GroenLinks-PvdA wil het belastingstelsel fundamenteel hervormen door de lasten te verschuiven van arbeid naar vermogen en winst, met als doel ongelijkheid te verkleinen en de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen. Ze pleiten voor het afschaffen van belastingkortingen voor de rijksten, het invoeren van een miljonairsbelasting, het verhogen van de erfbelasting op grote erfenissen, en het aanpakken van belastingontwijking. In tegenstelling tot D66 kiest GroenLinks-PvdA voor fors hogere lasten op vermogen en winst, minder fiscale voordelen voor bedrijven en vermogenden, en meer lastenverlichting voor werkenden; concrete cijfers ontbreken echter in het programma, maar de richting is duidelijk progressiever dan D66.
GroenLinks-PvdA wil de belasting op vermogen fors verhogen, onder meer door een miljonairsbelasting in te voeren en belastingkortingen voor de rijksten af te schaffen. Dit is een duidelijk verschil met D66, dat weliswaar ook voor hogere lasten op vermogen is, maar minder ver gaat in het belasten van de allerrijksten en het afschaffen van fiscale voordelen.
“We voeren daarom een miljonairsbelasting in voor de allerrijksten.”
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals.”
“We gaan deze belastingkortingen sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen.”
GL-PvdA wil dat bedrijven die veel winst maken, meer gaan bijdragen aan de collectieve voorzieningen. Dit betekent een hogere winstbelasting voor de meest winstgevende bedrijven, terwijl D66 doorgaans voor een gematigder verhoging van de winstbelasting is.
“We verhogen de bijdrage van de meest winstgevende bedrijven.”
“We maken ruimte voor de grote uitgaven door een eerlijke bijdrage te vragen aan de topinkomens, vermogenden en meest winstgevende bedrijven.”
GL-PvdA wil de erf- en schenkbelasting eerlijker maken door gewone erfenissen te ontzien en de belasting op grote erfenissen te verhogen. D66 is voor hervorming van de erfbelasting, maar stelt minder expliciet een verhoging voor grote erfenissen voor.
“De belasting op de grote erfenissen gaat omhoog. De vrijstelling voor partners blijft in stand.”
“We willen de erf- en schenkbelasting eerlijker maken. Gewone erfenissen hoeven niet te worden belast, de belasting op de grote erfenissen gaat omhoog.”
GL-PvdA wil de belasting op arbeid verlagen, zodat werkenden meer overhouden, gefinancierd door hogere lasten op vermogen en winst. D66 is ook voor lastenverlichting op arbeid, maar koppelt dit minder expliciet aan forse lastenverzwaring voor vermogenden.
“We zorgen ervoor dat werkenden juist meer overhouden van hun loon.”
“We maken werken lonend, door de belasting op inkomen uit arbeid te verlagen. Dat betalen we met een eerlijke bijdrage van mensen met veel vermogen en bedrijven die veel winst maken.”
GL-PvdA wil agressieve belastingontwijking door bedrijven en vermogenden harder aanpakken en illegaal maken. D66 is ook voor het tegengaan van belastingontwijking, maar GL-PvdA kiest voor strengere en explicietere maatregelen.
“Wij gaan belastingontwijking daarom harder aanpakken en maken dergelijke agressieve constructies illegaal.”
“Belastingontwijking pakken we aan.”
GL-PvdA wil fiscale subsidies voor fossiele energie afbouwen en grote vervuilers meer laten betalen. D66 is ook voor afbouw van fossiele subsidies, maar GL-PvdA legt meer nadruk op het principe 'de vervuiler betaalt' en het verhogen van de lasten voor grote uitstoters.
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie.”
BIJ1 onderscheidt zich van GLPvdA en D66 door extreem progressieve belastingvoorstellen, waaronder een drastische verhoging van de vermogensbelasting, een limiet op vermogen met een marginaal tarief van 100%, en het fors verhogen van de erfbelasting. BIJ1 wil de inkomstenbelasting voor de meeste mensen verlagen, maar de belastingdruk op grote vermogens, winsten en multinationals fors verhogen, inclusief een “exit tax” en windfall tax. Deze voorstellen gaan veel verder dan de plannen van GLPvdA en D66, die beide inzetten op gematigde verhogingen van vermogens- en winstbelasting, zonder concrete maxima of 100%-tarieven.
BIJ1 stelt als enige partij een harde bovengrens aan privévermogen voor, waarboven een marginaal belastingtarief van 100% geldt. Dit is radicaal anders dan GLPvdA en D66, die geen absolute limiet of 100%-tarief voorstellen.
“Er komt een limiet op vermogen, waarboven een marginaal belastingtarief van 100% geldt. De hoogte van deze limiet wordt democratisch besloten.”
BIJ1 wil de vermogens- en erfbelasting “drastisch hoger” maken, zonder concrete percentages te noemen, maar duidelijk verdergaand dan de gematigde verhogingen bij GLPvdA en D66.
“Vermogens- en erfbelasting maken we drastisch hoger.”
In tegenstelling tot GLPvdA en D66, die vooral de lasten voor middeninkomens willen verlichten, stelt BIJ1 expliciet voor de inkomstenbelasting te verlagen voor iedereen behalve de zeer vermogenden.
“We verlagen de inkomstenbelasting. Zodat mensen direct meer geld overhouden. Daartegenover maken we de vermogensbelasting voor de vermogenden flink hoger.”
BIJ1 introduceert een “exit tax” voor bedrijven die Nederland verlaten en een substantiële windfall tax op onredelijke winsten, wat verder gaat dan de voorstellen van GLPvdA en D66.
BIJ1 wil dat alle private bedrijven die in Nederland producten verkopen, winstbelasting betalen, en stopt met voordelige belastingconstructies voor beursgenoteerde bedrijven. Dit is strenger dan de aanpak van GLPvdA en D66.
“Alle private bedrijven die in Nederland hun producten verkopen, gaan daarover winstbelasting betalen. We stoppen voordelige belastingconstructies voor beursgenoteerde bedrijven.”
BIJ1 wil tarieven voor autogebruik, parkeervergunningen en verkeersboetes afhankelijk maken van inkomen en vermogen, waarbij hogere inkomens “flink hogere tarieven dan nu” betalen. GLPvdA en D66 stellen alleen differentiatie voor, niet zulke forse progressie.
“Tarieven voor autogebruik, zoals een parkeervergunning, verkeersboetes en belasting worden afhankelijk van iemands inkomen en vermogen. Hogere inkomens betalen flink hogere tarieven dan nu.”
BIJ1 wil als enige partij expliciet BTW en accijns op kerosine én vliegtickets heffen, en een progressieve vliegtaks voor veelvliegers.
“We brengen BTW op vliegtickets terug en we heffen BTW en accijns op kerosine. We introduceren een vliegtaks voor zakelijke veelvliegers.”
BIJ1 stelt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand op leegstand voor, wat een zeer concrete en hoge belastingmaatregel is die niet bij GLPvdA of D66 voorkomt.
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar).”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt dat hun belastingvoorstellen veel verder gaan dan die van GL/PvdA en D66, met een sterke focus op het zwaarder belasten van vervuilers en grootvermogenden, het invoeren van een vermogensplafond, en het versneld afbouwen van fiscale voordelen voor rijken en bedrijven. PvdD noemt concrete cijfers zoals een minimumloon van 18 euro per uur, een vermogensplafond van 10 miljoen euro, en het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek boven de NHG-grens. Hun visie is gericht op herverdeling, vergroening en het drastisch verkleinen van ongelijkheid, waar GL/PvdA en D66 volgens PvdD minder ver in gaan.
PvdD stelt voor om grootvermogenden en bedrijven veel zwaarder te belasten dan GL/PvdA en D66, onder meer door een vermogensplafond en progressieve winstbelasting afhankelijk van CO2-uitstoot. Dit gaat verder dan de voorstellen van GL/PvdA en D66, die wel hogere lasten voor de rijksten willen, maar geen vermogensplafond of CO2-afhankelijke winstbelasting voorstellen.
“Er komt een vermogensplafond van 10 miljoen euro. Met een vertrekbelasting zorgen we ervoor dat superrijken ons land niet zomaar inruilen voor een ander belastingparadijs.”
“We voeren een progressieve winstbelasting in waarbij de tarieven afhankelijk zijn van de CO2-uitstoot, in lijn met de Groene Belastinggids.”
PvdD wil fiscale voordelen voor rijken, zoals de hypotheekrenteaftrek boven de NHG-grens, versneld afbouwen. Dit is concreter en strenger dan de voorstellen van GL/PvdA en D66, die de hypotheekrenteaftrek minder snel willen afbouwen.
“De hypotheekrenteaftrek zorgt voor groeiende ongelijkheid en wordt daarom versneld afgebouwd voor bedragen boven de nationale hypotheek garantie (NHG).”
“Hypotheekrenteaftrek blijft mogelijk tot het Nationale Hypotheek Garantie (NHG)-bedrag. De hypotheekrenteaftrek voor bedragen daarboven wordt in een hoger tempo afgeschaft dan nu (0,5% per jaar).”
PvdD noemt expliciet een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur, wat hoger is dan de voorstellen van GL/PvdA en D66.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen.”
PvdD wil de erfbelasting verhogen en gelijktrekken voor alle erfgenamen, ongeacht familieband, en grote erfenissen als inkomen belasten. Dit is concreter en strenger dan de voorstellen van GL/PvdA en D66.
“Grote erfenissen worden belast als inkomen, we verhogen daarom de erfbelasting. Voor erfenissen tot 30.000 euro blijft een vrijstelling gelden. We trekken de erfbelasting gelijk voor alle erfgenamen ongeacht de familieband.”
PvdD wil de belastingdruk verschuiven van arbeid naar grondstoffenverbruik en vervuiling, met concrete voorstellen zoals een klimaatbelasting voor de grootste vermogens en een nationale CO2-heffing.
“We verschuiven de belastingdruk: minder op arbeid, meer op grondstoffenverbruik en vervuiling.”
“We voeren een klimaatbelasting voor de grootste vermogens in, op basis van de inzichten uit de Groene Belastinggids.”
“We voeren de nationale CO₂-heffing opnieuw in en verhogen deze sneller.”
De SP vindt dat de belastingdruk te veel op arbeid en consumptie rust en wil deze verschuiven naar grote vermogens en winsten. Ze pleiten voor een forse verhoging van belastingen op miljonairs, miljardairs en grote bedrijven, met concrete voorstellen als een miljonairsbelasting van 5% boven 5 miljoen euro en een vermogensplafond boven 50 miljoen euro. Dit onderscheidt zich van GLPvdA en D66, die minder vergaande en minder concrete vermogensbelastingen voorstellen.
De SP wil een jaarlijkse belasting van 5% op vermogens boven de 5 miljoen euro, waarmee ze 12,5 miljard euro per jaar verwachten op te halen. Dit is veel concreter en forser dan de voorstellen van GLPvdA en D66, die beide lagere percentages en hogere drempels hanteren of minder expliciet zijn.
“Met een miljonairstaks van vijf procent voor vermogens boven de vijf miljoen euro kunnen we 12,5 miljard euro in onze samenleving investeren.”
“Door doelgericht de vermogens van de rijkste 0,3 procent miljonairs en miljardairs te belasten tegen een fair tarief van vijf procent komt er meer dan twaalf miljard euro per jaar vrij voor publieke taken waar honderd procent van Nederland beter van wordt. Voor deze redelijke belasting is de eerste vijf miljoen euro vermogen vrijgesteld, dus 99,7 procent van Nederland zal hier niet mee te maken hebben.”
De SP stelt een vermogensplafond in: alles boven 50 miljoen euro wordt verplicht ingezet voor publieke doelen. Dit is uniek en veel radicaler dan wat GLPvdA of D66 voorstellen.
“Daarnaast voeren wij een vermogensplafond in voor vermogens boven de 50 miljoen euro.”
“De allerrijksten gaan hun vermogen boven de 50 miljoen euro verplicht gebruiken om onze economie en samenleving te versterken.”
“Hiervoor voeren we een vermogensplafond in, waarmee we het vermogen bóven 50 miljoen euro kunnen inzetten voor beter onderwijs, onderzoek, infrastructuur, zorg, politie en al die andere zaken waarmee we Nederland tot de top van de wereld laten behoren.”
De SP wil de erfbelasting voor gewone mensen verlagen (tot 100.000 euro belastingvrij), maar voor erfenissen tussen 100.000 en 500.000 euro het tarief gelijkstellen aan de inkomstenbelasting (37,5%) en daarboven nog zwaarder belasten. Dit is concreter en progressiever dan de plannen van GLPvdA en D66.
“Tachtig procent van de erfenissen voor kinderen zijn kleiner dan honderdduizend euro, wij willen dat je dit bedrag belastingvrij kunt doorgeven aan je kinderen. Voor erfenissen tussen de honderd en vijfhonderdduizend stellen we het tarief gelijk met de inkomstenbelasting (37,5%). Met de opbrengst kunnen we de loonbelasting verlagen, zodat werken meer gaat lonen. Boven de half miljoen is er een kleine groep die vele miljoenen erft, dat gaan we zwaarder belasten zodat enorme ongelijkheid niet meer van generatie op generatie wordt overgedragen.”
De SP wil de winstbelasting voor bedrijven verhogen tot minimaal het niveau van de inkomstenbelasting voor gewone mensen. Dit is een concreet cijfermatig voorstel dat verder gaat dan de plannen van GLPvdA en D66.
“Daarom verhogen we de winstbelasting naar ten minste het niveau van de inkomstenbelasting die gewone mensen betalen.”
De SP wil het belastingtarief op kapitaalinkomen verhogen tot het niveau van de inkomstenbelasting, wat een forse lastenverzwaring betekent voor vermogenden en beleggers.
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting”
De SP voert een vertrekbelasting in voor miljonairs die hun vermogen willen verplaatsen naar het buitenland, om belastingontwijking te voorkomen. Dit is een concreet en onderscheidend voorstel.
“Voor het overige voeren we deze vertrekbelasting in, ook wel bekend als de exittaks. Zo zorgen we dat iedereen die zijn vermogen heeft opgebouwd dankzij de harde werkers en voorzieningen in Nederland hier netjes aan bijdraagt voor toekomstige generaties.”
VVD positioneert zich als tegenstander van belastingverhogingen voor werkenden, spaarders en ondernemers, en wil juist lasten verlagen en nivellering tegengaan. De partij kiest voor het verlagen van de belastingdruk op arbeid en vermogen, het behouden van de hypotheekrenteaftrek, en het beperken van overheidsuitgaven in plaats van belastingverhogingen. Concrete voorstellen zijn onder andere het versneld invoeren van belasting op werkelijk rendement in box 3, het verhogen van vrijstellingen in de erfbelasting, en het verlagen van accijnzen en energiebelasting.
VVD wil geen verhogingen van belastingen op sparen, beleggen, ondernemen en erf- en schenkbelasting. De partij vindt het belangrijk dat de belastingdruk op arbeid en ondernemerschap in evenwicht is en wil op termijn tarieven verlagen en vrijstellingen verhogen. Dit onderscheidt zich van partijen als GLPvdA en D66, die juist pleiten voor hogere vermogens- en winstbelastingen.
“wil de VVD geen verhogingen van de belastingen op sparen, beleggingen en overige bezittingen (box 3), ondernemen (box 2) en geen hogere erf- en schenkbelasting. ... Op termijn willen we de tarieven verlagen en de vrijstellingen in de erfbelasting verhogen.”
VVD wil versneld overstappen op een systeem waarbij alleen belasting wordt geheven over gerealiseerd rendement op vermogen, en niet over fictief rendement. Dit is een concreet verschil met GLPvdA en D66, die doorgaans voor een hogere en bredere vermogensbelasting pleiten.
“We willen de wet waarmee alleen nog over werkelijk rendement belasting wordt betaald versneld invoeren, zetten ons in om alle aandelen onder de vermogenswinstbelasting te laten vallen en vinden dat de Belastingdienst alles op alles moet zetten om dat te realiseren.”
“Zo snel als technisch mogelijk en juridisch verantwoord wordt overgestapt op een systeem waarbij belasting wordt geheven op enkel gerealiseerd rendement op vermogen, waarbij het streven is om de tussenstap met nog deels vermogensaanwasbelasting over te slaan.”
VVD kiest voor het verlagen van vaste lasten door accijnzen en energiebelasting te verlagen en de hypotheekrenteaftrek te behouden. Dit is een concreet verschil met GLPvdA en D66, die juist pleiten voor het beperken of afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en minder nadruk leggen op het verlagen van accijnzen.
“We verlagen de brandstofaccijns zodat autorijden betaalbaarder wordt. De hypotheekrenteaftrek blijft in stand, en om de woonlasten onder controle te houden maximeren we de jaarlijkse stijging van de onroerendezaakbelasting.”
“Om ervoor te zorgen dat energie voor huishoudens betaalbaarder wordt, verlagen we de energiebelasting.”
VVD wil af van "doorgeslagen nivellering" via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen, en streeft naar een fors lagere maximale marginale belastingdruk. Dit onderscheidt zich van GLPvdA en D66, die juist nivellering als instrument voor inkomensgelijkheid zien.
VVD kiest ervoor om overheidsuitgaven niet harder te laten groeien dan de economie en wil bezuinigen in plaats van belastingen te verhogen. Dit is een fundamenteel verschil met GLPvdA en D66, die hogere overheidsuitgaven (en dus hogere belastingen) niet uitsluiten.
“Om het huishoudboekje van de overheid op orde te houden, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
BVNL kiest voor een radicaal eenvoudiger en lager belastingstelsel dan GLPvdA en D66, met een vlaktaks van 25% op alle inkomens en een hoge belastingvrije voet van €20.000. Ze willen vrijwel alle andere belastingen en toeslagen afschaffen, inclusief erf- en schenkbelasting, en pleiten voor forse verlagingen van accijnzen en energiebelastingen. Dit staat in scherp contrast met de progressieve belastingvoorstellen van GLPvdA en D66, die hogere tarieven voor hogere inkomens en meer herverdeling nastreven.
BVNL wil een vlaktaks van 25% invoeren voor alle inkomens, winsten en vermogens, met een hoge belastingvrije voet. Dit is veel eenvoudiger en lager dan de progressieve schijven van GLPvdA en D66, die hogere tarieven voor hogere inkomens hanteren. Het doel is werken aantrekkelijker te maken en bureaucratie te verminderen.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Invoeren van een vlaktaks met een vast percentage van circa 25% op arbeid en winst en een belastingvrije voet van € 20.000,-. De vlaktaks wordt geleidelijk ingevoerd en er wordt eerst fors gesneden in de overheidsuitgaven.”
BVNL wil de erf- en schenkbelasting volledig afschaffen, terwijl GLPvdA en D66 deze juist willen behouden of zelfs verhogen voor hogere vermogens. Dit moet familiebedrijven en particulieren financieel ontlasten.
BVNL pleit voor drastische verlaging van accijnzen op brandstoffen en energiebelastingen, in tegenstelling tot GLPvdA en D66 die deze juist willen verhogen uit klimaat- en herverdelingsmotieven. Dit moet de koopkracht verbeteren en lasten voor burgers verlagen.
BVNL wil het hele toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een eenvoudiger belastingstelsel, terwijl GLPvdA en D66 het stelsel willen hervormen maar niet volledig afschaffen. Dit moet bureaucratie en fouten verminderen.
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
BVNL wil dat in box 3 alleen belasting wordt geheven over gerealiseerde winst, en verzet zich tegen een vermogensaanwasbelasting zoals voorgesteld door GLPvdA en D66.
“Box 3 belasting wordt betaald over de gerealiseerde winst in box 3 en er komt geen vermogensaanwasbelasting in box 3.”
De ChristenUnie vergelijkt in haar programma niet direct de belastingvoorstellen van GLPvdA en D66, maar benadrukt het belang van een eenvoudig, rechtvaardig en inkomensonafhankelijk belastingstelsel. Ze pleit voor een hoge belastingvrije voet (€30.000), duidelijke tarieven, en het afschaffen van complexe toeslagen, met concrete bedragen en percentages die afwijken van wat doorgaans bij GLPvdA en D66 wordt voorgesteld.
De ChristenUnie wil dat niemand belasting betaalt over de eerste €30.000 aan inkomen, wat een veel hogere belastingvrije voet is dan bij GLPvdA en D66. Dit is een concreet cijfer dat hun voorstel onderscheidt.
De ChristenUnie stelt duidelijke, relatief lage tarieven voor en garandeert dat de marginale druk nooit boven de 50% uitkomt, wat concreter en eenvoudiger is dan de progressieve schijven bij GLPvdA en D66.
In plaats van inkomensafhankelijke toeslagen, kiest de ChristenUnie voor een verzilverbare belastingkorting met vaste bedragen per huishouden en per kind, wat afwijkt van het systeem van GLPvdA en D66.
De ChristenUnie voert een extra vermogensbelasting in van 1% op vermogens boven de 1 miljoen euro, wat een concreet cijfer is dat hun voorstel onderscheidt.
“We vragen van de grootste vermogens een extra bijdrage met een vermogensbelasting van 1% op vermogens boven de 1 miljoen euro.”
De ChristenUnie wil de hypotheekrenteaftrek geleidelijk afschaffen, wat aansluit bij voorstellen van GLPvdA en D66, maar noemt geen afwijkende concrete cijfers.
“De hypotheekrenteaftrek schaffen we geleidelijk af.”
BBB vergelijkt in haar programma niet direct de belastingvoorstellen van GLPvdA en D66, maar benadrukt het belang van een eenvoudiger, rechtvaardiger en minder belastend stelsel voor werken, sparen en ondernemen. BBB wil geen verhogingen van belastingen op vermogen, ondernemen of AOW, en kiest voor vaste bedragen in plaats van toeslagen en heffingskortingen. Concrete cijfers over verschillen tussen GLPvdA en D66 ontbreken volledig in het BBB-programma.
BBB wil expliciet geen verhogingen van belastingen op sparen (box 3), ondernemen (box 2), erf- en schenkbelasting, en AOW-uitkeringen. Dit onderscheidt BBB van partijen die wel pleiten voor hogere lasten op vermogen of inkomen, maar het programma noemt geen concrete cijfers of vergelijkingen tussen GLPvdA en D66.
“De belastingen op sparen in box 3 en op ondernemen in box 2 niet verhogen.”
“De erf en schenkbelasting zeker niet verhogen.”
“AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast.”
BBB wil het belasting- en toeslagenstelsel vereenvoudigen door vaste bedragen als toelage in te voeren en de belastingvrije voet te verhogen in plaats van heffingskortingen. Dit moet werken lonender maken en onzekerheid verminderen, maar er worden geen concrete cijfers of vergelijkingen met GLPvdA of D66 gegeven.
“Op korte termijn moet er een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen als toelage in plaats van ingewikkelde regelingen komen. Met ook een hogere belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat werken altijd loont.”
“Stap voor stap naar eenvoud. Wij streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat mensen zelf grip hebben op hun inkomen.”
BBB is tegen extra nationale belastingen bovenop Europese regels, zoals extra CO₂-heffingen of verdere beperkingen van renteaftrek. Dit standpunt is gericht op het beschermen van het Nederlandse vestigingsklimaat, maar bevat geen concrete cijfers of vergelijkingen met GLPvdA of D66.
“Dus geen verdere beperkingen van de renteaftrek en geen Nederlandse koppen op de Europese CO₂-heffing.”
“Het afschaffen van nationale koppen op Europees klimaatbeleid (zoals extra CO₂heffing).”
Volt onderscheidt zich van GLPvdA en D66 door te pleiten voor een radicaal eenvoudiger belastingstelsel met een basisinkomen, het afschaffen van vrijwel alle toeslagen, aftrekposten en vrijstellingen, en het invoeren van een uniform btw-tarief. Volt wil vermogen en grondbezit zwaarder belasten, de belastingdruk op arbeid verlagen en een progressieve vermogensbelasting invoeren boven één miljoen euro. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van het toeslagenstelsel, invoering van een basisinkomen, een progressieve vermogensbelasting, en het afschaffen van de motorrijtuigenbelasting.
Volt wil alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten en vrijstellingen afschaffen en vervangen door een maandelijks basisinkomen. Dit is een fundamenteel verschil met GLPvdA en D66, die beide het toeslagenstelsel willen hervormen maar niet volledig afschaffen of vervangen door een basisinkomen.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd.”
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
Volt wil alle uitzonderingen op de btw afschaffen en een uniform tarief invoeren, terwijl GLPvdA en D66 het lage btw-tarief op bijvoorbeeld voedsel en cultuur willen behouden of slechts beperkt willen aanpassen.
“Daarom komt er een uniform vast btw-tarief voor alle goederen en diensten. Alle uitzonderingen, inclusief het 0%-tarief en lage btw-tarief, schaffen we af.”
Volt stelt een progressieve vermogensbelasting voor op vermogens boven één miljoen euro, wat verder gaat dan de voorstellen van D66 en GLPvdA, die vooral inzetten op aanpassing van box 3.
“Er wordt een progressieve vermogensbelasting geïntroduceerd voor vermogens boven één miljoen euro.”
Volt wil de motorrijtuigenbelasting volledig afschaffen en vervangen door een kilometerheffing, terwijl D66 en GLPvdA doorgaans pleiten voor een vorm van rekeningrijden naast bestaande belastingen.
“We schaffen de motorrijtuigenbelasting af.”
“In plaats daarvan komt er een kilometerheffing waarbij rekening wordt gehouden met het type voertuig, de uitstoot en de tijd en plaats van rijden.”
Volt wil de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait zo snel mogelijk afbouwen en de eigen woning naar box 3 verplaatsen, met compensatie via lagere inkomstenbelasting en het basisinkomen. Dit is concreter en radicaler dan de gefaseerde aanpassingen die D66 en GLPvdA voorstellen.
“We bouwen de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait zo snel mogelijk af en verplaatsen de eigen woning stapsgewijs naar box 3. De gestegen maandlasten voor huiseigenaren worden gecompenseerd met een lagere inkomstenbelasting en een basisinkomen.”
D66 wil het belastingstelsel eerlijker maken door werken meer te belonen, belastingvoordelen voor vermogen en woningbezit af te bouwen, en het toeslagenstelsel te vervangen door een individueel basisbedrag. In tegenstelling tot GroenLinks-PvdA (GLPvdA), die pleiten voor fors hogere vermogens- en winstbelastingen, kiest D66 voor een gematigdere aanpak met concrete lastenverlichting voor werkenden en een stapsgewijze afbouw van fiscale voordelen. D66 noemt expliciet concrete bedragen, zoals een belastingkorting van minimaal €600 per jaar voor voltijdwerkers en het niet verhogen van het eigen risico in de zorg.
D66 wil werken aantrekkelijker maken door de inkomstenbelasting in de eerste en tweede schijf te verlagen en een belastingkorting te geven aan mensen die minstens vier dagen per week werken. Dit is concreter en gematigder dan het GLPvdA-voorstel, dat inzet op hogere lasten voor hoge inkomens en vermogen.
“Daarom verlagen we het tarief in de eerste en tweede schijf van de inkomstenbelasting en verhogen we het minimumloon. ... Daarom komt er een belastingkorting voor mensen die minstens vier dagen per week werken, wat een netto belastingvoordeel van minimaal €600 euro per jaar betekent.”
D66 wil de fiscale verschillen tussen huurders en kopers verkleinen door de hypotheekrenteaftrek af te bouwen, het btw-tarief op nieuwbouw te verlagen en het eigenwoningforfait voor dure huizen aan te scherpen. De opbrengsten hiervan worden volledig ingezet voor lagere inkomstenbelasting voor iedereen, terwijl GLPvdA doorgaans kiest voor directe herverdeling naar lagere inkomens.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen. ... We steken de opbrengsten helemaal in lagere inkomstenbelasting voor iedereen.”
D66 wil het toeslagenstelsel drastisch hervormen door het te vervangen door een individueel basisbedrag, waarmee het systeem eenvoudiger en eerlijker wordt. Dit is concreter dan het GLPvdA-voorstel, dat inzet op verhoging van toeslagen en belasting op vermogen.
D66 kiest voor een vlaktaks op energiebelasting en het sneller afbouwen van fossiele subsidies, wat zorgt voor eenvoud en klimaatrechtvaardigheid. GLPvdA wil doorgaans hogere milieubelastingen en een progressiever stelsel.
“Om de fossiele subsidies sneller af te bouwen wordt een vlaktaks voor energiebelasting op aardgas en elektriciteit ingevoerd. Dit ter vervanging van het degressieve stelsel van energiebelasting.”
D66 kiest ervoor het eigen risico in de zorg niet te verhogen en stelt een maximum van €150 per behandeling, terwijl GLPvdA het eigen risico wil afschaffen.
“We verhogen het eigen risico van €385 euro niet en je betaalt niet meer dan €150 euro per behandeling.”
DENK vindt dat het verschil tussen GroenLinks-PvdA (GLPvdA) en D66 op het gebied van belastingen vooral zit in de mate van progressiviteit en de aanpak van belastingvoordelen voor rijken en grote bedrijven. DENK pleit voor het verhogen van de winstbelasting voor grote bedrijven, het afschaffen van ondoelmatige belastingvoordelen, en het extra belasten van hoge inkomens en vermogens. Concrete cijfers ontbreken in het DENK-programma, maar de nadruk ligt op een eerlijkere verdeling en lastenverlichting voor lage en middeninkomens.
DENK wil dat grote bedrijven en mensen met hoge inkomens of vermogens een groter deel van de belastingdruk dragen, in tegenstelling tot de meer gematigde voorstellen van D66 en GLPvdA. Dit moet bijdragen aan het verkleinen van de ongelijkheid en het financieren van publieke voorzieningen.
“Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af. Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen. Deze eerlijke bijdrage vragen wij ook van zeer grote vermogens.”
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens. Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren. Grote bedrijven die flinke winsten maken, gaan een eerlijker deel bijdragen. We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expat regeling.”
DENK kiest expliciet voor lastenverlichting aan de onderkant van het inkomensgebouw, wat zij als onderscheidend zien ten opzichte van andere partijen.
DENK wil belastingontwijking en -voordelen voor specifieke groepen (zoals expats en banken) steviger aanpakken dan GLPvdA en D66.
“We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expat regeling. We pakken belastingontwijking steviger aan, zodat iedereen eerlijk bijdraagt.”
FVD vindt dat het belastingstelsel radicaal eenvoudiger en lager moet, met een vlaktaks van 20% en een belastingvrije voet van €30.000 voor iedereen. Ze willen erf- en schenkbelasting afschaffen, de BTW verlagen naar 6% en 19%, en de belasting op spaargeld (Box 3) volledig schrappen. FVD positioneert zich hiermee als tegenpool van partijen als GLPvdA en D66, die juist hogere en progressieve belastingen voor hogere inkomens en vermogens voorstellen, maar FVD noemt geen concrete cijfers over het verschil tussen GLPvdA en D66.
FVD presenteert een aantal zeer concrete belastingmaatregelen die sterk afwijken van de bekende standpunten van GLPvdA en D66, maar vergelijkt deze niet expliciet met die partijen.
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
“We vervangen de loonheffingskorting door een belastingvrije voet die geldt voor alle werkenden en gepensioneerden, zodat werken altijd loont.”
“We verlagen het hoge BTW-tarief naar 19% en het lage BTW-tarief naar 6%, zodat het leven weer goedkoper wordt...”
“Inkomen uit Box-3 wordt volledig belastingvrij. Erf- en schenkbelasting schaffen we af.”
“We verhogen de zelfstandigenaftrek naar €15.000,- en we schrappen de BTW op B2B-transacties...”
JA21 vindt dat het huidige belastingdebat tussen GLPvdA en D66 vooral draait om wie de lasten het meest verhoogt, en stelt daar tegenover dat zij juist kiezen voor lagere belastingen, minder toeslagen en een eenvoudiger systeem. JA21 pleit voor het structureel verlagen van de lasten op arbeid en ondernemerschap, het afschaffen van complexe toeslagen en heffingskortingen, en het invoeren van een vlak vennootschapsbelastingtarief van 20%. Hun kernvisie is dat werken en ondernemen meer moet lonen en dat het belastingstelsel begrijpelijk en voorspelbaar moet zijn.
JA21 positioneert zich tegenover GLPvdA en D66 door expliciet te kiezen voor lastenverlaging in plaats van lastenverhoging, met concrete voorstellen zoals het verlagen van de vennootschapsbelasting naar één tarief van 20% en het afschaffen van toeslagen.
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
“Een eenvoudige vennootschapsbelasting voor alle ondernemingen door het huidige tweeschijvenstelsel (19% en 25,8%) te vervangen door één helder tarief van 20% voor alle ondernemingen.”
“Wij schaffen het circus aan toeslagen en heffingskortingen af, en vervangen het door een simpel en transparant systeem van toelagen.”
JA21 benadrukt het belang van een begrijpelijk en stabiel belastingstelsel, in tegenstelling tot de complexiteit die zij GLPvdA en D66 verwijten. Zij willen geen plotselinge stelselwijzigingen of lastenverhogingen bij tegenvallers.
“Geen terugwerkende kracht en geen plotselinge stelselwijzigingen. We hanteren heldere spelregels vooraf over hoe wordt omgegaan met mee- en tegenvallers.”
“Dat tegenvallers niet automatisch lastenverhoging betekenen. Begrotingsdiscipline staat voorop. De eerste stap is het versoberen of temporiseren van niet-kernuitgaven.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma