Volt wil de veestapel in Nederland verkleinen en de vleesconsumptie terugdringen door strengere normen voor het aantal dieren per hectare, een verbod op megastallen, en het stimuleren van plantaardige eiwitten. De partij kiest voor grondgebonden, circulaire en natuurinclusieve veehouderij, waarbij intensieve veehouderij wordt ontmoedigd en duurzame alternatieven worden gestimuleerd. Volt wil zo de milieudruk, stikstofuitstoot en dierenleed verminderen en de landbouw toekomstbestendig maken.
Volt wil het aantal dieren per hectare wettelijk beperken en megastallen verbieden om de milieudruk en het dierenleed te verminderen. De partij vindt dat intensieve veehouderij niet past binnen een duurzame landbouw en wil voorkomen dat technologische investeringen leiden tot verdere intensivering.
“Er komt een maximaal aantal dieren per hectare. Dit getal ligt lager in de buurt van natuurgebieden.”
“Volt wil een verbod op megastallen. Daarnaast wil Volt voorkomen dat investeringen in technologie leiden tot verdere intensivering van de veehouderij.”
“De intensieve veehouderij past niet in een milieu- en diervriendelijke landbouw.”
Volt wil de productie en consumptie van plantaardige eiwitten stimuleren en investeren in alternatieven zoals kweekvlees, om de afhankelijkheid van dierlijke producten te verminderen en de uitstoot van broeikasgassen te verlagen.
“We zetten volop in op eiwitdiversificatie. We stimuleren de productie en consumptie van plantaardige eiwitten, met bijzondere aandacht voor stikstofbindende gewassen zoals peulvruchten.”
“Via een Europees publiek-privaat innovatiefonds maken we ruimte voor baanbrekend onderzoek naar alternatieve eiwitten, kweekvlees en voedseltechnologie.”
“Ook geven we meer aandacht aan het ontwikkelen van nieuwe en duurzame opties voor onze voeding, zoals kweekvlees.”
Volt wil dat veehouderij grondgebonden, circulair en natuurinclusief wordt, waarbij de veestapel past bij wat het land aankan en reststromen worden benut. Dit moet bijdragen aan een duurzame landbouw en het verminderen van mestoverschotten.
“We werken aan grondgebonden veehouderij, waar geproduceerd wordt in balans met wat het land en omwonenden aan kunnen.”
“De schaal en functie van veehouderij passen daar goed in voor het verwerken van reststromen en voor het beheer van blijvend grasland, dat niet geschikt is voor akkerbouw.”
“Grondgebonden, biologisch, circulair en natuurinclusief boeren passen binnen onze visie, die gericht is op terugdringen van het gebruik van krachtvoer, kunstmest en pesticiden.”
Volt wil de consumptie van vlees ontmoedigen door supermarktaanbiedingen op vlees te verbieden, zodat duurzame keuzes aantrekkelijker worden.
“Er komt een verbod op supermarktaanbiedingen op vlees.”
Volt wil dat de prijs van vlees en andere dierlijke producten de werkelijke milieukosten weerspiegelt, zodat duurzame alternatieven aantrekkelijker worden en boeren een eerlijke prijs krijgen.
“De prijs van voedsel moet de werkelijke kosten weerspiegelen, dus ook rekening houden met de kosten van negatieve effecten van een product op het milieu, dierenwelzijn of de samenleving.”
Volt wil het gebruik van kunstmest en krachtvoer in de veehouderij wettelijk en via belastingmaatregelen afbouwen, om de stikstofuitstoot te verminderen en de veestapel te verkleinen.
“Ons doel is om een toekomstbestendige landbouw te creëren waar kunstmest en krachtvoer niet of nauwelijks meer een rol spelen. De afbouw van kunstmest en krachtvoer willen we wettelijk en via belastingmaatregelen realiseren.”
“We stimuleren zuiniger gebruik van kunstmest en krachtvoer door de kostprijs te verhogen, door middel van een kunstmestheffing en krachtvoerheffing.”
De ChristenUnie wil de veestapel niet per definitie krimpen, maar stelt dat de omvang van de veestapel in balans moet komen met het natuurlijke systeem en de omgeving. Ze zetten in op grondgebondenheid, minder import van veevoer, en sturen op emissiereductie per bedrijf, waarbij krimp van de veestapel een mogelijke consequentie is als doelen niet worden gehaald. De partij kiest voor doelsturing en extensivering, met oog voor het verdienmodel van de boer.
De ChristenUnie vindt dat de veestapel niet automatisch moet krimpen, maar wel in balans moet komen met de draagkracht van bodem, water en natuur. Krimp is geen doel op zich, maar kan het gevolg zijn als doelen niet worden gehaald of als boeren zich onvoldoende inspannen. Natuurlijk verloop door vergrijzing wordt meegenomen.
“Krimp van de veestapel is geen doel, maar de omvang van de veestapel moet wel in balans komen met het natuurlijke systeem (bodem, water, natuur). Daarbij wordt rekening gehouden met natuurlijk verloop door vergrijzing.”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
“Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie.”
De partij wil de melkveesector grondgebonden maken en minder afhankelijk van geïmporteerd veevoer, vooral uit Zuid-Amerika. Dit moet leiden tot een duurzamere kringloop en minder milieudruk.
“De komende tien jaar werken we toe naar een melkveesector in balans met de omgeving. Daarom komt er een onderbouwde norm voor de verhouding tussen productie en bijbehorende grond per bedrijf.”
“Dat houdt ook in dat we veel minder veevoer uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika gaan importeren.”
“Grondgebondenheid in de melkveehouderij is een randvoorwaarde en gaan we na decennia van discussie eindelijk wettelijk vastleggen.”
De ChristenUnie wil af van generieke opkoop van boerenbedrijven en kiest voor bedrijfsspecifieke emissiedoelen. Boeren krijgen ruimte om zelf te bepalen hoe ze emissies reduceren, maar als doelen niet worden gehaald, volgt ingrijpen.
“Daarom stappen we zo veel mogelijk over van sturen op middelen naar sturen op doelen. Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds.”
“De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.”
“Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven.”
De partij wil de landbouw extensiever maken, met meer oog voor natuur en een passend verdienmodel voor boeren. Extensivering wordt gestimuleerd, onder andere via toegang tot grond en financiële ondersteuning.
“De ChristenUnie streeft naar een gebalanceerde landbouwsector: extensiever en met meer oog voor de natuur. Krimp van de veestapel gaat daarbij gepaard met een passend hernieuwd verdienmodel voor de boer.”
“De overheid helpt boeren die willen extensiveren actief aan de benodigde grond via de Nationale Grondbank.”
“Er wordt 5 miljard euro extra uitgetrokken om boeren te helpen bij doelsturing, extensivering, omschakeling naar biologische landbouw, agrarisch natuurbeheer en natuurherstel.”
BBB is tegen het halveren van de veestapel en wil geen gedwongen krimp of uitkoop van boeren. De partij pleit voor het behoud van de huidige veestapel, inzet op innovatie in plaats van krimp, en verzet zich tegen extra nationale regels of belastingen op vlees. BBB benadrukt het belang van voedselzekerheid, economische haalbaarheid en het vertrouwen in de vakkennis van boeren.
BBB verzet zich expliciet tegen het halveren van de veestapel en tegen gedwongen uitkoop of onteigening van boeren. De partij vindt dat boeren moeten kunnen blijven doen waar ze goed in zijn en dat voedselzekerheid voorop moet staan. Krimp van de veestapel wordt niet als oplossing gezien voor stikstof- of klimaatproblemen.
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn, net zomin als je een kip vraagt om geen ei meer te leggen.”
“Geen gedwongen onteigening of gedwongen uitkoop, gedwongen verplaatsing of gedwongen extensivering op basis van stikstof.”
“Extensiveringsinstrumenten worden alleen toegepast waar strikt noodzakelijk voor het behalen van Europese doelen rond natuur en waterkwaliteit.”
BBB wil geen extra nationale regels bovenop Europese wetgeving en is tegen een vleesbelasting of andere vormen van overheidssturing op vleesconsumptie. De partij vindt dat mensen zelf keuzes moeten maken en dat het speelveld voor boeren gelijk moet zijn met andere landen.
“Geen suikertaks, geen vleesbelasting, geen overheidsinmenging op ons bord of in ons keukenkastje.”
“Geen nationale koppen op Europees beleid. Extra nationale regels bovenop EU wetgeving worden zoveel mogelijk geschrapt.”
“We importeren geen voedselproducten voor menselijke consumptie die we hier niet mogen produceren.”
BBB wil dat het aantal dieren op individuele bedrijven minimaal gelijk blijft en verzet zich tegen verdere inperking van de veehouderij. Nieuwe regels op het gebied van dierwaardigheid zijn volgens BBB niet nodig, tenzij ze economisch haalbaar zijn en het aantal dieren niet daalt.
“Aanvullende regels op het gebied van dierwaardigheid zijn wat ons betreft niet nodig. Mocht dit politiek onvermijdelijk zijn, dan voeren we de regels alleen in als deze: economisch haalbaar zijn, het verdienvermogen niet in gevaar komt, de vergunningverlening op orde is en als gegarandeerd is dat dieraantallen op individuele bedrijven op minimaal hetzelfde niveau blijven.”
BBB kiest voor innovatie en nieuwe technieken om milieuproblemen aan te pakken, in plaats van het verkleinen van de veestapel. De partij ziet innovatie als de weg naar verduurzaming en behoud van de sector.
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
“Boeren moeten handelingsperspectief krijgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering, zodat zij met vertrouwen kunnen investeren in milieuvriendelijke methoden. Bedrijven die emissies terugdringen moeten de ruimte krijgen om te groeien en te bloeien.”
BBB benadrukt het belang van een sterke veehouderij voor voedselzekerheid, economische stabiliteit en strategische autonomie van Nederland. Het behoud van de veestapel wordt gezien als essentieel voor de weerbaarheid van het land.
“Voedselzekerheid eerst. Er komt op het ministerie een Directie Voedselzekerheid. Beleidsmaatregelen worden altijd getoetst op hun impact op de voedselzekerheid.”
“Een land dat zichzelf niet kan voeden, is kwetsbaar voor de grillen van internationale markten, conflicten en handelsbelangen van anderen. Dat ondermijnt onze weerbaarheid, onze economische stabiliteit én onze democratische autonomie.”
De Partij voor de Dieren wil het vleesverbruik en de veestapel in Nederland radicaal verminderen, met als doel het dierenleed te stoppen, het milieu te beschermen en de volksgezondheid te verbeteren. Hun belangrijkste voorstel is een krimp van de veestapel met minstens 75% in twee jaar, een verbod op nieuwe veehouderijen, en het stimuleren van een plantaardig voedingspatroon. Transparantie, strengere regelgeving en het beëindigen van de vee-industrie staan centraal in hun visie.
De PvdD wil het aantal dieren in de veehouderij drastisch verminderen om dierenleed, milieuschade en gezondheidsrisico’s te beperken. Dit is hun meest concrete en onderscheidende maatregel, bedoeld als eerste stap naar het beëindigen van de vee-industrie.
Om verdere groei van de veestapel te voorkomen, wil de PvdD geen nieuwe veehouderijen toestaan en de import van levende dieren voor de vleesindustrie stoppen. Dit moet de omvang van de veestapel structureel beperken en de risico’s op ziekteverspreiding verkleinen.
De partij wil het stunten met vlees en zuivel verbieden en de promotie van dierlijke producten vervangen door promotie van plantaardig voedsel. Dit moet de consumptie van vlees ontmoedigen en de vraag naar een grote veestapel verminderen.
“Er komt een verbod op het gestunt met vlees en zuivel. Kiloknallers, plofkippen en plofmelk/sloopmelk verdwijnen uit de schappen.”
“De Europese miljoenensubsidies voor de promotie van vlees en andere dierlijke producten worden omgezet naar promotie van een plantaardig en gezond voedingspatroon.”
De PvdD wil dat consumenten volledig inzicht krijgen in het dierenleed en de realiteit achter vleesproductie, onder andere door glazen wanden in stallen en slachthuizen en verplichte waarschuwingen op verpakkingen. Dit moet leiden tot bewustwording en gedragsverandering.
“Glazen wanden worden daadwerkelijk verplicht toegepast in delen van slachthuizen en stallen, zodat van buitenaf te zien is wat er binnen gebeurt.”
“Dierenleed wordt verplicht zichtbaar op verpakkingen van dierlijke producten, vergelijkbaar met visuele boodschappen op pakjes sigaretten.”
De partij wil dat de resterende veehouderij volledig grondgebonden wordt, zonder import van veevoer, om verdere groei van de veestapel en milieuschade te voorkomen.
“De sterk afgeslankte veehouderij wordt volledig grondgebonden: het voer voor het vee komt van het eigen bedrijf en ook de mest van het vee wordt weer gebruikt op datzelfde land. We stoppen met de import van veevoer, zoals soja.”
Om de overgang naar minder vlees en een kleinere veestapel te versnellen, wil de PvdD een publiekscampagne en prijsmaatregelen zoals een slachttaks en btw-verlaging op plantaardig voedsel.
De SP wil de veestapel in Nederland verkleinen en de vleesproductie verduurzamen door de intensieve veehouderij en bio-industrie af te bouwen. Ze pleiten voor strengere dierenwelzijnsnormen, minder dieren per hectare, en het stimuleren van regionale kringlopen en plantaardige eiwitteelt. De nadruk ligt op minder dieren, meer dierenwelzijn en een eerlijke beloning voor boeren die duurzaam werken.
De SP kiest expliciet voor het verkleinen van de veestapel, niet door het aantal boeren te verminderen, maar door het aantal dieren per hectare te beperken en de bio-industrie af te schaffen. Dit moet leiden tot minder stikstofuitstoot, meer dierenwelzijn en een landbouw die in balans is met natuur en omgeving.
“De SP maakt die omslag rechtvaardig: niet minder boeren, maar minder dieren en meer grip op hoe we zorgen voor onze grond, ons voedsel en ons land.”
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij. Geen productie meer ten koste van dieren, mensen en natuur.”
“Grootschalige bedrijven met honderden of duizenden dieren passen niet in de landbouw van de toekomst.”
De SP wil het dierenwelzijn in de veehouderij fors verbeteren door strengere normen, verplichte weidegang voor grazers, en het verbieden van dieronvriendelijke systemen. Dit moet het welzijn van dieren centraal stellen in plaats van winstmaximalisatie.
“De SP scherpt de dierenwelzijnsnormen aan. Niet alleen in de veehouderij, maar ook voor winkels, markten en tentoonstellingen. Dieren moeten hun soorteigen gedrag kunnen vertonen.”
“We bevorderen vrije uitloop en stoppen met systemen die dieren opsluiten of africhten voor winst of vermaak.”
“Weidegang wordt wettelijk verplicht voor koeien en andere grazende dieren, zodat zij buiten kunnen lopen en natuurlijk gedrag kunnen vertonen.”
De SP wil de afhankelijkheid van geïmporteerd veevoer verminderen en kringlopen sluiten door veevoer van eigen bodem te stimuleren en de import van veevoer te beperken. Dit draagt bij aan het verkleinen van de veestapel en het verduurzamen van de vleesproductie.
De SP wil de teelt van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie stimuleren als alternatief voor dierlijke eiwitten, waarmee de druk op de veestapel en het milieu wordt verminderd.
“We stimuleren de teelt van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie.”
GroenLinks-PvdA wil de veestapel in Nederland fors verkleinen en de vleesproductie verduurzamen, met nadruk op het beëindigen van de industriële veehouderij en het stimuleren van grondgebonden, diervriendelijke landbouw. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het uitkopen van intensieve veehouders, het beëindigen van megastallen, strengere dierenwelzijnsnormen en het beperken van de productie voor export. Hun visie is dat minder dieren en duurzamere productie noodzakelijk zijn voor natuur, klimaat, volksgezondheid en woningbouw.
GroenLinks-PvdA ziet een kleinere veestapel als essentieel voor het oplossen van stikstofproblemen, het beschermen van natuur en het mogelijk maken van woningbouw. De partij wil de industriële veehouderij en megastallen beëindigen, met zo nodig dwingende maatregelen en prioriteit voor het uitkopen van intensieve veehouders nabij natuurgebieden.
“Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur. Rondom natuurgebieden als de Veluwe en de Peel starten we direct met het uitkopen van intensieve veehouders zodat binnen een half jaar de vergunningverlening voor woningbouw weer loopt.”
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”
“Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen.”
“Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel.”
De partij wil de landbouw grondgebonden maken, het aantal dieren per hectare beperken en strenge dierenwelzijnsnormen invoeren. Dit betekent minder dieren, meer ruimte voor natuur en hogere eisen aan dierenwelzijn, zoals het ‘kalf bij de koe’-principe en verplichte weidegang.
“Wij kiezen voor een grondgebonden landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden.”
“Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
“Alle huisvesting voor landbouwdieren moet voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Melkveehouderijen krijgen alleen een vergunning als koeien een deel van het jaar naar buiten mogen, en uiteindelijk moeten alle dieren naar buiten kunnen.”
“We stimuleren het ‘kalf bij de koe’ principe.”
GroenLinks-PvdA wil dat vleesproducten aan hogere dierenwelzijnsnormen voldoen en stelt verplichtingen in voor keurmerken, cameratoezicht in slachthuizen en lagere slachtsnelheden. Hiermee wil de partij dierenleed verminderen en de vleesproductie verduurzamen.
“Producten die in Nederland worden verkocht of verwerkt moeten een Beter Leven-keurmerk halen van minimaal 2 sterren, en vanaf 2040 zijn dat er 3.”
“In slachthuizen komt verplicht cameratoezicht en de maximale slachtsnelheid wordt verlaagd, net als de maximale duur en temperatuur bij veetransporten.”
De SGP kiest voor behoud van de veestapel en de vleesproductie als essentieel onderdeel van voedselzekerheid en het agrarisch verdienmodel, met nadruk op dierenwelzijn en kringlooplandbouw. Ze verzetten zich tegen gedwongen krimp van de veestapel en pleiten voor vrijwillige verduurzaming, innovatie en het voorkomen van massaal doden van vee om economische redenen. De partij wil kringlopen sluiten, voedselverspilling tegengaan en dierenwelzijn verbeteren zonder onhaalbare of eenzijdig opgelegde eisen.
De SGP ziet de veestapel als onmisbaar voor voedselzekerheid en het boerenbedrijf, en verzet zich tegen gedwongen krimp of opkoop. Ze willen ruimte voor boeren om vrijwillig te verduurzamen en kringlooplandbouw te versterken, zonder generieke kortingen of opgelegde beperkingen.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“De spanning op de mestmarkt kan omlaag door een vorm van derogatie, volledige verrekening van gasvormige stikstofverliezen en vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen, niet door een generieke korting op fosfaatrechten.”
“Kringlopen is werken voor boer en milieu... zonder onszelf te verliezen in niet reëel wensdenken.”
De SGP erkent de intrinsieke waarde van dieren en wil dierenwelzijn verbeteren, onder meer door innovatie in stalsystemen en het voorkomen van massaal doden van vee en vernietigen van vlees bij dierziekte-uitbraken.
“Nederland maakt zich in Brussel sterk voor het voorkomen van het massaal doden van vee en vernietigen van vlees (om economische redenen) bij uitbraken van dierziekten.”
“Overheid en ketenpartijen zorgen ervoor dat investeringen in verbetering van dierenwelzijn terugverdiend kunnen worden.”
“Dieren zijn geschapen door God, hebben een eigen intrinsieke waarde en verdienen daarom zorg en bescherming.”
De SGP wil voedselverspilling tegengaan en reststromen beter benutten, onder andere door kringlooplandbouw en het stimuleren van de horeca om verspilling te beperken.
“We gooien elk jaar per persoon ongeveer honderd kilo eten en drinken weg. Die voedselverspilling moet omlaag, onder meer door bij lang houdbare producten geen ‘ten minste houdbaar tot’-termijn meer op de verpakking te zetten.”
“Grazende koeien in de wei en varkens en kippen die restproducten van de levensmiddelenindustrie eten: kringlooplandbouw is niet nieuw.”
De SGP is principieel tegen genetische manipulatie en klonen van dieren, uit respect voor de orde in de schepping.
“Experimenteren in het lab met de genen van dieren en het klonen ervan blijft verboden.”
De VVD wil de veehouderij in Nederland behouden, moderniseren en verduurzamen, met nadruk op dierenwelzijn en innovatie. De partij kiest niet voor een generieke krimp van de veestapel, maar voor het stellen van emissiedoelen per bedrijf en het stimuleren van technologische oplossingen. Concrete voorstellen zijn onder meer het vervangen van open normen door wetenschappelijke richtlijnen, het stimuleren van innovatie en het verbeteren van dierenwelzijn via sectorafspraken.
De VVD verwerpt een algemene inkrimping van de veestapel en kiest voor het stellen van reductiedoelen per bedrijf, waarbij ondernemers zelf bepalen hoe ze deze doelen halen. Dit moet innovatie stimuleren en maatwerk mogelijk maken, in plaats van generieke beperkingen.
“We willen een agrarische sector die past bij de draagkracht van de omgeving. Vervuiling en emissies willen we waar nodig dus verminderen... De boer aan het roer: Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier.”
“Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
De VVD wil dierenwelzijnsnormen baseren op wetenschappelijke inzichten en sectorafspraken, en pleit voor het uitfaseren van praktijken als het fokken van plofkippen en het doden van eendagskuikens. De partij ondersteunt het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’ en wil pilots en investeringen faciliteren.
“Dierenwelzijnsnormen in de wetgeving worden zoveel mogelijk vervangen door duidelijke richtlijnen op basis van wetenschappelijke inzichten. De sectorpartijen zijn aan de slag met een verdere verbetering van de wijze waarop dieren worden gehouden.”
“Het fokken van plofkippen, het couperen van varkensstaarten en het doden van eendagskuikens is niet meer van deze tijd.”
“Hierbij volgen we het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’, waarin partijen afspraken hebben gemaakt over de toekomst.”
De VVD ziet innovatie als sleutel voor verduurzaming van de vleesproductie en veehouderij, en wil Europese toelatingsprocedures voor nieuwe technieken versoepelen. Dit omvat onder meer kweekvlees, precisiefermentatie en biotechnologische oplossingen.
“We kijken met optimisme naar ontwikkelingen zoals precisiefermentatie, kweekvlees en nieuwe genomische technieken zoals CRISPR-Cas. Maar de rigide toelatingsprocedures in de EU zorgen voor deze novel foods voor enorme belemmeringen.”
“We willen voedselverspilling verder tegengaan door voedselresten met vooruitstrevende biotechnologieën om te zetten in waardevolle nieuwe producten.”
De VVD wil toewerken naar een meer grondgebonden melkveehouderij, waarbij bedrijven hun voer op eigen grond of in samenwerking met akkerbouwers telen en mest afzetten. Dit moet bijdragen aan duurzaamheid en een betere balans tussen veestapel en beschikbare grond.
“We gaan binnen een werkbare periode toewerken naar een balans met voldoende grasland. Waarbij bedrijven op eigen grond of in samenwerkingsverband met akkerbouwers hun ruwvoer telen en mest afzetten, met ruimte voor kunstmestvervangers.”
“De omvang van de melkveehouderij wordt de maatstaf voor de kalverhouderij. Ook voor andere diersoorten komen productierechten.”
BIJ1 wil de veestapel in Nederland drastisch verkleinen en de bio-industrie volledig afbouwen, met als doel dierenwelzijn, klimaat en natuur te beschermen. Ze streven naar een halvering van het aantal dieren in 2030 en 75% reductie in 2035, en ondersteunen een transitie naar plantaardige alternatieven en biologische, agro-ecologische landbouw. Boeren worden ondersteund met een gegarandeerd inkomen en sociale uitkoopregelingen, terwijl banken en de agro-industrie financieel worden aangesproken.
BIJ1 pleit voor een snelle en ingrijpende vermindering van het aantal dieren in de veehouderij, met als einddoel het verdwijnen van de bio-industrie. Dit wordt gemotiveerd door de noodzaak om klimaatverandering, stikstofproblematiek en dierenleed aan te pakken. De partij koppelt deze reductie aan rechtvaardige regelingen voor boeren, die decennialang tot schaalvergroting zijn gestimuleerd.
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd.”
“Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
Om de transitie eerlijk te laten verlopen, wil BIJ1 boeren financieel ondersteunen en alternatieven bieden. Dit omvat een gegarandeerd inkomen tijdens de omschakeling, een sociaal verantwoorde uitkoopregeling, en investeringen in diervriendelijke en plantaardige landbouw. Banken en de agro-industrie worden financieel aangesproken voor hun rol in de huidige situatie.
“In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw. Daarnaast komt er een landbouwbelasting voor de banken en agro-industriële bedrijven die jarenlang miljarden winst hebben gemaakt met de industriële landbouw.”
BIJ1 wil de overgang naar plantaardige voeding en biologische, agro-ecologische landbouw actief stimuleren. Dit wordt gezien als duurzaam alternatief voor dierlijke producten en als noodzakelijk voor het behoud van natuur en klimaat.
BVNL verzet zich tegen het verkleinen van de veestapel en het ontmoedigen van vleesproductie. De partij wil het huidige stikstofbeleid en bijbehorende beperkingen voor boeren afschaffen, geen boeren uitkopen, en meer ruimte bieden voor dierlijke mest. BVNL ziet de Nederlandse veehouderij als efficiënt en duurzaam en wil deze sector behouden en versterken.
BVNL is fel tegen het verminderen van de veestapel en het uitkopen van boeren. Zij vinden dat het stikstofbeleid en de Green Deal onnodig zijn en de voedselproductie en het verdienmodel van boeren schaden. De partij wil dat boeren kunnen blijven produceren op het huidige niveau en dat Nederland voedselsoeverein blijft.
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
BVNL wil dat boeren meer dierlijke mest mogen uitrijden en is tegen strengere mestnormen die de veehouderij beperken. Zij stellen dat natuurlijke mest essentieel is voor de kringloop en gewasgroei, en dat huidige normen de productiecapaciteit onnodig beperken.
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest. Op dit moment worden agrarische ondernemers gedwongen hun gewassen te summier te bemesten of uit te wijken naar kunstmest dat bovendien slecht is voor het grondwater.”
“Natuurlijke mest is nodig voor de groei van gewassen en in de agrarische sector cruciaal voor de kringloop.”
BVNL wil dat Nederland zelfvoorzienend blijft in voedselproductie, inclusief vlees, en dat import van producten aan dezelfde standaarden moet voldoen als de Nederlandse productie. Dit beschermt de positie van de Nederlandse veehouderij.
Het CDA kiest niet voor een generieke krimp van de veestapel, maar zet in op verduurzaming van de veehouderij via innovatie, langjarige doelsturing en het stimuleren van dierwaardigere productie. De partij wil voedselzekerheid behouden, dierenwelzijn verbeteren en stikstofuitstoot verminderen, maar zonder harde volumedoelen voor vleesproductie of veestapelgrootte. Concrete voorstellen zijn het onderschrijven van het Convenant Dierwaardige Veehouderij, het belonen van koplopers en het inzetten op innovatie en regionale maatwerkoplossingen.
Het CDA wijst een generieke krimp van de veestapel af en kiest voor verduurzaming via innovatie, langjarige doelsturing en maatwerk per regio. De partij wil de sector toekomstbestendig maken door te sturen op meetbare doelen (zoals stikstofreductie), het belonen van koplopers en het stimuleren van dierwaardige veehouderij, zonder expliciet in te zetten op minder vleesproductie of een kleinere veestapel.
“We onderschrijven het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’ en het oprichten van de onafhankelijke autoriteit. Er moet meer worden gedaan aan het tegengaan van verspillen van voedsel en het stimuleren van meer divers consumeren.”
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf. Hiermee belonen we koplopers en ligt er een grotere opgave bij bedrijven die nog meer moeten doen.”
“In de wet- en regelgeving stappen we over naar langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. De overheid stelt alleen heldere en meetbare normen en investeert in handhaving daarvan.”
Het CDA benadrukt het belang van voedselzekerheid en het toekomstperspectief voor (jonge) boeren. De partij wil geen harde volumedoelen voor de veestapel, maar zet in op langjarig commitment voor gezonde bedrijfsvoering en het faciliteren van bedrijfsovernames, zodat de sector kan blijven bestaan en verduurzamen.
“Voedselzekerheid is een essentiële waarde in ons landbouwbeleid. Er komt regie op ontwikkeling van de sector.”
“Het Rijk geeft langjarig commitment om fatsoenlijke bedrijfsvoering en gezonde bedrijven mogelijk te maken. Ook milieugebruiksruimte wordt vastgesteld voor de lange termijn.”
Het CDA wil de veehouderij dierwaardiger maken door het onderschrijven van het Convenant Dierwaardige Veehouderij en het oprichten van een onafhankelijke autoriteit. Dit is gericht op het verbeteren van dierenwelzijn, zonder expliciet te sturen op minder vleesproductie.
“We onderschrijven het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’ en het oprichten van de onafhankelijke autoriteit.”
Het CDA spreekt zich niet uit voor het stellen van volumedoelen voor de veestapel of het actief ontmoedigen van vleesconsumptie. In plaats daarvan ligt de nadruk op innovatie, maatwerk en het stimuleren van diverser consumeren.
“Er moet meer worden gedaan aan het tegengaan van verspillen van voedsel en het stimuleren van meer divers consumeren.”
D66 wil de veestapel in Nederland verkleinen en de consumptie van vlees verminderen door in te zetten op een eiwittransitie naar plantaardige alternatieven. Ze koppelen krimp van de veestapel aan doelen voor natuurherstel, stikstofreductie en dierenwelzijn, en stimuleren innovatie in plantaardige eiwitten en kweekvlees. D66 ziet een minder intensieve, natuurinclusieve landbouw als noodzakelijk voor een gezonde toekomst voor mens, dier en milieu.
D66 beschouwt het verkleinen van de veestapel niet als doel op zich, maar als een onvermijdelijk gevolg van het streven naar natuurherstel, stikstofreductie en een toekomstbestendige landbouw. Ze willen boeren ondersteunen bij deze omslag, met gebiedsgerichte doelen en duurzame plannen.
D66 wil de afhankelijkheid van dierlijke eiwitten verminderen door te investeren in plantaardige alternatieven en kweekvlees. Dit moet bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem en het verduurzamen van de landbouwsector.
“D66 zet daarom vol in op een overgang van dierlijke naar natuurlijke eiwitten, die de natuur én de economie vooruithelpt.”
“Nu gaat het meeste geld en aandacht uit naar dierlijke eiwitten. Maar kweekvlees, plantaardige eiwitbronnen zoals algen en fermentatietechnieken zijn schoner, schaalbaar en toekomstgericht.”
D66 wil een einde maken aan dieronwaardige praktijken in de veehouderij en het transport van vee voor de slacht, en dierenwelzijn wettelijk verankeren. Dit is onderdeel van hun bredere visie op een dierwaardige landbouw.
“De bio-industrie past niet in een voedselsysteem dat rekening houdt met dier, natuur en gezondheid. We schaffen dieronwaardige praktijken af en pakken dieronvriendelijk transport aan, zoals het gesleep met jonge kalveren. We stoppen met internationaal transport van vee voor de slacht, naar Zwitsers voorbeeld.”
“D66 staat voor een samenleving die dieren erkent als levende wezens met gevoel. Dierenwelzijn is voor ons geen bijzaak, maar een moreel en maatschappelijk kompas.”
NSC wil de veestapel verkleinen en de veehouderij grondgebonden en circulair maken, met meer aandacht voor milieu, dierenwelzijn en volksgezondheid. De partij kiest voor een kleinere melkveestapel, minder ruimte voor intensieve veehouderij en geen nieuwe megastallen. Jonge en duurzame boeren krijgen perspectief, terwijl het opkoopbeleid zich richt op intensieve veehouderij in concentratiegebieden.
NSC vindt dat de hoeveelheid vee beter moet aansluiten bij de milieugebruiksruimte en beschikbare grond, met een verschuiving naar meer grondgebonden en circulaire landbouw. Dit moet bijdragen aan natuurherstel, biodiversiteit en het verminderen van risico’s voor de volksgezondheid.
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap. De omvang van de melkveestapel zal iets kleiner worden dan nu het geval is, maar zal ruimte geven voor jonge boeren om hun bedrijf duurzaam te ontwikkelen.”
“Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest. Ook deze sectoren zullen meer grondgebonden en circulair moeten worden, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan vermindering van risico’s voor de volksgezondheid.”
Het opkoopbeleid wordt specifiek gericht op intensieve veehouderij in concentratiegebieden. NSC wil geen nieuwe vergunningen voor megastallen verlenen.
“In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen.”
NSC wil jonge boeren en duurzame bedrijven ondersteunen bij de transitie, met ruimte voor innovatie en minder gedetailleerde overheidsvoorschriften.
NSC wil een uitzendverbod in de vleessector vanwege grove misstanden, en dreigt met uitbreiding naar andere sectoren als misstanden aanhouden.
“Ook vinden we dat vanwege de grove misstanden een uitzendverbod moet komen in de vleessector.”
JA21 wil de Nederlandse veehouderij behouden en versterken, met nadruk op dierenwelzijn en technologische innovatie, maar is fel tegen het gedwongen inkrimpen van de veestapel of het ontmoedigen van vleesproductie. De partij zet in op een dierwaardige veehouderij via sectormaatregelen, betere controles en investeringen, maar wijst snelle of gedwongen krimp van de veestapel af.
JA21 verzet zich tegen het gedwongen uitkopen van boeren en het verkleinen van de veestapel als doel op zich. De partij ziet snelle omwentelingen als schadelijk en kiest voor voorspelbaar beleid dat boeren ruimte geeft om te investeren in innovatie en verbeteringen, zonder de veehouderij te ontmoedigen.
JA21 ondersteunt een transitie naar een meer dierwaardige veehouderij, met extra geld voor toezicht, betere controles, strengere straffen bij misstanden en investeringen in brandveiligheid. De partij wil financiële ondersteuning voor boeren om deze transitie mogelijk te maken, maar zonder de veehouderij als sector te ontmoedigen.
“JA21 ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij en staat achter het Convenant Dierwaardige Veehouderij.”
“Extra geld voor de NVWA voor het toezicht op onder andere veetransporten en slachthuizen.”
“De versnelling van de dierwaardige veehouderij mogelijk maken door niet alleen ambitie te tonen, maar ook te zorgen voor extra financiële ondersteuning via de bijhorende maatregelpakketten.”
De PVV verzet zich tegen het verkleinen van de veestapel en het ontmoedigen van vleesconsumptie. De partij wil boeren juist meer ruimte geven om te produceren en is fel tegen gedwongen uitkoop of onteigening van boeren. Strenge stikstofregels en Europese milieueisen worden gezien als het echte probleem, niet de omvang van de veestapel of vleesproductie.
De PVV vindt dat boeren moeten kunnen blijven produceren en dat de nationale voedselvoorziening voorop moet staan. De partij verzet zich tegen beleid dat gericht is op het verminderen van de veestapel of het ontmoedigen van vleesproductie, en wil geen gedwongen uitkoop of onteigening van boeren. Stikstofregels en Natura 2000-beleid worden als belemmerend gezien.
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is absoluut een no-go”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie.”
“We moeten af van alle bangmakerij dat onze natuur door stikstof op omvallen zou staan.”
De PVV keert zich expliciet tegen overheidsbemoeienis die burgers aanzet tot minder vlees eten of een vegetarisch/veganistisch dieet.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee! Het zijn totaal verkeerde, zinloze prioriteiten.”
DENK is tegen een vleestaks en wil geen extra belasting op vlees, omdat dit volgens hen de ongelijkheid vergroot. Tegelijkertijd erkent DENK de noodzaak om de stikstofuitstoot te verminderen en wil zij inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarmee impliciet de veestapel kan worden verkleind. Religieuze voedselvoorschriften, zoals halal en koosjer vlees, worden wettelijk beschermd.
DENK verzet zich tegen een vleestaks of extra heffingen op vlees, omdat zij vinden dat dit vooral mensen met een lager inkomen raakt en de ongelijkheid vergroot. Zij willen klimaatbeleid voeren zonder burgers financieel te straffen voor hun consumptiegedrag.
“Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
Om de stikstofuitstoot te verminderen, wil DENK inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw. Dit kan leiden tot een afname van de veestapel, maar DENK kiest nadrukkelijk voor een vrijwillige en niet-dwingende aanpak.
“Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw,”
DENK vindt het belangrijk dat religieuze voedselvoorschriften worden beschermd. Zij willen wettelijk waarborgen dat de productie en consumptie van halal en koosjer vlees mogelijk blijft, ongeacht ander beleid rond vleesproductie.
“De mogelijkheid om halal of koosjer vlees te eten blijft altijd gewaarborgd. De productie van vlees volgens religieuze richtlijnen wordt wettelijk beschermd.”
FVD verzet zich tegen het beperken van de veestapel en het ontmoedigen van vleesconsumptie. Zij willen geen ‘eiwittransitie’ opleggen, beschermen de positie van de vleeseter en pleiten voor het behoud van de agrarische sector, inclusief de veehouderij, zonder extra regelgeving of krimp. Dierenwelzijn wordt benadrukt, maar niet als middel om boeren te belasten of de veestapel te verkleinen.
FVD is fel tegenstander van beleid dat de veestapel wil verkleinen of boeren wil uitkopen. Zij zien dit als onnodig en schadelijk voor de agrarische sector en voedselzekerheid. Het partijprogramma benadrukt dat boeren moeten kunnen blijven boeren en dat het beperken van de veestapel niet thuishoort in het landbouwbeleid.
“Gedwongen onteigening, ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld en het beperken van de veestapel horen niet thuis in een gezond landbouwbeleid.”
FVD verzet zich expliciet tegen de eiwittransitie en wil de vleesconsumptie niet ontmoedigen. Zij pleiten voor keuzevrijheid voor de consument en eerlijke etikettering, waarbij vleeseters niet worden benadeeld of misleid.
“We verzetten ons tegen de opgedrongen eiwittransitie; ruim baan voor de vrolijke vleeseter.”
FVD vindt dierenwelzijn belangrijk, maar wil dit niet gebruiken als argument om boeren of de veehouderij extra te belasten. De partij richt zich op het tegengaan van mishandeling en het verbeteren van wetgeving, zonder de veestapel te verkleinen.
“Forum voor Democratie vindt dat dierenwelzijn serieus moet worden genomen, niet als middel om boeren of ondernemers te belasten, maar als vanzelfsprekend onderdeel van een humane samenleving.”
50PLUS spreekt in haar verkiezingsprogramma haar trots uit over de Nederlandse boerenstand en benadrukt het belang van de agrarische sector voor voedselzekerheid en economie. Het programma bevat geen concrete voorstellen voor het verminderen van vleesconsumptie of het verkleinen van de veestapel; in plaats daarvan pleit 50PLUS voor innovatie en een landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van buurlanden. De partij kiest voor behoud van perspectief voor boeren en benadrukt voedselzekerheid en natuurherstel, zonder expliciet in te gaan op reductie van vleesproductie of veestapel.
50PLUS waardeert de Nederlandse agrarische sector als essentieel voor de economie en voedselzekerheid. De partij wil jonge boeren perspectief bieden en innovatie stimuleren, maar spreekt zich niet uit voor het verkleinen van de veestapel of het ontmoedigen van vleesconsumptie. Het beleid richt zich op het ondersteunen van boeren binnen Europese kaders en het voorkomen van strengere nationale regels.
“50PLUS is trots op de Nederlandse boerenstand en de geweldige sectoren die zij hebben opgebouwd. Onze hele samenleving profiteert mee van deze exportsector. Onze agrariërs hebben de hele wereld laten zien hoe je maximale productie haalt uit een minimale hoeveelheid grond. Wij willen bijdragen aan een goed perspectief voor de jonge ondernemers in de agrarische sector in Nederland.”
“We kiezen voor: • Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel. • Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”