DENK onderscheidt zich van D66 en CDA door een sterke focus op het beschermen van religieus en bijzonder onderwijs, het vergroten van bestaanszekerheid via hogere lonen en lagere lasten, en het actief verkleinen van ongelijkheid. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen en ondernemers biedt DENK concrete voorstellen voor betaalbaar onderwijs, zorg en wonen, en extra steun voor het MKB.
DENK verdedigt zonder compromis het recht op religieus en bijzonder onderwijs (artikel 23), met ruimte voor ouders om invloed uit te oefenen op onderwijsinhoud, en zonder extra overheidscontrole op religieuze scholen. Dit is een duidelijk verschil met D66 (meer nadruk op openbaar onderwijs en minder religieuze invloed) en CDA (wel behoud artikel 23, maar minder expliciet in ouderinvloed en toezicht).
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK kiest voor directe inkomensverbetering door het minimumloon te verhogen, boodschappen goedkoper te maken, en belastingen voor lage- en middeninkomens te verlagen. Dit is concreter en verdergaand dan CDA (meer behoudend) en D66 (wel sociaal, maar minder expliciet op deze punten).
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij willen dat de prijzen van boodschappen omlaag gaan. Dit doen wij door het nemen van prijsmaatregelen en het verlagen van de BTW.”
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens.”
DENK erkent de waarde van het MKB en biedt concrete steunmaatregelen zoals een publieke kredietbank, betaalbaar vangnet bij ziekte, en het stimuleren van vaste contracten. Dit is relevanter voor gezinnen met een ondernemer dan de vaak meer generieke benadering van D66 en CDA.
“We richten een publieke kredietbank op voor kleine ondernemers. Die verstrekt eerlijke leningen aan ondernemers die bij gewone banken geen kans krijgen.”
“We zorgen voor een betaalbaar vangnet voor de loondoorbetaling bij ziekte voor kleinere ondernemers.”
“Wij willen dat er meer zekerheid is voor mensen op de arbeidsmarkt. Daarom willen wij het financieel aantrekkelijker maken voor werkgevers om een vast contract aan te bieden aan hun werknemers.”
DENK wil het eigen risico volledig afschaffen en de zorgpremie verlagen, met uitbreiding van het basispakket. Dit is een duidelijker en verdergaand voorstel dan bij D66 en CDA, die het eigen risico meestal (deels) willen behouden.
DENK wil jaarlijks 100.000 woningen bouwen, een Rijkswoningbouwfonds en Rijksbouwbedrijf oprichten, en procedures drastisch versnellen. Dit is ambitieuzer en centraler geregeld dan bij CDA (meer marktgericht) en D66 (meer regionaal en duurzaam).
“Wij willen sneller en meer bouwen. Het doel is om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen.”
“Er komt een Rijkswoningbouwfonds waarin we meer geld reserveren om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren.”
“We richten een Rijksbouwbedrijf op dat de verantwoordelijkheid krijgt om woningbouwprojecten te ontwikkelen.”
50PLUS onderscheidt zich van D66 en CDA door een sterke focus op de belangen van ouderen, maar benadrukt ook intergenerationele solidariteit, betaalbaarheid van zorg, bescherming van koopkracht, en het stimuleren van ondernemerschap en gezinsvriendelijk beleid. Hun voorstellen richten zich op het behouden van de AOW, betaalbare zorg, ondersteuning van mantelzorgers, en het stimuleren van woningbouw voor doorstroming. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner zijn vooral de standpunten rond koopkracht, onderwijs, woningmarkt en arbeidsmarkt relevant.
50PLUS wil de koopkracht van (toekomstige) ouderen beschermen door de AOW te behouden, te koppelen aan het minimumloon, en extra financiële voordelen te bieden. Dit is onderscheidend ten opzichte van D66 (meer gericht op hervormingen) en CDA (meer op gezinnen en middeninkomens).
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
50PLUS legt nadruk op toegankelijke zorg, verlaging van het eigen risico, en betere ondersteuning van mantelzorgers. Dit is relevant voor gezinnen met zorgverantwoordelijkheden en onderscheidt zich door concrete voorstellen voor mantelzorg en preventie.
50PLUS wil meer woningen bouwen voor ouderen, zodat gezinnen sneller kunnen doorstromen naar geschikte woningen. Dit is relevant voor gezinnen met kinderen en onderscheidt zich door de focus op levensloopbestendige en meer-generatiewoningen.
50PLUS erkent het belang van ondernemers en wil betere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, wat relevant is voor gezinnen met een ondernemer als partner en schoolgaande kinderen.
“Betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden.”
50PLUS kiest voor een strenger migratiebeleid dan D66 en CDA, maar maakt een uitzondering voor arbeidsmigratie in de zorg vanwege personeelstekorten. Dit kan relevant zijn voor gezinnen die waarde hechten aan beheersbare migratie en goede zorg.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van D66 en CDA door een sterke focus op gezinsvriendelijk beleid, eenvoudiger en rechtvaardiger belastingstelsel, en het centraal stellen van christelijke waarden in onderwijs en samenleving. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen en ondernemers biedt de partij concrete voorstellen zoals een hoge, inkomensonafhankelijke kinderbijslag, gratis kinderopvang, en een vereenvoudigde belastingkorting. De ChristenUnie benadrukt daarnaast het belang van rust, sociale cohesie en bescherming van het traditionele gezin.
De ChristenUnie wil gezinnen financieel ontlasten door een fors hogere kinderbijslag en vrijwel gratis kinderopvang, onafhankelijk van inkomen. Dit is veel generieker en royaler dan bij CDA of D66, en bedoeld om kinderarmoede structureel uit te bannen en ouders maximale keuzevrijheid te geven in de combinatie van werk en zorg.
“Daarom verhoogt de ChristenUnie de kinderbijslag naar € 4500 per kind per jaar, maken we de kinderopvang en gastouderopvang (zo goed als) gratis en vereenvoudigen we de verlofregelingen zodat ouders er kunnen zijn voor hun kinderen als dat nodig is.”
“We vormen de kinderbijslag en het kindgebonden budget om tot een inkomensonafhankelijke regeling, als onderdeel van de verzilverbare belastingkorting. Het bedrag per kind is € 4500 per jaar (€ 375 per maand).”
De ChristenUnie wil het complexe toeslagenstelsel vervangen door een verzilverbare belastingkorting en belastingvrijstelling tot €30.000 inkomen, wat gezinnen en ondernemers veel zekerheid en eenvoud biedt. Dit is een radicaal andere benadering dan bij CDA en D66, die minder ver gaan in het afschaffen van toeslagen en het vereenvoudigen van het belastingstelsel.
“De wirwar van toeslagen vervangen we door een eenvoudige belastingkorting. Zo blijft het gegarandeerd de eerste € 30.000 die per jaar verdient belastingvrij én is er geen sprake meer van onzekerheid en terugvorderingen.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Als de korting hoger is dan het belastingbedrag, wordt het verschil uitgekeerd.”
De ChristenUnie stelt de christelijke identiteit, rust (zoals zondagsrust), en het belang van het traditionele gezin centraal. Dit uit zich in standpunten tegen draagmoederschap, commerciële spermadonatie, en het actief beschermen van christelijke normen in onderwijs en samenleving. Dit onderscheidt zich duidelijk van D66 (liberaal, seculier) en CDA (minder uitgesproken op deze thema’s).
“Het belang van kinderen en biologisch ouderschap staat centraal bij wetgeving rond ouderschap en ouderlijk gezag.”
“De ChristenUnie blijft tegen draagmoederschap en commerciële spermadonatie.”
“Rust is geen luxe, maar een noodzaak voor een gezonde samenleving.”
“Ouders kunnen vrij kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging of onderwijskundige visie. De ChristenUnie staat daarom pal voor artikel 23 uit de Grondwet.”
De ChristenUnie wil ondernemers, met name familiebedrijven, ondersteunen door bureaucratie te verminderen en te kiezen voor een economie die niet draait om maximale winst, maar om brede welvaart en duurzaamheid. Dit is een andere economische visie dan D66 (meer marktgericht) en CDA (meer gericht op grote bedrijven).
De ChristenUnie is kritisch op doorgeschoten marktwerking, vooral in sectoren als kinderopvang, zorg en arbeidsmarkt, en wil duidelijke normen stellen om kwetsbare groepen te beschermen. Dit is een scherpere en meer normatieve benadering dan bij D66 en CDA.
“De herziening van de kinderopvangtoeslag wordt doorgezet. Een winstoogmerk is, gezien de maatschappelijke functie van kinderopvang en financiering met veel gemeenschapsgeld, niet gepast. Alle kinderopvangorganisaties worden daarom non-profit.”
“De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
FVD onderscheidt zich van D66 en CDA door een uitgesproken focus op minder overheidsbemoeienis, lagere lasten voor ondernemers, behoud van traditionele onderwijsvormen en een sterke nadruk op individuele vrijheid en keuzevrijheid. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer ruimte voor ondernemerschap, minder bureaucratie, behoud van bijzonder onderwijs en een kritische houding tegenover progressieve maatschappelijke trends in het onderwijs. FVD wil vooral terug naar een kleinere overheid, lagere belastingen en meer zeggenschap voor burgers.
FVD wil het ondernemerschap stimuleren door lasten en regels te verlagen, in tegenstelling tot D66 (meer nadruk op duurzaamheid en regulering) en CDA (meer behoudend, maar minder radicaal dan FVD). Dit is direct relevant voor gezinnen met een ondernemer als kostwinner.
“Onze visie is helder: het moet weer aantrekkelijk en haalbaar worden om ondernemer te zijn. Dat betekent minder bemoeienis van de overheid en meer vertrouwen in de eigen kracht van ondernemers.”
“Ambitie moet lonen: ruimte voor ondernemerschap, belastingen omlaag.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
FVD wil terug naar kennisoverdracht, kleinere klassen, behoud van bijzonder onderwijs en verbiedt woke- en transgender-ideologie op scholen. Dit contrasteert met D66 (progressief, inclusief onderwijs) en CDA (meer behoudend, maar minder uitgesproken anti-woke). Dit raakt direct aan de opvoeding van schoolgaande kinderen.
“De nadruk is de laatste decennia te veel verschoven naar sociale projecten en te weinig naar kennisoverdracht. Forum voor Democratie wil die balans herstellen.”
“Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen aannamebeleid mag voeren.”
“Woke en LGBT-gedachtegoed houden we weg van jonge kinderen”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en in jeugd-tv, en maken geslachtsveranderingsoperaties, hormoontherapie en puberteitsremmers voor minderjarigen onmogelijk.”
FVD wil een kleinere, efficiëntere overheid en minder bureaucratie, wat volgens hen leidt tot meer vrijheid en minder regeldruk voor gezinnen en ondernemers. Dit is een duidelijk verschil met D66 (meer overheid voor duurzaamheid en inclusie) en CDA (meer middenkoers).
“We gaan voor een ingrijpende verlaging en versimpeling van het belastingstelsel. ... De verstikkende regelzucht van de overheid gaan we aanpakken”
“We streven een kleinere en efficiëntere overheid na, die minder geld opeist van burgers.”
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
FVD wil bindende referenda, direct gekozen bestuurders en meer zeggenschap voor burgers, wat contrasteert met de meer representatieve democratie van D66 en CDA. Dit raakt aan de wens voor meer invloed op beleid dat gezinnen direct raakt.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties.”
“We laten burgemeesters en Commissarissen van de Koning direct door de bevolking kiezen, zodat bestuurders verantwoording afleggen aan de kiezer in plaats van aan politieke partijen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van D66 en CDA door een sterke focus op structurele investeringen in onderwijs, het bestrijden van kansenongelijkheid, en het centraal stellen van welzijn boven economische groei. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer betaalde verlofregelingen voor ouders, hogere AOW, en een radicaal andere benadering van economie en zorg, met nadruk op inclusiviteit en duurzaamheid. PvdD kiest voor lange termijn zekerheid en gelijke kansen, waar D66 meer inzet op innovatie en individuele ontplooiing, en CDA op traditionele gezinswaarden en economische stabiliteit.
PvdD wil structureel investeren in onderwijs, leraren beter belonen, en kansenongelijkheid tegengaan, zodat elk kind – ongeacht achtergrond – gelijke kansen krijgt. Dit is relevanter voor ouders met schoolgaande kinderen dan de meer marktgerichte of traditionele benaderingen van D66 en CDA.
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen. We ontzorgen ze en geven leerkrachten de ruimte te doen wat ze het liefste doen: goede lessen geven en leerlingen zo goed mogelijk begeleiden.”
“De huidige manier van financieren van het onderwijs, met telkens incidentele subsidies, zorgt ervoor dat scholen geen langetermijnbeleid kunnen maken en houdt structurele verbeteringen tegen. Het werkt kansenongelijkheid in de hand en veroordeelt kinderen en leerkrachten tot lessen in verouderde gebouwen.”
“We investeren structureel in brede brugklassen, stellen de keuze voor een onderwijsniveau uit en dringen onderwijsachterstanden terug. We hebben hierbij speciale aandacht voor inclusie en houden het onderwijs vrij van commerciële invloeden.”
PvdD pleit voor verlengd, volledig betaald ouderschapsverlof voor álle ouders, gelijkstelling van partner- en bevallingsverlof, en invoering van betaald mantelzorg- en rouwverlof. Dit is concreter en socialer dan de voorstellen van D66 en CDA, die minder ver gaan in verlofregelingen.
PvdD verhoogt de AOW, maakt deze flexibeler en eerlijker, en geeft werknemers meer zeggenschap over hun pensioen. Dit biedt meer zekerheid voor de toekomst dan de vaak behoudende CDA-lijn of de meer op individuele verantwoordelijkheid gerichte D66-aanpak.
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
“Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
PvdD kiest expliciet voor welzijn en brede welvaart in plaats van economische groei, en wil een eerlijke economie die niet alleen ondernemers of de bovenlaag bevoordeelt. Dit contrasteert met CDA’s nadruk op economische stabiliteit en D66’s focus op innovatie en marktwerking.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst.”
“Daarom kiest de Partij voor de Dieren voor een radicale omslag. Met welzijn als doel, in plaats van oneindige groei. Wij willen een eerlijke en toekomstbestendige economie, die binnen de grenzen van de Aarde blijft, en de belangen van mensen, dieren en natuur beschermt.”
PvdD wil kinderarmoede radicaal bestrijden door gratis, biologische en plantaardige schoolmaaltijden voor alle kinderen, wat direct relevant is voor gezinnen met schoolgaande kinderen.
“Iedere school krijgt toegang tot biologische, plantaardige schoolmaaltijden – gratis en toegankelijk voor alle kinderen.”
PvdD wil alle toeslagen overbodig maken door inkomens te verhogen en het minimumloon te verhogen naar 18 euro per uur, wat gezinnen meer financiële zekerheid biedt dan de huidige systemen van D66 en CDA.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen. Uitkeringen zoals de AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee.”
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
BBB onderscheidt zich van D66 en CDA door sterk te focussen op regionale gelijkwaardigheid, minder overheidsbemoeienis, praktische ondersteuning van gezinnen en ondernemers, en een terughoudende houding ten opzichte van ideologisch onderwijs en diversiteitsbeleid. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: BBB wil minder regeldruk voor ondernemers, meer waardering voor praktisch onderwijs, en minder nadruk op symboolpolitiek en ideologie in het onderwijs en overheidsbeleid. Hun kernvisie draait om vertrouwen in mensen, maatwerk per regio, en het centraal stellen van de menselijke maat.
BBB wil dat ondernemers minder last hebben van bureaucratie en regelgeving, zodat zij zich kunnen richten op hun werk en groei. Dit is relevant voor gezinnen met een ondernemer, omdat het direct invloed heeft op het ondernemersklimaat en de bestaanszekerheid van het gezin.
“Vooral het midden en kleinbedrijf lijdt onder regels en bureaucratie. Ondernemers moeten kunnen doen waar ze goed in zijn: werken, maken, zorgen, bouwen.”
“We verlagen de regeldruk en houden hier zo veel als mogelijk rekening mee bij belastingmaatregelen.”
“BBB kiest voor behoud en verbetering van de Wet DBA, zodat zelfstandige ondernemers kunnen blijven ondernemen zonder verstikkende regelgeving, maar met duidelijke spelregels. We wijzen overregulering die echte zelfstandigheid ondermijnt zoals voorgesteld in de recente wetsvoorstellen (VBAR en de initiatiefwet Zelfstandigen) af.”
BBB wil dat scholen zich richten op basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen, en minder op ideologische thema’s of symboolpolitiek. Dit is relevant voor ouders met schoolgaande kinderen die waarde hechten aan praktisch en kwalitatief onderwijs.
“BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis. Onderwijs moet gericht zijn op kwaliteit, duidelijkheid en maatwerk, zodat ieder kind passend onderwijs krijgt.”
“Kostbare onderwijstijd gaat verloren aan verplichte programma’s zoals de Week van de Lentekriebels, overmatig burgerschapsonderwijs of ideologische thema’s die weinig bijdragen aan de ontwikkeling van basisvaardigheden.”
“BBB maakt zich zorgen over de doorgeschoten symboolpolitiek rond LHBTIQ+beleid. Terwijl op veel plekken de regenboogvlag wappert en basisscholen al spreken over genderdysforie, daalt op sommige plekken juist de acceptatie van homoseksualiteit.”
BBB benadrukt dat beleid niet alleen voor de Randstad of grote steden moet zijn, maar dat alle regio’s gelijkwaardig behandeld moeten worden. Dit is relevant voor gezinnen buiten de grote steden en voor ondernemers die afhankelijk zijn van regionaal beleid.
“Geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen. Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen.”
“Geen aanpak van bovenaf die alles gelijk wil maken, maar maatwerk dat past bij elke regio. Want wat in Friesland werkt, werkt niet altijd in Brabant en andersom.”
BBB is kritisch op grootschalig diversiteitsbeleid en vindt dat de overheid mensen niet in hokjes moet plaatsen. Dit onderscheidt hen van partijen als D66, die vaak meer inzetten op diversiteit en inclusie.
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
BBB vindt dat praktisch werk en onbetaalde arbeid, zoals opvoeding en mantelzorg, meer maatschappelijke waardering moeten krijgen. Dit is relevant voor gezinnen waar zorgtaken en praktische beroepen centraal staan.
BVNL onderscheidt zich van D66 en CDA door een uitgesproken klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve koers, met nadruk op een kleine overheid, ondernemersvrijheid, lage belastingen en behoud van Nederlandse tradities. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit concreet: minder overheidsbemoeienis, lagere lasten voor ondernemers, meer keuzevrijheid in onderwijs en pensioenen, en een kritische houding tegenover immigratie en 'woke'-invloeden. BVNL biedt hiermee een alternatief voor het meer progressieve D66 en het gematigd christendemocratische CDA.
BVNL wil de lasten voor ondernemers en werkenden fors verlagen en bureaucratie terugdringen, in tegenstelling tot D66 (progressiever, meer nadruk op duurzaamheid en regulering) en CDA (meer behoudend, maar minder radicaal in lastenverlaging). Dit is direct relevant voor gezinnen met een ondernemer.
“BVNL wil dat MKB-ondernemers in vrijheid kunnen ondernemen en daar een goede boterham aan kunnen verdienen. Het MKB is de ruggengraat van de samenleving, maar wordt steeds meer als melkkoe gebruikt. Daarom willen wij lagere belastingen, minder bureaucratie, simpeler arbeidsrecht en meer vrijheid voor het MKB.”
“Het MKB en de ZZP’ers zijn de motor van de Nederlandse economie. 80% van alle banen wordt gegenereerd door ondernemers. De overheid moet zich minder met hen bemoeien. BVNL wil de belastingen en werkgeverslasten voor ondernemers omlaag brengen, de bureaucratie verminderen...”
BVNL stelt een vlaktaks voor op arbeid, winst en vermogen, met een hoge belastingvrije voet en afschaffing van toeslagen en erf-/schenkbelasting. Dit is een radicaal ander fiscaal systeem dan D66 (progressieve schijven, behoud toeslagen) en CDA (meer behoudend, geen vlaktaks).
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft. Gehate belastingen zoals de erf- en schenkbelasting en het box 3 probleem worden hiermee opgelost.”
BVNL wil de overheid fors verkleinen, veel minder ambtenaren en minder bemoeienis, wat verder gaat dan CDA en D66 (die beide meer overheid behouden, D66 zelfs uitbreiding op klimaat/onderwijs).
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen...”
BVNL is uitgesproken cultureel conservatief, wil Nederlandse tradities beschermen en is kritisch op 'woke'-invloeden, waar D66 juist progressief is en CDA gematigder.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“Nederland is geen lege huls. Onze taal, onze normen, onze geschiedenis en onze waarden zijn het fundament van wie wij zijn. Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
BVNL wil meer keuzevrijheid voor ouders en minder ideologisch onderwijs, in tegenstelling tot D66 (meer nadruk op inclusiviteit en modernisering) en CDA (behoudend, maar minder radicaal in keuzevrijheid).
“Het onderwijs moet weer terug naar de basis. Meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, vermindering van de taalachterstand, meer aandacht voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en biologie en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum. De Nederlandse Leerplicht is feitelijk een schoolplicht, en dient te worden vervangen door een Nederlands leerrecht, waarmee elk kind als alternatief het recht krijgt op thuisonderwijs.”
BVNL wil een asielstop en immigratie fors beperken, wat veel verder gaat dan D66 (ruimhartig) en CDA (beperkend, maar geen asielstop).
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan. De huidige bevolking krimpt en veel van de problemen in de zorg, het onderwijs en op de woningmarkt kunnen worden opgelost door de grenzen te sluiten.”
BVNL wil keuzevrijheid in het pensioenstelsel, zodat deelnemers zelf hun pensioenuitvoerder en beleggingsstrategie kunnen kiezen, in tegenstelling tot het meer collectieve systeem dat CDA en D66 voorstaan.
“Meer keuzevrijheid en flexibiliteit. Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“Vrije keuze in pensioenuitvoerder. Deelnemers krijgen het recht om zelf hun pensioenuitvoerder te kiezen.”
D66 onderscheidt zich van het CDA door sterk te focussen op gelijke kansen, individuele vrijheid (ook op het gebied van abortus en euthanasie), en een progressieve benadering van onderwijs, werk en ondernemerschap. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer nadruk op inclusiviteit, flexibele en toegankelijke kinderopvang en onderwijs, en een eerlijker speelveld voor ondernemers, inclusief minder regeldruk en meer stimulans voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. D66 kiest expliciet voor meer autonomie en keuzevrijheid, waar het CDA traditioneel meer waarde hecht aan gezin, traditie en christelijke waarden.
D66 legt sterk de nadruk op het doorbreken van uitsluiting en het bevorderen van gelijke kansen, ongeacht geslacht, afkomst of andere kenmerken. Dit is een duidelijk verschil met het CDA, dat meer inzet op traditionele gezinswaarden en minder expliciet is over inclusiviteit op deze vlakken.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 kiest voor maximale autonomie op het gebied van gezondheid, ouderschap en het levenseinde, wat een duidelijk progressiever standpunt is dan het CDA, dat hier terughoudender en meer behoudend in is.
“D66 staat voor een samenleving waarin ieder mens het recht heeft om zelf te beslissen over het begin en het einde van het leven, over vruchtbaarheidsbehandelingen en ouderschap, over identiteit en medische behandelingen.”
“We leggen de toegang tot abortus en euthanasie expliciet vast in de Grondwet.”
D66 investeert in gelijke kansen in het onderwijs, brede brugklassen, en flexibele leertrajecten voor kinderen die niet in het standaard systeem passen. Dit is progressiever dan het CDA, dat meer inzet op traditionele onderwijsvormen en minder op maatwerk.
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken. Dat is belangrijk voor programma’s zoals de brede brugklas en de hulp voor kwetsbare leerlingen in het voortgezet onderwijs.”
“Wij vinden dat alle kinderen en jongeren leerrecht hebben. Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn.”
D66 wil het ondernemerschap stimuleren door minder regeldruk, een eerlijker speelveld en meer ruimte voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit is een verschil met het CDA, dat ondernemers vooral ondersteunt vanuit het familiebedrijf en de agrarische sector, en minder inzet op hervorming van regels en duurzaamheid.
“D66 maakt het aantrekkelijker om een bedrijf te starten of te laten groeien. Veel ondernemers maken zich zorgen over de regeldruk en de verlening van vergunningen. Dat gaan we simpeler maken.”
“Voor ondernemers die maatschappelijk ondernemen, is een gelijk speelveld belangrijk. Daarom is een sterke overheid nodig die de spelregels bepaalt waarbinnen bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
D66 wil het ouderschapsverlof uitbreiden en bedrijven verplichten meer ruimte te bieden voor zorgtaken, wat gunstig is voor gezinnen met schoolgaande kinderen. Het CDA is hier traditioneler en minder verplichtend.
“D66 wil het ouderschapsverlof uitbreiden en een wettelijke minimum stagevergoeding voor iedereen. Te beginnen bij de overheid zelf.”
D66 zet in op hogere lonen, lagere belastingen en het verkorten van de verplichte loondoorbetaling bij ziekte voor ondernemers, wat relevant is voor gezinnen met een ondernemer als partner. Het CDA is hier behoudender en kiest vaker voor lastenverlichting via andere routes.
JA21 onderscheidt zich van D66 en CDA door een uitgesproken focus op lagere lasten voor werkenden en ondernemers, strenge migratiebeperking, en het terugdringen van overheidsbemoeienis in het dagelijks leven en onderwijs. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer economische vrijheid, minder regeldruk, en een nadruk op Nederlandse normen en waarden in het onderwijs. JA21 wil vooral minder migratie, minder EU-invloed, en meer ruimte voor ondernemerschap en ouderlijke zeggenschap.
JA21 wil de lasten voor werkenden en ondernemers structureel verlagen en het belastingstelsel vereenvoudigen, in tegenstelling tot D66 (meer nadruk op vergroening en herverdeling) en CDA (meer behoudend, maar minder uitgesproken op lastenverlichting). Dit is direct relevant voor gezinnen met een ondernemer, omdat het meer financiële ruimte en minder regeldruk belooft.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Een eenvoudige vennootschapsbelasting voor alle ondernemingen door het huidige tweeschijvenstelsel (19% en 25,8%) te vervangen door één helder tarief van 20% voor alle ondernemingen.”
“We vereenvoudigen het belastingstelsel door box 2 af te schaffen en aanmerkelijk belang te belasten in box 3, wat ook ondernemerschap stimuleert.”
JA21 kiest voor een veel strengere migratiebeperking dan D66 (liberaal, pro-migratie) en CDA (gematigd restrictief). Dit raakt direct aan zorgen over woningmarkt, onderwijsdruk en sociale cohesie voor gezinnen met kinderen.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Het aantal huwelijkspartners dat een persoon gedurende zijn leven kan laten overkomen beperken tot maximaal één.”
“De inkomenseis waaraan de ontvangende partner in Nederland moet voldoen ophogen naar een modaal inkomen.”
JA21 wil het onderwijs minder ideologisch maken en meer richten op Nederlandse normen en waarden, in tegenstelling tot D66 (progressief, inclusief, aandacht voor diversiteit) en CDA (traditioneel, maar minder uitgesproken anti-'woke'). Dit is relevant voor ouders die invloed willen op de opvoeding en inhoud van het onderwijs van hun kinderen.
“Het onderwijs moet jonge mensen vormen tot weerbare burgers die stevig in hun schoenen staan. Tegelijkertijd moet de school niet een ideologisch opvoedingsinstituut zijn met verplichte indoctrinatie over seksualiteit, religie en normen en waarden. Woke moralisme en verplicht moskeebezoek is aan JA21 niet besteed.”
“JA21 vindt de sterke groei van het aantal islamitische basis- en middelbare scholen een onwenselijke ontwikkeling, want dat draagt bij aan segregatie en aan het ontstaan van parallelle samenlevingen.”
JA21 wil burgers meer directe invloed geven via referenda en minder macht voor de EU, terwijl D66 juist pro-EU is en CDA gematigd. Dit raakt aan de wens voor meer zeggenschap over beleid dat gezinnen direct raakt.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet. Alleen zo herstellen we de concurrentiekracht van Nederland en geven we ondernemerschap weer de ruimte.”
NSC onderscheidt zich van D66 en CDA door een sterke nadruk op bestaanszekerheid voor gezinnen en ondernemers, het vereenvoudigen van het toeslagen- en belastingstelsel, en het centraal stellen van Nederlandse waarden en cultuur. De partij wil directe financiering van kinderopvang, lagere lasten voor werkgevers, en een voorspelbaar kindpakket, met behoud van traditionele normen en een kritische houding tegenover verdere liberalisering op ethisch gebied. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit vooral meer zekerheid, eenvoud en behoud van traditionele waarden, in tegenstelling tot de meer progressieve koers van D66 en de meer gevestigde, minder hervormingsgerichte lijn van het CDA.
NSC wil de kinderopvangtoeslag afschaffen en vervangen door directe financiering van kinderopvanginstellingen, en een toegankelijk, voorspelbaar kindpakket invoeren. Dit biedt gezinnen meer zekerheid en minder administratieve rompslomp, wat vooral relevant is voor werkende ouders en ondernemersgezinnen.
“We bouwen de kinderopvangtoeslag af en vervangen die door directe financiering van kinderopvanginstellingen. Dat geeft rust en duidelijkheid voor gezinnen.”
“Gezinnen krijgen een overzichtelijk en toegankelijk kindpakket. De kinderbijslag en kindgebonden budget moeten voorspelbaar en toegankelijk zijn voor álle gezinnen, geïnspireerd door het Vlaamse model. Hierbij geldt het uitgangspunt ‘hebben is houden’.”
NSC wil de lasten voor werkgevers verlagen en vaste contracten stimuleren, wat direct relevant is voor gezinnen met een ondernemer. Dit biedt meer zekerheid voor werknemers en ondernemers, en maakt het aantrekkelijker om personeel in vaste dienst te nemen.
“De lasten voor werkgevers worden verlaagd om de stijging van de loonkosten te compenseren.”
“Een vast contract moet de norm zijn. Een vast contract biedt zekerheid op werk en inkomen en een betere toegang tot sociale regelingen. We zorgen ervoor dat minimaal 7 op de 10 werkenden straks een vast contract heeft.”
NSC streeft naar een veel eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel, zodat gezinnen en ondernemers meer grip krijgen op hun financiën en minder afhankelijk zijn van complexe regelingen.
NSC legt sterk de nadruk op het beschermen van Nederlandse identiteit, taal en tradities, en keert zich tegen verdere individualisering en het loslaten van traditionele normen. Dit onderscheidt NSC van D66, dat progressiever is op het gebied van cultuur en identiteit.
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen. En we zijn wars van populisme, wat gouden bergen belooft maar niets waarmaakt. We staan voor realistische politiek en een zorgzame samenleving met trotse burgers.”
“We zijn daarom kritisch op ontwikkelingen waarbij de Nederlandse taal naar de achtergrond verdwijnt. Daarom komen we met maatregelen om het Nederlands op straat, op de werkvloer, in de klas en collegezaal weer gangbaar te maken.”
NSC is terughoudend op het gebied van ethische en medische vernieuwingen, zoals draagmoederschap en aanpassing van de Transgenderwet, en kiest voor behoudende regelgeving. Dit is een duidelijk verschil met D66, dat juist voorstander is van meer liberale wetgeving op deze thema’s.
“We vinden het goed dat medische transitie voor mensen met genderdysforie mogelijk is, maar zijn tegen de verruiming van de Transgenderwet die de deskundigenverklaring schrapt en de leeftijdsgrens verlaagt naar onder de 16 jaar.”
“We zijn tegen alle vormen van commercieel draagmoederschap, inclusief het bemiddelen of het aanbieden van buitenlandse diensten. We zijn tegen de verruiming van de mogelijkheden voor draagmoederschap.”
De VVD positioneert zich als de partij die de belangen van de werkende middenklasse en ondernemers centraal stelt, met nadruk op lastenverlichting, minder herverdeling en meer ruimte voor eigen initiatief. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit concreet: lagere lasten op arbeid en ondernemerschap, bijna gratis kinderopvang voor werkende ouders, en een focus op betaalbare koopwoningen. De VVD onderscheidt zich hiermee van partijen als D66 (meer nadruk op progressieve herverdeling en duurzaamheid) en CDA (meer gericht op gezin, gemeenschap en sociale zekerheid).
De VVD wil de lasten voor werkenden en ondernemers structureel verlagen en af van verdere nivellering. Dit betekent concreet: minder belastingdruk op arbeid, geen verhoging van belastingen op sparen en ondernemen, en een simpeler belastingstelsel. Dit is direct relevant voor gezinnen met een ondernemer en tweeverdieners.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“waarvoor gewerkt is, wil de VVD geen verhogingen van de belastingen op sparen, beleggingen en overige bezittingen (box 3), ondernemen (box 2) en geen hogere erf- en schenkbelasting.”
“We willen dat het mogelijk wordt om kosten af te trekken in de Wet tegenbewijsregeling, zodat er niet over niet-behaald rendement belasting wordt betaald.”
De VVD maakt kinderopvang bijna gratis voor werkende ouders en schaft de kinderopvangtoeslag af. Dit verlaagt de vaste lasten en stimuleert voltijd werken, wat direct voordeel oplevert voor gezinnen met schoolgaande kinderen en werkende ouders.
“We maken kinderopvang bijna gratis: We zetten de hervorming van de kinderopvang door. De kinderopvangtoeslag wordt afgeschaft en kinderopvang wordt bijna gratis voor werkende ouders. Op termijn willen we de vierde en vijfde dag kinderopvang volledig gratis maken om voltijd werkende ouders tegemoet te komen. Ouders die meer uren werken, krijgen voorrang.”
De VVD wil fors meer koopwoningen bouwen en regels schrappen die bouwen vertragen. Dit is relevant voor gezinnen die willen doorstromen of starters met kinderen, en voor ondernemers die afhankelijk zijn van een goed functionerende woningmarkt.
“We gaan weer koopwoningen bouwen, zodat die eigen plek onder de zon voor iedereen te bereiken is. Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken.”
“We gaan splitsen, optoppen, transformeren en vooral: bouwen, bouwen, bouwen. Een eigen woning voor iedereen is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of een hagedis.”
“We nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten. De rem op bouwen, transformeren en herbestemmen moet eraf.”
De VVD introduceert een werkbonus voor tweeverdieners en wil wettelijk vastleggen dat werkenden er altijd meer op vooruitgaan dan niet-werkenden. Dit is direct relevant voor huishoudens met twee inkomens.
De VVD kiest ervoor om bezuinigingen te verkiezen boven lastenverhogingen, zodat de rekening niet bij werkenden of ondernemers terechtkomt. Dit beschermt het besteedbaar inkomen van gezinnen en ondernemers.
“Wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
BIJ1 onderscheidt zich van D66 en CDA door radicaal in te zetten op sociale gelijkheid, betaalbaarheid en democratisering, met concrete voorstellen als gratis kinderopvang, gratis onderwijs, lagere huren en meer inspraak voor burgers en werknemers. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer financiële verlichting, meer zeggenschap in werk en samenleving, en een sterke focus op inclusiviteit en toegankelijkheid. BIJ1 kiest voor structurele veranderingen die direct invloed hebben op gezinnen, ondernemers en de betaalbaarheid van het dagelijks leven.
BIJ1 wil kinderopvang en onderwijs volledig gratis maken, wat gezinnen met schoolgaande kinderen direct financieel ontlast. Dit is veel verdergaand dan de voorstellen van D66 en CDA, die beide uitgaan van gedeeltelijke of inkomensafhankelijke regelingen.
BIJ1 wil huren verlagen, maximumprijzen invoeren en fors investeren in sociale woningbouw. Dit is een veel radicalere aanpak dan D66 en CDA, die vooral inzetten op stimuleren van bouwen en regulering, maar niet op directe huurverlaging of grootschalige onteigening.
“Alle huren omlaag. We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“1 miljoen sociale woningen erbij. Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst.”
BIJ1 wil werknemersraden met vetorecht in grote bedrijven en bindende burgerinspraak bij wetgeving. Dit geeft zowel ondernemers als werknemers meer directe invloed, in tegenstelling tot de meer representatieve democratie van D66 en CDA.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil de zorg volledig in publieke handen brengen en het eigen risico afschaffen, wat gezinnen direct financieel voordeel oplevert. D66 en CDA kiezen voor behoud van het huidige stelsel met beperkte aanpassingen.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 wil de inkomstenbelasting verlagen voor werkenden en de vermogensbelasting fors verhogen voor de rijken. Dit verschilt van D66 en CDA, die minder vergaande herverdeling voorstellen.
“We verlagen de inkomstenbelasting. Zodat mensen direct meer geld overhouden. Daartegenover maken we de vermogensbelasting voor de vermogenden flink hoger.”
BIJ1 wil gratis openbaar vervoer voor iedereen, wat gezinnen en ondernemers direct voordeel biedt. D66 en CDA stellen hooguit korting of stimulering voor, maar geen volledige kosteloosheid.
“Gratis ov. Van je huis naar je werk, naar familie, naar...”
Het CDA onderscheidt zich van D66 door sterk te focussen op de vrijheid van onderwijs, het gezin als hoeksteen van de samenleving, en het stimuleren van ondernemerschap met minder regels. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer keuzevrijheid in onderwijs, vereenvoudigde en verhoogde kindregelingen, en een aantrekkelijker ondernemersklimaat met minder bureaucratie. De kern van hun visie is het versterken van gemeenschappen, het gezin en het midden- en kleinbedrijf, met minder overheidsbemoeienis en meer ruimte voor eigen initiatief.
Het CDA verdedigt de vrijheid van onderwijs en ouderkeuze, in tegenstelling tot D66 dat meer inzet op een seculier, uniform onderwijssysteem. Dit betekent concreet dat ouders volgens het CDA meer invloed en keuzevrijheid houden over het type school voor hun kinderen, passend bij hun overtuiging.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
Het CDA ziet het gezin als de basis van de samenleving en wil kindregelingen vereenvoudigen en verhogen, terwijl D66 doorgaans meer inzet op individuele rechten en minder op het gezin als collectief uitgangspunt. Dit resulteert in meer financiële ondersteuning en eenvoud voor gezinnen.
“We vereenvoudigen en verhogen de financiële kindregelingen door de kinderbijslag en het kindgebondenbudget samen te voegen in één regeling met een hoger vast en een lager variabel deel. Ook worden alle kindregelingen door één instantie automatisch uitgekeerd.”
“Gezinnen zijn de stille kracht van de samenleving. Het gaat in ons land pas goed als het met al onze kinderen goed gaat. Het CDA staat voor alle gezinnen, in de verschillende vormen die er in deze tijd zijn.”
Het CDA wil het ondernemerschap stimuleren door minder regels, meer ruimte voor innovatie en een aantrekkelijker vestigingsklimaat, terwijl D66 doorgaans meer nadruk legt op duurzaamheid en regulering. Dit is direct relevant voor gezinnen met een ondernemer als partner.
“We zetten met prioriteit in op deregulering: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere rapportages.”
“Ondernemen moet weer leuk zijn en worden beloond vanuit de politiek. We willen ruimte geven aan innovatiekracht en ondernemerszin.”
“Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat is betrouwbaar en stabiel overheidsbeleid cruciaal, met een concurrerend investeringsklimaat, aantrekkelijk voor familiebedrijven, voor groot- en kleinbedrijf, voor onze maakindustrie, voor innovatieve en snelgroeiende starters en voor investeerders.”
Het CDA erkent dat veel vrouwen deeltijd werken en daardoor minder pensioen opbouwen, en wil hier actief op inzetten met betere informatie en advies, terwijl D66 doorgaans meer inzet op individuele keuzevrijheid en minder op collectieve bewustwording.
“Doordat tegenwoordig veel meer mensen deeltijd werken – dat zijn vooral vrouwen – bouwen zij minder (werkgevers)pensioen op. Samen met werkgevers en pensioenfondsen organiseert de Rijksoverheid informatiecampagnes om de bewustwording te vergroten.”
“We willen persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar maken via de werkgever om besluiten over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken inzichtelijker te maken.”
De PVV onderscheidt zich van D66 en CDA door een uitgesproken focus op nationale identiteit, traditionele gezinswaarden, en het terugdraaien van progressieve sociale en onderwijshervormingen. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende man betekent dit: minder aandacht voor genderdiversiteit en klimaat in het onderwijs, meer nadruk op basisvaardigheden, lagere lasten voor gezinnen en ondernemers, en een sterke afwijzing van Europese inmenging. De partij wil directe lastenverlichting, behoud van traditionele normen en meer nationale zeggenschap.
De PVV wil het onderwijs terugbrengen naar basisvaardigheden en af van wat zij zien als "links-liberale seksuele indoctrinatie" en genderdiversiteit. Dit raakt direct ouders met schoolgaande kinderen, omdat onderwerpen als gender, klimaat en seksuele diversiteit uit het curriculum worden gehaald.
“Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis. De Week van de Lentekriebels – symbool van seksuele woke-indoctrinatie – schaffen we af in het basisonderwijs.”
“Stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen. In het onderwijs hoort links-liberale seksuele indoctrinatie niet thuis.”
De PVV wil de lasten voor gezinnen en ondernemers verlagen door onder andere de btw op boodschappen te schrappen, het eigen risico in de zorg af te schaffen, en geen extra lasten op mobiliteit of energie. Dit is relevant voor huishoudens en ondernemers die direct te maken hebben met stijgende kosten.
De PVV verzet zich tegen het erkennen van meer dan twee geslachten en wil het biologische geslacht weer leidend maken in beleid en wetgeving. Dit raakt direct aan maatschappelijke discussies over gender, sport, en voorzieningen voor vrouwen.
De PVV wil minder macht en geld naar de EU, wat vooral ondernemers en gezinnen raakt die te maken hebben met Europese regelgeving en lasten.
De SGP onderscheidt zich van D66 en CDA door een uitgesproken gezinsgerichte en christelijk-conservatieve visie, met nadruk op financiële ondersteuning voor gezinnen, keuzevrijheid in kinderopvang, en het beschermen van het klassieke gezin. Voor ondernemers pleit de SGP voor minder regeldruk en eerlijke belasting, zonder ondernemers "uit te melken". Hun beleid is concreet gericht op het versterken van het gezin als hoeksteen van de samenleving en het bieden van financiële rust en zekerheid.
De SGP wil gezinnen financieel centraal stellen, met een eenvoudiger en eerlijker belastingstelsel dat de kloof tussen één- en tweeverdieners verkleint. Ze pleiten voor een gezinsvriendelijk fiscaal stelsel, meer keuzevrijheid voor gezinnen en een eenvoudige kinderbijdrage in plaats van complexe toeslagen.
“Het belastingstelsel is dringend aan herziening toe. We staan voor een gezinsvriendelijk fiscaal stelsel. Waarin de kloof tussen éénverdieners en tweeverdieners wordt gedicht.”
“De overheid moet gezinnen met kinderen financieel ondersteunen, waarna gezinnen zelf keuzes kunnen maken waar ze het geld aan uitgeven. Daarom moet er een eenvoudige kinderbijdrage worden ingevoerd. De kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag gaan hierin op, Zonder terugvorderingen en met maximale keuzevrijheid voor gezinnen.”
“De overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting wordt in 2028 gelukkig weer ingevoerd. Dankzij een amendement van de SGP is deze regeling verruimd naar middeninkomens. We willen dat deze overdraagbaarheid verder verruimd wordt.”
De SGP benadrukt het belang van het klassieke huwelijk tussen man en vrouw, stabiliteit in het gezin en het tegengaan van moderne gezinsvormen zoals meerouderschap. Ze willen het gezin zelfs in de Grondwet verankeren en een minister van Gezin en Jeugd aanstellen.
“Het gezin krijgt een plaats in de Grondwet. In aansluiting bij Vlaanderen moet er in Nederland een minister van gezin en jeugd komen.”
“Het klassieke huwelijk van man en vrouw is hiervoor een belangrijke bedding. De vele echtscheidingen ondermijnen juist de samenleving.”
“Regelingen zoals meerouderschap zijn onwenselijk, onder andere omdat ze de kans op juridisering vergroten en risico’s meebrengen voor kinderen.”
De SGP wil ondernemers niet "uitmelken" en pleit voor minder regeldruk, behoud van fiscale voordelen en een eerlijke bijdrage van ondernemers aan de samenleving.
“Ondernemers gaan we niet uitmelken, wat helaas maar al te veel gebeurt. Wel moet ook deze groep uiteraard hun eerlijke deel afdragen.”
“De SGP wil toegroeien naar een economie die niet enkel drijft op euro’s, maar die waardengedreven is. Een economie die stevig staat en niet bij het eerste zuchtje wind omvalt.”
De SGP stelt voor om elk kind van vier jaar een zwemlesbonus van 1.000 euro te geven, als concrete financiële ondersteuning voor gezinnen met schoolgaande kinderen.
“Daarom maken we geld vrij om ieder kind de mogelijkheid te geven om gratis deze lessen te volgen: de zwemlesbonus van 1.000 euro voor elk kind van vier jaar oud.”
Volt onderscheidt zich van D66 en CDA door radicaal te kiezen voor gratis kinderopvang voor alle kinderen (ongeacht of ouders werken), het invoeren van een basisinkomen in plaats van toeslagen, en een sterke focus op gelijke kansen en gendergelijkheid. Hun beleid is expliciet gericht op het verlagen van drempels voor werkende ouders, het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling van kinderen, en het creëren van een eerlijke, inclusieve samenleving. Dit maakt Volt vooral aantrekkelijk voor gezinnen met schoolgaande kinderen en ondernemers die waarde hechten aan eenvoud, zekerheid en gelijke kansen.
Volt wil kinderopvang gratis maken voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, wat een groot verschil is met CDA (dat opvang vooral ziet als arbeidsmarktinstrument) en D66 (dat inzet op bijna gratis opvang, maar met meer nadruk op werkende ouders). Dit verlaagt de drempel voor deelname aan de arbeidsmarkt en ondersteunt gezinnen in alle inkomensgroepen.
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week. Waarbij Volt de optie openhoudt om een inkomensafhankelijke ouderbijdrage te vragen aan ouders met een hoog inkomen (bijvoorbeeld een gezamenlijk inkomen boven de 100.000 euro), om de financiële haalbaarheid daarmee te vergroten.”
“Op deze plekken is er gedurende de dag voor alle kinderen (ongeacht of hun ouders werken) aandacht voor de ontwikkeling van sociale, emotionele en intellectuele vaardigheden, sport, spel, creativiteit, persoonlijke leerbehoeften en een gezonde leefstijl.”
Volt wil het complexe toeslagenstelsel vervangen door een maandelijks basisinkomen voor iedereen, wat zorgt voor financiële rust en eenvoud, en ondernemers en gezinnen zekerheid biedt. Dit is een fundamenteel verschil met CDA en D66, die beide het toeslagenstelsel willen hervormen maar niet vervangen door een universeel basisinkomen.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste uitkering voor iedereen, aangevuld met een inkomensafhankelijke toeslag voor mensen met een laag inkomen.”
“Dat start met een basisinkomen. Dat geeft financiële rust en voorkomt schulden. Iedereen krijgt een basis waarmee je vooruit kan.”
Volt legt sterk de nadruk op gelijke kansen, gendergelijkheid en het dichten van de loonkloof, met concrete verplichtingen voor bedrijven en overheid. Dit is progressiever en dwingender dan het beleid van CDA en zelfs D66, en relevant voor vrouwen en gezinnen die waarde hechten aan gelijkheid en inclusie.
“De genderloonkloof wordt actief gedicht. We voeren de Wet Gelijke Beloning in, in lijn met de Europese richtlijn ‘Loontransparantie’. Werkgevers moeten aantonen dat er géén sprake is van loondiscriminatie, de bewijslast komt bij de werkgever te liggen.”
“Alle middelgrote tot grote bedrijven en overheidsorganisaties worden verplicht om het genderevenwicht en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in hun organisatie openbaar te maken en erover te rapporteren.”
“Er komt een gender-balanced kabinet (oftewel: gelijke representatie van mannen en vrouwen) met een betere afspiegeling van de diversiteit in de samenleving.”
Volt wil het belastingstelsel vereenvoudigen, de belastingdruk op arbeid verlagen, en zelfstandigen dezelfde sociale zekerheden geven als werknemers. Dit is aantrekkelijk voor gezinnen met een ondernemer, omdat het financiële risico’s verkleint en werken meer loont.
“We breiden het aantal tariefschijven in box 1 van de inkomstenbelasting uit, en passen deze op zo’n manier aan dat niemand meer onder het sociaal minimum hoeft te leven. Over het algemeen zullen de tarieven lager worden, om de belastingdruk op arbeid te verminderen.”
“Er komt één sociaal stelsel voor werkenden: zelfstandigen krijgen net als werknemers rechten binnen de WW, WAO en WIA. Dat betekent dat zij dezelfde bescherming krijgen als werknemers die in loondienst zijn, en dat zij hiervoor premies betalen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een samenleving waarin solidariteit, kansengelijkheid en publieke voorzieningen centraal staan, met nadruk op het eerlijker verdelen van lasten en het versterken van publieke sectoren zoals onderwijs en zorg. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen en ondernemers betekent dit meer investeren in publieke voorzieningen, het aanpakken van economische ongelijkheid, en het beschermen van werkenden tegen uitbuiting. De partij zet zich af tegen beleid dat winst boven mensen stelt en wil een einde maken aan speciale belastingvoordelen voor de rijksten.
GroenLinks-PvdA wil dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en wil een einde maken aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Dit is relevant voor ondernemersgezinnen, omdat het belastingklimaat en de verdeling van lasten direct invloed hebben op het besteedbaar inkomen en de financiële positie van zowel werkenden als ondernemers.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan. We zorgen ervoor dat werkenden juist meer overhouden van hun loon.”
“Ons uitgangspunt is daarbij altijd helder geweest: we vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
De partij investeert fors in onderwijs, kinderopvang, zorg en infrastructuur, met als doel gelijke kansen voor alle kinderen en een sterke publieke sector. Dit is direct relevant voor gezinnen met schoolgaande kinderen, omdat het de kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs en kinderopvang verbetert.
“We kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
“We investeren in het hart van onze samenleving, de plekken waar mensen samen komen, zoals de sportvereniging, de school, het buurthuis, de bibliotheek en het zwembad.”
“We investeren ongelijk voor gelijke kansen & helpen leraren die lesgeven in de meest kwetsbare wijken.”
GroenLinks-PvdA wil het algemeen belang vooropstellen in sectoren als zorg, onderwijs en kinderopvang, en keert zich tegen commerciële investeerders en private equity in deze sectoren. Dit beschermt gezinnen tegen marktwerking die kan leiden tot hogere kosten of slechtere kwaliteit van essentiële voorzieningen.
De partij wil economische ongelijkheid doorbreken door gelijke beloning, waardering van onbetaald werk en het investeren in de economische zelfstandigheid van vrouwen. Dit is relevant voor vrouwen op de arbeidsmarkt en gezinnen waarin beide partners werken.
“We doorbreken economische ongelijkheid met gelijke beloningen, erkenning en waardering van onbetaald werk, en investering in de economische zelfstandigheid van vrouwen. Daarbij komt er nu echt een einde aan de loonkloof.”
De SP onderscheidt zich van partijen als D66 en CDA door een uitgesproken focus op sociale gelijkheid, gratis publieke voorzieningen (zoals kinderopvang en schoolmaaltijden), en het verlagen van lasten voor werkenden en gezinnen. Voor een 48-jarige vrouw met schoolgaande kinderen en een ondernemende partner betekent dit: meer financiële zekerheid, lagere lasten, en meer publieke ondersteuning voor gezinnen. De kern van hun visie is dat de overheid actief moet zorgen voor gelijke kansen en bestaanszekerheid, in plaats van deze over te laten aan de markt of individuele verantwoordelijkheid.
De SP wil kinderopvang en schoolmaaltijden volledig gratis maken, zodat werk en gezin beter te combineren zijn en alle kinderen gelijke kansen krijgen. Dit is een concreet verschil met CDA en D66, die doorgaans kiezen voor inkomensafhankelijke regelingen of gedeeltelijke vergoedingen.
“Met gratis kinderopvang is er altijd mogelijkheid om werk en kinderen te combineren, maar door het invoeren van een vierdaagse werkweek willen we er ook voor zorgen dat ouders meer tijd over hebben om met hun kinderen door te brengen.”
“Daarom zorgen we voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen.”
De SP wil de inkomstenbelasting voor werkenden fors verlagen en de lasten verschuiven naar grote vermogens en bedrijven. Dit biedt direct voordeel voor gezinnen met een werkende ouder en een ondernemer, en verschilt van CDA en D66 die minder ver gaan in deze verschuiving.
De SP wil maximumprijzen instellen voor basisproducten zoals energie, internet en gezond eten, om de kosten voor gezinnen te verlagen. Dit is een concreet verschil met CDA en D66, die meer vertrouwen op marktwerking.
“Daarom moeten we de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, gaan controleren, reguleren en blokkeren.”
De SP wil het toeslagenstelsel afschaffen door publieke voorzieningen gratis of betaalbaar te maken, zodat gezinnen niet meer afhankelijk zijn van ingewikkelde regelingen.
“Door alle inkomens te verhogen en publieke taken weer publiek te organiseren, maken we het toeslagenstelsel overbodig. Als zorg, het openbaar vervoer, onderwijs en de kinderopvang voortaan gratis zijn en basisbehoeften als wonen en energie betaalbaar zijn, dan hoeven we geen ingewikkelde toeslagen meer te verstrekken.”
De SP wil werknemers meer invloed geven in bedrijven, en kleine ondernemers ondersteunen bij het bieden van eerlijke stagevergoedingen.
“Als eerste stap richting democratische bedrijven stellen we vast dat in het bestuur van een bedrijf altijd ten minste één bestuurder moet zitten die is verkozen door de werknemers die aan hen verantwoording moet afleggen.”
“Stagiairs krijgen voortaan een minimale stagevergoeding, zodat zij geen schulden hoeven te maken. Kleine ondernemers die dit niet kunnen betalen krijgen hierbij steun.”