De PVV positioneert zich als de partij die immigratie, en met name asiel en instroom uit islamitische landen, radicaal wil stoppen, in tegenstelling tot partijen als D66 en GroenLinks-PvdA die een veel opener en humaner immigratiebeleid voorstaan. De PVV pleit voor een totale asielstop, sluiting van azc’s, het beëindigen van gezinshereniging, en het opzeggen van internationale verdragen die asiel mogelijk maken. Hun beleid is gericht op het volledig terugdraaien van het huidige, volgens hen “links-liberaal” immigratiebeleid, en het stellen van Nederlanders op de eerste plaats.
De PVV wil alle asielzoekers aan de grens weigeren, azc’s sluiten en geen nieuwe opvanglocaties meer openen. Dit staat haaks op het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA, die asielopvang en internationale verplichtingen willen respecteren.
“Totale asielstop: alle asielzoekers worden aan de grens geweigerd (artikel 72 VWEU)”
“Wij sluiten de grenzen. Wij sluiten azc’s. Wij voeren een totale asielstop in.”
“Met de PVV komt er geen enkel azc meer bij! De Spreidingswet wordt meteen ingetrokken. Azc’s die sinds de inwerkingtreding van de Spreidingswet zijn geopend, worden gesloten.”
De PVV wil immigratie uit islamitische landen volledig stoppen en gezinshereniging beëindigen, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA deze groepen niet uitsluiten en gezinshereniging als mensenrecht zien.
De PVV wil internationale verdragen die asiel mogelijk maken opzeggen, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks-PvdA die deze verdragen willen respecteren.
“Opzeggen VN-Vluchtelingenverdrag, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, Europees Verdrag inzake Nationaliteit en andere verdragen die ons dwarsbomen”
“Ook gaan we alle verdragen die ons dwarsbomen – zoals het VN-Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag inzake Nationaliteit – opzeggen.”
De PVV wil dat vreemdelingen en statushouders bij één misdrijf direct hun verblijfsstatus verliezen en worden uitgezet, een veel strengere benadering dan D66 en GroenLinks-PvdA.
“Vreemdelingen (waaronder statushouders) worden na veroordeling voor één misdrijf – na het uitzitten van de straf en intrekking van de verblijfsstatus – direct uitgezet”
De PVV wil illegaliteit en hulp aan illegalen strafbaar stellen, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA juist pleiten voor humane opvang en ondersteuning van ongedocumenteerden.
50PLUS kiest voor een streng en restrictief migratiebeleid, met nadruk op beperking van asiel-, arbeids- en studiemigratie, en stelt duidelijke grenzen aan de instroom. In tegenstelling tot D66 en GroenLinks-PvdA, die doorgaans een humaner en opener migratiebeleid voorstaan, pleit 50PLUS voor het aanpassen van het Vluchtelingenverdrag, het instellen van maxima en het beperken van rechten voor bepaalde groepen migranten. De partij wil vooral de druk op overheidsdiensten en sociale voorzieningen verminderen en stelt concrete eisen aan integratie en terugkeer.
50PLUS wil de instroom van migranten beperken tot een afgesproken maximum, het recht op asiel voor economische vluchtelingen en mensen uit veilige landen uitsluiten, en het Vluchtelingenverdrag aanpassen. Dit staat in scherp contrast met D66 en GroenLinks-PvdA, die doorgaans geen harde maxima of verdragwijzigingen bepleiten en meer nadruk leggen op bescherming van vluchtelingen.
50PLUS stelt strengere eisen aan integratie, opvang en terugkeer dan D66 en GroenLinks-PvdA, zoals het intrekken van opvang na afwijzing, verplichte taalbeheersing en het terugsturen van afgewezen asielzoekers. Ook worden werkgevers en onderwijsinstellingen financieel verantwoordelijk gemaakt voor arbeids- en studiemigranten.
“Geen recht op opvang na definitieve afwijzing.”
“Voorwaarde om Nederlander te worden is dat men de Nederlandse taal beheerst.”
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
“Onderwijsinstellingen zijn medeverantwoordelijk dat buitenlandse studenten gehuisvest worden in de omgeving.”
“Mensen die geen recht op asiel hebben, worden teruggestuurd, met respect voor hun waardigheid.”
Hoewel het beleid streng is, erkent 50PLUS het belang van gerichte arbeidsmigratie voor de zorgsector vanwege het groeiende personeelstekort. Dit pragmatische element ontbreekt vaak bij D66 en GroenLinks-PvdA, die arbeidsmigratie breder faciliteren.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
NSC positioneert zich duidelijk restrictiever op immigratie dan D66 en GroenLinks-PvdA, met nadruk op het beperken van alle migratievormen (arbeid, kennis, studie, asiel) en het stellen van strenge voorwaarden. NSC wil een jaarlijks migratiesaldo-plafond, versobering van voordelen voor kennismigranten, beperking van studiemigratie en opvang van asielzoekers in de regio. De partij koppelt immigratiebeleid expliciet aan demografische, sociale en culturele draagkracht, wat hen onderscheidt van de meer open benadering van D66 en GroenLinks-PvdA.
NSC wil een harde bovengrens aan het migratiesaldo en een wettelijke verplichting voor de regering om in te grijpen als deze wordt overschreden. Dit is een fundamenteel verschil met D66 en GroenLinks-PvdA, die geen kwantitatieve plafonds hanteren.
“Om te komen tot een bevolking van 19 tot 20 miljoen per 2050 zetten we in op een richtgetal voor een migratiesaldo van maximaal 50.000 mensen per jaar.”
“Er komt een Wet verantwoorde migratie die de regering verplicht om aanvullende maatregelen te nemen om de toestroom te verminderen, zodra het maximale migratiesaldo in zicht komt.”
NSC richt zich op het beperken van álle vormen van migratie, inclusief arbeids-, kennis- en studiemigratie, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA vooral focussen op humane asielopvang en arbeidsmigratie als economische noodzaak.
“Dat betekent dat we ons niet alleen focussen op asielmigratie maar alle vormen van migratie aanpakken: arbeidsmigratie, kennismigratie, studiemigratie en asielmigratie.”
“Minder arbeidsmigratie. We pakken misstanden en uitbuiting streng aan. Onderbetaalde arbeidsmigranten (zoals in delen van de vleessector) mogen geen verdienmodel zijn. Minder privileges voor kennismigranten (expats). Minder studiemigratie. Nederlandse studenten hebben voorrang en er komen flink minder Engelstalige opleidingen. Minder asielmigratie. Door strenge en realistische maatregelen met opvang in de regio.”
NSC wil fiscale voordelen voor kennismigranten beperken en de instroom van internationale studenten fors terugdringen, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks-PvdA die internationalisering van kennis en onderwijs juist stimuleren.
“Voor kennismigranten zijn de voordelen in het verleden doorgeschoten. We willen die gouden belastingregels versoberen en de toelatingseisen aanscherpen.”
“We moeten kritisch blijven op het hoge aantal internationale studenten. Buitenlandse studenten moeten de Nederlandse taal leren, binding hebben met Nederland en van toegevoegde waarde zijn op de arbeidsmarkt.”
NSC pleit voor opvang van asielzoekers in de regio, snelle en strenge procedures, en het beperken van gezinshereniging, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA vasthouden aan ruimhartige asielopvang en gezinshereniging volgens internationale verdragen.
“Beperken asielmigratie door strenge, uitvoerbare asielmaatregelen, met nadruk op opvang in de regio.”
“Het asielbeleid moet strenger en realistischer. Nederland levert een solidaire bijdrage aan de opvang van mensen die vluchten voor vervolging, oorlog of geweld, maar onze samenleving moet dit wel aankunnen. Opvang in de regio is het uitgangspunt.”
“Door de invoering van het tweestatusstelsel zullen voor de categorie vreemdelingen met de status van subsidiair beschermden voortaan strenge voorwaarden aan gezinshereniging worden gesteld, zoals wachttijd en eisen rondom huisvesting en inkomen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt een humaan, ruimhartig en internationaal georiënteerd immigratiebeleid, met nadruk op mensenrechten, het aanpakken van migratieoorzaken en het waarborgen van rechten voor alle migranten. Dit onderscheidt zich van D66 en GroenLinks-PvdA (GL/PvdA) doordat PvdD expliciet tegen het Europese migratiepact is, meer legale vluchtwegen wil faciliteren, en strenger is op het niet-criminaliseren van ongedocumenteerden en het afschaffen van beperkende wetten. De partij pleit voor volledige gelijkwaardigheid en bescherming van migranten, inclusief toegang tot basisvoorzieningen, ongeacht verblijfsstatus.
PvdD wijst het Europese migratiepact en deals zoals de Tunesië-deal expliciet af, omdat deze volgens hen leiden tot mensenrechtenschendingen en langdurige detentie van vluchtelingen. Dit is een duidelijk verschil met D66 en GL/PvdA, die het pact (met kanttekeningen) steunen of willen verbeteren.
“Het Europese migratiepact gaat van tafel. Dit akkoord zal onder meer leiden tot langdurig verblijf van mensen, waaronder kinderen, in (deels) gesloten kampen langs de Europese buitengrenzen.”
“Nederland gaat niet meer akkoord met afspraken, zoals de Tunesië-deal, die hiermee strijdig zijn.”
PvdD wil dat ongedocumenteerden niet worden gecriminaliseerd, volledige toegang krijgen tot zorg, onderwijs en opvang, en pleit voor afschaffing van de Koppelingswet. Dit is strenger en explicieter dan het beleid van D66 en GL/PvdA, die doorgaans alleen basisvoorzieningen willen garanderen.
“Mensen zonder papieren (“ongedocumenteerden”), worden niet gecriminaliseerd. Hetzelfde geldt voor het helpen van mensen zonder documenten.”
“We schaffen de Koppelingswet af. Deze wet beperkt of ontneemt ongedocumenteerde mensen toegang tot zorg, onderwijs, onderdak, werk en nog veel meer levensbehoeften.”
“De opvang en begeleiding van mensen zonder documenten moet goed geregeld worden. Mensen zonder verblijfsvergunning krijgen toegang tot dag- en nachtopvang en worden juridisch en maatschappelijk begeleid.”
PvdD pleit expliciet voor het faciliteren van meer legale en veilige vluchtwegen naar Europa, wat verder gaat dan de meeste voorstellen van D66 en GL/PvdA.
“We zetten ons in voor het faciliteren van meer veilige en legale vluchtwegen en het gebruik van humanitaire doorgangen.”
PvdD stelt dat Nederland nooit mag tornen aan het VN-Vluchtelingenverdrag, geen mensen mag terugsturen naar gevaarlijke landen, en zich moet verzetten tegen pushbacks. Dit is principiëler en minder pragmatisch dan de benadering van D66 en GL/PvdA.
“Nederland tornt niet aan het VN-Vluchtelingenverdrag en stuurt dus geen mensen terug naar hun land van herkomst als zij daar worden vervolgd vanwege hun geaardheid, religie, politieke overtuiging of etnische afkomst.”
“Europese landen dwingen mensen terug naar levensgevaarlijke situaties, bijvoorbeeld naar Afghanistan. Nederland is hieraan medeplichtig.”
PvdD wil een rechtvaardige spreiding van statushouders over alle gemeenten, inclusief rijke gemeenten, en investeert in integratie en acceptatie. Dit is concreter en dwingender dan het beleid van D66 en GL/PvdA.
“De huisvesting van statushouders en vluchtelingen vindt zorgvuldig plaats: we zorgen voor evenredige en rechtvaardige verdeling over gemeenten, waar het kan op wijkniveau. Dat betekent dat ook rijkere gemeenten hun eerlijke aandeel leveren.”
BVNL vindt dat immigratie in Nederland volledig uit de hand is gelopen en pleit voor een directe asielstop, het opzeggen van internationale verdragen en het sluiten van asielzoekerscentra. In tegenstelling tot D66 en GroenLinks-PvdA, die beide een meer open en humanitair immigratiebeleid voeren, wil BVNL immigratie tot een minimum beperken en stelt zij harde eisen aan integratie en terugkeer. De partij koppelt immigratie direct aan problemen op het gebied van leefbaarheid, sociale voorzieningen en woningmarkt.
BVNL wil per direct stoppen met het toelaten van asielzoekers en kansarme migranten, en internationale verdragen die asiel mogelijk maken opzeggen. Dit is een fundamenteel verschil met D66 en GroenLinks-PvdA, die beide vasthouden aan internationale afspraken en opvang van vluchtelingen.
“Per direct een asielstop invoeren.”
“We zeggen het vluchtelingenverdrag uit 1951 op. Dit was immers voor een ander soort vluchteling en andere aantallen bedoeld.”
“Om de afbraak van Nederland te stoppen moeten we onmiddellijk stoppen met het toelaten van asielzoekers en kansarme migranten en niet accepteren dat onze eigen cultuur verdwijnt ten faveure van culturen en moralen die niet de onze zijn en die onze manier leven en onze waarden bedreigen. Hiertoe is het onvermijdelijk dat we een groot aantal internationale verdragen opzeggen.”
BVNL wil alle aanmeldcentra en asielzoekerscentra sluiten en opvang van vluchtelingen uitsluitend in de eigen regio laten plaatsvinden. Dit staat haaks op het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA, die opvang in Nederland willen blijven faciliteren.
“Wij sluiten derhalve de aanmeldcentra in Ter Apel en Budel per direct. Daardoor komt er ook direct een einde aan het realiseren van nieuwe AZC’s. Uiteindelijk sluiten we alle AZC’s en worden deze gebouwen getransformeerd naar woningen.”
BVNL stelt harde eisen aan integratie, taalbeheersing en economische zelfredzaamheid, en koppelt verblijfsrechten en sociale voorzieningen aan deze eisen. Dit is veel restrictiever dan het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA, die integratie stimuleren maar niet als harde voorwaarde stellen voor verblijf of uitkeringen.
“Immigranten die al in Nederland zijn passen zich aan. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal leren en bijdragen aan de samenleving. Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
BVNL wil remigratie financieel stimuleren en afgewezen asielzoekers of illegale migranten actief uitzetten, inclusief het stopzetten van uitkeringen naar landen die niet meewerken aan terugkeer. D66 en GroenLinks-PvdA kiezen voor een meer humane benadering en zetten niet in op financiële prikkels voor remigratie.
“We zetten actief in op remigratie door terugkeer financieel te stimuleren. Iedereen die voor altijd afstand doet van zijn of haar Nederlands paspoort en permanent vertrekt uit Nederland, krijgt een vergoeding van €25.000,-.”
“Voor afgewezen asielzoekers of illegale migranten is in Nederland geen plaats. Gemeenten of andere instanties die illegalen ondersteunen zullen worden beboet.”
Volt kiest voor een ruimhartig, humaan en Europees georiënteerd immigratiebeleid, met nadruk op mensenrechten, solidariteit en het benutten van migratie als kans voor de samenleving. De partij wijst deals met dictatoriale regimes af, wil open binnengrenzen, eerlijke spreiding van vluchtelingen en snelle, menswaardige procedures. Volt onderscheidt zich door expliciet te pleiten voor het afschaffen van strafbaarstelling van illegaliteit, het volledig stoppen van uitzetcentra in derde landen, en het centraal stellen van mensenrechten in alle migratieverdragen.
Volt verzet zich expliciet tegen het sluiten van migratiedeals met dictatoriale regimes en het opzetten van uitzetcentra buiten Europa, in tegenstelling tot partijen die hier ruimte voor laten. Dit standpunt is scherper en principiëler dan bij D66 en GroenLinks-PvdA, die doorgaans minder uitgesproken zijn over het volledig afwijzen van dergelijke deals.
“We sluiten geen dubieuze deals met dictators van landen rondom de EU. We dringen erop aan om de verkenning van een terugkeercentrum in Oeganda en eventuele toekomstige centra in derde landen te stoppen.”
“In plaats van het creëren van gevangenisachtige uitzettingscentra in een ander land, gelooft Volt in gedurfde oplossingen die overeenkomen met internationale wetgeving en mensenrechten.”
Volt wil de strafbaarstelling van illegaliteit volledig afschaffen en de bed-bad-brood-regeling herstellen, waarmee zij verder gaat dan D66 en GroenLinks-PvdA, die hierover minder expliciet zijn of minder vergaande voorstellen doen.
“Geen mens is illegaal. Volt schaft de strafbaarstelling illegaliteit af. Verder worden opvang en begeleiding door maatschappelijk middenveld en gespecialiseerde diensten gefinancierd. De bed-bad-brood-regeling wordt in ere hersteld en toegang tot gezondheidszorg en arbeidsrechten wordt gegarandeerd.”
Volt pleit voor het direct stoppen van binnengrenscontroles en volledige implementatie van Europese solidariteitsmechanismen, waarmee ze zich duidelijker en radicaler positioneren dan D66 en GroenLinks-PvdA, die doorgaans voor gereguleerde open grenzen zijn maar minder expliciet over het per direct stoppen van controles.
Volt eist dat in elk migratieverdrag een automatische opschorting bij mensenrechtenschendingen wordt opgenomen, een juridisch bindende en harde voorwaarde die verder gaat dan de gebruikelijke formuleringen bij D66 en GroenLinks-PvdA.
“In ieder (bilateraal) verdrag waarin voorwaarden over migratie worden opgenomen, moet staan dat het verdrag direct wordt opgeschort op het moment dat mensenrechten geschonden worden.”
Volt benadrukt snelle, eerlijke asielprocedures, recht op gezinshereniging ongeacht asielstatus, en directe toegang tot bijstand en werk, waarmee ze zich onderscheiden door de nadruk op snelheid, eenvoud en inclusiviteit.
“Iedereen die recht heeft op asiel heeft het recht zich te herenigen met zijn of haar gezin, ongeacht hun asielstatus. Aanvragen voor gezinshereniging worden versneld afgehandeld via vereenvoudigde procedures.”
“Volt wil een eerlijk, doelmatig en snel asielbeleid dat direct recht geeft op sociale, juridische en psychologische bijstand.”
BIJ1 kiest voor een radicaal open en solidaire benadering van immigratie, die sterk verschilt van de meer gematigde en gereguleerde standpunten van D66 en GroenLinks-PvdA. BIJ1 pleit voor open grenzen, universeel verblijfsrecht, afschaffing van restrictieve migratiewetten en volledige gelijkstelling van rechten voor alle migranten, ongeacht status. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het beëindigen van uitsluiting, criminalisering en deportatie van migranten.
BIJ1 wil migratie fundamenteel anders benaderen dan D66 en GroenLinks-PvdA door grenzen te openen en verblijfsvergunningen te vervangen door universeel verblijfsrecht. Dit betekent dat iedereen, ongeacht afkomst of status, in Nederland mag wonen en werken, wat veel verder gaat dan de regulering en voorwaarden die D66 en GroenLinks-PvdA hanteren.
“Nederland opent de grenzen voor alle landen, versoepelt visumvoorwaarden en schaft de inkomenseis af.”
“We werken toe naar een wereld waarin verblijfsvergunningen plaats maken voor universeel verblijfsrecht. Migranten en gevluchte mensen krijgen toegang tot dezelfde rechten als Nederlanders, ongeacht hun documenten of gebrek daaraan.”
BIJ1 wil alle vormen van uitsluiting, detentie en deportatie van migranten beëindigen, in tegenstelling tot het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA die deze instrumenten (zij het met waarborgen) blijven hanteren. Dit omvat het opheffen van de Koppelingswet, sluiten van detentiecentra en het stoppen van deportaties.
“De Koppelingswet, die mensen zonder verblijfsvergunning uitsluit van voorzieningen, wordt afgeschaft.”
“Alle detentiecentra voor uitgeprocedeerde gevluchte mensen en ongedocumenteerde mensen worden gesloten, net zoals detentie-achtige faciliteiten... Nederland stopt met deportaties en de Dienst Terugkeer en Vertrek wordt opgeheven.”
BIJ1 eist volledige gelijkstelling van rechten voor migranten, inclusief toegang tot basisvoorzieningen, werk, studie en sociale zekerheid, ongeacht verblijfsstatus. Dit is veel verdergaand dan de benadering van D66 en GroenLinks-PvdA, die rechten doorgaans koppelen aan verblijfsstatus.
BIJ1 verbindt immigratiebeleid expliciet aan herstel van koloniaal onrecht, door mensen uit voormalige koloniën makkelijker het Nederlanderschap te geven. D66 en GroenLinks-PvdA benoemen dit niet of slechts marginaal.
“Mensen uit voormalige koloniën krijgen via een toegankelijk procedure het recht op de Nederlandse nationaliteit, waarmee historisch onrecht deels wordt hersteld.”
De ChristenUnie benadrukt een menswaardig, gecontroleerd en toekomstbestendig migratiebeleid, waarbij zij pleit voor beperking en sturing van migratie, striktere eisen aan integratie en terugkeer van wie niet mag blijven. Dit verschilt van D66 (liberaal, ruimhartiger) en GroenLinks-PvdA (progressief, solidair), die beide doorgaans meer open staan voor hogere migratie en minder nadruk leggen op beperking en terugkeer. De ChristenUnie wil migratie beperken via concrete maatregelen zoals het invoeren van tewerkstellingsvergunningen, het verminderen van studiemigratie en strengere eisen aan integratie en naturalisatie.
De ChristenUnie kiest expliciet voor beperking en sturing van migratie, in tegenstelling tot het doorgaans ruimhartiger beleid van D66 en GroenLinks-PvdA. Zij willen een maximaal migratiesaldo, beperking van studiemigratie, en tewerkstellingsvergunningen voor arbeidsmigranten.
“Op basis van het advies van de Staatscommissie kiest de ChristenUnie voor gematigde groei door gecontroleerde migratie, inclusief de nodige keuzes voor de economie en de ruimtelijke inrichting van Nederland. In het verlengde van dit advies wil de ChristenUnie (over een tijdsperiode van tien jaar gezien) streven naar een maximaal migratiesaldo binnen de bandbreedte zoals geschetst door de staatscommissie.”
“Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten.”
“Binnen de Europese Unie pleiten we voor de invoering van tewerkstellingsvergunningen, in eerste instantie voor bepaalde sectoren zoals de bouw of uitzendsector.”
De ChristenUnie stelt strengere eisen aan integratie en naturalisatie dan D66 en GroenLinks-PvdA, met nadruk op taal, participatie en het onderschrijven van Nederlandse waarden. Naturalistatie is niet vanzelfsprekend na verblijf; eisen worden waar nodig aangescherpt.
“Integratie draait niet alleen om economische bijdrage, maar vooral om het aanvaarden van de Nederlandse samenleving, inclusief onze taal, grondwettelijke bepalingen (o.a. vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, respect voor minderheden), geschiedenis, en christelijke wortels van ons land.”
“We verwachten van alle Nederlanders een actieve bijdrage aan de maatschappij. Het spreken van het Nederlands en het onderschrijven van de waarden zoals vastgelegd in de grondwet is daarvoor randvoorwaarde. Daar schort het nog weleens aan. Daarom kijken we kritisch naar de bestaande eisen en scherpen we deze waar nodig aan. Het recht op bescherming leidt niet automatisch na een aantal jaar tot het recht op Nederlanderschap.”
De ChristenUnie benadrukt terugkeer van afgewezen asielzoekers en stelt dat verblijf niet vanzelfsprekend is, in tegenstelling tot de meer solidaire benadering van D66 en GroenLinks-PvdA.
“Maar wie geen blijvende plek heeft in de Nederlandse samenleving en ook terug kan, moet terugkeren.”
“Afgewezen asielzoekers vertrekken zo snel mogelijk naar het land van herkomst. We verbeteren daarom de vertrekprocedure en de communicatie daarover met afgewezen asielzoekers. Hierover maken we afspraken met landen van herkomst. Wanneer deze landen niet in redelijkheid meewerken aan het terugnemen van hun afgewezen onderdanen, worden sancties (nationaal of in Europees verband) overwogen.”
De SP benadrukt dat D66 en GroenLinks-PvdA (GL/PvdA) wezenlijk verschillen op immigratie: waar D66 en GL/PvdA volgens de SP een ruimhartiger en economisch gedreven migratiebeleid voeren, pleit de SP voor een fors lager migratiesaldo, strikte beperking van arbeids-, kennis- en studiemigratie, en een nadruk op integratie en sociale samenhang. De SP wil het totale migratiesaldo terugbrengen tot 40.000 per jaar, arbeidsmigratie sterk inperken, en opvang eerlijker verdelen, met prioriteit voor vluchtelingen die bescherming nodig hebben.
De SP onderscheidt zich van D66 en GL/PvdA door te pleiten voor een veel lager migratiesaldo en het fors beperken van arbeids-, kennis- en studiemigratie. Dit is bedoeld om de druk op voorzieningen, huisvesting en sociale samenhang te verminderen, terwijl D66 en GL/PvdA volgens de SP juist meer ruimte laten voor migratie om economische redenen.
“Daarom is het nodig om het totale netto ‘migratiesaldo’ te verlagen tot circa 40 duizend per jaar. Dat zorgt voor een beheersbare bevolkingsgroei waardoor voorzieningen op peil blijven en sociale samenhang behouden blijft.”
“Om menswaardige opvang te bieden en tegelijkertijd grip te hebben op integratie binnen onze samenleving, streven we naar een migratiesaldo van 40 duizend per jaar. Dit streefcijfer is mede bepaald naar aanleiding van de bevindingen van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Nu ligt dat saldo op meer dan 100 duizend migranten per jaar. Het overgrote deel hiervan ligt in de sterke toename van arbeids, kennis en studiemigratie. Dit zal dus flink omlaag moeten.”
“De SP vindt arbeidsmigratie een vorm van moderne slavernij. Er zijn 800 duizend tot 1,2 miljoen arbeidsmigranten in Nederland. Het exacte aantal weet niemand. Ze worden hierheen gehaald door bedrijven en uitgebuit en afgedankt als ze niet meer nodig zijn.”
De SP wil altijd ruimte houden voor de opvang van vluchtelingen die bescherming nodig hebben, maar stelt dat als het aantal vluchtelingen stijgt, arbeids-, kennis- en studiemigratie verder omlaag moet. Dit verschilt van D66 en GL/PvdA, die volgens de SP minder prioriteit geven aan deze volgorde.
“Gemiddeld vangt Nederland 18.917 mensen op die vluchten voor oorlog en geweld, ruim onder het migratiesaldo van de SP van 40 duizend. Mocht dit aantal toch onverwachts snel stijgen, dan zullen arbeids, kennis en studiemigratie verder omlaag moeten. Zo zorgen we ervoor dat we altijd mensen kunnen opvangen die vluchten voor oorlog en geweld.”
De SP legt sterk de nadruk op verplichte integratie en het direct leren van de Nederlandse taal voor alle migranten, inclusief arbeids- en kennismigranten. Dit wordt als voorwaarde gezien voor succesvolle integratie en sociale samenhang, in tegenstelling tot het volgens de SP soepelere beleid van D66 en GL/PvdA.
“De overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat mensen die hier komen wonen vanaf dag één Nederlands leren.”
“Daarom is het belangrijk dat iedereen die naar Nederland komt en hier komt wonen, ongeacht of je vluchteling, expat, arbeids, kennis of studiemigrant bent, vanaf dag één de taal leert.”
De SP wil dat de opvang van vluchtelingen eerlijk verdeeld wordt over alle gemeenten, inclusief de rijkste, om sociale spanningen te voorkomen. Dit punt wordt als onderscheidend gepresenteerd ten opzichte van het beleid van D66 en GL/PvdA.
“Alle gemeenten dragen bij aan de opvang, dus ook de rijkste. De opvang van vluchtelingen moet eerlijk verdeeld worden over gemeenten.”
De VVD kiest voor een veel strenger en restrictiever immigratie- en asielbeleid dan D66 en GroenLinks-PvdA, met als kernvoorstel het sluiten van de asielgrenzen voor spontane asielaanvragen en alleen nog vluchtelingen toelaten via hervestiging. De partij wil de instroom van migranten fors beperken, voorrang voor statushouders bij huisvesting afschaffen, en arbeidsmigratie selectiever maken, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA traditioneel een humaner en opener migratiebeleid voorstaan. De VVD benadrukt nationale soevereiniteit, beperking van bevolkingsgroei door migratie, en het afschaffen van wettelijke voorrang voor statushouders.
De VVD wil het asielstelsel fundamenteel wijzigen door asielaanvragen in Nederland onmogelijk te maken en alleen nog vluchtelingen toe te laten via hervestiging, wat een veel restrictiever beleid is dan D66 en GroenLinks-PvdA voorstaan. Dit voorstel adresseert de hoge asielinstroom en de druk op voorzieningen, en is een duidelijk onderscheidend punt.
“De VVD wil dit systeem fundamenteel veranderen: vluchtelingen kunnen alleen nog via hervestiging naar Nederland komen. Dit betekent dat er niet meer in Nederland asiel kan worden aangevraagd.”
“Daarom willen we dat er een stelselwijziging komt waarbij vluchtelingen alleen nog maar naar Nederland komen via hervestiging.”
De VVD wil op alle vormen van migratie (asiel, arbeid, gezinshereniging) strengere selectie toepassen en de bevolkingsgroei door migratie beperken, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA doorgaans meer ruimte laten voor migratie. Dit standpunt is gericht op het beschermen van de Nederlandse voorzieningen en het draagvlak in de samenleving.
“Daarom wil de VVD dat er, in lijn met de aanbevelingen van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen, op alle vormen van migratie maatregelen worden genomen, zodat de bevolkingsgroei als gevolg van migratie beperkt blijft.”
“Arbeidsmigratie is essentieel om de hoogwaardige Nederlandse economie in stand te houden... Tegelijkertijd veroorzaakt arbeidsmigratie ook veel problemen. Daarom willen wij dat er strengere maatregelen worden genomen om juist die arbeidsmigranten naar Nederland te halen die bijdragen aan onze economie en samenleving.”
De VVD wil de wettelijke taakstelling voor gemeenten om statushouders te huisvesten afschaffen en verbiedt voorrang voor statushouders, in tegenstelling tot het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA die deze bescherming doorgaans willen behouden. Dit standpunt is bedoeld om de positie van Nederlanders op de woningmarkt te beschermen.
“Daarom schaffen wij de wettelijke taakstelling van gemeenten om statushouders te moeten huisvesten af, en stellen wij een verbod op voorrang voor statushouders in.”
De VVD wil de opvang en rechten van asielzoekers versoberen, onder meer door bepaalde groepen uit te sluiten van opvang en de verblijfsduur te beperken, wat een veel strengere benadering is dan bij D66 en GroenLinks-PvdA. Dit is bedoeld om het draagvlak te behouden en misbruik te voorkomen.
“Wel willen we, net zoals in België, dat bepaalde categorieën asielzoekers niet meer worden opgevangen. Hierbij gaat het in ieder geval om alleenstaande en alleenreizende mannen.”
“Voor zover dit na de verkiezingen nog niet is geregeld, schaffen wij de asielvergunning voor onbepaalde tijd af, korten we de duur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in naar drie jaar, voeren we een tweestatusstelsel in met alle mogelijke bijbehorende beperkingen, schaffen we de dwangsommen af en stellen we illegaal verblijf strafbaar.”
BBB benadrukt dat D66 en GroenLinks-PvdA wezenlijk van elkaar verschillen op het gebied van immigratie: D66 staat voor een relatief ruimhartig en pragmatisch migratiebeleid, terwijl GroenLinks-PvdA een meer restrictieve koers voorstaat met strengere toelatingseisen en nadruk op opvang in de regio. BBB noemt als belangrijkste verschillen de houding ten aanzien van internationale verdragen, de mate van nationale zeggenschap en de wens om de instroom van migranten te beperken.
D66 kiest voor een beleid dat uitgaat van internationale solidariteit, het nakomen van verdragen en het bieden van perspectief aan migranten. De partij wil migratie reguleren, maar niet fors beperken, en ziet arbeidsmigratie als een kans voor de economie. D66 is voorstander van Europese samenwerking en het naleven van internationale afspraken.
GroenLinks-PvdA pleit voor een restrictiever migratiebeleid, met strengere toelatingseisen, beperking van gezinshereniging en meer nadruk op opvang in de regio. De partij wil internationale verdragen herzien en meer nationale zeggenschap over migratie, waarbij de instroom van migranten actief wordt beperkt.
“We stellen een maximum aan de instroom, investeren in opvang in de regio en sluiten terugkeerakkoorden met herkomstlanden.”
“Nederland moet weer zelf kunnen bepalen wie ons land binnenkomt en wie niet.”
“Nederland is nu vaak aantrekkelijker voor asielzoekers dan andere EUlanden. We zorgen er niet alleen voor dat dit niet langer het geval is, we maken Nederland zelfs onaantrekkelijker voor asielzoekers.”
“Nederland aan kop met het strengste asielbeleid.”
D66 kiest voor een humaan, Europees en gereguleerd immigratiebeleid, met nadruk op snelle en eerlijke procedures, integratie vanaf dag één en strenge voorwaarden voor arbeidsmigratie. De partij steunt het Europese migratiepact, wil minder laagbetaalde arbeidsmigratie en zet in op bescherming van vluchtelingenrechten. D66 onderscheidt zich van GroenLinks-PvdA door een sterkere focus op Europese samenwerking, modernisering van verdragen en het beperken van kwetsbare arbeidsmigratie.
D66 ziet Europese samenwerking als essentieel voor een effectief en humaan asielbeleid, en steunt nadrukkelijk het Europese migratiepact. Dit onderscheidt zich van GL/PvdA, die doorgaans kritischer zijn op Europese restricties en meer nationale ruimte willen behouden voor ruimhartig beleid.
“We steunen de invoering van het Europese migratiepact in juni 2026 als belangrijke stap naar een eerlijk, humaan en werkend asielsysteem in Europa. Het pact biedt regie op migratie en versterkt samenwerking tussen lidstaten. Daarbij pleiten we voor een eerlijke verdeling tussen de verschillende lidstaten.”
D66 wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren waar deze echt nodig is, met nadruk op kenniswerkers en vakkrachten, en strenge voorwaarden voor werkgevers. Dit is restrictiever dan GL/PvdA, die doorgaans minder nadruk leggen op beperking van laagbetaalde arbeidsmigratie.
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
“Minder vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland. We verhogen bijvoorbeeld de lonen, zodat werk naar waarde gewaardeerd wordt en concurrentie met andere werknemers eerlijker is.”
D66 pleit voor modernisering van internationale verdragen, zodat asielaanvragen buiten Europa kunnen worden ingediend en migratie beter gereguleerd wordt. Dit is een onderscheidend punt ten opzichte van GL/PvdA, die doorgaans vasthouden aan het huidige internationale beschermingsregime.
“D66 is dan ook voorstander van het moderniseren van het Vluchtelingenverdrag, mits dit de situatie voor zowel ontvangende landen als vluchtelingen verbetert en rechten van vluchtelingen in binnen- en buitenland niet inperkt. Vluchtelingen moeten buiten Europa hun asielverzoek kunnen indienen. Wanneer hun aanvraag kansrijk is, moeten ze veilig naar Europa kunnen komen.”
D66 wil dat kansrijke asielzoekers vanaf dag één verplicht Nederlands leren, mogen werken en toegang krijgen tot onderwijs. Dit is concreter en verplichtender dan het beleid van GL/PvdA, die doorgaans inzetten op vrijwillige en brede integratie.
“D66 wil dat kansrijke asielzoekers verplicht Nederlands leren, mogen werken en de kans krijgen om een opleiding te volgen die aansluit bij de ervaring die mensen eerder hebben opgedaan.”
D66 kiest voor aparte, gesloten opvang en snelle terugkeer voor asielzoekers die overlast veroorzaken, een maatregel die GL/PvdA doorgaans niet expliciet steunen.
“We zorgen voor aparte, gesloten opvang voor deze groep, geld voor handhaving, snellere procedures en snelle terugkeer naar land van herkomst.”
DENK positioneert zich als uitgesproken voorstander van een ruimhartig, humaan en inclusief immigratie- en asielbeleid, en onderscheidt zich daarmee duidelijk van partijen als D66 en GroenLinks-PvdA, die doorgaans een gematigd progressief beleid voeren. DENK verwerpt expliciet strengere asielwetten, wil gezinshereniging vergemakkelijken, investeert in kleinschalige opvang en pleit voor structurele versoepeling van migratie- en visumregels met specifieke landen. De partij legt sterk de nadruk op mensenrechten, snelle integratie en het tegengaan van discriminatie, en kiest voor een benadering die verder gaat dan de meeste andere progressieve partijen.
DENK verzet zich tegen elke beperking van de rechtspositie van vluchtelingen en wil gezinshereniging juist makkelijker maken, waar D66 en GroenLinks-PvdA doorgaans een balans zoeken tussen draagvlak en ruimhartigheid. DENK kiest expliciet voor het afschaffen van streng beleid en het voorkomen van een tweestatusstelsel.
“De strenge asielwetten van de extreemrechtse regering gaan de prullenbak in. Dit betekent dat de rechtspositie van vluchtelingen niet wordt beperkt, de duur van verblijfsvergunningen niet wordt ingeperkt, gezinshereniging niet moeilijker wordt gemaakt en er geen tweestatusstelsel komt.”
Waar D66 en GroenLinks-PvdA inzetten op spreiding en humane opvang, legt DENK extra nadruk op langdurige, kleinschalige opvang en het behouden van de Spreidingswet, met oog voor draagkracht van lokale gemeenschappen.
“Eerlijke verdeling van de opvang van vluchtelingen in Nederland. DENK wil meer investeren in langdurige, kleinschalige opvang voorzieningen door heel het land. De Spreidingswet moet behouden blijven.”
DENK wil procedures versnellen zonder afbreuk te doen aan menswaardigheid en zet in op persoonlijke begeleiding vanaf dag één, wat verder gaat dan de standaard inburgeringsvoorstellen van D66 en GroenLinks-PvdA.
“Versnelde procedures, zonder afbraak van menswaardigheid. We investeren in de IND, het COA en gemeentelijke uitvoering om procedures te versnellen.”
“DENK wil dat elke inburgeraar wordt ondersteund met een persoonlijke begeleider die meeloopt van dag één tot afronding van het traject.”
DENK pleit voor het structureel versoepelen van visumregels met landen als Marokko, Turkije en Suriname, een standpunt dat verder gaat dan het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA, die zich meestal beperken tot Europese kaders.
“Wij versoepelen de visumregels tussen Nederland en Marokko, Turkije en Suriname om werken en wonen in Nederland te vergemakkelijken.”
DENK is expliciet tegen het betalen van asielopvang uit het ontwikkelingshulpbudget, waar D66 en GroenLinks-PvdA hierover minder uitgesproken zijn.
“DENK is tegen financiering van de asielopvang met het ontwikkelingshulpbudget (ODA). Deze middelen moeten beschikbaar blijven voor internationale armoedebestrijding en om de mondiale stabiliteit te beschermen.”
FVD stelt dat D66 en GroenLinks-PvdA nauwelijks van elkaar verschillen op immigratie: beide partijen zouden volgens FVD massale immigratie steunen en geen fundamentele beperking willen. FVD positioneert zichzelf als radicaal afwijkend door te pleiten voor een volledige asielstop, remigratie, het opzeggen van internationale verdragen en het invoeren van een GreenCard-systeem voor alleen tijdelijke, economisch waardevolle migranten.
FVD betoogt dat D66 en GroenLinks-PvdA in de kern hetzelfde immigratiebeleid voeren, namelijk het openhouden van grenzen en het niet willen beperken van de instroom. Volgens FVD ontbreekt bij beide partijen de wil om immigratie substantieel te verminderen of de nationale soevereiniteit te herstellen.
FVD onderscheidt zich door te pleiten voor een volledige asielstop, het actief stimuleren van remigratie en het opzeggen van internationale verdragen zoals Schengen en het VN-vluchtelingenverdrag. Dit is volgens FVD noodzakelijk om de controle over de grenzen terug te krijgen en de nationale identiteit te beschermen, in tegenstelling tot het beleid van D66 en GL/PvdA.
“We stoppen met asielopvang in Nederland, investeren we in opvang in de regio en stellen illegaal verblijf strafbaar. Met een naturalisatiestop van tien jaar en een GreenCard-systeem voor tijdelijke, waardevolle arbeidsmigranten. Door verdragen zoals Schengen en het VN-vluchtelingenverdrag op te zeggen, beschermen we onze welvaart en veiligheid en herpakken we de controle over onze grenzen.”
“We stoppen volledig met asielopvang in Nederland, investeren in opvang in de regio en stellen illegaal verblijf in Nederland strafbaar. Daarnaast voeren we een tienjarige stop op naturalisaties in, bieden steun voor remigratie naar landen van herkomst en introduceren een GreenCard-systeem voor economisch waardevolle migranten om tijdelijk in Nederland te verblijven.”
FVD wil alleen nog tijdelijke migranten toelaten die economisch waardevol zijn en cultureel compatibel, in tegenstelling tot het beleid van D66 en GL/PvdA dat volgens FVD geen onderscheid maakt. Dit moet voorkomen dat migratie een structurele last wordt voor de samenleving.
“We introduceren een streng gereguleerd GreenCard-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een realistisch en humaan migratiebeleid met actieve sturing op een gematigd migratiesaldo, waarbij de overheid meer regie neemt en arbeidsmigratie wordt beperkt tot sectoren die bijdragen aan brede welvaart. In tegenstelling tot D66, dat doorgaans opener en liberaler is op het gebied van migratie, legt GroenLinks-PvdA nadruk op het beperken van laagbetaalde arbeidsmigratie, strengere eisen aan werkgevers en het behoud van draagvlak in de samenleving. Hun beleid richt zich op het tegengaan van uitbuiting, het verbeteren van integratie en het waarborgen van leefbaarheid in wijken.
GroenLinks-PvdA wil het migratiesaldo actief beperken tot 40.000-60.000 per jaar, wat een duidelijke kwantitatieve sturing inhoudt. Dit onderscheidt zich van D66, dat traditioneel minder nadruk legt op het stellen van plafonds en meer inzet op openheid en kansen voor migranten.
“In navolging van de Staatscommissie Demografische Ontwikkeling kiezen we voor actieve sturing op een gemiddeld migratiesaldo van 40.000 tot 60.000 per jaar, dat leidt tot een gematigde groei van de bevolking.”
GroenLinks-PvdA wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren die bijdragen aan brede welvaart en stelt strengere eisen aan werkgevers, terwijl D66 doorgaans positiever staat tegenover arbeidsmigratie als economische noodzaak.
“We blijven arbeidsmigratie voor werkgevers die bijdragen aan onze brede welvaart mogelijk maken, maar roepen werkgevers die dat niet doen een halt toe. Voor bedrijvigheid die alleen kan bestaan bij de gratie van laagbetaald, slecht werk en uitbuiting van mensen is in Nederland geen plek.”
“Wij sturen op minder arbeidsmigratie. Bedrijven die alleen kunnen bestaan dankzij laagbetaald werk en uitbuiting hebben in Nederland niets te zoeken.”
GroenLinks-PvdA wil het wettelijk minimumloon verhogen en de flexibiliteit van uitzendcontracten beperken om de vraag naar arbeidsmigranten te ontmoedigen, een restrictiever beleid dan D66 doorgaans voorstaat.
“Om betere arbeidsomstandigheden te creëren en de vraag naar arbeidsmigranten te ontmoedigen, verhogen we het wettelijk minimumloon en beperken we de flexibiliteit van uitzendcontracten.”
GroenLinks-PvdA legt de verantwoordelijkheid voor huisvesting en integratie van arbeidsmigranten bij werkgevers en gemeenten, met als doel overbewoning en sociale problemen te voorkomen. D66 is hier doorgaans minder restrictief.
“Werkgevers verplicht meebetalen aan huisvesting en onderwijs, zoals taalles, ook voor meekomende gezinsmigranten.”
“Daarom moet er een huisvestingsverordening komen in gemeenten om verkamering tegen te gaan, zoals wordt gedaan in Roosendaal, en het huurrecht versterken.”
Het CDA wil immigratie, en met name asielmigratie, fors beperken en stuurt aan op strengere Europese en nationale regels, waaronder het behandelen van asielaanvragen buiten Europa en het strafbaar stellen van niet meewerken aan terugkeer. Dit verschilt duidelijk van D66 en GroenLinks-PvdA, die doorgaans een humaner en opener migratiebeleid voorstaan. Het CDA legt de nadruk op grip, beperking en selectie, met concrete voorstellen voor strengere procedures en minder ruimte voor gezinshereniging.
Het CDA wil dat asielaanvragen voortaan buiten Europa worden behandeld om de instroom te beperken en mensensmokkel tegen te gaan. Dit is een fundamenteel restrictiever standpunt dan D66 en GroenLinks-PvdA, die vasthouden aan het recht op asiel binnen Europa.
“We beëindigen de inhumane en illegale mensensmokkel door internationaal te werken aan een nieuw asielsysteem, waarbij aanvragen alleen nog buiten de EU in behandeling worden genomen en waar asielmigranten op uitnodiging naar Europa mogen komen.”
Het CDA stelt voor om uitgeprocedeerde asielzoekers die niet meewerken aan terugkeer strafbaar te maken, en wil een streng terugkeerbeleid. Dit is aanzienlijk strenger dan het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA, die meer nadruk leggen op begeleiding en mensenrechten.
Het CDA wil gezinshereniging beperken tot het kerngezin, terwijl D66 en GroenLinks-PvdA doorgaans voor ruimere gezinshereniging zijn.
“We zijn voorstander van de maatregelen uit de Asielnoodmaatregelenwet waarin we kiezen voor tijdelijke asielvergunningen, gezinshereniging terugbrengen tot het kerngezin...”
Het CDA kiest expliciet voor het fors beperken van migratie in lijn met het scenario ‘gematigde bevolkingsgroei’, wat een restrictiever uitgangspunt is dan bij D66 en GroenLinks-PvdA.
“Omdat de belangrijkste oorzaak migratie is, zal die fors moeten worden beperkt. Wij willen dat op alle vormen van migratie streng en stevig wordt gestuurd, in lijn met het scenario ‘gematigde bevolkingsgroei’ dat de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen schetst.”
JA21 stelt zich op als een partij die immigratie fors wil beperken en stelt dat D66 en GroenLinks-PvdA (GL/PvdA) nauwelijks van elkaar verschillen op het gebied van immigratiebeleid: beide partijen zouden volgens JA21 een ruimhartig en weinig restrictief migratiebeleid voeren. JA21 benadrukt dat D66 en GL/PvdA beide voorstander zijn van hoge immigratie, weinig selectie en beperkte eisen aan integratie, terwijl JA21 juist pleit voor strenge beperking, selectie en afdwingbare integratie. De partij noemt expliciet dat het verschil tussen D66 en GL/PvdA op immigratie "nihil" is.
JA21 stelt dat D66 en GroenLinks-PvdA vrijwel hetzelfde denken over immigratie en beide een ruimhartig beleid voeren, in tegenstelling tot de restrictieve koers van JA21. Dit wordt expliciet benoemd als kritiekpunt en als waarschuwing voor kiezers die denken dat er een wezenlijk verschil is tussen deze partijen op dit thema.
De SGP vindt dat D66 en GroenLinks-PvdA nauwelijks van elkaar verschillen op immigratie: beide partijen willen volgens de SGP een ruimhartig en open immigratiebeleid, terwijl de SGP juist pleit voor strenge beperking van migratie. De SGP benadrukt het belang van duidelijke grenzen, het stellen van eisen aan integratie en het beperken van het migratiesaldo, en ziet het beleid van D66 en GroenLinks-PvdA als te liberaal en onvoldoende gericht op draagkracht en samenhang in de samenleving.
De SGP stelt dat D66 en GroenLinks-PvdA nauwelijks van elkaar verschillen op het gebied van immigratie, omdat beide partijen volgens de SGP kiezen voor een open en ruimhartig toelatingsbeleid. De SGP positioneert zichzelf hiertegenover door te pleiten voor duidelijke grenzen en beperking van migratie, en ziet het beleid van deze partijen als te weinig rekening houdend met draagkracht en integratieproblemen.
“D66 en GroenLinks-PvdA verschillen nauwelijks van elkaar op het gebied van immigratie. Beide kiezen voor een ruimhartig toelatingsbeleid en willen de grenzen openhouden.”
“De SGP is van mening dat de migratiestroom in al haar verschijningsvormen op humane wijze moet worden ingeperkt.”