BVNL pleit voor een sterk gedereguleerde woningmarkt, waarbij de overheid zich terugtrekt en marktwerking centraal staat. De partij wil onder meer het afschaffen van huurregulering, het versoepelen van bouwregels, het stoppen van het stikstofbeleid en het beperken van immigratie om de druk op de woningmarkt te verlagen. Hun visie is dat minder overheidsbemoeienis en meer vrijheid voor marktpartijen leiden tot meer woningaanbod en lagere prijzen.
BVNL ziet overheidsmaatregelen als de oorzaak van de woningcrisis en wil dat de overheid zich grotendeels terugtrekt uit de woningmarkt. Dit moet leiden tot meer marktwerking, minder bureaucratie en een sneller woningaanbod.
De partij wil de Wet betaalbare huur en de Wet goed verhuurderschap afschaffen, contractvrijheid herstellen en tijdelijke huurcontracten weer toestaan. Dit moet het verhuren aantrekkelijker maken en het aanbod vergroten.
BVNL wil het splitsen van woningen vergunningsvrij maken, het optoppen van gebouwen stimuleren, het vergunningsproces versnellen en het Bouwbesluit vereenvoudigen. Gemeenten mogen geen aanvullende eisen meer stellen.
“Maak het splitsen van grote woningen in kleinere woningen vergunningsvrij.”
“Pas landelijk bestemmingsplannen aan, zodat extra verdiepingen op bestaande gebouwen kunnen worden gebouwd (het zogenaamde optoppen) en bouw überhaupt meer in de hoogte om kostbare ruimte te besparen.”
“Het Bouwbesluit wordt sterk vereenvoudigd.”
“Gemeenten kunnen geen aanvullende eisen stellen bovenop landelijke regels.”
“Verbeter, vereenvoudig en versnel het vergunningsproces voor bouwvergunningen.”
BVNL beschouwt het stikstofbeleid als een bureaucratische blokkade voor woningbouw en wil dit volledig afschaffen om bouwprojecten te versnellen.
“Stop met het onnodige stikstofbeleid en geef weer vergunningen af.”
“BVNL wil dat het 'stikstofprobleem' van tafel gaat. Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
De partij stelt dat immigratie de belangrijkste oorzaak is van de woningnood en wil een asielstop invoeren om de vraag naar woningen te verminderen.
“Voer een asielstop in. De Nederlandse bevolking krimpt, dus zonder immigratie zou er een overschot zijn aan woningen en zouden de huur- en koopprijzen kelderen.”
“Dit kan door de immigratie te stoppen en de woningmarkt te liberaliseren en te dereguleren, zodat er meer woningen kunnen worden bijgebouwd.”
BVNL wil de huurtoeslag afschaffen en de kostendelersnorm schrappen, zodat samenwonen aantrekkelijker wordt en de druk op de woningmarkt afneemt.
Om het kopen van woningen te stimuleren, wil BVNL de overdrachtsbelasting voor iedereen terugbrengen naar 2%.
“De overdrachtsbelasting wordt verlaagd naar het oude tarief van 2% voor iedereen.”
NSC wil de woningmarkt versnellen door meer betaalbare woningen te bouwen, procedures te verkorten en investeringen te stimuleren. Ze zetten in op een mix van sociale huur, middenhuur en betaalbare koop, met concrete maatregelen zoals een versnellingsfonds, het beperken van huurverhogingen en het aanpakken van grondspeculatie. De partij legt nadruk op regie van de overheid, bescherming van huurders en het vergroten van de investeringscapaciteit van woningcorporaties.
NSC ziet het woningtekort als een uitvoeringscrisis en wil jaarlijks 100.000 woningen bouwen, waarvan een groot deel sociaal en betaalbaar. Hiervoor willen ze procedures verkorten, een versnellingsfonds inzetten en de overheid meer regie geven bij knelpunten.
“Het is nodig om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen (waarvan 30% sociaal en 2/3de betaalbaar, maatwerk per regio).”
“We investeren € 2 miljard extra in een versnellingsfonds voor de woningmarkt. Met het geld worden woningbouwprojecten sneller uitgewerkt, concrete knelpunten aangepakt en vergunningen eerder verleend.”
“De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening houdt regie op de volkshuisvesting en krijgt een taakstelling voor het aantal woningen dat jaarlijks gebouwd moeten worden.”
Om huurders te beschermen tegen hoge woonlasten en speculatie, stelt NSC maxima aan huurverhogingen, stimuleert ze startersleningen en wil ze speculatie met woningen ontmoedigen.
“Om huren betaalbaar te houden, worden huurverhogingen in de sociale sector gemaximeerd op inflatie. Voor midden-huur en de vrije sector geldt een maximum van inflatie plus 1%.”
“Wie een koophuis binnen drie jaar na aankoop doorverkoopt, moet een heffing op overdrachtsbelasting betalen. Zo maken we speculatie met woningen minder aantrekkelijk en worden prijzen minder opgedreven.”
“We handhaven voor starters de vrijstelling van de overdrachtsbelasting.”
NSC wil dat woningcorporaties en private investeerders meer kunnen investeren in woningbouw door fiscale lasten te verlagen en garanties te bieden.
“Om investeren in woningbouw te stimuleren nemen we belastingmaatregelen die de investeringscapaciteit van woningbouwcorporaties en private investeerders vergroten.”
“We willen langjarige verplichte afspraken maken met woningbouwcorporaties over de bouw van nieuwe woningen tot 2035.”
“Daarnaast willen we het voor corporaties weer mogelijk maken om lage- en midden- huurwoningen te bouwen.”
NSC wil grondspeculatie tegengaan en waardestijgingen van grond door bestemmingswijzigingen afromen voor het publieke belang.
“Er komt een gemeentelijke heffing om grondspeculatie tegen te gaan. Als grond in waarde stijgt, moet dat extra geld gaan naar de gebiedsontwikkeling of sociale woningbouw.”
“Grondinstrumentarium moet ingezet worden om tot taxatie van de waarde van grond te komen op basis van huidig gebruik. Waardestijgingen die uitsluitend voortkomen uit bestemmingswijzigingen worden afgeroomd voor het publieke belang.”
De VVD wil het woningtekort vooral oplossen door fors meer te bouwen, regels te schrappen en het aantrekkelijker te maken om te investeren in koop- en huurwoningen. De partij zet in op centrale regie vanuit het Rijk, meer betaalbare koopwoningen, het stimuleren van doorstroming en het verminderen van belemmerende regelgeving. De kern van hun visie is dat een functionerende woningmarkt alleen mogelijk is door meer aanbod, minder regels en het stimuleren van eigen woningbezit.
De VVD ziet het woningtekort als het grootste probleem en wil dit oplossen door grootschalige nieuwbouw, met sturing vanuit het Rijk en minder lokale belemmeringen. Het doel is om snel veel betaalbare woningen te realiseren, ook buiten de Randstad.
“De manier om het woningtekort op te lossen is door meer te bouwen. Daarom gaan we vanuit het Rijk grote woonwijken met betaalbare huizen aanwijzen. We bouwen met sturing vanuit het Rijk dertig nieuwe grootschalige woonwijken, ook buiten de Randstad, en maken het voor gemeenten makkelijker om veel meer huizen te laten bouwen; via een tijdelijke nationale wet leggen we vast waar, welke en hoeveel woningen moeten worden gerealiseerd en op welke termijnen.”
“We gaan flink wat bouwregels schrappen, zodat die huizen ook snel gebouwd worden.”
De VVD wil dat overheidsgeld vooral naar betaalbare koopwoningen gaat en stimuleert starters met specifieke maatregelen. Doorstroming op de koopmarkt wordt bevorderd en het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen wordt uitgebreid.
“We zetten Rijksmiddelen vooral in voor de bouw van betaalbare koopwoningen.”
“We willen dat starters makkelijker kunnen sparen voor een huis. Daarom willen we dat starters geld specifiek kunnen oormerken buiten de heffingsvrije voet voor de koop van een eigen huis. Dit is voor ons een belangrijk onderdeel van de hervorming van box 3.”
“Ook willen we het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen uitbreiden, zodat meer starters toegang krijgen tot een betaalbare koopwoning.”
De VVD wil belemmerende regelgeving schrappen om bouwen, splitsen, transformeren en woningdelen makkelijker te maken. Dit moet de bouwproductie versnellen en het woningaanbod vergroten.
De VVD wil meer betaalbare huurwoningen bouwen, investeringen in huurwoningen aantrekkelijker maken en de verhuurmarkt stimuleren door fiscale maatregelen en minder regulering.
“We bouwen veel meer betaalbare huurwoningen en maken hier heldere afspraken over met investeerders en corporaties. Ook voor particulieren moet het aantrekkelijk worden om te investeren in huurwoningen en verhuur moet weer lonen.”
“Daartoe onderzoeken wij of we de overdrachtsbelasting voor woningen die na de overdracht verhuurd gaan worden kunnen verlagen.”
De VVD wil doorstroming stimuleren door het makkelijker te maken om te verhuizen, bijvoorbeeld door het toestaan van permanente bewoning van vakantiewoningen en het ondersteunen van ouderen bij verhuizing naar geschiktere woningen.
“We staan het permanent wonen in vakantiewoningen toe waar deze buiten vakantieparken zijn gelegen.”
“Oudere huurders die in een geschikter huis willen wonen moeten waar nodig met behoud van hun huidige huur naar een kleiner huurhuis kunnen verhuizen, zodat het huis vrijkomt voor jongeren.”
Het CDA wil de woningmarkt toegankelijker en betaalbaarder maken door jaarlijks 100.000 woningen te bouwen, met nadruk op betaalbare en sociale huur, en door de hypotheekrenteaftrek geleidelijk af te bouwen. Ze zetten in op minder regels voor snellere bouw, stimuleren doorstroming en willen leegstand aanpakken. De partij kiest voor stevige regie van het Rijk, standaardisatie van bouwregels en het stimuleren van investeringen door onder andere pensioenfondsen.
Het CDA wil het woningtekort aanpakken door een stabiele productie van minimaal 100.000 woningen per jaar, waarvan het merendeel betaalbaar is. Dit moet starters, gezinnen en ouderen helpen en de doorstroming bevorderen.
“We willen een stabiele productie van minimaal honderdduizend woningen per jaar. Het uitgangspunt is twee derde betaalbaar waarvan 30 procent sociale huur.”
Om de woningmarkt eerlijker en betaalbaarder te maken, wil het CDA de hypotheekrenteaftrek over dertig jaar afbouwen en de opbrengst gebruiken om de inkomstenbelasting te verlagen.
“Daarom bouwen we de hypotheekrenteaftrek geleidelijk af. De opbrengsten gebruiken we een op een om de inkomstenbelasting te verlagen.”
“De geleidelijke afbouw vindt plaats over een lange transitieperiode van dertig jaar, zodat huiseigenaren die met de aftrek rekening hebben gehouden in hun financiële planning, niet in de knel komen.”
Het CDA wil bezwaarprocedures verkorten en bouwregels standaardiseren om sneller woningen te kunnen realiseren.
Om leegstand tegen te gaan en bouw te versnellen, introduceert het CDA een leegstandsheffing en een bouwplicht bij vergunningverlening.
Het CDA wil de doorstroming op de woningmarkt stimuleren door levensloopgeschikte woningen te bouwen en praktische en financiële belemmeringen voor doorstroming weg te nemen.
“We stimuleren de doorstroming in de woningmarkt. Dit begint bij het bouwen van voldoende levensloopgeschikte woningen voor ouderen. Daarnaast zetten we in op het wegnemen van praktische en financiële bezwaren voor doorstroming.”
BBB kiest ervoor om haar woningmarktbeleid te laten doorrekenen door het CPB en benadrukt daarmee financiële degelijkheid en realisme. Ze stellen dat hun plannen voor de woningmarkt – zoals het stimuleren van woningbouw, het afschaffen van de Wet betaalbare huur en het versoepelen van regels – ook onder de CPB-rekenregels financieel houdbaar zijn. Tegelijkertijd bekritiseren ze de beperkingen van de CPB-modellen en pleiten ze voor bredere maatschappelijke waardering van hun beleid.
BBB vindt het belangrijk dat hun woningmarktbeleid wordt doorgerekend door het CPB om transparantie en financiële onderbouwing te waarborgen. Ze willen laten zien dat hun plannen financieel solide zijn, maar wijzen ook op de beperkingen van de CPB-modellen.
“BBB staat voor realistisch, degelijk en toekomstgericht financieel beleid. Daarom kiest BBB er bewust voor om deel te nemen aan de doorrekening van het verkiezingsprogramma door het Centraal Plan bureau (CPB).”
“Geen luchtfietserij, geen slogans, maar degelijke plannen die ook door de CPBbril bezien overeind blijven.”
“Juist daarom is het belangrijk dat we laten zien: onze plannen houden ook binnen de officiële reken regels stand.”
BBB erkent dat de CPB-doorrekening waardevol is, maar vindt dat deze te weinig oog heeft voor uitvoerbaarheid, maatschappelijke opbrengsten en regionale effecten van woningmarktbeleid.
“De CPBmodellen op onderdelen tekortschieten: ze zijn vaak te abstract, houden onvoldoende rekening met uitvoerbaarheid en missen het zicht op bredere maatschappelijke opbrengsten.”
“De CPBdoorrekening is een nuttig instrument, maar geen oordeel over de waarde van een verkiezings programma. Het is boekhoudkunde, geen toekomstvisie.”
“De impact op uitvoerbaarheid, vertrouwen, gezondheid of regionale ontwikkeling verdwijnt daarmee uit beeld.”
JA21 wil de woningmarkt vlot trekken door minder regeldruk, meer flexibiliteit in huurcontracten, en het versnellen van bouwprocedures, met als doel het woningaanbod snel te vergroten. Ze pleiten voor het juridisch beperken van bevolkingsgroei (migratie), het aanwijzen van nieuwe bouwlocaties, en fiscale stimulansen voor jonge gezinnen. Volgens de CPB-doorrekening handhaaft JA21 de structurele investering van 0,5% van het BBP in woningbouw.
JA21 wil op korte termijn het huuraanbod vergroten door tijdelijke contracten voor bredere doelgroepen toe te staan, het woningwaarderingsstelsel aan te passen en fiscale/regeldruk te verlichten. Dit moet snel effect hebben zonder bestaande huurders te benadelen.
“Het op korte termijn ontgrendelen van de huurmarkt door bijvoorbeeld het toestaan van tijdelijke contracten voor bredere doelgroepen, directe aanpassingen van het woningwaarderingsstelsel, (tijdelijke) fiscale en regeldruk verlichting waardoor binnen enkele maanden een grotere, flexibeler huuraanbod ontstaat zonder bestaande huurders te benadelen.”
JA21 wil juridische en bestuurlijke routes versnellen door woningbouw en infrastructuur als dringend belang aan te wijzen en tijdelijk vrij te stellen van stikstofregels.
“Snellere juridische en bestuurlijke routes realiseren. JA21 pleit voor een herziening of uitbreiding van de crisis- en herstelwet specifiek voor stikstof waarbij woningbouw en infrastructuur als dringend belang projecten worden aangewezen en tijdelijk kunnen worden vrijgesteld.”
JA21 handhaaft de structurele investering van 0,5% van het BBP in woningbouw, zoals ook door het CPB doorgerekend.
“Handhaven van ondersteuning van de woningbouw middels de investering van 0,5% van het BBP.”
JA21 wil de druk op de woningmarkt structureel verminderen door de bevolkingsgroei te beperken, onder meer via migratieplafonds en selectie van arbeidsmigranten.
“Een beleid ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken. Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratie plafonds en scherpe selectie van arbeidsmigratanten en gezinshereniging.”
JA21 wil jonge gezinnen helpen bij het kopen van een huis door fiscale stimulansen en alternatieve eigendomsmodellen zoals huurkoop.
“JA21 wil daarom met een samenhangend pakket komen van maatregelen zoals fiscale stimulansen en creatieve eigendomsmodellen zoals huurkoop, om de acute woningnood voor jonge gezinnen te verlichten.”
FVD heeft zijn verkiezingsprogramma niet laten doorrekenen door het CPB en bekritiseert de relevantie van CPB-doorrekeningen voor hun woningmarktbeleid. Volgens FVD zijn hun voorstellen – zoals het bouwen van 100.000 woningen per jaar, het schrappen van klimaat- en stikstofregels, en het behouden van fiscale voordelen voor huiseigenaren – niet adequaat te beoordelen binnen het CPB-kader, omdat deze buiten de huidige beleidskaders vallen.
FVD heeft expliciet gekozen om het verkiezingsprogramma niet door het CPB te laten doorrekenen, omdat zij vinden dat het CPB alleen rekent binnen bestaande beleidskaders en daardoor hun fundamentele koers en langetermijnvisie niet kan beoordelen. Dit betekent dat er geen CPB-doorrekening is van hun woningmarktvoorstellen, en FVD beschouwt een dergelijke doorrekening zelfs als "volstrekt betekenisloos".
“Zodoende hebben we ervoor gekozen ons programma niet aan het CPB voor te leggen. De uitkomst van hun ‘doorrekening’ zou immers volstrekt betekenisloos zijn en vermoedelijk vooral verwarring zaaien omdat de hoofdrichting erdoor uit het zicht verdwijnt.”
FVD stelt dat het CPB geen rekening houdt met fundamentele beleidswijzigingen zoals zij die voorstellen voor de woningmarkt, waardoor de impact van hun plannen niet zichtbaar wordt in een CPB-doorrekening. Ze vinden dat het CPB slechts korte-termijnmaatregelen binnen bestaande kaders kan becijferen, en niet de structurele hervormingen die FVD voorstaat.
“Met de huidige doorrekeningssystematiek is echter iets grondig mis. Want het Centraal Planbureau wil enkel voorstellen in overweging nemen die binnen de huidige beleidskaders vallen.”
“Deze inkadering maakt het onmogelijk om een visie voor de lange termijn aan het CPB voor te leggen.”
“Het is een vorm van huishoudkunde die nuttig kan zijn wanneer je de kwartaalbegroting opstelt - maar die we niet moeten verwarren met de visie, de hoofdrichting die we als land op willen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma