geen orders meer bij de Israëlische defensie-industrie.”
“We investeren in een onafhankelijkere, moderne defensie-industrie in samenwerking met Europese partners met wie we gezamenlijk inkopen en ontwikkelen.”
“Ook kunnen we kosten besparen met betere samenwerking in Europa bij het inkopen van munitie en wapensystemen.”
NSC is uitgesproken tegen verdere integratie van de EU op het gebied van defensie en veiligheidsarchitectuur, en verzet zich expliciet tegen de vorming van een Europees leger. Ze willen nationale soevereiniteit behouden, samenwerking tussen Europese landen versterken waar het effectiever is, maar het geweldsmonopolie en de besluitvorming over militaire inzet bij het Nederlandse parlement houden. Concrete voorstellen zijn nauwere samenwerking bij defensieaankopen, maar geen overdracht van bevoegdheden of budgetten aan de EU.
NSC verzet zich tegen het idee van een Europees leger en het overdragen van het geweldsmonopolie aan de EU. Ze vinden dat het Nederlandse parlement altijd het laatste woord moet houden over militaire missies. Europese samenwerking op defensiegebied is alleen wenselijk waar het effectiever is dan nationale maatregelen, zoals bij gezamenlijke defensieaankopen.
“We zijn tegen de vorming van een Europees leger. Het uit handen geven van ons geweldsmonopolie aan de Europese Unie ondergraaft het fundament van Nederland als zelfstandige staat. Wel vinden we dat Europese landen nauwer moeten samenwerken bij defensieaankopen.”
“Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we. Lidstaten moeten achter ambities blijven staan die ze samen uitspreken, samenwerken in de uitvoering en zich ervan verzekeren dat alle lidstaten de gemaakte afspraken nakomen. De EU mag alleen maatregelen nemen als die doeltreffender zijn dan nationale, regionale of lokale maatregelen (het subsidiariteitsbeginsel).”
Voor NSC blijft de NAVO de primaire pijler van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Ze willen wel dat Europese landen meer gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen, maar zien dit binnen het NAVO-kader, niet als een EU-defensie-unie.
“Het lidmaatschap van de NAVO is de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid. Nederland zal samen met andere Europese landen meer eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten nemen.”
NSC erkent het belang van Europese samenwerking voor veiligheid en geopolitiek, maar benadrukt dat dit niet mag leiden tot verlies van nationale onafhankelijkheid of soevereiniteit.
50PLUS ziet de NAVO als de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en pleit voor uitbreiding van defensie-uitgaven volgens NAVO-afspraken. Hoewel 50PLUS Europa als grootmacht wil zien die minder afhankelijk is van andere wereldmachten, spreekt het programma zich niet concreet uit over verdere integratie van de EU-defensie en veiligheidsarchitectuur. De partij legt de nadruk op nationale defensie, versterking van de nationale defensie-industrie en samenwerking binnen bestaande NAVO-kaders.
50PLUS benadrukt het belang van de NAVO voor de Nederlandse veiligheid en kiest voor versterking van nationale defensie en industrie, zonder concrete voorstellen voor verdere integratie van de EU-defensie en veiligheidsarchitectuur. De partij ziet Europa wel als grootmacht, maar blijft vaag over institutionele EU-integratie op defensiegebied.
“De NAVO is de hoeksteen van het Nederlands veiligheidsbeleid.”
“Uitbreiding van de defensie-uitgaven in lijn met de afspraken in NAVO-verband.”
“Versterking van de nationale defensie-industrie.”
“Europa als een grootmacht, dat minder afhankelijk is van andere wereldmachten.”
De ChristenUnie pleit voor versterking van de Europese defensiesamenwerking, vooral binnen de NAVO, en wil efficiënter gebruik van nationale defensiebudgetten via gezamenlijke EU-ontwikkel- en inkoopprogramma’s. Ze zijn voor uitbreiding van de EU-commandostructuur, maar benadrukken dat nationale soevereiniteit behouden blijft: inzet van Nederlandse troepen vereist altijd expliciete Nederlandse instemming. De partij ziet strategische autonomie en minder afhankelijkheid van de VS als noodzakelijk, maar verzet zich tegen overdracht van volledige defensiebevoegdheden aan de EU.
De ChristenUnie vindt de huidige afhankelijkheid van de VS binnen de NAVO niet toekomstbestendig en wil daarom de Europese pijler binnen de NAVO versterken. Dit moet door investeringen, werkwijze en strategieën beter op elkaar af te stemmen, onder andere via het NAVO Defensieplanningsproces.
“De mate waarin Europa afhankelijk is van de VS binnen de NAVO is niet toekomstbestendig. Daarom moet de samenwerking binnen de Europese pijler van de NAVO worden versterkt. Dit doen we door investeringen, werkwijze en strategieën beter op elkaar aan te laten sluiten (bijvoorbeeld via het NAVO Defensieplanningsproces).”
De partij wil binnen de EU efficiënter omgaan met defensiebudgetten door gezamenlijke ontwikkel- en inkoopprogramma’s. Ook pleit ze voor uitbreiding van de EU-commandostructuur om sneller en daadkrachtiger Europees op te kunnen treden, maar met behoud van nationale zeggenschap over troepeninzet.
“Binnen de Europese Unie kan efficiënter gebruik worden gemaakt van nationale defensiebudgetten door gemeenschappelijke ontwikkel- en inkoopprogramma’s. We willen de EU-commandostructuur uitbreiden om daadkrachtig Europees optreden en een snelle operationele inzet mogelijk te maken. Voor de inzet van Nederlandse troepen blijft altijd expliciete Nederlandse instemming vereist.”
Hoewel de ChristenUnie Europese samenwerking op defensiegebied wil versterken, blijft subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten moeten zo dicht mogelijk bij de lidstaten blijven. Ze verzetten zich tegen overdracht van defensiebevoegdheden waar de EU geen mandaat voor heeft.
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat. Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen.”
De ChristenUnie ziet strategische autonomie op Europees niveau als cruciaal, onder meer op het gebied van defensie, om minder afhankelijk te zijn van externe partijen.
“In deze tijd met geopolitiek schuivende panelen is strategische autonomie op Europees niveau cruciaal.”
DENK is voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar wijst de oprichting van een Europees leger af en wil nationale soevereiniteit behouden over militaire inzet. De partij steunt alleen noodzakelijke defensie-uitgaven en blijft terughoudend bij militaire missies, waarbij inzet van militairen altijd een nationale beslissing moet blijven.
DENK erkent het belang van samenwerking op defensiegebied binnen de EU, maar wil dat Nederland altijd zelf beslist over de inzet van militairen en verzet zich tegen een geïntegreerd Europees leger. Dit standpunt is ingegeven door het belang dat DENK hecht aan nationale soevereiniteit en democratische controle over militaire besluiten.
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
“Dat betekent meer Europese samenwerking op internationaal gebied en op defensiegebied, zonder het verlies van onze eigen soevereiniteit.”
DENK wil geen extra miljardenuitgaven aan defensie onder druk van NAVO of internationale partners en verzet zich tegen een wapenwedloop. De partij steunt alleen uitgaven die aantoonbaar nodig zijn voor de basisbehoeften van Defensie.
“DENK verzet zich tegen de extra miljardenuitgaven onder druk van NAVO baas Mark Rutte en President Donald Trump. DENK vindt de huidige defensie uitgaven voldoende en wijst op de enorme militaire overmacht van de NAVO die niet nog verder uitgebreid hoeft te worden.”
“Wij steunen alleen defensie uitgaven die aantoonbaar nodig zijn om de basis op orde te hebben bij Defensie.”
De SP is tegen verdere integratie van de EU-defensie en veiligheidsarchitectuur richting een federaal Europa of een Europees leger. De partij pleit voor militaire samenwerking en afstemming tussen Europese landen, maar wil nationale soevereiniteit behouden en streeft naar een Europese veiligheidsarchitectuur die onafhankelijk is van de VS, zonder dat dit leidt tot een Europees leger of verlies van nationale zeggenschap.
De SP verzet zich tegen de oprichting van een Europees leger en het afstaan van nationale zeggenschap over defensie aan de EU. Ze zijn voor samenwerking en afstemming, maar willen dat lidstaten zelf beslissen over militaire inzet en dat het vetorecht behouden blijft. Dit standpunt is ingegeven door de wens om soevereiniteit te behouden en te voorkomen dat de EU een federale superstaat wordt.
“Geen federaal Europa of Europees leger. De SP is voor Europese samenwerking, maar tegen een federaal Europa. Het vetorecht van landen blijft behouden, ook in de buitenlandraad. De SP is voor militaire samenwerking en betere afstemming in Europa, maar niet voor een Europees leger. Wij gaan zelf over de uitzending van onze mensen.”
De SP wil af van de dominantie van de VS binnen de NAVO en pleit voor een Europese veiligheidsarchitectuur die militair onafhankelijk is van de VS. Op termijn moet de NAVO worden vervangen door deze Europese structuur, waarin alle Europese landen kunnen deelnemen, maar zonder dat dit leidt tot een centraal Europees leger.
“Er moet dan ook worden gewerkt aan een beter alternatief: een Europese veiligheidsarchitectuur waar het Europese deel van de NAVO onderdeel van wordt, zodat de NAVO kan worden opgeheven. Deze veiligheidsarchitectuur moet militair onafhankelijk zijn van de VS, gebaseerd zijn op het internationaal recht en gericht zijn op internationale samenwerking. Alle Europese landen, ondanks al hun verscheidenheid, moeten hier op termijn onderdeel van kunnen worden.”
De SP erkent het belang van militaire samenwerking en afstemming tussen Europese landen, maar benadrukt dat dit niet mag uitmonden in een geïntegreerd Europees leger of gezamenlijke wapenexportregels met landen die verboden wapens produceren.
“Europese militaire samenwerking. Gezamenlijk zijn de Europese landen een militaire grootmacht. Zo hebben de Europese NAVOlanden bijvoorbeeld vele malen hogere defensieuitgaven en een groter leger dan Rusland. Met betere samenwerking en betere afstemming tussen de Europese landen wordt het Europees veiligheidsbelang gediend in plaats van de belangen van de VS.”
“We kunnen geen gemeenschappelijk wapenexportbeleid voeren met landen die verboden wapens produceren of verhandelen.”