Volt onderscheidt zich door een sterk Europees georiënteerde visie, waarbij grensoverschrijdende samenwerking en harmonisatie centraal staan. De partij zet in op concrete maatregelen voor duurzaamheid, onderwijs, zorg, mobiliteit en democratische vernieuwing, met nadruk op collectieve voorzieningen, inclusiviteit en het wegnemen van nationale barrières. Volt wil publieke middelen inzetten voor publieke diensten en pleit voor structurele, integrale oplossingen op Europees niveau.
Volt kiest expliciet voor Europese samenwerking en harmonisatie als leidraad voor beleid, in tegenstelling tot partijen die nationaal georiënteerd zijn. Dit geldt voor waterbeheer, landbouw, energie, arbeidsmarkt en media.
“Volt wil harde afspraken maken met hoger gelegen Europese landen als Zwitserland en Duitsland over de opslag, distributie en eerlijke verdeling van smeltwater.”
“Volt wil naar een Europees landbouwbeleid waarin we subsidies voor grondgebruik afbouwen en boeren belonen die investeren in zaken als koolstofopslag, natuurherstel, klimaatmitigatie en -adaptatie en maatregelen ter bevordering van biodiversiteit.”
“We zetten in op een Europese aanpak zodat investeringen in andere EU-landen, in het bijzonder onze buurlanden, op elkaar afgestemd zijn.”
“Volt maakt van kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare zorg een afdwingbaar recht voor elke EU-burger, verankerd in EU-wetgeving.”
“Volt zet in op het gelijktrekken van de expatregeling tussen EU-lidstaten, zodat we niet langer onderling concurreren om talent.”
“Volt wil inzetten op strikte handhaving van de Europese regels voor privacy, desinformatie en concurrentie.”
Volt pleit voor het versterken van collectieve voorzieningen en publieke regie, met nadruk op het inzetten van publieke middelen voor publieke diensten en het verminderen van marktwerking in essentiële sectoren.
“De zorgkosten moeten voor een groter deel uit de collectieve middelen betaald worden. Zo kunnen we de nominale zorgpremie naar nul euro verlagen en neemt het besteedbaar inkomen van uitkeringsgerechtigden toe.”
“Volt wil naar een systeem van samenwerken en doen wat nodig is in plaats van doorverwijzen.”
“Publiek geld wordt zo ingezet voor publieke diensten.”
“De overheid neemt onzekerheid over de kosten voor huishoudens weg en zorgt voor duidelijke landelijke kaders, zodat gemeenten niet ieder hun eigen bedrijf oprichten maar kunnen deelnemen aan efficiënte en transparante warmtebedrijven op regionaal niveau.”
Volt onderscheidt zich door een integrale, circulaire benadering van duurzaamheid, met nadruk op hergebruik, natuurherstel en het beprijzen van vervuiling.
“Volt streeft naar een circulair watersysteem. We willen (drink-)water zoveel mogelijk gaan hergebruiken en inzetten op de opvang en het gebruik van regenwater in de bebouwde omgeving.”
“We verhogen het waterpeil in stappen, daar waar het nodig is om de natuur te beschermen en CO₂ op te slaan in het veen.”
“We stimuleren grootgebruikers van water om zuiniger om te gaan met water, door de belasting op het verbruik van leidingwater te verhogen.”
“We schaffen de vrijstellingen en verlagingen van belasting voor grootproducenten van afvalstoffen en grootverbruikers van kolen, aardgas, leidingwater en grondwater af.”
Volt kiest voor een later selectiemoment in het onderwijs, brede brugklassen en inclusieve educatie, met focus op kansengelijkheid en het verminderen van stress en selectie.
“We kiezen ook voor een later selectiemoment in het funderend onderwijs door in te zetten op brede brugklassen.”
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen.”
“Volt stimuleert de ontwikkeling van alternatieve toetsvormen, zoals kleinschalige, diagnostische toetsen die gericht zijn op ondersteuning in plaats van selectie.”
Volt wil het openbaar vervoer grensoverschrijdend, toegankelijk en betaalbaar maken, met nadruk op Europese verbindingen en innovatieve oplossingen voor bereikbaarheid.
“Volt wil inzetten op meer directe treinverbindingen die vaker tussen grenssteden rijden, zodat de trein ook in de grensregio de auto kan vervangen.”
“Iedereen in Nederland moet altijd en overal toegang hebben tot bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar openbaar vervoer om onder andere naar werk, dokter, school en sociale contacten te komen.”
“We voeren stapsgewijs een nieuw tarievenstelsel in voor openbaar vervoer. Het gebruik van openbaar vervoermiddelen dient voor iedereen betaalbaar, toegankelijk en aantrekkelijk te zijn.”
Volt pleit voor het versterken van de democratie door digitale stemmogelijkheden voor Nederlanders in het buitenland en het uitbreiden van zendtijd voor politieke partijen, inclusief op regionaal niveau.
“Daarom pleit Volt voor een kleinschalige pilot met digitaal stemmen voor een gecontroleerde groep Nederlanders in het buitenland.”
“Volt wil een uitbreiding van de zendtijd voor politieke partijen. Nu hebben alleen partijen met een zetel in het parlement recht op landelijke zendtijd. Volt wil dit recht ook geven aan Nederlandse partijen met een zetel in het Europees Parlement.”
FVD staat lijnrecht tegenover Volt op het gebied van klimaat, energie en mobiliteit: FVD verwerpt het klimaatprobleem, wil fossiele brandstoffen behouden, alle klimaatregels schrappen en investeert juist in kernenergie, kolen en gas. Waar Volt inzet op vergroening, duurzaamheid en Europese samenwerking, kiest FVD voor nationale energieautonomie, lagere belastingen en maximale vrijheid voor automobilisten, inclusief het afschaffen van milieuzones en het stoppen van de energietransitie.
FVD erkent het klimaatprobleem niet en wil alle klimaatmaatregelen en internationale akkoorden direct beëindigen, in tegenstelling tot Volt dat klimaatbeleid als topprioriteit ziet. FVD ziet geen reden om fossiele brandstoffen uit te faseren en wil juist investeren in kernenergie, kolen en gas.
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We laten CO2-reductie los als uitgangspunt, zodat beleid weer wordt gericht op betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie.”
FVD wil alle bestaande en toekomstige klimaatregels, vergroening en subsidies afschaffen, terwijl Volt juist inzet op meer en strengere klimaatmaatregelen. FVD kiest voor goedkope energie en nationale autonomie boven duurzaamheid.
“We schaffen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
“We stoppen alle klimaatplannen en de €1.000 miljard die we daarmee besparen ... geven we terug aan de hardwerkende Nederlander in de vorm van lastenverlichting.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal; en tot die tijd negeert Nederland de daarin vervatte regels en beperkingen - inclusief het CO2-handelssysteem (ETS).”
FVD wil juist méér investeren in fossiele energie (gas, kolen, olie) en kernenergie, terwijl Volt inzet op hernieuwbare energie en het uitfaseren van fossiel. FVD wil gaswinning in Groningen hervatten, kolencentrales heropenen en tien nieuwe kerncentrales bouwen.
“We starten de gaswinning in Groningen opnieuw op met ruimhartige compensatie voor omwonenden, zodat we weer goedkoop, hoogwaardig en ruim voorradig aardgas hebben voor huishoudens en bedrijven.”
“We heropenen onze hypermoderne, schone kolencentrales die door vorige kabinetten zijn gesloten, zodat er onmiddellijk goedkope en stabiele stroom beschikbaar komt.”
“We bouwen snel tien nieuwe kerncentrales en investeren in thoriumonderzoek, zodat Nederland volledig energieautonoom wordt en ook in de toekomst kan beschikken over betrouwbare en toekomstgerichte energievoorziening.”
FVD wil autorijden goedkoper en vrijer maken door accijnzen te verlagen, milieuzones af te schaffen, geen kilometerheffing in te voeren en de maximumsnelheid te verhogen. Dit staat haaks op Volt, dat inzet op duurzame mobiliteit, beprijzing van vervuiling en stimulering van OV en fietsen.
“We schaffen milieuzones af en weigeren invoering van een kilometerheffing, zodat vrijheid van mobiliteit wordt beschermd.”
“We brengen de reguliere maximumsnelheid terug naar 130 km/u en verhogen deze, op plekken en tijdstippen waar dat verantwoord is, zodat reizen sneller en soepeler gaat.”
“We verlagen accijnzen, schaffen de BPM af en verlagen de bijtelling, zodat autorijden weer betaalbaar wordt.”
FVD wil geen nieuwe windmolens of zonneparken, en bestaande windparken ontmantelen, terwijl Volt juist inzet op grootschalige uitrol van hernieuwbare energie.
FVD wil de energiesector nationaliseren om winsten in Nederland te houden en energie goedkoper te maken, terwijl Volt inzet op een Europese energiemarkt en samenwerking.
“We nationaliseren de energiesector, zodat winsten in Nederland blijven, blackouts kunnen worden voorkomen en kosten voor de gebruiker omlaag kunnen.”
GroenLinks-PvdA zet sterk in op sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en het verkleinen van ongelijkheid, met nadruk op collectieve investeringen en regulering. De partij kiest voor stevige publieke regie op energie, mobiliteit en digitalisering, en wil grote vervuilers en vermogenden zwaarder belasten. In vergelijking met Volt is GroenLinks-PvdA minder technocratisch en Europees gericht, en legt meer nadruk op nationale herverdeling, publieke voorzieningen en sociale bescherming.
GroenLinks-PvdA wil de inkomens- en vermogensongelijkheid actief verkleinen door hogere lonen, een groot loonakkoord en een eerlijker belastingstelsel. Dit contrasteert met Volt, dat meer inzet op Europese harmonisatie en minder expliciet kiest voor nationale herverdeling.
“We sluiten een Groot Loonakkoord met vakbonden en werkgevers met daarin hogere lonen en meer investeringen in infrastructuur, onderzoek en technologie.”
“Eerlijke spreiding van kennis, macht en vermogen. Dat moet altijd het uitgangspunt zijn.”
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
De partij kiest voor grootschalige publieke investeringen in energie-infrastructuur, openbaar vervoer en verduurzaming, met sterke nationale regie. Volt is doorgaans meer gericht op Europese samenwerking en marktwerking.
“We zetten alles op alles om de klimaatcrisis aan te pakken. Dat kan je niet alleen aan de markt overlaten.”
“Daarom investeren we fors in het uitbreiden van het elektriciteitsnet.”
“Met snellere uitbreiding van het elektriciteitsnet zijn we eerder onafhankelijk van fossiele subsidies.”
“We investeren in duurzame mobiliteit zodat je op weg kan ongeacht je portemonnee.”
GroenLinks-PvdA wil digitalisering centraal coördineren met een minister, inzet op opensource en publieke digitale ruimte, en dataportabiliteit afdwingen. Volt is eveneens voor digitalisering, maar legt meer nadruk op Europese kaders en innovatie.
“De digitalisering gaan we centraal coördineren voor alle lagen van de overheid met een minister van digitale zaken.”
“Door middel van aanbestedingen en subsidies ondersteunen we de ontwikkeling van betrouwbare opensourcesoftware en -hardware met broncodes die iedereen kan controleren.”
“Dataportabiliteit – het makkelijk verplaatsen van gegevens tussen diensten – wordt in Europa standaard voor online platforms.”
De partij wil grote vervuilers en fossiele subsidies stevig aanpakken, met het principe 'de vervuiler betaalt' centraal. Volt is hier ook voor, maar GroenLinks-PvdA is explicieter in nationale maatregelen en fiscale prikkels.
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
De SGP kiest voor een pragmatische, behoudende verduurzaming van mobiliteit en energie, met nadruk op haalbaarheid, betaalbaarheid en technologische diversiteit. Ze stimuleren elektrisch rijden, investeren in het elektriciteitsnet en warmtenetten, maar zijn kritisch op te snelle of eenzijdige maatregelen zoals rekeningrijden of het volledig uitfaseren van fossiele brandstoffen. De partij wijkt hiermee af van Volt, dat doorgaans ambitieuzer en Europees-gericht is op het gebied van klimaat en mobiliteit.
De SGP wil elektrisch rijden stimuleren via subsidies en leasemogelijkheden, maar is terughoudend met het invoeren van rekeningrijden en benadrukt betaalbaarheid voor alle groepen. Dit verschilt van Volt, dat doorgaans sneller wil vergroenen en rekeningrijden als instrument om autogebruik te sturen ondersteunt.
“Elektrisch rijden mag in ieder geval niet benadeeld worden ten opzichte van rijden op benzine en diesel. De gewichts-correctie blijft. SUV’s mogen niet bevoordeeld worden ten opzichte van kleinere auto’s. Eerder andersom.”
“Zakelijke leaserijders worden verplicht om te kiezen voor een emissieloze auto of, gelet op de problemen bij het verkrijgen van een netaansluiting voor laadpalen, voor een zuinige hybride.”
“De subsidieregeling voor tweedehands elektrische auto’s wordt voortgezet en versterkt. Zo wordt ook voorkomen dat ze de grens overgaan.”
“Gelet op de hoge brandstofprijzen wordt vooralsnog geen vorm van rekeningrijden ingevoerd.”
De SGP legt sterk de nadruk op het versterken van het elektriciteitsnet en het behouden van een brede energiemix, inclusief kernenergie en alternatieven als aquathermie en geothermie. Dit is minder radicaal dan Volt, dat sneller wil elektrificeren en minder inzet op kernenergie.
“De SGP wil versnelling van procedures voor aanleg van trafo’s en kabels. Er komt hiervoor een stikstofvrijstelling.”
“De energievoorziening wordt verduurzaamd en de import van fossiele brandstoffen afgebouwd. We kiezen daarbij wel voor een brede en evenwichtige energiemix met het oog op betrouwbaarheid en leveringszekerheid. De SGP wil daarom meer inzet op ontwikkeling en opschaling van alternatieve energiebronnen met een meer voorspelbare productie, als aquathermie, geothermie, kernenergie, getijdenenergie en ‘superkritische’ vergassing van biomassareststromen.”
De SGP benadrukt dat verduurzaming betaalbaar moet blijven, vooral voor kwetsbare huishoudens en mensen op het platteland. Dit pragmatische accent verschilt van Volt, dat doorgaans sneller en strenger wil vergroenen, ook als dat meer vraagt van burgers.
“Het Rijk draagt bij aan het betaalbaar houden van een aansluiting op een warmtenet.”
“Er komt een sociaal tarief, een maximum energieprijs, voor kwetsbare huishoudens.”
“ervoor zorgen dat mobiliteit betaalbaar blijft voor mensen die ervan afhankelijk zijn, ook op het platteland”
De SGP wil technologische innovatie stimuleren, zoals solid state batterijen, en zet in op reparatie en hergebruik van apparaten. Dit sluit deels aan bij Volt, maar de SGP is kritischer op de milieu-impact van huidige technologieën.
“De productie van lithium-ion batterijen gaat gepaard met aanzienlijke lokale milieuvervuiling. De SGP wil de ontwikkeling en introductie van onder meer solid state batterijen stimuleren.”
“Reparatiebedrijven, installateurs en electronicawinkels krijgen als het aan de SGP ligt alle ruimte om wasmachines en andere apparaten een tweede leven te geven door reparatie en hergebruik.”
De VVD kiest voor een pragmatische, marktgerichte koers gericht op economische groei, betaalbaarheid en het beperken van overheidsingrijpen, in tegenstelling tot Volt dat doorgaans meer inzet op Europese integratie, duurzaamheid en sociale gelijkheid. De VVD wil lasten verlagen, nationale autonomie behouden en zet in op technologische innovatie en kernenergie, terwijl Volt juist pleit voor meer Europese samenwerking, ambitieuzer klimaatbeleid en sociale investeringen. De kern van de VVD-visie is dat werkenden en ondernemers centraal staan, met minder regels en een kleinere overheid.
De VVD benadrukt het belang van nationale autonomie en is terughoudend met verdere Europese integratie, waar Volt juist meer Europese samenwerking en harmonisatie nastreeft. De VVD wil geen verdere overdracht van bevoegdheden aan de EU en kiest voor een Europa met meerdere snelheden.
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
“Dit betekent ook geen strengere nationale koppen bovenop EU-beleid.”
Waar Volt inzet op ambitieus Europees klimaatbeleid en snelle verduurzaming, kiest de VVD voor een pragmatische aanpak met nadruk op betaalbaarheid, technologische innovatie en kernenergie als speerpunt voor energieonafhankelijkheid.
“De VVD kiest voor een schoon en onafhankelijk Nederland. Als we ondernemers vragen te verduurzamen, dan moet de overheid zijn zaken op orde hebben... We reduceren CO2 niet op papier door industrie uit Nederland weg te jagen, maar reduceren CO2 in de praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
“Kernenergie is een noodzakelijk onderdeel van een robuust en toekomstbestendig energiesysteem. Kernenergie is een betrouwbare en stabiele energiebron, waarmee we ons energiesysteem weerbaarder kunnen maken.”
“We versnellen de bouw van de kerncentrales: We zorgen ervoor dat de vier grote kerncentrales zo snel mogelijk worden gebouwd.”
De VVD wil de vaste lasten voor burgers en bedrijven verlagen, de overheid verkleinen en minder herverdeling via belastingen en toeslagen, terwijl Volt juist meer inzet op sociale investeringen en herverdeling.
De VVD plaatst werkenden en ondernemers op de eerste plaats, met beleid gericht op het lonender maken van werk en het verminderen van regeldruk, terwijl Volt meer inzet op brede sociale gelijkheid.
“De VVD zet werkenden op één. Omdat zij Nederland draaiende houden. Maar daar nu te weinig waardering voor terugkrijgen.”
“We leggen wettelijk vast dat de overheid de plicht heeft om het ondernemersklimaat te verbeteren.”
“We werken vaker met meldplichten in plaats van vergunningsplichten en zorgen dat initiatieven van ondernemers en verenigingen niet onnodig vastlopen in een overdaad aan regels.”
BVNL en Volt verschillen fundamenteel in hun visie op de rol van de overheid, Europa en klimaatbeleid. BVNL pleit voor een kleinere nationale overheid, minder Europese integratie, afschaffing van klimaatmaatregelen en maximale individuele vrijheid, terwijl Volt juist inzet op meer Europese samenwerking, een sterke publieke sector en ambitieus klimaatbeleid. BVNL’s voorstellen zijn concreet gericht op deregulering, belastingverlaging en het terugdraaien van Europese en klimaatgerelateerde verplichtingen.
BVNL wil de overheid structureel verkleinen, minder regels en bureaucratie, en lagere belastingen. Dit staat haaks op Volt, dat juist pleit voor een sterke, actieve overheid en meer Europese samenwerking.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
BVNL is uitgesproken tegen verdere Europese integratie, de Digitale Euro, Europese digitale identiteit en Europese klimaatverplichtingen, terwijl Volt juist voorstander is van meer Europese samenwerking en harmonisatie.
BVNL wil stoppen met nationaal en Europees klimaatbeleid, kernenergie en gaswinning stimuleren, en is tegen windmolens en zonneparken op land. Volt kiest juist voor ambitieus klimaatbeleid en duurzame energie.
“Stoppen met zinloos klimaatbeleid en waar nodig inzetten op adaptatie.”
“Geen nieuwe windmolens op land of op zee.”
“Dit kan door kerncentrales te bouwen en het gasveld in Groningen veilig en verantwoord open te houden en nieuwe gasvelden op Nederlands grondgebied te ontwikkelen”
BVNL stelt individuele vrijheid centraal, met minimale overheidsbemoeienis op medisch-ethisch vlak en in het dagelijks leven. Volt kiest vaker voor collectieve oplossingen en bescherming van kwetsbare groepen.
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
“BVNL is een klassiek liberale partij die vecht voor de vrijheid van het individu.”
“Vaccinatie of andere medische handelingen zijn altijd de exclusieve keuze van het individu en de overheid mag hier op geen enkele manier dwang of drang op uitoefenen.”
De ChristenUnie kiest voor een pragmatische, nationale aanpak van verduurzaming, energie, mobiliteit en sociale rechtvaardigheid, met nadruk op regie door de overheid, bescherming van kwetsbare groepen en investeringen in infrastructuur. In vergelijking met Volt legt de ChristenUnie meer nadruk op nationale regie, sturing en bescherming van binnenlandse belangen, terwijl Europese samenwerking vooral als middel wordt gezien, niet als doel op zich. Belangrijke voorstellen zijn het invoeren van een verzilverbare belastingkorting, nationale regie op het energienet, investeren in OV en het stimuleren van lokale energiecoöperaties.
De ChristenUnie wil dat Nederland zelf de regie neemt over de energie-infrastructuur, met prioriteit voor binnenlandse behoeften boven internationale export. Dit contrasteert met Volt, dat doorgaans sterker inzet op Europese integratie en grensoverschrijdende samenwerking.
“Inzet van het hoogspanningsnetwerk voor transport van en voor het buitenland wordt ondergeschikt gemaakt aan binnenlandse transportbehoefte.”
“De overheid neemt nationale regie over de energie-infrastructuur, zet in op het vereenvoudigen van de vergunnings- en beroepsprocedures en heeft oog voor het belang van uitvoering bij netbeheerders, provincies en gemeenten.”
De ChristenUnie kiest voor forse investeringen in OV, met speciale aandacht voor regionale verbindingen en het terugdraaien van bezuinigingen, terwijl Volt doorgaans sterker inzet op Europese treinverbindingen en grensoverschrijdende mobiliteit.
“We draaien de bezuiniging op het openbaar vervoer terug en stellen in navolging van de Bikker-gelden 300 miljoen euro per jaar beschikbaar voor versterking van het aanbod van busvervoer en goedkopere kaartjes.”
“Er komt een landelijk netwerk van frequente snelle busverbindingen tussen middelgrote steden.”
De ChristenUnie ziet Europese samenwerking vooral als instrument om nationale doelen te bereiken, en benadrukt het belang van een gelijk speelveld en het voorkomen van weglek, in plaats van het centraal stellen van Europese integratie zoals Volt.
De ChristenUnie stelt een nationaal, inkomensonafhankelijk systeem voor ter vervanging van het huidige toeslagenstelsel, met een verzilverbare belastingkorting. Volt pleit voor een Europees minimuminkomen en meer Europese coördinatie op sociale zekerheid.
De ChristenUnie stimuleert lokale participatie en eigenaarschap in duurzame energieprojecten, met als uitgangspunt minimaal 50% lokaal eigendom. Volt legt doorgaans meer nadruk op Europese energiemarkten en grensoverschrijdende samenwerking.
“We willen dat lokale participatie in duurzame energieprojecten wordt gestimuleerd, waarbij ten minste 50% lokaal eigenaarschap het uitgangspunt is.”
De ChristenUnie pleit in Europees verband voor een verbod op BNPL-diensten, met nadruk op bescherming van kwetsbare consumenten. Volt richt zich breder op Europese consumentenbescherming, maar benoemt BNPL niet zo expliciet.
“In Europees verband pleiten we voor een verbod op BNPL-diensten, zoals Klarna en flitskredieten.”
DENK onderscheidt zich van Volt door een sterk sociaal-economisch beleid gericht op betaalbaarheid, bestaanszekerheid en het tegengaan van ongelijkheid, met een kritische houding tegenover lasten voor burgers en een focus op rechtvaardigheid, inclusief klimaatrechtvaardigheid. Waar Volt vaak kiest voor Europese integratie, progressieve klimaatmaatregelen en rekeningrijden, kiest DENK juist voor nationale sociale bescherming, geen rekeningrijden, en het vermijden van extra lasten voor burgers. DENK legt nadruk op gratis of betaalbare publieke voorzieningen, progressieve lastenverdeling en het beschermen van lage en middeninkomens.
DENK wijkt duidelijk af van Volt door zich te verzetten tegen rekeningrijden en het verlagen van accijnzen op brandstof, met als doel mobiliteit betaalbaar te houden voor iedereen. Volt is juist voorstander van rekeningrijden als klimaatmaatregel.
In tegenstelling tot Volt, dat inzet op stevige klimaatmaatregelen en lastenverzwaringen als sturingsmiddel, kiest DENK voor klimaatrechtvaardigheid zonder burgers extra te belasten en met oog voor internationale verantwoordelijkheid.
“Klimaatbeleid is hard nodig, maar mag geen middel worden om burgers betuttelend te bejegenen of op de kosten te jagen. Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
“Wij houden deze maatregelen betaalbaar en uitvoerbaar voor de burgers in het land.”
“Wij erkennen dat het Westen (historisch) verantwoordelijk is voor een groot deel van de wereldwijde CO2 uitstoot, terwijl de zwaarste gevolgen vandaag de dag vooral landen in het Mondiale Zuiden treffen. Ons land moet, samen met andere Westerse landen, het Mondiale Zuiden actief ondersteunen in het klimaatbeleid.”
DENK kiest voor een sterke verzorgingsstaat, meer publieke investeringen en lastenverlichting voor lage en middeninkomens, terwijl Volt doorgaans inzet op Europese samenwerking en hervormingen.
“Wij zetten in op een overheid die de maatschappelijke ongelijkheid de komende periode fors verkleint. Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs, voor betaalbare woningen, voor het openbaar vervoer, voor de zorg en voor andere publieke voorzieningen.”
“We versterken de bestaanszekerheid door het invoeren van belastingverlagingen voor mensen met lage en middeninkomens en investeren in toereikende tegemoetkomingen.”
“Door het afschaffen van het eigen risico, het verlagen van de zorgpremie, het betaalbaar houden van huren en het verlagen van de BTW zorgen we ervoor dat het leven van mensen weer betaalbaar wordt.”
DENK stelt gratis openbaar vervoer voor lage inkomens, ouderen, kinderen en jongeren voor, terwijl Volt inzet op betaalbaarheid maar niet expliciet gratis vervoer voor deze groepen noemt.
“Gratis openbaar vervoer voor lage inkomens, ouderen (65+), kinderen en jongeren. Mobiliteit moet voor deze groepen altijd toegankelijk blijven.”
DENK wil energielasten voor huishoudens verlagen en de salderingsregeling behouden, waar Volt juist voor afbouw van de salderingsregeling is.
“Lagere energiekosten voor huishoudens. Huishoudens profiteren van verduurzaming door een lagere energierekening. De overheid ondersteunt dit actief, met name door méér subsidies beschikbaar te stellen voor het isoleren van huurwoningen en zonnepanelen voor particulieren. Dat betekent ook dat de salderingsregeling moet blijven.”
JA21 kiest voor een nationaal, pragmatisch beleid gericht op betaalbaarheid, betrouwbaarheid en soevereiniteit, en verzet zich tegen verdere Europese integratie en harmonisatie, zoals Volt die voorstaat. De partij wil nationale zeggenschap over energie, belastingen en regelgeving behouden, en is kritisch op Brusselse invloed, met nadruk op kernenergie, het afschaffen van nationale klimaat- en CO2-heffingen, en het beperken van EU-regelgeving. JA21 stelt concrete maatregelen voor die haaks staan op Volt’s pro-Europese en progressieve koers.
JA21 verzet zich tegen het overdragen van nationale bevoegdheden aan de EU en wil geen extra nationale regels bovenop Europese afspraken. Dit staat in scherp contrast met Volt, dat juist pleit voor meer Europese integratie en harmonisatie op terreinen als klimaat, energie en belastingen.
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
“Fiscale soevereiniteit: geen nieuwe Europese belastingen, waar mogelijk draaien we Europese heffingen terug.”
“We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
“Een gelijk speelveld voor onze energiesector door regelgeving gelijk te trekken met omringende landen zoals Duitsland en België. Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
JA21 wil Europese regelgeving en digitaliseringsprojecten beperken, waar Volt juist voorstander is van meer Europese samenwerking en digitale integratie.
JA21 kiest expliciet voor kernenergie en het behoud van fossiele infrastructuur, en wijst grootschalige wind- en zonneparken af. Volt daarentegen zet sterk in op hernieuwbare energie en Europese klimaatdoelen.
JA21 wil geen extra nationale lasten of klimaatmaatregelen bovenop Europese afspraken, in tegenstelling tot Volt dat vaak pleit voor ambitieuzere klimaatdoelen.
“Geen belastingen als pressiemiddel om Nederlanders een andere, ‘duurzamere’ levensstijl op te dringen.”
BBB kiest voor een pragmatische, minder ambitieuze energietransitie met nadruk op leveringszekerheid, betaalbaarheid en technologische diversiteit, in tegenstelling tot Volt’s sterk duurzame en Europese koers. BBB wil kernenergie versnellen, windenergie pauzeren, fossiel pas uitfaseren als alternatieven echt betrouwbaar zijn, en nationale CO₂-heffingen terugdraaien. De partij benadrukt nuchterheid, regionale belangen en het voorkomen van hoge kosten voor burgers en bedrijven.
BBB zet zwaar in op kernenergie (ook SMR’s) en wil een pauze op windenergie, terwijl Volt juist wind en zon wil versnellen en kernenergie afwijst. BBB ziet wind en zon als onbetrouwbaar en problematisch voor het net, en kiest voor bewezen technologieën en leveringszekerheid.
“We versnellen de bouw van kerncentrales; zowel grote kerncentrales als kleine modulair gebouwde kerncentrales (Small Modular Reactors: SMR’s).”
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee.”
“Zonne en windenergie leveren vaak op het verkeerde moment te veel of juist te weinig stroom. Nederland heeft heel veel zonnepanelen en windturbines, maar dit heeft geleid tot dure elektriciteit, overbelasting van het net en landschapsvervuiling. BBB pleit voor nuchtere keuzes.”
BBB wil fossiele energie pas uitfaseren als alternatieven echt betrouwbaar en betaalbaar zijn, en draait nationale CO₂-heffingen voor industrie terug. Volt wil juist versneld van fossiel af en zwaardere beprijzing van CO₂. BBB kiest voor bescherming van industrie en betaalbaarheid.
“Geen onrealistische uitfasering fossiel. We stoppen pas met fossiele energie als er echt betrouwbare en betaalbare alternatieven zijn.”
“Stoppen met extra CO₂-heffing voor industrie. De Nederlandse industrie staat onder grote druk door oplopende kosten, internationale concurrentie en een onzeker investeringsklimaat. BBB wil de extra nationale CO₂ heffing voor de industrie daarom terugdraaien.”
BBB wijst het wettelijk vastleggen van volledig CO₂-vrije elektriciteit in 2035 af, waar Volt juist voor bindende, ambitieuze klimaatdoelen is. BBB wil ruimte houden voor pragmatische keuzes en leveringszekerheid.
“Geen juridisch vastgelegde CO₂-vrije elektriciteit in 2035. De doelstelling om in 2035 uitsluitend CO₂ vrije elektriciteit op te wekken wordt niet wettelijk vastgelegd.”
BBB legt de nadruk op het oplossen van netcongestie en het ondersteunen van lokale energiehubs, in plaats van grootschalige, centrale verduurzaming. Volt kiest voor snelle netuitbreiding en Europese integratie. BBB wil vooral regionale oplossingen en decentrale opwek.
“Versnelling uitbreiding elektriciteitsnet. Ons elektriciteitsnet kan de energietransitie niet aan. ... Het net moet zo snel als mogelijk verder uitgebreid worden.”
“Actieve ondersteuning van lokale energiehubs. Burgers en bedrijven krijgen de ruimte om energie met elkaar te delen.”
“Slimme decentrale energiehubs. Slimme, decentrale energiehubs worden mogelijk gemaakt zodat er lokale stroomdeling tussen burgers en bedrijven kan komen.”
D66 en Volt delen een uitgesproken pro-Europese, groene en sociaal-liberale koers, maar D66 legt in haar programma sterk de nadruk op versnelling van de energietransitie, sociale rechtvaardigheid bij klimaatbeleid en Europese samenwerking op energie en infrastructuur. D66 onderscheidt zich door concrete voorstellen als het versnellen van vergunningprocedures, het stimuleren van energiecoöperaties, het afbouwen van fossiele subsidies en het inzetten op een sterke Europese energiesysteem. De partij kiest voor een pragmatische, technologische en sociaal-inclusieve aanpak, waarbij niemand wordt buitengesloten in de transitie.
D66 wil de energietransitie versnellen door procedures te verkorten en netbeheerders meer ruimte te geven, wat een verschil kan zijn met Volt dat doorgaans inzet op Europese harmonisatie en burgerparticipatie, maar minder expliciet is over nationale versnelling van procedures.
D66 benadrukt een eerlijke verdeling van de kosten en opbrengsten van de energietransitie, met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen. Dit sociale accent is sterker uitgewerkt dan bij Volt, dat vooral inzet op Europese solidariteit.
“De klimaatcrisis raakt ons allemaal, maar niet iedereen even hard. Daarom zorgt D66 voor een eerlijke verdeling van de kosten en de opbrengsten van de energietransitie.”
“We ondersteunen mensen met lage inkomens bij verduurzaming van hun woning. Denk aan subsidies, persoonlijk advies en energiecoaches.”
D66 kiest expliciet voor een leidende rol van Nederland in Europese energie-integratie en infrastructuur, wat aansluit bij Volt, maar D66 is concreter over investeringen en samenwerking op wind op zee, waterstof en netwerken.
“Nederland neemt het voortouw voor een sterk Europees energiesysteem. We willen samen met andere landen stroomnetwerken delen en energieopslag organiseren.”
“Voor een stabiel Europees energiesysteem zonder CO2-uitstoot zetten we ons in voor een betere aansluiting van Nederland op stroommarkten in omringende landen.”
D66 wil burgers direct laten profiteren van de energietransitie via coöperaties en participatiefondsen, wat aansluit bij Volt’s nadruk op burgerparticipatie, maar D66 is concreter in de uitwerking.
“Inwoners krijgen een aandeel in lokale energieprojecten. Bewoners kunnen delen in de opbrengst van energie en krijgen daar zeggenschap over via coöperaties of participatiefondsen.”
D66 kiest voor een snelle afbouw van fossiele subsidies en het invoeren van een vlaktaks op energiebelasting, waarmee ze zich onderscheiden van Volt dat doorgaans inzet op Europese prijsmechanismen.
NSC kiest voor een pragmatische, nationale benadering van energiebeleid en infrastructuur, met nadruk op betaalbaarheid, energiezekerheid en behoud van regie door de overheid. De partij is kritisch op grootschalige wind- en zonneparken op land, wil kernenergie als onderdeel van de energiemix, en zet sterk in op bescherming van huishoudens tegen hoge energiekosten. In vergelijking met Volt, dat doorgaans Europees en grootschalig inzet op duurzame energie en ruim baan geeft aan wind- en zonneparken, kiest NSC voor meer nationale regie, behoud van landbouwgrond, en een sociale benadering van de energietransitie.
NSC verzet zich tegen grote windparken en zonnevelden op landbouwgrond en natuurgebieden, in tegenstelling tot Volt dat deze vaak juist stimuleert. NSC kiest voor zonnepanelen op daken en langs infrastructuur, en stelt afstandsnormen voor windturbines op land.
“We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land. Zonnepanelen kunnen het best op daken en langs wegen en spoorlijnen worden opgesteld. Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm.”
Waar Volt doorgaans terughoudend is over kernenergie, noemt NSC kernenergie expliciet onmisbaar voor een schone en betrouwbare energiemix en energiezekerheid.
“Kernenergie is onmisbaar als schone en betrouwbare bron in de energiemix van de toekomst.”
NSC benadrukt het belang van energie-onafhankelijkheid en sterke nationale regie, in tegenstelling tot Volt dat vaak inzet op Europese samenwerking en marktwerking.
NSC legt sterk de nadruk op betaalbaarheid van energie voor huishoudens, met concrete voorstellen zoals een sociaal tarief, subsidies voor isolatie, en een energienoodfonds. Volt legt doorgaans meer nadruk op duurzaamheid en minder op nationale prijsregulering.
“We voeren een sociaal tarief in op de energiebelasting, waardoor het verwarmen van uw huis goedkoper wordt.”
“Wie de energierekening echt niet kan betalen, kan een beroep doen op het energienoodfonds dat structureel beschikbaar komt.”
“We letten sterk op een eerlijke verdeling van de kosten van het elektriciteitsnet tussen bedrijven en huishoudens. Huishoudens moeten daarbij zoveel mogelijk worden ontzien, zodat de energierekening betaalbaar blijft.”
NSC stimuleert lokale energiecoöperaties en wil warmtenetten grotendeels in publieke handen houden, terwijl Volt doorgaans inzet op grootschalige, Europese oplossingen.
De SP kiest voor een sterk publiek en sociaal beleid op het gebied van energie, mobiliteit en klimaat, met nadruk op betaalbaarheid, publieke regie en sociale rechtvaardigheid. In vergelijking met Volt is de SP uitgesproken tegen marktwerking, voor nationalisatie van energie en gratis openbaar vervoer, en tegen rekeningrijden en kernenergie. De partij wil dat de energietransitie en mobiliteit voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn, zonder dat de lasten bij gewone mensen terechtkomen.
De SP wil energiebedrijven nationaliseren en publieke zeggenschap herstellen, in tegenstelling tot Volt dat inzet op een gereguleerde markt en Europese samenwerking. De SP ziet energie als een basisbehoefte, niet als verdienmodel, en wil winsten teruggeven aan burgers.
“De SP nationaliseert de energievoorzieningen en maakt ze daarmee weer betaalbaar én duurzaam, met publieke zeggenschap en solidariteit als uitgangspunt.”
“Energiebedrijven komen weer in publieke of lokale handen, zodat we de kosten kunnen verlagen, de investeringen in schone energie steken en verspilling tegengaan. Winst wordt niet langer uitgekeerd aan aandeelhouders, maar teruggegeven aan mensen.”
De SP pleit voor gratis openbaar vervoer voor iedereen, met directe prijsverlagingen en investeringen in bereikbaarheid, terwijl Volt doorgaans inzet op betaalbaar, maar niet gratis, OV en Europese integratie van het spoornet.
“We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee. De reis naar werk, familie en zorg is belangrijk voor mens, maatschappij, klimaat en economie. Daarom moet het openbaar vervoer zo snel mogelijk vrije toegang bieden. In opmaat hiernaartoe maken we het openbaar vervoer direct goedkoper door de prijzen met 25 procent te verlagen...”
De SP is expliciet tegen rekeningrijden en tolwegen, om te voorkomen dat mensen zonder alternatief extra worden belast. Volt is juist voor rekeningrijden als middel om mobiliteit te verduurzamen.
De SP wijst kernenergie af vanwege kosten, bouwtijd en afval, en kiest uitsluitend voor zon en wind. Volt staat positiever tegenover kernenergie als onderdeel van de energiemix.
“Dus geen kernenergie. Nieuwe kerncentrales zijn extreem duur, bouwtijden lopen altijd uit en leveren pas over tientallen jaren stroom. Bovendien blijven we met kernafval zitten en blijven we afhankelijk van landen die ons de benodigde grondstoffen leveren. Wij kiezen voor betaalbare energie die wel werkt: zon en wind.”
De SP wil dat de energietransitie niet leidt tot hogere lasten voor mensen met lage inkomens en dat verduurzaming collectief en eerlijk gebeurt, terwijl Volt meer inzet op innovatie en Europese samenwerking.
“Juist de mensen die eerder gestimuleerd zijn om te verduurzamen, mogen daar niet voor gestraft worden. We laten zien dat de klimaattransitie voor iedereen werkt, niet alleen voor wie het al kan betalen.”
“De energietransitie lukt alleen als die eerlijk is en als iedereen mee kan doen.”
Het CDA kiest voor een pragmatische, realistische benadering van de energietransitie en klimaatbeleid, met nadruk op haalbaarheid, betaalbaarheid en Europese samenwerking. Ze zetten in op een brede energiemix inclusief kernenergie, vereenvoudiging van procedures, en het spreiden van kosten over generaties. In vergelijking met Volt is het CDA minder radicaal in tempo en focus op uitsluitend hernieuwbare energie, en kiest het voor een meer stapsgewijze, technologische en industrie-georiënteerde aanpak.
Het CDA kiest expliciet voor een energiemix waarin kernenergie een belangrijke rol speelt, naast wind, zon, waterstof en andere bronnen. Dit onderscheidt zich van Volt, dat kernenergie uitsluit en volledig inzet op hernieuwbare bronnen. CDA benadrukt leveringszekerheid, technologische diversiteit en het belang van betaalbaarheid.
“We investeren in een goede mix van kernenergie, windenergie, zonne-energie, waterstof, groen gas, duurzame biomassa, aardwarmte en schone brandstoffen.”
“We gaan door met de ontwikkeling van twee nieuwe kerncentrales. De bouw vindt zorgvuldig en in goed overleg met de omgeving plaats. We onderzoeken en stimuleren de ontwikkeling van kleine, modulaire kernreactoren (SMR’s)...”
Het CDA wil de uitvoering van energieprojecten versnellen door wetgeving en procedures te vereenvoudigen, met oog voor lokale afstemming en grensoverschrijdende samenwerking. Dit pragmatische, uitvoeringsgerichte accent is minder prominent bij Volt, dat meer nadruk legt op ambitie en snelheid zonder kernenergie.
“We pakken de netcongestie voortvarend aan. Dat gaan we doen door het vergunningsproces van elektriciteitsprojecten drastisch te versimpelen en te versnellen.”
“Met een Wet vitale infrastructuur zorgen we ervoor dat (energie)infrastructuurprojecten van nationaal belang versneld gerealiseerd kunnen worden door andere regelingen tijdelijk en selectief buiten werking te stellen.”
Het CDA kiest voor een Europese aanpak van klimaatbeleid en wil de nationale CO₂-heffing schrappen om het speelveld voor bedrijven gelijk te houden. Volt is juist uitgesproken voorstander van Europese integratie, maar pleit doorgaans voor aanvullende nationale ambitie.
“Een duurzame economie bereiken we alleen met een Europese aanpak en een gelijk speelveld in Europa. Daarom volgen we de Europese klimaatdoelen en passen we de Nederlandse klimaatwet daarop aan. De nationale CO₂-heffing schrappen we, want we willen bedrijven niet wegjagen.”
Het CDA benadrukt het belang van betaalbaarheid en het spreiden van kosten van de energietransitie over generaties, met specifieke aandacht voor lagere inkomens. Dit pragmatische accent op draagvlak en sociale rechtvaardigheid is minder uitgesproken bij Volt, dat meer inzet op urgentie en ambitie.
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest voor een radicaal duurzame koers in mobiliteit en energie, met nadruk op minder autoverkeer, fors investeren in openbaar vervoer, en het ontmoedigen van individueel autobezit. In tegenstelling tot Volt, dat inzet op Europese samenwerking en technologische innovatie, legt PvdD de nadruk op het verminderen van totale mobiliteit, het autovrij maken van woonkernen, en het beperken van grondstoffengebruik door niet alle fossiele auto's één-op-één te vervangen door elektrische. Hun visie is gericht op systeemverandering, waarbij gebruik en delen centraal staan in plaats van bezit.
PvdD wil het autobezit drastisch verminderen door fors te investeren in openbaar vervoer en deelmobiliteit, en het autovrij maken van woonkernen. Dit verschilt van Volt, dat doorgaans inzet op verduurzaming van mobiliteit via elektrificatie en Europese infrastructuur, terwijl PvdD expliciet het aantal auto's wil terugdringen en niet alle fossiele auto's wil vervangen door elektrische.
“Het een-op-een vervangen van alle personenauto’s in Nederland door elektrische voertuigen legt een te groot beslag op de wereldvoorraad van benodigde grondstoffen. Daarom zetten we in op het verminderen van het autobezit door te investeren in openbaar vervoer en het fiscaal aantrekkelijk maken van deelmobiliteit.”
“De auto krijgt een nieuwe plek in het duurzame vervoerssysteem. We streven er niet naar alle fossiele auto’s te vervangen door elektrische. Met beter openbaar vervoer en meer deelmobiliteit hebben we ook minder personenauto’s nodig.”
“Woonkernen worden zo veel mogelijk autovrij. Parkeren kan buiten de stad met goede P+R-voorzieningen. Tegelijkertijd stimuleren we gemeentes om het parkeren binnen de stad zwaarder te belasten, naar het voorbeeld van Parijs.”
PvdD wil het openbaar vervoer minimaal 50% goedkoper maken en gratis voor lage inkomens, en het klassensysteem in treinen afschaffen. Dit is een veel radicalere sociale maatregel dan Volt doorgaans voorstelt, en legt de nadruk op toegankelijkheid en betaalbaarheid als kern van verduurzaming.
“Het openbaar vervoer wordt minimaal 50% goedkoper, zodat het ov financieel aantrekkelijker wordt dan de auto. Voor mensen met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum wordt het openbaar vervoer gratis.”
“In de treinen wordt het klassensysteem afgeschaft, voor iedereen moet er een goede zitplaats zijn tegen een redelijke prijs.”
PvdD pleit voor een gedifferentieerde kilometerheffing op alle wegen en voertuigen, waarbij veelrijders meer betalen. Dit is concreter en strenger dan Volt, dat doorgaans pleit voor een Europese aanpak en innovatie, terwijl PvdD privacywaarborgen en sociale rechtvaardigheid benadrukt.
“We voeren een intelligente kilometerheffing in op alle wegen en voor alle voertuigen, gedifferentieerd naar type voertuig en brandstofgebruik. Mensen die veel rijden gaan daarmee meer belasting betalen dan mensen die weinig autokilometers maken. Deze nieuwe beprijzing gaat gepaard met strikte privacywaarborgen.”
PvdD wil de verkoop van vervuilende en gevaarlijke auto's zoals SUV's en pick-up trucks verbieden, wat verder gaat dan Volt's focus op emissienormen en innovatie. Dit standpunt is gericht op leefbaarheid en veiligheid in steden en dorpen.
“De verkoop van auto’s die relatief vervuilend en gevaarlijk zijn, zoals pick-up trucks en SUV’s, wordt verboden met het oog op veiligheid en leefbaarheid van steden en dorpen. Zuinige auto’s worden weer de norm.”
50PLUS kiest op het gebied van energie en klimaat duidelijk voor kernenergie en een pragmatische, betaalbare energietransitie, waarbij nationale regels niet strenger mogen zijn dan Europese afspraken. In tegenstelling tot Volt, dat sterk inzet op snelle verduurzaming en Europese harmonisatie, legt 50PLUS de nadruk op betaalbaarheid, technologische innovatie (zoals kerncentrales en thuisbatterijen) en het beschermen van de Nederlandse economie en landbouw tegen extra nationale lasten.
50PLUS wil de energietransitie betaalbaar en haalbaar houden door stevig in te zetten op kernenergie, met de bouw van vier nieuwe kerncentrales en de introductie van kleine modulaire reactoren (SMR’s). Dit staat in contrast met Volt, dat kernenergie slechts als tijdelijke aanvulling ziet en sterker inzet op hernieuwbare bronnen.
50PLUS verzet zich tegen nationale koppen op Europese klimaatwetgeving en pleit voor gelijke regels binnen Europa, terwijl Volt juist vaak pleit voor Europese harmonisatie maar ook bereid is nationaal verder te gaan als het sneller kan.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
50PLUS is kritisch op verplichte verduurzamingsmaatregelen voor burgers, zoals de verplichte installatie van warmtepompen of het afsluiten van gas, tenzij er volwaardige en betaalbare alternatieven zijn. Volt is doorgaans voorstander van snelle uitfasering van gas en verplichtende verduurzaming.
“Geen verplichting voor warmtepompen of afsluiting van gas, zonder volwaardige, passende én betaalbare alternatieven.”
50PLUS wil burgers stimuleren om thuisbatterijen te gebruiken zodat zij optimaal kunnen profiteren van zelf opgewekte elektriciteit, een technologische benadering die minder prominent is bij Volt.
“Stimulering van het gebruik van thuisbatterijen, zodat burgers die hun eigen elektriciteit opwekken hier ook optimaal van kunnen profiteren.”
50PLUS wil dat het Nederlandse landbouwbeleid niet strenger is dan dat van buurlanden, om de concurrentiepositie van Nederlandse boeren te beschermen. Volt is doorgaans voorstander van ambitieuze verduurzaming van de landbouw, ook als dat verder gaat dan buurlanden.
“Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”
BIJ1 kiest voor een radicaal linkse koers met volledige nationalisatie van het openbaar vervoer, gratis OV, inkomensafhankelijke tarieven voor autogebruik en een sterke focus op sociale rechtvaardigheid en inclusiviteit. In vergelijking met Volt, dat inzet op Europese samenwerking en marktwerking in het OV niet volledig uitsluit, is BIJ1 uitgesproken anti-markt en anti-concurrentie in publieke sectoren. Hun voorstellen zijn gericht op het publiek eigendom van essentiële diensten, het drastisch verminderen van autogebruik en het toegankelijk maken van mobiliteit voor iedereen.
BIJ1 wil alle OV-bedrijven samenvoegen tot één overheidsdienst en concurrentie volledig afschaffen, in tegenstelling tot Volt dat marktwerking niet categorisch uitsluit. Dit moet leiden tot efficiënter, goedkoper en toegankelijker OV voor iedereen.
“Vervolgens werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk. Hetzelfde doen we met alle bus-, tram- en metrovervoerders.”
“Concurrentie is niet in het voordeel van de burger. De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
BIJ1 wil OV gratis maken en autokosten inkomensafhankelijk, zodat lagere inkomens worden ontzien en hogere inkomens meer betalen. Dit verschilt van Volt, dat inzet op betaalbaar OV maar niet expliciet gratis OV en inkomensafhankelijke autokosten voorstelt.
“We investeren in betrouwbaar, goed bereikbaar en gratis openbaar vervoer (ov).”
“Tarieven voor autogebruik, zoals een parkeervergunning, verkeersboetes en belasting worden afhankelijk van iemands inkomen en vermogen. Hogere inkomens betalen flink hogere tarieven dan nu. Dit zorgt voor minder auto’s op de weg en daarmee minder vervuiling, onveiligheid en ruimtegebruik. Terwijl we mensen met lagere inkomens ontzien.”
BIJ1 is tegen kilometerheffing en accijnsverhoging, en wil mensen die afhankelijk zijn van de auto niet benadelen zolang OV nog niet gratis en van hoge kwaliteit is. Dit is een duidelijk verschil met Volt, dat wel voorstander is van een vorm van rekeningrijden.
“BIJ1 is tegen de kilometerheffing, tegen accijnsverhoging en tegen uitbreiding van betaald parkeren op grote schaal.”
BIJ1 wil op Europees niveau inzetten op een klimaatvriendelijk spoornetwerk en volledige toegankelijkheid, met prioriteit voor mensen met een beperking. Volt zet ook sterk in op Europese samenwerking, maar BIJ1 legt de nadruk op inclusiviteit en sociale rechtvaardigheid.
“Ook op Europees niveau zetten we ons in om zo snel mogelijk op een klimaatvriendelijke manier een Europees spoornetwerk aan te leggen. We zorgen waar mogelijk dat al het openbaar vervoer gelijkvloerse instap of betrouwbare schansen heeft - of allebei. We investeren in rolstoeltoegankelijke voertuigen, haltes en stations.”
De PVV zet zich fel af tegen Europese integratie en de macht van Brussel, en pleit voor het terughalen van nationale soevereiniteit, in tegenstelling tot Volt dat juist voor meer Europese samenwerking is. De PVV wil minder geld en bevoegdheden naar de EU, behoud van vetorechten, en verzet zich tegen een Europese superstaat. Hun kernvisie is: Nederland op 1, baas in eigen land, en geen verdere overdracht van macht aan Europa.
De PVV beschouwt nationale soevereiniteit als essentieel en verzet zich tegen verdere Europese integratie, terwijl Volt juist pleit voor meer Europese samenwerking en een sterkere EU. De PVV wil bevoegdheden en geld terughalen uit Brussel, vetorechten behouden en inzetten, en is tegen een Europese superstaat. Dit is een fundamenteel verschil met Volt, dat de EU wil versterken.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën...”
“En voortaan berekenen we 21% btw over kunst en cultuur. We schrappen alle uitgaven uit het Klimaatfonds. We zetten de financiële middelen die vrijkomen met de verkoop van de laatste aandelen van ABN Amro.”
“Nederland behoort tot de grootste nettobetalers, maar wat krijgen we ervoor terug: een Unie die steeds meer macht naar zich toetrekt en ons alles tot in de puntjes dicteert.”