FVD wil de AOW-leeftijd verlagen naar 66 jaar en mensen met fysiek zware beroepen het recht geven op AOW na 40 jaar werk, zodat eerder pensioen mogelijk wordt voor wie zwaar werk doet. Ze benadrukken keuzevrijheid om na de AOW-leeftijd door te werken en willen het pensioenstelsel eerlijker en transparanter maken. De partij ziet het huidige beleid als onrechtvaardig voor mensen die vroeg zijn begonnen met werken en fysiek zwaar werk doen.
FVD vindt dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtvaardig is, vooral voor mensen met zware beroepen. Door de AOW-leeftijd te verlagen naar 66 jaar willen ze eerder pensioen mogelijk maken en recht doen aan mensen die al lang werken.
FVD wil dat mensen die vroeg zijn begonnen met fysiek zwaar werk niet hoeven door te werken tot een hoge leeftijd. Dit standpunt adresseert het probleem dat er nu geen goede regeling is voor deze groep.
“Geven mensen met fysiek zware beroepen recht op AOW na 40 jaar werk.”
“De verhoging van de AOW-leeftijd heeft ervoor gezorgd dat ook mensen met fysiek zware beroepen moeten doorwerken tot op hoge leeftijd, zonder dat er een goede regeling bestaat voor wie al vroeg is begonnen met zwaar werk. Forum voor Democratie wil dit herstellen: iedereen moet recht hebben op AOW na veertig jaar zwaar werk.”
FVD vindt dat mensen na het bereiken van de AOW-leeftijd zelf moeten kunnen kiezen of ze willen doorwerken. Dit bevordert individuele vrijheid en keuze in de levensfase rond pensioen.
“We geven mensen de mogelijkheid vrijwillig door te werken na de AOW-leeftijd, zodat wie wil blijven werken daartoe de kans krijgt.”
“Tegelijkertijd vinden wij dat wie wíl doorwerken na bereiken van de AOW-leeftijd, daartoe de mogelijkheid moet hebben. Vrijheid en individuele keuze horen ook in dit levensfasebeleid centraal te staan.”
De VVD erkent dat sommige mensen met zware beroepen eerder met pensioen moeten kunnen en steunt daarom een fatsoenlijke vroegpensioenregeling voor deze groep. Tegelijkertijd blijft de partij vasthouden aan het principe dat de pensioenleeftijd meestijgt met de levensverwachting, met uitzondering voor kwetsbare groepen en zware beroepen. De VVD wil het nieuwe pensioenstelsel gecontroleerd invoeren en mensen meer keuzevrijheid geven over het moment van pensionering.
De VVD ondersteunt het idee dat mensen met zware beroepen eerder met pensioen moeten kunnen, omdat zij fysiek of mentaal zwaarder werk verrichten en daardoor mogelijk minder lang kunnen doorwerken. De partij steunt de inspanningen van vakbonden en werkgevers om tot een regeling te komen, maar koppelt dit aan het bredere streven naar een stabiel en betaalbaar pensioenstelsel.
De VVD vindt dat de pensioenleeftijd in het algemeen moet blijven meestijgen met de levensverwachting, om het pensioenstelsel betaalbaar en toekomstbestendig te houden. Alleen voor kwetsbare groepen en zware beroepen wordt een uitzondering gemaakt.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen.”
De VVD wil mensen meer vrijheid geven om zelf te bepalen wanneer ze met pensioen gaan, onder andere door het aantrekkelijker te maken om door te werken en door het nieuwe pensioenstelsel gecontroleerd in te voeren.
“We geven mensen meer vrijheid bij de inrichting van hun pensioen en om te kiezen wanneer ze met pensioen willen gaan.”
“We voeren het nieuwe stelsel gecontroleerd in. Mensen krijgen duidelijkheid over hun pensioen en keuzevrijheid, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen.”
BVNL pleit voor meer keuzevrijheid en flexibiliteit in het pensioenstelsel, zodat deelnemers zelf kunnen bepalen wanneer en hoe zij met pensioen gaan, inclusief de mogelijkheid om in het oude stelsel te blijven. Er worden geen expliciete voorstellen gedaan voor een algemeen "vroeg pensioen", maar de partij wil dat mensen meer zeggenschap krijgen over hun pensioenopbouw en -moment.
BVNL vindt dat mensen zelf moeten kunnen bepalen wanneer zij met pensioen gaan, door meer keuzevrijheid en flexibiliteit in het pensioenstelsel te bieden. Dit betekent onder andere het recht om in het oude stelsel te blijven en zelf een pensioenuitvoerder te kiezen, wat het mogelijk maakt om eerder met pensioen te gaan als men dat wil.
“Meer keuzevrijheid en flexibiliteit. Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“Vrije keuze in pensioenuitvoerder. Deelnemers krijgen het recht om zelf hun pensioenuitvoerder te kiezen.”
“Persoonlijke beleggingsstrategie. Deelnemers kunnen zelf invloed uitoefenen op hun beleggingsbeleid.”
Voor militairen erkent BVNL het probleem van het pensioengat door de verhoging van de AOW-leeftijd en wil dit specifiek oplossen. Dit is een concrete maatregel gericht op een doelgroep die vaak te maken krijgt met vervroegd pensioen vanwege de aard van het werk.
“Het pensioengat voor militairen ten gevolge van de verhoging van de AOW-leeftijd wordt op een fatsoenlijke manier opgelost.”
De SP wil dat iedereen recht krijgt op een goed en eerder pensioen, met een nadruk op het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 jaar en het versterken van regelingen voor mensen met zware beroepen. Ze keren zich tegen de huidige pensioenwetgeving en willen deze vervangen door een eerlijker systeem, waarbij de AOW meestijgt met het minimumloon en mensen na 40 jaar werken met pensioen kunnen.
De SP vindt dat de huidige verhoging van de AOW-leeftijd onhoudbaar is voor de werkende klasse en wil deze terugbrengen naar 65 jaar. Dit moet mensen de mogelijkheid geven eerder te stoppen met werken, zeker na een lang arbeidsleven, en sluit aan bij hun bredere visie op bestaanszekerheid en waardering voor arbeid.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar.”
“De afgelopen jaren verhoogden regeringen de pensioenleeftijd en maakten zij arbeid steeds onzekerder. Dit beleid is structureel onhoudbaar voor de werkende klasse.”
De SP wil dat mensen met zware beroepen na 40 jaar werken met pensioen kunnen gaan. Ze willen bestaande regelingen hiervoor behouden en versterken, zodat mensen die fysiek of mentaal zwaar werk doen niet hoeven door te werken tot een hoge leeftijd.
“De regeling voor mensen met zware beroepen moet blijven bestaan en versterkt worden, zodat mensen kunnen stoppen na 40 jaar werken.”
De SP wil de huidige 'casinopensioenwet' zoveel mogelijk terugdraaien en een eerlijker pensioenstelsel invoeren. Daarbij moet de AOW één-op-één meestijgen met het minimumloon, zodat gepensioneerden meer te besteden krijgen en de koopkracht van ouderen wordt beschermd.
“We maken een nieuwe en veel eerlijkere pensioenwet. Na afloop van je werkende leven moet je kunnen genieten van een goed pensioen. Daarom draaien we de casinopensioenwet zoveel mogelijk terug. De AOW stijgt één-op-één mee met het minimumloon.”
Het CDA kiest niet voor een generieke regeling voor vroeg pensioen, maar zet in op het stimuleren van langer doorwerken, het lichter maken van zwaar werk en het verbeteren van persoonlijk pensioenadvies om keuzes rond eerder stoppen met werken inzichtelijker te maken. Het CDA wil vooral dat mensen zelf, goed geïnformeerd, kunnen beslissen over eerder stoppen of langer doorwerken, en richt zich op preventie en begeleiding in plaats van collectieve regelingen voor vroegpensioen.
Het CDA vindt dat mensen, waar mogelijk, langer moeten kunnen doorwerken, maar erkent dat zwaar werk lichter moet worden gemaakt en dat goede begeleiding nodig is bij keuzes rond eerder stoppen. Er wordt ingezet op persoonlijk pensioenadvies om mensen te ondersteunen bij hun afwegingen over vroegpensioen, langer doorwerken of minder werken.
“We stimuleren dat mensen ook na hun pensioendatum op vrijwillige basis langer doorwerken. We steunen de aanpak om zwaar werk lichter te maken en de inzet om, onder andere via een leven lang ontwikkelen, in te zetten op een verandering van baan.”
“We willen persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar maken via de werkgever om besluiten over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken inzichtelijker te maken.”
Het CDA kiest ervoor om de AOW-leeftijd en het basispensioen ongemoeid te laten en doet geen voorstellen voor een collectieve regeling voor vroegpensioen. De partij benadrukt het belang van individuele keuzes en toekomstbestendigheid van de AOW.
“De AOW blijft het basispensioen voor alle ouderen en is de afgelopen jaren al toekomstbestendig gemaakt, en laten we daarom ongemoeid.”
De ChristenUnie benoemt het belang van een solidair en collectief pensioenstelsel, maar doet geen concrete voorstellen voor een regeling rondom vroeg pensioen of vervroegd uittreden. Het programma richt zich vooral op het behouden en hervormen van het bestaande pensioenstelsel en het verbeteren van de AOW, zonder specifieke maatregelen voor mensen die eerder willen stoppen met werken.
De ChristenUnie wil het huidige collectieve pensioenstelsel behouden en ondersteunen, met nadruk op solidariteit en collectiviteit. Er worden geen concrete voorstellen gedaan voor vroegpensioenregelingen; de focus ligt op het transparant communiceren over de hervormingen en het vereenvoudigen van de AOW.
“Ons collectieve pensioenstelsel is het waard om te behouden. Mede door het stelsel van AOW als eerste pijler en aanvullend pensioen als tweede pijler, zijn ouderen in Nederland goed beschermd tegen armoede.”
“Met de Wet toekomst pensioenen is het besluit genomen om het pensioenstelsel te hervormen waarbij solidariteit en collectiviteit de fundamenten blijven van het pensioenstelsel.”
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
D66 noemt "vroeg pensioen" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen om eerder met pensioen te gaan mogelijk te maken. Het programma richt zich vooral op het verplichten en flexibiliseren van pensioenopbouw, met aandacht voor keuzevrijheid na de AOW-leeftijd, maar biedt geen beleid voor mensen die vóór de AOW-leeftijd willen stoppen met werken. D66 legt de nadruk op flexibiliteit en zekerheid in het pensioenstelsel, maar blijft vaag over vroegpensioen.
D66 wil dat mensen hun pensioen flexibel kunnen opbouwen en keuzevrijheid hebben om na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) door te werken, maar doet geen voorstellen voor vervroegd pensioen. De partij adresseert vooral het probleem dat veel mensen onvoldoende pensioen opbouwen en wil verplichte opbouw invoeren, met oog voor ondernemers. Het beleid richt zich op flexibiliteit ná de AOW-leeftijd, niet op eerder stoppen met werken.
“Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers. Ook wil D66 dat mensen hun pensioen flexibel kunnen opbouwen, zodat je dat kunt doen in de periode van je leven waarin je daar geld voor hebt.”
“D66 bouwt verder aan een pensioenstelsel dat mensen keuzevrijheid én zekerheid voor later geeft. Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
“D66 bouwt verder aan een pensioenstelsel dat mensen keuzevrijheid én zekerheid voor later geeft. Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
GroenLinks-PvdA benoemt in haar verkiezingsprogramma het belang van een goed pensioen en een onbezorgde oude dag, maar doet geen concrete voorstellen voor een regeling rond vroeg pensioen of vervroegd uittreden. De partij richt zich vooral op het verhogen van de AOW en het verbeteren van de pensioenopbouw voor alle werkenden, zonder specifieke aandacht voor het mogelijk maken van eerder stoppen met werken.
GroenLinks-PvdA wil de AOW-uitkering verhogen en deze koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben na hun pensionering. Dit voorstel is gericht op bestaanszekerheid voor ouderen, maar bevat geen specifieke maatregelen voor vroegpensioen of vervroegd uittreden.
De partij wil dat werkgevers verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en dat zelfstandigen vanaf dag één pensioen opbouwen. Dit bevordert pensioenopbouw voor iedereen, maar bevat geen concrete voorstellen voor het faciliteren van vroegpensioen.
“Werkgevers moeten verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en zelfstandigen gaan ook vanaf dag één pensioen opbouwen.”
50PLUS pleit voor het recht op een vervroegde AOW-uitkering ("AOW-light") voor mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer. Hiermee wil de partij mensen die lang of zwaar hebben gewerkt de mogelijkheid bieden eerder met pensioen te gaan, zonder financiële nadelen. Dit voorstel is concreet en onderscheidt zich als het belangrijkste standpunt van 50PLUS over vroeg pensioen.
50PLUS vindt dat mensen met een zwaar beroep of een lang arbeidsverleden niet verplicht moeten worden tot hun AOW-leeftijd door te werken. Het recht op een vervroegde uitkering ("AOW-light") biedt deze groep de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken, waarmee wordt ingespeeld op de fysieke en mentale belasting van langdurig of zwaar werk.
BIJ1 vindt dat mensen in zware beroepen eerder met pensioen moeten kunnen en dat niemand na de AOW-leeftijd noodgedwongen hoeft door te werken. Ze willen de RVU-heffing afschaffen zodat vroegpensioen via cao’s beter mogelijk wordt, en pleiten voor ruimhartige vroegpensioenregelingen voor werknemers in sectoren die door de energietransitie verdwijnen. Hun visie is gericht op sociale rechtvaardigheid en het erkennen van ongelijkheid in levensverwachting en arbeidsbelasting.
BIJ1 wil dat mensen in zware beroepen eerder kunnen stoppen met werken, omdat zij gemiddeld korter leven. De partij ziet de huidige Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) als een eerste stap, maar wil verder gaan door de RVU-heffing volledig af te schaffen. Dit moet het mogelijk maken om via cao’s hogere bedragen of een vroegere ingangsdatum voor vroegpensioen af te spreken.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
Voor werknemers in fossiele sectoren die hun baan verliezen door de energietransitie, wil BIJ1 een ruimhartig recht op vroegpensioen. Dit wordt gefinancierd uit een klimaatfonds, gevuld met vermogensbelasting en afroming van fossiele winsten.
“Werknemers die de pensioenleeftijd naderen krijgen een ruimhartig recht op vroegpensioen, gefinancierd uit het klimaatfonds dat wordt gevuld door vermogensbelasting en afroming van fossiele winsten.”
JA21 heeft geen expliciet beleid voor een algemeen "vroeg pensioen", maar richt zich op het waarborgen van een solide en begrijpelijk pensioenstelsel, met aandacht voor flexibiliteit rond pensionering. De partij wil onder meer dat werknemers bij pensionering tot 10% van hun ouderdomspensioen in één keer kunnen opnemen en deeltijd werken met behoud van pensioen mogelijk maken. Vroegpensioenregelingen of het verlagen van de pensioenleeftijd worden niet concreet genoemd.
JA21 wil het pensioenstelsel flexibeler maken door werknemers de mogelijkheid te geven een deel van hun pensioen ineens op te nemen en deeltijd werken met behoud van pensioen te faciliteren. Dit moet inspelen op verschillende behoeften rond het moment van pensionering, maar betreft geen specifiek beleid voor vervroegd uittreden.
De Partij voor de Dieren wil het pensioenstelsel eerlijker en flexibeler maken, met bijzondere aandacht voor mensen met zware beroepen en keuzevrijheid rond de pensioenleeftijd. Ze pleiten voor een lagere AOW-leeftijd voor mensen met een zwaar beroep, verhoging van de AOW-uitkering, en meer mogelijkheden om eerder of gedeeltelijk met pensioen te gaan.
De PvdD vindt dat mensen met een zwaar beroep eerder recht moeten krijgen op AOW en dat iedereen meer keuzevrijheid moet hebben om eerder of gedeeltelijk te stoppen met werken. Dit moet zorgen voor een eerlijker pensioenstelsel dat beter aansluit bij de verschillende levenslopen en behoeften van mensen.
“Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
De partij wil dat werknemers meer zeggenschap krijgen over hun pensioen, waaronder investeringen en beloningsbeleid, zodat het pensioenstelsel transparanter en eerlijker wordt. Dit raakt indirect aan vroegpensioen doordat het de betrokkenheid en invloed van werknemers op hun pensioen vergroot.
“We democratiseren de pensioenfondsen. Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar hun pensioenpremies in worden geïnvesteerd en over het beloningsbeleid van pensioenbeheerders.”
De SGP erkent dat niet iedereen in staat is om tot de verhoogde pensioenleeftijd door te werken, vooral mensen met zware beroepen. Daarom wil de partij de mogelijkheid tot vroegtijdig stoppen met werken via de regeling voor vervroegd uittreden (RVU) behouden, mits deze gericht en afgebakend is. Daarnaast pleit de SGP voor een sterkere koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting, zodat deze ook kan dalen als de levensverwachting daalt.
De SGP vindt het belangrijk dat mensen met zware beroepen niet verplicht worden tot hun pensioenleeftijd door te werken als dat fysiek of mentaal niet haalbaar is. De partij wil daarom de regeling voor vervroegd uittreden (RVU) behouden, maar wel in een gerichte en afgebakende vorm, zodat deze alleen beschikbaar is voor wie het echt nodig heeft.
“Ook blijft de mogelijkheid bestaan om vroegtijdig te stoppen met werk, via de regeling voor vervroegd uittreden (RVU), mits deze gericht en afgebakend vormgegeven wordt.”
De SGP signaleert dat de levensverwachting minder snel stijgt en wil dat de pensioenleeftijd niet automatisch blijft stijgen, maar juist ook kan dalen als de levensverwachting daalt. Dit moet zorgen voor een eerlijker en flexibeler pensioenstelsel dat beter aansluit bij de realiteit.
“Na jarenlange stijging groeit de levensverwachting de laatste jaren minder snel. Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
Volt doet geen concrete voorstellen voor een regeling rond "vroeg pensioen" of het eerder kunnen stoppen met werken. Hun pensioenbeleid richt zich op een pan-Europees pensioenstelsel, een basispensioen voor alle werkenden, en het toekomstbestendig maken van het huidige stelsel, maar noemt nergens expliciet de mogelijkheid of voorwaarden voor vervroegd pensioen.
Volt wil het pensioenstelsel moderniseren door Europese samenwerking en een basispensioen voor alle werkenden, maar gaat niet in op vroegpensioenregelingen of het recht op eerder stoppen met werken. De nadruk ligt op solidariteit, eenvoud en toegankelijkheid, niet op flexibiliteit in pensioenleeftijd.
BBB vindt dat mensen na een leven van hard werken moeten kunnen rekenen op een fatsoenlijk pensioen en wil de mogelijkheid tot eerder (deeltijd) pensioen rondom de AOW-leeftijd onderzoeken. Het belangrijkste concrete voorstel is een onderzoek naar vrijwillige deeltijd-AOW vanaf twee jaar vóór tot vijf jaar ná de standaard AOW-leeftijd, afhankelijk van levensloop en beroep.
BBB wil mensen meer flexibiliteit geven om eerder met (deeltijd) pensioen te gaan, afhankelijk van hun persoonlijke situatie en beroep. Dit moet het mogelijk maken om, op vrijwillige basis, tot twee jaar vóór de standaard AOW-leeftijd al (deels) te stoppen met werken, wat tegemoetkomt aan mensen met zware beroepen of een lange arbeidsloopbaan.
“Onderzoek deeltijd AOW. Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
NSC erkent het belang van vroegpensioen voor mensen met zware beroepen en wil dat het mogelijk blijft om eerder te stoppen met werken voor deze groep. Ze zien het Vroegpensioenakkoord als basis en benadrukken het belang van duurzame inzetbaarheid zodat mensen gezond langer kunnen doorwerken, maar met ruimte voor maatwerk bij zware beroepen.
NSC vindt dat mensen met zware beroepen de mogelijkheid moeten houden om eerder met pensioen te gaan, omdat niet iedereen gezond langer kan doorwerken. Ze zijn trots op het bestaande Vroegpensioenakkoord en willen dit als uitgangspunt blijven hanteren.
“Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan. We zijn er trots op dat het Vroegpensioenakkoord gesloten is en beschouwen dat als basis.”
De PVV wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, zodat mensen eerder met pensioen kunnen gaan. Dit is het enige concrete en onderscheidende voorstel in het verkiezingsprogramma met betrekking tot vroeg pensioen. Andere relevante beleidsmaatregelen of standpunten over vroegpensioen ontbreken.
De PVV vindt dat mensen recht hebben op een eerder pensioen en wil daarom de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar. Hiermee wil de partij ouderen tegemoetkomen die vaak hun hele leven hebben gewerkt en nu eerder van hun pensioen willen genieten.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma