DENK onderscheidt zich van Volt en D66 door een sterk accent op sociale rechtvaardigheid, bescherming van minderheden, en het expliciet verdedigen van religieuze en culturele diversiteit, met concrete voorstellen zoals het behoud van bijzonder onderwijs, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, en een uitgesproken links economisch beleid. Waar D66 en Volt vaak kiezen voor een meer liberale, seculiere en Europese koers, kiest DENK voor nationale soevereiniteit, pragmatische EU-samenwerking, en een uitgesproken antidiscriminatie- en armoedebestrijdingsagenda. Kiezers die maximale nadruk willen op sociale gelijkheid, religieuze vrijheid en stevige armoedebestrijding, vinden bij DENK een duidelijker en uitgesprokener alternatief dan bij Volt of D66.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs, inclusief het behoud van artikel 23 van de Grondwet, en verzet zich tegen extra belemmeringen of toezicht. Dit onderscheidt DENK van Volt en D66, die kritisch zijn op artikel 23 en meer seculier onderwijsbeleid voorstaan.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK wil het eigen risico volledig afschaffen en de zorgpremie verlagen, vooral voor lage- en middeninkomens, wat verder gaat dan de voorstellen van Volt en D66 die doorgaans kiezen voor aanpassing of verlaging, maar niet volledige afschaffing.
DENK kiest voor een fors hoger minimumloon (18 euro per uur) en directe prijsmaatregelen, met een fulltime minister voor armoedebestrijding. Dit is concreter en ambitieuzer dan de voorstellen van Volt en D66, die minder ver gaan in minimumloon en armoedebeleid.
DENK is voor Europese samenwerking waar nodig, maar hecht sterk aan nationale soevereiniteit en is expliciet tegen een Europees leger, terwijl Volt en D66 juist meer Europese integratie en defensiesamenwerking nastreven.
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
DENK positioneert zichzelf als het schild tegen extreemrechts, met een uitgesproken focus op het bestrijden van discriminatie en het beschermen van minderheden, wat verder en explicieter gaat dan Volt en D66.
PVV onderscheidt zich fundamenteel van Volt en D66 door te kiezen voor maximale nationale soevereiniteit, een harde asielstop, het terugdraaien van Europese integratie en het afwijzen van progressief klimaat- en diversiteitsbeleid. Waar Volt en D66 juist pleiten voor meer Europese samenwerking, inclusiviteit en ambitieuze klimaatmaatregelen, zet de PVV in op het beperken van immigratie, het beschermen van Nederlandse tradities en het schrappen van klimaatuitgaven. Kiezers die kiezen voor een open, Europees en inclusief Nederland stemmen op Volt of D66; wie maximale nationale controle, minder EU en een restrictief migratie- en klimaatbeleid wil, kiest PVV.
PVV wil bevoegdheden terughalen uit Brussel en is fel tegen verdere Europese integratie, terwijl Volt en D66 juist meer Europese samenwerking en een sterkere EU nastreven. Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van Nederland in Europa.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
PVV pleit voor een totale asielstop en het sluiten van grenzen voor asielzoekers, terwijl Volt en D66 juist staan voor een humaan en open migratiebeleid. Dit is een van de scherpste breuklijnen tussen deze partijen.
PVV verwerpt ambitieuze klimaatmaatregelen en wil geen nieuwe windturbines, zonneparken of verplichte verduurzaming, in tegenstelling tot Volt en D66 die juist inzetten op versneld klimaatbeleid en energietransitie.
PVV verzet zich tegen progressieve diversiteits- en inclusiviteitsagenda’s, wil geen excuses voor het slavernijverleden en keert zich tegen genderdiversiteit in beleid. Volt en D66 kiezen juist voor inclusiviteit, erkenning van het verleden en LHBTI+ rechten.
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties intrekken”
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen 'X' in het paspoort.”
JA21 onderscheidt zich van partijen als Volt en D66 door te kiezen voor minder Europese invloed, strenger migratiebeleid, meer directe democratie (zoals referenda), en een kleinere, faciliterende overheid die zich richt op kerntaken. Waar Volt en D66 juist pleiten voor meer Europese samenwerking, progressief migratiebeleid en een grotere rol van de overheid in duurzaamheid en inclusie, kiest JA21 voor nationale soevereiniteit, beperking van migratie en economische vrijheid. Kiezers die waarde hechten aan nationale zeggenschap, beperking van migratie en minder EU-invloed, vinden bij JA21 een duidelijk alternatief.
JA21 wil de macht van de EU beperken en pleit voor meer nationale zeggenschap, in tegenstelling tot Volt en D66 die juist meer Europese integratie nastreven. Dit standpunt adresseert de zorg over verlies van Nederlandse autonomie en de invloed van Brusselse regelgeving op nationaal beleid.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent ... minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“De Europese Unie moet zich leren beperken. De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
JA21 kiest voor het fors beperken van migratie en het afdwingen van integratie, terwijl Volt en D66 juist inzetten op een humaner en opener migratiebeleid. Dit standpunt speelt in op zorgen over bevolkingsgroei, druk op voorzieningen en behoud van de Nederlandse cultuur.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Een beleid ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken. Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratie plafonds en scherpe selectie van arbeidsmigratanten en gezinshereniging.”
JA21 wil burgers meer directe invloed geven via referenda, vooral op gevoelige dossiers als migratie en natuur, terwijl Volt en D66 vooral inzetten op representatieve democratie en Europese besluitvorming. Dit standpunt adresseert het gevoel van afstand tussen burger en politiek.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie dient ... te zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
JA21 pleit voor een kleinere overheid die zich beperkt tot kerntaken en burgers meer vrijheid geeft, terwijl Volt en D66 juist een actievere, sturende overheid voorstaan op thema’s als klimaat, inclusie en sociale zekerheid. Dit standpunt richt zich op het verminderen van bureaucratie en het vergroten van individuele autonomie.
“Als brede conservatief-liberale partij ... kiezen wij voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Een overheid die zich richt op de kerntaken van veiligheid, publieke voorzieningen, woningbouw en infrastructuur.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
BVNL onderscheidt zich van partijen als Volt en D66 door te pleiten voor een veel kleinere overheid, het terugdringen van Europese invloed, het afschaffen van het klimaatbeleid en het beperken van immigratie. De partij zet sterk in op individuele vrijheid, economische rechtsheid, nationale soevereiniteit en het schrappen van bureaucratie en subsidies. Kiezers die maximale individuele vrijheid, minder EU, minder overheid en behoud van Nederlandse tradities willen, vinden bij BVNL een duidelijk alternatief voor het progressieve, pro-Europese en meer overheidsgerichte beleid van Volt en D66.
BVNL wil de overheid fors verkleinen, subsidies en niet-kerntaken schrappen en de macht terugleggen bij burgers, in tegenstelling tot Volt en D66 die meer inzetten op een actieve overheid en Europese samenwerking.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
BVNL wil Nederland soeverein maken, EU-macht beperken tot economische samenwerking en opt-outs mogelijk maken, terwijl Volt en D66 juist pleiten voor meer Europese integratie.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap. Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijhandel is een groot goed. Maar de overdracht van soevereiniteit naar de EU moet stoppen en we moeten de mogelijkheid krijgen tot opt-ins en opt-outs.”
BVNL wil stoppen met het huidige klimaatbeleid en zet in op kernenergie en eigen gaswinning, waar Volt en D66 juist sterk inzetten op klimaatmaatregelen en duurzame energie.
“De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Nederland moet streven naar energiesoevereiniteit waardoor we als land minder afhankelijk worden van energie uit het buitenland en de energierekening omlaaggaat. Daarvoor moeten we vrij worden gelaten om kerncentrales te bouwen en doorgaan met het veilig produceren van aardgas uit beschikbare Nederlandse gasvelden.”
BVNL wil een asielstop en immigratie sterk beperken, terwijl Volt en D66 juist pleiten voor een humaan en Europees migratiebeleid.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan. De huidige bevolking krimpt en veel van de problemen in de zorg, het onderwijs en op de woningmarkt kunnen worden opgelost door de grenzen te sluiten.”
BVNL wil een vlaktaks van 25% en het afschaffen van het toeslagenstelsel, waar Volt en D66 kiezen voor progressieve belasting en het behouden of hervormen van toeslagen.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
FVD onderscheidt zich van Volt en D66 door te pleiten voor maximale nationale soevereiniteit, directe democratie via bindende referenda, een kleinere overheid, en het afwijzen van internationale verdragen en supranationale inmenging. Waar Volt en D66 juist sterk inzetten op Europese samenwerking, progressief klimaatbeleid en inclusiviteit, kiest FVD voor radicale decentralisatie, het schrappen van klimaat- en stikstofmaatregelen, en het beperken van immigratie. Kiezers die maximale nationale zeggenschap, minder EU, en directe burgerinvloed willen, vinden bij FVD een fundamenteel ander geluid dan bij Volt en D66.
FVD wil de macht direct bij de burger leggen door bindende referenda en het rechtstreeks kiezen van bestuurders, in tegenstelling tot Volt en D66 die vooral inzetten op representatieve democratie en Europese besluitvorming. Dit standpunt adresseert het gevoel van afstand tussen burger en politiek en biedt een alternatief voor de meer technocratische en internationale benadering van Volt en D66.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“Bindende referenda naar Zwitsers model. We voeren bindende referenda in, zodat burgers zich rechtstreeks kunnen uitspreken over belangrijke politieke besluiten.”
FVD wil dat Nederlandse wetgeving altijd boven internationale verdragen staat en wil de invloed van EU en internationale organisaties fors beperken, terwijl Volt en D66 juist pleiten voor meer Europese integratie en internationale samenwerking. Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van Nederland in de wereld.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“Niet langer moet de rechter op de stoel van de wetgever kunnen zitten: we beëindigen de toetsing aan internationale verdragen en schrappen de mogelijkheid om op basis van het ‘algemeen belang’ naar de rechter te stappen en bepaald gewenst beleid af te dwingen (vgl. Urgenda).”
FVD wil een kleinere overheid, minder regels en een vlaktaks, terwijl Volt en D66 juist inzetten op een actieve overheid, herverdeling en progressieve belastingen. Dit standpunt richt zich op het stimuleren van ondernemerschap en individuele vrijheid, in tegenstelling tot de meer collectieve benadering van Volt en D66.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
FVD wil het bestaande klimaat- en stikstofbeleid volledig afschaffen en zet in op nationale energievoorziening, terwijl Volt en D66 juist voorop lopen in ambitieus klimaatbeleid en verduurzaming. Dit is een scherp onderscheidend punt voor kiezers die sceptisch zijn over klimaatmaatregelen.
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
FVD kiest voor het fors beperken van immigratie en het bevorderen van remigratie, terwijl Volt en D66 juist pleiten voor een open en inclusieve samenleving. Dit standpunt spreekt kiezers aan die zich zorgen maken over immigratie en nationale identiteit.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
NSC onderscheidt zich van Volt en D66 door sterk te focussen op het herstellen van vertrouwen tussen burger en overheid, het versterken van regionale vertegenwoordiging en het beperken van Europese integratie. De partij pleit voor een regionaal kiesstelsel, meer directe burgerinvloed (zoals referenda), en het bewaken van nationale soevereiniteit binnen de EU. NSC kiest voor een realistische, minder technocratische politiek die de menselijke maat centraal stelt, en adviseert kiezers die kritisch zijn op verdere Europese eenwording en meer burgerzeggenschap willen, NSC te overwegen.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel met meervoudige districten, wat Volt en D66 niet voorstaan. Dit moet zorgen dat regionale belangen beter worden gehoord en vertegenwoordigd in Den Haag.
NSC is uitgesproken tegen een ‘ever closer union’ en het delen van schulden binnen de EU, terwijl D66 en Volt juist voorstander zijn van verdere Europese samenwerking en integratie. NSC wil nationale soevereiniteit behouden en parlementaire controle op EU-beleid versterken.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“We zijn tegen nieuwe gezamenlijke Europese schulden, tegen “eurobonds” en andere constructies waarmee schulden van EU-lidstaten gemeenschappelijk worden.”
NSC wil het correctief wetgevingsreferendum invoeren als aanvulling op de representatieve democratie, waarmee burgers direct invloed krijgen op aangenomen wetten. Dit onderscheidt NSC van D66 en Volt, die minder nadruk leggen op bindende referenda.
“We steunen de invoering van een correctief wetgevingsreferendum. We beschouwen zo’n referendum als een aanvulling op de representatieve democratie.”
NSC keert zich tegen een technocratische bestuurscultuur en wil meer ruimte voor inhoudelijk debat, praktijkervaring en de menselijke maat. Dit is een reactie op het gevoel dat beleid te veel vanuit modellen en cijfers wordt gemaakt, iets waar Volt en D66 juist meer technocratisch en op evidence-based beleid sturen.
NSC kiest voor beperking van migratie, minder Engelstalige opleidingen en het centraal stellen van de Nederlandse taal en cultuur. Dit is een duidelijk verschil met Volt en D66, die internationaler en inclusiever zijn ingesteld.
De SGP onderscheidt zich van Volt en D66 door haar nadruk op christelijke waarden, behoud van het klassieke gezin, en een restrictief migratie- en integratiebeleid. Waar Volt en D66 progressief en seculier zijn, kiest de SGP voor behoudende, religieus geïnspireerde standpunten en een kritische houding ten opzichte van Europese integratie. Kiezers die waarde hechten aan traditionele normen, gezinswaarden en nationale soevereiniteit vinden bij de SGP een duidelijk alternatief.
De SGP stelt het christelijk geloof en het klassieke gezin centraal als fundament van de samenleving, in tegenstelling tot Volt en D66 die een seculiere en progressieve koers varen. De partij ziet de Bijbel als leidraad voor beleid en benadrukt het belang van traditionele gezinsstructuren.
“De samenleving is niet geholpen met beloftes die verdampen of politiek die alleen kijkt naar de peilingen van morgen. Wat nodig is, is richting, rust en houvast met de Bijbel als kompas.”
“Een samenleving begint bij een stabiel gezin en een veilige thuissituatie. We maken ons hard voor het klassieke huwelijk, gezinswaarden en een financieel gezond bestaan voor elk huishouden.”
“De Tien Geboden vormen daarvoor de enige basis. Richtingwijzers voor vrede, recht en barmhartigheid.”
De SGP pleit voor duidelijke grenzen aan migratie en stelt cultuur en religie centraal bij integratie, terwijl Volt en D66 juist inzetten op openheid, inclusiviteit en minder restrictieve migratie. De SGP ziet migratie als een bedreiging voor de samenhang van de samenleving.
De SGP is terughoudend over verdere Europese integratie en wil nationale soevereiniteit behouden, terwijl Volt en D66 juist voorstander zijn van meer Europese samenwerking en bevoegdheden.
De SGP benadrukt de bescherming van ongeboren leven en kwetsbare groepen, wat contrasteert met de meer liberale standpunten van Volt en D66 op het gebied van abortus en euthanasie.
Volt onderscheidt zich van D66 door radicaal te kiezen voor democratische vernieuwing, met onder meer een permanente Derde Kamer voor jongeren, het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, en het streven naar een federaal Europa met een Europese grondwet. Volt legt sterk de nadruk op structurele participatie van burgers en jongeren in de politiek, en wil het Nederlandse en Europese democratische systeem fundamenteel hervormen. Kies Volt als je een diepgaande, institutionele vernieuwing van de democratie en meer invloed voor jongeren en burgers wilt.
Volt wil jongeren structureel een stem geven in de politiek, verdergaand dan D66, door het instellen van een Derde Kamer (jongerenberaad) en het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Dit is bedoeld om de langetermijnbelangen van toekomstige generaties te borgen en jongeren direct te betrekken bij besluitvorming.
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
Volt wil als eerste land ter wereld een permanent burgerberaad instellen, waarbij ingelote burgers structureel onderwerpen kunnen agenderen en hun aanbevelingen serieus worden meegenomen in de besluitvorming. Dit gaat verder dan de incidentele burgerberaden die D66 voorstaat.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland.”
“De aanbevelingen uit individuele burgerberaden worden door de politiek serieus meegenomen in de besluitvorming. Het permanente burgerberaad ziet daarop toe.”
Volt stelt diepgaande institutionele hervormingen voor, zoals het uitbreiden van de Tweede Kamer naar 250 zetels, het verbieden van dubbelfuncties, en het invoeren van parlementaire groepen. Dit zijn structurele voorstellen die verder gaan dan de meer incrementele hervormingen van D66.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels.”
“Er komt een verbod op dubbelfuncties in de politiek.”
“Volt wil vaker visiedebatten houden over waar we op de lange termijn naartoe moeten.”
Volt kiest expliciet voor een federaal Europa, met een Europese grondwet en het afschaffen van het vetorecht, wat verder gaat dan de Europese integratie die D66 voorstaat.
“We gaan hervormen: er komt een Europese grondwet, waarin we de rechten van alle Europeanen vastleggen. We schaffen het vetorecht af, zodat nationale leiders hun eigenbelang niet meer boven het belang van ons allemaal kunnen stellen. De EU wordt een echte federale democratie.”
“Volt strijdt in Nederland voor een sterk, democratisch, federaal Europa. We roepen het kabinet op om met andere lidstaten een Europese grondwet te schrijven om de fundamenten te leggen van een nieuw Europa.”
50PLUS onderscheidt zich van Volt en D66 door een uitgesproken focus op de belangen van ouderen, met concrete voorstellen voor het beschermen en verbeteren van de AOW, ouderenzorg en koopkracht van senioren. Waar Volt en D66 vooral inzetten op brede maatschappelijke vernieuwing, klimaat en Europa, legt 50PLUS prioriteit bij bestaanszekerheid, waardigheid en directe ondersteuning voor 50-plussers. Kiezers die vooral waarde hechten aan ouderenzorg, pensioen en een sterke positie voor ouderen in beleid, vinden bij 50PLUS de meest uitgesproken vertegenwoordiging.
50PLUS maakt van het beschermen en verbeteren van de AOW een speerpunt, in tegenstelling tot Volt en D66 die de AOW minder centraal stellen. Dit standpunt is uniek door de nadruk op een dertiende maand en het bevriezen van de AOW-leeftijd, wat direct de koopkracht van ouderen beschermt.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-leeftijd blijft de komende kabinetsperiode gelijk.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
50PLUS wil een aparte Ouderenzorgwet invoeren, waarmee ouderen vergelijkbare rechten krijgen als jongeren in de Jeugdzorgwet. Dit is een concreet en onderscheidend voorstel dat Volt en D66 niet expliciet hebben, en het legt de nadruk op structurele bescherming van ouderen in de zorg.
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
In tegenstelling tot Volt en D66, die migratie vooral als kans zien en inzetten op humane opvang, kiest 50PLUS voor een streng migratiebeleid met nadruk op beperking van arbeids- en studiemigratie en het afkopen van AOW-rechten bij vertrek. Dit is een duidelijk onderscheidend standpunt.
Waar Volt en D66 vaak pleiten voor ambitieuzer klimaatbeleid dan Europees vereist, kiest 50PLUS expliciet voor het niet opleggen van extra nationale regels bovenop Europese afspraken. Dit is een concreet verschil in benadering van klimaat en economie.
“Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
50PLUS pleit voor directe democratie en meer burgerinspraak, wat verder gaat dan de representatieve democratie die Volt en D66 voorstaan. Dit is een opvallend verschil in visie op bestuurlijke vernieuwing.
“Wij pleiten voor directe democratie.”
BIJ1 onderscheidt zich van Volt en D66 door radicaal te kiezen voor economische democratisering, het volledig nationaliseren van essentiële sectoren zoals zorg en onderwijs, en het centraal stellen van bindende burgerinspraak. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het vergroten van zeggenschap voor burgers en werkenden, het afschaffen van marktwerking in publieke diensten, en het doorbreken van neoliberale en imperialistische structuren in binnen- en buitenland. Kiezers die maximale sociale gelijkheid, gratis publieke voorzieningen en directe democratie willen, vinden bij BIJ1 een uitgesproken alternatief.
BIJ1 wil dat werknemers in grote bedrijven via gekozen raden niet alleen adviesrecht, maar ook vetorecht krijgen over belangrijke besluiten. Dit gaat veel verder dan Volt en D66, die vooral inzetten op medezeggenschap zonder vetorecht. Het adresseren van machtsongelijkheid op de werkvloer staat centraal.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
Waar Volt en D66 pleiten voor betaalbaar onderwijs en aanpassing van het leenstelsel, wil BIJ1 alle onderwijs volledig gratis maken en bestaande studieschulden volledig kwijtschelden. Dit is een veel radicalere stap richting gelijke kansen.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil de zorg volledig nationaliseren, het eigen risico afschaffen en winstoogmerk verbieden. Volt en D66 kiezen voor hervormingen binnen het huidige stelsel, maar BIJ1 breekt daar radicaal mee.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 stelt bindende landelijke gespreksrondes en burgerfora centraal bij grote politieke besluiten, waar Volt en D66 vooral pleiten voor meer burgerparticipatie zonder bindend karakter.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil de EU drastisch hervormen tot een unie van waarden, anti-imperialistisch en los van VS-invloed, en keert zich tegen militarisering en neoliberale handelsregels. Volt en D66 zijn pro-EU en willen vooral democratisering en vergroening, maar niet deze radicale koerswijziging.
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen. Het liberale, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet.”
“We maken een einde aan de militarisering van de grenzen van Europa. Nederland zet zich ervoor in dat de EU radicaal eerlijk delen, anti-imperialisme en solidariteit centraal stelt in wetten en regels en budgettering.”
BIJ1 wil maximumprijzen en maximale winstmarges op levensmiddelen, energie en zorg, en pakt bedrijven aan die ‘graaiflatie’ veroorzaken. Volt en D66 kiezen voor marktregulering, niet voor deze mate van prijscontrole.
“Alles kan gewoon goedkoper door bedrijven aan te pakken die cashen op jouw eerste levensbehoeften... Daar maken we een einde aan met maximumprijzen en maximale winstmarges.”
BIJ1 wil gratis ov voor iedereen, waar Volt en D66 vooral inzetten op betaalbaarheid en verduurzaming, maar niet op volledige kosteloosheid.
“Gratis ov. Van je huis naar je werk, naar familie, naar...”
Het CDA onderscheidt zich van Volt en D66 door sterk te focussen op gemeenschapswaarden, het beperken van marktwerking en het benadrukken van nationale tradities en verantwoordelijkheden. Waar D66 en Volt doorgaans kiezen voor meer individualisme, Europese integratie en progressieve hervormingen, legt het CDA de nadruk op saamhorigheid, fatsoen, en het versterken van lokale en nationale democratie. Kiezers die waarde hechten aan traditie, sociale cohesie en een terughoudende overheid zullen zich eerder herkennen in het CDA; wie juist kiest voor meer Europese samenwerking, individuele vrijheden en progressieve vernieuwing, vindt aansluiting bij D66 of Volt.
Het CDA kiest expliciet voor het belang van de gemeenschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid, in tegenstelling tot het individualisme en het geloof in marktwerking dat vaker bij D66 en Volt te vinden is. Dit uit zich in het beleid om verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers te versterken en minder te vertrouwen op markt en overheid alleen.
Het CDA benadrukt het belang van nationale tradities, fatsoen en het versterken van democratische waarden in het dagelijks leven, waar D66 en Volt doorgaans meer nadruk leggen op internationale oriëntatie en individuele rechten.
Het CDA wil de democratie weerbaarder maken door onder andere een motiequotum en het onderzoeken van een hogere kiesdrempel, waarmee het zich onderscheidt van Volt en D66 die doorgaans juist voor meer politieke participatie en lage drempels zijn.
Het CDA stelt een (hernieuwde) militaire opkomstplicht en maatschappelijke diensttijd voor, waarmee het zich duidelijk onderscheidt van D66 en Volt die hier veel terughoudender in zijn.
GroenLinks-PvdA onderscheidt zich van Volt en D66 door een uitgesproken focus op solidariteit, het doorbreken van marktdenken en het centraal stellen van publieke voorzieningen en gelijke kansen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het investeren in een nieuwe verzorgingsstaat, het eerlijker belasten van vermogen en winst, en het versterken van de democratische rechtsstaat. De kern van hun visie is dat collectieve vooruitgang en sociale rechtvaardigheid voorop moeten staan, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het versterken van publieke voorzieningen en het bouwen aan een nieuwe verzorgingsstaat, in tegenstelling tot partijen die marktwerking centraal stellen. Dit onderscheidt hen van D66 en Volt, die doorgaans meer marktmechanismen accepteren of inzetten op technocratische hervormingen. Het programma benadrukt dat collectieve voorzieningen en solidariteit de basis moeten zijn voor vooruitgang.
“De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan.”
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
GroenLinks-PvdA pleit voor een fundamenteel eerlijker belastingstelsel, waarbij grote vermogens en winsten zwaarder worden belast. Dit is een duidelijk links verschil met D66 en Volt, die wel hervormingen willen maar minder expliciet inzetten op herverdeling via belastingen. Het programma adresseert de groeiende kloof tussen kapitaal en arbeid en wil deze actief verkleinen.
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
“We vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
Waar Volt en D66 vaak de nadruk leggen op individuele rechten, Europese samenwerking of innovatie, stelt GroenLinks-PvdA solidariteit centraal als moreel en politiek kompas. Dit betekent dat collectieve belangen en het beschermen van kwetsbaren altijd voorrang krijgen.
GroenLinks-PvdA keert zich expliciet tegen het marktdenken dat volgens hen de afgelopen jaren heeft geleid tot ongelijkheid en uitholling van publieke voorzieningen. Dit is een scherpere breuk met het verleden dan Volt en D66 doorgaans maken.
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van Volt en D66 door een radicaal groene, diervriendelijke en systeemkritische koers: welzijn van mens, dier en natuur staat centraal, boven economische groei. PvdD pleit voor een fundamentele systeemverandering, stevige sociale zekerheid zonder toeslagen, en een economie binnen de grenzen van de planeet. Kiezers die kiezen voor structurele verandering, prioriteit voor dierenrechten en een scherpe ecologische koers, vinden bij PvdD een duidelijk alternatief ten opzichte van het meer pragmatische, pro-Europese Volt en het liberale, progressieve D66.
PvdD kiest expliciet voor welzijn in plaats van economische groei, en wil het economische systeem fundamenteel veranderen. Dit verschilt van D66 en Volt, die beide economische groei en innovatie als motor voor verduurzaming zien.
PvdD stelt dierenrechten en natuur structureel centraal, waar Volt en D66 vooral mensenrechten en klimaatbeleid benadrukken.
PvdD wil alle toeslagen afschaffen en vervangen door een eenvoudig, rechtvaardig systeem met een hoog basisinkomen, wat verder gaat dan de hervormingsvoorstellen van D66 en Volt.
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
PvdD verzet zich tegen marktwerking in publieke sectoren en stelt strenge grenzen aan de macht van grote bedrijven, waar D66 en Volt marktwerking en publiek-private samenwerking meer omarmen.
PvdD is kritisch over Europese integratie en wil nationale zeggenschap behouden over sociale zekerheid, zorg en belastingen, terwijl Volt juist een federale EU nastreeft en D66 pro-EU is.
“De inrichting van ons sociale zekerheidsysteem, inning en besteding van belastinggeld, ons pensioenstelsel, de gezondheidszorg en andere publieke diensten, vinden we in beginsel nationale bevoegdheden.”
De VVD onderscheidt zich van partijen als Volt en D66 door een uitgesproken centrum-rechtse koers: minder nivellering, lagere lasten voor werkenden, minder regels en een kleinere overheid. De partij zet sterk in op het belonen van werk, het beperken van herverdeling, en het centraal stellen van veiligheid en economische groei, met minder nadruk op progressieve herverdeling of Europese integratie. Kiezers die kiezen voor individuele vrijheid, economische groei en minder overheidsbemoeienis, vinden bij de VVD een duidelijk alternatief ten opzichte van Volt en D66, die meer inzetten op Europese samenwerking, sociale gelijkheid en progressieve hervormingen.
De VVD maakt een scherpe keuze voor het belonen van werkenden en het terugdringen van herverdeling, in tegenstelling tot Volt en D66 die meer inzetten op sociale gelijkheid en herverdeling. De partij wil lasten verlagen voor de middenklasse en het belastingstelsel vereenvoudigen, zodat werken altijd loont.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk. Als werken niet loont, valt de samenleving stil. Daarom kiezen wij voor lagere lasten en meer waardering voor de middenklasse.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
De VVD kiest voor minder regels, een kleinere overheid en het stimuleren van economische groei, terwijl Volt en D66 vaker kiezen voor meer regulering en overheidssturing op sociale en groene thema’s. De VVD wil bezuinigen in plaats van belastingen verhogen en stelt harde prioriteiten in de zorg en sociale zekerheid.
“Met de Wet op regeldruk- en complexiteitsvermindering verplichten we alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen.”
“Wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
Waar Volt en D66 pleiten voor meer Europese integratie en bevoegdheden, kiest de VVD voor een pragmatische, selectieve samenwerking binnen Europa en behoud van nationale regie.
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
“Geen Europees leger, maar een sterke Europese pijler binnen de NAVO: De VVD kiest voor een militair zelfstandiger Europa.”
BBB onderscheidt zich van partijen als Volt en D66 door sterk te focussen op regionale zeggenschap, nuchter beleid zonder symboolpolitiek, en het centraal stellen van lokale tradities en gemeenschappen. De partij verzet zich tegen centraal opgelegd beleid, pleit voor meer invloed van burgers op hun leefomgeving, en wijst miljoenen verslindend diversiteitsbeleid af. Kiezers die waarde hechten aan regionale autonomie, behoud van tradities en een terughoudende overheid, vinden bij BBB een duidelijk alternatief voor de meer progressieve, centralistische koers van Volt en D66.
BBB wil dat inwoners meer directe invloed krijgen op hun eigen leefomgeving en dat beleid niet van bovenaf wordt opgelegd, in tegenstelling tot de centralistische benadering van Volt en D66. Dit standpunt adresseert het gevoel van vervreemding van landelijke politiek en het belang van maatwerk per regio.
“Inwoners dienen meer zeggenschap te krijgen over hun eigen leefomgeving. Mensen weten zelf het beste wat daar speelt en waar behoefte aan is. Geef mensen invloed op wat er in hun eigen omgeving gebeurt en betrek ze daarom vanaf het begin bij plannen.”
“BBB streeft naar een overheid die er is voor de burgers en niet andersom. Vertrouwen van burgers in de overheid is cruciaal. Dat vertrouwen groeit als burgers zichzelf herkennen in beleid, taal en bestuurders. Iedereen moet zich kunnen herkennen in de overheid en ook mee kunnen doen. We stappen, als het aan BBB ligt, uit de Haagse bubbel om de regionale verbinding te zoeken.”
BBB verzet zich tegen wat zij zien als doorgeschoten symboolpolitiek en miljoenen verslindend diversiteitsbeleid, waarmee zij zich afzetten tegen de inclusiviteitsagenda van Volt en D66. De partij vindt dat beleid mensen niet in hokjes moet plaatsen, maar uit moet gaan van individuele waardigheid en nuchterheid.
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
“BBB staat pal voor de vrijheid van ieder mens, maar kiest voor gerichte actie in plaats van symbolen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. BBB maakt zich zorgen over de doorgeschoten symbool politiek rond LHBTIQ+beleid.”
BBB benadrukt het belang van lokale tradities, dialecten en cultuur, en wil deze actief beschermen en bevorderen. Dit contrasteert met de meer internationale, kosmopolitische oriëntatie van Volt en D66.
ChristenUnie onderscheidt zich van Volt en D66 door een uitgesproken focus op christelijke waarden, het beschermen van minderheden, en het afwijzen van grootschalige politieke vernieuwingen zoals referenda en kiesdrempels. De partij legt nadruk op een eenvoudige, rechtvaardige belastingstructuur en een sterke sociale samenhang, waarbij gemeenschappen en gezinnen centraal staan. Kiezers die waarde hechten aan christelijk geïnspireerde politiek, behoud van representatieve democratie en sociale rechtvaardigheid, vinden bij ChristenUnie een duidelijk alternatief voor het meer progressief-liberale Volt en D66.
ChristenUnie verzet zich tegen referenda en een kiesdrempel, in tegenstelling tot D66 (voorstander van referenda) en Volt (voorstander van meer directe democratie). De partij ziet deze instrumenten als schijnoplossingen die de positie van minderheden kunnen verzwakken en de inhoudelijke politiek ondermijnen.
“Referenda bieden schijninvloed en horen dus niet thuis in de grondwet.”
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben.”
ChristenUnie kiest voor een radicaal vereenvoudigd belastingstelsel met een sterke focus op rechtvaardigheid en het beschermen van lage inkomens, wat concreter en socialer is dan de voorstellen van D66 en Volt.
“Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid. Eenvoud omdat het stelsel vooral simpeler en begrijpelijker moet zijn, zonder terugvorderingen of andere nare verrassingen. Rechtvaardigheid omdat we willen dat ook de laagste inkomens genoeg hebben om van rond te komen.”
“Bij de ChristenUnie-plannen onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen. Bovendien is het belastingtarief over een extra verdiende euro (marginale druk) zelfs in het extreemste geval niet meer dan 50%.”
De partij baseert haar visie expliciet op christelijke waarden en ziet deze als leidraad voor beleid, wat haar onderscheidt van het seculiere karakter van Volt en D66.
“De basis van onze samenleving is de democratische rechtsstaat, gefundeerd op waarden die in het christendom geworteld zijn, zoals menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, vrijheid, verantwoordelijkheid, naastenliefde en ruimte voor verschil.”
ChristenUnie legt sterk de nadruk op het belang van gemeenschappen, gezinnen en lokale samenhang, in tegenstelling tot de meer individualistische benadering van D66 en Volt.
“We zorgen voor een rechtvaardiger woningmarkt die woningzoekenden en huurders niet langer benadeelt. We investeren in betaalbare woningen voor jong en oud, bouwen aan gemengde wijken en dorpen waar mensen elkaar kennen en omzien naar elkaar.”
De SP positioneert zich als de meest uitgesproken sociale partij, die zich duidelijk afzet tegen het politieke midden en pleit voor radicale herverdeling van welvaart, versterking van publieke voorzieningen en meer zeggenschap voor werkenden. In tegenstelling tot Volt en D66, die beide meer pro-EU, marktgericht en gematigd-progressief zijn, kiest de SP voor stevige overheidsregie, hogere belastingen voor de rijken, en een kritische houding tegenover de EU als neoliberaal project. Kiezers die maximale sociale gelijkheid, sterke publieke sector en minder marktwerking willen, vinden bij de SP een duidelijker alternatief dan bij Volt of D66.
De SP onderscheidt zich door een expliciete keuze voor het fors verhogen van belastingen op kapitaal, het invoeren van een miljonairsbelasting en het verlagen van de inkomstenbelasting voor werkenden. Dit contrasteert met Volt en D66, die minder vergaande herverdeling voorstellen en meer marktwerking accepteren.
“We verhogen de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
“We verlagen de inkomstenbelasting fors zodat je meer overhoudt van het geld dat jij verdient.”
Waar Volt en D66 de EU als positief en noodzakelijk zien voor vooruitgang, bekritiseert de SP de EU als instrument van het bedrijfsleven en pleit voor meer nationale zeggenschap over publieke voorzieningen.
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
De SP wil werknemers structureel meer macht geven binnen bedrijven, wat verder gaat dan de voorstellen van Volt en D66, die vooral inzetten op medezeggenschap en innovatie.
“Werknemers krijgen in bedrijven met meer dan honderd werknemers allemaal één stem waarmee ze de raad van commissarissen mogen kiezen. Werknemers mogen de ene helft kiezen, de andere helft van de commissarissen wordt gekozen door de aandeelhouders.”
De SP verzet zich expliciet tegen de verhoging van het defensiebudget naar de NAVO-norm, in tegenstelling tot Volt en D66 die deze verhoging steunen.
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hier bij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De SP koppelt klimaatbeleid aan systeemkritiek op het kapitalisme en wil voorkomen dat klimaatmaatregelen vooral de werkende klasse raken, terwijl Volt en D66 juist inzetten op marktprikkels en lastenverzwaring.
“Verhoging van de belastingen, zoals een plastictaks of een vliegtaks, worden niet gevoeld door mensen met een hoog inkomen of veel vermogen die relatief veel uitstoot veroorzaken. Hoge prijzen maken het leven wel onbetaalbaar voor de werkende klasse, de grote meerderheid van Nederland die afhankelijk is van hun inkomen uit arbeid.”
D66 en Volt lijken sterk op elkaar in hun progressieve, pro-Europese en inclusieve visie, maar D66 legt meer nadruk op bestuurlijke vernieuwing, individuele keuzevrijheid en concrete nationale doorbraken (zoals tien nieuwe steden en onderwijs op maat). D66 kiest voor een leidende rol van Nederland in Europa, directe democratische vernieuwing (zoals gekozen premier/burgemeester), en een sterke nadruk op individuele autonomie en sociale gelijkheid. Kies D66 als je waarde hecht aan bestuurlijke vernieuwing, individuele keuzevrijheid en een pragmatische, nationale invulling van Europese samenwerking; kies Volt als je een radicaler pan-Europees beleid en meer Europese integratie wilt.
D66 onderscheidt zich door concrete voorstellen voor directe democratische vernieuwing, zoals het recht om zelf de minister-president en burgemeester te kiezen. Volt pleit wel voor meer burgerparticipatie, maar D66 is explicieter en concreter in het democratisch vernieuwen van het nationale bestuur.
“Daarom geven we kiezers het recht om zelf de burgemeester en de minister-president te kiezen.”
D66 kiest voor grote nationale projecten (zoals tien nieuwe steden, onderwijs op maat, groene energie van eigen bodem) en benadrukt Nederlandse regie binnen Europese samenwerking. Volt legt doorgaans meer nadruk op Europese oplossingen en minder op nationale regie.
“D66 kiest voor vijf grote doorbraken die weer ruimte maken voor vooruitgang: 1. Tien nieuwe steden – een eigen thuis voor iedereen. 2. Onderwijs op maat voor elke Nederlander – altijd blijven leren, op een manier die bij je past. 3. Betaalbare, groene energie van eigen bodem – goed voor je portemonnee én voor het klimaat. 4. Een nieuwe, slimme economie – volop ruimte voor ondernemers en innoveren met lef. 5. De gezondste generatie ooit – want ziekte voorkomen is beter dan genezen.”
D66 wil dat Nederland het voortouw neemt in Europa, maar behoudt ruimte voor eigen koers en nationale belangen. Volt is uitgesprokener pan-Europees en wil sneller naar federale Europese besluitvorming.
D66 profileert zich met concrete voorstellen voor individuele autonomie, zoals een wettelijke regeling voor hulp bij voltooid leven en verruiming van de euthanasiewet. Volt is progressief, maar D66 is explicieter en concreter op deze thema’s.
“Daarom pleit D66 voor: • Een wettelijke regeling voor hulp bij een voltooid leven. • Verruiming van de euthanasiewet, ook bij psychisch lijden en dementie.”