De Partij voor de Dieren (PvdD) wil de industrie radicaal verduurzamen door vervuilende sectoren af te bouwen, energie- en grondstoffengebruik fors te verminderen en bedrijven wettelijk te verplichten tot duurzame productie. De partij kiest voor bindende regels, hogere belastingen voor grootverbruikers, het stoppen van subsidies voor schijnoplossingen en het stimuleren van circulariteit en innovatie. Hun visie is dat industrie alleen mag bestaan als deze niet ten koste gaat van mens, dier en planeet.
PvdD wil de fossiele industrie en andere zwaar vervuilende sectoren zo snel mogelijk afbouwen, met prioriteit voor de industrie. Dit gebeurt door het stopzetten van subsidies, het sluiten van kolencentrales, het niet toestaan van nieuwe vergunningen en het verhogen van belastingen voor grootverbruikers.
“Er komt een ambitieus afbouwplan voor fossiele brandstoffen, waarbij de industrie als eerste wordt aangepakt.”
“De kolencentrales sluiten zo snel mogelijk en worden niet omgebouwd tot biomassacentrales.”
“We stoppen met olie- en gaswinning op land en op zee, deze industrieën worden versneld afgebouwd. Er worden geen (nieuwe) vergunningen afgegeven, ook niet bij Ternaard in de Waddenzee.”
De partij wil dat de industrie structureel minder energie en grondstoffen gebruikt, onder meer door strengere energiebesparingsplichten, elektrificatie, recycling en het ontmoedigen van overconsumptie. Groene waterstof wordt alleen selectief ingezet.
“De industrie bespaart energie door een combinatie van een lagere vraag naar nieuwe producten in bepaalde sectoren, elektrificatie van processen, minder en efficiënter gebruik van grondstoffen, selectieve en strategische inzet van groene waterstof en meer hergebruik en recycling.”
“In 2030 gebruikt Nederland 50% minder energie ten opzichte van 1990. Er komt een Nationaal Plan Energiebesparing.”
“De energiebesparingsplicht voor bedrijven wordt strenger gehandhaafd en de terugverdientijd wordt verlengd.”
PvdD wil vrijblijvende akkoorden vervangen door bindende wetgeving, een progressieve energiebelasting invoeren en bedrijven wettelijk verplichten tot duurzaamheid en klimaatverantwoordelijkheid.
“We voeren een wettelijke zorgplicht en klimaatplicht voor bedrijven in, ook voor internationale bedrijven die in Nederland actief zijn. Vrijblijvende akkoorden en convenanten worden vervangen door bindende regels en handhaving.”
“We introduceren een progressieve energiebelasting die mensen met lage inkomens ontziet en ervoor zorgt dat grootverbruikers meer gaan betalen.”
De partij wil afscheid nemen van sectoren die onverenigbaar zijn met duurzaamheid, zoals de kunstmestindustrie en giftige sierteelt, en sluiting van de meest vervuilende onderdelen van Tata Steel.
“We nemen afscheid van sectoren die onverenigbaar zijn met een duurzame samenleving. De giftige sierteelt en de kunstmestindustrie worden afgebouwd.”
“De onderhandelingen over maatwerkafspraken met één van de grootste vervuilers van Nederland, het staalbedrijf Tata Steel, worden per direct gestopt. Dat betekent geen miljardensubsidie.”
“De meest vervuilende onderdelen van Tata Steel worden meteen gesloten.”
PvdD wil circulariteit afdwingen in de industrie door verplichte materialenpaspoorten, een Grondstoffenwet, langere productgaranties en het goedkoper maken van gerecyclede grondstoffen.
“De industrie en de bouw gaan verplicht materialenpaspoorten gebruiken.”
“Er komt een Grondstoffenwet met bindende verplichtingen voor het terugdringen van grondstoffengebruik.”
“Door de belasting aan te passen maken we gerecyclede grondstoffen goedkoper dan grondstoffen die voor het eerst gewonnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan staal, glas en plastic, die vaak te recyclen zijn.”
“Er komen verplichte productgaranties van tien jaar in plaats van twee jaar, en verbod op opzettelijk verkorten van productlevensduur. Dit vermindert het energie- en materiaalgebruik drastisch.”
De partij verwerpt technologische schijnoplossingen zoals CCS (carbon capture and storage) en kernenergie, en wil geen subsidies meer voor deze technieken of voor biomassacentrales.
Alleen groene waterstof wordt toegestaan als onderdeel van de energietransitie in de industrie; waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie wordt uitgesloten.
“Waterstof op basis van fossiele brandstoffen of kernenergie staan we niet toe. Alleen groene waterstof kan onderdeel zijn van de Nederlandse energietransitie.”
FVD is fel tegen elke vorm van verplichte verduurzaming van de industrie en wil alle klimaat- en duurzaamheidsregels voor bedrijven schrappen. Hun kernvoorstel is het volledig beëindigen van klimaatbeleid, het loslaten van CO₂-reductiedoelen en het afschaffen van Europese en nationale verplichtingen rond verduurzaming, zodat de industrie weer kan opereren zonder extra lasten of rapportageverplichtingen.
FVD stelt dat verduurzaming van de industrie leidt tot hogere kosten, bureaucratie en verlies aan concurrentiekracht. Zij willen alle klimaatregels, CO₂-doelen en rapportageverplichtingen afschaffen, zodat bedrijven niet langer worden belast met verduurzamingsmaatregelen en zich kunnen richten op betaalbaarheid en betrouwbaarheid.
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We schaffen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal; en tot die tijd negeert Nederland de daarin vervatte regels en beperkingen - inclusief het CO₂-handelssysteem (ETS).”
“We stellen bedrijven in de haven vrij van het Europese CO₂-emissiehandelssysteem (ETS) en stikstofregels, zodat de haven onbeperkt kan uitbreiden en floreren.”
“We schaffen de verplichting af om CO₂-uitstoot van werknemers bij te houden, zodat ondernemers verlost worden van zinloze bureaucratie.”
“We stoppen met verplichte duurzaamheidseisen, zodat bouwen makkelijker en goedkoper wordt.”
FVD wil de lasten voor de industrie verlagen door energiebelastingen te verlagen, subsidies voor verduurzaming te schrappen en fossiele energiebronnen weer volop toe te staan. Dit moet de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven versterken en de kosten verlagen.
“We verlagen energiebelastingen en draaien de ODE-verhoging terug, zodat de energierekening fors daalt.”
“We heropenen onze hypermoderne, schone kolencentrales die door vorige kabinetten zijn gesloten, zodat er onmiddellijk goedkope en stabiele stroom beschikbaar komt.”
“We starten de gaswinning in Groningen opnieuw op met ruimhartige compensatie voor omwonenden, zodat we weer goedkoop, hoogwaardig en ruim voorradig aardgas hebben voor huishoudens en bedrijven.”
“We verlagen de lasten voor tuinders en de agrarische sector door terugbrengen van de energiebelastingkorting.”
FVD is tegen elke vorm van subsidie of verplichting voor verduurzaming van de industrie, omdat zij deze als kostbaar, ineffectief en marktverstorend beschouwen.
FVD wil dat Nederlandse industrieën, zoals de haven van Rotterdam, worden uitgezonderd van Europese emissiehandel en stikstofregels, om hun internationale concurrentiepositie te beschermen.
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaafd - inclusief het CO₂-handelssysteem (ETS).”
Volt kiest voor een snelle en strenge verduurzaming van de industrie, waarbij vervuilende bedrijven die niet kunnen vergroenen worden uitgefaseerd en uitzonderingen op CO₂-heffingen verdwijnen. Ze willen een gelijk speelveld in Europa, investeren in duurzame innovatie, en bieden gerichte steun aan het mkb voor verduurzaming, terwijl grote vervuilers hun vergunning verliezen als ze niet vergroenen.
Volt stelt dat bedrijven die niet kunnen of willen vergroenen, inclusief Tata Steel, zo snel mogelijk moeten sluiten om gezondheid, klimaat en economie te beschermen. Ze zijn expliciet voor het beëindigen van uitzonderingen en het verplicht stellen van verduurzaming, met als uiterste middel het intrekken van vergunningen.
“Tata Steel gaat zo snel mogelijk dicht. Op een gezonde en betaalbare manier groen staal produceren is daar niet op korte termijn haalbaar, maar in andere Europese landen kan dat wel. Ook andere vervuilende bedrijven die niet kunnen vergroenen, faseren we zorgvuldig uit.”
“De huidige vervuilende fabriek moet zo snel mogelijk sluiten. Voor andere fossiele bedrijven die simpelweg niet kunnen vergroenen en geen cruciale rol vervullen voor de samenleving moet een afbouwpad komen.”
“We verplichten de meest vervuilende bedrijven uit de oude economie zich zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe strengere vergunningen. Met als uiterste middel het intrekken van de vergunningen en vervolgens stopzetten van bedrijfsactiviteiten van de onderneming.”
“Grote vervuilers moeten vergroenen. Lukt dit niet? Dan trekken we de vergunningen in.”
Volt wil alle uitzonderingen op CO₂-heffingen en energiebelasting voor de industrie afschaffen, zodat alle bedrijven evenveel worden gestimuleerd om te verduurzamen. Dit moet op Europees niveau om een gelijk speelveld te creëren en een race-to-the-bottom te voorkomen.
“We nemen alle uitzonderingen binnen de CO₂-heffing voor de industrie weg. Zo wordt alle industrie in gelijke mate gevraagd te verduurzamen. We pakken dit Europees aan.”
“We faseren alle uitzonderingen op de energiebelasting uit - zoals de verlaging van de belasting op aardgas en elektriciteit voor grootverbruikers. Om een race-to-the-bottom te voorkomen werken we toe naar een gelijk speelveld op het gebied van energie in de EU, waarbij elke lidstaat dezelfde normen voor energiebelasting hanteert.”
Volt wil de industrie in Europa strategisch spreiden naar locaties met voldoende groene energie en ruimte, en investeren in duurzame innovatie. Nederland moet zich richten op hoogwaardige maakindustrie in plaats van energie-intensieve basisindustrie.
“We kiezen voor een Europees industriebeleid met een productie op plaatsen waar voldoende ruimte en betaalbare groene energie beschikbaar is en met een slimme spreiding. Nederland richt zich daarbij op een hoogwaardige maakindustrie in plaats van de huidige energie-intensieve basisindustrie.”
“Om nieuwe, duurzame industrie op te bouwen, ondersteunen we ‘First-of-a-Kind’-projecten: de eerste grootschalige toepassing van veelbelovende technologieën, zoals electrolysers, groene chemie, recyclinginstallaties of innovatieve natuurgebaseerde oplossingen.”
“De EU moet actiever investeren in technologieën die bijdragen aan de groene transitie. Daarom pleit Volt voor de oprichting van een Europese...”
Volt erkent dat verduurzaming voor het mkb en duurzame koplopers lastig is en wil hen ondersteunen met subsidies, leenmogelijkheden, garanties en begeleiding, zodat ook kleinere bedrijven kunnen vergroenen.
“Middelgrote en kleine bedrijven geven we extra steun bij het verduurzamen.”
“De duurzame industrie heeft vaak opstartproblemen doordat zij hun duurzame en circulaire producten moeilijk voor lange termijn af kunnen zetten. We onderzoeken hoe de overheid hier het best kan bijspringen, bijvoorbeeld door middel van garanties of instrumenten gebaseerd op het Europese H2Global.”
“We bieden gratis verduurzamingsadvies aan om het mkb te helpen bij het besparen van energie. Er komen ‘groene fixteams’ die het mkb via gemeentelijke loketten ondersteunen bij het vinden van de juiste regelingen.”
“Verduurzaming is niet in alle gevallen een investering die op korte termijn rendeert, maar dat maakt het niet minder belangrijk. Daarom creëren wij leenmogelijkheden tegen risicovrije rente bij de overheid voor ondernemers die willen verduurzamen.”
BIJ1 wil de verduurzaming van de industrie radicaal versnellen door vervuilende bedrijven te onteigenen of nationaliseren, fossiele productie snel af te bouwen, en publieke controle centraal te stellen. De partij legt de verantwoordelijkheid en kosten van verduurzaming expliciet bij grote vervuilers, niet bij burgers, en pleit voor een rechtvaardige transitie voor werknemers. BIJ1 verwerpt technocratische en marktgerichte oplossingen en kiest voor democratische, collectieve sturing van de industrie en energievoorziening.
BIJ1 wil dat vervuilende en fossiele bedrijven die niet kunnen verduurzamen, worden onteigend of genationaliseerd. Hun kapitaal en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen, en opruimkosten worden niet afgewenteld op de samenleving. Dit is bedoeld om de macht van grote vervuilers te breken en publieke controle te waarborgen.
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen. Opruimkosten, bodemsanering en herstel worden niet afgewenteld op de samenleving, maar betaald uit hun eigen activa — ook bij faillissement of uitkoop.”
“Ziekmakende installaties, zoals Tata en Chemours, worden waar mogelijk genationaliseerd en vergroend, en anders gesloten.”
De partij wil de energievoorziening en verduurzaming van de industrie volledig in publieke handen brengen, onder democratische controle. BIJ1 verwerpt publiek-private samenwerkingen en subsidies aan multinationals, en ziet de energietransitie als een machtsvraag, niet als een technocratisch project.
“De energietransitie wordt een publieke taak, geen winstmachine. De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle. Geen subsidies aan greenwashed multinationals, geen publiek-private schijnconstructies, maar volledige ontmarkting van de energievoorziening.”
“De energietransitie is geen technocratisch moderniseringsproject, maar een machtsvraag: breken met de groene kapitalisten, stoppen met westers industrieprotectionisme, en de energievoorziening in handen brengen van arbeiders en bewoners — lokaal én mondiaal.”
BIJ1 wil alle fossiele productie en infrastructuur versneld afbouwen, inclusief het stoppen van gasimport en het sluiten van LNG-terminals. De partij stelt bindende doelen voor netto nul uitstoot in 2030 en beëindigt alle subsidies aan fossiele industrie.
“De Nederlandse uitstoot van broeikasgassen staat in 2030 op netto 0 (in scope 1, 2 én 3 emissies). Deze doelen worden wettelijk vastgelegd en zijn bindend.”
“Subsidies op (de productie van) fossiele brandstoffen en financiële steun aan de fossiele industrie worden zo snel mogelijk beëindigd.”
“We stoppen de import van gas, en vloeibaar gas (LNG) in het bijzonder, uit autocratische regimes zoals Rusland, de Verenigde Staten en ‘Israël’.”
“De tijdelijke LNG-import terminal in Eemshaven wordt opgeheven, er komen geen nieuwe (tijdelijke) import terminals bij en de Gate terminal in Rotterdam wordt gesloten.”
Bij sluiting of verduurzaming van industrieën krijgen werknemers voorrang op gegarandeerd werk in publieke klimaatprojecten, met scholing, loondoorbetaling en recht op vroegpensioen. BIJ1 wil voorkomen dat de lasten van de transitie op arbeiders terechtkomen.
“Arbeiders uit fossiele sectoren krijgen voorrang op gegarandeerd werk in de publieke klimaatprojecten. Scholing, loondoorbetaling en cao-gelijke arbeidsvoorwaarden zijn gegarandeerd. Werknemers die de pensioenleeftijd naderen krijgen een ruimhartig recht op vroegpensioen, gefinancierd uit het klimaatfonds dat wordt gevuld door vermogensbelasting en afroming van fossiele winsten.”
“Waar sluiting of verkleining onvermijdelijk is, zullen werknemers worden gecompenseerd met ruimhartige transitie- of vroegpensioenregelingen.”
De kosten van verduurzaming en klimaatbeleid worden expliciet bij de grootste vervuilers gelegd, niet bij gewone burgers. BIJ1 wil zo klimaatrechtvaardigheid waarborgen en bestaanszekerheid beschermen.
“De kosten van klimaatbeleid worden niet langer gedragen door gewone burgers maar door grote vervuilers. Klimaatbeleid gaat niet langer ten koste van bestaanszekerheid.”
BVNL is kritisch over overheidssturing en subsidies bij verduurzaming van de industrie en kiest voor technologische innovatie zonder dwang of financiële steun. Ze verwerpen verplichte verduurzamingsmaatregelen, stoppen subsidies en willen geen CCS, maar stimuleren onderzoek naar kernenergie en waterstof, mits zonder subsidie. De partij ziet aardgas als duurzaam en wil vooral betaalbare energie en een goed vestigingsklimaat voor bedrijven.
BVNL verzet zich tegen verplichte verduurzamingsmaatregelen en het subsidiëren van verduurzaming in de industrie. Ze vinden dat innovatie en verduurzaming moeten plaatsvinden op basis van technische en financiële haalbaarheid, niet door overheidsdwang of financiële prikkels. CCS wordt expliciet afgewezen als kostbaar en ineffectief.
BVNL ziet technologische innovatie als de weg naar verduurzaming, met name via kernenergie (SMR, thorium) en waterstof, maar zonder overheidssteun. Ze willen onderzoek en vergunningverlening stimuleren, maar geen financiële ondersteuning vanuit de overheid.
“Onderzoek naar SMR (Small-Modular-Reactor) energiecentrales op basis van bestaande en Thorium-technologie wordt actief gestimuleerd.”
“Parallel aan de bestaande energiesystemen overschakelen op waterstof. Hiervoor moet wel eerst de productie, het transport en de afname geregeld worden. Waterstof kan prima bestaan naast andere energievormen, zoals aardgas. Uiteraard zonder subsidie van de overheid.”
BVNL beschouwt aardgas als een duurzame energiebron en wil het gebruik en de productie ervan in Nederland stimuleren, ook voor de industrie. Ze verzetten zich tegen het verplicht uitfaseren van aardgas en willen gasboringen aanmoedigen zolang dit mogelijk is.
“Nieuwe huizen moeten worden gebouwd met het meest zuinige energielabel A++++ waarbij ook verwarmen op aardgas als duurzaam wordt bestempeld”
“We gaan door met ontwikkeling van en productie uit gasvelden in de Noordzee.”
“Zolang we in Nederland nog aardgas kunnen gebruiken, worden gasboringen, zeker gezien de huidige energiecrisis, in de Noordzee aangemoedigd.”
BVNL wil het vestigingsklimaat voor bedrijven verbeteren door lasten en regels te verlagen, en is tegen extra nationale eisen bovenop EU-regels. Ze willen geen gedwongen verhuizing van bedrijven en belemmeringen voor groei van industrieclusters zoals de Rotterdamse haven wegnemen.
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“Er komt geen gedwongen verhuizing van Tata Steel.”
“We zijn trots op de Rotterdamse haven en waar mogelijk moet die kunnen groeien. We gaan belemmeringen wegnemen.”
D66 wil de industrie in Nederland snel en fundamenteel verduurzamen door vervuiling te beprijzen, fossiele subsidies af te bouwen en bedrijven te verplichten te vergroenen waar dat economisch haalbaar is. Ze zetten in op een circulaire economie, innovatie in schone maakindustrie en duidelijke einddata voor fossiele technieken, met ondersteuning voor werknemers in de transitie. D66 kiest voor scherpe, concrete maatregelen en wil dat Nederland vooroploopt in duurzame industrie binnen een gelijk Europees speelveld.
D66 wil dat vervuilende industrieën fors gaan betalen voor hun uitstoot en dat fossiele subsidies versneld verdwijnen. Dit moet bedrijven stimuleren te investeren in schone productie en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame alternatieven.
“D66 stelt duidelijke grenzen aan vervuilende industrie. Duurzaamheid is de norm en vervuiling krijgt een voorspelbare prijs: de ‘echte’ prijs. Vervuilende bedrijven zullen hierdoor fors investeren in een energiezuinige en schone productie.”
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
Bedrijven die kunnen verduurzamen met een houdbaar verdienmodel moeten dat verplicht doen. D66 stelt per sector einddata voor fossiele technieken en biedt ondersteuning waar nodig, maar is realistisch dat niet elke industrie overal kan blijven.
“D66 kiest daarom scherp: wie kan vergroenen met een houdbaar verdienmodel, moet dat ook doen.”
“We stellen per sector een duidelijke einddatum voor fossiele technieken en we maken duidelijke plannen voor de overstap naar duurzame alternatieven. Zo weten bedrijven waar ze aan toe zijn en kunnen investeerders duurzame keuzes maken.”
“En we zijn ook eerlijk en realistisch: niet elke industrie past op elke plek.”
D66 wil dat Nederland vooroploopt in innovatieve, schone industrieën zoals circulaire bouwmaterialen, groene chemie, biobased plastics en groene waterstof. Ze stellen circulaire doelen per sector en stimuleren innovatie, met oog voor Europese gelijkheid en mondiale klimaatwinst.
“D66 wil dat Nederland vooroploopt in de schone maakindustrie: van circulaire bouwmaterialen en groene chemie tot biobased plastics en groene waterstof. Dit zijn sectoren waar innovatie, infrastructuur en afzetmarkt samenkomen.”
“In 2050 is Nederland volledig circulair. In 2030 is het gebruik van nieuwe grondstoffen al gehalveerd. Overheden geven het goede voorbeeld: in 2035 is minstens de helft van hun aanbestedingen circulair en in 2045 alles. We maken per sector circulaire doelen, zoals voor de bouw, textiel, plastics en metalen.”
“Import is soms verstandiger dan miljardensubsidies aan bedrijven verstrekken om hier duurzaam te produceren. Juist in Zuid-Europa en het Mondiale Zuiden leveren investeringen in vergroening vaak méér klimaatwinst op, bijvoorbeeld omdat de kosten lager zijn.”
“Daarbij zetten we tegelijkertijd in op gelijke regels in Europa, zodat bedrijven in Nederland niet worden benadeeld ten opzichte van bedrijven in andere EU-landen. Zo zorgen we dat verduurzaming loont en voorkomen we dat landen elkaar naar steeds lagere milieustandaarden duwen om goedkoper te zijn.”
D66 wil dat werknemers uit de fossiele of oude industrie niet achterblijven, maar begeleiding en hulp krijgen om over te stappen naar banen in de duurzame sectoren van de toekomst.
“Werknemers uit de oude industrie laten we niet los. Zij krijgen hulp om de overstap te maken naar werk in de sectoren van de toekomst.”
“Mensen uit de fossiele industrie krijgen begeleiding naar werk in de energietransitie. Het wordt aantrekkelijker om technisch onderwijs te volgen.”
BBB kiest voor een pragmatische en industrie-vriendelijke verduurzaming: innovatie en betaalbaarheid staan centraal, zonder extra nationale lasten of overhaaste uitfasering van fossiel. De partij wil industrie beschermen tegen internationale concurrentie, inzetten op kernenergie en innovatie, en pleit voor het afschaffen van nationale CO₂-heffingen en subsidies op verlieslatende technieken. Verduurzaming moet haalbaar zijn zonder banenverlies of economische schade.
BBB wil de nationale CO₂-heffing voor de industrie afschaffen, omdat deze volgens de partij het vestigingsklimaat schaadt en leidt tot ‘carbon leakage’ zonder aantoonbaar klimaateffect. Ze willen alleen Europese regelgeving volgen en bedrijven ondersteunen bij innovatie en verduurzaming.
“De extra nationale CO₂ heffing voor de industrie daarom terugdraaien. Deze heffing, boven op het Europese ETSsysteem, schaadt ons vestigingsklimaat en jaagt bedrijven de grens over zonder aantoonbaar klimaateffect.”
“BBB kiest voor een realistisch klimaatbeleid dat ondernemers niet straft, maar ondersteunt bij innovatie en verduurzaming.”
BBB steunt pilot- en opschalingsprojecten voor innovatieve verduurzamingstechnieken in de industrie, zoals groene waterstof, circulaire kunstmest, monovergisting en CO₂-negatief staal. De partij ziet innovatie als de sleutel tot verduurzaming zonder economische schade.
“Investeren in nieuwe industriële technieken. BBB steunt pilot en opschalingsprojecten voor bijvoorbeeld: – Elektrolyse fabrieken voor groene waterstof, – Circulaire kunstmest op basis van dierlijke mest, – Monovergisting en warmteterugwinning, – CO₂negatief staalproductie via innovatieve smeltprocessen.”
BBB ziet kernenergie, inclusief Small Modular Reactors (SMR’s), als essentieel voor een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening voor de industrie. Dit moet de concurrentiepositie versterken en de energietransitie mogelijk maken zonder economische slagkracht te verliezen.
“We versnellen de bouw van kerncentrales; zowel grote kerncentrales als kleine modulair gebouwde kerncentrales (Small Modular Reactors: SMR’s).”
“Betaalbare energie voor de industrie, onder andere door het gebruik van kleine modulaire reactoren (SMR’s) kan de productiecapaciteit ondersteunen en de concurrentiepositie verbeteren. Dit maakt energietransitie haalbaar zonder de economische slagkracht te verliezen.”
BBB wil de SDE++-subsidies voor verduurzaming vanaf 2026 beëindigen en kiest voor een technologie-neutrale benadering. Bedrijven moeten zelf kiezen hoe ze verduurzamen, zonder afhankelijkheid van subsidies of verlieslatende technieken.
“Stoppen met de SDE++-subsidies vanaf 2026. De subsidieregeling SDE++ kost miljarden per jaar en leidt tot dure megaprojecten op zee, op land en in landbouwgebied. BBB wil een technologie neutrale aanpak, waarbij bedrijven en huishoudens verduurzamen op hun eigen manier – zonder afhankelijkheid van de ‘subsidieindustrie’.”
BBB wil de industrie beschermen tegen oneerlijke concurrentie van buiten de EU door gebruik te maken van CO₂-grensheffingen (CBAM), zodat verduurzaming niet leidt tot verlies van strategische industrie.
“Industrie beschermen met CO₂-grensheffingen. We gebruiken de CO₂ grens heffingen (CBAM) om onze industrie te beschermen;”
BBB wil pas stoppen met fossiele energie als er echt betrouwbare en betaalbare alternatieven zijn, en is tegen het sluiten van kolencentrales zolang elders in Europa minder efficiënte centrales draaien.
“Geen onrealistische uitfasering fossiel. We stoppen pas met fossiele energie als er echt betrouwbare en betaalbare alternatieven zijn.”
“Kolencentrales openhouden. De sluiting van kolencentrales per 2030 wordt ingetrokken zolang elders in Europa minder efficiënte centrales draaien.”
BBB pleit voor volledige erkenning en gelijke behandeling van verspreide energie-intensieve industrie als een volwaardig industrieel cluster, met betere toegang tot infrastructuur en maatwerkbeleid binnen de industriële transitie.
“Volledige erkenning en gelijke behandeling van energie-intensieve industrie als ‘zesde cluster’... Dat betekent betere toegang tot infrastructuur, maatwerkbeleid en een gelijkwaardige plek in industriële transitieprogramma’s.”
Het CDA wil de verduurzaming van de industrie vooral via Europese samenwerking, innovatie en bindende maatwerkafspraken met de grootste vervuilers realiseren. Ze zetten in op technologieën als CO₂-opslag (CCS), het schrappen van de nationale CO₂-heffing, en het stimuleren van circulaire productie en schone technologieën. De partij kiest voor een realistische, industriebehoudende aanpak met aandacht voor een gelijk Europees speelveld en voorspelbaar beleid.
Het CDA wil de verduurzaming van de bestaande industrie versnellen door bindende en wederkerige afspraken te maken met de grootste vervuilende bedrijven. Hiermee willen ze gericht de CO₂-uitstoot verminderen zonder de industrie uit Nederland te verdrijven.
“We maken bindende en wederkerige maatwerkafspraken met de grootste vervuilende bedrijven om de bestaande industrie te verduurzamen en te bouwen aan een duurzame economie van de toekomst.”
“We maken maatwerkafspraken met grote bedrijven uit de industrie om te verduurzamen mogelijk door een geïntegreerde aanpak met passende beleidsregels en adequate financiële ondersteuning.”
Het CDA kiest expliciet voor een Europese aanpak van industriële verduurzaming en wil de nationale CO₂-heffing afschaffen om het vestigingsklimaat voor industrie te beschermen. Ze willen nationale doelen alleen voor niet-ETS-sectoren en een gelijk speelveld binnen Europa.
“We schrappen de nationale CO2-heffing.”
“Een duurzame economie bereiken we alleen met een Europese aanpak en een gelijk speelveld in Europa. Daarom volgen we de Europese klimaatdoelen en passen we de Nederlandse klimaatwet daarop aan. De nationale CO₂-heffing schrappen we, want we willen bedrijven niet wegjagen.”
“De industrie en energiesector worden bekeken en beoordeeld vanuit een Europese aanpak. Dat betekent dat we kiezen voor nationale doelen voor uitstoot van broeikasgassen in de niet-ETS-sectoren en een Europees doel voor uitstoot in alle ETS-sectoren. Industrie die verduurzaamt willen we behouden voor Nederland.”
Het CDA ziet technologie en infrastructuur als sleutel voor verduurzaming van de industrie, met nadruk op Carbon Capture and Storage (CCS) en het ontwikkelen van schone technologieën en circulaire productie.
“Tijdige realisatie van projecten op het gebied van Carbon Capture and Storage (CCS) is essentieel voor de verduurzaming van de industrie waarbij CO₂-uitstoot onvermijdelijk is. We beginnen zo snel mogelijk met het bouwen van de infrastructuur die nodig is om negatieve emissies (het onttrekken van CO₂ aan de atmosfeer) te realiseren...”
“We vertalen de Clean Industrial Deal naar Nederland voor het ontwikkelen van schone technologieën, circulaire productie en de vermindering van CO₂-uitstoot.”
Het CDA wil de vraag naar duurzame en circulaire industriële producten stimuleren door Europese productnormering en het bevorderen van alternatieve grondstoffen, zodat verduurzaming ook economisch aantrekkelijk wordt.
“We stimuleren de vraag naar duurzame producten, zowel low-carbon als circulair, via Europese productnormering, in lijn met de Clean Industrial Deal. Tegelijkertijd maakt Nederland werk van voldoende beschikbaarheid van alternatieve, duurzame grondstoffen om in deze vraag te kunnen voorzien.”
“We steunen een Europese grondstoffenheffing en strengere productnormering. Zo wordt gerecycled plastic goedkoper dan nieuw plastic.”
Om het vertrouwen in de duurzame industrie te versterken, wil het CDA dat de ACM strenger optreedt tegen misleidende duurzaamheidsclaims van bedrijven.
“We versterken het vertrouwen van consumenten in de duurzame economie door misleidende claims tegen te gaan. Daarom gaat de ACM strenger optreden tegen misleidende duurzaamheidsclaims, met sancties.”
JA21 kiest bij verduurzaming van de industrie voor een pragmatische en economische benadering: verduurzaming wordt alleen ondersteund als het rendabel is en mag de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie niet schaden. Ze willen geen extra nationale regels of belastingen bovenop Europese afspraken, zetten in op innovatie en betaalbare energie, en verwerpen wat zij "symboolbeleid" noemen.
JA21 wil voorkomen dat Nederlandse industriebedrijven vertrekken door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken en door nationale CO2-heffingen af te schaffen. Ze vinden dat een gelijk speelveld met omringende landen essentieel is voor het behoud van werkgelegenheid en concurrentiekracht.
“We stoppen de uittocht van bedrijven en banen door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken en door de concurrentiepositie van de haven te beschermen.”
“We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
“Een gelijk speelveld voor onze industrie door regelgeving gelijk te trekken met omringende landen zoals Duitsland en België.”
Verduurzaming en circulaire economie worden alleen ondersteund als ze economisch rendabel zijn. JA21 verzet zich tegen subsidies en beleid die de markt verstoren of bedrijven op kosten jagen zonder aantoonbaar rendement.
JA21 wil de industrie ruimte geven om te innoveren en te groeien, met prioriteit voor betaalbare en betrouwbare energie. Ze wijzen "symboolbeleid" af en willen netcongestie oplossen en vergunningen versnellen, zodat verduurzaming niet ten koste gaat van economische vitaliteit.
“De (petrochemische)industrie in en rond de haven moet de ruimte krijgen om te innoveren, te groeien en zo haar cruciale rol in de Nederlandse economie te blijven vervullen.”
“Symboolbeleid wijzen we af en we focussen op technologie en energiezekerheid.”
“Vergunningsprocedures versnellen voor onder andere stikstof en aansluitingen op het energienet.”
JA21 wil geen nationale koppen op EU-regels, minder regeldruk en een drastische afbouw van subsidies die innovatie belemmeren. Ze willen dat de overheid zich terughoudend opstelt en bedrijven ruimte geeft.
De ChristenUnie wil de industrie versneld verduurzamen door Europese en nationale regelgeving, financiële prikkels en innovatie te combineren. Grote uitstoters worden via maatwerkafspraken en CO2-heffingen gestimuleerd om volledig te vergroenen, terwijl opbrengsten uit heffingen terugvloeien naar de industrie voor de overstap naar duurzame productie. De partij zet in op normering van de vraag, stimulering van circulaire economie en waterstofinnovatie, en wil onnodige regeldruk voor bedrijven beperken.
De ChristenUnie ondersteunt het versneld afbouwen van uitstootrechten in het Europese emissiehandelssysteem en behoudt de nationale CO2-heffing als instrument. Bedrijven die volledig willen verduurzamen krijgen steun, en opbrengsten uit heffingen worden ingezet voor de transitie naar duurzame productiemethoden. Het doel is niet om geld op te halen, maar om vergroening te stimuleren.
“Om grote uitstoters te verduurzamen, steunen we het Europese plan om versneld de uitstootrechten voor broeikasgassen in het emissiehandelssysteem in 2040 naar nul af te bouwen. We blijven werk maken van maatwerkafspraken met grote, strategische bedrijven en sectoren. Bedrijven die een plan hebben om volledig te verduurzamen, krijgen steun. De nationale CO2-heffing blijft als instrument bestaan, maar zetten we voor bedrijven waar de overheid in gebreke blijft op nul. Het doel van de heffing is niet om geld op te halen. Mochten er opbrengsten zijn, dan komen die ten goede aan de industrie om de overstap van fossiele naar duurzame productiemethoden te realiseren.”
De partij pleit voor Europese normering van de vraag naar duurzaam en circulair geproduceerde producten, zodat er een markt ontstaat voor deze producten. Circulaire bedrijven en hergebruikketens worden financieel ondersteund, en producenten krijgen meer verantwoordelijkheid voor hun afvalstromen. Waterstofinnovatie wordt gestimuleerd als sleutel voor verduurzaming van industriële processen.
“We maken in Europees verband werk van het normeren van de vraag, zodat er ook Europese markten zijn voor de duurzaam (en circulair) geproduceerde producten. We stimuleren waterstofinnovatie, om duurzaam opgewekte energie ook te kunnen gebruiken.”
“Circulaire bedrijven hebben het zwaar terwijl de circulaire economie de toekomst is. Circulaire producten zijn duurder dan wegwerpproducten en de vraag blijft achter. Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen. We stimuleren de circulaire capaciteit van de industrie, bijvoorbeeld met ketenafspraken.”
De ChristenUnie wil extra investeren in energie-infrastructuur en innovatie om de industrie te verduurzamen en de concurrentiepositie te behouden. Dit omvat onder meer elektrificatie van industriële processen, stimulering van waterstof en het ombouwen van gascentrales naar CO2-vrije alternatieven.
“In het Klimaatfonds trekken we extra geld uit voor energie-infrastructuur, zoals elektriciteits- en wartmenetten, isolatie van huizen en verduurzaming van de industrie, zodat Nederland een sterke en schone industriële sector behoudt.”
“Industriële processen worden waar mogelijk verder geëlektrificeerd.”
“Ook moeten gascentrales die nu voor flexibiliteit zorgen in het aanbod, worden omgebouwd naar CO2-vrije centrales op waterstof of een andere regelbare brandstof.”
De partij wil onnodige administratieve lasten en overregulering voor bedrijven tegengaan. De overheid moet sturen op doelen (zoals CO2-reductie), niet op gedetailleerde middelvoorschriften, zodat bedrijven ruimte krijgen voor eigen invulling van verduurzaming.
“Dit leidt soms echter tot overregulering, waarbij van bedrijven wordt gevraagd om kolossale administratiesystemen bij te houden die niet of zeer beperkt bijdragen aan een redelijk doel. [...] Wat de ChristenUnie betreft stuurt de overheid op doelen in plaats van middelvoorschriften, waarbij eigenaarschap het uitgangspunt is.”
De ChristenUnie wil dat de werkelijke prijs van producten wordt betaald, inclusief milieukosten, en pleit voor het afschaffen van fossiele subsidies en het steviger belasten van milieuvervuiling. Dit moet idealiter op Europees niveau gebeuren om weglek te voorkomen.
“We willen dat die kosten worden meegerekend, zodat de werkelijke prijs (‘true price’) van producten wordt betaald. [...] Deze vorm van beprijzing vindt idealiter plaats op Europees niveau, om weglekeffecten te voorkomen.”
“Andere fiscale voordelen die leiden tot extra broeikasgasemissies, ook wel fossiele subsidies genoemd, schaffen we af. Milieuvervuiling gaat steviger belast worden, bijvoorbeeld met een NOx-heffing.”
De SGP is voor verduurzaming van de industrie, maar benadrukt het belang van een eerlijk internationaal speelveld en het voorkomen van verplaatsing van productie naar landen met lagere milieustandaarden. Ze willen investeren in infrastructuur voor waterstof en elektriciteit, stimuleren het gebruik van duurzame industriële producten, en pleiten voor het beperken van nationale koppen op Europese regelgeving en het verlagen van kosten voor de industrie.
De SGP steunt verduurzaming van de industrie, maar wil voorkomen dat bedrijven vertrekken naar landen met minder strenge milieuregels ("carbon leakage"). Ze vinden dat Nederland niet verder moet gaan dan omliggende landen qua lasten en verplichtingen, om zo een eerlijk speelveld te behouden en de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie te beschermen.
“We staan voor verduurzaming van de industrie, maar wel met oog voor een zo eerlijk mogelijk speelveld. Verplaatsing van productie naar landen waar minder milieuregels zijn, willen we immers voorkomen: beter groen hier, dan grijs daar.”
“De concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verslechtert zienderogen. Zelfs de kostenverschillen met omliggende landen lopen op door stijgende nettarieven en een nationale CO2-heffing boven op het Europese emissiehandelssysteem. De nettarieven moeten omlaag, de CO2-heffing van tafel. Beter groen hier, dan grijs elders.”
“Nationale koppen op het Europese emissiehandelssysteem voor CO2 worden zoveel mogelijk voorkomen.”
De SGP wil dat overheid en netbeheerders investeren in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur, ook buiten de grote industrieclusters. Ze willen doelstellingen voor groene waterstof afstemmen op buurlanden en stimuleren de vraag naar duurzaam geproduceerde industriële producten zoals groen staal.
“Overheid en netbeheerders investeren tijdig in waterstof- en elektriciteitsinfrastructuur voor de industrie, ook buitenom de grote industrieclusters.”
“Doelstellingen en verplichtingen voor gebruik van groene waterstof in de industrie worden afgestemd op het beleid in omliggende landen.”
“De vraag naar groen staal en andere duurzaam geproduceerde industriële producten wordt gestimuleerd.”
De SGP stelt voor om een heffing in te voeren op het grootschalig lozen van restwarmte (tenminste bij datacenters), met terugsluis naar de sector voor verduurzaming van productieprocessen, en stimuleert het nuttig gebruik van restwarmte in industriële warmtenetten.
“De overheid kijkt naar een heffing op het grootschalig lozen van restwarmte, tenminste bij datacenters, in combinatie met een terugsluis naar de sector voor verduurzaming van productieprocessen en moedigt het nuttig gebruik in (industriële) warmtenetten aan.”
De SGP ziet het oplossen van netcongestie als een absolute randvoorwaarde voor de verduurzaming van de industrie. Zonder snelle uitbreiding en slimmer gebruik van het elektriciteitsnet kunnen fabrieken en duurzame projecten niet worden aangesloten, wat verduurzaming belemmert.
“Het is ook het grote knelpunt voor de gewenste verduurzaming van de energievoorziening en de industrie. Aanpak van netcongestie, slimmer gebruik van beschikbare netcapaciteit en snelle verzwaring van het elektriciteitsnet verdienen daarom de hoogste prioriteit.”
“Bedrijven zitten klem doordat ze lang moeten wachten op de noodzakelijke aansluiting op het volle stroomnet. Voor aanpak van netcongestie moet alles uit de kast gehaald worden, zonder taboes.”
De SP wil de industrie in Nederland verduurzamen door publieke regie, strengere milieueisen en het stimuleren van circulaire productie. Ze pleiten voor het stoppen van fossiele subsidies, investeren in schone technologieën zoals groene waterstof, en het stellen van harde eisen aan bedrijven om vervuiling te verminderen. De partij koppelt verduurzaming aan behoud van werkgelegenheid en publieke zeggenschap over strategische sectoren.
De SP wil zo snel mogelijk een einde maken aan fossiele subsidies voor grote bedrijven en koppelt eventuele steun voor vergroening aan publieke zeggenschap. Hiermee willen ze voorkomen dat gemeenschapsgeld naar vervuilende bedrijven blijft gaan zonder dat de samenleving invloed heeft op de verduurzaming.
“Wij stoppen die subsidies zo snel mogelijk en geven steun voor vergroening als daar publieke zeggenschap tegenover staat.”
De partij zet in op innovatie en investeringen in schone technologieën, zoals groene waterstof, en wil de industrie circulair maken door hergebruik, reparatie en recycling te stimuleren. Dit moet leiden tot minder grondstoffengebruik, minder vervuiling en een sterke, duurzame industrie.
“We investeren in een sterke, innovatieve en schonere economie. Dit doen we onder andere bij Tata Steel in IJmuiden, bedrijven op Chemelot in Limburg of in de Rotterdamse Haven.”
“We zetten in op groene waterstof (waterstof geproduceerd met hernieuwbare energie) als oplossing voor sectoren die geen mogelijkheden hebben om volledig te elektrificeren, zoals delen van de zware industrie.”
“Door hergebruik, reparatie en recycling wordt verspilling verleden tijd. Zo creëren we een toekomst waarin iedereen profiteert van een eerlijke, duurzame en circulaire economie.”
De SP wil dat de overheid streng optreedt tegen vervuilende industrieën door het aanscherpen van milieunormen, het verbieden van schadelijke stoffen en het opleggen van betekenisvolle boetes. De vervuiler moet betalen en bedrijven die regels overtreden worden hard aangepakt.
“We dwingen vervuilende industrieën om het gebruik van plastic af te bouwen. De normen voor luchtkwaliteit en geluidsbelasting worden aangescherpt. We treden harder op tegen het lozen en storten van giftige stoffen, inclusief asbest.”
“Bedrijven die de regels aan hun laars lappen, pakken we hard aan. Bedrijven krijgen betekenisvolle boetes.”
De SP vindt dat de industrie in Nederland moet blijven en verduurzaamd moet worden met oog voor regionale werkgelegenheid en strategische autonomie. Cruciale sectoren als staal, chemie en energieproductie moeten in eigen land blijven, waarbij de overheid investeert en duidelijke regels stelt.
“Schone industrie in eigen hand en eigen land. Industrie moet blijven in Nederland. Voor investeringen zijn cruciale sectoren nodig. Denk hierbij aan de productie van staal, chemie, de winning van schaarse grondstoffen en de opwekking van energie.”
“We investeren in een sterke, innovatieve en schonere economie.”
“Duidelijkheid aan werknemers en bedrijven, zorgt voor een overgang naar een duurzame schone productie voor ons klimaat, met oog voor regionale werkgelegenheid en draagvlak.”
GroenLinks-PvdA wil de industrie versneld verduurzamen door strenge normering, het afbouwen van fossiele subsidies, en forse investeringen in schone energie en infrastructuur. Grote vervuilers gaan meer betalen en bedrijven worden verplicht tot bindende klimaatplannen, terwijl de overheid duurzame innovatie en omscholing van werknemers ondersteunt. De partij kiest expliciet voor een groene industriepolitiek waarin alleen toekomstbestendige, schone bedrijven ruimte krijgen.
GroenLinks-PvdA wil bedrijven verplichten tot een geloofwaardig pad naar klimaatneutraliteit, met deadlines en terugvordering van steun bij niet-naleving. Naast financiële prikkels komen er harde normen en sectorale besparingsdoelen om de verduurzaming van de industrie af te dwingen.
“We helpen bedrijven die willen verduurzamen financieel, maar onder strenge voorwaarden. Zoals een geloofwaardig pad naar klimaatneutraliteit. We blijven niet eindeloos in gesprek met partijen die niet in de meewerkstand staan. Er komt een deadline voor het opstellen van een klimaatplan en als bedrijven zich niet houden aan afspraken wordt terugbetaling geëist. Naast financiële prikkels komt er ook stevige normering, bijvoorbeeld een uitbreiding van de energiebesparingsplicht en bindende besparingsdoelen per sector.”
De partij wil alle fiscale voordelen en subsidies voor fossiele industrieën afbouwen en grote vervuilers meer laten betalen via CO₂-heffingen. Dit moet duurzame bedrijven een eerlijke kans geven en de overstap naar hernieuwbare bronnen versnellen.
“Fossiele vervuilers ontvangen nu tientallen miljarden aan subsidies voor hun vervuilende activiteiten. Deze fossiele subsidies zetten duurzame bedrijven op achterstand en houden de fossiele economie in stand. We bouwen fossiele subsidies af, zoveel mogelijk in Europees verband. We behouden de CO₂-heffing zodat bedrijven de prijs betalen voor hun uitstoot, en zij de overstap maken op hernieuwbare bronnen.”
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“Grote vervuilende bedrijven gaan eerlijk belasting betalen over vervuilende uitstoot. Fossiele subsidies bouwen we af.”
Om de industrie te verduurzamen, investeert GroenLinks-PvdA fors in uitbreiding van het elektriciteitsnet, wind-op-zee en betaalbare duurzame energie. De overheid sluit langjarige Noordzeepacten en neemt deels financiële risico’s over om elektrificatie van de industrie te versnellen.
“Daarom investeren we fors in het uitbreiden van het elektriciteitsnet. We investeren in schone en betaalbare energie uit wind-op-zee. Om dat te bereiken sluiten we een Noordzeepact tussen overheid, energiebedrijven, industrie en netbeheerders.”
“We versnellen de aanleg van windmolenparken op zee om de industrie te laten elektrificeren. Ook sluit de overheid een Noordzeepact met wind- en waterstofproducenten, industriële afnemers en netbeheerders, met langjarige verbintenissen die zekerheid bieden. De overheid neemt een deel van de financiële risico’s op zich maar deelt ook mee in de winst.”
De partij kiest expliciet voor bedrijven die passen in een schone en eerlijke economie, gezien de schaarste aan ruimte, personeel en grondstoffen. Bedrijven zonder toekomst in een duurzame economie worden niet langer ondersteund.
“Wij kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland. Ruimte, personeel, energie, netcapaciteit en grondstoffen zijn namelijk schaars en de wereld verandert snel. Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst, samen met Europese bondgenoten.”
Werknemers die hun baan verliezen door de verduurzaming van de industrie worden met behoud van inkomen begeleid naar duurzame banen, inclusief omscholing, zodat zij niet de dupe worden van het klimaatbeleid.
“Werknemers die een fossiele baan verliezen worden met behoud van inkomen begeleid naar een duurzame baan – zo nodig inclusief omscholing – naar het voorbeeld van het kolenfonds. Zo worden werknemers niet de dupe van klimaatbeleid én werven we de hoognodige arbeidskrachten voor de klimaattransitie.”
NSC wil de verduurzaming van de industrie vooral bereiken door een transitie naar een circulaire economie, het stimuleren van biobased grondstoffen, het beprijzen van CO2-uitstoot en het afbouwen van fossiele subsidies. Ze leggen nadruk op Europese samenwerking, het verplichten van gerecycled materiaal, en het stellen van strengere normen voor industriële uitstoot en afvalstromen. De partij ziet CCS als tijdelijke oplossing en wil vooral inzetten op structurele veranderingen richting duurzame productie en materialen.
NSC wil de industrie verduurzamen door de overstap naar circulaire productie en het gebruik van biobased grondstoffen, met minder afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen en meer hergebruik. Dit moet leiden tot minder afval en een duurzamere chemische sector.
“We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk. We zetten in op Europese initiatieven die biobased en circulaire producten (plastics) stimuleren. Afval wordt zoveel mogelijk gebruikt als grondstof.”
“We stimuleren de toepassing van biobased grondstoffen zoals hout en vezels, voor hoogwaardige toepassingen in onder meer de bouw en de chemie. We zijn tegen het verbranden van biomassa om energie op te wekken.”
NSC ziet het Europese emissiehandelssysteem (ETS) als het belangrijkste instrument om CO2-uitstoot in de industrie te verminderen. Ze willen belastingkortingen op fossiele brandstoffen afbouwen en de opbrengsten inzetten voor duurzame investeringen.
“Voor de transitie van de industrie, de energiesector, de maritieme sector en de luchtvaart is het Europese emissiehandelssysteem (ETS) het beste systeem, waardoor de uitstoot van CO2 een oplopende prijs krijgt.”
“Hiermee worden ook de belastingkortingen op fossiele brandstoffen deels afgebouwd. Met de opbrengsten kunnen private investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie in eigen land gestimuleerd worden.”
“De nationale ‘fossiele subsidies’ die grote bedrijven ontvangen in de vorm van vrijstellingen en degressieve tarieven in de energiebelasting willen we in Europees verband afbouwen.”
Om de industrie te verduurzamen wil NSC dat het gebruik van gerecycled materiaal verplicht wordt en dat primair grondstoffenverbruik wordt beprijsd, vooral in Europees verband.
“In Europees verband pleiten we voor het beprijzen van primair grondstoffenverbruik door de industrie, naast het verplichten van de toepassing van gerecycled materiaal.”
NSC wil de volksgezondheid beschermen door strengere uitstootnormen voor schadelijke stoffen uit de industrie en betere handhaving, met nadruk op het toepassen van de best beschikbare technologie.
“We pleiten voor het aanscherpen en handhaven van uitstootnormen en maatregelen om afvaldumping te stoppen. Het criterium ‘best beschikbare technologie’ moet zo worden gedefinieerd dat het geringste effect op de gezondheid en het milieu daarvan een integraal onderdeel is.”
NSC accepteert het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) slechts als tijdelijke maatregel, en benadrukt dat dit niet mag afleiden van het structureel afbouwen van fossiele grondstoffen.
“Het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) is een tijdelijke oplossing. Deze mag niet afleiden van de noodzaak om het gebruik van fossiele grondstoffen af te bouwen.”
De PVV is uitgesproken tegen verduurzaming van de industrie via klimaatbeleid, subsidies of verplichtingen. Zij willen stoppen met de energietransitie, alle klimaatsubsidies en -heffingen schrappen, en inzetten op betaalbare energie uit gas, olie, kolen en kernenergie. Verduurzaming van de industrie wordt niet als doel gezien; leveringszekerheid en lage kosten staan centraal.
De PVV verwerpt expliciet alle vormen van verduurzaming van de industrie via overheidsbeleid, subsidies of verplichtingen. Zij zien klimaatmaatregelen als onnodig, duur en ineffectief, en willen deze volledig terugdraaien. De partij kiest voor fossiele energie en kernenergie, en wil geen CO2-reductie afdwingen bij bedrijven.
“We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom. We gaan niet verplicht van het gas af, houden onze kolen- en gascentrales open en bouwen meer kerncentrales – stabiel en betrouwbaar.”
“SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen”
“CO2-heffing afschaffen”
“Geen ondergrondse CO2-opslag”
“Terugtrekken uit het VN-Klimaatakkoord van Parijs; Klimaatwet intrekken”
“Klimaatfonds schrappen; Klimaatberaad opdoeken”
De PVV wil geen nieuwe duurzaamheidseisen opleggen aan bedrijven, en bestaande verplichtingen afschaffen. Zij vinden dat bedrijven niet moeten worden belast met extra regels of kosten voor verduurzaming.
“Schrappen en vereenvoudigen van bouweisen; geen nieuwe duurzaamheidseisen, geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas”
“Van net zo groot belang zijn onze binnenvaart en havens – maar ook havenbedrijven gaan gebukt onder verregaande klimaatmaatregelen en de onbetaalbare energielasten. We moeten bedrijven koesteren in plaats van wegpesten. Geen gedwongen elektrificatie in de scheepvaart.”
De VVD wil de industrie in Nederland verduurzamen, maar kiest daarbij voor een pragmatische en concurrerende aanpak: bedrijven moeten kunnen blijven concurreren en mogen niet door nationale regels worden weggejaagd. De partij stelt voor om de nationale CO2-heffing te schrappen, investeringen in verduurzaming fiscaal te stimuleren, en maatwerkafspraken met bedrijven te maken, terwijl de overheid investeert in infrastructuur en CO2-opslag. De VVD benadrukt het belang van een gelijk speelveld binnen Europa en wil dat verduurzaming hand in hand gaat met economische groei en betaalbaarheid.
De VVD vindt dat de nationale CO2-heffing Nederlandse bedrijven benadeelt ten opzichte van de rest van Europa en wil deze daarom afschaffen. In plaats daarvan wil de partij inzetten op een Europees systeem om een gelijk speelveld te waarborgen en te voorkomen dat industrie uit Nederland vertrekt.
“We schrappen de CO2-heffing: Nederland kent als enige land binnen de EU een nationale CO2-heffing. Dit creëert een ongelijk speelveld voor bedrijven. Bedrijven geven aan dat dit een van de redenen is waarom ze naar het buitenland vertrekken. Daarom schrappen we de heffing en gaan we met de sector op zoek naar een alternatief systeem, waarbij we ons inzetten voor één Europees systeem voor duurzame industrie en mijnbouw en waarmee we een gelijk speelveld waarborgen.”
De VVD wil bedrijven ondersteunen bij verduurzaming door investeringskortingen en maatwerkafspraken, zodat verduurzaming haalbaar en betaalbaar blijft. De overheid blijft ook na 2030 bedrijven individueel ondersteunen met concrete plannen.
“We helpen de industrie te verduurzamen: Dit is belangrijk om onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen uit onvrije landen te verkleinen. We zien echter dat de industrie het zwaar heeft en verduurzaming in de praktijk moeizaam verloopt. Daarom onderzoeken we een investeringskorting voor bedrijven die willen verduurzamen en ondersteunen we bedrijven richting 2030 via maatwerkafspraken met een concreet en allesomvattend plan voor verduurzaming. Ook na 2030 blijft de overheid bedrijven helpen met een gerichte individuele aanpak.”
De VVD wil dat klimaatbeleid niet leidt tot het vertrek van industrie uit Nederland en pleit voor een gelijk speelveld met andere Europese landen. De partij kiest voor pragmatisch beleid dat CO2-reductie in de praktijk realiseert, niet alleen op papier.
“We reduceren CO2 niet op papier door industrie uit Nederland weg te jagen, maar reduceren CO2 in de praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
“We willen een gelijk speelveld voor onze industrie met de rest van Europa. Europees klimaatbeleid zorgt voor een gelijk speelveld tussen EU landen. We schrappen waar mogelijk nationale koppen op Europees beleid.”
De VVD ziet tijdige realisatie van energie-infrastructuur en CO2-opslag als cruciaal voor een schone industrie. De overheid moet hierin een proactieve rol nemen en barrières voor verduurzaming wegnemen.
“We investeren in tijdige realisatie van CO2-opslag en zetten in op CO2-afvang, -verwijdering en -hergebruik: Voor de transitie naar een weerbare en schone industrie is opvang en hergebruik van CO2 cruciaal. Daarom moeten CO2-opslagprojecten tijdig worden gerealiseerd. De overheid neemt hierin een proactieve rol.”
“Het zet onze economie op slot. Het zorgt ervoor dat onze bedrijven de verduurzamingsslag niet kunnen maken. Daardoor staan de economische groei en verduurzaming onder druk, kunnen huizen niet worden gebouwd en wegen niet worden aangelegd. We moeten dus doen wat nodig is om dit vlot te trekken.”
De VVD ziet circulariteit als een manier om uitstoot te verminderen en afhankelijkheid van schaarse grondstoffen te beperken. De partij wil investeren in circulaire technologie en innovatie, en onnodige regels schrappen.
“Circulariteit is geen doel op zichzelf, maar een middel om uitstoot te verminderen, uitputting van de aarde te voorkomen en om geopolitieke afhankelijkheid voor schaarse grondstoffen te beperken Een schone economie is een circulaire economie. Daarom zetten we, in Europees verband, vol in op circulariteit, langere levensduur van producten, kwaliteit in plaats van kwantiteit en hergebruik.”
“We willen daarom onnodige regels schrappen, we blijven investeringen in circulaire technologie en innovatie stimuleren, en samen met ondernemers nemen we praktische knelpunten weg.”
50PLUS is kritisch over nationale verplichtingen en extra regelgeving voor verduurzaming van de industrie, en pleit voor een Europees gelijk speelveld en het beprijzen van CO2 op Europees niveau. Ze zijn tegen nationale industriepolitiek en extra nationale klimaatmaatregelen, en willen verduurzaming vooral via Europese afspraken en technologische innovatie zoals kernenergie stimuleren.
50PLUS vindt dat verduurzaming van de industrie alleen effectief is als het op Europees of mondiaal niveau gebeurt, om de concurrentiepositie van Nederland niet te schaden. Ze zijn tegen nationale CO2-heffingen en extra regels bovenop Europese afspraken, en willen nationale klimaatmaatregelen uitfaseren zodra Europese CO2-beprijzing wordt opgeschaald.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Gezamenlijk klimaatbeleid op Europees of wereldwijd niveau, anders is het niet effectief.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
50PLUS is tegen actieve industriepolitiek op nationaal en Europees niveau, omdat dit volgens hen leidt tot ineffectief beleid en economische schade. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk voor kritieke militair-industriële doelen.
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen. Hierbij kunnen tijdelijk uitzonderingen gelden voor kritieke militair-industriële doelen.”
Voor de verduurzaming van de industrie zet 50PLUS in op technologische innovatie, met name door de bouw van nieuwe kerncentrales en de introductie van kleine kerncentrales (SMR’s), om voldoende betaalbare en betrouwbare energie te leveren voor industrie en economie.
DENK wil de verduurzaming van de industrie versnellen door grote vervuilers eerlijker te laten bijdragen en hen te stimuleren tot vergroening via hogere belastingen en een CO2-heffing. Het partijprogramma legt de nadruk op het principe 'de vervuiler betaalt' en wil investeringen in de energietransitie en vergroening van de economie waarborgen via een Klimaatfonds. De focus ligt op het belasten van de grootste vervuilers en het stimuleren van duurzame energieproductie door bedrijven.
DENK vindt dat bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, relatief meer moeten bijdragen aan de energietransitie. Door een CO2-heffing en hogere energiebelasting voor de grootste vervuilers wil DENK deze bedrijven stimuleren om hun productieprocessen te verduurzamen. Dit beleid adresseert het probleem dat de industrie een groot aandeel heeft in de nationale uitstoot en dat de lasten eerlijker verdeeld moeten worden.
“Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér energiebelasting en opslag voor duurzame energie betalen. Met een CO2-heffing voor de grootste vervuilers geven we een extra stimulans om te verduurzamen.”
“De grote vervuilende bedrijven moeten ook hun eerlijke deel bijdragen, volgens het principe dat de vervuiler betaalt.”
DENK wil een toereikend Klimaatfonds instellen waaruit investeringen in de verduurzaming van de economie en energietransitie worden gefinancierd. Dit fonds moet aantoonbaar bijdragen aan duurzaamheid, met specifieke aandacht voor vergroening van de industrie als onderdeel van de bredere economie.
“Een toereikend Klimaatfonds waaruit de noodzakelijke investeringen gedaan kunnen worden voor de verduurzaming van ons land. DENK staat pal voor voldoende investeringen in de vergroening van onze economie en in de energietransitie.”
Om de industrie te verduurzamen, wil DENK energiebedrijven wettelijk verplichten om jaarlijks een groter aandeel duurzame energie op te wekken, totdat volledige duurzaamheid is bereikt. Dit dwingt bedrijven in de energiesector tot structurele vergroening van hun productie.
“Energiebedrijven worden wettelijk verplicht een groeiend aandeel duurzame energie op te wekken. Elk jaar stijgt dat verplichte aandeel, totdat volledige duurzaamheid is bereikt.”