De PVV onderscheidt zich van D66 door een uitgesproken nationalistische koers: volledige asielstop, herstel van nationale soevereiniteit, afwijzing van klimaatbeleid en een harde lijn tegen islam en woke-ideologie. Waar D66 inzet op Europese samenwerking, inclusiviteit, klimaatmaatregelen en progressief sociaal beleid, kiest de PVV voor het sluiten van grenzen, het terugdraaien van EU-invloed, het schrappen van klimaatmaatregelen en het beschermen van traditionele Nederlandse cultuur en identiteit.
De PVV wil een volledige asielstop en drastische beperking van immigratie, in tegenstelling tot D66 dat inzet op humane opvang en internationale solidariteit. Dit is een fundamenteel verschil in visie op migratie en open grenzen.
De PVV verzet zich fel tegen verdere Europese integratie en wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, terwijl D66 juist voorstander is van een sterke EU en meer Europese samenwerking.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
De PVV wijst klimaatmaatregelen en energietransitie af, in tegenstelling tot D66 dat klimaatbeleid als topprioriteit ziet. De PVV wil fossiele energie behouden en geen nieuwe wind- of zonneparken.
De PVV wil traditionele Nederlandse cultuur, feesten en symbolen beschermen en verzet zich tegen woke-ideologie, excuses voor het slavernijverleden en genderdiversiteit. D66 kiest juist voor inclusiviteit, diversiteit en erkenning van het verleden.
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties intrekken”
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen 'X' in het paspoort.”
De PVV wil de financiering van de NPO volledig stoppen en alle gesubsidieerde woke- en genderbeleid schrappen, terwijl D66 juist inzet op een sterke publieke omroep en inclusieve representatie.
De PVV wil stoppen met ontwikkelingshulp en het sturen van miljarden naar het buitenland, terwijl D66 internationale solidariteit en ontwikkelingssamenwerking als kernwaarden ziet.
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
BVNL positioneert zich als een klassiek liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij, die zich duidelijk afzet tegen zowel het progressieve, pro-Europese D66 als het nationalistische, anti-immigratie PVV. BVNL benadrukt individuele vrijheid, een kleinere overheid, economische deregulering en een strikte beperking van immigratie, waarmee het zich onderscheidt van de meer collectivistische en regulerende koers van D66 en de meer autoritaire en centralistische benadering van de PVV. Hun kernvoorstellen zijn een vlaktaks, een asielstop, het terugdringen van de overheid en het beschermen van Nederlandse tradities zonder religieuze inmenging.
BVNL wil de overheid fors verkleinen en de macht terugleggen bij burgers, in tegenstelling tot D66 (meer overheid, EU-integratie) en PVV (sterk centralistisch, autoritair). Dit onderscheidt hen door hun radicale focus op individuele vrijheid en economische deregulering.
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen...”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
BVNL kiest voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen, waarmee het zich duidelijk onderscheidt van D66 (ruimhartig migratiebeleid) en zich deels positioneert naast, maar ook strikter dan, de PVV.
BVNL wil een vlaktaks van 25%, afschaffing van toeslagen en erfbelasting, en een ondernemersvriendelijk klimaat. Dit staat haaks op het progressieve belastingbeleid van D66 en het meer protectionistische beleid van de PVV.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
BVNL is cultureel conservatief (bescherming Nederlandse tradities, tegen woke-isme), maar medisch-ethisch progressief (vrijheid bij abortus en euthanasie). Dit onderscheidt hen van zowel het progressieve D66 (voor diversiteit, woke) als de sociaal-conservatieve PVV (tegen abortus/euthanasie).
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
“Als volwassen mensen euthanasie willen plegen binnen de huidige wetgeving dan is dat een eigen keuze. Abortus is binnen de grenzen van de huidige wetgeving het individuele recht van de vrouw.”
BVNL wil minder macht voor de EU en andere supranationale organisaties, en pleit voor een soeverein Nederland. Dit is kritischer dan D66 (pro-EU) en minder isolationistisch dan de PVV (Nexit).
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
BVNL benadrukt een seculiere staat zonder religieuze invloed op beleid, waarmee het zich onderscheidt van de PVV (die vooral tegen islam is) en D66 (die religie neutraler benadert).
“BVNL wil dat de staat seculier is. Overheid en religie blijven strikt gescheiden, de overheid bemoeit zich niet met religieuze aangelegenheden en religieuze instellingen hebben geen invloed op het overheidsbeleid.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die zich duidelijk onderscheidt van zowel D66 (progressief, pro-EU) als PVV (radicaal-rechts, anti-islam), door te kiezen voor een streng migratiebeleid, behoud van nationale soevereiniteit, en een kleinere overheid. JA21 wijst de ‘doorgeslagen’ progressieve agenda van D66 af, maar neemt ook afstand van de radicale toon van de PVV door te pleiten voor uitgewerkte, realistische plannen zonder ‘gouden bergen of gemakzuchtige oneliners’. De partij legt nadruk op referenda, beperking van EU-invloed, en het beschermen van Nederlandse cultuur en identiteit.
JA21 onderscheidt zich van D66 door een veel strengere migratiekoers en van PVV door het combineren van harde grenzen met eisen aan integratie en economische meerwaarde. Waar D66 migratie als verrijking ziet en PVV vooral inzet op totale immigratiestop, kiest JA21 voor scherpe beperking én selectie op waarde voor Nederland.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Hoogopgeleide kennismigranten met economische en maatschappelijke meerwaarde voor Nederland welkom heten.”
“Het aantal huwelijkspartners dat een persoon gedurende zijn leven kan laten overkomen beperken tot maximaal één.”
JA21 positioneert zich tussen D66 (pro-EU, meer integratie) en PVV (Nexit) door te pleiten voor minder EU-bemoeienis, maar niet voor een vertrek uit de EU. De partij wil terug naar een economische samenwerking en verzet zich tegen verdere politieke unie en Brusselse regelgeving.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent ... minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“De Europese Unie moet zich leren beperken. De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet.”
In tegenstelling tot D66 (die referenda heeft afgeschaft) en PVV (die vooral pleit voor directe actie), wil JA21 structureel meer burgerzeggenschap via bindende referenda, vooral op gevoelige thema’s als migratie en natuur.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie dient ... te zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
JA21 onderscheidt zich van de radicale toon van PVV en de progressieve koers van D66 door te kiezen voor een conservatief-liberale, pragmatische aanpak met uitgewerkte plannen en behoud van de menselijke maat.
“Als brede conservatief-liberale partij staan wij uniek in het politieke veld. Wij kiezen voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Geen gratis bier, gouden bergen of gemakzuchtige oneliners, maar uitgewerkte plannen voor een veilig, welvarend en sterk Nederland.”
Het BIJ1-programma geeft geen directe vergelijking tussen D66 en PVV, maar benadrukt dat hun eigen visie fundamenteel verschilt van beide partijen. BIJ1 zet zich af tegen het neoliberalisme en racisme dat zij bij andere partijen zien, en pleit voor radicale democratisering, sociale gelijkheid en antiracisme. Concrete voorstellen zijn onder meer het vergroten van democratische controle, het afschaffen van marktwerking in publieke sectoren, en het centraal stellen van inclusie en gelijkwaardigheid.
BIJ1 onderscheidt zich door te pleiten voor diepgaande democratische hervormingen en inclusie, in tegenstelling tot partijen die volgens hen vasthouden aan bestaande machtsstructuren of uitsluiting. Dit raakt aan het verschil met zowel D66 (meer gematigd, liberaal-democratisch) als PVV (nationalistisch, exclusief).
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
“Het aantal Kamerleden in de Tweede Kamer moet proportioneel meegroeien met het aantal inwoners in Nederland... Ook wordt het budget voor fractiemedewerkers verhoogd. Het salaris van voltijd volksvertegenwoordigers wordt herzien en verlaagd.”
“Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
Waar D66 en PVV sterk verschillen op migratie en integratie, positioneert BIJ1 zich als radicaal antiracistisch en dekoloniaal, wat hen duidelijk onderscheidt van beide partijen.
“Dekoloniseren en antiracisme: na de komma begint nu.”
“Nederland erkent de schade van neokoloniaal migratiebeleid en herstelt de relatie met Afrikaanse landen. Mensen uit voormalige koloniën krijgen via een toegankelijk procedure het recht op de Nederlandse nationaliteit, waarmee historisch onrecht deels wordt hersteld.”
In tegenstelling tot D66 (voorstander van gereguleerde marktwerking) en PVV (meer gericht op nationale controle, maar niet per se tegen marktwerking), wil BIJ1 publieke diensten volledig nationaliseren.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“We werken aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk.”
BIJ1 verwerpt het nationalisme van de PVV en het eurocentrisme van D66, en kiest voor internationale solidariteit en multipolaire samenwerking.
“Nederland investeert in een internationaal netwerk van solidaire landen voor noodhulp, rampenopvang en civiele vredesinterventies, buiten NAVO en EU om — onder democratische controle, zonder militair mandaat.”
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen. Het liberale, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet.”
D66 onderscheidt zich van de PVV door een uitgesproken progressieve, inclusieve en internationale visie, gericht op gelijke rechten, bestrijding van discriminatie, versterking van de democratische rechtsstaat en Europese samenwerking. D66 zet in op gelijke kansen voor iedereen, bescherming van minderheden, expliciete steun voor LHBTIQA+-rechten en vrouwenrechten, en een actieve rol van Nederland binnen de EU. Deze standpunten staan in scherp contrast met de meer nationalistische, exclusieve en EU-kritische koers van de PVV.
D66 kiest expliciet voor een inclusieve samenleving waarin iedereen zichzelf mag zijn, ongeacht afkomst, geloof, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Dit staat haaks op het beleid van de PVV, die zich juist profileert met uitsluiting van bepaalde groepen en het beperken van rechten voor minderheden.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 steunt actief de rechten van LHBTIQA+-personen en vrouwen, zowel nationaal als internationaal. Dit is een fundamenteel verschil met de PVV, die deze thema’s niet centraal stelt of zelfs afwijst.
“Expliciet steunen we vrouwenrechtenbewegingen en dappere voorvechters die opkomen voor vrouwen- en LHBTIQA+-rechten.”
D66 benadrukt het belang van een sterke, transparante democratie, onafhankelijke rechtspraak en vrije media. Dit contrasteert met de PVV, die regelmatig kritisch is op de rechterlijke macht en persvrijheid.
“Sterke waakhonden van de macht beschermen mensen en kwetsbare belangen, zoals de natuur, tegen onrecht en willekeur. Deze toezichthouders, Rijksinspecties en rechters zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt, óók de overheid en machtige bedrijven.”
“Vrije media geven mensen de ruimte om te begrijpen, mee te praten en invloed te hebben. Maar die ruimte staat onder druk. D66 beschermt journalisten, versterkt de publieke omroep en...”
D66 kiest voor een actieve, leidende rol van Nederland binnen de EU en internationale samenwerking, terwijl de PVV juist pleit voor minder Europese invloed en meer nationale soevereiniteit.
D66 pleit voor het expliciet vastleggen van het recht op abortus en euthanasie in de Grondwet, een standpunt dat lijnrecht tegenover het restrictieve beleid van de PVV op deze thema’s staat.
“We leggen de toegang tot abortus en euthanasie expliciet vast in de Grondwet.”
DENK positioneert zich als uitgesproken tegenpool van de PVV en uit stevige kritiek op het huidige kabinet, dat zij als "extreemrechts" en discriminerend bestempelen. DENK benadrukt het belang van gelijke rechten, bestrijding van discriminatie en bescherming van minderheden, en zet zich daarmee duidelijk af tegen de koers van de PVV; over D66 wordt in de fragmenten niet concreet gesproken. De partij noemt expliciet het gevaar van normalisatie van extreemrechts gedachtegoed en presenteert zichzelf als het schild tegen uitsluiting.
DENK maakt in haar programma zeer expliciet onderscheid met de PVV door deze partij en haar gedachtegoed te veroordelen als extreemrechts, racistisch en bedreigend voor minderheden. DENK positioneert zichzelf als de tegenkracht tegen deze ontwikkeling en benadrukt het belang van inclusiviteit en gelijke rechten.
“De politieke partijen die deze regering mogelijk hebben gemaakt hebben een gevaarlijke weg geopend van de normalisatie van het fascistische gedachtegoed van Wilders.”
“Het gevaar van extreemrechts is nog nooit zo concreet geweest. DENK is harder nodig dan ooit. DENK is dé verzekeringspolis voor de bescherming van jouw rechten. De bestrijding van discriminatie en de strijd tegen extreemrechts is waarom wij zijn opgericht.”
“Discriminatie is met de komst van het extreemrechtse kabinet Schoof doorgedrongen tot in de regering zelf.”
“Er werden verschrikkelijke uitspraken gedaan over Nederlandse moslims. Er zijn plannen doorgevoerd die de rechten van minderheden bedreigen.”
DENK zet zich af tegen partijen die volgens hen bijdragen aan uitsluiting en discriminatie, en noemt expliciet de bescherming van minderheden als kern van hun bestaansrecht. Hiermee positioneert DENK zich als tegenpool van de PVV, die zij verwijten discriminatie te normaliseren.
“De bestrijding van discriminatie en de strijd tegen extreemrechts is waarom wij zijn opgericht.”
“Want DENK is hét schild dat ons beschermt tegen de politiek van uitsluiting.”
“Wij zijn als samenleving aan zet om ervoor te zorgen dat haat niet meer in het centrum van de macht kan komen: Nooit meer is nu!”
Het VVD-verkiezingsprogramma benoemt het verschil tussen D66 en PVV vooral impliciet, door zichzelf als centrum-rechts alternatief te positioneren tegenover partijen die óf te veel nivelleren (zoals D66) óf andere, minder werkende keuzes maken (waaronder PVV). De VVD benadrukt het belang van het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling en het kiezen voor een pragmatische, liberale koers, waarmee het zich afzet tegen zowel het progressieve beleid van D66 als het populistische beleid van de PVV.
De VVD positioneert zich expliciet als tegenstander van verdere nivellering en herverdeling, waarmee het zich onderscheidt van D66 (meer nivellering) en PVV (andere prioriteiten). De partij stelt dat werkenden meer moeten profiteren en dat lastenverlichting voor de middenklasse centraal staat, in tegenstelling tot de keuzes van D66 en PVV.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De VVD hamert daar al lange tijd op, maar partijen van links tot vermeend rechts maken steevast andere afwegingen. Het gevolg: de lasten stijgen, hard werken levert te weinig op en steeds meer mensen kunnen geen eigen huis vinden.”
“Kiest Nederland voor verstandig centrum-rechts, dan gaat werken weer lonen en krijgen mensen die bijdragen meer ruimte, waardering en vooruitgang.”
De VVD presenteert zichzelf als het verstandige, liberale midden tussen links-progressief (D66) en populistisch-rechts (PVV), waarbij het beleid gericht is op het belonen van werken en het beperken van overheidsbemoeienis.
“Met deze verkiezingen staat Nederland op een tweesprong. Gaat Nederland linksaf, dan zullen werkende Nederlanders onvoldoende ruimte krijgen om zelf hun leven te leiden... Maar Nederland heeft in oktober ook een unieke kans op échte verandering. Kiest Nederland voor verstandig centrum-rechts, dan gaat werken weer lonen...”
“De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat.”
De VVD benadrukt dat werkenden altijd op de eerste plaats moeten komen, in tegenstelling tot partijen die meer inzetten op uitkeringen of herverdeling (zoals D66) of andere prioriteiten stellen (zoals PVV).
“De VVD zet werkenden op één. Omdat zij Nederland draaiende houden. Maar daar nu te weinig waardering voor terugkrijgen. Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
Het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren (PvdD) bevat geen expliciete vergelijking tussen D66 en PVV. Wel positioneert de PvdD zich duidelijk als tegenstander van populisme en extreemrechts, en benadrukt zij het belang van een sterke democratische rechtsstaat, gelijke behandeling en bescherming van grondrechten. Concrete voorstellen richten zich op het tegengaan van discriminatie, het versterken van de rechtsstaat en het afwijzen van ophitsende politiek.
De PvdD waarschuwt voor de gevaren van populisme en extreemrechtse ondermijning van de rechtsstaat, waarmee zij zich duidelijk afzet tegen partijen als de PVV. Dit standpunt benadrukt het belang van een inclusieve samenleving waarin grondrechten voor iedereen gelden, ongeacht politieke windrichting.
“Onze democratische rechtsstaat kraakt onder druk van ophitspolitiek. Populisme, extreemrechtse ondermijning van de rechtsstaat en het systematisch uitstellen van het oplossen van problemen, schaden het vertrouwen in overheid en politiek.”
“We verzetten ons tegen discriminatie, moslimhaat en antisemitisme. Kortom: een samenleving waarin ieders grondrechten worden gerespecteerd ongeacht de politieke windrichting.”
De PvdD pleit voor een sterke, inclusieve rechtsstaat en het tegengaan van discriminatie, waarmee zij zich onderscheidt van partijen die minder nadruk leggen op deze thema’s. Dit standpunt adresseert het belang van bescherming van minderheden en het waarborgen van gelijke rechten.
“De Partij voor de Dieren staat voor een sterke en weerbare rechtsstaat. Een samenleving waarin je mag zijn wie je bent. Waarin ruimte is voor kritiek en tegenmacht. En waarin burgers, natuur en dieren worden beschermd tegen economische belangen en politieke willekeur.”
“We verzetten ons tegen discriminatie, moslimhaat en antisemitisme.”
De PvdD is expliciet tegen etnisch profileren en stigmatisering door de overheid, en pleit voor wettelijke verboden hierop. Dit standpunt onderstreept het verschil met partijen die dergelijke maatregelen steunen of bagatelliseren.
“Het verbod op etnisch profileren wordt uitgebreid; er komt een (wettelijk) verbod op het gebruik van etniciteit en nationaliteit als indicator in risicoprofielen die worden gebruikt voor het opsporen van potentiële wet- en regelovertreders door de politie, Koninklijke Marechaussee of het FIOD.”
“Preventief fouilleren werkt etnisch profileren en stigmatiseren in de hand en staan we niet langer toe.”
Het NSC-verkiezingsprogramma benoemt niet expliciet het verschil tussen D66 en PVV, maar benadrukt een eigen koers gericht op versterking van de democratische rechtsstaat, transparantie, en een andere politieke cultuur. NSC positioneert zich als alternatief voor polarisatie en technocratie, met voorstellen als een regionaal kiesstelsel, meer tegenmacht, en het waarborgen van interne partijdemocratie. Concrete vergelijkingen met D66 of PVV ontbreken, maar de nadruk ligt op inhoudelijk debat, regionale vertegenwoordiging en het tegengaan van bestuurlijke verkokering.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken via een regionaal kiesstelsel, waarmee het zich onderscheidt van partijen als D66 (voorstander van evenredige vertegenwoordiging) en PVV (voorstander van directe democratie, maar niet van districten). Dit voorstel adresseert het probleem van afstand tussen burger en politiek en beoogt regionale belangen beter te vertegenwoordigen.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
NSC benadrukt het belang van transparantie en interne democratie binnen politieke partijen, wat contrasteert met de meer gesloten partijstructuren van PVV en de nadruk op ledenparticipatie bij D66. Hiermee wil NSC de legitimiteit en het draagvlak van partijen vergroten.
“Daarnaast moeten er ook minimumeisen komen voor interne partijdemocratie om voldoende inspraak en tegenspraak te organiseren.”
NSC pleit voor een open, inhoudelijk debat en het vermijden van polarisatie of technocratisch bestuur. Dit positioneert NSC als alternatief voor de stijl van PVV (confronterend, polariserend) en D66 (technocratisch, bestuurlijk). De partij wil dat politiek draait om het algemeen belang en niet om ophef.
NSC wil coalitieakkoorden beperken tot hoofdlijnen, zodat er meer ruimte is voor debat en minder voor politieke deals achter gesloten deuren. Dit is een reactie op de bestuurscultuur waar D66 vaak deel van uitmaakte, en waar PVV zich juist tegen afzet.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
De SP positioneert zich duidelijk tegenover zowel D66 als PVV door te stellen dat deze partijen fundamenteel andere keuzes maken: D66 wordt verweten mee te doen aan "afbraakpolitiek" en het "midden" te zoeken voor de macht, terwijl de PVV wordt gezien als een partij die het recht van de sterksten laat gelden en tweedeling veroorzaakt. De SP benadrukt dat zij kiest voor een radicaal sociaal beleid, gericht op solidariteit, het bestrijden van ongelijkheid en het verbinden van mensen, in tegenstelling tot de door SP geschetste individualistische en verdeel-en-heers-aanpak van PVV en het neoliberale beleid van D66.
De SP stelt dat de PVV (samen met VVD) kiest voor een samenleving waarin het recht van de sterksten geldt en waar tweedeling wordt bevorderd. De SP positioneert zichzelf als alternatief dat juist inzet op solidariteit en het verbinden van mensen.
“Wordt het weer ieder voorzich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? ... Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
“Op dit moment worden er politieke spelletjes gespeeld met het volk van Nederland: politici jagen mensen angst aan voor landgenoten met een andere afkomst, geaardheid, geloof, woonplek, gender of huidskleur dan zijzelf. Daarmee leiden ze af van het feit dat juist deze politici zelf de problemen in het land veroorzaken, aanwakkeren of negeren.”
De SP verwijt D66 (en PvdA) dat zij meedoen aan afbraakpolitiek en het zoeken van compromissen in het politieke midden, wat volgens de SP leidt tot onvoldoende sociale vooruitgang. De SP kiest expliciet voor een radicaal sociaal alternatief.
“Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II?”
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
De SP benadrukt het belang van het bestrijden van discriminatie en het respecteren van artikel 1 van de Grondwet, waarmee zij zich afzet tegen partijen die volgens hen tweedeling en discriminatie in de hand werken (impliciet gericht op PVV).
“Respect voor artikel 1 van de grondwet. We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, woonplaats, beperking of wat ook.”
Het ChristenUnie-programma vergelijkt D66 en PVV niet expliciet, maar benadrukt het belang van een democratische rechtsstaat, bescherming van minderheden en afwijzing van populistische of polariserende politiek. De partij kiest voor een inclusieve samenleving, waar ruimte is voor diversiteit en waar de rechtsstaat en grondrechten centraal staan. Daarmee positioneert ChristenUnie zich duidelijk anders dan PVV (die vaak kritisch is op minderheden en rechtsstatelijke instituties) en op punten ook anders dan D66 (dat juist voor meer directe democratie pleit).
ChristenUnie benadrukt het belang van bescherming van minderheden en een representatieve democratie, in tegenstelling tot partijen die de meerderheid centraal stellen of polariseren (zoals PVV). Dit onderscheidt hen ook van D66, dat juist voor referenda en meer directe democratie pleit.
“Wij geloven dat je de kracht van een samenleving kunt afmeten aan de ruimte die meerderheden geven aan minderheden.”
“Grootschalige politieke vernieuwing is geen oplossing voor het versterken van de relatie tussen burger en politiek. Referenda bieden schijninvloed en horen dus niet thuis in de grondwet.”
De ChristenUnie neemt expliciet stelling tegen racisme en discriminatie, en kiest voor een overheid die diversiteit en samenleven bevordert. Dit is een duidelijk verschil met de PVV, die bekend staat om haar uitspraken over minderheden.
“Daarom staat de ChristenUnie voor een overheid die initiatieven stimuleert die het samenleven in verscheidenheid bevorderen en scherpen we wet- en regelgeving om racisme en discriminatie tegen te gaan verder aan.”
De ChristenUnie wil het verbod op constitutionele toetsing afschaffen, zodat rechters wetten aan de Grondwet kunnen toetsen. Dit is een verschil met de PVV, die vaak kritisch is op rechterlijke macht, en met D66, dat weliswaar ook voor toetsing is, maar minder vanuit een christelijk-sociaal perspectief.
“Het verbod op constitutionele toetsing wordt afgeschaft zodat rechters wetten ook aan de grondwet kunnen toetsen.”
Het FVD-verkiezingsprogramma benoemt het verschil tussen D66 en PVV expliciet als een schijntegenstelling: volgens FVD vertegenwoordigen beide partijen het "kartel" en verschillen ze inhoudelijk nauwelijks, ondanks hun tegengestelde imago. FVD stelt dat zowel D66 als PVV vasthouden aan het bestaande politieke systeem en geen fundamentele verandering willen, terwijl FVD zichzelf positioneert als de enige echte uitdager van het politieke establishment.
FVD stelt dat het onderscheid tussen D66 en PVV kunstmatig is en dat beide partijen behoren tot het gevestigde politieke systeem ("kartel"), waarbij echte vernieuwing wordt tegengehouden. Volgens FVD zijn de verschillen tussen D66 en PVV vooral uiterlijk, terwijl ze in de kern het bestaande systeem in stand houden.
“Het kartel noemt dit ‘consensus’, maar in feite is het een schijnwerkelijkheid waarin tegendraadse visies worden buitengesloten.”
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
FVD positioneert zichzelf als de enige partij die daadwerkelijk breekt met het bestaande systeem, in tegenstelling tot D66 en PVV die volgens FVD slechts binnen de bestaande kaders opereren. FVD pleit voor radicale democratische vernieuwing en het openbreken van het partijkartel.
Volt positioneert zich als een progressieve, pro-Europese partij die zich duidelijk afzet tegen polarisatie en rechtsextremisme, en kiest voor verbinding en democratische vernieuwing. In het Volt-programma wordt benadrukt dat waar andere partijen (zoals PVV) kiezen voor verdeeldheid, Volt juist inzet op inclusiviteit, jongerenparticipatie en versterking van de democratie. Concrete voorstellen zijn onder andere het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd, het invoeren van een Derde Kamer voor jongeren, en het expliciet benoemen van rechtsextremisme als bedreiging voor de democratie.
Volt maakt expliciet onderscheid met partijen als de PVV door te stellen dat zij niet kiezen voor verdeeldheid, maar voor verbinding en inclusiviteit. Dit wordt gekoppeld aan het tegengaan van rechtsextremisme en polarisatie, waarmee Volt zich afzet tegen de koers van de PVV en zich inhoudelijk dichter bij D66 positioneert.
“In Nederland zetten rechtsextremisme en polarisatie onze democratie onder druk. Waar andere partijen kiezen voor verdeeldheid, kiezen wij voor verbinding.”
Volt onderscheidt zich van traditionele partijen door te pleiten voor meer jongereninvloed en structurele democratische vernieuwing, zoals het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd en het invoeren van een Derde Kamer. Dit zijn voorstellen die Volt dichter bij D66 plaatsen en haaks staan op het conservatieve en anti-institutionele karakter van de PVV.
“De generatie die het dichtst bij die toekomst staat, moet gehoord worden. Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar. We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
Volt benoemt expliciet rechtsextremisme als een bedreiging voor de democratie, wat een duidelijk verschil markeert met de PVV (die vaak als rechts-populistisch of radicaal-rechts wordt gezien) en een overeenkomst met D66, dat zich ook uitspreekt tegen extremisme.
“In Nederland zetten rechtsextremisme en polarisatie onze democratie onder druk.”
Het BBB-verkiezingsprogramma benoemt het verschil tussen D66 en PVV als een voorbeeld van de polarisatie in de Nederlandse politiek, waarbij partijen lijnrecht tegenover elkaar staan. BBB positioneert zichzelf als alternatief voor deze tegenstelling en pleit voor beleid dat niet voor "enkelen" is, maar eerlijk is voor iedereen, ongeacht regio of achtergrond. Concrete beleidsvoorstellen over het verschil tussen D66 en PVV ontbreken; de verwijzing is vooral illustratief voor BBB’s streven naar verbinding en gelijkheid.
BBB gebruikt het verschil tussen D66 en PVV als symbool voor de huidige politieke verdeeldheid en benadrukt dat hun eigen koers gericht is op het overbruggen van deze tegenstellingen. Ze stellen dat beleid niet alleen voor specifieke groepen (zoals D66 of PVV-kiezers) moet zijn, maar voor alle Nederlanders. Dit standpunt adresseert het probleem van uitsluiting en regionale ongelijkheid, en positioneert BBB als verbindende partij.
“Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen. Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
“Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen.”
“tegenover elkaar staan. Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen.”
Het CDA-verkiezingsprogramma benoemt niet expliciet de verschillen tussen D66 en PVV, maar benadrukt het belang van verbindende politiek en het vermijden van populisme en politieke experimenten. Het CDA positioneert zichzelf als alternatief voor verdeeldheid en chaos, en pleit voor een politiek die gebaseerd is op waarden, verantwoordelijkheid en het gemeenschappelijk belang. Concrete beleidsvoorstellen over het verschil tussen D66 en PVV ontbreken; de partij spreekt zich vooral uit tegen populistische politiek en voor een verbindende koers.
Het CDA keert zich tegen populistische politiek en politieke experimenten, waarmee het zich indirect afzet tegen partijen als de PVV (populistisch) en D66 (regelmatig geassocieerd met bestuurlijke vernieuwing en experimenten). Het CDA benadrukt het belang van verbinding, waarden en het gemeenschappelijk belang, en waarschuwt voor de negatieve gevolgen van verdeeldheid en chaos.
“De afgelopen jaren hebben laten zien dat politieke experimenten en meebuigen met populistische politiek vooral nog meer chaos en spektakel opleveren. Maar de oplossingen en resultaten blijven uit. We doen ons land hiermee enorm tekort.”
“Je verwacht een politiek die begint bij waarden, gericht is op de lange termijn en oog heeft voor het gemeenschappelijk belang. Een politiek die in staat is om te verbinden in plaats van te verdelen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma