De Partij voor de Dieren (PvdD) stelt de kwaliteit, toegankelijkheid en inclusiviteit van het hoger onderwijs centraal, en wil de financiële druk op studenten en instellingen verlagen. Ze pleiten voor minder marktwerking, meer democratisering binnen instellingen, eerlijke financiering, en betere ondersteuning van studenten. Concrete voorstellen zijn onder meer het verhogen van de basisbeurs, het verlagen van het collegegeld, het afschaffen van het bindend studieadvies, en het beperken van de instroom van internationale studenten op basis van huisvesting en onderwijskwaliteit.
De PvdD wil af van de financiële groeiprikkel en grootschaligheid in het hoger onderwijs, en stelt kwaliteit en toegankelijkheid voorop. Ze willen instellingen democratiseren en studenten en docenten meer invloed geven.
“De Partij voor de Dieren stelt kwaliteit van het hoger onderwijs centraal. De sterke financiële groeiprikkel van universiteiten en hogescholen wordt daarom gereduceerd door in de bekostiging van deze instellingen het vaste deel te vergroten, en het variabele, studentgebonden deel te verkleinen.”
“Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten worden gedemocratiseerd: studenten en docenten krijgen meer invloed in de medezeggenschapsraden. Bestuurders worden gekozen, in plaats van benoemd door de minister.”
“Veel hogescholen en universiteiten zijn leerfabrieken geworden, waar studenten massaal colleges volgen en weinig contact hebben met hun docenten.”
De partij wil de basisbeurs verhogen, het collegegeld fors verlagen, de ov-kaart als gift behouden, en de compensatie voor de 'pechgeneratie' uitbreiden. Ook willen ze de rente op studieschulden structureel op 0% zetten.
“De basisbeurs is veel te laag om zonder druk te kunnen studeren. Daarom verhogen we de basisbeurs naar minimaal 500 euro per maand voor uitwonende studenten en 130 euro per maand voor thuiswonende studenten.”
“Het collegegeld wordt fors verlaagd en voor alle studenten en opleidingen hetzelfde bedrag. Dit geldt ongeacht leeftijd, het aantal eerder gevolgde studies of behaalde diploma’s.”
“De compensatieregeling voor de ‘pechgeneratie’, de leenstelsel-studenten, wordt fors verruimd. De financiële positie van deze studenten wordt gelijk aan de studenten uit het huidige stelsel. De rente op studieschulden gaat structureel naar 0%.”
“De ov-kaart voor studenten (mbo, hbo en universiteit) wordt omgezet in een gift en blijft geldig zolang de student studeert.”
PvdD wil het bindend studieadvies afschaffen, meer studentenpsychologen, betere begeleiding en inclusieve faciliteiten. Studenten moeten ruimte krijgen voor persoonlijke ontwikkeling en herstel.
“Het bindend studieadvies wordt afgeschaft. In plaats daarvan krijgen studenten voortaan een persoonlijke en onderbouwde terugkoppeling.”
“Het aanbod van studentenpsychologen wordt verruimd, zodat studenten op een redelijke termijn hulp kunnen inroepen.”
“Iedere student krijgt een studentbegeleider toegewezen met wie op regelmatige basis studie-resultaten worden besproken. Daarnaast krijgt iedere student directe en laagdrempelige toegang tot een studieadviseur, studentendecaan en vertrouwenspersoon.”
“Er wordt geld en expertise vrijgemaakt om onderwijsfaciliteiten écht toegankelijk en inclusief te maken.”
De partij wil de instroom van buitenlandse studenten afstemmen op huisvesting en onderwijskwaliteit, en verantwoord beleid voeren rond Engelstalig onderwijs.
“Het aantal buitenlandse studenten dat wordt aangetrokken moet worden afgestemd op beschikbare huisvesting voor studenten en het borgen van de onderwijskwaliteit.”
“De overheid maakt in samenwerking met universiteiten en hogescholen verantwoord beleid omtrent buitenlandse studenten en Engelstalig onderwijs.”
PvdD wil de competitiedruk bij onderzoeksfinanciering verminderen, meer vaste financiering, en onafhankelijkheid van het bedrijfsleven waarborgen.
“De Partij voor de Dieren streeft naar vermindering van deze competitiedruk. Daarnaast beperken we de invloed van bedrijven en multinationals op het onderzoek, want goed onderzoek dient allereerst de belangen van de maatschappij en de onafhankelijke wetenschap, niet die van het kapitaal.”
“Om kwaliteit en onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek te vergroten wordt een groter deel hiervan gefinancierd via vaste (meerjarige) financiering. Het overheidsbudget voor het eerste en tweede geldstroomonderzoek wordt daarom structureel verhoogd.”
“Competities voor onderzoeksfinanciering met een slagingskans van minder dan 25% worden stopgezet. De hierbij vrijgekomen middelen worden evenredig verdeeld over wetenschappers als vrij te besteden onderzoeksgeld.”
De partij wil een verplichte stagevergoeding voor alle studenten, ongeacht opleidingsniveau.
“Werkgevers worden verplicht een stagevergoeding te betalen aan hun stagiairs van minimaal 500 euro per maand bij een stage in voltijd en naar rato bij deeltijd. Dit geldt voor zowel mbo-, hbo-, als wo-studenten.”
Forum voor Democratie (FVD) wil het hoger onderwijs exclusiever en kwalitatief sterker maken door strengere toelatingseisen, het terugdringen van internationalisering, en het herstellen van het Nederlands als voertaal. Ze willen af van output-financiering, de NWO afschaffen, en universiteiten rechtstreeks door het Rijk laten financieren. Daarnaast pleiten ze voor een hogere basisbeurs, een ruimere OV-kaart, en meer focus op beroepsgericht HBO-onderwijs.
FVD vindt dat het niveau van het hoger onderwijs is uitgehold door massaliteit en te lage toelatingseisen. Ze willen universiteiten en hogescholen weer tot centra van uitmuntendheid maken door strengere selectie en meer nadruk op motivatie en talent.
“Daarom pleiten wij voor strengere toelatingseisen, het stoppen van output-financiering en het terugbrengen van de Nederlandse taal als voertaal in het academisch onderwijs.”
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
FVD stelt dat output-financiering leidt tot perverse prikkels en kwaliteitsverlaging. Ze willen deze financieringsvorm afschaffen zodat instellingen zich weer op kwaliteit kunnen richten.
FVD wil het Nederlands herstellen als hoofdtaal in het hoger onderwijs en het aantal internationale studenten sterk beperken. Ze vinden dat universiteiten zich primair op Nederlandse studenten en cultuur moeten richten.
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
“Het aantal internationale studenten moet sterk worden beperkt, zodat universiteiten zich in de eerste plaats richten op Nederlandse studenten en cultuur.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
FVD wil de NWO afschaffen en universiteiten rechtstreeks door het Rijk laten financieren. Dit moet leiden tot meer pluriformiteit en vrijheid in onderzoek.
“Ook schaffen we de NWO af, zodat universiteiten rechtstreeks vanuit het Rijk worden gefinancierd en meer pluriformiteit ontstaat in het onderzoek dat hoogleraren kunnen entameren.”
“We schaffen de NWO af en laten universiteiten rechtstreeks door het Rijk financieren, zodat zij zelf hun onderzoeksprioriteiten bepalen en de diversiteit aan onderzoek wordt vergroot.”
FVD wil studeren betaalbaarder maken door de basisbeurs te verhogen en de studenten-OV-kaart uit te breiden.
FVD vindt dat het HBO te algemeen is geworden en wil dat hogescholen zich weer richten op echte beroepsopleidingen, met meer samenwerking met het bedrijfsleven en regionale instellingen.
FVD wil cancel culture, diversity officers en safe spaces verbieden om het vrije debat en scherpe ideeën op universiteiten te waarborgen.
“We verbieden cancel culture, diversity officers en safe spaces, zodat universiteiten weer plekken zijn voor vrij debat en scherpe ideeën.”
De SP vindt dat hoger onderwijs een recht is en volledig gratis moet worden, zodat iedereen kan studeren zonder schulden. Ze willen het leenstelsel definitief afschaffen, de basisbeurs verhogen, en investeren in onafhankelijk onderzoek zonder commerciële druk. Toegankelijkheid, publieke regie en maximale inspraak van studenten en medewerkers staan centraal in hun visie op het hoger onderwijs.
De SP wil dat studeren op hbo en universiteit volledig gratis wordt, zodat financiële drempels verdwijnen en iedereen kan studeren. Het leenstelsel wordt definitief afgeschaft, de basisbeurs verhoogd, en studenten uit de leenstelselgeneratie krijgen een ruime compensatie. Hiermee wil de SP de schuldenproblematiek aanpakken en gelijke kansen bevorderen.
“Iedere student krijgt een hogere basisbeurs, zodat studeren geen schuldenval meer is. Het leenstelsel schaffen we definitief af. De generatie die daaronder viel krijgt een ruimhartige compensatie. De rente op studieleningen wordt permanent op 0 procent gezet.”
“We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis.”
“Onderwijs moet gratis zijn. Dankzij een lange strijd is de basisbeurs terug. Wij hebben altijd gestreden tegen de afschaffing en zetten ons nu in voor het verhogen van de studiebeurs en voor onderwijs waarbij niemand wordt uitgesloten door de omvang van zijn portemonnee. Er moet een ruimhartige compensatie komen voor de schulden generatie en de rente moet naar 0 procent.”
De SP verzet zich tegen het gebruik van hoger onderwijs als verdienmodel, waarbij instellingen internationale studenten werven om financiële redenen. Ze willen dat onderwijsinstellingen niet langer afhankelijk zijn van internationale werving en dat opleidingen volledig in het Nederlands te volgen blijven, om de toegankelijkheid en kwaliteit te waarborgen.
“Onderwijs zonder prijskaartje. Iedereen moet een goede opleiding kunnen volgen, of je nu naar het mbo, hbo of de universiteit gaat.”
“Onderwijs geen verdienmodel, internationalisering geen verdienstrategie. ... onderwijsinstellingen werven internationale studenten niet om de wetenschap te verrijken, maar omdat het geld oplevert. Overvolle collegezalen en Engelse opleidingen zijn voor veel universiteiten en hogescholen een verdienmodel geworden en dat gaat ten koste van de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs. Wij stoppen met deze doorgeschoten marktlogica.”
“We zorgen ervoor dat instellingen niet langer afhankelijk zijn van internationale werving om financieel rond te komen. Tegelijk brengen we de instroom beter in balans en blijft elke opleiding volledig in het Nederlands te volgen.”
De SP vindt dat wetenschap geen marktproduct is en wil fors investeren in onafhankelijk, publiek gefinancierd onderzoek. Ze willen kortetermijndenken en commerciële druk uit de wetenschap halen, zodat onderzoekers vrij en nieuwsgierig kunnen werken aan maatschappelijke vooruitgang.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
“We stoppen met kortetermijndenken en concurrentiedwang binnen de wetenschap. Jonge onderzoekers krijgen ruimte en zekerheid. De kwaliteit van onderzoek staat weer voorop, niet de naam of het netwerk van de aanvrager.”
“Onafhankelijk onderzoek vereist publieke zeggenschap. Steeds vaker bepalen commerciële belangen wat er onderzocht wordt, hoe, en met welk doel. ... Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek.”
De SP wil maximale inspraak van studenten en medewerkers in het hoger onderwijs, met een democratisch bestuursmodel en de mogelijkheid om falende bestuurders weg te sturen. Dit moet leiden tot kleinschalige, dienstbare instellingen waar de werkvloer centraal staat.
“We willen maximale inspraak van studenten en (onderwijs)medewerkers. Dat kan met een meer democratisch bestuursmodel: kleinschalige instellingen met een dienstbare schoolleiding. Falende bestuurders in het onderwijs kunnen bij wanbestuur worden weggestuurd door de medezeggenschapsraad.”
“We maken werk van een democratische universiteit, waar studenten en (onderwijs)medewerkers meer te zeggen krijgen over het onderwijs.”
De SP wil dat stagiairs in het hoger onderwijs een eerlijke vergoeding krijgen en niet worden misbruikt als goedkope arbeidskrachten. Ook moeten verplichte schoolboeken en studiematerialen gratis zijn, zodat studenten niet met extra kosten worden geconfronteerd.
“Iedere jongere verdient een stageplek om écht een vak te leren, niet om uitgebuit te worden als goedkope arbeidskracht. ... Stagiairs krijgen voortaan een minimale stagevergoeding, zodat zij geen schulden hoeven te maken.”
“Stagiairs moeten een eerlijke vergoeding krijgen zodat zij zich niet in de schulden hoeven te steken. Ook mogen ze niet misbruikt worden als goedkope arbeidskrachten.”
“Voor voortgezet onderwijs, mbo en hbo worden schoolboeken verstrekt zonder kosten voor de leerling of student. ... Ook ander verplicht studiemateriaal wordt vergoed, zoals de scharen bij een kappersopleiding of laptop bij de opleiding tot grafisch ontwerper.”
Volt wil het hoger onderwijs toegankelijker, betaalbaarder en inclusiever maken, met meer aandacht voor studentenwelzijn en minder prestatiedruk. Ze pleiten voor een hogere basisbeurs, verplichte stagevergoeding, afschaffing van het bindend studieadvies, en meer publieke financiering gericht op kwaliteit en toegankelijkheid. Volt wil ook het internationale karakter van het hoger onderwijs behouden, maar met meer lokaal maatwerk en betere ondersteuning voor internationale studenten.
Volt vindt dat studeren voor iedereen toegankelijk moet zijn, zonder financiële drempels. Ze willen de basisbeurs verhogen, een verplichte stagevergoeding invoeren, en de pechgeneratie compenseren. Ook pleiten ze voor een renteplafond op studieleningen en het afschaffen van collegegeld voor studies in vitale sectoren.
“We verhogen de basisbeurs, zorgen voor een verplichte stagevergoeding en zetten ons in voor compensatie van de pechgeneratie.”
“Volt pleit voor verkenning van de mogelijkheden voor invoering van een renteplafond van 2,5% op studieleningen.”
“We maken ons hard voor een rechtvaardige compensatie van de pechgeneratie door de rente op hun studieschuld terug te brengen naar 0% en zo de financiële druk op die jongeren te verlichten.”
“We beginnen met het afschaffen van het collegegeld voor opleidingen en studies die opleiden tot cruciale/vitale beroepen en sectoren, zoals ICT, techniek, bouw, onderwijs en zorg.”
“We verplichten een minimale stagevergoeding van 550 euro voor fulltime stages van zowel mbo-, hbo- als wo-opleidingen.”
Volt wil de prestatiedruk in het hoger onderwijs verlagen en het welzijn van studenten verbeteren. Ze willen het bindend studieadvies afschaffen en vervangen door een niet-bindend advies.
“Een bindend studieadvies (BSA) draagt bij aan de toenemende prestatiedruk voor studenten. Dit terwijl het mentale welzijn van deze groep al erg laag is. Volt wil daarom het bindend studieadvies omzetten in een niet-bindend studieadvies.”
Volt streeft naar gelijke toegang tot het hoger onderwijs, ook voor ongedocumenteerde jongeren en studenten uit het mbo. Ze willen het instellingscollegegeld voor deze groepen verlagen en het studentenleven toegankelijker maken.
“Ongedocumenteerde jongeren die in Nederland het basis- en/of middelbaar onderwijs hebben gevolgd, moeten toegang krijgen tot hoger onderwijs zodra ze achttien jaar worden. Dat betekent dat we afspraken maken met onderwijsinstellingen en het instellingscollegegeld dat niet-EU/ EER-studenten normaliter moeten betalen, verlagen naar het wettelijk collegegeld, naar voorbeeld van de pilot in Amsterdam.”
“Volt wil het verenigingsleven stevig verankeren in al het hoger onderwijs, door bijvoorbeeld studiepunten of bestuursbeurzen.”
“We zorgen dat studentensport, -horeca en -cultuur blijven bestaan, door mogelijk te maken dat universiteiten en hbo’s deze financieel kunnen blijven steunen.”
Volt wil af van prestatiebekostiging en marketinggedreven werving. Ze willen financiering op basis van toegankelijkheid, kleinschaligheid, kwaliteit en maatschappelijke bijdrage.
“Volt pleit voor het afbouwen van prestatiebekostiging en voor het hervormen van internationale studentenwerving. Onderwijsinstellingen mogen zich profileren op inhoud en maatschappelijke bijdrage, maar hoeven niet langer met marketingbudgetten op zoek naar zo veel mogelijk inschrijvingen.”
“Volt stimuleert bekostiging op basis van publieke waarden zoals toegankelijkheid, kleinschaligheid, kwaliteit van begeleiding, onderzoeksethiek en regionale samenwerking.”
Volt wil het internationale karakter van het hoger onderwijs behouden, maar met meer lokaal maatwerk en betere ondersteuning voor internationale studenten.
“Volt pleit voor meer lokaal maatwerk in de werving van internationale studenten in plaats van een algehele wervingsstop.”
“De monitoring van het welzijn onder internationale studenten moet verbeterd worden, onder andere op het gebied van huisvesting, mentale gezondheid en sociaal-economische omstandigheden.”
“Volt ziet erop toe dat de Rijksoverheid de zogenoemde 56-uursarbeidsnorm voor internationale studenten om in aanmerking te komen voor studiefinanciering, verlaagt naar 32 uur, in lijn met Europese wet- en regelgeving.”
BBB wil het hoger onderwijs praktischer, regionaler en toegankelijker maken, met meer autonomie voor universiteiten en een sterke focus op maatschappelijke relevantie en veiligheid. Ze pleiten voor minder bureaucratie, meer Nederlandstalig onderwijs, beperking van internationale instroom waar nodig, en een eerlijker financieringsmodel. Belangrijke voorstellen zijn het verhogen van het collegegeld voor langstudeerders, het beschermen van de Nederlandse taal, het stimuleren van praktijkgericht onderzoek, en het betaalbaar houden van de Open Universiteit.
BBB vindt dat universiteiten meer autonomie moeten krijgen en minder afhankelijk moeten zijn van externe organisaties en bureaucratie. Ze willen dat universiteiten zelf meer zeggenschap krijgen over hun middelen en beleid, en dat de inhuur van externe consultants wordt beperkt.
“De autonomie van vooral de universiteiten moet worden vergroot. Daarbij wordt de rol van organisaties zoals de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek teruggebracht en hun budget en activiteiten aan universiteiten zelf overgeheveld.”
“De inhuur van allerlei externen zonder directe toegevoegde waarde voor onderwijs of onderzoek moet stoppen.”
BBB wil dat het hoger onderwijs sterker wordt verbonden met de praktijk en de regio. Ze vinden dat praktijkgericht onderzoek vooral op het HBO thuishoort en dat regionale spreiding en samenwerking met het bedrijfsleven centraal moeten staan.
“Praktijkgerichte onderzoeken die zowel op HBO’s als universiteiten plaatsvinden, worden bij voorkeur op HBO’s voortgezet. De praktijkgerichte onderzoekskosten zijn op HBO’s aanzienlijk lager.”
“De aan universiteiten en HBO’s sterk gestegen instroom van internationale studenten wordt steeds meer afgestemd op het behoud van lokaal en regionaal onderwijsaanbod. Tevens aansluitend op de vraag uit bedrijfsleven, instellingen en maatschappelijke organisaties.”
“BBB is voorstander van het versterken van regionale samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en de gemeente om innovatieve kracht en hoogwaardige werkgelegenheid voor de jeugd in hun eigen regio, stad en dorp te behouden en te ontwikkelen.”
BBB wil dat Nederlands de norm blijft in het hoger onderwijs, met uitzondering van studies waar Engels onontkoombaar is. Ze zijn tegen een algemene toets voor anderstalig onderwijs en willen dat alle academische disciplines Nederlandstalig onderwijs aanbieden.
“Hoewel Engels belangrijk is in internationale samenwerking, blijft Nederlands onze voertaal die actief wordt beschermd. Alle academische disciplines bieden Nederlandstalig onderwijs aan op universiteiten en hogescholen. Gebruik van Engels is toegestaan wanneer dit voor de betreffende studie onontkoombaar is.”
BBB wil de instroom van internationale studenten per instelling beoordelen, met het belang van de regio als leidraad. Ze zijn voor uitbreiding van de numerus fixus en tegen een landelijke toets voor anderstalig onderwijs.
“De toegankelijkheid voor internationale studenten moet per onderwijsinstelling worden bekeken. Het belang voor de regio en het bestaan van deze onderwijsinstellingen moet leidend zijn. Wij zien meer in een uitbreiding van ‘numerus fixus’ en zeker niets in de ‘toets anderstalig onderwijs’.”
Om studievertraging te ontmoedigen en de kosten te beperken, wil BBB het collegegeld verhogen voor studenten die fors uitlopen in hun studie.
“Daarom willen we een hogere eigen bijdrage gaan vragen van studenten die fors uitlopen in hun studie. Door het collegegeld voor langstudeerders te verhogen, stimuleren we tijdige afronding van opleidingen, maken we ruimte voor investeringen in onderwijskwaliteit en verlagen we de kosten voor de belastingbetaler.”
BBB onderzoekt of er een maximum kan worden gesteld aan de studieschuld van de pechgeneratie en wil dat studieschuld niet wordt meegenomen bij hypotheekaanvragen.
“Bekeken wordt of het mogelijk is een plafond te stellen aan de studieschuld van studenten uit de pechgeneratie. De studieschuld hoort niet te worden meegenomen bij een hypotheekaanvraag.”
BBB vindt het belangrijk dat de Open Universiteit als herkansing voor volwassenen betaalbaar blijft.
“De Open Universiteit vraagt extra aandacht. Dit instituut biedt als enige een herkansing voor iedereen die vroeger geen kans heeft gehad om het reguliere HBO of WO te volgen. BBB wil dat deze mogelijkheid betaalbaar blijft voor de deelnemers.”
BBB benadrukt het belang van sociale veiligheid en vrijheid van meningsuiting op universiteiten, en wil optreden tegen haatdragende demonstraties en intimidatie.
“Universiteiten horen plekken te zijn waar studenten en docenten zich veilig voelen om te spreken, te twijfelen en van mening te verschillen.”
“Bij antisemitische of andere haatdragende demonstraties en vernielingen dienen onderwijsinstellingen onmiddellijk daadkrachtig op te treden. We willen dat de Onderwijsinspectie dit meeneemt in haar beoordeling van onderwijsinstellingen.”
De VVD wil het hoger onderwijs sterker richten op aansluiting bij de arbeidsmarkt, met meer sturing op studentenaantallen en bekostiging op basis van arbeidsmarktperspectief. Ze pleiten voor minder internationale studenten in niet-tekortsectoren, behoud van academische vrijheid, en stimuleren nominaal afstuderen met een kortstudeerbonus. De partij wil daarnaast investeren in topuniversiteiten en kennisveiligheid waarborgen.
De VVD vindt dat het hoger onderwijs beter moet aansluiten op de arbeidsmarkt. Ze willen dat de overheid meer stuurt op de verdeling van studenten over opleidingen, bekostiging koppelt aan arbeidsmarktperspectief, en opleidingen aantrekkelijker maakt in tekortsectoren. Studies met weinig arbeidsmarktperspectief krijgen minder studieplaatsen.
“Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren gaat de overheid meer sturen op de verdeling van aantallen studenten over opleidingen. De bekostiging moet gebaseerd worden op de capaciteit.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“We maken studies in tekortsectoren zoals onder andere tech, zorg, onderwijs, veiligheid en klimaat aantrekkelijker door het collegegeld te verlagen. We beperken de studieplaatsen van studies waar evident geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
Om studiesucces en snelle doorstroom te bevorderen, introduceert de VVD een bonus voor studenten die nominaal afstuderen. Instellingen die studenten te lang laten studeren, betalen een vertragingsbijdrage.
“Wie nominaal afstudeert en daarmee snel aan de slag kan op de arbeidsmarkt, krijgt een kortstudeerbonus. Hbo- en wo-bachelorstudenten die nominaal afstuderen (binnen vier jaar hbo en binnen drie jaar wo) krijgen een bonus.”
“Instellingen die hun studenten te lang over hun studie laten doen, betalen een vertragingsbijdrage.”
De VVD wil het aantal internationale studenten beperken tot sectoren met arbeidsmarkttekorten en stelt een internationale talentstrategie op. In andere sectoren wordt de instroom beperkt.
“Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie, zeker in sectoren met een arbeidsmarkttekort. Maar we kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“We beperken het aantal internationale studenten in andere sectoren met inachtneming van de onderscheidende profielen van de universiteiten en hogescholen.”
De VVD wil dat Nederlandse universiteiten tot de wereldtop behoren en stelt hiervoor middelen en ruimte in regelgeving beschikbaar.
“We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
De VVD benadrukt het belang van academische vrijheid en een open debatcultuur binnen het hoger onderwijs.
De VVD wil gevoelige kennis beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloed en stelt strengere screening en transparantie in financiering voor.
“Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden. We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt.”
“Om heimelijke beïnvloeding tegen te gaan wordt de herkomst van onderzoeksfinanciering openbaar.”
D66 wil het hoger onderwijs toegankelijker, eerlijker en toekomstbestendig maken door te investeren in studentenwelzijn, het verhogen van de basisbeurs, het afschaffen van het bindend studieadvies in zijn huidige vorm, en het versterken van de positie van mbo-studenten. Ze pleiten voor meer vaste aanstellingen in de wetenschap, minder afhankelijkheid van internationale studenten voor financiering, en gelijke kansen voor alle studenten, ongeacht opleidingsniveau. D66 investeert fors in wetenschap en innovatie, en wil internationalisering behouden, mits instellingen zelf de regie houden en zorgen voor voldoende huisvesting.
D66 wil de financiële druk op studenten verminderen door de basisbeurs te verhogen, de rente op studieschulden te maximeren en de ‘pechgeneratie’ te compenseren. Dit moet studeren toegankelijker maken en zorgen dat studenten hun werkende leven niet met hoge schulden beginnen.
“D66 verhoogt de basisbeurs met €166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen. Een mbo-student krijgt dezelfde aanvullende beurs als een student aan de hogeschool of universiteit.”
“De rente op de studieschulden zetten we vast op maximaal 2,5%. Zo hoeven studenten hun werkende leven niet te beginnen met een hoge rekening. De ‘pechgeneratie’ betaalt geen rente over de studieschuld.”
D66 wil het huidige, rigide bindend studieadvies vervangen door een begeleidend studieadvies, waarbij studenten meer inspraak krijgen. Dit moet de prestatiedruk verlagen en studentenwelzijn verbeteren.
“We schaffen het bindend studieadvies (BSA) in zijn huidige, rigide vorm af. Het wordt vervangen door een systeem van begeleidend studieadvies, waarbij de regie ligt bij de opleidingen zelf. Een eventuele bindende norm voor het eerste jaar is alleen mogelijk met expliciete instemming van de studentenraad en medezeggenschap.”
D66 wil dat mbo-studenten dezelfde toegang en voordelen krijgen als hbo- en wo-studenten, onder andere op het gebied van huisvesting, studentenvoorzieningen en stagevergoedingen. Dit bevordert kansengelijkheid en doorbreekt de ongelijke waardering tussen opleidingsniveaus.
“Mbo-studenten krijgen dezelfde toegang tot studentenhuisvesting, dezelfde voordelen voor studenten en toegang tot sport, cultuur en verenigingen als hbo en wo-studenten.”
“Wij willen een eerlijke stagevergoeding voor elke student. Daarom komt er een wettelijke minimum stagevergoeding, die werkgevers betalen. Er mag geen verschil bestaan tussen stages in het mbo, hbo en wo.”
D66 wil het tekort aan studentenhuisvesting aanpakken door meer studentenhuizen te bouwen, bestaande gebouwen om te bouwen en regels voor kamerhuur te versoepelen. Dit moet de woonlasten en stress onder studenten verminderen.
“We bouwen veel meer studentenhuizen voor alle studenten: mbo, hbo en wo. Bestaande gebouwen worden omgebouwd naar studentenhuizen. We versoepelen de regels voor kamerverhuur. We maken het makkelijk om huizen te splitsen en te delen.”
D66 wil het bekostigingssysteem aanpassen zodat instellingen niet afhankelijk zijn van internationale studenten voor hun financiering. Dit beschermt regionale instellingen bij dalende studentenaantallen en waarborgt de kwaliteit van het onderwijs.
“Veel regionale onderwijsinstellingen leunen nu sterk op internationale studenten voor hun financiering. Dat komt deels door het huidige bekostigingssysteem, waarin het aantal studenten zwaar meetelt, terwijl het aantal studenten uit de regio daalt. D66 wil dat onderwijsinstellingen niet afhankelijk zijn van internationale instroom om financieel rond te kunnen komen. Daarom passen we het systeem aan: een groter vast bedrag per instelling en een kleiner bedrag per student.”
D66 wil eerdere bezuinigingen op wetenschap terugdraaien, fors extra investeren en meer vaste aanstellingen bij universiteiten realiseren. Dit moet de kwaliteit, onafhankelijkheid en aantrekkelijkheid van de Nederlandse wetenschap versterken.
“We zorgen dat wetenschappers vrij en veilig kunnen werken en brengen het onderzoek dichter bij de mensen.”
“Te veel onderzoekers werken jarenlang op tijdelijke contracten. Dat zorgt voor veel onzekerheid en maakt dat wetenschap moeilijk te combineren is met het privéleven. D66 wil daarom meer vaste aanstellingen bij universiteiten.”
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap. Een groot deel van dit geld gaat direct naar universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen.”
D66 waardeert internationalisering in het hoger onderwijs, maar vindt dat instellingen zelf moeten bepalen hoe ze hiermee omgaan, mits ze zorgen voor voldoende huisvesting en een goede leefomgeving voor studenten.
“Internationalisering in het onderwijs is waardevol. Het helpt studenten de wereld te begrijpen. Verschillende culturen en achtergronden maken gesprekken en debatten rijker. Dat hoort bij goed onderwijs. Daarom wil D66 dat onderwijsinstellingen de ruimte hebben om zelf te bepalen hoe zij met internationalisering omgaan. Wel moeten zij blijven zorgen voor huisvesting en een fijne leefomgeving.”
JA21 wil het hoger onderwijs versterken door de nadruk te leggen op kwaliteit, maatschappelijke relevantie en het centraal stellen van de Nederlandse taal. Ze pleiten voor minder instroom van buitenlandse studenten, het terugdraaien van bezuinigingen, en een financieringsmodel dat niet langer alleen op studentenaantallen is gebaseerd. Activisme en ideologische beïnvloeding in het hoger onderwijs worden afgewezen; universiteiten en hogescholen moeten veilige, academische omgevingen zijn waar kennis en kritisch denken centraal staan.
JA21 wil af van het huidige financieringsmodel dat instellingen beloont op basis van studentenaantallen, omdat dit leidt tot 'pretstudies' en een perverse prikkel om buitenlandse studenten te werven. In plaats daarvan moet financiering gebaseerd zijn op kwaliteit en maatschappelijke relevantie.
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studenten aantallen. Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact.”
“Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
JA21 wil de instroom van buitenlandse studenten beperken en het Nederlands weer centraal stellen als voertaal in het hoger onderwijs, met uitzondering van internationaal gerichte studies. Dit moet de druk op de woningmarkt verminderen en de academische diepgang vergroten.
“Minder instroom van buitenlandse studenten en voorrang bij inschrijving en huisvesting van Nederlandse studenten;”
“Het Nederlands weer centraal staat als de taal waarin in het onderwijs wordt gegeven op universiteit en hogeschool (uitzonderingen daargelaten).”
“Het gebruik van Engels als taal waarin het onderwijs wordt gegeven, leidt veelal tot een verarming van de academische vorming omdat studenten en docenten ondanks goede kennis van het Engels zich toch minder genuanceerd en breed kunnen uitdrukken. Dit gaat ten koste van de diepgang van het onderwijs.”
JA21 wil de recente bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs van €500 miljoen ongedaan maken om de kwaliteit van het hoger onderwijs te waarborgen.
JA21 vindt dat universiteiten en hogescholen plekken moeten zijn waar kennis en kritisch denken centraal staan, zonder activistische of ideologische beïnvloeding. Docenten mogen hun overtuigingen niet opdringen en instellingen moeten zorgen voor een veilige, activisme-vrije omgeving.
“Daar past geen beïnvloeding bij door activisme of intimidatie onder invloed van ideologische stromingen. Ons onderwijs hoort vrij van activisme te zijn. De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen.”
“De universiteiten en HBO-instellingen moeten zorgen voor een veilige omgeving bijvoorbeeld door kaders te stellen wat betreft het ‘activisme-vrij’ zijn van de collegebanken en gebouwen, door uit te spreken dat ideologische beïnvloeding niet wordt getolereerd en bij schending tot ontslag kan leiden, door tijdig in te grijpen wanneer actiegroepen het onderwijsproces verstoren door de onderwijsgebouwen binnen te dringen en vernielingen aan te richten én schade op de daders te verhalen.”
JA21 wil dat Nederlandse studenten voorrang krijgen bij inschrijving en huisvesting, en dat universiteiten pal staan voor de veiligheid van Joodse studenten, zonder te zwichten voor druk om banden met Israëlische instellingen te verbreken.
“De besturen van de Nederlandse universiteiten en hogescholen dienen pal te staan voor al hun Joodse studenten die zonder intimidatie het lesprogramma moeten kunnen volgen. Voor oplevend antisemitisme kan geen plaats zijn en dat betekent ook dat Nederlandse universiteiten en hogescholen niet moeten zwichten wanneer druk wordt uitgeoefend om banden met Israelische onderwijsinstellingen op te schorten of te beëindigen.”
NSC wil het hoger onderwijs weer sterker verankeren in de Nederlandse samenleving, met meer opleidingen in het Nederlands, minder focus op het aantrekken van internationale studenten, en meer aandacht voor maatschappelijke relevantie en academische vrijheid. Ze pleiten voor stabielere financiering, betere huisvesting, behoud van de basisbeurs, en investeren in fundamenteel onderzoek. De partij wil het hoger onderwijs minder als diplomafabriek en meer als maatschappelijk betrokken kennisinstituut positioneren.
NSC vindt dat het hoger onderwijs te veel is losgezongen van de Nederlandse samenleving door de dominantie van het Engels en het grote aantal internationale studenten. Ze willen opleidingen standaard weer in het Nederlands, met uitzonderingen voor masters en tekortenstudies, en strenger toezicht op het terugdringen van Engels.
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
“Er moet streng toezicht gehouden worden op het terugdringen van het gebruik van Engels in opleidingen. Als deze omslag te langzaam verloopt, moet de overheid ingrijpen, bijvoorbeeld door de invoering van een taaltoets of aanpassing in de bekostiging. Het Nederlands moet weer de voertaal zijn in het hoger onderwijs.”
“We willen af van de doorgeslagen behoefte van onderwijsinstellingen om zoveel mogelijk (internationale) studenten aan te trekken.”
NSC wil de instroom van internationale studenten beperken en koppelen aan hun bijdrage aan Nederland, onder meer via een 'stay-rate garantie' en verhoging van collegegeld voor niet-EU studenten.
“Om de meerwaarde van internationale studenten voor de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt te waarborgen, voeren we een ‘stay-rate garantie’ in. Dit betekent dat het aantal internationale studenten dat een studieprogramma of onderwijsinstelling mag aannemen, gedeeltelijk afhankelijk wordt van hun verblijfspercentage in Nederland na afstuderen.”
“Het collegegeld voor studenten van buiten Europa wordt significant verhoogd. Ook hier zijn uitzonderingen mogelijk voor studies die van vitaal belang zijn voor Nederland.”
NSC vindt dat universiteiten en hogescholen zich meer moeten richten op Nederlandse beleidsvraagstukken en het stimuleren van open debat en academische vrijheid.
“Het hoger onderwijs moet weer meer aandacht hebben voor de oplossingen van problemen en uitdagingen in ons eigen land. We versterken het onderzoek dat gericht is op Nederlandse beleidsvraagstukken.”
“We staan pal voor academische vrijheid en een open debat op universiteiten. Juist daar moet ruimte zijn voor uiteenlopende opvattingen, ook over gevoelige of controversiële onderwerpen.”
NSC wil af van het huidige financieringsmodel dat het hoger onderwijs tot diplomafabriek maakt en pleit voor stabielere financiering, ook bij demografische krimp.
“De onderwijsfinanciering moet stabieler worden, ook bij demografische krimp. Het huidige model maakt van het hoger onderwijs een diplomafabriek, gericht op zoveel mogelijk (buitenlandse) studenten.”
NSC wil de toegankelijkheid van het hoger onderwijs waarborgen door de basisbeurs te behouden en te investeren in studentenhuisvesting.
“Verder moet de toegankelijkheid van het hoger onderwijs worden gewaarborgd, daarom blijven we voorstander van de basisbeurs.”
“Huisvesting van studenten in mbo, hbo en wo is een groot probleem. ... We steunen regio’s met plannen voor ‘betaalbaar wonen op de campus/rondom instellingen’.”
NSC wil substantieel investeren in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie om de positie van Nederland als kennisland te behouden.
“Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang. We steunen de versterking van de primaire geldstroom (‘sectorgelden’) voor universiteiten.”
Het CDA ziet het hoger onderwijs als een motor voor innovatie, regionale ontwikkeling en persoonlijke vorming, en wil meer regie op samenwerking, specialisatie en regionale afstemming. Belangrijke voorstellen zijn: minder bekostiging op studentenaantallen, meer samenwerking met regio en werkgevers, een beurs voor excellente studenten, flexstuderen, betere studentenhuisvesting, en een visie op internationale studenten per regio. Het CDA wil ook investeren in onderzoek, innovatie en een leven lang ontwikkelen, met meer flexibiliteit en erkenning van deelopleidingen.
Het CDA wil af van het huidige financieringsmodel dat vooral op studentenaantallen stuurt, en kiest voor meer regie op samenwerking en specialisatie tussen hoger onderwijsinstellingen, met een sterke regionale inbedding. Dit moet leiden tot meer kwaliteit, minder versnippering en een betere aansluiting op regionale behoeften.
“Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie.”
Het CDA wil prestaties in het hoger onderwijs waarderen door een beursprogramma voor excellente studenten in te voeren. Hiermee wil de partij talent stimuleren en belonen.
“We waarderen prestaties. Er komt een beursprogramma voor excellente studenten.”
Om de druk op studenten te verlagen en maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren, wil het CDA flexstuderen mogelijk maken en studenten meer ruimte geven voor activiteiten naast hun studie.
“Studenten krijgen meer ruimte voor activiteiten naast hun studie. Daarom maken we flexstuderen mogelijk. Door collegegeld per vak te kunnen betalen, verlagen we de druk voor studenten die zich op een positieve manier inzetten voor de samenleving, bijvoorbeeld als jonge mantelzorger, vrijwilliger, bestuurslid of topsporter.”
Het CDA wil samen met gemeenten, onderwijsinstellingen en woningcorporaties investeren in passende studentenhuisvesting, met aandacht voor ontmoetingsruimten en het afschaffen van de kostendelersnorm.
“Het CDA wil dat gemeenten, universiteiten, hogescholen en woningcorporaties samen investeren in passende studentenhuisvesting met specifieke aandacht voor ontmoetingsruimten. We maken tijdelijke contracten voor studenten weer mogelijk en creëren huisvesting door de kostendelersnorm af te schaffen.”
Het CDA wil een visie ontwikkelen op het aantal internationale studenten per regio, afgestemd op de regionale behoefte en druk op voorzieningen. Daarnaast wordt een verplichte cursus Nederlands onderdeel van de propedeuse voor buitenlandse studenten.
“De behoefte aan internationale studenten verschilt per regio en per opleiding. ... Wij ontwikkelen samen met het onderwijsveld een visie op aantallen internationale studenten per regio, op bekostiging en op betekenis voor regionale ecosystemen.”
“Voor studenten uit het buitenland vormt een verplichte cursus Nederlands onderdeel van de propedeuse.”
Het CDA wil dat Nederland voldoet aan de Lissabon-doelstelling om 3% van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie, met een focus op sleuteltechnologieën als AI, quantum-computing en biotechnologie.
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat. Daarvoor investeren we in wetenschappelijk en toegepast onderzoek en valorisatie dat zich richt op de sleuteltechnologieën van de toekomst, zoals AI, quantum-computing, groene chemie, batterijtechnologie en biotechnologie.”
Het CDA wil het formele onderwijs beter inrichten voor om-, her- en bijscholing gedurende het werkzame leven, met leerrechten voor werkenden en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op hbo en wo.
“Er komen leerrechten voor werkenden en werkzoekenden. Deze zijn bij alle erkende opleidingen te besteden. We willen meer flexibel en vraaggericht aanbod en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.”
Het CDA wil een wettelijke stagevergoeding invoeren voor stages in het hoger onderwijs, om stages aantrekkelijker en eerlijker te maken.
“Daarnaast voeren we een wettelijke stagevergoeding in voor stages in het mbo en hoger onderwijs.”
De SGP wil het hoger onderwijs versterken door meer nadruk te leggen op de Nederlandse taal, het beperken van Engelstalige opleidingen, en het verbeteren van de aansluiting op de arbeidsmarkt. Ze pleiten voor meer praktijkgericht onderwijs, een grotere rol voor de academische bachelor als eindopleiding, en extra aandacht voor studentenwelzijn en regionale spreiding. De partij is kritisch op verdere overheidssturing en wil meer stabiliteit en minder bureaucratie.
De SGP vindt dat het Nederlands de hoofdtaal moet zijn in het hoger onderwijs, vooral in bacheloropleidingen. Ze willen het aantal Engelstalige opleidingen kritisch doorlichten en waar mogelijk terugbrengen, met strengere eisen aan taalbeheersing voor buitenlandse studenten en docenten. Dit moet de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs voor Nederlandse studenten waarborgen.
“De Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs, zeker in de bacheloropleiding. De gezamenlijke inzet van instellingen om hun Engelstalige opleidingen kritisch door te lichten en waar gepast om te zetten in Nederlandse opleidingen wordt verder versterkt door bestuurlijke afspraken met de minister.”
“Er komen strengere normen voor beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.”
De SGP wil dat de academische bacheloropleiding meer wordt gezien als een volwaardige eindopleiding voor de arbeidsmarkt, en niet slechts als voorportaal voor een master. Dit moet de arbeidsmarktpositie van bachelors verbeteren en onnodige doorstroom naar de master beperken.
“De academische bacheloropleiding wordt steeds meer als relevante eindopleiding voor de arbeidsmarkt gepositioneerd. Het volgen van een academische master is geen automatisme, maar bedoeld voor degenen die zich wetenschappelijk verder willen ontwikkelen.”
De partij pleit voor het bevorderen van praktijkgericht onderwijs en samenwerking tussen universiteiten en hogescholen, onder andere door stageminors in de bachelorfase. Dit moet de aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren en de relevantie van opleidingen vergroten.
“Bij de academische bacheloropleiding wordt de mogelijkheid geboden om een praktische stageminor te volgen in samenwerking met het hbo. Zo wordt de bacheloropleiding relevanter voor de arbeidsmarkt.”
De SGP maakt zich zorgen over het welzijn van studenten en de werkdruk van docenten. Ze willen extra ondersteuning voor studerende moeders en mantelzorgers, en betere faciliteiten voor collegegeldvrij studeren om deelname aan het studentenleven en medezeggenschap te bevorderen.
“We maken ons zorgen over het welzijn van studenten en de werkdruk van docenten.”
“Er komt een actieplan voor ondersteuning van studerende moeders en andere mantelzorgers. Collegegeldvrij studeren wordt bij iedere instelling beter gefaciliteerd om deelname aan het studentenleven en een bijdrage aan de medezeggenschap te ondersteunen.”
De SGP wil de financiering van praktijkgericht onderzoek vergroten en meer rekening houden met de regionale positie van instellingen, vooral in krimpgebieden. Dit moet bijdragen aan innovatie en de maatschappelijke rol van het hoger onderwijs in alle regio’s versterken.
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
“De overheid houdt meer rekening met de specifieke regionale positie van instellingen, in het bijzonder waar sprake is van krimpgebieden.”
De SGP is kritisch op verdere centralisering en bureaucratie in het hoger onderwijs. Ze willen minder grilligheid in beleid en bekostiging, en meer vertrouwen in instellingen en professionals.
“Het is onwenselijk dat de Rijksoverheid door instrumenten zoals capaciteitsbekostiging nog meer invloed krijgt op het opleidingen-aanbod en de verdeling van studenten.”
“Het hoger onderwijs heeft roerige jaren achter de rug... We vinden het daarom belangrijk dat er snel een evenwichtige en stabiele koers komt die recht doet aan alle betrokkenen.”
BIJ1 wil het hoger onderwijs volledig gratis maken, toegankelijker en eerlijker voor iedereen, met bijzondere aandacht voor democratisering, diversiteit en het afschaffen van financiële en sociale drempels. Ze pleiten voor het afschaffen van collegegeld, het kwijtschelden van studieschulden, het verbeteren van arbeidsvoorwaarden voor docenten, en het democratiseren van het bestuur van onderwijsinstellingen. Daarnaast willen ze internationalisering rechtvaardig balanceren en outputfinanciering afschaffen.
BIJ1 vindt dat financiële drempels voor hoger onderwijs moeten verdwijnen. Ze willen collegegeld afschaffen, de basisbeurs verhogen en studieschulden van de ‘pechgeneratie’ kwijtschelden, zodat iedereen kan studeren ongeacht achtergrond of inkomen.
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil het hoger onderwijs toegankelijker maken voor werkenden, mensen met een handicap en internationale studenten. Ze willen drempels verlagen, schakelprogramma’s uitbreiden en wetten tegen internationale studenten schrappen.
“De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen, en door schakelprogramma’s zoals pre-masters.”
“Wetten om internationale studenten uit het hoger onderwijs te weren wordt geschrapt. We kijken binnen hoger onderwijsinstellingen naar duurzame en rechtvaardige manieren om internationalisering binnen het onderwijs te balanceren. Zonder dat dit alleen te kosten gaat van internationale studenten en medewerkers.”
BIJ1 wil dat besturen en raden van toezicht van hogescholen en universiteiten democratisch verkozen worden door medewerkers en studenten, met verplichte diversiteitscommissies en -quota.
“Besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten worden democratisch verkozen. Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau. Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
BIJ1 wil betere arbeidsvoorwaarden voor docenten in het hoger onderwijs, met hogere salarissen, minder werkdruk en minder tijdelijke contracten.
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk. Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten. De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
BIJ1 wil dat de financiering van hoger onderwijsinstellingen niet langer afhankelijk is van het aantal afgestudeerden, maar structureel wordt geregeld.
“‘Outputfinanciering’ schaffen we af. Het geldbedrag dat onderwijsinstellingen ontvangen, hangt niet langer af van het deel afgestudeerden.”
BIJ1 wil de academische vrijheid waarborgen en pleit voor een academische boycot van Israëlische onderwijsinstellingen.
De ChristenUnie wil het hoger onderwijs rechtvaardiger financieren, met minder nadruk op studentenaantallen en meer vaste financiering voor instellingen. Ze pleiten voor minder internationalisering, meer Nederlandstalig onderwijs, blijvende investeringen in praktijkgericht onderzoek, en bescherming van kleine en levensbeschouwelijke studies. De partij wil dat universiteiten zich primair richten op Nederlandse studenten en dat internationale studenten niet nodig zijn voor het voortbestaan van opleidingen.
De ChristenUnie vindt het huidige financieringssysteem te afhankelijk van studentenaantallen en wil meer vaste financiering voor instellingen. Dit moet zorgen voor minder overhead, meer ruimte voor onderwijs en onderzoek, en betere arbeidsvoorwaarden voor startende academici.
“In de nieuwe bekostiging worden studentenaantallen minder belangrijk, de vaste voet van instellingen groter en de variabele voet kleiner. Overheadkosten worden verminderd, zodat er meer ruimte is voor onderwijs en onderzoek. Er is in het bijzonder aandacht voor startende academici, bijvoorbeeld via vaste contracten.”
De partij vindt dat het opleiden van Nederlandse studenten de kerntaak is van universiteiten. Ze willen het aantal internationale studenten beperken, Nederlandstalig bacheloronderwijs als uitgangspunt nemen, en het financieringsmodel aanpassen zodat internationale studenten niet nodig zijn voor het voortbestaan van opleidingen.
“Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten. Nederland verwelkomt talent uit het buitenland, maar is geen (bekostigde) opleidingsplaats voor iedere student die zich meldt.”
“We passen het financieringsmodel aan om te voorkomen dat internationale studenten nodig zijn voor het voortbestaan van studies of instellingen.”
“Het aanbieden van Nederlandstalig bacheloronderwijs is het uitgangspunt.”
De ChristenUnie wil blijvend investeren in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en samenwerking binnen het hoger onderwijs stimuleren via fondsen en subsidies. Ook investeren ze in sectorplannen en ongebonden onderzoek op universiteiten.
“We investeren blijvend in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en bevorderen de samenwerking binnen het hoger onderwijs door geschikte fondsen en subsidies. Bovendien investeren we in sectorplannen en in ongebonden onderzoek op de universiteiten.”
De partij erkent het belang van kleine studies (zoals talen en techniek) en levensbeschouwelijke universiteiten. Ze willen gerichte ondersteuning en coördinatie om deze te behouden, inclusief voldoende financiering voor levensbeschouwelijke instellingen.
“Over de hele breedte van het hbo en wo zijn er kleine studies (talen, techniek) die in de knel komen. Toch vervullen ze een wezenlijke en onmisbare functie voor (een gevarieerd aanbod van) het hoger onderwijs. Er is gerichte ondersteuning en coördinatie nodig om bepaalde disciplines, bijvoorbeeld in de geesteswetenschappen, te behouden voor Nederland.”
“De theologische en andere levensbeschouwelijke universiteiten vervullen een belangrijke functie in het bestel. Zij stimuleren de ontwikkeling van levensbeschouwelijke perspectieven in het onderwijs en samenleving. We zorgen dat deze instellingen afdoende gefinancierd worden en kunnen blijven voortbestaan.”
De ChristenUnie wil meer studentenkamers bouwen en hospitaverhuur aantrekkelijker maken, zodat studenten in de stad kunnen wonen waar ze studeren.
“We bouwen studentenkamers zodat studenten in de stad kunnen wonen waar ze studeren en hun sociale leven opbouwen. We maken hospitaverhuur weer aantrekkelijk, onder andere door huurbescherming bij hospitaverhuur te laten gelden zolang de huurder studeert.”
GroenLinks-PvdA wil het hoger onderwijs toegankelijker, stabieler gefinancierd en meer gericht op maatschappelijke waarde dan op competitie en rendement. Ze pleiten voor forse investeringen in onderzoek en innovatie, een hogere basisbeurs voor studenten, bescherming van academische vrijheid, en meer grip op internationalisering. De partij wil de financiering van universiteiten en hogescholen minder afhankelijk maken van het aantal diploma’s en benadrukt het belang van samenwerking boven concurrentie.
GroenLinks-PvdA wil dat universiteiten en hogescholen niet langer primair worden gefinancierd op basis van het aantal uitgereikte diploma’s, om zo meer zekerheid en stabiliteit te bieden en de focus te verleggen van kwantiteit naar kwaliteit.
“De financiering van het onderwijs op universiteiten en hogescholen wordt minder afhankelijk van het aantal uitgereikte diploma’s. Er komt meer zekerheid en stabiliteit in financiering, zodat universiteiten en hogescholen sneller vaste contracten kunnen aanbieden.”
De partij wil na jaren van bezuinigingen fors investeren in wetenschappelijk onderzoek en innovatie, met als doel de Lissabon-doelstelling van 3% van het nationaal inkomen te halen. Dit moet de positie van Nederland als kennisland versterken en bijdragen aan maatschappelijke oplossingen.
“Na jaren van afbraakbeleid moet er weer ruimte komen voor onderzoek en innovatie. We investeren fors in wetenschappelijk onderzoek. We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.”
“We draaien de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet terug en investeren fors in onderzoek, wetenschap en innovatie.”
GroenLinks-PvdA wil het inkomen van studenten verhogen door een hogere basisbeurs voor mbo-, hbo- en wo-studenten, inclusief minderjarige mbo’ers die uitwonend zijn. Ook willen ze meer maatwerk bij hypotheekaanvragen voor starters met een studieschuld.
“We verhogen daarom het inkomen voor mbo-, hbo- en wo-studenten. Minderjarige mbo-studenten die niet meer thuis wonen krijgen ook een basisbeurs. Er komt meer maatwerk voor starters bij het aanvragen van een hypotheek in geval van een studieschuld.”
De partij vindt academische vrijheid essentieel voor goed wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, en wil deze vrijheid wettelijk beter beschermen tegen externe druk.
“Academische vrijheid is van fundamenteel belang voor goede wetenschapsbeoefening en een open, democratische kennissamenleving. Het gaat om de vrijheid van onderzoekers om naar eigen inzicht onderzoek te doen en onderwijs te geven zonder druk van buitenaf. Die vrijheid staat onder druk en moet daarom wettelijk beter worden beschermd.”
GroenLinks-PvdA steunt voorstellen van hogescholen en universiteiten om internationalisering van het onderwijs beter te sturen, met stabiele bekostiging zodat instellingen minder afhankelijk zijn van internationale studenten voor hun financiering.
“We steunen de voorstellen vanuit de hogescholen en universiteiten om beter te sturen op de internationalisering van het onderwijsaanbod. Stabiele en toereikende bekostiging vanuit de overheid is hierbij van groot belang zodat er minder prikkels komen om onderling te concurreren.”
De partij wil dat alle studenten, ongeacht of ze mbo, hbo of wo doen, gelijke rechten en mogelijkheden krijgen, bijvoorbeeld bij introductieweken en lidmaatschap van verenigingen.
“We willen gelijke rechten voor alle studenten, of je nu mbo-, hbo- of een wo-opleiding volgt. Mbo-studenten krijgen dezelfde mogelijkheden als andere studenten als het gaat om bijvoorbeeld de introductieweek en lidmaatschap bij studenten-, sport-, of gezelligheidsverenigingen.”
GroenLinks-PvdA erkent de cruciale rol van hogescholen in emancipatie en maatschappelijke opgaven, en wil daarom investeren in praktijkgericht onderzoek en de regionale functie van het hbo versterken.
“Daarom investeren wij in praktijkgericht onderzoek, omdat dat onder andere bijdraagt aan de oplossing van maatschappelijke problemen. We erkennen en ondersteunen een rol van het hbo in de regio.”
BVNL wil het hoger onderwijs minder toegankelijk maken voor buitenlandse studenten en pleit voor het terugdringen van ideologische invloeden zoals 'woke-isme' binnen universiteiten. De partij benadrukt het belang van waarheidsvinding, kritisch denken en vrijheid van meningsuiting, en wil het onderwijsniveau behouden of verhogen zonder nivellering.
BVNL vindt dat het aantal buitenlandse studenten sterk moet worden beperkt om de kansen voor Nederlandse studenten op een opleidingsplek en studentenwoning te vergroten. Dit wordt gezien als een oplossing voor de druk op de woningmarkt en de concurrentie om studieplekken.
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
BVNL wil dat universiteiten en hogescholen zich richten op waarheidsvinding, kritisch denken en vrijheid van meningsuiting, en dat ideologische indoctrinatie en woke-isme verdwijnen uit het hoger onderwijs. De partij ziet deze invloeden als een bedreiging voor academische vrijheid en objectiviteit.
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook.”
BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en voorkomen dat het niveau wordt verlaagd. De partij is tegen het naar beneden bijstellen van het onderwijsniveau en tegen diploma-inflatie.
“BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en geen inflatie van diploma’s. Daarom moeten we stoppen het onderwijsniveau naar beneden bij te stellen.”
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
DENK wil dat het hoger onderwijs betaalbaar en toegankelijk is voor iedereen, met extra investeringen en het wegnemen van financiële drempels. Ze pleiten voor het afschaffen van rente op studieschulden, volledige compensatie voor de 'pechgeneratie', en het aanpakken van selectieprocedures die ongelijkheid veroorzaken. Daarnaast willen ze een academische boycot van Israëlische universiteiten.
DENK vindt dat het hoger onderwijs van hoge kwaliteit moet zijn en voor iedereen toegankelijk, ongeacht achtergrond of financiële situatie. Ze willen investeren in het stelsel, financiële drempels verlagen en selectieprocedures eerlijker maken om kansengelijkheid te bevorderen.
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
“Afschaffen van rente op studieschulden. Die moet terug naar nul procent en daar blijven.”
“Volledige compensatie voor de pechgeneratie. Gedeeltelijke compensatie doet geen recht aan het onrecht.”
“Verhoging van de basisbeurs en verruiming van inkomensgrenzen voor de aanvullende beurs, zodat meer studenten hiervoor in aanmerking komen.”
“Hbo en wo-instellingen worden verplicht om hun selectie-instrumenten te toetsen op bias en ongelijkheid. Selectieprocedures die ongelijkheid in de hand werken worden afgeschaft.”
DENK wil alle samenwerking met Israëlische universiteiten beëindigen als politiek statement tegen het beleid van Israël. Dit is een uitgesproken standpunt dat het hoger onderwijs direct raakt via internationale samenwerking.
“Alle samenwerking met 'Israëlische' universiteiten wordt beëindigd. Een academische boycot van 'Israël'.”
De PVV wil het hoger onderwijs sterk beperken voor buitenlandse studenten en pleit voor het volledig Nederlandstalig maken van bacheloropleidingen. Hun kernvisie is dat het hoger onderwijs primair bedoeld is voor Nederlandse studenten en dat internationale instroom en Engelstaligheid moeten worden teruggedrongen.
De PVV vindt dat bacheloropleidingen weer volledig in het Nederlands moeten worden gegeven, om de Nederlandse taal en cultuur te beschermen en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten te vergroten. Dit standpunt is een reactie op de internationalisering en verengelsing van het hoger onderwijs, die volgens de PVV ten koste gaat van de Nederlandse student.
De PVV wil het aantal buitenlandse studenten in het hoger onderwijs maximaal beperken. Zij zien studiemigratie als een probleem, omdat het onderwijs volgens hen bedoeld is voor Nederlanders en buitenlandse studenten vaak na hun studie weer vertrekken.
50PLUS vindt dat hoger en universitair onderwijs in principe in het Nederlands moet worden aangeboden, met uitzonderingen alleen bij bijzondere redenen. Daarnaast wil de partij dat onderwijsinstellingen medeverantwoordelijk zijn voor de huisvesting van buitenlandse studenten en pleit zij voor een gezonde beperking van het aantal studiemigranten.
50PLUS wil dat het hoger en universitair onderwijs in beginsel in het Nederlands wordt gegeven, om de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten te waarborgen en de integratie te bevorderen. Alleen bij bijzondere redenen mogen er uitzonderingen zijn op deze regel.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
De partij vindt dat universiteiten en hogescholen mede verantwoordelijk moeten zijn voor het huisvesten van buitenlandse studenten, om overbelasting van de woningmarkt en lokale voorzieningen te voorkomen.
“Onderwijsinstellingen zijn medeverantwoordelijk dat buitenlandse studenten gehuisvest worden in de omgeving.”
50PLUS wil het aantal studiemigranten beperken door universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk te maken voor de gevolgen van studiemigratie, zodat het systeem niet overbelast raakt.
“Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk. Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”