De PVV is fel tegen het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen en wil deze praktijk volledig afschaffen. Zij stellen dat dit leidt tot discriminatie van Nederlanders en willen dat statushouders nooit meer, ook niet met urgentie, voorrang krijgen op sociale huurwoningen. Daarnaast wil de PVV de gemeentelijke taakstelling voor verplichte huisvesting van statushouders schrappen.
De PVV vindt het onacceptabel dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen, omdat dit volgens hen ten koste gaat van Nederlanders die lang op een woning wachten. Zij beschouwen deze voorrang als discriminatie en willen dat statushouders geen enkele vorm van urgentie of voorrang meer krijgen bij woningtoewijzing.
“Nooit meer voorrang op sociale huurwoningen voor statushouders – ook niet met urgentie”
“Sinds 2010 zijn er al zo’n 190.000 sociale huurwoningen mét voorrang aan statushouders weggegeven – zonder dat zij iets aan dit land hebben bijgedragen. Ondertussen staan de Nederlanders steeds langer op de wachtlijst staan: tien, vijftien, soms wel twintig jaar. Dit is pure discriminatie en onacceptabel.”
“In de Tweede Kamer is het PVV-voorstel aangenomen dat ervoor zorgt dat statushouders nooit meer voorrang krijgen – ook niet met urgentie.”
“1. Nooit meer voorrang op sociale huurwoningen voor statushouders – ook niet met urgentie”
De PVV wil dat gemeenten niet langer verplicht zijn om statushouders te huisvesten, waarmee ze de wettelijke taakstelling willen afschaffen. Dit moet ervoor zorgen dat gemeenten niet meer gedwongen worden om statushouders voorrang te geven op de woningmarkt.
De PVV koppelt het recht op verblijf aan het gedrag van statushouders, specifiek bij fraude (zoals illegale onderverhuur) of het weigeren van een woning. In zulke gevallen willen zij dat de verblijfsvergunning direct wordt ingetrokken.
“Statushouders die frauderen (zoals illegale onderverhuur), op vakantie gaan naar het land van herkomst of werk of een woning weigeren, raken direct hun verblijfsvergunning kwijt”
“Frauderende statushouders die een sociale huurwoning illegaal onderverhuren, betalen alles wat zij daarmee verdiend hebben terug en verliezen hun verblijfsvergunning”
“Deze fraudeurs moeten alles wat ze met deze illegale praktijken hebben binnengeharkt terugbetalen; hun verblijfsstatus wordt meteen ingetrokken.”
FVD is uitgesproken tegen het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen en pleit ervoor dat Nederlanders altijd voorrang krijgen op de woningmarkt. Hun belangrijkste concrete voorstel is het volledig stoppen van de huisvesting van statushouders in sociale woningen en het afschaffen van voorrangsregelingen voor deze groep, zodat Nederlanders prioriteit krijgen bij woningtoewijzing.
FVD vindt dat het huidige beleid, waarbij statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen, oneerlijk is tegenover Nederlanders die op een wachtlijst staan. Zij willen deze voorrang volledig afschaffen en expliciet Nederlanders voorrang geven, om zo de druk op de woningmarkt voor de eigen bevolking te verlichten.
“We stoppen de huisvesting van statushouders in sociale woningen en geven voorrang op wachtlijsten aan Nederlanders.”
“We stoppen met het huisvesten van statushouders in de sociale sector en geven Nederlanders altijd voorrang.”
“Statushouders krijgen geen voorrang meer in de sociale sector – Nederlanders gaan voor.”
“Sociale huurwoningen worden beperkt, met voorrang voor Nederlanders boven statushouders.”
FVD wil ook bij nieuwbouwprojecten en koopwoningen expliciet voorrang geven aan Nederlanders, zodat zij beter toegang krijgen tot de woningmarkt en niet worden verdrongen door statushouders.
De VVD wil de wettelijke voorrang voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen volledig afschaffen, omdat zij dit onrechtvaardig vinden tegenover andere woningzoekenden. In plaats daarvan stelt de partij voor om statushouders tijdelijke, sobere flexwoningen aan te bieden, zodat reguliere woningzoekenden niet langer worden benadeeld. Gemeenten mogen geen voorrang meer geven aan statushouders, maar behouden wel de mogelijkheid om andere urgente gevallen voorrang te geven.
De VVD vindt het oneerlijk dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen, omdat dit ten koste gaat van andere woningzoekenden die vaak al jaren wachten. Daarom wil de partij de wettelijke taakstelling voor huisvesting van statushouders afschaffen en een verbod op voorrang invoeren. Dit moet de wachtlijsten eerlijker maken en het gevoel van rechtvaardigheid bij woningzoekenden herstellen.
“Wij verbieden de voorrang voor statushouders. Voor statushouders kan met flexwoningen tijdelijke woonruimte worden aangeboden om een eerste stap uit het azc te zetten.”
“Het is oneerlijk dat statushouders soms worden voorgetrokken bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Daarom schaffen wij de wettelijke taakstelling van gemeenten om statushouders te moeten huisvesten af, en stellen wij een verbod op voorrang voor statushouders in.”
“Diverse voorrangsposities in de sociale sector zijn onrechtvaardig tegenover alle andere woningzoekenden. We verbieden de voorrang voor statushouders.”
In plaats van reguliere sociale huurwoningen krijgen statushouders toegang tot tijdelijke, sobere flexwoningen. Hiermee wil de VVD de druk op de reguliere woningmarkt verminderen en voorkomen dat statushouders structureel voorrang krijgen op andere woningzoekenden.
DENK spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit voor of tegen het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van woningen. Het programma benadrukt vooral het belang van een eerlijke toegang tot de woningmarkt voor iedereen en het bestrijden van woningmarktdiscriminatie, zonder specifieke maatregelen te benoemen die statushouders voorrang geven. Concrete voorstellen richten zich op het versnellen van procedures, het vergroten van het woningaanbod en het tegengaan van discriminatie, maar niet op het prioriteren van statushouders.
DENK benoemt nergens expliciet dat statushouders voorrang moeten krijgen op de woningmarkt, noch dat zij dit willen beperken of afschaffen. De partij legt de nadruk op gelijke behandeling en het bestrijden van discriminatie, zonder onderscheid te maken tussen verschillende groepen woningzoekenden.
Hoewel er geen expliciet beleid is voor voorrang op woningen, wil DENK wel dat statushouders snel kunnen meedoen in de samenleving, onder andere door snel te kunnen werken en te integreren.
“Vluchtelingen en statushouders horen zo snel mogelijk het recht te krijgen om te werken zodat ze hun eigen inkomen kunnen verdienen.”
“Versnelde procedures, zonder afbraak van menswaardigheid. We investeren in de IND, het COA en gemeentelijke uitvoering om procedures te versnellen. Vluchtelingen krijgen zo snel mogelijk de noodzakelijke documenten en registraties om mee te kunnen doen, de achterstanden op dit gebied worden snel weggewerkt.”
De SP spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit over het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen. In plaats daarvan richt de partij zich op het eerlijk verdelen van vluchtelingen over alle gemeenten, het tegengaan van concentratie in arme wijken, en het bevorderen van gemengde buurten. Concrete beleidsvoorstellen over voorrang voor statushouders ontbreken; de nadruk ligt op spreiding en gelijke kansen voor alle woningzoekenden.
De SP wil dat de opvang en huisvesting van vluchtelingen eerlijk over alle gemeenten wordt verdeeld, zodat niet alleen arme wijken en gemeenten de lasten dragen. Dit moet spanningen voorkomen en bijdragen aan sociale samenhang, zonder expliciet te kiezen voor voorrang van statushouders boven andere woningzoekenden.
“De opvang van vluchtelingen moet eerlijk verdeeld worden over gemeenten. Dat lijkt logisch, maar vluchtelingen worden nu vaak opgevangen en gehuisvest in arme buurten en gemeenten. Dan moet je niet gek opkijken wanneer er spanningen ontstaan, want daar zijn vaak al veel problemen en wonen vaak al veel meer migranten.”
“We maken een eind aan deze oneerlijke praktijken door de rijkste gemeenten en wijken hun eerlijke deel te laten bijdragen.”
De SP wil segregatie tegengaan door nieuwkomers, waaronder statushouders, ook in rijkere gemeenten en buurten te huisvesten. Dit beleid is gericht op het voorkomen van concentratie van kwetsbare groepen en het bevorderen van gelijke kansen, niet op het geven van voorrang aan statushouders.
“In rijkere gemeenten en buurten wordt ook voldoende ruimte gemaakt voor de huisvesting van nieuwkomers. Zo voorkomen we dat vluchtelingen onevenredig vaak terechtkomen in buurten waar veel problemen zijn.”
De SP pleit expliciet voor voorrang bij sociale huurwoningen voor dakloze mensen, ongeacht hun situatie, maar noemt statushouders niet als aparte voorrangsgroep.
“We maken daarom wettelijk mogelijk dat alle dakloze mensen, ongeacht hun situatie, voorrang krijgen bij de toewijzing van sociale huurwoningen.”
BIJ1 spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit over het geven van voorrang aan statushouders bij het toewijzen van woningen of andere voorzieningen. In plaats daarvan pleit de partij voor gelijke toegang tot basisvoorzieningen voor iedereen, ongeacht verblijfsstatus, en benadrukt zij het recht op huisvesting voor alle mensen, inclusief vluchtelingen en ongedocumenteerden. Concrete voorstellen over voorrang voor statushouders ontbreken; de focus ligt op inclusiviteit en het afschaffen van uitsluitingsmechanismen.
BIJ1 verwerpt het idee van voorrang voor specifieke groepen zoals statushouders en pleit juist voor universele toegang tot huisvesting en basisvoorzieningen, ongeacht verblijfsstatus. Het probleem van uitsluiting wordt aangepakt door het recht op wonen en voorzieningen voor iedereen centraal te stellen, waarmee het onderscheid tussen statushouders en andere groepen wordt opgeheven.
“Iedereen krijgt gelijke toegang tot basisvoorzieningen, ongeacht verblijfsstatus. Mensen hebben recht op daklozenopvang, medische zorg, voedselbanken, passend werk en gratis taallessen tot C1-niveau.”
“Er komt structurele doorstroom van AZC’s naar vaste woningen: wonen is een recht van iedereen.”
“De Koppelingswet, die mensen zonder verblijfsvergunning uitsluit van voorzieningen, wordt afgeschaft.”
Het CDA kiest niet expliciet voor voorrang voor statushouders bij huisvesting, maar benadrukt wel de plicht van gemeenten om statushouders te huisvesten en de Spreidingswet uit te voeren. Het CDA wil dat gemeenten solidair zijn in de opvang en huisvesting van statushouders, maar noemt nergens dat statushouders structureel voorrang krijgen boven andere woningzoekenden. De partij legt de nadruk op integratie, taal, werk en het bieden van eerlijke kansen, zonder expliciet beleid van voorrang op de woningmarkt.
Het CDA vindt dat alle gemeenten solidair moeten bijdragen aan de opvang en huisvesting van statushouders, onder meer door uitvoering van de Spreidingswet. Dit betekent dat gemeenten verplicht worden statushouders te huisvesten, maar het programma spreekt niet over structurele voorrang boven andere woningzoekenden. De nadruk ligt op het eerlijk verdelen van de verantwoordelijkheid, niet op het bevoordelen van statushouders ten opzichte van andere groepen.
“Gemeenten tonen solidariteit met Ter Apel en dragen allemaal naar vermogen bij aan asielopvang en de huisvesting van statushouders. Daarom zetten we de Spreidingswet door.”
Het CDA stelt de woningzoekende centraal en noemt het belang van bouwen voor jongeren, starters en specifieke doelgroepen, maar noemt statushouders niet als groep die voorrang krijgt. Het beleid richt zich op het vergroten van het woningaanbod voor iedereen, zonder uitzonderingspositie voor statushouders.
JA21 wil de voorrangsregeling en wettelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders volledig afschaffen. Volgens JA21 zorgt de huidige voorrang voor statushouders voor langere wachttijden voor eigen inwoners en verergert het de woningnood. De partij pleit daarom voor het beëindigen van deze voorrangspositie, zodat Nederlanders niet langer achtergesteld worden op de woningmarkt.
JA21 is fel tegen het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Zij stellen dat deze regeling de woningnood vergroot en Nederlandse woningzoekenden benadeelt. Door de voorrangsregeling en taakstelling af te schaffen, wil JA21 de druk op de woningmarkt voor eigen inwoners verlichten.
“Afschaffen voorrangsregeling en wettelijke taakstellingen voor gemeenten met betrekking tot de huisvesting van statushouders.”
“In de regel vervolgens statushouder, waarna zij op grond van verplichte taakstellingen voor gemeenten met voorrang worden gehuisvest, wat de woningnood verder doet oplopen en ervoor zorgt dat eigen inwoners langer op de wachtlijst voor een sociale huurwoning staan.”
“Intussen krijgen nieuwkomers in ons land voorrang op de schaarse woningen die wel beschikbaar zijn.”
De Partij voor de Dieren wil dat statushouders en vluchtelingen evenredig en rechtvaardig over gemeenten worden verdeeld, waarbij ook rijkere gemeenten hun aandeel leveren. Er wordt niet expliciet gepleit voor absolute voorrang van statushouders op de woningmarkt, maar wel voor zorgvuldige huisvesting en integratie, met aandacht voor mengvormen en begeleiding. Het programma benadrukt het belang van voldoende woonruimte voor iedereen, zonder directe uitspraken over het structureel voorrang geven aan statushouders boven andere woningzoekenden.
De PvdD vindt dat statushouders en vluchtelingen zorgvuldig gehuisvest moeten worden, met een eerlijke spreiding over alle gemeenten, inclusief rijkere gemeenten. Dit moet bijdragen aan betere integratie en wederzijds begrip, maar het programma spreekt zich niet uit over het structureel voorrang geven aan statushouders boven andere groepen op de woningmarkt.
“De huisvesting van statushouders en vluchtelingen vindt zorgvuldig plaats: we zorgen voor evenredige en rechtvaardige verdeling over gemeenten, waar het kan op wijkniveau. Dat betekent dat ook rijkere gemeenten hun eerlijke aandeel leveren.”
“Daarnaast zetten we in op kleinschalige mengvormen waarbij bijvoorbeeld studenten en nieuwkomers een wooncomplex delen, en projecten waarbij vluchtelingen met een bepaalde beroepsachtergrond worden gekoppeld aan potentiële lokale werkgevers. Hier zorgen we voor voldoende begeleiding, zodat dit leidt tot betere integratie en wederzijds begrip in de wijk.”
Hoewel het programma veel aandacht besteedt aan het verkorten van wachtlijsten en het creëren van meer woonruimte, wordt nergens expliciet gepleit voor structurele voorrang van statushouders op de sociale huurmarkt ten koste van andere woningzoekenden. De focus ligt op het vergroten van het aanbod en het bevorderen van doorstroming.
“Dat mensen nu soms vijftien jaar moeten wachten op een sociale huurwoning is onacceptabel. Door meer woonruimte te creëren en doorstroming te bevorderen, verkorten we de wachtlijsten.”
BBB wil een einde maken aan de voorrang van statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen; iedereen, inclusief statushouders, moet volgens hen gelijk behandeld worden en achteraan in de rij aansluiten. Ze vinden het onacceptabel dat Nederlandse woningzoekenden langer moeten wachten doordat nieuwkomers direct worden gehuisvest. BBB stelt daarom voor om de bestaande voorrangsregeling voor statushouders volledig af te schaffen.
BBB vindt het onrechtvaardig dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen, terwijl veel Nederlanders lang moeten wachten. Ze willen dat iedereen, ongeacht achtergrond, op gelijke wijze in aanmerking komt voor een woning, zodat het principe van gelijke behandeling wordt gewaarborgd en de druk op de woningmarkt eerlijker wordt verdeeld.
“BBB maakt een einde aan voorrang voor statushouders bij het toekennen van sociale huurwoningen. Iedereen sluit achteraan in de rij van woningzoekers, ook statushouders.”
“Het is onverteerbaar dat jonge Nederlanders jarenlang wachten op een woning, terwijl nieuwkomers direct worden gehuisvest.”
De ChristenUnie vindt dat gemeenten verplicht moeten blijven om statushouders te huisvesten, maar dat het geven van voorrang aan statushouders bij huisvesting alleen mag als er een realistisch alternatief is om te voorkomen dat de asielketen vastloopt. Ze erkennen de spanning tussen de opvang van statushouders en de druk op de woningmarkt, en willen dat voorrang voor statushouders niet standaard is, maar afhankelijk van de situatie.
De ChristenUnie stelt dat alle gemeenten statushouders moeten blijven huisvesten, als onderdeel van een eerlijke spreiding en integratie. Dit is bedoeld om te zorgen voor voldoende opvang en om te voorkomen dat statushouders te lang in opvanglocaties blijven.
“Ook blijven alle gemeenten verplicht om statushouders te huisvesten.”
De partij vindt dat voorrang voor statushouders bij huisvesting alleen mag als het echt nodig is om de asielketen niet te laten vastlopen, en dus niet als standaardbeleid. Dit standpunt erkent de maatschappelijke discussie over de druk op de woningmarkt en zoekt naar een balans tussen opvang en draagvlak.
“Voorrang van huisvesting van statushouders kan alleen vervallen als een realistisch alternatief wordt geboden, waardoor de asielketen niet laat vastloopt.”
D66 benoemt statushouders expliciet als doelgroep binnen het woonbeleid, maar doet geen concrete voorstellen voor voorrang bij toewijzing van woningen. Het programma benadrukt het basisrecht op wonen voor statushouders en het belang van doorstroming op de woningmarkt, zonder specifieke voorrangsmaatregelen te noemen. D66 kiest voor een inclusieve benadering waarbij statushouders gelijk worden behandeld aan andere groepen met woonbehoefte.
D66 erkent statushouders als groep met recht op huisvesting, maar noemt geen expliciete voorrang of voorkeursbehandeling. Het beleid is gericht op toegankelijkheid en gelijke kansen voor alle woningzoekenden, waaronder statushouders, starters en senioren.
“Wonen is een basisrecht, of je nu starter of senior, student of statushouder bent.”
D66 wil de woningmarkt in beweging krijgen door doorstroming te stimuleren, zodat er ook plek vrijkomt voor jongeren, gezinnen en statushouders. Er wordt geen specifieke voorrang voor statushouders genoemd, maar zij worden wel als doelgroep meegenomen in het beleid om woonruimte toegankelijker te maken.
“We helpen oudere mensen om een nieuwe woning te vinden, zodat er ook plek vrijkomt voor jongeren en gezinnen.”
GroenLinks-PvdA wil de voorrangsregeling voor statushouders bij sociale huurwoningen herstellen naar het niveau van vóór recente aanscherpingen. Zij zien het tekort aan betaalbare woningen niet als reden om kwetsbare groepen, waaronder statushouders, uit te sluiten van voorrang, maar pleiten juist voor meer betaalbare woningen voor iedereen.
GroenLinks-PvdA wil dat statushouders weer voorrang krijgen bij de toewijzing van sociale huurwoningen, zoals dat eerder het geval was. Zij keren zich tegen recente beperkingen op deze voorrangsregeling en benadrukken dat het woningtekort niet mag leiden tot uitsluiting van kwetsbare groepen.
“We draaien de aanscherpingen van de voorrangsregeling voor statushouders daarom terug.”
“Het tekort aan betaalbare woningen wordt gebruikt om groepen tegen elkaar op te zetten. Terwijl iedereen in hetzelfde schuitje zit. Meer betaalbaar is de oplossing, niet de uitsluiting van kwetsbare groepen.”
De SGP is kritisch over het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen, omdat dit volgens hen bijdraagt aan het woningtekort voor andere groepen, zoals jonge stellen. Hun belangrijkste voorstel is om statushouders waar mogelijk te huisvesten in niet-zelfstandige woonruimten, zodat de druk op de sociale woningmarkt vermindert. De SGP wil de koppeling tussen werk en huisvesting versterken en benadrukt het belang van een eerlijke verdeling van schaarse woonruimte.
De SGP vindt het onwenselijk dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen, omdat dit de kansen voor andere woningzoekenden verkleint en gezinsvorming belemmert. Zij zien dit als een belangrijke oorzaak van het woningtekort en pleiten voor een meer evenwichtige verdeling.
“Tegelijkertijd horen we van veel jonge stellen die het stichten van een gezin uitstellen omdat zij geen passende woning kunnen vinden, mede doordat statushouders voorrang krijgen.”
Om de druk op de sociale woningmarkt te verlichten, stelt de SGP voor om statushouders – waar passend – te huisvesten in niet-zelfstandige woonruimten in plaats van reguliere sociale huurwoningen. Dit moet voorkomen dat de beschikbaarheid van sociale huurwoningen verder onder druk komt te staan.
“Om te voorkomen dat de beschikbaarheid van sociale huurwoningen verder onder druk komt te staan, moet het mogelijk zijn om houders van een verblijfsvergunning – voor zover passend bij hun situatie – te huisvesten in niet-zelfstandige woonruimten.”
Volt vindt dat statushouders die nog geen woning hebben een urgentieverklaring moeten krijgen, zodat zij sneller een huis kunnen vinden en kunnen beginnen met hun nieuwe leven in Nederland. Volt pleit voor een eerlijke verdeling van de huisvesting van statushouders over alle gemeenten en wijken, maar noemt geen absolute voorrang boven andere urgente groepen. Het beleid is gericht op het versnellen van de doorstroom uit asielzoekerscentra en het bieden van gelijke kansen aan statushouders als andere urgente woningzoekenden.
Volt wil dat statushouders die nog geen woning hebben een urgentieverklaring krijgen, zodat zij na lang wachten eindelijk kunnen starten met hun integratie in Nederland. Dit moet ook de druk op asielzoekerscentra verlichten. Het voorstel is specifiek gericht op het versnellen van huisvesting voor statushouders, maar plaatst hen in de bredere categorie van urgente woningzoekenden.
“Ook statushouders zonder woning moeten een urgentieverklaring krijgen, zodat zij na lang wachten eindelijk daadwerkelijk een start kunnen maken met het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. Op deze wijze worden de asielzoekerscentra tevens ontlast.”
Volt vindt dat alle gemeenten en wijken eerlijk moeten bijdragen aan de huisvesting van statushouders en andere aandachtsgroepen. Dit betekent geen absolute voorrang voor statushouders, maar wel een verplichte en evenwichtige verdeling, zodat de lasten niet op enkele plekken terechtkomen.
“Volt vindt dat alle gemeenten, en de verschillende wijken hierin, eerlijk moeten bijdragen aan de huisvesting van bijzondere aandachtsgroepen en urgent woningzoekenden.”
BVNL is expliciet tegen het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Zij willen deze voorrangsregeling volledig afschaffen, zodat statushouders geen bevoorrechte positie meer hebben op de woningmarkt. Dit past binnen hun bredere visie om immigratie te beperken en de woningmarkt toegankelijker te maken voor Nederlanders.
BVNL vindt dat statushouders geen voorrang mogen krijgen op de sociale woningmarkt, omdat dit volgens hen oneerlijk is tegenover Nederlandse woningzoekenden. Door deze voorrangsregeling af te schaffen, wil BVNL de kansen voor Nederlanders op een sociale huurwoning vergroten en de druk op de woningmarkt verminderen.
“Geen voorrang meer voor een sociale woning voor statushouders.”
NSC vindt het onrechtvaardig dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen en wil deze voorrang afschaffen. Statushouders mogen alleen nog op andere gronden in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, waarmee NSC de wachttijden voor andere woningzoekenden wil verkorten en het gevoel van rechtvaardigheid wil herstellen.
NSC stelt dat het niet eerlijk is dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen terwijl andere woningzoekenden lang moeten wachten. Door deze voorrang te verbieden, wil NSC de druk op de sociale woningmarkt eerlijker verdelen en het draagvlak voor het asielbeleid vergroten. Statushouders kunnen nog wel op andere gronden een woning krijgen, maar niet meer automatisch vanwege hun status.
“Het is onrechtvaardig als statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen terwijl de wachttijden voor andere woningzoekenden oplopen. Daarom stellen we een verbod op voorrang van statushouders in bij toewijzing van een sociale huurwoning. Statushouders kunnen wel op andere gronden voor een sociale huurwoning in aanmerking komen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma