BVNL wil de vennootschapsbelasting (vpb) vervangen door een vlaktaks van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000. Dit betekent dat de huidige vpb wordt afgeschaft en bedrijven voortaan onder het vlaktakssysteem vallen, waarmee BVNL streeft naar een eenvoudiger en lager belastingregime voor ondernemers.
BVNL stelt voor om de vpb af te schaffen en te vervangen door een vlaktaks van 25% op alle vormen van inkomen, inclusief winst uit onderneming en vermogen. Dit moet het vestigingsklimaat verbeteren, de belastingdruk verlagen en het belastingstelsel vereenvoudigen. De vlaktaks wordt geleidelijk ingevoerd, waarbij eerst fors wordt gesneden in de overheidsuitgaven.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“Invoeren van een vlaktaks met een vast percentage van circa 25% op arbeid en winst en een belastingvrije voet van € 20.000,-. De vlaktaks wordt geleidelijk ingevoerd en er wordt eerst fors gesneden in de overheidsuitgaven.”
JA21 wil het Nederlandse belastingstelsel voor vermogen en ondernemerschap drastisch vereenvoudigen door box 2 volledig af te schaffen en het aanmerkelijk belang voortaan in box 3 te belasten. Hiermee verdwijnt de vennootschapsbelasting (vpb) als aparte heffing op het niveau van de BV voor aanmerkelijkbelanghouders, wat volgens JA21 ondernemerschap stimuleert en het stelsel eerlijker en eenvoudiger maakt.
JA21 stelt voor om box 2 volledig af te schaffen en het aanmerkelijk belang (zoals aandelen in de eigen BV) voortaan in box 3 te belasten. Dit betekent dat de vpb-heffing op het niveau van de BV voor aanmerkelijkbelanghouders verdwijnt, en dat het inkomen uit deze aandelen direct in box 3 wordt belast. De partij vindt het huidige systeem te complex en wil zo ondernemerschap stimuleren en het belastingstelsel vereenvoudigen.
“We vereenvoudigen het belastingstelsel door box 2 af te schaffen en aanmerkelijk belang te belasten in box 3, wat ook ondernemerschap stimuleert.”
“Box 2 volledig afschaffen.”
“Aanmerkelijk belang (bijv. aandelen in eigen BV) voortaan belasten in box 3. De gebruikelijkloonregeling vervalt daarmee ook.”
FVD wil de vennootschapsbelasting (VPB) voor het mkb verlichten door de grens voor het hoge VPB-tarief te verhogen naar €1 miljoen. Hiermee wil de partij voorkomen dat bedrijven worden "bestraft" voor het maken van winst en ondernemerschap stimuleren. Het voorstel is onderdeel van een bredere visie op lagere en eenvoudigere belastingen om economische groei en investeringen te bevorderen.
FVD stelt voor de grens voor het hoge tarief in de vennootschapsbelasting te verhogen naar €1 miljoen. Dit moet ervoor zorgen dat vooral het mkb minder snel met het hoge tarief wordt geconfronteerd, waardoor winst maken niet wordt ontmoedigd en bedrijven meer ruimte krijgen om te groeien. De partij ziet dit als een manier om ondernemerschap te stimuleren en het belastingstelsel eerlijker te maken voor kleinere bedrijven.
GroenLinks-PvdA wil de vennootschapsbelasting (vpb) verhogen voor grote bedrijven en multinationals, met als doel de opbrengsten te gebruiken voor woningbouw en lastenverlichting voor burgers. De partij richt zich op het eerlijker belasten van bedrijven, zodat de lastenverdeling rechtvaardiger wordt en de samenleving als geheel profiteert.
GroenLinks-PvdA vindt dat grote bedrijven en multinationals meer vennootschapsbelasting moeten betalen, omdat zij nu relatief weinig bijdragen aan de samenleving. De extra opbrengsten uit deze verhoging worden ingezet voor maatschappelijke doelen zoals woningbouw en lastenverlichting voor werkenden.
“We verhogen de vpb voor grote bedrijven en multinationals. De opbrengsten zetten we in voor woningbouw en lastenverlichting, waardoor mensen meer overhouden van hun loon.”
NSC benoemt in haar verkiezingsprogramma nauwelijks expliciet de vennootschapsbelasting (vpb). Het programma bevat geen concrete voorstellen tot verhoging, verlaging of aanpassing van het vpb-tarief, noch duidelijke beleidsmaatregelen specifiek gericht op de vpb. Wel wordt er gesproken over het creëren van een gelijk speelveld tussen private equity en familiebedrijven, waarbij impliciet fiscale aspecten (waaronder mogelijk de vpb) een rol spelen.
NSC wil fiscale voordelen van private equity terugdringen en de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) toespitsen op familiebedrijven, om zo een eerlijker concurrentiepositie te creëren. Hoewel de vpb niet expliciet wordt genoemd, raakt dit standpunt aan de fiscale behandeling van ondernemingen en kan het indirect gevolgen hebben voor de vpb-heffing.
“We zorgen ervoor dat er een gelijk speelveld ontstaat tussen deze twee groepen en zullen dus een aantal belastingvoordelen van private equity terugdringen. De fiscale Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) spitsen we toe op datgene waarvoor zij bedoeld is: het waarborgen van de continuïteit van familiebedrijven die van waarde zijn voor Nederland.”
De Partij voor de Dieren wil het belastingstelsel hervormen zodat bedrijven met een maatschappelijk doel minder belasting betalen dan andere bedrijven. Ze pleiten voor een nieuw type rechtsvorm voor deze bedrijven, waarmee ze een lagere vennootschapsbelasting (vpb) krijgen dan reguliere ondernemingen. Dit past in hun bredere visie om duurzaamheid en maatschappelijke waarde boven winstmaximalisatie te stellen.
De PvdD wil bedrijven met een maatschappelijk doel stimuleren door hen een nieuwe rechtsvorm te geven die recht geeft op een lager vpb-tarief. Hiermee willen ze sociaal en duurzaam ondernemerschap aantrekkelijker maken en het aandeelhoudersmodel hervormen. Dit voorstel adresseert direct de vennootschapsbelasting en is bedoeld om maatschappelijke waardecreatie te bevorderen.
“Bedrijven met een maatschappelijk doel krijgen een nieuwe rechtsvorm en betalen daarmee minder belasting dan andere bedrijven.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma