BVNL beschouwt zichzelf als een klassiek liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij, en positioneert zich daarmee duidelijk anders dan zowel D66 als PvdA. BVNL benadrukt individuele vrijheid, een kleine overheid, lage belastingen en verzet zich tegen collectivisme en "woke-isme", waarmee het zich afzet tegen de meer progressieve, sociaal-democratische en sociaal-liberale koers van PvdA en D66. De partij noemt expliciet het verschil met deze partijen op het gebied van overheidsomvang, economische vrijheid en culturele waarden.
BVNL stelt zich expliciet op als tegenpool van het collectivisme en de grotere rol van de overheid, waar D66 en PvdA juist meer overheidsregie en collectieve oplossingen voorstaan. BVNL wil fors snijden in overheidsuitgaven, bureaucratie en subsidies, en benadrukt individuele verantwoordelijkheid en vrijheid.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“BVNL is een klassiek liberale partij die vecht voor de vrijheid van het individu. Daarnaast is BVNL een economisch rechtse partij die de goede kanten van het kapitalisme omarmt: ambitie, succes en sociale barmhartigheid. BVNL is tot slot cultureel conservatief...”
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
Waar PvdA en D66 pleiten voor progressieve belastingen en herverdeling, kiest BVNL voor een vlaktaks, het afschaffen van toeslagen en erf- en schenkbelasting, en het fors verlagen van overheidsuitgaven. Dit is een fundamenteel economisch verschil.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“De erf- en schenkbelasting schaffen we af.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
BVNL positioneert zich cultureel conservatief en uit expliciet kritiek op "woke-isme" en het verlies van Nederlandse tradities, waarmee het zich afzet tegen de meer progressieve, multiculturele en inclusieve koers van D66 en PvdA.
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden...”
Hoewel BVNL cultureel conservatief is, is de partij op medisch-ethisch vlak progressiever dan PvdA en D66 op sommige punten, maar stelt wel duidelijke grenzen (zoals geen geslachtstransities voor minderjarigen).
In tegenstelling tot D66 (pro-EU) en PvdA (EU-positief), is BVNL uitgesproken eurosceptisch en wil het minder macht voor de EU en meer nationale soevereiniteit.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
De VVD positioneert zich duidelijk als tegenstander van verdere nivellering en herverdeling, waarmee zij zich afzet tegen partijen als D66 en PvdA die volgens de VVD juist voor meer herverdeling kiezen. De VVD wil de lasten voor de middenklasse verlagen, werkenden structureel meer laten profiteren dan niet-werkenden, en de overheid kleiner maken, terwijl D66 en PvdA volgens de VVD juist kiezen voor hogere lasten en meer herverdeling. De kern van hun visie is dat werken altijd meer moet lonen dan niet werken, en dat de overheid niet verder moet groeien ten koste van werkenden.
De VVD benadrukt dat zij zich verzet tegen de "Haagse herverdelingsmachine" en verdere nivellering, waarmee zij zich onderscheidt van D66 en PvdA die volgens de VVD juist voor meer herverdeling kiezen. De partij stelt werkenden centraal en wil dat zij er altijd meer op vooruitgaan dan niet-werkenden.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat. De afgelopen tijd is de VVD begonnen met het afbouwen van de Haagse herverdelingsmachine. We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren...”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk. Als werken niet loont, valt de samenleving stil. Daarom kiezen wij voor lagere lasten en meer waardering voor de middenklasse.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden. Het wordt verplicht dat het kabinet regelt dat werkenden op één staan en dat werken in dit land beloond wordt.”
De VVD wil de overheid kleiner maken en kiest expliciet voor bezuinigen in plaats van hogere belastingen, in tegenstelling tot D66 en PvdA die volgens de VVD juist voor hogere lasten kiezen om publieke voorzieningen te financieren.
“Wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD kiest voor lastenverlichting voor de middenklasse en het betaalbaar houden van het dagelijks leven, terwijl zij D66 en PvdA verwijt de lasten juist te verhogen.
“De VVD pakt dit probleem bij de wortel aan. Niet door een grote, dure overheid op te tuigen en te laten herverdelen, maar door de vaste lasten te verlagen en regels die het leven duurder maken te schrappen.”
“We verlagen de brandstofaccijns zodat autorijden betaalbaarder wordt. De hypotheekrenteaftrek blijft in stand, en om de woonlasten onder controle te houden maximeren we de jaarlijkse stijging van de onroerendezaakbelasting.”
“Het geld dat zo beschikbaar komt, wordt waar mogelijk via lagere belastingen teruggegeven aan werkenden.”
JA21 benoemt het verschil tussen D66 en PvdA als een schijntegenstelling: volgens JA21 voeren beide partijen in de praktijk vergelijkbaar links beleid, ondanks hun verschillende politieke profielen. JA21 positioneert zichzelf als alternatief voor deze partijen door te pleiten voor minder EU, strengere migratiebeperking en meer directe democratie, en bekritiseert het gebrek aan daadkracht en het vasthouden aan politieke correctheid bij D66 en PvdA.
JA21 stelt dat het onderscheid tussen D66 en PvdA in de praktijk weinig voorstelt, omdat beide partijen volgens hen links beleid uitvoeren, ongeacht de verkiezingsuitslag. Dit wordt aangevoerd als reden om voor een fundamenteel andere koers te kiezen.
“Voorheen stemde Nederland rechts en kreeg er links beleid voor terug.”
“Als brede conservatief-liberale partij staan wij uniek in het politieke veld.”
“Geen taboes en politieke correctheid, je niet laten leiden door de waan van de dag en kiezen voor échte oplossingen, in plaats van de makkelijkste uitweg.”
JA21 onderscheidt zich van D66 en PvdA door te pleiten voor meer directe democratie (zoals referenda) en minder invloed van de EU, waar D66 juist pro-EU is en PvdA vaak EU-integratie steunt.
JA21 zet zich af tegen het migratiebeleid van D66 en PvdA door te pleiten voor strenge migratiebeperking en het afdwingen van integratie, in tegenstelling tot het volgens JA21 te soepele beleid van deze partijen.
D66 onderscheidt zich van de PvdA door een sterk liberaal-progressieve focus op individuele keuzevrijheid, onderwijs, klimaat en Europa, met nadruk op gelijke kansen via ongelijke investeringen en een internationale oriëntatie. D66 legt meer nadruk op het stimuleren van innovatie, het verkleinen van fiscale voordelen voor huizenbezitters, en het versneld afbouwen van fossiele subsidies, terwijl sociale zekerheid en bestaanszekerheid worden gecombineerd met hervormingen en maatwerk. Hun visie is gericht op vooruitgang, duurzaamheid en het versterken van individuele ontplooiing, met minder nadruk op klassieke herverdeling dan de PvdA.
D66 kiest expliciet voor het ongelijk investeren om gelijke kansen te creëren, wat een meer liberaal-progressieve benadering is dan de klassieke sociaaldemocratische herverdeling van de PvdA. Dit benadrukt individuele ontwikkeling en maatwerk boven universele voorzieningen.
“Wie een korte of geen vooropleiding heeft, krijgt een hoger budget. Want voor gelijke kansen moeten we ongelijk investeren.”
D66 wil sneller dan veel andere partijen, waaronder de PvdA, de fossiele subsidies afbouwen en duurzame innovatie stimuleren. Dit is een uitgesproken groene en marktgerichte benadering.
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie.”
D66 kiest voor het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het verkleinen van fiscale verschillen tussen huurders en kopers, terwijl de opbrengsten direct teruggaan naar lagere inkomstenbelasting voor iedereen. Dit is een meer liberale en hervormingsgerichte benadering dan de PvdA, die doorgaans voorzichtiger is met het aanpakken van de hypotheekrenteaftrek.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek... We steken de opbrengsten helemaal in lagere inkomstenbelasting voor iedereen.”
D66 profileert zich als uitgesproken pro-Europees en wil dat Nederland het voortouw neemt in de EU, met meer integratie en besluitvaardigheid. Dit is doorgaans sterker dan de PvdA, die wel pro-Europees is maar minder uitgesproken op leiderschap en integratie.
“Met D66 neemt Nederland het voortouw in Europa. Te vaak verzanden we in Haagse regelruzies...”
D66 wil sociale zekerheid hervormen door de stap naar werk vanuit een uitkering makkelijker te maken, bijvoorbeeld via vrijwilligers- of deeltijdwerk, en door het verplichten van pensioenopbouw. Dit is een meer activerende en individuele benadering dan de PvdA, die meer inzet op collectieve zekerheid.
Het GroenLinks-PvdA verkiezingsprogramma benoemt het verschil met D66 en de PvdA vooral impliciet, door te benadrukken dat GroenLinks-PvdA een brede linkse volkspartij is die solidariteit en collectieve voorzieningen centraal stelt, in tegenstelling tot partijen die marktwerking vooropstellen. De partij profileert zich als alternatief voor het liberale marktdenken, met nadruk op het versterken van de verzorgingsstaat, het eerlijker verdelen van welvaart en het centraal stellen van samenwerking boven concurrentie.
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een brede linkse volkspartij die solidariteit en collectieve voorzieningen centraal stelt, in tegenstelling tot partijen als D66 die vaker marktwerking en individuele verantwoordelijkheid benadrukken. Dit onderscheidt hen ook van de klassieke PvdA, door de expliciete combinatie van 'rode' (sociaal) en 'groene' (duurzaam) idealen.
“GroenLinks-PvdA heeft de handen ineengeslagen. Wij bieden Nederland een brede linkse volkspartij, die haar rode en groene ideologische veren met trots draagt.”
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
De partij maakt duidelijk afstand van marktwerking in publieke sectoren, wat hen onderscheidt van D66, die doorgaans positiever staat tegenover gereguleerde marktwerking. GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het versterken van de verzorgingsstaat en het eerlijker verdelen van welvaart.
“Ondertussen werd de verzorgingsstaat uitgehold en werd mensen wijsgemaakt dat succes een keuze is, en achterblijven je eigen schuld.”
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan.”
GroenLinks-PvdA kiest voor samenwerking in plaats van concurrentie, bijvoorbeeld in het onderwijs, waar D66 traditioneel meer ruimte laat voor keuzevrijheid en concurrentie tussen scholen.
“Samenwerking boven concurrentie. We halen alle prikkels uit de bekostiging.”
De SP positioneert zich als de meest sociale partij en bekritiseert zowel D66 als PvdA voor hun neiging om naar het politieke midden te schuiven en concessies te doen aan rechtse partijen, met name in het verleden (zoals de PvdA in Rutte II). De SP benadrukt dat zij fundamenteel andere keuzes maakt dan deze partijen door te pleiten voor radicale sociale veranderingen en het afwijzen van compromissen die leiden tot afbraak van sociale voorzieningen. Hun kernvoorstel is om niet slechts "een onsje meer of minder sociaal" te zijn, maar te kiezen voor grote, structurele veranderingen ten gunste van de werkende klasse.
De SP verwijt D66 en PvdA dat zij te vaak kiezen voor het politieke midden en compromissen sluiten met rechtse partijen, wat volgens de SP leidt tot afbraak van sociale voorzieningen. De partij positioneert zichzelf als alternatief voor deze "afbraakpolitiek" en benadrukt dat echte sociale vooruitgang alleen mogelijk is zonder deze concessies.
“De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
“Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
De SP maakt duidelijk dat zij niet gelooft in kleine, gematigde aanpassingen ("een onsje meer of minder sociaal"), maar pleit voor fundamentele, radicale sociale hervormingen. Hiermee zet de SP zich af tegen partijen als D66 en PvdA, die volgens hen te weinig verschil maken en te veel vasthouden aan het bestaande systeem.
De SP verwijst expliciet naar de PvdA als partij die in het verleden (Rutte II) heeft meegewerkt aan beleid dat zij als asociaal en afbraak van de verzorgingsstaat beschouwen. Hiermee benadrukt de SP het verschil tussen hun eigen koers en die van de PvdA.
“Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II?”
FVD positioneert zich als radicaal alternatief voor het "partijkartel" waar D66 en PvdA volgens hen deel van uitmaken. Ze bekritiseren de vermeende consensus en gesloten bestuurscultuur van deze partijen, en pleiten voor het openbreken van de macht, meer directe democratie en het stoppen van beleid op thema’s als klimaat, stikstof en EU-integratie. FVD stelt dat D66 en PvdA nauwelijks van elkaar verschillen omdat ze samen het establishment vormen en afwijkende meningen uitsluiten.
FVD ziet D66 en PvdA als kernspelers binnen een gesloten partijkartel dat vernieuwing en afwijkende visies tegenhoudt. Volgens FVD zijn de verschillen tussen deze partijen minimaal, omdat ze samen de macht verdelen, elkaar baantjes toeschuiven en kritiek op hun beleid marginaliseren. Dit leidt volgens FVD tot een verstikkende consensus en het uitsluiten van alternatieve geluiden.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën. Dit heeft geleid tot een bestuurscultuur waarin steeds dezelfde geluiden domineren en afwijkende visies worden genegeerd.”
“Kritiek op het klimaatbeleid, het stikstofbeleid of de macht van de EU wordt stelselmatig weggezet als ‘extreem’ of ‘ongefundeerd’, terwijl het in werkelijkheid gaat om serieuze vragen die miljoenen Nederlanders bezighouden. Het kartel noemt dit ‘consensus’, maar in feite is het een schijnwerkelijkheid waarin tegendraadse visies worden buitengesloten.”
FVD stelt dat D66 en PvdA niet alleen inhoudelijk op één lijn zitten, maar ook samen profiteren van een netwerk van subsidies, adviesraden en loterijen die hun macht bestendigen. Hierdoor worden organisaties met een andere visie uitgesloten van financiering en blijft het bestaande beleid in stand.
“Dit partijkartel wordt bovendien in stand gehouden door een netwerk van subsidies, adviesraden en loterijen die jaarlijks miljarden euro’s rondpompen. Organisaties die nauwe banden hebben met de gevestigde politiek, ontvangen structureel financiering, terwijl kritische of onafhankelijke initiatieven geen kans maken.”
FVD bekritiseert de rol van D66 en PvdA in het medialandschap, waar volgens hen dezelfde onderwerpen en invalshoeken steeds terugkomen en afwijkende geluiden nauwelijks gehoord worden. Dit zou het publieke debat verarmen en het vertrouwen in de media ondermijnen.
“De publieke media zijn in ons land teveel verstrengeld geraakt met de gevestigde politiek. Ze zijn te weinig afspiegeling van het brede maatschappelijke debat en zijn onvoldoende kritisch op de macht. Een kleine groep presentatoren, redacties en opiniemakers bepaalt de toon, waardoor dezelfde onderwerpen, dezelfde gasten en dezelfde invalshoeken telkens terugkomen.”
Volt benoemt het verschil tussen D66 en PvdA als een voorbeeld van de traditionele politieke verdeeldheid waar zij zich van willen onderscheiden. Volt kiest expliciet voor verbinding en samenwerking over partijgrenzen heen, in plaats van de nadruk op verschillen tussen partijen zoals D66 en PvdA. Hun belangrijkste voorstel is om met nieuwe ideeën en een focus op de lange termijn de democratie te vernieuwen en minder te debatteren over partijpolitieke tegenstellingen.
Volt positioneert zich als alternatief voor de traditionele partijen, waaronder D66 en PvdA, die volgens hen te veel nadruk leggen op onderlinge verschillen en verdeeldheid. Volt wil juist samenwerking stimuleren en de focus verleggen naar gezamenlijke uitdagingen en lange termijn visie.
“Waar andere partijen kiezen voor verdeeldheid, kiezen wij voor verbinding.”
“We gaan minder debatteren over de politieke ‘waan van de dag’ (de Haagse realiteit) en meer over de grote uitdagingen die voor ons liggen.”
“Zo bevorderen we samenwerking over partijgrenzen heen, terwijl we onze politieke diversiteit behouden.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma