JA21 positioneert zich scherp tegenover partijen als Volt en GroenLinks door hun nadruk op nationale soevereiniteit, minder EU-invloed, pragmatisch klimaatbeleid en behoud van Nederlandse normen en waarden. Waar Volt en GroenLinks kiezen voor meer Europese integratie en ambitieuze klimaatdoelen, pleit JA21 juist voor minder Brusselse bemoeienis, betaalbare energie (met kernenergie als speerpunt) en het loslaten van nationale klimaatdoelen die verder gaan dan Europese afspraken. JA21 verwerpt symboolpolitiek en kiest voor concrete, rendabele oplossingen die het Nederlandse belang centraal stellen.
JA21 verzet zich tegen verdere Europese integratie en wil nationale zeggenschap behouden, in tegenstelling tot Volt en GroenLinks die juist meer EU willen. Dit standpunt is fundamenteel in het onderscheid met deze partijen.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan. Nederlanders zijn vrij om hun eigen regels te bepalen en hun eigen keuzes te maken. JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
JA21 kiest voor een pragmatische benadering van klimaat en energie, met focus op betaalbaarheid en betrouwbaarheid, en verzet zich tegen nationale klimaatmaatregelen bovenop Europese regels. Dit contrasteert met de vergaande klimaatambities van Volt en GroenLinks.
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Voor kernenergie kiezen in plaats van windturbines en zonneparken.”
“Geen belastingen als pressiemiddel om Nederlanders een andere, ‘duurzamere’ levensstijl op te dringen.”
JA21 bekritiseert het beleid van partijen als Volt en GroenLinks als symboolpolitiek en ideologisch gedreven, en stelt daar realisme en rendabiliteit tegenover.
“De huidige klimaatdoelstellingen zijn vaak onrealistisch en leveren twijfelachtig resultaat op. JA21 kiest daarom voor een nuchtere en realistische koers.”
“Duurzaamheid alleen ondersteunen als het rendeert.”
“JA21 kiest voor een koers waarin gezond verstand, rechtszekerheid en economische ruimte centraal staan.”
JA21 benadrukt het belang van Nederlandse normen en waarden en het behoud van nationale identiteit, wat contrasteert met het internationalistische en multiculturele perspectief van Volt en GroenLinks.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid... Nederlanders zijn vrij om hun eigen regels te bepalen en hun eigen keuzes te maken.”
“Een betrokken overheid die de Nederlandse normen en waarden uitdraagt en de klassieke vrijheidsrechten als de vrijheid van meningsuiting met hand en tand verdedigt.”
BBB positioneert zich duidelijk tegenover het klimaat- en Europa-beleid van partijen als Volt en GroenLinks, die zij verwijten te kiezen voor ideologisch en onrealistisch beleid. BBB pleit voor een nuchter, haalbaar en betaalbaar klimaatbeleid zonder extra nationale koppen op Europees beleid, en verzet zich tegen doorgeschoten regelgeving en hoge lasten voor burgers en bedrijven. Hun kernvoorstellen zijn het terugdraaien van extra CO₂-heffingen, een pauze op windenergie, en het behouden van fossiele energie tot er betrouwbare alternatieven zijn.
BBB verwerpt het door haar als ideologisch bestempelde klimaatbeleid van partijen als Volt en GroenLinks, en kiest voor pragmatische, uitvoerbare maatregelen die rekening houden met economie en draagvlak. Ze willen geen nationale koppen op Europees beleid en zijn kritisch op de Green Deal en nationale uitfasering van fossiel.
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg. BBB wil bedrijven behouden voor Nederland en kiest voor verstandige, evenwichtige doelen. Want wie rood staat, kan niet groen doen.”
“Geen nationale koppen op Europees beleid.”
“Dat de Europese Unie is doorgeslagen met de Green Deal wordt inmiddels breder erkend. De afgelopen maanden zijn daarom al meerdere Brusselse voorstellen ingetrokken, gepauzeerd of afgezwakt. BBB steunt deze bijsturing, maar alleen snoeien in het woud aan duurzaamheidsregels en rapportage verplichtingen is onvoldoende.”
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
“We kiezen niet voor klimaatgekte, maar voor klimaatrealisme: beleid dat werkt, uitvoerbaar is en draagvlak heeft.”
BBB wil de extra nationale CO₂-heffing voor de industrie terugdraaien en geen onrealistische uitfasering van fossiele energie, in tegenstelling tot Volt en GroenLinks die juist voor versnelling en extra nationale maatregelen pleiten.
“Stoppen met extra CO₂-heffing voor industrie. De Nederlandse industrie staat onder grote druk door oplopende kosten, internationale concurrentie en een onzeker investeringsklimaat. BBB wil de extra nationale CO₂ heffing voor de industrie daarom terugdraaien.”
“Geen onrealistische uitfasering fossiel. We stoppen pas met fossiele energie als er echt betrouwbare en betaalbare alternatieven zijn.”
BBB wil een pauze op de uitbreiding van windenergie op land en zee, en pleit voor een herbeoordeling van elektrificatie en meer aandacht voor alternatieven zoals kernenergie en biogas. Dit contrasteert met Volt en GroenLinks, die juist inzetten op versnelling van wind- en zonne-energie.
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee. Alleen op 1 november 2025 volledig vergunde projecten worden gerealiseerd.”
“Elektrificatie opnieuw beoordelen. Slechts 20–25% van onze energiebehoefte is nu elektrisch. Grootschalige elektrificatie leidt tot congestie en hoge kosten.”
“Investering in onderzoek naar en opschaling van alternatieven. Daarbij kijken we onder andere naar (zeer) kleine modulaire kerncentrales (SMRs), decentrale biogasinstallaties, waterstofproductie en restwarmtebenutting...”
D66 positioneert zich als een sociaal-liberale partij die inzet op een groene, sociale en innovatieve samenleving, met nadruk op Europese samenwerking en burgerparticipatie. In vergelijking met Volt en GroenLinks legt D66 de nadruk op pragmatische vergroening, versnelling van de energietransitie, sociale rechtvaardigheid in klimaatbeleid, en versterking van de democratie, met concrete voorstellen zoals het versneld afbouwen van fossiele subsidies, het stimuleren van burgercoöperaties in energie, en het pleiten voor meer Europese integratie. Hun visie is gericht op een evenwicht tussen economische groei, duurzaamheid en sociale inclusie, waarbij ze zich onderscheiden door een sterke focus op uitvoerbaarheid en Europese samenwerking.
D66 kiest voor een scherpe en pragmatische aanpak van vergroening, waarbij vervuilende industrieën sneller moeten verduurzamen en fossiele subsidies versneld worden afgebouwd. Dit onderscheidt zich van GroenLinks (meer nadruk op sociale rechtvaardigheid) en Volt (meer pan-Europese aanpak), door de combinatie van economische prikkels en uitvoerbaarheid.
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
“D66 stelt duidelijke grenzen aan vervuilende industrie. Duurzaamheid is de norm en vervuiling krijgt een voorspelbare prijs: de ‘echte’ prijs.”
D66 benadrukt het belang van burgerparticipatie en lokale zeggenschap in energieprojecten, wat hen onderscheidt van Volt (meer centraal-Europees) en GroenLinks (sterkere nadruk op collectieve voorzieningen).
“Inwoners krijgen een aandeel in lokale energieprojecten. Bewoners kunnen delen in de opbrengst van energie en krijgen daar zeggenschap over via coöperaties of participatiefondsen.”
D66 pleit voor meer Europese integratie en gezamenlijke investeringen, wat aansluit bij Volt maar verder gaat dan GroenLinks, door te pleiten voor een grotere EU-begroting en gezamenlijke leningen.
D66 koppelt klimaatbeleid expliciet aan sociale rechtvaardigheid, door kwetsbare groepen te ondersteunen bij de energietransitie. Dit is een gedeeld thema met GroenLinks, maar D66 legt meer nadruk op uitvoerbaarheid en maatwerk.
D66 onderscheidt zich door een sterke focus op het versterken van democratie en burgerinvloed, met nadruk op transparantie en participatie, wat aansluit bij Volt maar met meer nadruk op nationale instituties dan GroenLinks.
Het VVD-verkiezingsprogramma noemt Volt en GroenLinks expliciet niet, maar positioneert zich scherp tegenover linkse partijen zoals GroenLinks en impliciet tegenover progressieve partijen als Volt. De VVD waarschuwt dat een "linksaf" beleid – geassocieerd met partijen als GroenLinks en Volt – leidt tot meer regels, hogere belastingen en minder ruimte voor werkenden, terwijl de VVD juist kiest voor minder regels, lagere lasten en meer waardering voor werkenden. De kern van hun visie is dat centrum-rechts beleid zorgt voor economische groei, betaalbare woningen en een samenleving waarin werken loont.
De VVD presenteert een duidelijke tegenstelling tussen hun centrum-rechtse koers en het beleid van linkse partijen als GroenLinks (en impliciet Volt), waarbij ze waarschuwen voor negatieve gevolgen van een "linksaf" beleid. Ze stellen dat links beleid leidt tot meer regels, hogere belastingen, minder ruimte voor werkenden en een vastzittende woningmarkt. De VVD positioneert zichzelf als de partij die deze trend wil keren door te kiezen voor economische groei, minder regels en meer waardering voor werkenden.
“Met deze verkiezingen staat Nederland op een tweesprong. Gaat Nederland linksaf, dan zullen werkende Nederlanders onvoldoende ruimte krijgen om zelf hun leven te leiden. Omdat ze verstikt worden door regels, of omdat die extra dienst draaien, toch niks oplevert. Er ontstaat dan een economie en een cultuur die mensen klein houdt. Die ambitie niet beloont, maar afstraft. Een oerwoud aan regels en belastingen zullen de huizenmarkt op slot en grendel zetten.”
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“Wij kiezen voor meer regie, meer doorstroming, meer huizen, maar minder regels. Een functionerende woningmarkt waar je met een normaal salaris een goed huis kunt betalen.”
De VVD zet zich af tegen het nivelleren en de herverdelingspolitiek die zij linken aan linkse partijen als GroenLinks en Volt. Ze stellen dat hun beleid juist gericht is op het belonen van werkenden en het verminderen van de lasten voor de middenklasse, in tegenstelling tot het linkse beleid dat volgens hen de lasten verhoogt en werken minder aantrekkelijk maakt.
“De VVD zet werkenden op één. Omdat zij Nederland draaiende houden. Maar daar nu te weinig waardering voor terugkrijgen. Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk.”
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De VVD wil de ingewikkelde herverdelingsmachine en bureaucratie terugdringen om werken weer te laten lonen.”
De VVD stelt dat linkse partijen als GroenLinks (en impliciet Volt) de woningmarkt vastzetten met regels en belastingen, terwijl zij juist kiezen voor minder regels, meer centrale regie en het versnellen van woningbouw om betaalbare woningen voor werkenden mogelijk te maken.
“Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken. We gaan splitsen, optoppen, transformeren en vooral: bouwen, bouwen, bouwen. Een eigen woning voor iedereen is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of een hagedis.”
“We gaan flink schrappen in bouwregels en nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten. De rem op bouwen, transformeren en herbestemmen moet eraf. Dat vraagt om centrale regie.”
“De tweede keuze die we moeten maken is of we de woningmarkt blijven vastzetten met overheid de middenklasse verstikt met belastingen en regels. Dit noemen wij de Haagse herverdelingsmachine.”
BIJ1 positioneert zich scherp tegenover partijen als Volt en GroenLinks door te pleiten voor radicale democratisering, het doorbreken van technocratisch en kapitalistisch beleid, en het centraal stellen van klimaatrechtvaardigheid en collectief eigendom. Waar Volt en GroenLinks vaak kiezen voor technocratische, marktgerichte of gematigde hervormingen, kiest BIJ1 voor onteigening van fossiele bedrijven, volledige publieke controle over energie en wonen, en directe inspraak van burgers en werkenden. Hun visie draait om het breken met groene kapitalisten en het terugpakken van macht voor gewone mensen.
BIJ1 verwerpt technocratische en marktgerichte energietransitie zoals Volt en GroenLinks die vaak voorstellen, en kiest voor radicale publieke controle en het onteigenen van fossiele bedrijven. Ze willen geen samenwerking met 'groene kapitalisten' en geen publiek-private constructies, maar volledige democratische controle door arbeiders en bewoners.
“De energietransitie is geen technocratisch moderniseringsproject, maar een machtsvraag: breken met de groene kapitalisten, stoppen met westers industrieprotectionisme, en de energievoorziening in handen brengen van arbeiders en bewoners — lokaal én mondiaal.”
“De energietransitie wordt een publieke taak, geen winstmachine. De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle. Geen subsidies aan greenwashed multinationals, geen publiek-private samenwerking.”
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen.”
In tegenstelling tot Volt en GroenLinks, die vaak kiezen voor representatieve democratie en beperkte werknemersinspraak, wil BIJ1 bindende werknemersraden met vetorecht in grote bedrijven en bindende burgerinspraak bij wetgeving. Dit is een fundamenteel andere visie op macht en democratie.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
Waar Volt en GroenLinks vaak kiezen voor gereguleerde marktwerking of gemengde modellen, pleit BIJ1 voor volledige nationalisatie van essentiële sectoren zoals openbaar vervoer en zorg.
“We werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk. Hetzelfde doen we met alle bus-, tram- en metrovervoerders.”
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
BVNL positioneert zich scherp tegenover partijen als Volt en GroenLinks door zich uit te spreken tegen verdere Europese integratie, supranationale machtsoverdracht en het klimaatbeleid zoals de Green Deal. De partij pleit voor nationale soevereiniteit, het stopzetten van de Green Deal, en het terugdraaien van Brusselse regelgeving waar dit het Nederlandse belang schaadt. BVNL kiest voor een kleine overheid, economische vrijheid en behoud van Nederlandse tradities, in tegenstelling tot de meer progressieve, internationalistische koers van Volt en GroenLinks.
BVNL verzet zich tegen het overhevelen van nationale bevoegdheden naar de EU en andere supranationale organisaties, in tegenstelling tot Volt en GroenLinks die juist meer Europese samenwerking en integratie nastreven. BVNL wil de EU hervormen tot een losse confederatie en nationale soevereiniteit herstellen.
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Daar waar het Nederlands belang haaks staat op Brusselse regelgeving zullen wij Brussel informeren dat Nederland zijn eigen soevereine koers vaart.”
BVNL wijst het klimaatbeleid van de EU, waaronder de Green Deal, expliciet af. Dit staat haaks op de koers van Volt en GroenLinks, die juist voorstander zijn van ambitieuze Europese klimaatmaatregelen.
BVNL wil dat Nederland zelf kan bepalen aan welke Europese regelingen het deelneemt, in tegenstelling tot Volt en GroenLinks die pleiten voor meer gezamenlijke Europese besluitvorming.
“Binnen de EU moet worden gewerkt met opt-ins en opt-outs, zodat landen zelf kunnen bepalen of ze meedoen aan een bepaalde regeling of niet.”
BVNL keert zich tegen deelname aan internationale fora en invloed van NGO’s, waar Volt en GroenLinks juist internationale samenwerking en burgerparticipatie stimuleren.
“Nederlanders mogen geen lid meer zijn van politieke, ondemocratische supranationale organisaties, zoals het World Economic Forum (WEF). Nederland geeft ook geen geld meer aan dit soort organisaties.”
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion en organisaties die mensenhandel stimuleren en/of procederen te-”
FVD positioneert zich radicaal tegenover partijen als Volt en GroenLinks, die zij zien als voorstanders van klimaatbeleid, Europese integratie en een grotere overheid. FVD wil juist alle klimaatregels schrappen, nationale soevereiniteit herstellen en de overheid fors verkleinen. Hun kernvoorstellen zijn het beëindigen van klimaat- en stikstofbeleid, het terugdraaien van Europese invloed, en het stimuleren van individuele vrijheid en ondernemerschap.
FVD verwerpt het klimaatbeleid dat door partijen als Volt en GroenLinks wordt gesteund, en wil juist terug naar fossiele energie en kernenergie. Ze zien klimaatmaatregelen als kostbaar en ineffectief, en willen deze volledig afschaffen om energie betaalbaar en betrouwbaar te maken.
“We schaffen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
FVD keert zich fel tegen verdere Europese integratie, waar Volt en GroenLinks juist voorstander van zijn. Ze willen dat Nederlandse wetgeving altijd boven internationale en Europese afspraken staat, en pleiten voor het schrappen van relevante grondwetsartikelen.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
In tegenstelling tot Volt en GroenLinks, die een grotere rol voor de overheid en herverdeling nastreven, wil FVD de overheid structureel verkleinen en belastingen sterk verlagen. Ze pleiten voor een vlaktaks en jaarlijkse krimp van de overheidsuitgaven.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
FVD wil het stikstofbeleid en Europese landbouwregels volledig afschaffen, in tegenstelling tot Volt en GroenLinks die deze juist ondersteunen. Ze willen boeren en vissers maximale vrijheid geven en voedselsoevereiniteit centraal stellen.
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“We stoppen met EU-beperkingen zoals de Green Deal en het verbod op pulsvisserij, en zorgen voor een gelijk speelveld, zodat Nederlandse boeren met dezelfde gewasbeschermingsmiddelen kunnen werken als hun buitenlandse collega’s.”
Het verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA benadrukt solidariteit, sociale rechtvaardigheid en een groene toekomst, waarbij collectieve actie en een sterke overheid centraal staan. De partij zet zich af tegen marktwerking en winstbejag, en kiest voor publieke belangen, verduurzaming en het eerlijk verdelen van welvaart. Concrete voorstellen zijn onder meer het stoppen van fossiele subsidies, investeren in groene energie, en het versterken van de democratische rechtsstaat.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor solidariteit en samenwerking, en verwerpt het marktdenken dat volgens hen tot ongelijkheid en stilstand heeft geleid. Dit onderscheidt hen van partijen die meer inzetten op individuele verantwoordelijkheid of marktmechanismen, zoals Volt soms doet.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“Wij bieden Nederland een brede linkse volkspartij, die haar rode en groene ideologische veren met trots draagt. Omdat vooruitgang voor iedereen alleen mogelijk is als we eerlijk delen en een leefbare wereld achterlaten voor toekomstige generaties.”
De partij wil versneld inzetten op verduurzaming, het stoppen van fossiele subsidies en het beprijzen van vervuiling. Dit is een kernpunt in hun groene agenda, waarmee ze zich profileren als voorloper op klimaatgebied.
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot. Wij zetten alle zeilen bij met groene energie en het verduurzamen van onze industrie.”
“We kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland. Ruimte, personeel, energie, netcapaciteit en grondstoffen zijn namelijk schaars en de wereld verandert snel. Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst, samen met Europese bondgenoten.”
GroenLinks-PvdA wil het publieke belang centraal stellen in sectoren als zorg, onderwijs en openbaar vervoer, en keert zich tegen de invloed van commerciële investeerders en private equity.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders. We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen.”
De partij benadrukt het belang van een sterke democratische rechtsstaat, vrije pers en burgerparticipatie, en wil jongeren meer betrekken bij de politiek.
“We versterken onze democratische rechtsstaat en kiezen voor een sterke rechtspraak, vrije pers en stevige democratische controle.”
“We willen jongeren veel meer dan nu betrekken bij de politieke besluitvorming. We verlagen de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar.”
Het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren (PvdD) noemt Volt en GroenLinks niet expliciet, maar positioneert zich als radicaal groener en systemischer dan andere partijen. PvdD benadrukt het belang van welzijn boven welvaart, kiest voor een fundamentele economische systeemverandering en stelt scherpe grenzen aan groei, consumptie en vervuiling—standpunten waarmee ze zich afzet tegen partijen die volgens hen minder ver gaan, zoals Volt en GroenLinks.
PvdD stelt dat zij als enige partij welzijn boven welvaart plaatst en kiest voor een radicale economische en maatschappelijke koerswijziging, in tegenstelling tot partijen die volgens hen vasthouden aan economische groei of minder vergaande groene maatregelen. Dit onderscheidt PvdD van Volt en GroenLinks, die in hun ogen minder fundamenteel breken met het huidige systeem.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst.”
“Ons huidige economische model is onhoudbaar. We hebben een systeem dat uitgaat van een sprookje: dat economische groei vanzelf leidt tot welvaart voor iedereen. Maar dat is niet zo.”
“Daarom kiest de Partij voor de Dieren voor een radicale omslag. Met welzijn als doel, in plaats van oneindige groei.”
PvdD benadrukt dat zij verder gaat dan andere partijen door te kiezen voor radicale, structurele maatregelen op het gebied van klimaat, natuur en economie. Ze zetten zich af tegen "halfslachtige maatregelen" en een "lichtgroene koers", waarmee ze impliciet partijen als Volt en GroenLinks minder daadkrachtig achten.
“Met halfslachtige maatregelen gaan we het niet redden. Daarom maken we radicale keuzes waarin een leefbare Aarde centraal staat, niet de kortetermijnbelangen van onze eigen soort.”
“De lichtgroene koers die Europa inzette met de Green Deal kleurt steeds grijzer.”
PvdD stelt harde grenzen aan economische groei, consumptie en vervuiling, en pleit voor een circulaire economie en het loslaten van het BBP als leidend beleidsdoel. Dit is een scherpere en concretere koers dan Volt en GroenLinks, die doorgaans minder expliciet afstand nemen van economische groei als beleidsdoel.
De PVV positioneert zich fel tegen het klimaat- en duurzaamheidsbeleid van partijen als Volt en GroenLinks, die zij associëren met "betutteling" en hoge kosten voor burgers. De partij verwerpt verplichte verduurzaming, wind- en zonneparken, en pleit voor betaalbare energie via behoud van fossiele energie en kernenergie. Hun kernvisie is dat klimaatbeleid en energietransitie de lasten voor burgers verhogen en de vrijheid beperken, terwijl de PVV juist inzet op betaalbaarheid, leveringszekerheid en keuzevrijheid.
De PVV verzet zich expliciet tegen het klimaat- en duurzaamheidsbeleid dat zij verbinden aan partijen als Volt en GroenLinks. Zij willen geen verplichte verduurzaming, geen nieuwe wind- of zonneparken, en stoppen met overheidsbetutteling rond klimaat. In plaats daarvan kiezen ze voor betaalbare energie, behoud van fossiele centrales en uitbreiding van kernenergie. Dit standpunt is een direct tegengeluid op de groene en progressieve koers van Volt en GroenLinks.
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening. Daarom wil de PVV: Btw op energie omlaag van 21 naar 9%. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei wordt het ministerie van Betaalbare Energie. Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af. Onze moderne, schone kolen- en gascentrales openhouden. Nieuwe kerncentrales bijbouwen, ook kleine modulaire reactoren; inzet op thorium. Regionale Energiestrategie opheffen. Netcongestie oplossen! Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken.”
“We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom. We gaan niet verplicht van het gas af, houden onze kolen- en gascentrales open en bouwen meer kerncentrales – stabiel en betrouwbaar.”
De PVV verwerpt de verplichtingen rond duurzaam en circulair bouwen, die zij zien als onnodige lasten en bureaucratie. Dit is een duidelijk verschil met Volt en GroenLinks, die juist inzetten op strengere duurzaamheidsnormen in de bouw.
“We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
De PVV is tegen zero-emissiezones, verplicht elektrisch rijden en het verbod op brandstofauto’s. Zij stellen dat deze maatregelen ondernemers en automobilisten onnodig belasten, in tegenstelling tot de groene koers van Volt en GroenLinks.
“Geen rekeningrijden, geen verbod op de verkoop van brandstofauto’s, niet verplicht elektrisch rijden. Maximumsnelheid op de snelweg verhogen naar 140 km/u waar dat veilig kan. Provinciale opcenten worden een doelheffing: dit geld moet worden uitgegeven aan meer asfalt, wegverbredingen, verkeersveiligheid etc. Afschaffen van alle zero-emissiezones, overal in het land. Parkeerplekken niet exclusief voor elektrische auto’s, elke auto mag op elke parkeerplek staan.”
“Zero-emissiezones zijn een verschrikking. Hardwerkende ondernemers mogen met hun brandstofbusje hun eigen stad niet meer in. Doen ze dat toch, dan volgt een boete. Het alternatief is een peperdure elektrische auto – maar wie dat niet kan betalen, kan zijn zaak opdoeken. De PVV wil af van alle zero-emissiezones, overal in het land.”
De PVV hekelt overheidsvoorlichting en campagnes rond duurzaam gedrag, die zij als betuttelend en zinloos beschouwen. Dit contrasteert met Volt en GroenLinks, die juist inzetten op gedragsverandering en bewustwording.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee! Het zijn totaal verkeerde, zinloze prioriteiten.”
Volt profileert zich als een radicaal vernieuwende, pan-Europese en sterk progressieve partij die zich onderscheidt van GroenLinks door haar nadruk op Europese integratie, bestuurlijke vernieuwing en onorthodoxe oplossingen. Volt legt de nadruk op nieuwe, impactvolle ideeën, een sterkere Europese samenwerking en structurele hervormingen van het politieke systeem, waar GroenLinks traditioneel meer nationaal en sociaal-ecologisch gericht is. Belangrijke voorstellen zijn het uitbreiden van de Tweede Kamer, het invoeren van een jongerenberaad, en het centraal stellen van Europese samenwerking en technologie in de vergroening.
Volt onderscheidt zich van GroenLinks door te pleiten voor fundamentele hervormingen van het politieke systeem, waaronder een grotere Tweede Kamer, een jongerenberaad en een generatietoets. Dit is bedoeld om de politiek toekomstbestendiger, inclusiever en minder versnipperd te maken, met een sterke focus op de stem van jongere generaties.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein,”
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert. Met een generatietoets onderzoeken we de langetermijneffecten van beleid, zodat we weten wat de gevolgen zijn over tien, twintig en dertig jaar.”
Volt positioneert zich als de partij die Europese samenwerking en technologische innovatie als kern van haar groene en sociale beleid ziet, in tegenstelling tot GroenLinks dat traditioneel nationaal en sociaal-ecologisch focust. Volt wil versneld een Europese duurzame techindustrie opbouwen en pleit voor Europese oplossingen voor klimaat, economie en democratie.
“En innovatieve ideeën om versneld een Europese duurzame techindustrie op te bouwen.”
“Dit verkiezingsprogramma is tot stand gekomen dankzij de nieuwe ideeën van honderden leden in heel Europa, experts en andere betrokkenen. Een uniek proces, wat traditionele partijen niet aandurven.”
Volt profileert zich als de partij van onorthodoxe, progressieve en frisse ideeën, en positioneert zich expliciet als alternatief voor gevestigde partijen zoals GroenLinks. Volt claimt verder te gaan dan de 'waan van de dag' en kiest voor impactvolle, vernieuwende oplossingen.
Het SP-verkiezingsprogramma noemt Volt en GroenLinks expliciet in de context van hun steun aan hogere militaire uitgaven (“Trumpnorm”) en positioneert zich daar fel tegen. SP bekritiseert beide partijen voor het kiezen van militarisering boven sociale investeringen, en benadrukt dat dit leidt tot bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid. De kern van hun visie is dat Nederland sociaal moet blijven en niet moet meegaan in de militaristische koers van Volt en GroenLinks.
De SP verzet zich expliciet tegen de steun van Volt en GroenLinks aan het verhogen van het defensiebudget naar 5% van het BBP (“Trumpnorm”). Volgens de SP leidt deze keuze tot bezuinigingen op sociale voorzieningen en een afbraak van de welvaartsstaat. Dit onderscheidt de SP duidelijk van Volt en GroenLinks, die volgens de SP “de mensen in het land voor de gek houden” door te doen alsof deze uitgaven geen gevolgen hebben voor sociale sectoren.
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Partijen die anders beweren, houden de mensen in het land voor de gek.”
“Zo zien we hoe, in slechts enkele maanden, onze welvaartsstaat wordt omgebouwd tot een oorlogsmachine. Het maakt onze wereld niet veiliger, het verzwakt onze economie en beschadigt onze samenleving. We zullen er alles aan moeten doen om dit te stoppen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma