DENK vergelijkt zichzelf niet direct met PvdD of GL/PvdA, maar onderscheidt zich door een sterke focus op antidiscriminatie, behoud van religieus onderwijs en een uitgesproken standpunt over Palestina. Waar PvdD en GL/PvdA vooral bekend staan om hun inzet voor dierenrechten, klimaat en sociale gelijkheid, legt DENK de nadruk op bestrijding van racisme, bescherming van religieuze minderheden en het recht op bijzonder onderwijs. DENK kiest daarnaast voor een uitgesproken internationale positie, met name rond Palestina, die verder gaat dan de meeste andere partijen.
DENK positioneert zich als dé partij die zich consequent en radicaal verzet tegen discriminatie en extreemrechts, wat hen onderscheidt van GL/PvdA en PvdD die dit thema minder centraal stellen. De partij pleit voor harde maatregelen, zoals een racismeregister, diversiteitsquota en een onafhankelijke autoriteit tegen discriminatie.
“De bestrijding van discriminatie en de strijd tegen extreemrechts is waarom wij zijn opgericht.”
“De Autoriteit tegen Discriminatie en Racisme (AR). Deze Autoriteit vervangt de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme en krijgt iets wat nu ontbreekt: échte macht, een onafhankelijk budget en ruime bevoegdheden.”
“Een Racismeregister. Personen die onherroepelijk veroordeeld zijn voor racistische of discriminerende daden komen in een register en mogen vijf jaar lang niet in overheidsdienst treden.”
“Door middel van quota breken wij het glazen plafond af binnen de overheid en het bedrijfsleven.”
In tegenstelling tot GL/PvdA en PvdD, die kritisch zijn op artikel 23 en religieus onderwijs willen beperken, verdedigt DENK onvoorwaardelijk het recht op religieus en bijzonder onderwijs. DENK verzet zich tegen extra belemmeringen en overheidscontrole op religieuze scholen.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK onderscheidt zich van GL/PvdA en PvdD door een uitgesproken, activistische houding ten aanzien van Palestina en Israël, waarbij het Israëlische beleid als genocide en kolonialisme wordt bestempeld. Dit gaat verder dan de meer diplomatieke toon van GL/PvdA en PvdD.
“Sinds de oprichting van DENK is rechtvaardigheid voor de Palestijnen een kernstrijd van onze partij. Vanaf het begin van de brute genocide die 'Israël' pleegt in Gaza staat DENK elke dag vooraan om de zwaarst mogelijke maatregelen tegen 'Israël' te eisen.”
“'Israël' is een met geweld gevestigde koloniale entiteit die zonder instemming van de lokale bevolking is gesticht en de Palestijnen onderwerpt aan apartheid.”
Hoewel DENK de klimaatdoelen onderschrijft, legt de partij meer nadruk op sociale rechtvaardigheid en betaalbaarheid voor burgers dan PvdD en GL/PvdA, die doorgaans ambitieuzer zijn op klimaatgebied en minder expliciet de sociale component benadrukken.
Waar GL/PvdA en PvdD religieuze uitingen in publieke functies soms willen beperken, kiest DENK expliciet voor het toestaan van zichtbare geloofsuitingen bij politie en overheid.
“Agenten en boa’s mogen zichtbare geloofsuitingen dragen, zoals een hoofddoek of keppeltje.”
Het PVV-verkiezingsprogramma noemt geen expliciet verschil tussen de Partij voor de Dieren (PvdD) en GroenLinks-PvdA (GL/PvdA). De PVV richt zich vooral op haar eigen standpunten, die sterk afwijken van beide partijen, vooral op het gebied van klimaat, landbouw, dierenrechten en immigratie. De partij positioneert zich als tegenstander van het klimaatbeleid en dierenrechtenbeleid zoals voorgestaan door PvdD en GL/PvdA, en benadrukt het belang van nationale soevereiniteit, vrijheid voor boeren en vissers, en het afschaffen van klimaatmaatregelen.
De PVV verzet zich fel tegen het klimaat- en dierenrechtenbeleid dat door PvdD en GL/PvdA wordt voorgestaan. Waar deze partijen inzetten op strengere milieuregels, dierenwelzijn en verduurzaming, kiest de PVV juist voor het schrappen van klimaatmaatregelen, het beschermen van boeren en vissers, en het beperken van dierenrechtenmaatregelen. Dit vormt een fundamenteel verschil in visie op natuur, milieu en landbouw.
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is absoluut een no-go”
“Er komt een verbod op ritueel slachten.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
De PVV benadrukt nationale soevereiniteit en verzet zich tegen Europese regelgeving en internationale afspraken, waar PvdD en GL/PvdA juist vaak voorstander zijn van internationale samenwerking op klimaat, natuur en dierenwelzijn. Dit verschil in oriëntatie is fundamenteel voor hun benadering van deze thema’s.
In tegenstelling tot PvdD en GL/PvdA, die inzetten op krimp van de veestapel, verduurzaming en beperking van visserij, kiest de PVV voor het beschermen en uitbreiden van de landbouw- en visserijsector.
Waar PvdD en GL/PvdA pleiten voor zero-emissiezones en elektrificatie van vervoer, verzet de PVV zich hier fel tegen en kiest voor behoud van brandstofauto’s en afschaffing van milieuzones.
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van GroenLinks-PvdA (GL/PvdA) door haar radicale prioriteit voor dierenrechten, een fundamenteel ecologisch perspectief en uitgesproken standpunten tegen economische groei als doel op zich. PvdD kiest voor een systeemverandering waarin dierenwelzijn, natuur en klimaat leidend zijn, en stelt scherpe grenzen aan economische belangen, landbouw, defensie en gentechnologie. Waar GL/PvdA vaak inzet op vergroening binnen het bestaande systeem, kiest PvdD voor structurele, soms confronterende keuzes die verder gaan dan de meeste linkse partijen.
PvdD plaatst dierenrechten en dierenwelzijn expliciet boven economische belangen, in tegenstelling tot GL/PvdA die dierenwelzijn wel belangrijk vindt, maar minder radicaal prioriteert. PvdD wil dierenrechten als basis voor beleid en pleit voor het beëindigen van de vee-industrie.
“Het welzijn van dieren wordt niet langer opzijgeschoven voor geld. Dierenrechten gaan de basis vormen bij EU-afspraken over landbouw, visserij, natuur en de omgang met dieren.”
“Op het moment dat een regio veevrij is, sluiten we daar het slachthuis. Dit bevrijdt de dieren uit de voedselketen en stopt de uitbuiting van migranten die werken in de slachthuizen.”
PvdD verwerpt economische groei als doel en kiest voor een fundamentele systeemverandering gericht op ecologische grenzen, waar GL/PvdA doorgaans vergroening en verduurzaming binnen het huidige economische model nastreeft.
PvdD is uitgesproken tegen gentechnologie (inclusief CRISPR-Cas) in de landbouw, terwijl GL/PvdA hier genuanceerder in is en soms ruimte laat voor innovatie onder strikte voorwaarden.
“De Partij voor de Dieren verzet zich daartegen, en is tegen de inzet van gentech, inclusief nieuwe technieken zoals CRISPR-Cas.”
PvdD is zeer kritisch op de NAVO en defensie-uitgaven, en wil een alternatief zonder de VS, terwijl GL/PvdA de NAVO als noodzakelijk ziet voor veiligheid en internationale samenwerking.
“De NAVO-norm wordt gedicteerd door Trump: daar doen wij niet aan mee. We wegen zorgvuldig af wat nodig is op basis van goed onderbouwde plannen. Géén blanco cheque voor defensie. Bovendien is de Partij voor de Dieren heel kritisch op de NAVO.”
PvdD kiest voor harde maatregelen tegen milieuvervuiling en legt de rekening expliciet bij de vervuiler, waar GL/PvdA doorgaans inzet op strengere regels en vergroening, maar minder ver gaat in het direct sluiten van bedrijven of verbieden van stoffen.
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een brede linkse volkspartij die sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en solidariteit centraal stelt. In vergelijking met de Partij voor de Dieren (PvdD) kiest GroenLinks-PvdA voor een meer pragmatische en stapsgewijze aanpak op thema’s als landbouw, klimaat en dierenwelzijn, waarbij economische en sociale belangen worden meegewogen. De partij zet in op het beëindigen van de industriële veehouderij en het afbouwen van fossiele subsidies, maar blijft binnen het kader van brede linkse samenwerking en compromis.
GroenLinks-PvdA wil een einde maken aan de industriële veehouderij en het verdwijnen van megastallen, maar hun formulering is minder absoluut en activistisch dan die van de Partij voor de Dieren, die volledige afschaffing van veehouderij nastreeft. GroenLinks-PvdA kiest voor een stapsgewijze transitie met oog voor sociale gevolgen.
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”
De partij wil fiscale voordelen voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie afbouwen en het principe ‘de vervuiler betaalt’ centraal stellen. Dit is een gedeeld doel met de PvdD, maar GroenLinks-PvdA kiest voor een gefaseerde aanpak en benadrukt economische rechtvaardigheid.
“Afbouw fossiele subsidies. Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma