Het CDA wil dat mensen met verward of onbegrepen gedrag sneller passende hulp krijgen, waarbij de politie niet langer het eerste aanspreekpunt is. Ze pleiten voor meer bemoeizorg, betere samenwerking tussen zorg en wijkteams, en het wegnemen van privacybelemmeringen om effectieve hulp te bieden. Het vergroten van de capaciteit in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en het direct doorverwijzen naar hulporganisaties staan centraal in hun aanpak.
Het CDA vindt dat mensen met verward gedrag niet bij de politie thuishoren, maar direct moeten worden geholpen door gespecialiseerde organisaties. Dit moet geregeld worden via lokale en regionale samenwerkingsafspraken, zodat mensen sneller de juiste zorg krijgen en escalatie wordt voorkomen.
“Personen met verward en onbegrepen gedrag moeten niet terechtkomen bij de politie maar via de meldkamer direct doorverwezen worden naar organisaties die passende hulp kunnen bieden. Dat vraagt lokale en regionale samenwerkingsafspraken.”
Het CDA wil dat bemoeizorg vaker wordt ingezet voor mensen die zorg mijden of met verward gedrag kampen. Ze benadrukken dat privacyregels geen belemmering mogen vormen en dat samenwerking tussen huisartsen, ggz en wijkteams essentieel is om zorgtrajecten niet te laten stilvallen.
“We willen dat er vaker ‘bemoeizorg’ kan worden aangeboden voor mensen die zorg mijden en mensen met onbegrepen of verward gedrag. Privacyregels moeten in acht worden genomen, maar mogen geen belemmering vormen.”
“Betere samenwerking tussen huisartsen, ggz-aanbieders en sociale ondersteuning in de wijk is essentieel. Zeker bij complexe problemen moeten zorgtrajecten niet stilvallen bij een verjaardag of postcodegrens.”
Het CDA stelt dat de capaciteit in ggz-instellingen moet worden uitgebreid, zodat iedereen die intramurale zorg nodig heeft, daar ook terechtkan. Dit is noodzakelijk om mensen met verward gedrag tijdig en adequaat te behandelen.
“We willen dat er meer capaciteit komt in de ggz-instellingen, zodat alle mensen die dit nodig hebben gebruik kunnen maken van deze intramurale zorg.”
NSC vindt dat personen met verward gedrag meestal niet in het strafrecht thuishoren, maar zorg nodig hebben. Ze pleiten voor betere samenwerking tussen politie, zorg en andere betrokkenen, en willen structurele opvang in elke veiligheidsregio. Daarnaast moet de politie worden ontlast zodat wijkagenten zich meer op hun kerntaken kunnen richten.
NSC stelt dat mensen met verward gedrag vooral zorg nodig hebben in plaats van strafrechtelijke aanpak. Ze willen structurele opvang in elke veiligheidsregio en betere samenwerking tussen politie, zorg en andere partijen om deze groep passende hulp te bieden.
“Personen met verward gedrag horen meestal niet thuis in het strafrecht, maar hebben zorg nodig. Betere samenwerking tussen politie, zorg en andere betrokkenen is noodzakelijk om hen de juiste hulp te bieden. In elke veiligheidsregio moet structurele opvang voor deze groep beschikbaar zijn.”
Om tijdig hulp te kunnen bieden aan mensen met verward gedrag, wil NSC dat medewerkers van woningcorporaties eenvoudiger meldingen kunnen doen voor vroegsignalering.
“Ook medewerkers van woningcorporaties moeten eenvoudiger meldingen kunnen doen voor vroegsignalering.”
NSC signaleert dat wijkagenten te veel tijd kwijt zijn aan personen met verward gedrag, waardoor hun inzet voor de wijk onder druk staat. Ze willen dat wijkagenten weer minimaal 80% van hun tijd aan hun wijk kunnen besteden.
“Wijkagenten zijn nu veel tijd kwijt aan personen met verward gedrag, aan voetbalwedstrijden en demonstraties. We willen dat zij weer minimaal 80% van hun tijd daadwerkelijk aan hun wijk kunnen besteden.”
BIJ1 pleit voor meer zelfbeschikking en menselijkheid in de zorg voor mensen met onbegrepen of verward gedrag. Ze willen gedwongen zorg beperken, vrijheidsbeperkende maatregelen verbieden en de menselijke maat centraal stellen in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Hun visie is gericht op het respecteren van autonomie en het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor deze groep.
BIJ1 wil dat mensen die als 'verward' of met 'onbegrepen gedrag' worden gezien, meer zeggenschap krijgen over hun zorg en dat dwang zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. Dit standpunt komt voort uit de overtuiging dat huidige praktijken te vaak leiden tot stigmatisering, uitsluiting en schending van mensenrechten. Door vrijheidsbeperkende maatregelen te verbieden en zelfbeschikking te vergroten, wil BIJ1 de zorg menselijker en rechtvaardiger maken.
“Er wordt meer zelfbeschikking geregeld voor personen die onbegrepen gedrag vertonen. Vrijheidsbeperkende maatregelen in instellingen worden verboden.”
BIJ1 vindt dat de GGZ te veel gericht is op diagnostiek, dwang en bureaucratie, en te weinig op de mens achter het gedrag. Ze pleiten voor een fundamentele verandering waarbij de menselijke maat centraal staat, met minder dwang, minder separeercellen en meer aandacht voor de behoeften van mensen met verward gedrag.
“We hebben een radicale omslag nodig in de GGZ. We zetten ons in voor een GGZ zonder doorgeslagen diagnostisering, lange wachtlijsten, personeelstekorten, separeercellen en burn-outs onder medewerkers. Naar een GGZ waar de menselijke maat centraal staat.”
BVNL noemt "verward gedrag" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen afzonderlijk, concreet beleid of visie op deze doelgroep. Wel zijn er enkele algemene voorstellen rond forensische zorg, langdurige woonvormen en informatie-uitwisseling voor mensen met een justitiële achtergrond, die indirect relevant kunnen zijn voor mensen met verward gedrag. Specifieke, onderscheidende standpunten of maatregelen gericht op "verward gedrag" ontbreken.
BVNL stelt voor om bij terugkeer van mensen met een justitiële of forensische achtergrond, wanneer er sprake is van overlast, herhaling of gevaar, te kiezen voor beschermde en langdurige woonvormen met passende zorg. Dit raakt aan het thema "verward gedrag" voor zover het gaat om mensen die door psychische problemen in aanraking komen met justitie en overlast veroorzaken.
“We kijken opnieuw naar de haalbaarheid van volledige terugkeer in de samenleving. Als terugkeer leidt tot overlast, herhaling of gevaar, kiezen we voor beschermde en langdurige woonvormen met passende zorg.”
Om risico’s voor samenleving en zorg te verminderen, wil BVNL dat gemeenten en zorginstellingen sneller en zorgvuldiger informatie kunnen delen over mensen met een forensische of justitiële achtergrond. Dit kan relevant zijn voor mensen met verward gedrag die in deze categorie vallen.
“De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) wordt aangepast voor personen met een forensische of justitiële achtergrond. Gemeenten en zorginstellingen moeten snel en zorgvuldig informatie kunnen delen om deze mensen goed en veilig te plaatsen. Dit bevordert de doorstroming en vermindert risico’s voor samenleving en zorg.”
GroenLinks-PvdA vindt dat mensen met verward gedrag vooral hulp en zorg verdienen in plaats van straf of opsluiting. Ze willen investeren in de juiste zorg, structurele bemoeizorg in alle gemeenten en meer aandacht voor de oorzaken van verward gedrag, zodat de politie wordt ontlast en kwetsbare mensen niet op straat of in de cel belanden.
De partij pleit voor structurele beschikbaarheid van bemoeizorg in alle gemeenten, zodat mensen die zelf geen hulp zoeken maar dit volgens hun omgeving wel nodig hebben, toch passende ondersteuning krijgen. Dit moet voorkomen dat kwetsbare mensen met verward gedrag op straat of in de cel terechtkomen.
“Mensen die in de war zijn verdienen hulp. Het gaat vaak om kwetsbare mensen die de controle over hun eigen leven kwijt zijn. Nu belanden zij te vaak op straat of in de cel. Hulpverleners moeten meer mogelijkheden krijgen tot bemoeizorg. Dat is een vorm van hulpverlening die zich richt op mensen die zelf geen hulp zoeken, maar die dat volgens hun omgeving of hulpverleners wél nodig hebben. Bemoeizorg moet structureel beschikbaar zijn in alle gemeenten en landelijk worden bekostigd.”
GroenLinks-PvdA wil dat de aanpak van verward gedrag niet primair bij de politie ligt, maar dat er wordt geïnvesteerd in de juiste zorg en in het aanpakken van de oorzaken. Dit moet het werk van de politie verlichten en zorgen voor een menselijkere benadering.
“Politieagenten worden in hun werk vaak geconfronteerd met verward gedrag. Door te investeren in de juiste zorg en meer aandacht te besteden aan de oorzaken ervan, wordt het werk van de politie verlicht.”
JA21 benoemt "verward gedrag" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert gedragsproblemen vooral in het onderwijs en de zorg. De partij wil leerlingen met ernstige gedragsproblemen sneller uit het reguliere onderwijs plaatsen en pleit voor uitbreiding van voorzieningen waar zij passende zorg kunnen krijgen. Hiermee wil JA21 de rust in de klas herstellen en de onderwijskwaliteit verbeteren.
JA21 vindt dat een kleine groep leerlingen met gedragsproblemen te veel tijd en aandacht van docenten opeist, wat ten koste gaat van de rest van de klas. De partij wil dat deze leerlingen direct toegang krijgen tot speciale voorzieningen (cluster 4 onderwijs), zodat zij de zorg krijgen die ze nodig hebben en de rust in de klas terugkeert.
“Maar ook wordt een belangrijk deel van de werktijd van docenten geclaimd door een kleine groep leerlingen met gedragsproblemen. Dit gaat ten koste van de lestijd voor de rest van de klas. Dit moet stoppen.”
“Voor leerlingen, die in het reguliere onderwijs het onderwijsleerproces bij herhaling ernstig orde- en grensoverschrijdend verstoren, direct een plek beschikbaar moet zijn in bestaande voorzieningen voor het cluster 4 onderwijs. JA21 wil die voorzieningen grondig uitbreiden zodat er altijd plaats is voor leerlingen en zij in deze vorm de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben.”
De VVD wil de politie ontlasten bij meldingen over mensen met verward gedrag door betere samenwerking tussen politie, zorg en woningcorporaties, en door één financieringsvorm voor hulp te onderzoeken. Daarbij is de partij bereid vaker dwang toe te passen om destructieve patronen te doorbreken, zodat niet eerst wetsovertredingen hoeven plaats te vinden voordat er wordt ingegrepen. De kern van hun visie is dat mensen met verward gedrag sneller en effectiever hulp moeten krijgen, waarbij de veiligheid van zowel de persoon als de samenleving vooropstaat.
De VVD ziet het hoge aantal meldingen over mensen met verward gedrag als een probleem voor de politie en de samenleving. Ze willen dat deze mensen sneller passende hulp krijgen door samenwerking tussen verschillende instanties en het creëren van één financieringsvorm. Indien nodig moet vaker dwang worden ingezet om destructieve patronen te doorbreken, zodat niet gewacht hoeft te worden op strafbare feiten.
“Jaarlijks ontvangt de politie 150.000 meldingen over mensen met verward gedrag. We nemen maatregelen om de politie te ontlasten en ervoor te zorgen dat deze mensen de hulp krijgen die ze nodig hebben. We onderzoeken samen met politie, woningcorporaties en zorginstellingen/huisartsen hoe één financieringsvorm kan ontstaan voor de hulp aan personen met verward gedrag waarbij desnoods vaker dwang kan worden ingezet om destructieve patronen definitief te doorbreken en iemand niet eerst wetsovertredingen hoeft te begaan voordat de situatie tijdelijk wordt opgelost.”
“Zo beschermen we zowel de patiënt tegen zichzelf maar ook de maatschappij tegen ongewenst gedrag van de patiënt.”
Volt noemt "verward gedrag" niet expliciet in het verkiezingsprogramma en heeft geen afzonderlijk, concreet beleid of standpunt hierover geformuleerd. Wel pleit Volt voor betere toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg (ggz), meer preventie en ondersteuning bij mentale problemen, en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen en decentralisatie in de ggz. Hun visie richt zich op het centraal stellen van de persoon, het verlagen van drempels tot zorg en het versterken van de sociale basis, wat indirect relevant kan zijn voor mensen met verward gedrag.
Volt wil de geestelijke gezondheidszorg beter toegankelijk maken, wachtlijsten terugdringen en de persoon centraal stellen in plaats van het label. Dit beleid is relevant voor mensen met verward gedrag, omdat het gericht is op het voorkomen en tijdig behandelen van psychische problemen, waardoor escalatie en maatschappelijke overlast kunnen worden verminderd.
“We draaien de bezuinigingen op en de decentralisatie van de ggz van de afgelopen kabinetten terug en investeren weer in onze gezondheidszorg. Doelen zijn de wachtlijsten terugdringen en het capaciteitstekort oplossen. De persoon in plaats van het label staat weer centraal. We maken ervaringsdeskundige expertise én ggz-expertise laagdrempelig beschikbaar in de samenleving (on- en offline).”
Volt investeert in langlopende programma’s voor mentale gezondheid, met speciale aandacht voor jongeren en kwetsbare groepen. Door structurele inbedding in onderwijs, zorg en leefomgeving wil Volt voorkomen dat psychische problemen escaleren tot situaties van verward gedrag.
“Volt investeert in langlopende programma’s voor mentale gezondheid van jongeren en van kwetsbare groepen, die structureel zijn ingebed in het onderwijs, de zorg en de leefomgeving. Mentale gezondheid krijgt een vaste plek in het curriculum.”
BBB vindt dat de problematiek rond verward gedrag niet primair bij de politie thuishoort, maar bij de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Ze willen dat mensen met verward gedrag door de juiste instanties worden geholpen, zodat de politie wordt ontlast en passende zorg centraal staat.
BBB ziet verward gedrag als een zorgvraagstuk en niet als een primair politievraagstuk. Ze willen dat mensen met verward gedrag bij de juiste zorginstanties terechtkomen, zodat de politie zich kan richten op haar kerntaken en mensen met verward gedrag de hulp krijgen die ze nodig hebben.
“We willen de verwarde personen problematiek onderbrengen bij de juiste instanties. Deze problematiek hoort niet primair bij de politie, maar bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ).”
De ChristenUnie ziet verward gedrag vooral als een gevolg van tekorten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en vindt dat mensen met verward gedrag betere begeleiding en zorg moeten krijgen. De partij pleit voor meer inzet van de GGZ, persoonlijke begeleiding en waar nodig opname in een instelling, zodat de politie wordt ontlast en de samenleving veiliger wordt.
De ChristenUnie stelt dat veel overlast door verwarde personen voortkomt uit onvoldoende zorg en begeleiding. Zij willen dat mensen met verward gedrag passende begeleiding krijgen vanuit de GGZ of door persoonlijke begeleiders, en indien zelfstandig wonen niet haalbaar is, toegang tot intramurale instellingen. Dit moet zowel het welzijn van deze mensen verbeteren als de druk op de politie verminderen.
“Een persoon met verward of onbegrepen gedrag kan voor buren of omgeving veel overlast veroorzaken. De politie is te veel capaciteit kwijt aan overlastgevende of verwarde personen, terwijl de oorzaak voor dit lijden veelal bij tekorten in de GGZ ligt. Adequate begeleiding vanuit de GGZ of persoonlijke begeleiders is nodig om iemand zelfstandig te kunnen laten wonen. Wanneer zelfstandig wonen een brug te ver is, is een plek in een intramurale instelling noodzakelijk.”
DENK noemt "verward gedrag" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en presenteert geen concrete, onderscheidende beleidsvoorstellen die direct op deze problematiek ingaan. Wel pleit de partij voor meer investeringen in de GGZ en het terugdringen van wachtlijsten, wat indirect relevant kan zijn voor mensen met verward gedrag. Specifieke, concrete maatregelen gericht op de aanpak van verward gedrag ontbreken echter volledig.
DENK wil de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg verhogen en de wachtlijsten verkorten, wat mogelijk bijdraagt aan het voorkomen of beter behandelen van verward gedrag. Dit is echter een algemene maatregel en niet specifiek gericht op de problematiek van verward gedrag in de openbare ruimte.
“Wij willen investeren in de jeugdzorg en de GGZ. De kwaliteit van de zorg moet omhoog en de wachtlijsten moeten teruggedrongen worden.”
Forum voor Democratie (FVD) noemt "verward gedrag" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen concrete, uitgewerkte beleidsvoorstellen die direct op deze problematiek zijn gericht. Wel pleit FVD voor het afschaffen van strafvermindering op basis van lage intelligentie, waarmee zij impliciet stelling nemen tegen het verminderen van straf bij mensen met een (vermoedelijk) verwarde of beperkte geestelijke toestand. Verder ontbreken specifieke voorstellen voor zorg, opvang of preventie rondom verward gedrag.
FVD wil dat lage intelligentie nooit meer kan leiden tot verminderde of volledige ontoerekeningsvatbaarheid, waarmee zij impliciet ook stelling nemen tegen het verzachten van straffen voor mensen met verward gedrag. De partij ziet dit als een manier om de rechtsgelijkheid te waarborgen en te voorkomen dat daders aan hun straf ontkomen door een beroep te doen op hun verstandelijke beperking.
“We willen een herziening van artikel 39 Sr, zodat lage intelligentie nooit kan leiden tot verminderde toerekeningsvatbaarheid of ontoerekeningsvatbaarheid.”
De Partij voor de Dieren vindt dat mensen met verward of onbegrepen gedrag niet primair een politietaak zijn, maar goede zorg en ondersteuning verdienen. Zij willen investeren in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en politie beter trainen, zodat incidenten met mensen met verward gedrag zoveel mogelijk worden voorkomen en menselijk worden benaderd.
De PvdD stelt dat bezuinigingen op de GGZ ertoe hebben geleid dat de politie te vaak moet optreden bij mensen met onbegrepen of verward gedrag, wat niet altijd goed gaat. Door meer te investeren in de GGZ en de politie beter te trainen, wil de partij voorkomen dat mensen met verward gedrag in de problemen komen of verkeerd worden behandeld.
“De bezuinigingen op de GGZ hebben ervoor gezorgd dat de politie vaak moet worden ingezet bij mensen met onbegrepen gedrag. Dit gaat niet altijd goed. We zorgen ervoor dat de politie beter in staat is met deze mensen om te gaan, bijvoorbeeld door middel van trainingen. Ook investeren we in de GGZ om zo veel mogelijk te voorkomen dat de politie moet worden ingezet bij mensen met onbegrepen gedrag.”
De SGP noemt "verward gedrag" nauwelijks expliciet in haar verkiezingsprogramma. Het enige concrete standpunt betreft het verbeteren van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen opsporingsdiensten en de zorg bij verwarde personen, met als doel de veiligheid te vergroten en incidenten te voorkomen. Verdere beleidsvoorstellen of diepgaande visie op de aanpak van verward gedrag ontbreken.
De SGP ziet het delen van informatie tussen opsporingsdiensten en de zorg als noodzakelijk om effectief op te treden bij incidenten met verwarde personen. Dit standpunt richt zich op het voorkomen van gevaarlijke situaties en het verbeteren van de veiligheid, maar blijft beperkt tot een operationeel en repressief perspectief.
“Opsporingsdiensten moeten beter samenwerken en informatie delen, ook met de zorg bij verwarde personen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma