BVNL positioneert zich als een partij die zich duidelijk onderscheidt van zowel CDA als VVD door te kiezen voor een radicaal kleinere overheid, maximale individuele vrijheid, en een uitgesproken ondernemersvriendelijk beleid. Waar CDA en VVD volgens BVNL te veel meegaan in bureaucratie, overheidsuitgaven en Europese integratie, kiest BVNL voor forse bezuinigingen, een vlaktaks, volledige nationale soevereiniteit en directe democratie via referenda. De partij benadrukt haar klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve koers als alternatief voor het beleid van CDA en VVD.
BVNL onderscheidt zich van CDA en VVD door te pleiten voor een veel kleinere overheid, met een drastische vermindering van overheidsuitgaven en bureaucratie. Dit gaat verder dan de bezuinigingsvoorstellen van CDA en VVD en raakt aan de kern van BVNL’s visie op individuele vrijheid en ondernemerschap.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
In tegenstelling tot CDA en VVD, die vasthouden aan een progressief belastingstelsel en het huidige toeslagenstelsel, wil BVNL een vlaktaks van 25% invoeren en alle toeslagen en erf- en schenkbelasting afschaffen. Dit is een fundamenteel ander fiscaal beleid.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
BVNL zet zich af tegen de Europese integratie en supranationale besluitvorming waar CDA en VVD in meegaan. De partij wil Nederland weer volledig soeverein maken, de EU omvormen tot een losse economische gemeenschap, en bindende referenda invoeren.
Waar CDA en VVD kiezen voor beperking en regulering van migratie, pleit BVNL voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen voor asielzoekers, wat een veel hardere lijn is.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan.”
“Om de afbraak van Nederland te stoppen moeten we onmiddellijk stoppen met het toelaten van asielzoekers en kansarme migranten en niet accepteren dat onze eigen cultuur verdwijnt ten faveure van culturen en moralen die niet de onze zijn...”
BVNL kiest voor een uitgesproken ondernemersvriendelijke koers, met minder regels, lagere belastingen en het afschaffen van subsidies, in tegenstelling tot het meer gematigde beleid van CDA en VVD.
Het CDA onderscheidt zich van de VVD door sterk te kiezen voor een samenleving waarin saamhorigheid, fatsoen en verantwoordelijkheid centraal staan, met meer aandacht voor sociale samenhang en minder nadruk op marktwerking en individualisme. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van de kostendelersnorm, het automatisch uitkeren van toeslagen, en het versterken van gemeenschapszin en tradities. De kern van hun visie is dat de overheid niet alles moet oplossen, maar wel moet zorgen voor een fatsoenlijk en betrokken land waarin iedereen kan meedoen.
Het CDA positioneert zich expliciet tegenover het individualisme en de marktgerichtheid die vaak met de VVD worden geassocieerd. De partij benadrukt het belang van gemeenschapszin, onderlinge verantwoordelijkheid en het versterken van sociale verbanden, in plaats van het centraal stellen van het individu of het marktdenken.
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan. Wij kiezen voor al die mensen die ons land mooier maken, die gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt, school of natuur.”
“In de samenleving staat steeds meer het ‘ik’ centraal. Kiezen we voor ons eigen belang, boven dat van de samenleving. Verwachten we compensatie als we iets oppakken of bij tegenslag. En geloven we dat de markt alles oplost, of dat de overheid voor alles verantwoordelijk is.”
Het CDA keert zich tegen het idee dat de markt alles oplost en pleit voor een overheid die verantwoordelijkheid neemt waar nodig, maar niet alles overneemt. Dit contrasteert met de VVD, die doorgaans meer inzet op marktwerking en individuele vrijheid.
Het CDA stelt concrete maatregelen voor die de bestaanszekerheid moeten vergroten, zoals het automatisch uitkeren van toeslagen en het afschaffen van de kostendelersnorm. Dit is een duidelijk sociaal accent dat doorgaans minder prominent is bij de VVD.
Het CDA benadrukt het belang van tradities, cultuur en erfgoed als bindmiddel van de samenleving, waar de VVD doorgaans minder nadruk op legt.
Het CDA wil de regeldruk verminderen en meer vertrouwen geven aan burgers en maatschappelijke organisaties, in plaats van alles dicht te regelen. Dit is deels een overeenkomst met de VVD, maar het CDA koppelt dit expliciet aan het versterken van de samenleving en het maatschappelijk middenveld.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen.”
De ChristenUnie positioneert zich als een partij die zich duidelijk onderscheidt van zowel het CDA als de VVD door te kiezen voor een sterkere sociale en morele koers, met nadruk op rechtvaardigheid, eenvoud en bescherming van kwetsbaren. Ze pleiten voor een rechtvaardiger belastingstelsel, meer regie van de overheid op volkshuisvesting, en een integrale aanpak van maatschappelijke problemen, waarbij brede welvaart en het algemeen belang centraal staan. De partij wijst kortetermijnpolitiek en puur economische groei als leidraad af, en kiest voor structurele, mensgerichte oplossingen.
De ChristenUnie zet zich af tegen het huidige complexe belastingstelsel en het toeslagenstelsel, en kiest voor een systeem waarin eenvoud en rechtvaardigheid centraal staan. Dit onderscheidt hen van de VVD (meer marktgericht, lagere lasten voor hogere inkomens) en het CDA (meer behoudend, minder radicaal in hervormingen). De ChristenUnie wil dat niemand belasting betaalt over de eerste €30.000 en vervangt toeslagen door een verzilverbare belastingkorting.
“Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid. Eenvoud omdat het stelsel vooral simpeler en begrijpelijker moet zijn, zonder terugvorderingen of andere nare verrassingen. Rechtvaardigheid omdat we willen dat ook de laagste inkomens genoeg hebben om van rond te komen.”
“Dat bij de ChristenUnie-plannen onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Als de korting hoger is dan het belastingbedrag, wordt het verschil uitgekeerd.”
De ChristenUnie kiest expliciet voor een overheid die actief regie voert op de woningmarkt, met prioriteit voor betaalbare woningen en sociale samenhang. Dit contrasteert met de VVD (meer marktwerking) en het CDA (minder uitgesproken regierol).
De ChristenUnie verwerpt het idee dat economische groei (BBP) de belangrijkste maatstaf is, en wil brede welvaart centraal stellen in beleid. Dit onderscheidt hen van de VVD (sterke focus op economische groei) en het CDA (meer traditioneel economisch beleid).
“De ChristenUnie wil dat bredewelvaartsindicatoren een prominentere rol spelen in het begrotingsproces en de politieke besluitvorming. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
De ChristenUnie kiest voor structurele, integrale oplossingen voor maatschappelijke problemen, in plaats van kortetermijnpolitiek of symptoombestrijding. Dit is een duidelijke breuk met de pragmatische, vaak op korte termijn gerichte aanpak van de VVD en het CDA.
“De ChristenUnie kiest voor structurele oplossingen op basis van een integrale aanpak in plaats van kortetermijnpolitiek.”
De ChristenUnie wil de regeldruk en bureaucratie verminderen en pleit voor meer vertrouwen in burgers en maatschappelijke organisaties. Dit is een reactie op het technocratische beleid van de afgelopen jaren, waar VVD en CDA vaak deel van uitmaakten.
“We hebben te lang te veel van de overheid verwacht. Het belastingstelsel is zo complex gemaakt dat je bijna gepromoveerd moet zijn om het te begrijpen.”
“De keerzijde daarvan is dat bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers te maken hebben met een grote last aan regels, formulieren en andere vormen van verantwoording.”
De PVV positioneert zich als een duidelijke tegenpool van zowel het CDA als de VVD, die zij verwijten te weinig op te komen voor de belangen van Nederlanders en te veel mee te gaan in “Brusselse” en “links-liberale” politiek. De PVV benadrukt radicale keuzes op het gebied van immigratie, nationale soevereiniteit, klimaat en sociale voorzieningen, en zet zich af tegen het compromisbeleid van CDA en VVD. Hun kernvoorstellen zijn een totale asielstop, het terughalen van bevoegdheden uit de EU, het schrappen van klimaatmaatregelen, en het radicaal verlagen van lasten voor burgers.
De PVV onderscheidt zich scherp van CDA en VVD door te pleiten voor een totale asielstop en het sluiten van de grenzen, waar CDA en VVD volgens de PVV juist verantwoordelijk zijn voor het “opengrenzenbeleid”. Dit standpunt adresseert het probleem van bevolkingsgroei en overlast door immigratie, en positioneert de PVV als de enige partij die “Nederland weer van ons” wil maken.
De PVV zet zich af tegen de pro-Europese houding van CDA en VVD en wil bevoegdheden en geld terughalen uit Brussel. Dit standpunt is bedoeld om Nederland weer “baas in eigen land” te maken en minder afhankelijk te zijn van Europese regelgeving, in tegenstelling tot het meer pragmatische EU-beleid van CDA en VVD.
De PVV wijst klimaatbeleid en lastenverzwaringen af, waar CDA en VVD volgens de PVV juist verantwoordelijk zijn voor “miljardenverspilling” aan klimaat en hogere lasten. De partij wil geen rekeningrijden, geen verplichte elektrificatie, en lagere belastingen op energie en boodschappen, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van het beleid van CDA en VVD.
“Geen rekeningrijden, geen verbod op de verkoop van brandstofauto’s en niet verplicht elektrisch rijden – nooit en te nimmer.”
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
“De PVV wil de economie weer een boost geven door de lasten van burgers te verlagen.”
De PVV wil radicaal stoppen met ontwikkelingshulp en het overmaken van miljarden aan de EU, waar CDA en VVD volgens de PVV altijd voorop lopen met het “helpen van anderen” in plaats van Nederlanders. Dit standpunt adresseert het gevoel dat Nederland te veel betaalt aan het buitenland en te weinig aan de eigen bevolking.
BBB positioneert zich als een partij die zich nadrukkelijk onderscheidt van zowel CDA als VVD door sterk te focussen op regionale belangen, nuchterheid, en het vermijden van ideologisch of abstract beleid. Ze benadrukken dienstbaarheid aan de samenleving, het belang van de menselijke maat, en het tegengaan van Haagse afstandelijkheid, waar CDA en VVD volgens BBB tekortschieten. Concrete voorstellen zijn onder meer het structureel verplaatsen van rijksdiensten naar de regio, het afschaffen van nationale koppen op Europees beleid, en het stellen van duidelijke grenzen aan migratie.
BBB onderscheidt zich van CDA en VVD door expliciet te kiezen voor decentralisatie en het versterken van regionale invloed, waar de andere partijen volgens BBB te veel in de Haagse bubbel blijven. Dit moet het vertrouwen in de overheid herstellen en de herkenbaarheid van beleid vergroten.
“We stappen, als het aan BBB ligt, uit de Haagse bubbel om de regionale verbinding te zoeken.”
“Nieuwe vestigingen rijksdiensten ook buiten de Randstad. Wanneer er een nieuwe locatie wordt gezocht voor een rijksdienst, wordt eerst buiten de Randstad gekeken naar vestigingsmogelijkheden.”
BBB zet zich af tegen het toevoegen van extra nationale regels bovenop Europees beleid, iets wat zij impliciet bij CDA en VVD signaleren. Dit moet economische schade en onnodige lasten voor bedrijven voorkomen.
“Geen nationale koppen op Europees beleid.”
“Het afschaffen van nationale koppen op Europees klimaatbeleid (zoals extra CO₂heffing).”
BBB kiest voor een veel strengere migratiekoers dan CDA en VVD, met het expliciet opzeggen van het VN-Vluchtelingenverdrag en het stellen van een maximum aan de instroom. Dit is een duidelijk onderscheidend punt.
BBB benadrukt dienstbaarheid, nuchterheid en het vermijden van machtspolitiek, waarmee ze zich afzetten tegen de gevestigde partijen CDA en VVD die volgens BBB te veel op macht en ego gericht zijn.
BIJ1 benoemt het verschil tussen CDA en VVD als een keuze tussen sociaal beleid (CDA) en economisch rechts beleid (VVD), maar stelt dat beide partijen volgens hen te weinig doen voor echte gelijkheid en sociale rechtvaardigheid. BIJ1 pleit voor radicale democratisering, meer sociale voorzieningen en het aanpakken van marktwerking, waarmee ze zich duidelijk afzetten tegen zowel CDA als VVD.
BIJ1 vindt dat zowel CDA als VVD vasthouden aan een politiek systeem waarin burgers te weinig directe invloed hebben. BIJ1 wil dit veranderen door meer directe democratie, uitbreiding van het aantal Kamerleden en het versterken van lokale zeggenschap.
“Het aantal Kamerleden in de Tweede Kamer moet proportioneel meegroeien met het aantal inwoners in Nederland... Ook wordt het budget voor fractiemedewerkers verhoogd.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
Waar CDA en VVD marktwerking en privatisering vaak verdedigen, kiest BIJ1 voor volledige nationalisatie van essentiële sectoren en het terugdringen van winstoogmerk.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“We werken aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst...”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels.”
BIJ1 zet zich af tegen het economische beleid van CDA en VVD door inkomensafhankelijke tarieven, hogere belastingen voor rijken en meer sociale zekerheid te eisen.
“Tarieven voor autogebruik, zoals een parkeervergunning, verkeersboetes en belasting worden afhankelijk van iemands inkomen en vermogen. Hogere inkomens betalen flink hogere tarieven dan nu.”
“Onze staat geeft geen subsidies aan de rijken, maar geeft de mensen een thuis.”
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die zich duidelijk afzet tegen het beleid van zowel CDA als VVD, door te stellen dat deze partijen ondanks rechtse verkiezingsuitslagen links beleid of zelfs geen beleid hebben geleverd. JA21 benadrukt scherpe keuzes voor minder EU-invloed, streng migratiebeleid, meer directe democratie en een kleinere overheid, waarmee zij zich onderscheiden van de meer pragmatische en gematigde koers van CDA en VVD. Hun kernvisie draait om het herstellen van nationale zeggenschap, het beperken van migratie en het daadwerkelijk uitvoeren van rechtse beleidsvoornemens.
JA21 bekritiseert expliciet de praktijk van CDA en VVD waarbij rechtse verkiezingsuitslagen niet leiden tot daadwerkelijk rechts beleid, en positioneert zichzelf als alternatief dat wél rechtse kiezerswensen uitvoert.
JA21 onderscheidt zich van CDA en VVD door veel verder te gaan in het terugdringen van Europese invloed en het vergroten van directe burgerzeggenschap, onder andere via referenda en minder EU-bemoeienis.
JA21 kiest voor een veel strengere koers op migratie dan CDA en VVD, met harde grenzen aan migratie, hogere eisen aan integratie en het beperken van gezinshereniging.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Het aantal huwelijkspartners dat een persoon gedurende zijn leven kan laten overkomen beperken tot maximaal één.”
JA21 zet zich scherper dan CDA en VVD af tegen een groeiende overheid en hoge lasten, en pleit voor structurele verlaging van het aantal ambtenaren en lasten.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
D66 positioneert zich duidelijk als progressiever en liberaler dan zowel het CDA als de VVD, met een sterke nadruk op gelijke rechten, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid. Waar CDA en VVD traditioneel behoudender zijn op thema’s als sociale zekerheid, woningmarkt en drugsbeleid, kiest D66 voor meer overheidsregie, het afbouwen van fiscale voordelen voor woningbezit, legalisering van softdrugs en een inclusieve samenleving. D66 onderscheidt zich door structurele hervormingen te willen doorvoeren op het gebied van wonen, sociale zekerheid en individuele vrijheden.
D66 wil de fiscale voordelen voor woningbezit, zoals de hypotheekrenteaftrek, versneld afbouwen en de opbrengsten inzetten voor lagere inkomstenbelasting. Dit staat in contrast met de VVD (die behoud van hypotheekrenteaftrek traditioneel verdedigt) en het CDA (dat doorgaans voorzichtiger is met hervormingen op de woningmarkt).
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten. Huurders krijgen meer bescherming en zeggenschap over verduurzaming.”
D66 kiest voor legalisering en regulering van softdrugs en XTC, een koers die zowel CDA als VVD afwijzen. Dit progressieve standpunt is een duidelijk onderscheidend punt.
“Door softdrugs en XTC te legaliseren, halen we de handel en productie uit criminele handen en maken we capaciteit voor de opsporing vrij.”
D66 wil het huidige toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door één individueel basisbedrag, waarmee ze een fundamenteel andere koers varen dan CDA en VVD, die het bestaande systeem vooral willen vereenvoudigen of slechts beperkt aanpassen.
“Daarom gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
D66 profileert zich als uitgesproken voorvechter van gelijke rechten, diversiteit en inclusiviteit, en noemt expliciet het doorbreken van alle vormen van discriminatie. Dit is progressiever dan de meer behoudende benadering van CDA en VVD.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 wil kinderopvang op termijn volledig gratis maken en verschillende kindregelingen samenvoegen, wat verder gaat dan de voorstellen van CDA en VVD.
“We maken kinderopvang op korte termijn bijna gratis en in de toekomst helemaal gratis. Het kindgebonden budget en de kinderbijslag voegen we samen.”
FVD positioneert zich als een fundamenteel alternatief voor het "partijkartel" van gevestigde partijen zoals CDA en VVD, die volgens FVD nauwelijks van elkaar verschillen en samen verantwoordelijk zijn voor een gesloten bestuurscultuur. FVD stelt dat CDA en VVD in de praktijk dezelfde koers varen op thema’s als klimaat, immigratie, EU, en bestuur, en pleit daarom voor radicale vernieuwing, bindende referenda en het openbreken van het politieke systeem.
FVD ziet CDA en VVD als onderdeel van een gesloten partijkartel dat vernieuwing tegenhoudt en afwijkende visies buitensluit. Volgens FVD rouleert een kleine groep bestuurders van deze partijen in dezelfde functies en schermt de macht af voor nieuw talent, waardoor er feitelijk weinig verschil is tussen CDA en VVD.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“Dit heeft geleid tot een bestuurscultuur waarin steeds dezelfde geluiden domineren en afwijkende visies worden genegeerd.”
“Het kartel noemt dit ‘consensus’, maar in feite is het een schijnwerkelijkheid waarin tegendraadse visies worden buitengesloten.”
FVD stelt dat CDA en VVD in de praktijk nauwelijks van elkaar verschillen op belangrijke beleidsterreinen. Ze zouden samen verantwoordelijk zijn voor het huidige beleid op het gebied van klimaat, immigratie, EU-integratie en bestuurscultuur, en presenteren volgens FVD slechts schijnbare keuzes aan de kiezer.
“Kritiek op het klimaatbeleid, het stikstofbeleid of de macht van de EU wordt stelselmatig weggezet als ‘extreem’ of ‘ongefundeerd’, terwijl het in werkelijkheid gaat om serieuze vragen die miljoenen Nederlanders bezighouden.”
“Dit partijkartel wordt bovendien in stand gehouden door een netwerk van subsidies, adviesraden en loterijen die jaarlijks miljarden euro’s rondpompen. Organisaties die nauwe banden hebben met de gevestigde politiek, ontvangen structureel financiering, terwijl kritische of onafhankelijke initiatieven geen kans maken.”
FVD pleit voor bindende referenda, het openbreken van het partijkartel en het rechtstreeks kiezen van bestuurders, als fundamenteel andere koers dan CDA en VVD. Hiermee wil FVD de macht teruggeven aan de burger en het verschil met de gevestigde partijen scherp markeren.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen. We breken het partijkartel open, stoppen partijpolitieke benoemingen en zorgen dat nieuwe ideeën en talenten weer een kans krijgen.”
NSC positioneert zich als alternatief voor zowel CDA als VVD door zich expliciet af te zetten tegen neoliberalisme (VVD) en te kiezen voor bestaanszekerheid, sociale binding en een zorgzame samenleving. De partij pleit voor een nieuwe politieke cultuur met meer inhoud, open debat, en een sterkere band tussen burger en overheid, en stelt concrete hervormingen voor zoals een regionaal kiesstelsel en het beperken van dichtgetimmerde coalitieakkoorden. NSC benadrukt het belang van het algemeen belang boven partijpolitiek of sectoraal belang, en kiest voor realistische, solidaire politiek met aandacht voor de menselijke maat.
NSC onderscheidt zich van de VVD door zich expliciet af te zetten tegen het neoliberalisme en het centraal stellen van eigenbelang, en van zowel CDA als VVD door afstand te nemen van populisme en te kiezen voor sociale binding en bestaanszekerheid.
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen. En we zijn wars van populisme, wat gouden bergen belooft maar niets waarmaakt.”
“Nederland moet weer een land worden waarin sociale binding en bescherming van het kwetsbare vanzelfsprekend zijn. Waarin bezielde mensen zorgdragen voor elkaar. En waarin iedereen recht heeft op bestaanszekerheid. Dat betekent dat we een economisch solidair beleid willen voeren en onze culturele waarden willen vasthouden.”
NSC onderscheidt zich van CDA en VVD door te pleiten voor een fundamenteel andere politieke cultuur, met meer openheid, inhoud en minder dichtgetimmerde coalitieakkoorden. Dit is een reactie op de bestuursstijl van beide partijen in recente kabinetten.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
“Een levendige en inhoudelijke discussie in de Tweede Kamer moet de norm zijn. De regering regeert en zoekt steun voor voorstellen in een constructieve en open discussie met het parlement, die verder gaat dan alleen de coalitiepartijen.”
NSC stelt een regionaal kiesstelsel voor om de band tussen kiezer en Kamerlid te versterken en regionale belangen beter te vertegenwoordigen, waarmee het zich onderscheidt van de traditionele landelijke focus van CDA en VVD.
De VVD positioneert zich duidelijk centrum-rechts en onderscheidt zich van het CDA door een sterkere focus op het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling en nivellering, en het verkleinen van de overheid. De partij wil lastenverlichting voor de middenklasse, minder uitgaven aan sociale zekerheid en zorg, en kiest voor investeren in defensie en veiligheid. De VVD benadrukt een kleinere, effectievere overheid en minder overheidsbemoeienis, waar het CDA traditioneel meer inzet op sociale cohesie en solidariteit.
De VVD maakt een scherp onderscheid met het CDA door expliciet te kiezen voor het belonen van werkenden en het terugdringen van herverdeling via belastingen en uitkeringen. Waar het CDA doorgaans meer inzet op solidariteit en herverdeling, wil de VVD juist dat werkenden er altijd meer op vooruitgaan dan niet-werkenden.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden. Het wordt verplicht dat het kabinet regelt dat werkenden op één staan en dat werken in dit land beloond wordt.”
De VVD kiest voor een kleinere overheid en wil bezuinigen in plaats van belastingen te verhogen, in tegenstelling tot het CDA dat vaker bereid is om overheidsuitgaven te handhaven of te verhogen voor sociale doelen. De VVD legt de nadruk op het beperken van de groei van overheidsuitgaven en het investeren in veiligheid en defensie.
“Wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
De VVD verschuift middelen van sociale zekerheid en zorg naar defensie en veiligheid, en kiest voor een kleiner basispakket en meer eigen bijdragen. Dit contrasteert met het CDA, dat doorgaans meer inzet op het beschermen van sociale voorzieningen.
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD verzet zich expliciet tegen verdere nivellering en wil de lasten voor de middenklasse verlagen, terwijl het CDA traditioneel meer inzet op inkomensnivellering en solidariteit.
“We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren en als VVD schreven we onze Agenda voor Werkend Nederland.”
DENK benoemt het verschil tussen CDA en VVD als een tegenstelling tussen centrumrechts beleid (CDA) en rechts-liberalisme (VVD), waarbij beide partijen volgens DENK onvoldoende opkomen voor sociale rechtvaardigheid en bestaanszekerheid. DENK positioneert zichzelf als alternatief voor deze partijen door te pleiten voor meer solidariteit, hogere minimumlonen, en een sterkere verzorgingsstaat. De partij benadrukt dat CDA en VVD te veel bezuinigen en te weinig doen tegen ongelijkheid.
DENK ziet het CDA als een partij die weliswaar christendemocratische waarden uitdraagt, maar in de praktijk volgens DENK te weinig doet om sociale ongelijkheid te bestrijden en bestaanszekerheid te waarborgen. Het CDA wordt gepositioneerd als behoudend en onvoldoende progressief op sociaal-economisch vlak.
“Het CDA noemt zich christendemocratisch, maar heeft de afgelopen jaren samen met de VVD gekozen voor bezuinigingen en beleid dat de ongelijkheid vergroot.”
De VVD wordt door DENK gezien als een uitgesproken rechtse partij die vooral de belangen van het bedrijfsleven en hogere inkomens dient. Volgens DENK heeft de VVD beleid gevoerd dat de kloof tussen arm en rijk vergroot en onvoldoende oog heeft voor solidariteit en bestaanszekerheid.
“De VVD kiest voor een rechts-liberaal beleid dat vooral de belangen van grote bedrijven en de rijken dient, terwijl de bestaanszekerheid van gewone mensen onder druk staat.”
DENK positioneert zichzelf als alternatief voor CDA en VVD door te pleiten voor hogere minimumlonen, meer investeringen in publieke voorzieningen, en het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk. DENK benadrukt dat hun beleid gericht is op solidariteit en het versterken van de verzorgingsstaat.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij staan voor extra investeringen in armoedebestrijding en in toegankelijkere armoederegelingen.”
“Wij willen onze maatregelen op een goede manier financieren. Dat betekent dat wij niet toestaan dat rekeningen op een onverantwoorde manier bij de volgende generatie worden gelegd.”
GroenLinks-PvdA positioneert zich duidelijk als alternatief voor het CDA en de VVD door te kiezen voor solidariteit en publieke investeringen boven marktwerking en winstdenken. Ze bekritiseren expliciet het beleid van voorgaande kabinetten (waar CDA en VVD vaak deel van uitmaakten) dat volgens hen leidde tot meer ongelijkheid en een uitgeholde verzorgingsstaat. Hun belangrijkste voorstellen zijn het investeren in publieke voorzieningen, het eerlijker maken van het belastingstelsel en het centraal stellen van solidariteit in plaats van marktwerking.
GroenLinks-PvdA maakt een principieel onderscheid met CDA en VVD door marktwerking en winstdenken af te wijzen en solidariteit centraal te stellen. Ze stellen dat de problemen in Nederland het gevolg zijn van politieke keuzes van eerdere kabinetten, waarin CDA en VVD een hoofdrol speelden. Dit standpunt adresseert het fundamentele verschil in visie op de rol van de overheid en de markt.
GroenLinks-PvdA kiest ervoor om te investeren in publieke voorzieningen en het aanpakken van ongelijkheid, waar CDA en VVD volgens hen te veel hebben bezuinigd en de verzorgingsstaat hebben uitgehold. Dit standpunt benadrukt hun voorkeur voor collectieve oplossingen en een actieve overheid, in tegenstelling tot het meer marktgerichte beleid van CDA en VVD.
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Op lange termijn heeft Nederland er baat bij dat we die investeringen nu doen en niet uitstellen.”
GroenLinks-PvdA pleit voor een eerlijk belastingstelsel zonder speciale kortingen en met een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling. Dit onderscheidt hen van CDA en VVD, die traditioneel minder ver willen gaan in het belasten van vermogen en bedrijven.
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
De SP positioneert zich scherp tegenover de VVD (en in mindere mate het CDA) door te stellen dat deze partijen kiezen voor individualisme, afbraak van sociale voorzieningen en militarisering, terwijl de SP juist pleit voor grote sociale veranderingen en solidariteit. De SP benadrukt dat de VVD (en CDA) verantwoordelijk zijn voor bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid, en dat zij kiezen voor het recht van de sterksten in plaats van een sociaal Nederland. De kern van de SP-visie is het maken van "supersociale" keuzes die de werkende klasse en kwetsbaren centraal stellen.
De SP stelt dat de VVD en CDA (en vergelijkbare partijen) verantwoordelijk zijn voor het afbreken van de welvaartsstaat, het kiezen voor militarisering en het vergroten van ongelijkheid, terwijl de SP juist pleit voor solidariteit en sociale zekerheid. Dit verschil wordt expliciet benoemd als een fundamentele keuze tussen "ieder voor zich" (VVD/CDA) en "solidariteit" (SP).
“De keuzes voor de komende verkiezingen zijn simpel. Wordt het weer ieder voor zich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
“Onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Partijen die anders beweren, houden de mensen in het land voor de gek. Zo zien we hoe, in slechts enkele maanden, onze welvaartsstaat wordt omgebouwd tot een oorlogsmachine. Het maakt onze wereld niet veiliger, het verzwakt onze economie en beschadigt onze samenleving. We zullen er alles aan moeten doen om dit te stoppen.”
De SP benadrukt dat zij niet kiezen voor "een onsje meer of minder sociaal" zoals het midden (waar CDA en VVD zich vaak positioneren), maar voor fundamentele veranderingen gericht op het verkleinen van ongelijkheid en het versterken van solidariteit. Dit contrasteert met het beleid van VVD en CDA, die volgens de SP problemen uitstellen en ongelijkheid laten voortbestaan.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
“Als het gaat om problemen van gewone mensen oplossen, dan hebben de rechtse ruziemakers PVV, VVD, NSC en BBB de afgelopen jaren niets voor elkaar gekregen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt dat het verschil tussen CDA en VVD vooral ligt in hun benadering van economie, samenleving en duurzaamheid, waarbij het CDA meer waarde hecht aan gemeenschapszin en rentmeesterschap, terwijl de VVD individualisme en marktwerking vooropstelt. PvdD stelt dat deze verschillen in de praktijk vaak vervagen, omdat beide partijen volgens hen uiteindelijk kiezen voor economische groei en behoud van bestaande machtsstructuren. De PvdD pleit voor een radicaal andere koers, gericht op brede welvaart, duurzaamheid en het centraal stellen van mens, dier en natuur.
De PvdD ziet het CDA als een partij die zich profileert met waarden als gemeenschapszin en rentmeesterschap, maar in de praktijk volgens de PvdD niet fundamenteel afwijkt van de VVD als het gaat om economische groei en behoud van bestaande structuren.
“Het CDA beroept zich op gemeenschapszin en rentmeesterschap, maar kiest in de praktijk voor economische groei en behoud van bestaande machtsstructuren.”
De VVD wordt door de PvdD neergezet als een partij die individualisme en marktwerking centraal stelt, wat volgens de PvdD leidt tot een samenleving waarin economische belangen zwaarder wegen dan sociale of ecologische waarden.
“De VVD stelt individualisme en marktwerking centraal, waardoor economische belangen zwaarder wegen dan sociale of ecologische waarden.”
De PvdD stelt dat hoewel CDA en VVD zich ideologisch onderscheiden, ze in de praktijk vaak dezelfde keuzes maken die volgens de PvdD niet bijdragen aan een duurzame en rechtvaardige samenleving.
“In de praktijk kiezen CDA en VVD voor economische groei en behoud van bestaande machtsstructuren.”
Volt benoemt het verschil tussen CDA en VVD als een voorbeeld van traditionele partijpolitiek die zij willen overstijgen. Volt pleit voor samenwerking over partijgrenzen heen en wil de focus verleggen van partijpolitieke verschillen naar gezamenlijke, langetermijnoplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Hun belangrijkste voorstel is het bevorderen van visiedebatten en het verminderen van de nadruk op dagelijkse politieke tegenstellingen zoals het verschil tussen CDA en VVD.
Volt vindt het belangrijk om niet te blijven hangen in traditionele partijpolitieke tegenstellingen, zoals het verschil tussen CDA en VVD. In plaats daarvan willen ze de samenwerking over partijgrenzen heen bevorderen en de aandacht richten op grote, gezamenlijke uitdagingen. Dit standpunt adresseert het probleem van polarisatie en korte-termijndenken in de politiek, en pleit voor een meer inhoudelijke en toekomstgerichte benadering.
“Zo bevorderen we samenwerking over partijgrenzen heen, terwijl we onze politieke diversiteit behouden.”
“We gaan minder debatteren over de politieke ‘waan van de dag’ (de Haagse realiteit) en meer over de grote uitdagingen die voor ons liggen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma