GroenLinks-PvdA kiest voor forse investeringen in het onderwijs, met nadruk op kansengelijkheid, het terugdraaien van eerdere bezuinigingen en structurele verbetering van onderwijskwaliteit. Ze willen ongelijk investeren voor gelijke kansen, meer geld naar kwetsbare wijken, kleinere klassen, hogere salarissen voor leraren in achterstandswijken, en fors investeren in onderzoek en innovatie. De partij wil publiek geld in het onderwijs houden, de commercialisering tegengaan, en structurele financiering waarborgen.
GroenLinks-PvdA draait bezuinigingen terug en investeert fors in onderwijs, met extra aandacht voor kwetsbare groepen en structurele financiering. Ze willen ongelijk investeren voor gelijke kansen, meer geld naar achterstandsscholen, en streven naar de Lissabon-doelstelling van 3% van het nationaal inkomen voor onderzoek en innovatie.
“We draaien de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet terug en investeren fors in onderzoek, wetenschap en innovatie.”
“We investeren ongelijk voor gelijke kansen & helpen leraren die lesgeven in de meest kwetsbare wijken.”
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.”
“Investeringen in onderwijs maken ons op de lange termijn sterker.”
De partij wil dat publiek geld in het onderwijs blijft, structurele financiering voor scholen, en het tegengaan van commercialisering en concurrentieprikkels. Subsidiejacht en winst voor commerciële partijen worden ontmoedigd.
“De commercialisering in het onderwijs moet stoppen. Publiek geld moet naar het onderwijs gaan, en niet naar winsten.”
“Scholen moeten zich bezighouden met goed onderwijs, en niet met het bij elkaar sprokkelen van subsidies voor voldoende financiering.”
“We halen alle prikkels uit de bekostiging en de beoordeling van de Onderwijsinspectie die scholen aanmoedigen te concurreren. We sturen juist aan op samenwerking tussen scholen.”
Er komt meer salaris voor leraren in achterstandswijken en het speciaal onderwijs, minder administratielast, meer vaste contracten, en meer ruimte voor professionalisering en zij-instroom.
“In achterstandswijken waar de grootste uitdagingen liggen krijgen leraren meer salaris.”
“Leraren in het speciaal onderwijs ontvangen meer salaris, bijscholingsmogelijkheden en de administratielast gaat naar beneden.”
“Bij goed functioneren snel een vast contract moet de norm zijn in het onderwijs. Het aantal flexibele arbeidscontracten moet overal naar beneden.”
“We zorgen dat docenten standaard meer tijd krijgen om zich te professionaliseren.”
“Het verhogen van het aantal zij-instromers in het onderwijs kan het lerarentekort verminderen. Zij-instromers krijgen vanaf dag één van hun opleiding betaald.”
De partij investeert ongelijk voor gelijke kansen, wil kleinere klassen (vooral op achterstandsscholen), één landelijke doorstroomtoets, en afschaffing van vrijwillige ouderbijdragen.
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten.”
“We kiezen voor één landelijke doorstroomtoets, zodat alle kinderen op dezelfde manier worden getoetst.”
“Daarom schaffen we deze [vrijwillige ouderbijdragen] af. Scholen ontvangen bekostiging voor extra activiteiten zoals schoolreisjes.”
Er wordt geïnvesteerd in het opknappen, verduurzamen en toegankelijk maken van schoolgebouwen, en in gezonde voeding op school.
“Schoolgebouwen gaan we opknappen. We zorgen dat alle kinderen kunnen sporten en naar de bibliotheek kunnen om te leren lezen.”
“We verduurzamen en vergroenen schoolgebouwen en -pleinen. Bestaande schoolgebouwen worden daar waar kan toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking.”
“In het programma rijke schooldag starten we met een gezonde lunch op scholen.”
FVD wil fors investeren in het onderwijs door kleinere klassen, hogere lerarensalarissen en meer autonomie voor scholen en docenten, met een duidelijke nadruk op kennisoverdracht en het terugdringen van ideologische invloeden. Ze willen het bijzonder onderwijs en differentiatie behouden, praktijkopleidingen versterken, en het hoger onderwijs exclusiever maken door strengere toelatingseisen en minder internationalisering. Concrete bedragen ontbreken, omdat FVD het programma niet laat doorrekenen door het CPB, maar ze stellen expliciet te willen investeren in onderwijs als publieke taak.
FVD kiest voor investeringen in het onderwijs, met als doel de kwaliteit te verhogen, het leraarschap aantrekkelijker te maken en de werkdruk te verlagen. Ze willen bureaucratie schrappen, meer professionele ruimte voor docenten, en scholen meer vrijheid geven in hun onderwijsaanpak. Concrete bedragen worden niet genoemd, maar de intentie tot investeren is duidelijk.
“We verkleinen de klassen en verminderen de werkdruk, zodat leraren meer tijd en aandacht hebben voor hun leerlingen.”
“We verhogen de salarissen van fulltime leraren, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en meer mensen voor het onderwijs kiezen.”
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
FVD wil het bijzonder onderwijs beschermen, keuzevrijheid voor scholen vergroten en differentiatie naar niveau behouden. Ze keren zich tegen nivellering en experimenten als de middenschool, en willen ruimte voor talent en excellerende leerlingen.
“We behouden artikel 23 Grondwet, zodat scholen in het bijzonder onderwijs hun eigen identiteit en aannamebeleid kunnen behouden.”
“We behouden en verruimen de keuzevrijheid van scholen om extra vakken aan te bieden, zodat leerlingen zich breder kunnen ontwikkelen en scholen kunnen differentiëren.”
“We behouden differentiatie naar niveau, wijzen socialistische middenschool-experimenten af en beschermen categorale gymnasia, zodat kwaliteit en ambitie niet worden uitgevlakt.”
“We geven meer aandacht aan excellerende leerlingen, zodat talent en uitmuntende prestaties meer ruimte krijgen.”
FVD wil praktijkopleidingen zoals bouw en techniek versterken en het beroepsonderwijs meer aanzien geven door ambachtstitels in te voeren. Dit moet bijdragen aan een betere aansluiting op de arbeidsmarkt en waardering voor vakmanschap.
“We zetten vol in op praktijkopleidingen, zoals bouw en techniek. Door invoering van ambachtstitels geven we beroepsonderwijs extra aanzien.”
FVD wil het hoger onderwijs exclusiever maken door strengere toelatingseisen, het beperken van internationale studenten, het afschaffen van output-financiering en het herstellen van Nederlands als voertaal. Ze verhogen de basisbeurs en verruimen de studenten-OV-kaart, maar noemen geen bedragen.
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“We stoppen de beloning per diploma, zodat universiteiten en hogescholen weer op kwaliteit focussen - niet op kwantiteit.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
“We verhogen de basisbeurs en indexeren deze met de inflatie, zodat studeren weer betaalbaar wordt.”
“We maken de studenten-OV-kaart zowel doordeweeks als in het weekend geldig, zodat studenten zich vrij kunnen verplaatsen.”
FVD wil passend onderwijs grotendeels vervangen door speciaal onderwijs en het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’) herinvoeren, zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben beter worden ondersteund.
“We zetten in op herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed worden ondersteund.”
FVD wil geen subsidies meer geven aan organisaties die volgens hen seksualiteit opdringen aan kinderen en wil woke- en LGBT-gedachtegoed weren uit het onderwijs.
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en in jeugd-tv, en maken geslachtsveranderingsoperaties, hormoontherapie en puberteitsremmers voor minderjarigen onmogelijk.”
De Partij voor de Dieren kiest voor structurele investeringen in het onderwijs, met nadruk op kleinere klassen, betere beloning en minder werkdruk voor leraren, en het tegengaan van kansenongelijkheid. Hun plannen richten zich op inclusiviteit, duurzame huisvesting, meer handen in de klas, en het toegankelijk maken van onderwijs voor iedereen, zonder commerciële invloeden. De partij wil af van tijdelijke subsidies en pleit voor langetermijnfinanciering, met extra aandacht voor individuele ontwikkeling en welzijn van leerlingen en studenten.
De PvdD wil structureel investeren in het onderwijs, met hogere salarissen, meer vaste aanstellingen, en minder werkdruk voor leraren. Dit moet de uitstroom van leraren tegengaan en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Tijdelijke subsidies worden vervangen door structurele financiering, zodat scholen langetermijnbeleid kunnen voeren.
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen.”
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies.”
“We willen af van flexcontracten en tijdelijke aanstellingen op scholen. Onderwijspersoneel dient zicht te hebben op een vaste aanstelling.”
“We willen af van ‘plofklassen’ en werken toe naar kleinere klassen van maximaal 21 leerlingen.”
De partij zet in op gelijke kansen voor alle leerlingen, met gratis voorschoolse voorzieningen, meer maatwerk voor leerlingen met speciale behoeften, en het tegengaan van commerciële bijlesbureaus. Onderwijsondersteuning wordt gratis en via scholen aangeboden.
“Er komt één gratis publieke voorschoolse voorziening voor alle kinderen, ook voor kinderen van niet-werkende ouders.”
“We investeren in meer handen in de klas, kleinere klassen, meer expertise op scholen en meer aandacht voor de leerling als individu.”
“De wildgroei aan bijlesbureaus roepen we een halt toe. Onderwijsondersteuning wordt voortaan via scholen georganiseerd en is toegankelijk en gratis voor alle middelbareschoolleerlingen.”
“Leren is een recht. Kinderen krijgen leerrecht om zich op een school te ontwikkelen, inclusief het recht op maatwerk.”
De PvdD wil investeren in duurzame, gezonde schoolgebouwen en groene schoolpleinen, met aandacht voor gezonde voeding en een goed binnenklimaat. Dit draagt bij aan het welzijn en de ontwikkeling van leerlingen.
“We investeren in duurzame onderwijshuisvesting, met een laag energieverbruik en gezond binnenklimaat.”
“We investeren in groene schoolpleinen. Buitenlessen worden gestimuleerd.”
De partij wil de basisbeurs verhogen, het collegegeld fors verlagen, en de ov-kaart voor studenten omzetten in een gift. Ook wordt de compensatie voor de ‘pechgeneratie’ uitgebreid en de rente op studieschulden naar 0% gebracht.
“De basisbeurs is veel te laag om zonder druk te kunnen studeren. Daarom verhogen we de basisbeurs naar minimaal 500 euro per maand voor uitwonende studenten en 130 euro per maand voor thuiswonende studenten.”
“Het collegegeld wordt fors verlaagd en voor alle studenten en opleidingen hetzelfde bedrag.”
“De ov-kaart voor studenten (mbo, hbo en universiteit) wordt omgezet in een gift en blijft geldig.”
“De compensatieregeling voor de ‘pechgeneratie’, de leenstelsel-studenten, wordt fors verruimd.”
De PvdD wil de vaste bekostiging van universiteiten en hogescholen vergroten en het variabele, studentgebonden deel verkleinen. Ook wordt het budget voor wetenschappelijk onderzoek structureel verhoogd, met nadruk op onafhankelijkheid en maatschappelijke relevantie.
“De sterke financiële groeiprikkel van universiteiten en hogescholen wordt daarom gereduceerd door in de bekostiging van deze instellingen het vaste deel te vergroten, en het variabele, studentgebonden deel te verkleinen.”
“Het overheidsbudget voor het eerste en tweede geldstroom-onderzoek wordt daarom structureel verhoogd.”
De ChristenUnie kiest voor gerichte investeringen in het onderwijs, met extra middelen voor scholen met achterstanden, versterking van het beroepsonderwijs, en blijvende investeringen in onderzoek en innovatie. Ze willen gelijke kansen, minder bureaucratie, meer aandacht voor basisvaardigheden en levensbeschouwelijke vorming, en een rechtvaardiger bekostigingssysteem voor het hoger onderwijs. De partij benadrukt inclusiever onderwijs, aanpak van het lerarentekort, en structurele financiering voor educatieve herinneringscentra.
De ChristenUnie investeert extra in scholen met veel uitdagingen en achterstanden, wil gratis bijles en ondersteuning op school, en compenseert scholen waar nodig om ongelijkheid te voorkomen. Ze zetten in op ouderbetrokkenheid en bestrijden schaduwonderwijs.
“Via de bekostiging en het onderwijsachterstandenbeleid blijven we extra middelen vrijmaken voor scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn.”
“Als een leerling bijles of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat gratis aangeboden en zo veel mogelijk op de school zelf.”
“Komen scholen tekort, dan kunnen ze worden gecompenseerd zodat er geen onacceptabele verschillen tussen scholen ontstaan.”
“Scholen krijgen middelen om ouders te ondersteunen bij de opvoeding en schoolgerelateerde uitdagingen.”
De partij investeert in het beroepsonderwijs, techniekhavo’s, en samenwerking met bedrijven om jongeren te stimuleren voor technische en praktische opleidingen te kiezen. Elke provincie krijgt een techniekhavo en er komt beleid voor meer praktisch gericht onderwijs.
De ChristenUnie wil een rechtvaardiger bekostigingssysteem voor het hoger onderwijs, blijvende investeringen in praktijkgericht onderzoek, en sectorplannen. Ze willen minder nadruk op studentenaantallen en meer vaste contracten voor academici.
“In de nieuwe bekostiging worden studentenaantallen minder belangrijk, de vaste voet van instellingen groter en de variabele voet kleiner.”
“We investeren blijvend in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en bevorderen de samenwerking binnen het hoger onderwijs door geschikte fondsen en subsidies.”
“Bovendien investeren we in sectorplannen en in ongebonden onderzoek op de universiteiten.”
De partij wil het lerarentekort aanpakken door betere beloning, minder werkdruk, meer professionele ruimte en goede mogelijkheden voor zij-instromers. Ze willen basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen versterken gedurende de hele schoolcarrière.
“Het aanpakken van het lerarentekort begint bij de waardering van de onderwijsprofessional. Naast een goede beloning en vermindering van de werkdruk, gaat het om loopbaanperspectieven, regie en verantwoordelijkheid voor het onderwijs en professionele ruimte.”
“Nederlandse kinderen kunnen steeds slechter rekenen en schrijven. Deze trend is zorgelijk en moet gekeerd. Basisvaardigheden dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden.”
De ChristenUnie zet in op inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan, met aandacht voor passend onderwijs en ondersteuning voor (hoog)begaafden.
“We blijven stappen zetten richting inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan.”
“In het primair onderwijs komt een landsdekkend passend onderwijsaanbod voor (hoog)begaafden met een extra ondersteuningsbehoefte om schooluitval in deze groep terug te dringen.”
De partij maakt structureel geld vrij voor herinneringscentra rond de Tweede Wereldoorlog, zodat deze hun educatieve taak duurzaam kunnen vervullen.
“De ChristenUnie maakt zich sterk voor het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Daarom krijgen Kamp Amersfoort, Kamp Westerbork, Kamp Vught, het Oranjehotel, het Nationaal Holocaustmuseum en het Indisch Herinneringscentrum structurele financiering, zodat zij hun educatieve taak duurzaam kunnen vervullen.”
DENK kiest voor forse investeringen in het onderwijs, met nadruk op kansengelijkheid, diversiteit en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen. De partij wil extra geld voor scholen in kwetsbare wijken, hogere lerarensalarissen, gratis onderwijsmateriaal, en een toegankelijke route naar vervolgonderwijs zonder financiële drempels. DENK zet in op structurele verbeteringen zoals brede brugklassen, stagegaranties, en volledige compensatie voor de pechgeneratie in het hoger onderwijs.
DENK wil actief investeren in het onderwijs en draait eerdere bezuinigingen terug. De partij noemt expliciet dat de uitgaven voor onderwijs op peil blijven of stijgen, maar noemt geen exacte bedragen. De investeringen zijn gericht op kansengelijkheid, het bestrijden van onderwijsachterstanden en het versterken van het onderwijs in kwetsbare wijken.
“Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
“DENK kiest daarom voor een koerswijziging. Wij draaien de bezuinigingen op het onderwijs terug, herstellen de investeringen in kansengelijkheid, breiden de brede brugklas uit en maken werk van eerlijke schooladviezen en selectieprocedures.”
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
“Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs...”
“Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling... waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
DENK’s onderwijsplannen zijn breed en gericht op het vergroten van kansengelijkheid, het bestrijden van achterstanden en het verbeteren van de toegankelijkheid. De partij wil investeren in brede brugklassen, hogere lerarensalarissen in kwetsbare wijken, gratis onderwijsmateriaal, gratis ontbijt en lunch op scholen in kwetsbare wijken, stagegaranties, volledige compensatie voor de pechgeneratie, en het afschaffen van rente op studieschulden. Ook is er aandacht voor diversiteit in het curriculum en het bestrijden van stagediscriminatie.
“Investeren in het onderwijsachterstandenbeleid met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken.”
“Investeren in brede brugklassen om vroege selectie tegen te gaan.”
“Hogere salarissen voor leraren in de kwetsbare wijken.”
“Gratis onderwijsmateriaal voor alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs.”
“Gratis ontbijt en lunch op school in kwetsbare wijken.”
“Een stageplek, geregeld via een landelijke stagegarantie.”
“Volledige compensatie voor de pechgeneratie. Gedeeltelijke compensatie doet geen recht aan het onrecht.”
“Afschaffen van rente op studieschulden. Die moet terug naar nul procent en daar blijven.”
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
“Stagediscriminatie keihard aanpakken, met mysteryguest onderzoeken, sancties voor bedrijven en naming & shaming bij bewezen discriminatie.”
De SP kiest voor forse investeringen in het onderwijs, met nadruk op kleinere klassen, betere arbeidsvoorwaarden voor leraren, afschaffing van het leenstelsel en gratis onderwijs van mbo tot universiteit. Ze willen de lumpsumfinanciering afschaffen, directe publieke regie herstellen en extra ondersteuning bieden aan scholen met achterstanden. Hun visie is dat onderwijs een publieke taak is, gericht op gelijke kansen, toegankelijkheid en het terugdringen van marktwerking.
De SP wil structureel meer geld steken in onderwijs, gericht op personeel, kleinere klassen, huisvesting en ondersteuning. Ze keren zich tegen bezuinigingen en willen juist investeren om de kwaliteit te verhogen en kansenongelijkheid te verkleinen.
“We gaan opnieuw rechtstreeks investeren in personeel, materiaal en huisvesting, op basis van transparante en controleerbare afspraken.”
“Goed gefinancierde scholen. Elke school moet natuurlijk goed gefinancierd zijn zodat zij haar leerlingen het best mogelijke onderwijs kan bieden.”
“We laten hen niet in de steek, maar zorgen juist voor extra financiering en ondersteuning om kinderen uit deze wijken goed en passend onderwijs te bieden.”
“Investeringen in onderwijs, vakopleidingen en onderzoek zorgen ervoor dat we mensen en onze economie vooruitbrengen.”
De SP wil het huidige lumpsumsysteem afschaffen omdat het leidt tot onduidelijke geldstromen en te veel geld bij management en reserves in plaats van in de klas. Ze willen dat de overheid weer direct investeert in scholen.
“Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas.”
De partij wil het lerarentekort aanpakken door kleinere klassen, betere begeleiding, vaste contracten en betaalbare woningen voor leraren. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en de werkdruk verlagen.
“We pakken het lerarentekort aan. Ieder kind verdient een goede, bevoegde leerkracht voor de klas. We verbeteren de arbeidsomstandigheden van leraren door de klassen kleiner te maken en zorgen voor goede beloning en ondersteuning.”
“We verlagen de maximale klassengrootte, te beginnen op scholen met de grootste achterstanden. Ons doel: binnen enkele jaren maximaal 21 leerlingen per klas in het basis en voortgezet onderwijs.”
De SP wil studeren toegankelijk maken door het lesgeld voor mbo af te schaffen en uiteindelijk ook hbo en universiteit gratis te maken. Het leenstelsel wordt afgeschaft, de basisbeurs verhoogd en de rente op studieleningen op 0% gezet.
“Iedere student krijgt een hogere basisbeurs, zodat studeren geen schuldenval meer is. Het leenstelsel schaffen we definitief af. De generatie die daaronder viel krijgt een ruimhartige compensatie. De rente op studieleningen wordt permanent op 0 procent gezet.”
“We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis.”
Om gelijke kansen te bevorderen, wil de SP gratis ontbijt en lunch op basisscholen en de vrijwillige ouderbijdrage volledig afschaffen.
De SP wil meer ondersteuning in de klas (zoals conciërges en onderwijsassistenten), versterking van het speciaal onderwijs, en een algemene acceptatieplicht zodat geen enkel kind geweigerd wordt.
“Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
“Het speciaal onderwijs blijft toegankelijk en wordt versterkt met kleinere klassen, voldoende begeleiding en ruimte voor nieuwe scholen.”
“Elke school moet ieder kind accepteren, ongeacht geloof, afkomst, beperking of inkomen. We voeren daarom een algemene acceptatieplicht in.”
De SP wil open en vrij toegankelijke leermiddelen, zodat scholen niet afhankelijk zijn van commerciële partijen en digitale platforms.
“De SP wil dat leermiddelen betaalbaar en herbruikbaar zijn en zet in op open en vrij toegankelijke (digitale) materialen.”
BIJ1 kiest voor forse investeringen in het onderwijs, met als doel volledige toegankelijkheid, gelijke uitkomsten en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen. Ze willen onder meer het collegegeld afschaffen, de basisbeurs verhogen, studieschulden kwijtschelden, en extra geld uittrekken voor inclusiviteit, kleinere klassen en betere arbeidsvoorwaarden voor docenten. De partij zet sterk in op het bestrijden van kansenongelijkheid, het dekoloniseren van het curriculum en het gratis maken van kinderopvang en schoolmaaltijden.
BIJ1 wil structureel meer geld naar onderwijs, draait eerdere bezuinigingen terug en investeert in toegankelijkheid, inclusiviteit en kwaliteit. Dit omvat het gratis maken van onderwijs, het verhogen van de basisbeurs, het kwijtschelden van studieschulden en extra middelen voor ondersteuning van kwetsbare groepen.
“De bezuinigingen op het onderwijs draaien we terug. Een investering in het onderwijs is een investering in nu en de toekomst.”
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“Scholen krijgen extra geld om professionele bijles voor alle leerlingen op school beschikbaar te maken.”
“Scholen moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een handicap en we maken extra budget vrij voor de ondersteuning van deze leerlingen.”
“Kinderopvang wordt helemaal gratis. Ook naschoolse activiteiten subsidiëren we flink.”
“In het basisonderwijs bieden we gratis, gezonde en klimaatvriendelijke schoolmaaltijden aan.”
BIJ1 wil het beroep van docent aantrekkelijker maken door hogere salarissen, minder werkdruk, gelijke beloning tussen onderwijssectoren en kleinere klassen. Dit moet leiden tot meer kwaliteit en minder uitval van leraren.
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk. Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten. De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
“De klassen worden kleiner en we verlichten de administratieve lasten, om de werkdruk te verminderen en meer voorbereidingstijd voor docenten te creëren.”
BIJ1 wil structureel kansenongelijkheid bestrijden, onderadvisering tegengaan en het curriculum dekoloniseren. Ze eisen gelijke uitkomsten voor iedereen, ongeacht achtergrond, en willen discriminatie en eurocentrisme in het onderwijs aanpakken.
“Wij zetten niet in op gelijke kansen - wij eisen de kans op een gelijke uitkomst op voor iedereen. Wat je achtergrond ook is. We gaan veel investeren in het onderwijs en niet bezuinigen.”
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis.”
“Scholen gaan verantwoordelijkheid nemen om een veilige leeromgeving te creëren voor achtergestelde groepen leerlingen. We maken wetten en regels in samenwerking met ervaringsdeskundigen en professionals om kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie binnen onderwijsinstellingen te stoppen.”
“We zetten ons actief in om onderadvisering tegen te gaan. De selectie en toetsing van basisschoolleerlingen voor het voortgezet onderwijs moet anders, en op een later moment.”
“Er wordt geen lesmateriaal meer gebruikt waarin docenten een eenzijdig en op Europa gefocust verhaal over de geschiedenis presenteren. Scholen stoppen onmiddellijk met lesmateriaal die koloniale misdadigers verheerlijken.”
D66 kiest voor forse investeringen in het onderwijs, met nadruk op gelijke kansen, betere schoolgebouwen, hogere lerarensalarissen en een hogere basisbeurs voor studenten. Ze willen structurele verbeteringen doorvoeren, zoals gratis kinderopvang, het aanpakken van onderwijsachterstanden en het versterken van basisvaardigheden. De partij ziet onderwijs als dé manier om kansenongelijkheid te bestrijden en investeert daarom breed, van kinderopvang tot universiteit.
D66 wil structureel extra geld uittrekken voor het onderwijs, met investeringen in schoolgebouwen, lerarensalarissen, mbo, hbo en universiteiten, en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen op wetenschap. De partij noemt geen exact totaalbedrag, maar spreekt van "fors meer" investeren en het herstellen van eerdere bezuinigingen.
“We investeren in goede schoolgebouwen die ook duurzaam en toegankelijk zijn en we versterken digitale vaardigheden én vergroten het leesplezier. En we investeren in mbo’s, hogescholen en universiteiten, zodat we ook de toekomst aankunnen.”
“Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we fors meer.”
“We investeren in scholen waar veel kinderen met een achterstand zitten. Juist daar is het tekort aan leraren het grootst.”
“D66 verhoogt de basisbeurs met €166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen. Een mbo-student krijgt dezelfde aanvullende beurs als een student aan de hogeschool of universiteit.”
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken.”
D66 wil een grootschalig, landelijk renovatie- en nieuwbouwprogramma voor schoolgebouwen, te beginnen met 5000 gebouwen uit de periode 1950-1990. Dit is de grootste vernieuwing sinds de wederopbouw.
“D66 wil een groot, landelijk plan om schoolgebouwen te renoveren of nieuw te bouwen. We beginnen met zo’n 5000 schoolgebouwen die zijn gebouwd tussen 1950 en 1990. Deze gebouwen zijn daarna ook rolstoelvriendelijk en hebben bijvoorbeeld een rustruimte. Het is de grootste vernieuwing sinds de wederopbouw.”
D66 wil kinderopvang vrijwel gratis maken en toewerken naar één publieke voorziening voor alle kinderen van 1 tot 15 jaar, om zo kansenongelijkheid vroeg aan te pakken.
“Op weg naar deze publieke voorziening maken we de kinderopvang bijna gratis. Elk kind krijgt toegang tot vijf dagen opvang per week. Dat geldt ook voor kinderen van wie één ouder werkt.”
“We bouwen aan één publieke voorziening voor alle kinderen van 1 tot 15 jaar. Daarin kan ieder kind, in eigen tempo en vanuit de eigen achtergrond, groeien.”
D66 verhoogt de salarissen van leraren en investeert in betere doorgroeimogelijkheden, met als doel het lerarentekort te verminderen en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.
“Werken in het onderwijs moet daarom meer lonen. D66 verhoogt de lerarensalarissen en zorgt voor betere doorgroeimogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en in het MBO.”
“D66 introduceert een vergoeding voor leraren in opleiding, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak van leraar te kiezen.”
D66 wil dat leerlingen pas rond hun 15e een schoolkeuze maken, met brede brugklassen tot die tijd, om kansenongelijkheid te verkleinen.
“D66 wil dat jongeren pas rond de leeftijd van 15 jaar kiezen welke route dan het best bij ze past. Tot die tijd zitten ze in brede brugklassen.”
D66 wil gelijke toegang tot studentenhuisvesting, voordelen en stagevergoedingen voor mbo-, hbo- en wo-studenten.
“Mbo-studenten krijgen dezelfde toegang tot studentenhuisvesting, dezelfde voordelen voor studenten en toegang tot sport, cultuur en verenigingen als hbo en wo-studenten.”
“Wij willen een eerlijke stagevergoeding voor elke student. Daarom komt er een wettelijke minimum stagevergoeding, die werkgevers betalen. Er mag geen verschil bestaan tussen stages in het mbo, hbo en wo.”
JA21 wil fors investeren in de kwaliteit van het onderwijs, met nadruk op het versterken van de positie van de leraar, het verhogen van de eisen aan leerlingen en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen op het wetenschappelijk onderwijs. Ze pleiten voor minder management en overhead, meer geld naar het primaire proces, en een financieringsmodel gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke relevantie. Daarnaast willen ze minder instroom van buitenlandse studenten en het Nederlands weer centraal stellen in het hoger onderwijs.
JA21 kiest voor extra investeringen in het onderwijs, vooral gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leraren en het primaire proces. Ze willen minder geld naar management en overhead, en meer naar directe onderwijstaken. Ook willen ze de bezuiniging van €500 miljoen op het wetenschappelijk onderwijs ongedaan maken.
“Wij investeren flink in onderwijs ter ondersteuning van onderstaande maatregelen.”
“Extra investeringen in opleidingen die de kwaliteit van de leraren verbeteren.”
“De bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs van €500 miljoen moet wat JA21 betreft dan ook ongedaan worden gemaakt.”
“Meer geld naar het primaire proces en minder geld naar management, overhead en tijdelijke projecten.”
JA21 wil het financieringsmodel van het hoger onderwijs veranderen: minder afhankelijk van studentenaantallen en meer gericht op kwaliteit en maatschappelijke relevantie. Dit moet de perverse prikkel voor 'pretstudies' en de afhankelijkheid van buitenlandse studenten verminderen.
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studentenaantallen.”
JA21 wil de instroom van buitenlandse studenten beperken en het Nederlands weer centraal stellen als academische taal, met uitzondering van internationaal gerichte studies. Dit moet de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten vergroten en de kwaliteit van het onderwijs waarborgen.
JA21 wil de lat in het onderwijs hoger leggen door duidelijke en hoge eisen te stellen aan leerlingen en studenten. Ze zijn tegen het verlagen van de eisen en willen selectie aan de poort, maar ook soepele doorstroommogelijkheden voor gemotiveerde leerlingen.
“JA21 is van oordeel dat de kwaliteit van het onderwijs wordt gediend door hoge en heldere eisen aan leerlingen en studenten te stellen. Zij moeten weer worden uitgedaagd te presteren.”
“Er moet aan de poort van een onderwijsgang goed worden gekeken of iemand het niveau aan kan. Zo niet, dan wordt hij niet toegelaten.”
“Tegelijkertijd moet iemand die eerst op een lager niveau instroomt de mogelijkheid krijgen eenvoudig door te stromen naar een hogere vervolgopleiding.”
JA21 wil het gezag van de leraar herstellen en de administratieve lasten beperken tot maximaal 6% van de werktijd. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en de focus terugbrengen naar lesgeven.
De PVV wil het onderwijs terugbrengen naar de basis, met nadruk op lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis, en keert zich tegen onderwijsvernieuwingen, woke- en klimaatonderwijs en islamitisch onderwijs. De partij doet geen concrete toezeggingen over extra investeringen of bezuinigingen in euro’s, maar wil wel dat minimaal 80% van het onderwijsbudget naar de klas gaat en overhead wordt beperkt. De kern van hun visie is een traditioneel, gestructureerd en politiek neutraal onderwijs, gericht op Nederlandse waarden en veiligheid op school.
De PVV doet geen expliciete uitspraken over het verhogen of verlagen van het totale onderwijsbudget, noch worden er concrete bedragen genoemd voor investeringen of bezuinigingen. Wel wordt gestuurd op herverdeling binnen het bestaande budget.
“Maximaal 20% van de onderwijsbegroting naar overhead, minimaal 80% naar de klas”
De PVV wil af van onderwijsvernieuwingen en legt de nadruk op basisvaardigheden als lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis. Politieke en maatschappelijke onderwerpen als klimaat, woke en gender horen volgens de partij niet thuis in het onderwijs.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen. Les in vaderlandse geschiedenis.”
De PVV wil islamitisch onderwijs verbieden en het onderwijs beperken tot Nederlandse studenten. Bacheloropleidingen moeten volledig in het Nederlands worden gegeven en het aantal buitenlandse studenten wordt maximaal beperkt.
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
De partij wil dat leraren politiek neutraal zijn, pesten hard wordt aangepakt, en dat orde, rust en gezag terugkeren in de klas. Op school en het schoolplein wordt alleen Nederlands gesproken.
De PVV wil geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school en schaft de Week van de Lentekriebels af in het basisonderwijs.
De partij wil schoolzwemmen herinvoeren en benadrukt het belang van het MBO als hart van de economie, waar vakmanschap, discipline en trots centraal staan.
Volt kiest voor forse investeringen in onderwijs, met nadruk op kansengelijkheid, toegankelijkheid en modernisering. Ze willen structureel meer geld naar onderwijs, kleinere klassen, gratis kinderopvang, afschaffing van religieus en privaat onderwijs, en een hogere basisbeurs. Concrete bedragen ontbreken, maar Volt draait bezuinigingen terug en verhoogt het onderwijsbudget, met focus op inclusiviteit, digitale vaardigheden en het wegnemen van financiële drempels.
Volt wil het onderwijsbudget verhogen, bezuinigingen terugdraaien en structureel investeren in onderwijskwaliteit, personeel en toegankelijkheid. Dit moet leiden tot kleinere klassen, meer ondersteuning en het tegengaan van kansenongelijkheid.
“We draaien per direct de bezuinigingen op het onderwijs terug en verhogen het totale budget voor onderwijs, onderzoek en wetenschap.”
“We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners.”
“We investeren in kinderopvang, scholen en opleidingen die toegankelijk zijn voor iedereen.”
Volt wil gratis kinderopvang voor drie dagen per week voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, en ontwikkelplekken waar onderwijs, opvang en zorg samenkomen.
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week.”
“We willen dat onderwijs, voorscholen en kinderopvang samengaan in ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar voor minimaal drie dagen in de week.”
Volt wil alle scholen publiek toegankelijk maken, privéscholen en religieus onderwijs afschaffen, en financiële drempels wegnemen om gelijke kansen te bevorderen.
Volt wil het curriculum moderniseren met meer aandacht voor digitale geletterdheid, AI, inclusiviteit en gezondheid, en minder focus op verouderde leerdoelen.
“We gaan kritisch naar het huidige curriculum kijken, waarbij we ons onderwijsstelsel toekomstbestendig maken.”
“Volt pleit ervoor dat middelbare scholieren leren over kunstmatige intelligentie (AI) en hoe deze technologie verantwoord wordt ingezet.”
“Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs.”
Volt verhoogt de basisbeurs, wil compensatie voor de pechgeneratie, en schaft collegegeld af voor studies richting vitale beroepen.
“We verhogen de basisbeurs, zorgen voor een verplichte stagevergoeding en zetten ons in voor compensatie van de pechgeneratie.”
“We maken ons hard voor een rechtvaardige compensatie van de pechgeneratie door de rente op hun studieschuld terug te brengen naar 0% en zo de financiële druk op die jongeren te verlichten.”
“We beginnen met het afschaffen van het collegegeld voor opleidingen en studies die opleiden tot cruciale/vitale beroepen en sectoren, zoals ICT, techniek, bouw, onderwijs en zorg.”
BBB kiest voor behoud en versterking van het onderwijs, met nadruk op basisvaardigheden, minder bureaucratie en meer waardering voor praktijkonderwijs. Ze willen investeren in bestaanszekerheid en regionale spreiding, maar zijn terughoudend met extra uitgaven: verbeteringen moeten vooral uit besparingen komen, niet uit structurele investeringen. Concrete bedragen of grote investeringsbeloften ontbreken; de partij focust op efficiëntie, minder externe kosten en het geld zoveel mogelijk in de klas laten landen.
BBB belooft geen grote extra investeringen in onderwijs, maar wil verbeteringen vooral financieren door te besparen op bureaucratie, externe inhuur en administratieve lasten. Structurele financiering blijft, maar uitgaven mogen niet ongelimiteerd stijgen.
“De kosten voor HBO’s en universiteiten mogen niet meer ongelimiteerd toenemen. Alle verbeteringen dienen in principe te worden bekostigd uit bezuinigingen.”
“Onderwijsinstellingen hebben, naast verlagen van de regeldruk, een duidelijke structurele financiering nodig voor taken die ertoe doen. Het moet afgelopen zijn met de financiering van onnodige administratieve bezigheden. Uitgaande van de langetermijndoelen. Geld moet zoveel mogelijk landen in de klas.”
“Kritische kijken naar het inhuren van consultants en beleidsadviseurs. De inhuur van allerlei externen zonder directe toegevoegde waarde voor onderwijs of onderzoek moet stoppen.”
BBB wil het onderwijs terugbrengen naar de kern: meer aandacht voor lezen, schrijven, rekenen en vakmanschap. Praktijkonderwijs en regionale spreiding krijgen prioriteit, met behoud van scholen in kleine kernen.
“BBB kiest voor een duidelijke koers: minder randzaken, meer vakmanschap en meer aandacht voor basisvaardigheden.”
“Behoud van basisscholen in kleine kernen. BBB is voor het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen.”
“In alle regio’s streven we naar een zoveel mogelijk dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen, zodat jongeren en volwassenen passende kansen krijgen om zich te ontwikkelen.”
BBB wil de administratieve last en externe controle verminderen, zodat leraren zich kunnen richten op lesgeven. Ze willen een stop op actieprogramma’s, beleidsstukken en kwaliteitscontroleurs.
“BBB zet zich de komende jaren verder in met het terugdringen van de wildgroei aan functies van mensen die aan het onderwijs werken in plaats van in het onderwijs. Dit betekent in ieder geval een stop op actieprogramma’s, beleidsstukken en kwaliteitscontroleurs.”
“Verlaging van de administratielast. Dit geeft meer tijd voor de basistaak; lesgeven.”
“We zetten in op de kennis en ervaring van onderwijzend personeel, scheppen vertrouwen en waarderen hun vakmanschap. Dit maakt het vak weer aantrekkelijker.”
BBB wil de instroom van internationale studenten beperken en langstudeerders meer laten betalen, om publieke middelen doelmatiger in te zetten.
“De aan universiteiten en HBO’s sterk gestegen instroom van internationale studenten wordt steeds meer afgestemd op het behoud van lokaal en regionaal onderwijsaanbod.”
“BBB vindt het belangrijk dat publieke middelen in het hoger onderwijs doelmatig worden ingezet. Daarom willen we een hogere eigen bijdrage gaan vragen van studenten die fors uitlopen in hun studie.”
BVNL wil het onderwijs terugbrengen naar de basis, met meer nadruk op basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, en minder politieke of ideologische invloeden. Ze pleiten voor kleinere klassen, minder bureaucratie, meer regie voor ouders en scholen, en het terugdraaien van passend onderwijs en decentralisatie. BVNL doet geen concrete investeringsbeloften of bezuinigingsbedragen, maar benadrukt dat onderwijsgeld direct naar leerlingen en leerkrachten moet gaan. | Investeert/gelijk/bezuinigt (bedrag) | Samenvatting onderwijsplannen | |--------------------------------------|----------------------------------------------------------------------------------------------------------------| | Niet gespecificeerd (geen bedragen) | Terug naar basisvaardigheden, minder ideologie, kleinere klassen, minder bureaucratie, meer ouder/schoolregie, passend onderwijs terugdraaien, minder buitenlandse studenten, onderwijsgeld direct naar onderwijs. |
BVNL wil het onderwijs richten op basisvaardigheden en het curriculum ontdoen van politieke of ideologische invloeden. Ze vinden dat opvoeding primair bij ouders hoort en dat scholen zich moeten richten op rekenen, lezen, schrijven en klassieke vakken. Dit moet de kwaliteit verhogen en taalachterstanden verkleinen.
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
“Meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, vermindering van de taalachterstand, meer aandacht voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en biologie en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum.”
BVNL wil de administratielast voor leerkrachten drastisch verminderen, kleinere klassen realiseren en de invloed van de staat terugdringen ten gunste van ouders en scholen. Ze willen dat onderwijsgeld direct bij leerlingen en leerkrachten terechtkomt.
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
“Scholen en ouders krijgen samen de regie over de invulling van het onderwijs. De invloed van de Staat wordt drastisch teruggedrongen.”
“Onderwijsgeld moet gaan naar onderwijs, leerlingen en leerkrachten en deugdelijk verantwoord worden.”
“Kleinere klassen en meer onderwijsondersteuning.”
BVNL wil het beleid rond passend onderwijs en de decentralisatie naar gemeenten terugdraaien, omdat zij vinden dat dit niet werkt en de kwaliteit van onderwijs en zorg voor leerlingen schaadt.
“Het Passend Onderwijs en de decentralisatie naar de gemeenten wordt teruggedraaid.”
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten sterk beperken om de kansen voor Nederlandse studenten op een opleidingsplek en studentenwoning te vergroten.
Het CDA kiest voor investeren in het onderwijs, met nadruk op basisvaardigheden, het terugdringen van het lerarentekort, versterking van het mbo en het stimuleren van onderzoek en innovatie. Ze willen structurele investeringen in schoolgebouwen, meer samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. De partij zet in op minder administratieve lasten, meer ruimte voor flexstuderen en extra aandacht voor kansengelijkheid en mentale gezondheid van studenten.
Het CDA wil extra investeren in onderwijs, met name in schoolgebouwen, onderzoek en innovatie, en het versterken van het mbo. Ze noemen expliciet de Lissabon-doelstelling voor R&D-investeringen en investeren in gezonde en duurzame schoolgebouwen.
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat. Daarvoor investeren we in wetenschappelijk en toegepast onderzoek”
“Daarnaast investeren we in gezonde en duurzame schoolgebouwen.”
Het CDA wil de administratieve lasten in het funderend onderwijs verlagen en scholen meer ruimte geven om zelf met voorstellen te komen, met minder overheidsbemoeienis.
“De administratieve lasten in het funderend onderwijs moeten omlaag. We dagen het onderwijs uit zelf met voorstellen te komen en voeren die uit. De overheid is terughoudend met het opleggen van nieuwe taken en leerdoelen aan het onderwijs en het in het leven roepen van nieuwe subsidieregelingen.”
Het CDA zet in op een nieuw mbo-pact, langjarige bekostiging, meer samenwerking met het bedrijfsleven, wettelijke stagevergoeding en baangaranties in tekortsectoren.
“We zetten in op een nieuw mbo-pact voor langjarige zekerheid met een verbeterde bekostiging, meer samenwerking met het bedrijfsleven en werkgevers en een grotere rol op het gebied van leven lang ontwikkelen.”
“Er komen afspraken met brancheorganisaties voor baangaranties en een publiek-privaat stagefonds specifiek voor tekortsectoren. Daarnaast voeren we een wettelijke stagevergoeding in voor stages in het mbo en hoger onderwijs.”
Het CDA wil het lerarentekort aanpakken door meer mogelijkheden voor zijinstromers en betaalbare woningen voor leraren.
“Om het lerarentekort in het funderend onderwijs terug te dringen, willen we meer mogelijkheden voor het opleiden van zijinstromers in één jaar tot leraar en tot bevoegd docent in het vmbo. Gemeenten en corporaties moeten ruimte krijgen te faciliteren in betaalbare woningen voor leraren.”
Het CDA legt nadruk op basisvaardigheden (taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden, burgerschap) en extra steun voor leerlingen met minder kansen.
“We willen dat het primair onderwijs zich richt op een sterke basis met taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap als kern, en toegankelijk voor alle leerlingen.”
“Met de onderwijskansenregeling krijgen deze kinderen in het voortgezet onderwijs een extra steun in de rug.”
Het CDA wil flexstuderen mogelijk maken en meer aandacht voor mentale gezondheid in het onderwijs.
“Daarom maken we flexstuderen mogelijk. Door collegegeld per vak te kunnen betalen, verlagen we de druk voor studenten die zich op een positieve manier inzetten voor de samenleving, bijvoorbeeld als jonge mantelzorger, vrijwilliger, bestuurslid of topsporter.”
“Mentaal welzijn is onmisbaar voor goede prestaties. Daarom zorgen we voor toegankelijke psychische ondersteuning in het onderwijs, stimuleren we initiatieven die jongeren mentaal sterker maken en zetten we stevig in op preventie.”
NSC kiest voor structurele investeringen in de kwaliteit van het onderwijs, met nadruk op basisvaardigheden, transparantie in besteding van middelen, en versterking van het beroepsonderwijs. Ze willen geen tijdelijke potjes, maar structurele bekostiging, investeren in lerarenopleidingen en extra middelen voor scholen met veel kwetsbare leerlingen. De partij zet in op het verhogen van het basisniveau, het tegengaan van schaalvergroting, en het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
NSC wil structureel investeren in het onderwijs, met nadruk op het primaire proces en verbetering van lerarenopleidingen. Ze keren zich tegen tijdelijke potjes en willen transparantie en effectiviteit in de besteding van middelen.
“We zetten niet in op nieuwe ‘potjes’ (extra tijdelijke middelen), maar op structurele bekostiging waarmee scholen vooruit kunnen.”
“We investeren in de kwaliteit van zowel de voltijdopleidingen als in deeltijd- en zijinstroomopleidingen.”
“Waar nodig investeren we in extra capaciteit en middelen.”
NSC hanteert het solidariteitsprincipe: scholen met veel kwetsbare kinderen krijgen meer middelen om onderwijsachterstanden te voorkomen en goed aanbod te garanderen.
“Bij de omgang met schaarste wordt het solidariteitsprincipe gehanteerd: scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden.”
“We zijn voorstander van stimuleringsregelingen (financieel en/of door urgentieverklaringen in huisvesting) om goede docenten te kunnen aantrekken op scholen met veel kwetsbare leerlingen.”
NSC investeert in het beroepsonderwijs, met uitbreiding van techniekprogramma’s, verplichte stagevergoeding en regiotoeslagen om reistijd te beperken.
“Het programma Sterk Techniekonderwijs wordt uitgebreid naar het mbo.”
“We verplichten een belastingvrije stagevergoeding van € 450 per maand. Dit is ook het minimum voor een fulltime stage.”
“We stimuleren de spreiding van (v)mbo-onderwijs middels regiotoeslagen. Elke leerling moet binnen 45 minuten reistijd naar een opleiding (v)mbo-basis/kader school (zorg, administratief en techniek) kunnen.”
NSC steunt een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en versterking van de primaire geldstroom naar universiteiten.
De SGP kiest voor gerichte investeringen in het onderwijs, met nadruk op structurele bekostiging, versterking van kleine scholen, praktijkgericht onderzoek en onderwijshuisvesting. De partij wil minder overheidsbemoeienis, meer vertrouwen in onderwijsprofessionals en behoud van de vrijheid van onderwijs. Concrete voorstellen zijn onder meer het versterken van de financiering voor kleine scholen, praktijkgericht onderzoek, en een financiële impuls voor onderwijshuisvesting.
De SGP pleit voor extra investeringen in specifieke onderdelen van het onderwijs, zoals kleine scholen, praktijkgericht onderzoek, startersbeurzen en onderwijshuisvesting. Hiermee wil de partij de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs verbeteren, vooral in krimpgebieden en voor kwetsbare groepen. Er is geen sprake van brede bezuinigingen; de nadruk ligt op doelmatige inzet van middelen.
“De overheid vergroot de financiële ondersteuning van kleine scholen in dunbevolkte gebieden. Dit mag niet ten koste gaan van kleinere scholen in grotere gemeenten.”
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
“Er komt een investering in starters- en stimuleringsbeurzen.”
“Een stevige financiële impuls in onderwijshuisvesting is nodig. Onder andere om passend onderwijs goed uit te kunnen voeren en om voldoende rekening te houden met bouwtechnische ontwikkelingen.”
De SGP wil dat scholen maximale zekerheid krijgen via structurele bekostiging (lumpsum) en pleit tegen versnippering van financiering. Dit moet zorgen voor stabiel personeelsbeleid en minder administratieve lasten.
“Voor de reguliere taken van scholen wordt alleen nog structurele bekostiging verstrekt via de lumpsum zodat scholen maximale zekerheid krijgen voor het voeren van stabiel personeelsbeleid.”
De partij vindt dat de overheid zich moet beperken tot het scheppen van randvoorwaarden en het bewaken van het stelsel, met meer vertrouwen in onderwijsprofessionals. Dit moet het lerarentekort helpen oplossen en de regeldruk verminderen.
“Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult. De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen.”
“Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig. We zetten een dikke streep onder de status van hun beroep. Dat is ook onmisbaar om het lerarentekort structureel op te lossen.”
De SGP verdedigt de vrijheid van onderwijs en wil dat scholen ruimte houden om hun eigen identiteit en pedagogische opdracht vorm te geven. De partij is tegen extra overheidssturing op inhoud en organisatie.
“Aan de inhoud van artikel 23 van de Grondwet wordt niet gemorreld. De regels inzake het toelaten van leerlingen, het benoemen van personeel en de burgerschapsopdracht blijven ongewijzigd.”
“Scholen houden op grond van de vrijheid van onderwijs voluit de ruimte om in het burgerschapsonderwijs de wettelijke kernwaarden naar eigen overtuiging in te vullen.”
De VVD kiest voor een doelmatige inzet van onderwijsgeld, met focus op basisvaardigheden, aansluiting op de arbeidsmarkt en het oplossen van het lerarentekort. Ze willen investeren in techniek- en praktijkonderwijs, stimuleren studies in tekortsectoren en sturen op effectiviteit in plaats van meer geld. Concrete investeringsbedragen ontbreken, maar de partij benadrukt doelmatigheid en het afbouwen van subsidies die niet aantoonbaar bijdragen aan beter onderwijs.
De VVD wil het onderwijsgeld doelmatiger inzetten en niet automatisch meer uitgeven; subsidies die niet aantoonbaar bijdragen aan kwaliteit worden afgeschaft en geldstromen worden strakker gecontroleerd. Er wordt niet expliciet gekozen voor forse investeringen of bezuinigingen, maar voor herallocatie en effectiviteit.
“We moeten ons onderwijsgeld doelmatiger uitgeven. We bouwen het aantal subsidies af en gaan oormerken in de lumpsum. Regelingen die niet zichtbaar bijdragen aan kwalitatief beter onderwijs, schaffen we af.”
De VVD wil investeren in studies die aansluiten bij de arbeidsmarkt (zoals techniek, zorg, onderwijs) door bijvoorbeeld het collegegeld te verlagen, en het aantal studieplaatsen beperken bij opleidingen zonder goed arbeidsmarktperspectief.
“We maken studies in tekortsectoren zoals onder andere tech, zorg, onderwijs, veiligheid en klimaat aantrekkelijker door het collegegeld te verlagen. We beperken de studieplaatsen van studies waar evident geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
De partij legt nadruk op het versterken van basisvaardigheden (taal, rekenen) en techniekonderwijs, met als doel leerlingen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst.
De VVD wil het lerarentekort aanpakken door betere arbeidsvoorwaarden, meer praktijkleraren en een hogere kwaliteit van de lerarenopleiding, inclusief centrale eindtoetsen en verplichte professionele ontwikkeling.
“We moeten er alles aan doen om meer leraren aan te trekken. We zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, intensieve begeleiding voor beginnende leraren en doorgroeimogelijkheden, maar willen leraren ook uitdagen om meer uren te gaan werken.”
“De pabo en academische pabo moeten van topkwaliteit zijn om de beste leraren op te leiden. Samen met leraren en wetenschappers gaan we de inhoud van de lerarenopleiding landelijk vaststellen.”
De VVD wil dat bekostiging van instellingen deels afhankelijk wordt van het arbeidsmarktperspectief van afgestudeerden, en stimuleert samenwerking en profilering van onderwijsinstellingen.
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“De bekostiging moet gebaseerd worden op de capaciteit. We gaan instellingen vragen meer samen te werken, zich te profileren op thema’s en minder te concurreren op studentenaantallen.”
50PLUS erkent dat het onderwijs in Nederland tekortschiet op basisvaardigheden en wil daarom prioriteit geven aan rekenen en taal. De partij zet vooral in op een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met extra aandacht voor ouderen, maar doet geen concrete uitspraken over investeringen, bezuinigingen of bedragen voor het onderwijs. De focus ligt op samenwerking, basisvaardigheden en het tegengaan van monopolies bij schoolbesturen. | Investering/Bezuiniging | Samenvatting onderwijsplannen | |------------------------|-------------------------------| | Niet gespecificeerd (geen bedragen, geen expliciete investerings- of bezuinigingsvoorstellen) | Prioriteit voor basisvaardigheden (taal en rekenen), tegengaan van monopolies bij schoolbesturen, betere samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven, Nationaal Programma Leven Lang Leren met nadruk op ouderen, lokale leerpunten voor digitale en basisvaardigheden. |
50PLUS vindt dat het onderwijs tekortschiet in het aanleren van basisvaardigheden en wil hier een topprioriteit van maken. Dit moet het fundament van het onderwijs versterken en de aansluiting op de samenleving verbeteren.
“Topprioriteit voor het aanleren van de basisvaardigheden rekenen en taal.”
De partij wil dat ouderen zich kunnen blijven ontwikkelen via een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming. Dit is gericht op het vergroten van zelfredzaamheid en betrokkenheid van ouderen.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
50PLUS wil monopolieposities van schoolbesturen in regio’s voorkomen en samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden verbeteren. Dit moet leiden tot meer keuzevrijheid en betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.