D66 maakt het verschil door te kiezen voor grote, concrete doorbraken op het gebied van wonen, onderwijs, energie, economie en gezondheid, met een sterke nadruk op gelijke kansen, duurzaamheid en individuele vrijheid. De partij onderscheidt zich met voorstellen als tien nieuwe steden, onderwijs op maat, een eerlijker en groener energiesysteem, het afschaffen van toeslagen, en een wettelijk recht op hulp bij voltooid leven. D66 legt de nadruk op een open, participatieve democratie en een voortrekkersrol voor Nederland in Europa en op het gebied van mensenrechten.
D66 kiest voor een radicale aanpak van het woningtekort door te investeren in de bouw van tien nieuwe steden, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van andere partijen die vooral inzetten op binnenstedelijke verdichting of beperkte nieuwbouw. Dit voorstel adresseert het structurele tekort aan woningen en de behoefte aan een eigen thuis voor iedereen.
“Tien nieuwe steden – een eigen thuis voor iedereen.”
D66 maakt het verschil door te pleiten voor onderwijs dat aansluit bij het individu, met later selecteren, meer maatwerk en een persoonlijk leerbudget dat nooit verloopt. Hiermee wil de partij gelijke kansen bevorderen en mensen in staat stellen zich hun hele leven te ontwikkelen.
“Onderwijs op maat voor elke Nederlander – altijd blijven leren, op een manier die bij je past.”
“Daarom wil D66 een persoonlijk leerbudget dat nooit verloopt. Wie een korte of geen vooropleiding heeft, krijgt een hoger budget. Want voor gelijke kansen moeten we ongelijk investeren.”
D66 onderscheidt zich door te kiezen voor betaalbare, groene energie van eigen bodem, het versneld afbouwen van fossiele subsidies en het stellen van harde grenzen aan vervuilende industrie. Hiermee wil de partij zowel het klimaatprobleem als de energierekening aanpakken.
“Betaalbare, groene energie van eigen bodem – goed voor je portemonnee én voor het klimaat.”
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
“D66 stelt duidelijke grenzen aan vervuilende industrie. Duurzaamheid is de norm en vervuiling krijgt een voorspelbare prijs: de ‘echte’ prijs.”
D66 maakt het verschil door het complexe toeslagenstelsel af te schaffen en te vervangen door één vast individueel basisbedrag, waarmee ze een einde willen maken aan het huidige doolhof van regels en onzekerheid.
D66 onderscheidt zich door expliciet te kiezen voor meer autonomie rond het levenseinde, met een wettelijk recht op hulp bij voltooid leven en verruiming van de euthanasiewet, ook bij psychisch lijden en dementie.
D66 maakt het verschil door te kiezen voor een actieve, leidende rol van Nederland in Europa, gericht op bescherming van mensenrechten, internationale samenwerking en het versterken van de democratische rechtsorde.
D66 kiest voor een preventieve aanpak in de zorg, met forse investeringen in het voorkomen van ziekte en het bevorderen van mentale gezondheid, waarmee ze zich onderscheiden van partijen die vooral inzetten op curatieve zorg.
D66 maakt het verschil door te pleiten voor meer invloed van burgers, continue participatie en het versterken van grondrechten, inclusief het mogelijk maken van toetsing van wetten aan de Grondwet.
De PVV positioneert zich als tegenpool van partijen als D66 door te pleiten voor maximale nationale soevereiniteit, een harde asielstop, het terugdraaien van Europese integratie en het schrappen van klimaat- en ontwikkelingsbeleid. Waar D66 inzet op internationale samenwerking, klimaatmaatregelen en inclusiviteit, kiest de PVV juist voor het beperken van EU-invloed, het stoppen van immigratie en het afschaffen van progressieve sociale en milieubeleidsmaatregelen. De kern van hun visie is: Nederland op 1, minder Brussel, minder migratie, minder klimaatbeleid.
De PVV maakt expliciet het verschil met D66 door te pleiten voor het terughalen van bevoegdheden uit Brussel, het inzetten van veto’s tegen EU-beleid en het stoppen van verdere Europese integratie. Waar D66 juist voorstander is van Europese samenwerking en verdieping, wil de PVV Nederland weer volledig baas in eigen huis maken.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de EU-begroting, om zo een opt-out op asiel en immigratie en soepeler natuur- en stikstofbeleid te dwingen en de EU van binnenuit op de schop te nemen.”
“Geen EU-uitbreiding; alle toetredingsonderhandelingen verbreken”
De PVV onderscheidt zich van D66 door te pleiten voor een volledige asielstop, het sluiten van grenzen en het beëindigen van opvang voor asielzoekers en Oekraïners. Dit staat haaks op het inclusieve migratiebeleid van D66.
De PVV maakt het verschil met D66 door alle klimaatmaatregelen en groene verplichtingen te willen schrappen, waar D66 juist vooroploopt in klimaatambitie.
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af”
“Het ministerie van Klimaat en Groene Groei wordt het ministerie van Betaalbare Energie”
De PVV wil direct stoppen met ontwikkelingshulp en internationale solidariteitsprojecten, terwijl D66 deze juist als essentieel ziet voor een rechtvaardige wereld.
De PVV verzet zich tegen gender- en inclusiviteitsbeleid, in tegenstelling tot D66 dat deze juist stimuleert.
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen “X” in het paspoort. We stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen.”
DENK positioneert zich als een partij die zich radicaal onderscheidt van partijen als D66 door een uitgesproken focus op het bestrijden van discriminatie, het beschermen van minderheden en het keihard aanpakken van armoede en ongelijkheid. Waar D66 vaak inzet op progressief-liberale waarden en bestuurlijke hervormingen, legt DENK de nadruk op sociale rechtvaardigheid, het verdedigen van religieuze en culturele diversiteit, en het actief bestrijden van extreemrechts beleid. DENK presenteert concrete voorstellen zoals het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, en het volledig behouden van religieus onderwijs.
DENK maakt expliciet het verschil door zich te profileren als dé partij die consequent en fel strijdt tegen discriminatie, racisme en extreemrechts, in tegenstelling tot partijen als D66 die volgens DENK hierin minder uitgesproken zijn.
“De bestrijding van discriminatie en de strijd tegen extreemrechts is waarom wij zijn opgericht. Tijdens de komende verkiezingen moeten we er alles aan doen om DENK zo sterk mogelijk te maken. Want DENK is hét schild dat ons beschermt tegen de politiek van uitsluiting.”
“Want het is alleen DENK dat zich vanaf het begin consequent heeft verzet tegen de extreemrechtse regering.”
DENK onderscheidt zich door het zonder voorbehoud verdedigen van religieus en bijzonder onderwijs, inclusief het recht op stichten van nieuwe scholen en het afwijzen van extra overheidscontrole, waar D66 juist kritisch is op artikel 23 en meer regulering wil.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK kiest voor stevige inkomensherverdeling en harde armoedebestrijding, met concrete voorstellen als een minimumloon van 18 euro, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, en het verlagen van de BTW op boodschappen. Dit contrasteert met het gematigder sociaal-economisch beleid van D66.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Het volledig afschaffen van het eigen risico in de zorg.”
“Wij willen dat de prijzen van boodschappen omlaag gaan. Dit doen wij door het nemen van prijsmaatregelen en het verlagen van de BTW.”
DENK maakt het verschil door religieuze vrijheid en de rol van religieuze instellingen in de samenleving onvoorwaardelijk te verdedigen, waar D66 juist inzet op scheiding van kerk en staat en meer neutraliteit.
“Er wordt beter samengewerkt tussen religieuze instellingen en de overheid. Door middel van structureel overleg worden de krachten gebundeld.”
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
DENK onderscheidt zich door harde maatregelen tegen woningmarktdiscriminatie, zoals zwaardere straffen, mysteryguest-onderzoeken en beroepsverboden voor discriminerende makelaars, waar D66 doorgaans inzet op bewustwording en zachte regulering.
BVNL onderscheidt zich van D66 door te kiezen voor een kleinere overheid, het afschaffen van woke- en diversiteitsbeleid, een harde asielstop, en het centraal stellen van individuele vrijheid en Nederlandse tradities. Waar D66 inzet op progressief, inclusief en internationaal beleid, kiest BVNL juist voor economische rechtsheid, cultureel conservatisme en het terugdringen van overheidsinvloed. De partij wil onder meer een forse vermindering van overheidsuitgaven, het afschaffen van subsidies voor activistische NGO’s, en het beëindigen van gender- en diversiteitsbeleid.
BVNL maakt het verschil met D66 door te pleiten voor een veel kleinere overheid, minder ambtenaren, het schrappen van subsidies en het afschaffen van klimaatbeleid en internationale hulp. Dit staat haaks op de meer actieve, sturende rol die D66 voor de overheid ziet.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden. Ambtenaren dienen de democratie. Zij die dit weigeren zullen worden ontslagen.”
In tegenstelling tot D66, dat inzet op inclusiviteit en diversiteit, wil BVNL een einde maken aan woke- en diversiteitsbeleid en het beschermen van Nederlandse tradities en cultuur.
“Er komt een einde aan al het woke- en diversiteitsbeleid. De overheid kiest voor kwaliteit ongeacht huidskleur, achtergrond of geaardheid of politieke affiliatie.”
“Nederland is geen lege huls. Onze taal, onze normen, onze geschiedenis en onze waarden zijn het fundament van wie wij zijn. Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
Waar D66 doorgaans kiest voor een humaan en inclusief migratiebeleid, pleit BVNL voor een volledige asielstop en het beperken van immigratie als oplossing voor maatschappelijke problemen.
BVNL wil geen overheidsgeld meer naar activistische NGO’s of supranationale organisaties als het WEF, in tegenstelling tot D66 dat internationale samenwerking en maatschappelijke organisaties vaak ondersteunt.
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion en organisaties die mensenhandel stimuleren en/of procederen tegen de Nederlandse Staat krijgen geen subsidie meer en verliezen hun ANBI status.”
“Nederland geeft ook geen geld meer aan dit soort organisaties.”
BVNL kiest voor een vlaktaks, het afschaffen van erf- en schenkbelasting en het beëindigen van herverdelingsbeleid, waar D66 juist progressieve belasting en herverdeling voorstaat.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Geen geldcreatie zonder waarde, geen subsidies voor falend beleid en als compensatie voor inactiviteit en geen belasting op ambitie.”
Hoewel BVNL cultureel conservatief is, kiest de partij voor individuele vrijheid op medisch-ethisch gebied, maar wijst geslachtstransities bij minderjarigen expliciet af – een duidelijk verschil met D66.
FVD positioneert zich als tegenpool van partijen als D66 door te pleiten voor minder overheid, directe democratie, behoud van nationale soevereiniteit en het afwijzen van progressieve, internationale en ‘woke’ agenda’s. Waar D66 inzet op Europese samenwerking, klimaatbeleid, sociale gelijkheid en bestuurlijke vernieuwing via representatieve democratie, kiest FVD juist voor radicale decentralisatie, afschaffing van internationale verdragen, bindende referenda en het schrappen van klimaatmaatregelen. De kern van FVD’s visie is een kleinere overheid, meer directe invloed voor burgers en het terugdraaien van progressieve hervormingen.
FVD onderscheidt zich van D66 door te pleiten voor directe democratie via bindende referenda en het rechtstreeks kiezen van bestuurders, in plaats van de representatieve democratie die D66 voorstaat. Dit moet de macht teruggeven aan de burger en het ‘partijkartel’ doorbreken.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“We laten burgemeesters en Commissarissen van de Koning direct door de bevolking kiezen, zodat bestuurders verantwoording afleggen aan de kiezer in plaats van aan politieke partijen.”
FVD maakt expliciet onderscheid met D66 door internationale verdragen en Europese regelgeving te willen schrappen, en nationale wetgeving altijd boven internationale afspraken te plaatsen. Dit contrasteert met D66’s pro-EU en internationale oriëntatie.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We beëindigen de toetsing aan internationale verdragen en schrappen de mogelijkheid om op basis van het ‘algemeen belang’ naar de rechter te stappen en bepaald gewenst beleid af te dwingen (vgl. Urgenda).”
FVD zet zich af tegen het klimaat- en stikstofbeleid waar D66 juist voorvechter van is. FVD wil deze maatregelen volledig afschaffen, gasboringen hervatten en kernenergie stimuleren, in tegenstelling tot de groene koers van D66.
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
“We kiezen voor een radicaal andere koers: wij willen de vrijheid en het toekomstperspectief teruggeven aan boeren en vissers. Dat betekent dat we de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet afschaffen, dat we exportvrijheid zonder Brusselse beperkingen herstellen...”
FVD onderscheidt zich door te pleiten voor een structureel kleinere overheid, een vlaktaks van 20% en het schrappen van toeslagen en progressieve belastingen, waar D66 juist inzet op een actieve overheid en progressieve belasting.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
“Geen wirwar van ingewikkelde schijven, toeslagen en progressieve tarieven die succes bestraffen, maar één helder en gelijk tarief voor iedereen.”
FVD maakt expliciet onderscheid met D66 door zich te verzetten tegen ‘woke’ en LGBT-gedachtegoed in onderwijs en cultuur, en door het verbieden van transgender-propaganda op scholen. Dit is een directe tegenstelling tot het inclusieve beleid van D66.
“Woke en LGBT-gedachtegoed houden we weg van jonge kinderen, en onze cultuursector krijgt een extra impuls door verlaging van de BTW en herwaardering van erfgoed, (klassieke) muziek en kunst.”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en in jeugd-tv, en maken geslachtsveranderingsoperaties, hormoontherapie en puberteitsremmers voor minderjarigen onmogelijk.”
50PLUS maakt het verschil met een uitgesproken focus op de belangen van ouderen, met concrete voorstellen zoals het behouden en verbeteren van de AOW, het invoeren van een Ouderenzorgwet, en het bouwen van levensloopbestendige woningen. In tegenstelling tot D66, dat zich doorgaans richt op brede maatschappelijke vernieuwing en progressieve thema’s, kiest 50PLUS voor beleid dat primair de positie van ouderen versterkt en hun bestaanszekerheid waarborgt. Hun visie draait om waardigheid, zichtbaarheid en invloed voor de oudere generatie, met nadruk op sociale zekerheid, zorg en wonen.
50PLUS onderscheidt zich door de AOW als absoluut fundament te zien, met voorstellen voor een dertiende maand, het niet verhogen van de AOW-leeftijd en het recht op vervroegde uitkering. Dit is een duidelijk verschil met D66, dat de AOW minder centraal stelt en meer inzet op hervormingen en duurzaamheid van het stelsel.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-leeftijd blijft de komende kabinetsperiode gelijk.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
“Recht op vervroegde uitkering (AOW-light) voor mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer.”
50PLUS pleit voor een aparte Ouderenzorgwet die ouderen vergelijkbare rechten geeft als jongeren in de Jeugdzorgwet, en zet sterk in op toegankelijke, kleinschalige zorg dicht bij huis. Dit is een fundamenteel andere benadering dan D66, dat inzet op integrale zorg en preventie voor alle leeftijden.
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
“We gaan ons inzetten voor behoud en uitbreiding van kleinschalige zorgvoorzieningen in de wijken, zodat ouderen langer in hun vertrouwde omgeving blijven wonen met passende zorg dichtbij huis.”
50PLUS maakt het verschil door het woningbeleid expliciet te richten op ouderen, met een doelstelling voor levensloopbestendige woningen en het terugbrengen van bejaardenhuizen in moderne vorm. D66 legt doorgaans meer nadruk op verduurzaming en gemengde woonvormen voor alle leeftijden.
50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid, waarbij arbeids- en studiemigranten alleen tijdelijk AOW-rechten opbouwen en deze bij vertrek moeten afkopen. Dit verschilt van D66, dat migratie meer als kans ziet en inzet op integratie.
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
50PLUS legt de nadruk op digitale inclusie van ouderen, met wettelijke taken voor gemeenten en concrete maatregelen tegen digitale uitsluiting. D66 focust meer op digitalisering als kans voor iedereen, terwijl 50PLUS vooral de risico’s voor ouderen adresseert.
“Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen. Net zoals gemeenten verantwoordelijk zijn voor de WMO, worden zij ook verantwoordelijk voor de digitale zelfredzaamheid van hun oudere inwoners.”
“Overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties (zoals DigiD, MijnOverheid, zorgportalen) zijn altijd ook bereikbaar via post, telefoon of fysieke balie.”
BIJ1 onderscheidt zich van D66 door radicaal te kiezen voor systeemverandering, waarbij economische ongelijkheid, racisme en machtsconcentratie bij bedrijven en internationale instellingen worden bestreden. De partij pleit voor volledige democratisering van economie en politiek, gratis basisvoorzieningen, en een uitgesproken anti-militaristische en dekoloniale koers. BIJ1 wil structurele hervormingen zoals gratis onderwijs, nationalisatie van zorg, uittreding uit de NAVO, en bindende burgerinspraak, waarmee ze zich scherp afzet tegen het meer gematigde, pragmatische beleid van D66.
BIJ1 wil de macht van burgers en werknemers structureel vergroten en bedrijven en overheid democratiseren, in tegenstelling tot D66 dat meer inzet op representatieve democratie en marktwerking. Dit betekent bindende burgerinspraak, vetorechten voor werknemers en het terugdringen van de invloed van grote bedrijven.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels. Inclusief recht op instemmen met begrotingen en investeringen.”
Waar D66 inzet op betaalbaarheid en toegankelijkheid, kiest BIJ1 voor volledige gratis basisvoorzieningen en het nationaliseren van essentiële sectoren zoals zorg en openbaar vervoer.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Gratis ov.”
BIJ1 neemt een uitgesproken standpunt in tegen militarisering, NAVO-lidmaatschap en neokoloniale internationale structuren, waar D66 juist inzet op internationale samenwerking binnen NAVO/EU en een gematigde buitenlandpolitiek.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar. Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“BIJ1 stopt met dit neokoloniale model. Echte ontwikkelingssamenwerking is gericht op herstel, radicaal eerlijk delen en solidariteit. Voor zelfbeschikking, klimaatrechtvaardigheid en het recht op ontwikkeling buiten westerse ‘voorwaarden’ om.”
“Nederland verzet zich tegen het neokolonialisme van internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank.”
BIJ1 wil structureel afrekenen met marktwerking en winstbejag in wonen, energie en levensmiddelen, waar D66 doorgaans kiest voor regulering en marktprikkels.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Alles kan gewoon goedkoper door bedrijven aan te pakken die cashen op jouw eerste levensbehoeften. Levensmiddelen als groente, fruit en gezondheidsproducten, maar ook kraanwater en energie worden steeds duurder door bedrijven die expres de prijzen verhogen (‘graaiflatie’). Daar maken we een einde aan met maximumprijzen en maximale winstmarges.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die zich afzet tegen het progressieve beleid van partijen als D66, met nadruk op nationale soevereiniteit, minder EU-invloed, strenge migratiebeperking en directe burgerzeggenschap via referenda. Hun belangrijkste voorstellen zijn het beperken van migratie, het terugdringen van de EU-invloed, het invoeren van bindende referenda en het verkleinen van de overheid. JA21 onderscheidt zich door te pleiten voor meer directe democratie, minder Europese integratie en een restrictief migratiebeleid, waarmee ze zich expliciet afzetten tegen de koers van D66.
JA21 maakt een duidelijk onderscheid met D66 door te pleiten voor minder Europese integratie en meer nationale zeggenschap, waar D66 juist bekend staat als uitgesproken pro-Europees. JA21 ziet de EU als een bedreiging voor nationale autonomie en wil Europese regelgeving en invloed fors terugdringen.
“meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet.”
Waar D66 vaak inzet op representatieve democratie en Europese samenwerking, wil JA21 burgers direct meer invloed geven via bindende referenda, vooral op gevoelige dossiers als migratie en natuur. Dit is een fundamenteel ander democratisch model dan dat van D66.
“de snelst mogelijke invoering van het correctief bindend referendum. Vervolgens moet hij zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
JA21 onderscheidt zich van D66 door een zeer restrictief migratiebeleid te bepleiten, met harde grenzen aan migratie, verplichte integratie en het actief terugsturen van ongewenste migranten. Dit staat haaks op het meer open en inclusieve migratiestandpunt van D66.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Grensbewaking intensiveren: uitbreiding capaciteit Marechaussee om permanente grenscontroles aan de binnengrenzen conform artikel 25 van de Schengengrenscode en artikel 72 van het Verdrag Betreffende de Werking van de Europese Unie mogelijk te maken zolang de asielcrisis voortduurt.”
“Gedwongen terugkeer van EU-ingezetenen (in de praktijk vaak EU-arbeidsmigranten) die overlast veroorzaken of een gevaar voor de openbare orde zijn, makkelijker maken”
JA21 zet zich af tegen de grotere, sturende overheid die D66 vaak voorstaat, en pleit juist voor een kleinere, faciliterende overheid die zich beperkt tot kerntaken en burgers meer vrijheid en verantwoordelijkheid geeft.
“Wij kiezen voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
De SGP onderscheidt zich van partijen als D66 door haar nadruk op christelijke waarden als fundament voor beleid, met bijzondere aandacht voor bescherming van het ongeboren leven, het gezin, en behoud van klassieke vrijheden zoals godsdienstvrijheid. Waar D66 vaak progressieve, seculiere en individualistische keuzes maakt, kiest de SGP voor koersvaste, Bijbelse principes en een terughoudende overheid op thema’s als gezinsbeleid, zorg, en Europese samenwerking. De SGP zet zich concreet af tegen zaken als genderideologie, medicalisering, en een steeds verdergaande Europese integratie.
De SGP maakt expliciet het verschil met partijen als D66 door beleid en samenleving te baseren op Bijbelse normen, in plaats van op seculiere of progressieve uitgangspunten. Dit uit zich in het afwijzen van individualisme, normvervaging en genderideologie, en het centraal stellen van het gezin en bescherming van kwetsbaar leven.
“De Tien Geboden vormen daarvoor de enige basis. Richtingwijzers voor vrede, recht en barmhartigheid. En dat is precies waar we in ons land zo’n grote behoefte aan hebben.”
“We staan voor waarden die het leven beschermen, het gezin versterken en de veiligheid waarborgen.”
“De SGP is uiterst kritisch op het beleid ten aanzien van Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten. Er lijkt hier sprake van ideologisch kolonialisme. In ontwikkelingssamenwerking moet Nederland pal voor het leven staan en zorg voor moeder en kind bevorderen. De opmars van genderideologie in internationale gremia moet worden tegengegaan.”
In tegenstelling tot D66, dat doorgaans voorstander is van zelfbeschikking en progressieve gezinsvormen, kiest de SGP voor bescherming van het ongeboren leven, het klassieke huwelijk en financiële ondersteuning van (traditionele) gezinnen.
“Daarom zetten we ons in voor bescherming van het ongeboren leven, ouderen en ieder mens die aandacht en ondersteuning nodig heeft.”
“We maken ons hard voor het klassieke huwelijk, gezinswaarden en een financieel gezond bestaan voor elk huishouden.”
“Het faciliteren en financieren van de kinderopvang is namelijk geen overheidstaak. De nieuwe kinderbijdrage zorgt voor een stevige daling van kinderarmoede.”
De SGP verzet zich tegen verdere machtsoverdracht aan de EU en de ontwikkeling van de Unie tot een progressief-seculier project, waar D66 juist vaak voorstander is van Europese integratie en harmonisatie.
“De SGP kiest voor een Europese Unie die ten dienste staat van de lidstaten, ruimte biedt voor verschillen en respect heeft voor de nationale soevereiniteit.”
“Bovendien baart het ons zorgen dat de EU zich op ideologisch vlak steeds meer ontwikkelt tot een progressief-seculier project. Dit staat haaks op wat de oprichters voor ogen stond.”
Waar D66 de nadruk legt op gelijke behandeling en non-discriminatie, waarschuwt de SGP voor het onder druk zetten van andere grondrechten, zoals godsdienstvrijheid, door eenzijdige fixatie op discriminatie.
“Eenzijdige fixatie op discriminatie en gelijke behandeling kan andere grondrechten onder druk zetten, zoals de vrijheid om zich als burgers te verenigen, zich uit te spreken en het geloof te belijden.”
De SGP pleit voor een overheid die zich terughoudend opstelt, kerntaken uitvoert en ruimte laat voor maatschappelijke verbanden zoals gezin, kerk en vrijwilligers, in tegenstelling tot het meer interventionistische beleid van D66.
De ChristenUnie onderscheidt zich van D66 door haar nadruk op geloofsgedreven politiek, het centraal stellen van gezinnen en gemeenschappen, en het stellen van duidelijke morele grenzen. Hun belangrijkste voorstellen zijn een radicaal eenvoudiger belastingstelsel zonder toeslagen, een forse verhoging van de kinderbijslag, en het wettelijk vastleggen van het uitbannen van kinderarmoede. De kern van hun visie is een samenleving waarin rechtvaardigheid, solidariteit en bescherming van kwetsbaren voorop staan, in plaats van individuele vrijheid en marktwerking.
De ChristenUnie wil het huidige complexe toeslagenstelsel volledig vervangen door een eenvoudig en rechtvaardig belastingstelsel, waarbij niemand belasting betaalt over de eerste €30.000 en toeslagen worden vervangen door een verzilverbare belastingkorting. Dit is een fundamenteel andere benadering dan D66, dat inzet op vereenvoudiging maar het toeslagenstelsel niet zo radicaal afschaft.
“Bij de ChristenUnie-plannen onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen. Bovendien is het belastingtarief over een extra verdiende euro (marginale druk) zelfs in het extreemste geval niet meer dan 50%.”
“De wirwar van toeslagen vervangen we door een eenvoudige belastingkorting. Zo blijft het gegarandeerd de eerste € 30.000 die per jaar verdient belastingvrij én is er geen sprake meer van onzekerheid en terugvorderingen.”
“De andere toeslagen vervangen we door een verzilverbare belastingkorting.”
De ChristenUnie maakt het verschil door kinderarmoede uit te bannen als wettelijk doel en de kinderbijslag te verhogen naar €4.500 per kind per jaar. Dit is veel ambitieuzer en concreter dan het beleid van D66.
“Het verlagen van kinderarmoede wordt een wettelijk doel.”
“In plaats van de huidige kinderbijslag en kindgebonden budget, komt er voor elk kind € 4.500 per jaar beschikbaar.”
“Daarom verhoogt de ChristenUnie de kinderbijslag naar € 4500 per kind per jaar, maken we de kinderopvang en gastouderopvang (zo goed als) gratis en vereenvoudigen we de verlofregelingen zodat ouders er kunnen zijn voor hun kinderen als dat nodig is.”
Waar D66 sterk inzet op individuele vrijheid en secularisme, benadrukt de ChristenUnie haar geloofsgedreven politiek en het stellen van duidelijke morele grenzen, bijvoorbeeld op het gebied van drugs, prostitutie en marktwerking.
“Gedreven door geloof - niet in onszelf, maar in God, de ander en in het goede. Omdat we geroepen zijn om recht te doen, grenzen en normen te stellen.”
“De ChristenUnie staat voor een werkelijk vrij leven en strijdt daarom tegen deze schaduwkanten van ongebreidelde vrijheid. De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
In tegenstelling tot D66, dat sterk inzet op individuele ontplooiing, legt de ChristenUnie de nadruk op het belang van gemeenschappen, sociale samenhang en het versterken van lokale voorzieningen.
Volt onderscheidt zich van D66 door radicaal te kiezen voor vernieuwing van de democratie, met nadruk op jongerenparticipatie, burgerberaden en het versterken van de volksvertegenwoordiging. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, het oprichten van een permanente Derde Kamer voor jongeren, het uitbreiden van de Tweede Kamer naar 250 zetels en het instellen van een permanent burgerberaad. Volt legt de nadruk op structurele, institutionele hervormingen die verder gaan dan de bestaande koers van D66.
Volt wil jongeren structureel meer invloed geven op het beleid door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen. Hiermee willen ze de generatie die het dichtst bij de toekomst staat direct betrekken bij politieke besluitvorming, wat Volt als een fundamenteel verschil met andere partijen, waaronder D66, positioneert.
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
Volt stelt voor om als eerste land ter wereld een permanente Derde Kamer (jongerenberaad) in te voeren, waarmee jongeren structureel adviesrecht krijgen over wetgeving. Dit is een onorthodox voorstel dat Volt expliciet als vernieuwend en onderscheidend presenteert.
“We voeren een Derde Kamer voor jongeren in. De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad.”
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt wil de Tweede Kamer fors uitbreiden om de volksvertegenwoordiging te versterken en beter aan te laten sluiten bij de omvang van andere Europese parlementen. Dit voorstel is concreet en onderscheidt Volt van D66, die hier niet voor pleit.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels.”
Volt wil als eerste land ter wereld een permanent burgerberaad instellen, waarmee ingelote burgers structureel invloed krijgen op de politieke agenda en besluitvorming. Dit voorstel gaat verder dan incidentele burgerberaden en is bedoeld om de democratie te vernieuwen en te versterken.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op.”
“In Nederland richten we als allereerste land ter wereld een permanent burgerberaad op.”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen aan democratische eisen moeten voldoen, zoals leden met stemrecht, om een open en eerlijke democratie te waarborgen. Dit is een structurele hervorming die Volt als onderscheidend presenteert.
“We versterken de democratie door in de wet op te nemen dat politieke partijen aan democratische eisen moeten voldoen. Geen eenmanspartijen meer zonder leden met stemrecht.”
Volt wijst het bindend correctief referendum af en kiest in plaats daarvan voor vroege en inhoudelijke burgerinspraak in het wetgevingsproces. Hiermee positioneert Volt zich expliciet anders dan partijen die referenda als correctiemechanisme willen inzetten.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid.”
“Volt vindt het belangrijk dat inwoners al vroeg in het wetgevingsproces kunnen meepraten met de overheid en zo hun inbreng en steun kunnen geven aan nieuwe wetten.”
BBB maakt het verschil met D66 door te kiezen voor regionale verbinding, nuchterheid en het centraal stellen van gemeenschappen en praktisch vakmanschap, in plaats van abstracte diversiteit, symboolpolitiek of centralistisch beleid. BBB pleit voor minder Haagse bubbel, meer vertrouwen in burgers, en beleid dat uitgaat van de kracht van lokale gemeenschappen en praktische mensen, met concrete voorstellen zoals het afschaffen van miljoenen verslindend diversiteitsbeleid en het kritisch herzien van internationale verdragen. De partij zet zich af tegen symboolpolitiek en benadrukt soevereiniteit, regionale maatwerkoplossingen en het waarderen van praktisch werk.
BBB onderscheidt zich van D66 door zich expliciet uit te spreken tegen doorgeschoten diversiteitsbeleid en symboolpolitiek, en kiest voor gerichte actie en waardering van vakmanschap boven abstracte identiteitslabels.
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
“BBB staat pal voor de vrijheid van ieder mens, maar kiest voor gerichte actie in plaats van symbolen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. BBB maakt zich zorgen over de doorgeschoten symboolpolitiek rond LHBTIQ+beleid.”
BBB maakt het verschil door te pleiten voor beleid dat uitgaat van regionale verschillen en lokale kracht, in plaats van centraal opgelegd beleid vanuit Den Haag, wat zij als kenmerkend voor D66 zien.
BBB benadrukt het belang van praktisch vakmanschap en het waarderen van mensen die werken met hun handen, in tegenstelling tot een eenzijdige focus op theoretisch onderwijs en beleid.
“Jongeren die goed zijn in doen, bouwen, zorgen, repareren en creëren, verdienen net zoveel respect als denkers en schrijvers. Een samenleving draait niet op papier alleen, maar op mensen die het werk doen.”
“Vaardigheden en ervaring bij de overheid worden bij beloning even zwaar gewogen als diploma’s.”
BBB onderscheidt zich door een kritische houding tegenover Europese regelgeving en internationale verdragen, en stelt nationale soevereiniteit centraal.
NSC ziet D66 vooral als een partij die zich onderscheidt door haar technocratische, modelgedreven benadering en haar nadruk op internationale samenwerking en Europese integratie. NSC positioneert zich daartegenover met een sterkere focus op nationale soevereiniteit, een realistische en zorgzame politiek die de menselijke maat centraal stelt, en meer directe zeggenschap voor burgers. De belangrijkste voorstellen waarmee NSC zich afzet zijn het regionaal kiesstelsel, het beperken van Europese invloed, en het herstellen van de relatie tussen overheid en burger.
NSC benadrukt het belang van nationale zeggenschap en waarschuwt voor te veel machtsoverdracht aan Europa, waar D66 juist vaak voor verdere Europese integratie pleit. NSC wil dat Nederland zelf de regie houdt over belangrijke beleidsterreinen en dat Europese samenwerking alleen plaatsvindt als het aantoonbaar effectiever is dan nationaal beleid.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“De EU mag alleen maatregelen nemen als die doeltreffender zijn dan nationale, regionale of lokale maatregelen (het subsidiariteitsbeginsel).”
NSC zet zich af tegen een technocratische, modelgedreven politiek die zij D66 toeschrijft, en kiest voor beleid dat uitgaat van de ervaringen van gewone mensen en het herstel van vertrouwen tussen burger en overheid. NSC wil dat de overheid weer zichtbaar en betrokken is, met meer ruimte voor tegenmacht en burgerzeggenschap.
“Het beleid in Den Haag steunt te veel op een modellenwerkelijkheid waardoor besluiten objectiever alleen cijfers en niet de mensen achter die getallen.”
“We zijn de weg kwijtgeraakt tussen populisme en technocratie. Grote vraagstukken als woningbouw, migratie, stikstof en globalisering benaderen we eenzijdig zonder verbinding met de samenleving.”
“Juist voor deze verweesde groepen moet de overheid opkomen. Dáár ligt de kern van Goed Bestuur en Tegenmacht.”
Waar D66 vasthoudt aan het huidige kiesstelsel, pleit NSC voor een regionaal kiesstelsel om de band tussen kiezer en Kamerlid te versterken en regionale belangen beter te vertegenwoordigen.
De SP positioneert zich als de partij die radicaal kiest voor sociale rechtvaardigheid en het bestrijden van ongelijkheid, en zet zich daarmee af tegen partijen die volgens hen compromissen sluiten voor de macht, waaronder D66. Hun belangrijkste voorstellen zijn het fors verhogen van het minimumloon, het invoeren van een miljonairstaks, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, en het blokkeren van prijsverhogingen op basisproducten. De kern van hun visie is dat grote, structurele veranderingen nodig zijn om Nederland écht socialer te maken, in tegenstelling tot de meer gematigde koers van partijen als D66.
De SP benadrukt dat zij niet naar het midden schuiven voor de macht, zoals D66 volgens hen wel doet, maar kiezen voor fundamentele sociale veranderingen. Ze presenteren zichzelf als de partij van de "supersociale" alternatieven, in tegenstelling tot partijen die volgens hen slechts kleine stapjes zetten of compromissen sluiten.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
“Wij gaan voor SUPERSOCIAAL!”
De SP onderscheidt zich door te pleiten voor stevige herverdeling van rijkdom, zoals een miljonairstaks en een vermogensplafond, waarmee ze zich afzetten tegen partijen die volgens hen het grote geld ontzien, waaronder D66.
“Daarom verhogen wij de lonen en het sociaal minimum, verhogen we de belastingen op de grootste vermogens en winsten en voeren we een sociaal maximum in. Met een miljonairstaks van vijf procent voor vermogens boven de vijf miljoen euro kunnen we 12,5 miljard euro in onze samenleving investeren. Daarnaast voeren wij een vermogensplafond in voor vermogens boven de 50 miljoen euro.”
De SP maakt expliciet bezwaar tegen de "Trumpnorm" voor defensie-uitgaven, waar D66 zich volgens hen aan heeft gecommitteerd, en stelt dat dit leidt tot bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid.
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hier bij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Partijen die anders beweren, houden de mensen in het land voor de gek.”
De SP kiest voor directe ingrepen om het leven betaalbaar te houden, zoals het blokkeren van prijsverhogingen op boodschappen en het verlagen van de btw, waarmee ze zich onderscheiden van partijen die volgens hen te veel vertrouwen op marktwerking of indirecte maatregelen.
“De SP wil dat Nederland een socialer land wordt. Een land waar het normaal is dat iedereen een betaalbaar huis heeft, menselijke zorg krijgt en voldoende, gezond en goed eten kan betalen. Daarvoor heeft de SP sociale alternatieven uitgewerkt zoals het SP-woonplan ‘Wonen zonder Winst’, een Nationaal ZorgFonds zonder eigen risico en betaalbare boodschappen door prijsverhogingen te blokkeren en de btw te verlagen.”
De SP accepteert niet dat mensen in armoede of dakloosheid leven en stelt concrete maatregelen voor om dit te beëindigen, in tegenstelling tot partijen die volgens hen te weinig doen aan structurele armoedebestrijding.
“Wij accepteren niet dat er mensen in armoede en dakloosheid moeten leven. We gaan zorgen voor bestaanszekerheid voor mensen.”
Het CDA-verkiezingsprogramma legt de nadruk op een samenleving waarin verantwoordelijkheid, fatsoen en vertrouwen centraal staan, met een sterke focus op gemeenschapszin, minder regels en meer ruimte voor lokale initiatieven. In tegenstelling tot D66, dat vaak inzet op individuele vrijheid, progressieve hervormingen en een sterke rol van de overheid in emancipatie en innovatie, profileert het CDA zich vooral door het versterken van de samenleving als collectief, het beperken van bureaucratie en het koesteren van tradities en lokale betrokkenheid. De belangrijkste voorstellen zijn het verminderen van regels, het versterken van verenigingen en vrijwilligers, en het investeren in regionale economieën.
Het CDA onderscheidt zich door te pleiten voor minder regelgeving en meer vertrouwen in maatschappelijke initiatieven, verenigingen en vrijwilligers, waar D66 doorgaans meer inzet op sturing en regelgeving vanuit de overheid. Het CDA ziet het versterken van de gemeenschap als de sleutel tot een veerkrachtige samenleving, in plaats van het centraal stellen van het individu of de markt.
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
Waar D66 vaak kiest voor modernisering en progressieve waarden, benadrukt het CDA het belang van tradities, lokale gemeenschappen en het versterken van democratie op lokaal niveau. Dit uit zich in concrete voorstellen om lokale democratie te versterken en maatschappelijke dienstplicht te behouden.
Het CDA maakt het verschil door te investeren in regionale economische ontwikkeling en samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid, met speciale aandacht voor het versterken van economische clusters buiten de Randstad. Dit contrasteert met de meer nationale of internationale focus van D66.
“We investeren in leefbare steden en in de regio en zorgen voor goede bereikbaarheid met auto en trein. Zo maken we grootschalige woningbouw overal in Nederland mogelijk. Samen met grote bedrijven, MKB en start ups en met onderwijsinstellingen laten we economische clusters groeien die de regio sterker maken.”
GroenLinks-PvdA onderscheidt zich van D66 door een uitgesproken focus op solidariteit, het eerlijker verdelen van welvaart, en het centraal stellen van publieke voorzieningen boven marktwerking. Hun belangrijkste voorstellen zijn het afschaffen van speciale belastingkortingen voor de rijksten, het investeren in publieke sectoren en het versterken van de democratische rechtsstaat. De kern van hun visie is dat collectieve vooruitgang, sociale rechtvaardigheid en een sterke overheid de basis vormen voor een eerlijke en duurzame samenleving.
GroenLinks-PvdA maakt expliciet een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals, en pakt belastingontwijking aan. Dit is een duidelijk verschil met D66, dat doorgaans minder ver gaat in het herverdelen van welvaart via het belastingstelsel. Het adresseren van groeiende ongelijkheid en het eerlijker belasten van vermogen en winst staat centraal.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan.”
“Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het publiek belang in sectoren als zorg, onderwijs, kinderopvang en openbaar vervoer, en verzet zich tegen commerciële investeerders en private equity. Dit contrasteert met D66, dat marktwerking vaker als middel ziet om efficiëntie te bevorderen. GroenLinks-PvdA wil publieke voorzieningen beschermen tegen winstbejag en terugbrengen in publieke handen waar mogelijk.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders. We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen...”
GroenLinks-PvdA benadrukt het belang van een sterke, dienstbare overheid die naast mensen staat, en het versterken van de democratische rechtsstaat. Waar D66 vaak inzet op bestuurlijke vernieuwing en individuele rechten, legt GroenLinks-PvdA de nadruk op collectieve bescherming, stevige democratische controle en het tegengaan van willekeur en discriminatie door de overheid.
“We staan voor een dienstbare overheid, die er allereerst is voor mensen – niet andersom. Willekeur bij de overheid gaan we tegen, inclusief discriminerende algoritmen en systemen.”
“We versterken onze democratische rechtsstaat en kiezen voor een sterke rechtspraak, vrije pers en stevige democratische controle.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt dat zij zich onderscheidt van andere partijen, waaronder D66, door welzijn boven welvaart te plaatsen en structureel te kiezen voor de belangen van dieren, natuur en kwetsbaren. Hun programma bevat radicale voorstellen voor sociale rechtvaardigheid, ecologische duurzaamheid en het centraal stellen van het algemeen belang boven economische groei of het belang van grote bedrijven. De PvdD positioneert zich als de partij die verder kijkt dan het eigenbelang en fundamenteel andere keuzes maakt dan partijen als D66.
De PvdD maakt expliciet het verschil met partijen als D66 door welzijn, natuur en dierenwelzijn als uitgangspunt te nemen, in plaats van economische groei of het belang van bedrijven. Dit is een fundamenteel andere visie op de rol van politiek en beleid.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in ónze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“Onze visie gaat ver voorbij de eerstvolgende verkiezingen. We kiezen voor de dieren. Voor ruimte voor natuur en woningen, voor het radicaal aanpakken van de klimaatcrisis, voor gezondheid, voor medemenselijkheid en rechtvaardigheid.”
De PvdD profileert zich als de partij van radicale, structurele oplossingen, in tegenstelling tot partijen als D66 die volgens hen kiezen voor gematigde of pragmatische benaderingen. Ze benadrukken dat hun voorstellen verder gaan dan de gebruikelijke compromissen.
De PvdD stelt dat zij, in tegenstelling tot andere partijen, structureel kiest voor het algemeen belang en solidariteit, en niet voor het platte eigenbelang of korte termijn winst.
“Voor iedereen die verder kijkt dan het platte eigen belang. Wij staan samen voor solidariteit, rechtvaardigheid en medemenselijkheid. Wij zijn er voor alles wat leeft. Dieren, planten, opa’s, oma’s, kinderen.”
De VVD positioneert zich als de partij van centrumrechts die zich onderscheidt van partijen als D66 door te kiezen voor minder nivellering, lagere lasten voor middeninkomens, een kleinere overheid en het centraal stellen van werkenden. De partij benadrukt het belang van economische groei, minder herverdeling, en het beperken van overheidsbemoeienis, waar D66 volgens de VVD juist meer inzet op herverdeling en regulering. Concrete voorstellen zijn onder meer het inperken van de "Haagse herverdelingsmachine", het bouwen van meer koopwoningen en het investeren in veiligheid in plaats van sociale zekerheid.
De VVD maakt duidelijk verschil met D66 door zich uit te spreken tegen verdere nivellering en het verlagen van de lasten voor de middenklasse, terwijl D66 volgens de VVD juist meer inzet op herverdeling. De VVD wil dat werken weer loont en dat de werkende Nederlander centraal staat, in tegenstelling tot partijen die meer willen herverdelen.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De afgelopen tijd is de VVD begonnen met het afbouwen van de Haagse herverdelingsmachine. We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren en als VVD schreven we onze Agenda voor Werkend Nederland.”
De VVD zet zich af tegen partijen als D66 door te pleiten voor een kleinere, effectievere overheid met minder regeldruk en bureaucratie. Waar D66 volgens de VVD kiest voor meer overheidssturing en regelgeving, wil de VVD juist ontregelen en de overheid beperken tot kerntaken.
“De VVD kiest voor een overheid die uitgaat van een sterke samenleving en alle Nederlanders gelijkwaardig behandelt. Met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
De VVD maakt een duidelijke keuze om meer te investeren in defensie en veiligheid, en minder in sociale zekerheid en zorg. Dit onderscheidt hen van D66, dat traditioneel meer inzet op sociale uitgaven.
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”