BVNL positioneert zich als een klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij die zich duidelijk onderscheidt van zowel CDA als VVD. Waar CDA en VVD volgens BVNL te veel meegaan in overheidsuitbreiding, bureaucratie en supranationale machtsoverdracht, pleit BVNL voor een veel kleinere overheid, radicale belastingverlaging, volledige nationale soevereiniteit en een harde asielstop. De partij zet sterk in op individuele vrijheid, ondernemersklimaat en behoud van Nederlandse tradities, met concrete voorstellen als een vlaktaks, afschaffing van toeslagen en erfbelasting, en het terugdraaien van EU-integratie.
BVNL onderscheidt zich van CDA en VVD door te pleiten voor een veel kleinere overheid, met een drastische vermindering van overheidsuitgaven en ambtenaren. Dit gaat verder dan de gebruikelijke bezuinigingsretoriek van VVD en CDA en raakt aan de kern van BVNL’s klassiek-liberale visie.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen.”
In tegenstelling tot CDA en VVD, die vasthouden aan een progressief belastingstelsel en het toeslagenstelsel, wil BVNL een vlaktaks invoeren en alle toeslagen en erf- en schenkbelasting afschaffen. Dit is een fundamenteel ander fiscaal beleid.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
“De erf- en schenkbelasting afschaffen zodat onder andere familiebedrijven zonder problemen aan de volgende generatie kunnen worden overgedragen.”
Waar CDA en VVD de EU als uitgangspunt nemen en slechts pleiten voor hervormingen, wil BVNL een radicale koerswijziging: Nederland moet soeverein worden en de EU moet terug naar een losse confederatie, met opt-ins en opt-outs.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Daar waar het Nederlands belang haaks staat op Brusselse regelgeving zullen wij Brussel informeren dat Nederland zijn eigen soevereine koers vaart.”
BVNL kiest voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen, een veel hardere lijn dan CDA en VVD, die beide vasthouden aan internationale verdragen en opvangverplichtingen.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan.”
“Om de afbraak van Nederland te stoppen moeten we onmiddellijk stoppen met het toelaten van asielzoekers en kansarme migranten en niet accepteren dat onze eigen cultuur verdwijnt ten faveure van culturen en moralen die niet de onze zijn en die onze manier leven en onze waarden bedreigen. Hiertoe is het onvermijdelijk dat we een groot aantal internationale verdragen opzeggen.”
BVNL positioneert zich ideologisch duidelijk anders dan CDA (christendemocratisch, gematigd conservatief) en VVD (liberaal-conservatief, pragmatisch), door een combinatie van klassiek-liberalisme, economisch rechts beleid en uitgesproken cultureel conservatisme.
“Belang Van NederLand is een klassiek liberale partij die vecht voor de vrijheid van het individu. Daarnaast is BVNL een economisch rechtse partij die de goede kanten van het kapitalisme omarmt: ambitie, succes en sociale barmhartigheid. BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
“Belang Van Nederland staat voor een kleine overheid, een vrije markt met zo min mogelijk staatsinterventie en het behoud van het goede uit de rijke Nederlandse traditie.”
De ChristenUnie positioneert zich als een partij die structurele, integrale oplossingen en een rechtvaardige, sociale samenleving nastreeft, waarbij ze zich duidelijk onderscheidt van zowel het CDA als de VVD. Ze benadrukt het belang van een overheid die richting geeft, investeert in brede welvaart en minder marktgericht is dan de VVD, en meer nadruk legt op sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid dan het CDA. Hun voorstellen richten zich op het vereenvoudigen van het belastingstelsel, het beschermen van minderheden en het investeren in publieke voorzieningen.
De ChristenUnie benadrukt het belang van integrale, structurele oplossingen en het vermijden van kortetermijnpolitiek, waarmee ze zich afzet tegen de pragmatische, marktgerichte aanpak van de VVD en de meer behoudende koers van het CDA.
“De ChristenUnie kiest voor structurele oplossingen op basis van een integrale aanpak in plaats van kortetermijnpolitiek.”
De partij wil een overheid die niet alleen ruimte laat, maar ook duidelijke richting geeft en investeert in publieke voorzieningen, in tegenstelling tot de VVD die meer inzet op marktwerking en individuele verantwoordelijkheid.
“Nederland verdient een overheid die ruimte laat, maar ook richting geeft, keuzes durft te maken en recht doet aan mens, natuur en economie.”
“De ChristenUnie wil dat bredewelvaartsindicatoren een prominentere rol spelen in het begrotingsproces en de politieke besluitvorming. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
De ChristenUnie onderscheidt zich door expliciet te kiezen voor bescherming van minderheden en het afwijzen van een kiesdrempel of districtenstelsel, waarmee ze zich afzet tegen partijen die meer nadruk leggen op bestuurbaarheid of grotere partijen.
“Wij geloven dat je de kracht van een samenleving kunt afmeten aan de ruimte die meerderheden geven aan minderheden.”
“Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben.”
De ChristenUnie kiest voor een radicaal eenvoudiger en rechtvaardiger belastingstelsel, met een hoge belastingvrije voet en verzilverbare belastingkorting, wat hen onderscheidt van zowel het CDA als de VVD die minder vergaande hervormingen voorstellen.
“Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid.”
“Onder aan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting.”
De ChristenUnie is kritisch op doorgeschoten marktwerking en wil investeren in publieke voorzieningen zoals betaalbare woningen en infrastructuur, waarmee ze zich afzet tegen de VVD en in mindere mate het CDA.
De VVD onderscheidt zich van het CDA door een uitgesproken focus op het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling via belastingen en uitkeringen, en het kiezen voor bezuinigingen boven lastenverhogingen. De partij stelt harde keuzes voor: minder nivellering, minder sociale zekerheid en zorguitgaven, en meer investeren in defensie en veiligheid. De kern van hun visie is dat de werkende middenklasse centraal moet staan, met lagere lasten en meer waardering, terwijl de overheid kleiner en efficiënter wordt.
De VVD zet zich expliciet af tegen partijen die nivelleren en herverdelen, en kiest ervoor om werkenden structureel meer te laten profiteren dan niet-werkenden. Dit is een duidelijk verschil met het CDA, dat traditioneel meer inzet op solidariteit en herverdeling.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk.”
De VVD kiest consequent voor bezuinigen en het beperken van overheidsuitgaven, in plaats van het verhogen van belastingen. Dit contrasteert met het CDA, dat vaker bereid is om lasten te verhogen voor het behoud van sociale voorzieningen.
“Om het huishoudboekje van de overheid op orde te houden, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“Wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. ... Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
De VVD maakt scherpe keuzes door te bezuinigen op sociale zekerheid en zorg, en juist meer te investeren in defensie en veiligheid. Dit is een duidelijke breuk met het CDA, dat traditioneel meer inzet op een breed sociaal vangnet.
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. ... Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
“Meer bij defensie en veiligheid, minder naar sociale zekerheid en zorg”
NSC positioneert zich als alternatief voor zowel CDA als VVD door zich expliciet af te zetten tegen neoliberalisme (VVD) en te kiezen voor een sociaal, waardegedreven koers met nadruk op bestaanszekerheid en herstel van vertrouwen in de overheid. De partij wil een realistische, zorgzame samenleving met meer focus op sociale binding, integriteit en een eerlijke overheid, en keert zich tegen dichtgetimmerde coalitieakkoorden en het eigenbelang. NSC benadrukt het belang van een nieuwe politieke cultuur, meer regionale vertegenwoordiging en het centraal stellen van gewone mensen, waarmee het zich duidelijk onderscheidt van de koers van CDA en VVD.
NSC maakt expliciet onderscheid met de VVD door zich af te zetten tegen het neoliberalisme en het centraal stellen van het eigenbelang, en kiest voor solidariteit en bescherming van het kwetsbare.
NSC onderscheidt zich van CDA en VVD door te kiezen voor realistische politiek, herstel van vertrouwen in de overheid en het centraal stellen van gewone mensen, in plaats van bestuurlijke afstandelijkheid of technocratie.
NSC wil af van de traditionele bestuurscultuur van CDA en VVD met dichtgetimmerde coalitieakkoorden, en pleit voor meer openheid en ruimte voor debat.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
NSC benadrukt het belang van een andere politieke cultuur, met meer inhoud, open debat en strenge integriteitsregels, waarmee het zich afzet tegen de gevestigde partijen.
“Goed bestuur begint met een andere politieke cultuur in de Kamer. Al jaren ontbreekt het aan voldoende inhoud en diepgaand debat in de Kamer.”
“De politiek is streng voor de burgers maar mild voor zichzelf bij kwesties rondom integriteit. Daarom werkt Nieuw Sociaal Contract aan een initiatiefwet voor integriteitsregels voor bewindspersonen.”
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel, waarmee het zich onderscheidt van de landelijke focus van CDA en VVD.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
Het BBB-verkiezingsprogramma benoemt het verschil tussen CDA en VVD niet expliciet, maar positioneert zichzelf als een partij die koersvast, betrouwbaar en dienstbaar is, met een sociaal-rechtvaardig en regionaal geworteld profiel. BBB benadrukt haar onderscheid door te kiezen voor nuchterheid, nabijheid en het algemeen belang boven partijpolitiek, en zet zich af tegen beleid dat alleen voor enkelen werkt of te veel vanuit de Randstad wordt bepaald. Concrete voorstellen richten zich op het versterken van regionale betrokkenheid, het vermijden van ideologisch of abstract beleid, en het centraal stellen van de menselijke maat.
BBB presenteert zichzelf als een partij die niet voor het eigen of partijbelang kiest, maar voor het algemeen belang, en die koersvast blijft waar andere partijen (zoals CDA en VVD) mogelijk pragmatischer of opportunistischer zijn. Dit onderscheidt BBB van partijen die volgens hen sneller compromissen sluiten of de eigen lijn loslaten.
“Wij kiezen niet voor de makkelijkste weg, maar voor de juiste. Wij nemen verantwoordelijkheid, juist als het lastig wordt. Dat is waar politiek om zou moeten draaien: dienstbaarheid, standvastigheid en betrouwbaarheid.”
“We tekenden alleen als het inhoudelijk klopte en bleven aan tafel toen anderen opstapten. Niet uit gemakzucht, maar omdat wij geloven dat het algemeen belang altijd zwaarder weegt dan het eigen of partijbelang.”
BBB onderscheidt zich van landelijke partijen als CDA en VVD door sterk te focussen op regionale belangen, nabijheid en het doorbreken van de 'Haagse bubbel'. Dit betekent meer aandacht voor regio’s buiten de Randstad en beleid dat niet alleen voor de elite of stedelingen is.
“We stappen, als het aan BBB ligt, uit de Haagse bubbel om de regionale verbinding te zoeken.”
“Nieuwe vestigingen rijksdiensten ook buiten de Randstad. Wanneer er een nieuwe locatie wordt gezocht voor een rijksdienst, wordt eerst buiten de Randstad gekeken naar vestigingsmogelijkheden.”
BBB positioneert zich als een partij die niet kiest voor beleid dat alleen gunstig is voor bepaalde groepen (zoals de VVD soms verweten wordt), maar voor eerlijk beleid dat iedereen gelijke kansen biedt, ongeacht woonplaats of achtergrond.
“Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen. Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen.”
BBB zet zich af tegen ideologisch of abstract beleid, wat zij impliciet als een verschil met CDA en VVD presenteren. Zij kiezen voor haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar beleid, met oog voor de praktijk en de menselijke maat.
“Klimaatbeleid moet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. We herzien afspraken als ze leiden tot onrealistische ambities of onbetaalbare oplossingen.”
“Beleid moet haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. Spelregels worden niet tijdens de wedstrijd veranderd, zodat agrarische ondernemers, voedselproducenten en vissers langjarige zekerheid krijgen.”
Het CDA onderscheidt zich van de VVD door sterk te kiezen voor het belang van de gemeenschap, gedeelde verantwoordelijkheid en het beschermen van tradities en sociale verbanden, waar de VVD doorgaans meer nadruk legt op individuele vrijheid en marktwerking. Het CDA benadrukt de rol van verenigingen, vrijwilligers en het maatschappelijk middenveld, en kiest expliciet voor het ‘wij’ boven het ‘ik’. Concrete voorstellen zijn onder andere het versterken van de vrijheid van onderwijs en het verminderen van regeldruk om het maatschappelijk weefsel te versterken.
Het CDA positioneert zich als partij die de samenleving en het collectief vooropstelt, in tegenstelling tot het VVD-standpunt dat vaker de nadruk legt op individuele vrijheid en marktwerking. Het CDA wijst het idee af dat de markt alles oplost of dat de overheid overal verantwoordelijk voor is, en kiest expliciet voor het versterken van gemeenschapszin en gedeelde verantwoordelijkheid.
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan. Wij kiezen voor al die mensen die ons land mooier maken, die gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt, school of natuur.”
“En geloven we dat de markt alles oplost, of dat de overheid voor alles verantwoordelijk is. Het CDA kiest voor de samenleving.”
Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs en het recht van ouders om een school te kiezen die past bij hun overtuiging, mits de kwaliteit gewaarborgd blijft. Dit onderscheidt zich van de VVD, die doorgaans minder nadruk legt op deze grondwettelijke vrijheid en meer inzet op keuzevrijheid zonder de expliciete koppeling aan levensbeschouwing of gemeenschap.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
Het CDA wil minder regeldruk en meer ruimte voor verenigingen, vrijwilligers en maatschappelijke initiatieven, om zo het maatschappelijk middenveld te versterken. Dit contrasteert met het VVD-standpunt dat vaak meer nadruk legt op deregulering ten behoeve van ondernemers en marktwerking.
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen.”
JA21 positioneert zich als een partij die zich afzet tegen het gebrek aan onderscheidend rechts beleid van CDA en VVD, en stelt dat deze partijen ondanks rechtse verkiezingsuitslagen links of zelfs geen beleid leveren. JA21 benadrukt een koers van duidelijke rechtse keuzes, met focus op minder EU-invloed, strenger migratiebeleid, meer burgerzeggenschap en een kleinere overheid. Hun visie is dat zij het echte alternatief bieden voor kiezers die teleurgesteld zijn in het beleid van CDA en VVD.
JA21 stelt dat CDA en VVD ondanks hun rechtse profilering in de praktijk links beleid voeren of geen daadkracht tonen, en dat JA21 zich hier expliciet van onderscheidt door wél rechtse oplossingen te bieden. Dit standpunt adresseert het gevoel bij rechtse kiezers dat hun stem bij CDA en VVD niet tot het gewenste beleid leidt, en positioneert JA21 als het echte alternatief.
JA21 benadrukt dat zij, in tegenstelling tot CDA en VVD, structureel kiezen voor minder Europese Unie, meer referenda en meer directe invloed van burgers op beleid. Dit onderscheidt hen van de gevestigde partijen die volgens JA21 te veel macht bij de EU en de Haagse politiek laten.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
JA21 maakt duidelijk dat zij veel strengere grenzen aan migratie willen stellen dan CDA en VVD, met als doel de Nederlandse identiteit en verzorgingsstaat te beschermen. Dit standpunt is een kernverschil met de meer gematigde migratiekoers van CDA en VVD.
“JA21 kiest voor een Nederland dat leefbaar is. De bevolkingsomvang van Nederland neemt door migratie te snel toe en migratie legt een veel te grote druk op onze verzorgingsstaat, nationale identiteit en publieke voorzieningen. Migratie moet sterk beperkt worden...”
JA21 pleit voor een kleinere overheid, minder ambtenaren en meer autonomie voor burgers, wat zij als onderscheidend ten opzichte van CDA en VVD presenteren. Zij willen een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie, wat een concreet verschil is met het beleid van de andere partijen.
“Een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie die de inspraak van Nederlanders bewaakt en de overheid afslankt.”
FVD stelt dat het verschil tussen CDA en VVD in de praktijk verwaarloosbaar is, omdat beide partijen volgens FVD deel uitmaken van een gesloten partijkartel dat vernieuwing en afwijkende visies uitsluit. FVD bekritiseert de bestuurscultuur waarin CDA en VVD elkaar baantjes toeschuiven en fundamenteel beleid, zoals op klimaat en EU, nauwelijks van elkaar verschilt. Hun belangrijkste voorstel is het doorbreken van dit kartel en het openbreken van de macht voor nieuwe ideeën en echte democratische vernieuwing.
FVD ziet CDA en VVD niet als wezenlijk verschillende partijen, maar als leden van een gesloten partijkartel dat vernieuwing tegenhoudt en afwijkende meningen buitensluit. Volgens FVD rouleert een kleine groep bestuurders van deze partijen in dezelfde functies en schermt de macht af voor nieuw talent, waardoor het beleid van CDA en VVD nauwelijks verschilt en echte alternatieven worden genegeerd.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“Dit heeft geleid tot een bestuurscultuur waarin steeds dezelfde geluiden domineren en afwijkende visies worden genegeerd.”
“Kritiek op het klimaatbeleid, het stikstofbeleid of de macht van de EU wordt stelselmatig weggezet als ‘extreem’ of ‘ongefundeerd’, terwijl het in werkelijkheid gaat om serieuze vragen die miljoenen Nederlanders bezighouden.”
“Het kartel noemt dit ‘consensus’, maar in feite is het een schijnwerkelijkheid waarin tegendraadse visies worden buitengesloten.”
DENK benoemt het verschil tussen CDA en VVD als een schijntegenstelling en stelt dat beide partijen in de praktijk nauwelijks van elkaar verschillen, vooral op het gebied van beleid ten aanzien van migratie, bestaanszekerheid en sociale rechtvaardigheid. DENK bekritiseert zowel CDA als VVD voor het faciliteren van een extreemrechtse koers en het normaliseren van beleid dat volgens DENK leidt tot uitsluiting en ongelijkheid. Hun kernvisie is dat kiezers zich niet moeten laten misleiden door het vermeende verschil tussen deze partijen, omdat ze volgens DENK dezelfde richting kiezen.
DENK stelt dat het verschil tussen CDA en VVD vooral retorisch is en dat beide partijen in de praktijk dezelfde koers varen, met name door het mogelijk maken van een extreemrechtse regering en het uitvoeren van beleid dat volgens DENK leidt tot uitsluiting en discriminatie. DENK positioneert zichzelf als het alternatief dat zich wél consequent verzet tegen deze koers.
“Het verschil tussen CDA en VVD is een schijntegenstelling. In de praktijk kiezen ze dezelfde richting.”
“De politieke partijen die deze regering mogelijk hebben gemaakt hebben een gevaarlijke weg geopend van de normalisatie van het fascistische gedachtegoed van Wilders.”
“Want het is alleen DENK dat zich vanaf het begin consequent heeft verzet tegen de extreemrechtse regering.”
De SP positioneert zich duidelijk tegenover de VVD (en in mindere mate het CDA) door te stellen dat deze partijen kiezen voor het recht van de sterksten, afbraak van sociale voorzieningen en asociaal beleid. De SP benadrukt dat zij juist pleit voor grote, sociale veranderingen en een einde aan de "afbraakpolitiek" van de VVD, waarbij het CDA impliciet als medeplichtig wordt gezien aan deze koers. De kern van hun visie is dat Nederland sociaal moet worden ingericht, met solidariteit en bescherming van de werkende klasse, in tegenstelling tot het individualistische beleid van VVD en CDA.
De SP stelt dat VVD en CDA (samen met PVV) kiezen voor een samenleving waarin het recht van de sterksten geldt en sociale voorzieningen worden afgebroken, terwijl de SP juist pleit voor solidariteit en bescherming van de zwakkeren. Dit verschil wordt als fundamenteel en ideologisch gepresenteerd.
“De keuzes voor de komende verkiezingen zijn simpel. Wordt het weer ieder voor zich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
De SP verwijt de VVD (en impliciet het CDA als coalitiepartner) dat zij verantwoordelijk zijn voor het afbreken van de welvaartsstaat, met negatieve gevolgen voor zorg, onderwijs en sociale zekerheid. De SP positioneert zichzelf als tegenstander van deze afbraak en voorstander van investeringen in publieke voorzieningen.
“Zo zien we hoe, in slechts enkele maanden, onze welvaartsstaat wordt omgebouwd tot een oorlogsmachine. Het maakt onze wereld niet veiliger, het verzwakt onze economie en beschadigt onze samenleving. We zullen er alles aan moeten doen om dit te stoppen.”
De SP benadrukt dat zij niet kiest voor "een onsje meer of minder sociaal", maar voor fundamentele, grote veranderingen, in tegenstelling tot het midden (waar CDA en VVD zich volgens de SP bevinden) dat vooral voor macht en behoud van het bestaande kiest.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
D66 benoemt het verschil tussen CDA en VVD als een keuze tussen behoud en vooruitgang, waarbij CDA volgens D66 vooral vasthoudt aan het verleden en VVD aan het eigenbelang, terwijl D66 zelf kiest voor vernieuwing en het algemeen belang. D66 positioneert zichzelf als alternatief voor deze partijen door te pleiten voor een samenleving waarin iedereen meetelt en vooruitgang centraal staat.
D66 stelt expliciet dat CDA en VVD staan voor respectievelijk behoud en eigenbelang, terwijl D66 zich profileert als de partij van vooruitgang en het algemeen belang. Hiermee maakt D66 een duidelijk onderscheid in politieke koers en waarden.
“Het verschil tussen CDA en VVD is het verschil tussen vasthouden aan het verleden en vasthouden aan het eigenbelang. D66 kiest voor vooruitgang en het algemeen belang.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma