De SP ziet de verdiencapaciteit van Nederland in de toekomst als afhankelijk van collectieve investeringen in infrastructuur, onderwijs, innovatie en een eerlijke verdeling van welvaart. Ze willen de belastingdruk verschuiven van arbeid naar kapitaal, fors investeren in publieke voorzieningen en innovatie, en zo de structurele economische kracht en kansen voor toekomstige generaties vergroten.
De SP stelt dat de grootste vermogens meer moeten bijdragen om de verdiencapaciteit van Nederland te versterken. Door hogere belastingen op kapitaal en een vermogensplafond willen ze investeren in onderwijs, infrastructuur en innovatie, wat de basis vormt voor toekomstige economische groei.
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs. Hiermee vragen we meer van de allerrijksten en zo kunnen we de plannen voor vooruitgang betalen, publieke voorzieningen versterken, de lonen verhogen en de inkomstenbelasting verlagen.”
“De allerrijksten gaan hun vermogen boven de 50 miljoen euro verplicht gebruiken om onze economie en samenleving te versterken. We investeren gezamenlijk in beter onderwijs, onderzoek, infrastructuur, zorg, politie en al die andere zaken waarmee we Nederland en Nederlanders tot de top van de wereld laten behoren.”
“Hiervoor voeren we een vermogensplafond in, waarmee we het vermogen bóven 50 miljoen euro kunnen inzetten voor beter onderwijs, onderzoek, infrastructuur, zorg, politie en al die andere zaken waarmee we Nederland tot de top van de wereld laten behoren.”
De SP wil de toekomstige verdiencapaciteit vergroten door fors te investeren in infrastructuur, volkshuisvesting, onderwijs en innovatie. Dit moet de economie structureel versterken en zorgen voor duurzame groei en werkgelegenheid.
“Nederland heeft een regering nodig die fors en duurzaam gaat investeren in cruciale infrastructuur, volkshuisvesting, onderwijs en innovatie. En zo de economie en de positie van werknemers structureel versterkt.”
“Dit investeringsplan versnelt procedures en de bouw van woningen, de energievoorziening, het spoor en de drinkwatervoorziening, waarmee structureel de toekomstige economie van het moderne Nederland wordt versterkt.”
De SP koppelt de toekomstige verdiencapaciteit direct aan de energietransitie en innovatie in de industrie. Door te investeren in schone energie, groene waterstof en een sterk elektriciteitsnet willen ze de economie toekomstbestendig maken en nieuwe verdienmodellen creëren.
“Door vol in te zetten op zon, wind, groene waterstof en een sterk elektriciteitsnet bouwen we aan een duurzame energievoorziening voor iedereen. We investeren in nieuwe innovaties en technische oplossingen om zo een sterk elektriciteitsnet te bouwen. Zo zorgen we dat Nederland klaar is voor morgen én sterker wordt vandaag.”
“Door verspilling te voorkomen en waterstof alleen in te zetten waar het écht nodig is, bouwen we aan een sterke, duurzame industrie die de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doorbreekt en klaar is voor de toekomst.”
De SP ziet investeren in jongeren, onderwijs en vakmanschap als essentieel voor de toekomstige verdiencapaciteit. Door meer stageplaatsen, betere opleidingen en het aanpakken van jeugdarmoede willen ze de basis leggen voor een sterke economie op lange termijn.
“Onze jongeren verdienen een goede jeugd en een toekomst om naar uit te kijken. Door te investeren in wat er voor jongeren toe doet bouwen we aan vooruitgang, met een eigen huis, zonder schulden en een eerlijk loon.”
“We willen meer waardering voor vakmanschap en voor de voortdurende kennisontwikkeling van werknemers die nodig is om bij de tijd te blijven.”
“Iedere jongere verdient een stageplek om écht een vak te leren, niet om uitgebuit te worden als goedkope arbeidskracht. We werken aan kleinschalige vakscholen en meer stageplaatsen samen met het bedrijfsleven.”
BVNL ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit vooral als een kwestie van individuele keuzevrijheid, lagere lasten en het stimuleren van ondernemerschap en innovatie. De partij pleit voor een flexibeler pensioenstelsel, lagere belastingen op arbeid en ondernemerschap, en investeringen in technologie en onderwijs om Nederland economisch weerbaar te maken. Hun kernvisie is dat minder overheidsbemoeienis, meer keuzevrijheid en een innovatievriendelijk klimaat de basis vormen voor een sterke verdiencapaciteit in de toekomst.
BVNL stelt dat het huidige pensioenstelsel de toekomstige verdiencapaciteit belemmert door gebrek aan keuzevrijheid en transparantie. Ze willen dat deelnemers zelf hun pensioenuitvoerder en beleggingsstrategie kunnen kiezen, en dat het oude stelsel met indexatie behouden blijft als optie. Dit moet mensen meer regie geven over hun financiële toekomst.
“Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“Deelnemers krijgen het recht om zelf hun pensioenuitvoerder te kiezen.”
“Deelnemers kunnen zelf invloed uitoefenen op hun beleggingsbeleid.”
“BVNL wil het oude stelsel behouden, maar tegelijk willen wij geen valse verwachtingen wekken. De nieuwe pensioenwet is niet terug te draaien. Kernpunt is dat we opnieuw een keuzerecht voor de deelnemer willen introduceren om in het oude stelsel te blijven mét indexatie.”
BVNL ziet hoge belastingen als een directe bedreiging voor de toekomstige verdiencapaciteit van burgers en bedrijven. Door een vlaktaks van 25% en lagere lasten op arbeid en ondernemerschap te introduceren, wil de partij werken en ondernemen aantrekkelijker maken en zo de economische groei stimuleren.
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“BVNL wil het toeslagenstelsel af te schaffen en de belasting op inkomsten uit arbeid te verlagen naar 25%.”
BVNL erkent dat investeren in technologie, innovatie en onderwijs essentieel is voor het vergroten van de toekomstige verdiencapaciteit. Door een innovatievriendelijk klimaat te creëren en samenwerking tussen publieke en private partijen te stimuleren, wil de partij de economische positie van Nederland versterken.
“We willen een innovatievriendelijk klimaat creëren waarin bedrijven, startups en academici kunnen gedijen. Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
“BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en geen inflatie van diploma’s. Daarom moeten we stoppen het onderwijsniveau naar beneden bij te stellen.”
BVNL stelt dat een kleinere overheid en minder regeldruk essentieel zijn om de verdiencapaciteit van Nederland in de toekomst te waarborgen. Minder bureaucratie en meer ruimte voor ondernemers moeten leiden tot meer economische dynamiek.
“Minder regels voor ondernemers en bedrijven. Bureaucratie en regeldruk moeten worden teruggedrongen.”
NSC ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit als essentieel voor bestaanszekerheid en economische groei. De partij zet concreet in op leven lang ontwikkelen, gerichte investeringen in strategische sectoren en technische opleidingen, en het stimuleren van omscholing en duurzame inzetbaarheid. Door persoonlijke ontwikkelbudgetten, sectorale ontwikkelpaden en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven wil NSC zorgen dat mensen en bedrijven zich blijvend kunnen aanpassen aan veranderende arbeidsmarkten.
NSC wil dat iedereen zich voortdurend kan blijven ontwikkelen om inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt en zo de verdiencapaciteit van Nederland te versterken. Dit wordt bereikt door het invoeren van persoonlijke ontwikkelbudgetten voor alle werkenden, het stimuleren van een leercultuur en het koppelen van transitievergoedingen aan scholing.
“Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen.”
“Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk. Daarom moeten ze worden gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden.”
“Het UWV en gemeentelijke diensten stellen geld beschikbaar voor de zogeheten ‘sectorale ontwikkelpaden’ (die zijn opgesteld voor beroepen in sectoren die schreeuwen om personeel) als het persoonlijk ontwikkelbudget van werkzoekenden onvoldoende is.”
“We blijven duurzame inzetbaarheid stimuleren zodat mensen zinvol en gezond langer aan het werk”
Om de toekomstige verdiencapaciteit te waarborgen, investeert NSC gericht in technische opleidingen en strategische sectoren zoals AI, halfgeleiders en energietechnologie. Dit gebeurt via regionale afspraken en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
“We investeren in technisch talent. Daarbij zetten we extra in op de instroom in mbo-, hbo- en wo-opleidingen voor strategische sectoren die echt om mensen staan te springen zoals de halfgeleiderindustrie, AI en energietechnologie.”
“Dit gebeurt via regionale afspraken en gezamenlijke investeringen met onderwijsinstellingen en bedrijven.”
NSC wil de verdiencapaciteit vergroten door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt beter te laten participeren, onder meer via omscholing, loonkostensubsidies en uitbreiding van beschutte werkplekken.
“Het moet voor werkgevers veel aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen (door omscholing, no riskpolis, loonkostensubsidie, jobcoaching).”
“Het aantal beschutte plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt uitgebreid en we moeten effectiever gebruikmaken van sociaal”
NSC erkent dat technologische ontwikkelingen zoals AI grote impact hebben op de arbeidsmarkt en wil bedrijven stimuleren hun personeel bij te scholen om de verdiencapaciteit te behouden.
“Bedrijven moeten gestimuleerd worden om hun personeel bij te scholen zodat zij wendbaar met deze veranderingen om kunnen gaan.”
De PVV ziet de verdiencapaciteit van Nederland in de toekomst vooral bedreigd door hoge lasten, strenge klimaat- en stikstofregels en een gebrek aan betaalbare energie en woningen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het schrappen van klimaatmaatregelen, het stimuleren van woningbouw en het verlagen van lasten voor burgers en bedrijven. De kern van hun visie is dat economische groei en verdienvermogen vooral gebaat zijn bij minder overheidsbemoeienis, lagere lasten en het afschaffen van beperkende regels.
De PVV stelt dat strenge klimaat- en stikstofregels de verdiencapaciteit van Nederland beperken, vooral voor sectoren als landbouw, bouw en visserij. Door deze regels te versoepelen en minder Natura 2000-gebieden aan te wijzen, wil de partij ruimte creëren voor economische activiteiten en toekomstige groei.
“Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie.”
De PVV ziet betaalbare en betrouwbare energie als essentieel voor de verdiencapaciteit van bedrijven en huishoudens. Door te stoppen met de energietransitie, geen nieuwe wind- of zonneparken toe te staan en juist in te zetten op gas, kolen en kernenergie, wil de partij de energielasten verlagen en zo het verdienvermogen van Nederland veiligstellen.
“We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom. We gaan niet verplicht van het gas af, houden onze kolen- en gascentrales open en bouwen meer kerncentrales – stabiel en betrouwbaar.”
“Het ministerie van Klimaat en Groene Groei veranderen we in het ministerie van Betaalbare Energie: geen CO2-flauwekul, maar leveringszekerheid en lagere energielasten.”
De PVV stelt dat het woningtekort en trage procedures de economische dynamiek en daarmee de toekomstige verdiencapaciteit belemmeren. Door bouwregels te schrappen, bezwaarprocedures te beperken en fors te investeren in woningbouw, wil de partij de woningmarkt vlot trekken en zo het verdienvermogen van burgers en bedrijven vergroten.
“We schrappen en vereenvoudigen bouweisen zoveel mogelijk. We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
“Daarom beperken we tijdelijk de mogelijkheden voor bezwaar en beroep tegen bouwvergunningen waar het omgevingsplan al onherroepelijk vastligt. Zo voorkomen we dat ieder deelproject of iedere fase van een woningbouwproject gefrustreerd wordt.”
De PVV ziet hoge lasten als een directe bedreiging voor de verdiencapaciteit van Nederland. Door de btw op energie te verlagen, accijnsverhogingen te voorkomen en fiscale subsidies voor het bedrijfsleven te schrappen, wil de partij de koopkracht en het investeringsvermogen van burgers en bedrijven versterken.
“De PVV wil de economie weer een boost geven door de lasten van burgers te verlagen.”
“Daarom verlagen we de btw op energie van 21 naar 9%. Energie is tenslotte een basisvoorziening en geen luxeproduct. Ook zorgen we ervoor dat er geen accijnsverhoging op brandstof plaatsvindt in 2026.”
De VVD ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland als essentieel voor blijvende welvaart en economische groei. De partij zet in op investeringen in infrastructuur, innovatie (zoals kernenergie en AI), onderwijs dat aansluit op de arbeidsmarkt, en het beheersen van overheidsuitgaven. Door gericht te investeren en regels te schrappen, wil de VVD zorgen dat Nederland ook in de toekomst concurrerend en financieel gezond blijft.
De VVD beschouwt moderne infrastructuur en technologische innovatie als fundamenten voor toekomstige economische groei en verdienvermogen. Door te investeren in energie, transport en nieuwe technologieën wil de partij de concurrentiepositie van Nederland versterken en nieuwe kansen creëren voor bedrijven en werkenden.
“We investeren met de investeringsagenda voor nationale groei in onze infrastructuur en daarmee de bereikbaarheid van woonwijken, zodat we nieuwe auto-, spoor- en waterwegen kunnen aanleggen en bestaande verbindingen goed kunnen onderhouden.”
“Kleine kerncentrales zullen een belangrijke rol spelen in een robuust en toekomstbestendig energiesysteem. Met name voor private partijen ligt hier veel potentie.”
“We bouwen aan een nucleaire sector en zetten in op innovatie: Nederland heeft met 22 landen afgesproken om in 2050 drie keer zoveel kernenergie op te wekken als nu. Dat biedt enorme investerings-, export- én innovatiekansen voor de Nederlandse industrie.”
“Een leven lang ontwikkelen wordt de norm: Bij- en omscholing zijn essentieel voor persoonlijke ontwikkeling en economische groei.”
De VVD wil het onderwijs sterker laten aansluiten op de toekomstige arbeidsmarktbehoefte om zo de verdiencapaciteit te vergroten. Door te sturen op kansrijke opleidingen en het aantrekken van internationaal talent in tekortsectoren, wordt de basis gelegd voor een concurrerende kenniseconomie.
“We leiden studenten kansrijk op, waarbij opleidingen goed aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt. We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie, zeker in sectoren met een arbeidsmarkttekort. Maar we kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben.”
De VVD stelt dat gezonde overheidsfinanciën en het beperken van regeldruk noodzakelijk zijn om de toekomstige verdiencapaciteit niet te ondermijnen. Door uitgaven te beheersen en lasten niet te verhogen, wil de partij ruimte houden voor investeringen die de economie versterken.
“We begroten trendmatig en houden ons aan de Zalm-norm (scheiden van inkomsten en uitgaven). De overheid moet zich houden aan de Europese begrotingsregels en -normen en het begrotingstekort beheersbaar maken, zodat de rekening niet wordt doorgeschoven naar volgende generaties.”
“We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
Volt ziet de toekomstige verdiencapaciteit als afhankelijk van strategische investeringen in innovatie, technologie en vaardigheden, met een sterke rol voor de overheid en Europese samenwerking. Ze willen de economie toekomstbestendig maken door te investeren in start-ups, strategische technologieën, en een wendbare arbeidsmarkt waarin vaardigheden centraal staan. Concrete voorstellen zijn onder meer een Europees Tech Fund, gerichte ondersteuning voor start-ups, en scholingsbudgetten voor cruciale sectoren.
Volt stelt dat de verdiencapaciteit van de toekomst vooral wordt bepaald door investeringen in strategische innovaties en technologieën. Door een actieve rol van de overheid en Europese samenwerking willen ze de economie weerbaar en concurrerend maken, met name door het versnellen van technologische ontwikkelingen en het verkorten van de time-to-market van innovaties.
“Om de digitale en technologische autonomie van de EU te versterken richten we een Europees Tech Fund op dat risicodragend investeert in strategische innovaties, van AI en kwantumtechnologie tot cleantech en biotech.”
“We zetten in op een Europese aanpak voor strategische projecten die bijdragen aan de transitie naar een duurzame en weerbare economie. Denk aan nieuwe vormen van energieproductie, duurzame industrie, circulaire technologie en digitale infrastructuur.”
“De overheid neemt een leidende en sturende rol op zich in de ontwikkeling van een volwassen start-upklimaat door niet alleen gerichter maar ook méér te investeren in start-ups.”
“Nederland sluit actief aan bij Europese programma’s zoals STEP, IPCEI en het toekomstige European Sovereignty Fund, zodat we samen met andere lidstaten investeren in strategische technologieën voor een duurzame en concurrerende Europese economie.”
Volt ziet een wendbare arbeidsmarkt, waarin vaardigheden belangrijker zijn dan diploma’s, als essentieel voor de toekomstige verdiencapaciteit. Door te investeren in om- en bijscholing en het benutten van verborgen talent, willen ze de economie veerkrachtig en toekomstbestendig maken.
“Wendbaarheid is de sleutel tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Volt zet in op een arbeidsmarkt waarin vaardigheden belangrijker zijn dan diploma’s of functietitels.”
“We stimuleren om- en bijscholing naar cruciale sectoren zoals zorg, ICT, onderwijs en techniek door hiervoor gericht scholingsbudgetten in te zetten.”
Volt wil met de Jongerenspringplank jongeren direct laten profiteren van duurzame economische groei, door bij geboorte te investeren in een fonds dat rendeert op de lange termijn. Dit moet de individuele en collectieve verdiencapaciteit van toekomstige generaties versterken.
“Volt wil de Jongerenspringplank onderzoeken. Dit is een beleggersrekening bij een publiek fonds onder de Nationale Investeringsbank (NIB), waar het Rijk bij de geboorte van een kind eenmalig geld inlegt. Hiermee profiteren jongeren van duurzame economische groei.”
“Het fonds draagt op die manier bij aan de economie van morgen, terwijl het op de lange termijn individueel rendement oplevert.”
FVD stelt dat Nederland zijn toekomstige verdiencapaciteit kan vergroten door te stoppen met kostbare klimaat- en immigratieprojecten en in plaats daarvan te investeren in traditionele publieke taken, energiezekerheid en innovatie. Ze pleiten voor het heropenen van het Groninger gasveld, uitbreiding van gas- en olieproductie, en het oprichten van een Sovereign Wealth Fund om toekomstige welvaart veilig te stellen. Hun visie is dat structurele hervormingen en selectieve investeringen de economische basis en het verdienvermogen van Nederland op lange termijn versterken.
FVD ziet de huidige uitgaven aan klimaatbeleid en massale immigratie als een directe bedreiging voor de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland. Door deze projecten te schrappen, willen ze middelen vrijmaken voor investeringen die de economie structureel versterken.
“Wanneer je stopt met de massale, en alsmaar voortgaande, immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten; Wanneer je stopt met de uiterst kostbare en volstrekt zinloze klimaat- en stikstofplannen; ... Dan hou je jaarlijks ten minste tientallen miljarden over.”
“Praktisch onze gehele welvaart gaat al jarenlang op aan deze Grote Projecten. Wij willen stoppen het geld dat Nederlanders verdienen daaraan uit te geven.”
FVD stelt dat het heropenen van het Groninger gasveld en het uitbreiden van gas- en olieproductie direct de verdiencapaciteit vergroot door goedkope energie te leveren aan huishoudens en bedrijven, wat leidt tot economische groei en concurrentiekracht.
“Nog zo’n voorbeeld: de heropening van het Groninger gasveld. Indien we dat zouden doen, zou er - evident! - weer ruimschoots goedkoop en kwalitatief hoogwaardig aardgas beschikbaar komen voor huishoudens, industrie, agrariërs, enzovoorts: het zou vanzelfsprekend een gigantische bestedingsimpuls opleveren.”
“We breiden de gaswinning in de Noordzee uit en beginnen met gaswinning op de Waddenzee. Een aanzienlijk deel van deze gasbaten komen ten goede aan een nieuw op te richten Sovereign Wealth Fund, een beleggingspot zoals Noorwegen die ook heeft, om onze welvaart ook voor toekomstige generaties veilig te stellen.”
FVD wil de toekomstige verdiencapaciteit versterken door te investeren in innovatieve infrastructuurprojecten zoals hyperloops, een nieuwe luchthaven en supersnel glasvezelinternet, waarmee Nederland aantrekkelijk blijft voor bedrijven en talent.
“Waar supersnelle treinverbindingen (hyperloops) worden ontwikkeld, waar een nieuwe, grootse luchthaven in de Noordzee wordt gerealiseerd... de mogelijkheden zijn eindeloos voor die zelfbewuste, trotse natie waarin wij geloven - klein in bevolkingstal en oppervlak, maar een wereldspeler in alles wat we doen.”
“Een nieuwe luchthaven in de Noordzee en innovaties zoals hyperloops en supersnel glasvezelinternet maken Nederland toekomstbestendig.”
FVD wil een deel van de opbrengsten uit gas- en olieproductie onderbrengen in een Sovereign Wealth Fund, naar Noors voorbeeld, om de welvaart en verdiencapaciteit van toekomstige generaties veilig te stellen.
“Een aanzienlijk deel van deze gasbaten komen ten goede aan een nieuw op te richten Sovereign Wealth Fund, een beleggingspot zoals Noorwegen die ook heeft, om onze welvaart ook voor toekomstige generaties veilig te stellen.”
GroenLinks-PvdA ziet het versterken van de verdiencapaciteit in de toekomst als een kwestie van investeren in onderwijs, innovatie, digitalisering en duurzame industrie, in plaats van bezuinigen. Ze willen de economie toekomstbestendig maken door scholing, innovatie en een eerlijke bijdrage van de sterkste schouders, zodat iedereen kan meedoen en vooruit kan komen.
GroenLinks-PvdA stelt dat investeren in onderwijs en een leven lang ontwikkelen essentieel is om de verdiencapaciteit van Nederland op lange termijn te versterken. Door scholing, bijscholing en omscholing willen ze mensen voorbereiden op sectoren waar de vraag groot is en de economie toekomstbestendig maken.
“Investeringen in onderwijs maken ons op de lange termijn sterker.”
“We investeren in om-, her- en bijscholing, en in zij-instroom. We maken hierover afspraken met sociale partners, het onderwijs en de regio’s in de een werk-ontwikkel-aanpak.”
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen. Er komt een leerrecht voor werkenden voor om- en bijscholing.”
De partij wil de verdiencapaciteit vergroten door te investeren in innovatie, digitalisering en een duurzame industrie. Dit moet de productiviteit verhogen, nieuwe banen creëren en de economie voorbereiden op toekomstige uitdagingen.
“Met een Toekomstfonds van 25 miljard euro geven we de economie een impuls, door te investeren in een duurzame, innovatieve industrie, wetenschap, onderzoek en nieuwe spoorlijnen.”
“We gaan slimmer werken door te investeren in innovatie en digitalisering waar dat kan. Zo verhogen we onze productiviteit, waardoor we mensen vrijspelen voor sectoren waar de tekorten groot zijn...”
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor investeren in plaats van bezuinigen om de verdiencapaciteit op lange termijn te waarborgen. Ze willen de benodigde investeringen financieren door hogere bijdragen van topinkomens, vermogenden en winstgevende bedrijven.
“Wie denkt dat harde bezuinigingen op de korte termijn verstandig zijn, heeft het mis. Onze verworvenheden zijn juist het beschermen waard.”
“We maken ruimte voor de grote uitgaven door een eerlijke bijdrage te vragen aan de topinkomens, vermogenden en meest winstgevende bedrijven.”
De SGP ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland vooral in het waarborgen van een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening, het stimuleren van innovatie en het investeren in infrastructuur. De partij legt nadruk op het oplossen van netcongestie, het stimuleren van technologische innovatie en het versterken van de concurrentiepositie van de industrie, zodat Nederland economisch weerbaar blijft en minder afhankelijk wordt van het buitenland.
De SGP beschouwt een robuuste energie-infrastructuur als essentieel voor de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland. Zonder snelle investeringen in het elektriciteitsnet en het oplossen van netcongestie dreigen bedrijven en industrieën stil te vallen, wat de economische groei en innovatie belemmert.
“Aanpak van netcongestie, slimmer gebruik van beschikbare netcapaciteit en snelle verzwaring van het elektriciteitsnet verdienen daarom de hoogste prioriteit.”
“De komende jaren worden grote investeringen gedaan in het elektriciteitsnet. Daar heeft Nederland de komende decennia profijt van.”
“Bedrijven zitten klem doordat ze lang moeten wachten op de noodzakelijke aansluiting op het volle stroomnet. Voor aanpak van netcongestie moet alles uit de kast gehaald worden, zonder taboes.”
De SGP ziet innovatie als cruciaal om de verdiencapaciteit te vergroten, vooral door minder afhankelijk te worden van dure energie-import en door het ontwikkelen van duurzame technologieën. Dit moet Nederland economisch weerbaarder maken en de concurrentiepositie versterken.
“Innovatie is hiervoor cruciaal. Dit helpt ook om minder afhankelijk te worden van dure import van olie, kolen en vloeibaar gas (lng) uit regio’s waar je geopolitiek gezien niet afhankelijk van wilt zijn.”
“De maritieme maakindustrie, zoals in de Drechtsteden, is van grote waarde voor Nederland waterland. Daarom versterken we de innovatiemotor voor deze sector, bijvoorbeeld door snel in te zetten op duurzame en schone aandrijvingen.”
De SGP wil de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie beschermen door lasten te verlagen en te voorkomen dat bedrijven naar het buitenland vertrekken. Dit is direct gekoppeld aan het behouden van werkgelegenheid en economische kracht op de lange termijn.
“De concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verslechtert zienderogen. Zelfs de kostenverschillen met omliggende landen lopen op door stijgende nettarieven en een nationale CO2-heffing boven op het Europese emissiehandelsysteem. De nettarieven moeten omlaag, de CO2-heffing van tafel. Beter groen hier, dan grijs elders.”
“Van productie naar landen waar minder milieuregels zijn, willen we immers voorkomen: beter groen hier, dan grijs daar.”
BBB ziet de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland als afhankelijk van strategische investeringen in infrastructuur, energievoorziening en innovatie, met oog voor regionale economische veerkracht. De partij wil inzetten op bewezen technologieën, het versterken van de arbeidsmarkt via onderwijs en infrastructuur, en het waarborgen van een betrouwbare energievoorziening om zo de economische basis voor toekomstige generaties veilig te stellen. BBB koppelt deze visie expliciet aan het belang van strategische autonomie en het voorkomen van armoede.
BBB stelt dat de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland alleen kan worden gegarandeerd door te investeren in bewezen technologieën en een betrouwbare, betaalbare energievoorziening. Dit moet voorkomen dat industrie en economie worden ondermijnd door hoge kosten of onzekerheid, en draagt bij aan strategische autonomie.
“Er komt een Deltaplan voor energietransitie gebaseerd op bewezen technologieën, met expliciete afweging van invloed op industriebeleid, armoede, verdienvermogen en strategische autonomie.”
“Zonder kerncentrales is er geen beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem mogelijk in de toekomst.”
BBB benadrukt dat regionale economische veerkracht en een breed aanbod van opleidingen essentieel zijn om de verdiencapaciteit in de toekomst te waarborgen. Door te investeren in projecten met economische potentie en onderwijs, wil BBB de arbeidsmarktpositie versterken en regionale verschillen verkleinen.
“Projecten met aantoonbare potentie om economische groei, woningbouw of strategische spreiding te stimuleren verdienen prioriteit.”
“In alle regio’s streven we naar een zoveel mogelijk dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen, zodat jongeren en volwassenen passende kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Dit bevordert de arbeidsmarktpositie en regionale economische veerkracht.”
BBB ziet grootschalige en strategische investeringen in infrastructuur als noodzakelijk om de toekomstige verdiencapaciteit te ondersteunen. Door nu te investeren in bereikbaarheid en logistiek, wil de partij economische groei en concurrentiekracht veiligstellen.
“De uitwerking van de Ontwikkelingsstrategie Grootschalige Infrastructuur moet vaststellen welke grote infrastructurele werken de komende 50 jaar nodig zijn en de route daarnaartoe.”
“We investeren in een strategisch spoor en wegennet... Deze bredere uitgaven versterken de nationale veerkracht, wat zich uitbetaalt in voordelen voor zowel de krijgsmacht en de economie als de samenleving.”
BIJ1 ziet verdiencapaciteit in de toekomst als een kwestie van structurele sociale gelijkheid, waarbij iedereen toegang moet hebben tot passend werk, scholing en ondersteuning, ongeacht achtergrond of beperking. De partij wil belemmeringen voor duurzame verdiencapaciteit wegnemen door te investeren in scholing, het afschaffen van sancties en tegenprestaties in de bijstand, en het versterken van sociale ontwikkelbedrijven. BIJ1 legt nadruk op persoonlijke ontwikkeling, gelijke kansen en het wegnemen van structurele uitsluiting op de arbeidsmarkt.
BIJ1 wil de verdiencapaciteit van mensen in de toekomst vergroten door brede toegang tot scholing en opleidingen, zonder verplichtingen of sancties. Het doel is dat mensen zich duurzaam kunnen ontwikkelen en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten, met nadruk op persoonlijke groei in plaats van alleen betaald werk.
“We steken meer geld in scholingsprogramma’s voor mensen zonder werk. De norm wordt: op aanvraag geaccrediteerde cursussen en opleidingen kunnen volgen. Dit bieden we zoveel mogelijk aan.”
“Ondersteunend aanbod als sollicitatietrainingen blijven bestaan maar zijn niet meer verplicht. Tegenprestaties en sancties voor mensen in de bijstand schaffen we af.”
“Deze wet herzien we direct, waarbij de nadruk komt te liggen op persoonlijke ontwikkeling, toekomstperspectief en kwaliteit van leven.”
Om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam te laten deelnemen, zet BIJ1 in op sociale ontwikkelbedrijven en meer ondersteuning op de werkvloer. Dit moet voorkomen dat talent verloren gaat en mensen structureel buiten de arbeidsmarkt vallen.
“BIJ1 zet daarom in op Sociale Ontwikkelbedrijven waarbij mensen meer eigen regie en ondersteuning op de werkvloer krijgen.”
“Ook stoppen de verrekeningen in de bijstand bij parttime inkomen. Zodat mensen in de bijstand in plaats dat ze hiervoor gestraft worden hun parttime inkomen juist kunnen gebruiken om weer op eigen benen te staan.”
BIJ1 wil dat iedereen duurzaam, passend werk kan vinden met eerlijke arbeidsvoorwaarden, en dat mensen zelf meer regie krijgen over hun arbeids(on)geschiktheid. Medische keuringen door het UWV worden vervangen door een mensgerichte aanpak.
“Mensen krijgen duurzaam, passend werk met fatsoenlijke en rechtvaardige arbeidsvoorwaarden. En vooral het recht om zelf te bepalen als ze (voor een deel) arbeidsongeschikt zijn. Daarom doet het UWV geen medische keuringen meer bij arbeidsongeschiktheid, maar gaat dit in samenspraak met de persoon zelf en door onafhankelijke artsen.”
De ChristenUnie ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland als een combinatie van investeren in duurzame energie-infrastructuur, innovatie, en het opleiden van vakmensen en ondernemers. Ze willen de energietransitie versnellen, het beroepsonderwijs versterken en ondernemerschap stimuleren om zo de economische basis toekomstbestendig te maken. Concrete voorstellen zijn onder meer forse investeringen in het energienet, het stimuleren van circulaire economie en innovatie, en het verbeteren van het beroepsonderwijs.
De ChristenUnie wil de verdiencapaciteit van Nederland in de toekomst waarborgen door te investeren in een sterk, schoon en innovatief energiesysteem. Dit moet de basis vormen voor een concurrerende en toekomstbestendige economie, waarbij ook de industrie kan blijven bijdragen aan de welvaart.
“In het Klimaatfonds trekken we extra geld uit voor energie-infrastructuur, zoals elektriciteits- en wartmenetten, isolatie van huizen en verduurzaming van de industrie, zodat Nederland een sterke en schone industriële sector behoudt.”
“Via slimme contracten worden risico’s tussen markt en overheid gespreid. Investeer in duurzaam vermogen.”
“Circulaire bedrijven hebben het zwaar terwijl de circulaire economie de toekomst is. Circulaire producten zijn duurder dan wegwerpproducten en de vraag blijft achter. Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen.”
Om de toekomstige verdiencapaciteit te versterken, zet de ChristenUnie in op het opleiden van vakmensen en het stimuleren van ondernemerschap. Dit is noodzakelijk vanwege de vergrijzing en het verlies van kennis, en om innovatie en economische groei te ondersteunen.
“We investeren volop in het beroepsonderwijs en geven ruimte aan jonge ondernemers. Dat is nodig, nu veel kennis met pensioen gaat. Elke provincie verdient een techniekhavo en technasia.”
“We stimuleren ondernemerschap vanuit het hoger en wetenschappelijk onderwijs, bijvoorbeeld door het mogelijk maken van afspraken over het intellectueel eigendom van tijdens een studie ontwikkelde innovaties.”
De ChristenUnie wil het belastingstelsel hervormen zodat arbeid minder zwaar wordt belast en vermogen eerlijker wordt meegenomen. Dit moet de prikkel om te werken en te investeren in Nederland versterken, wat bijdraagt aan de toekomstige verdiencapaciteit.
“We willen toe naar een belastingstelsel dat inkomen uit arbeid en de daadwerkelijke inkomsten uit vermogen zoveel als mogelijk op dezelfde manier belast. De hoge lastendruk op arbeid verlagen we flink. Daartegenover staat dat we verschillende vormen van vermogen die nu niet of nauwelijks belast worden, beter in de heffingen betrekken.”
DENK ziet het versterken van de verdiencapaciteit in de toekomst vooral als een kwestie van investeren in onderwijs, het stimuleren van verduurzaming en het ondersteunen van het MKB. De partij wil ongelijkheid verkleinen door publieke investeringen, lastenverlichting voor lage en middeninkomens, en het stimuleren van innovatie en duurzaamheid in de economie. Concrete voorstellen zijn onder meer meer geld voor onderwijs, een Klimaatfonds voor vergroening, en het eerlijker belasten van grote bedrijven.
DENK beschouwt investeren in onderwijs als essentieel om de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland te versterken. Door kansengelijkheid te bevorderen en onderwijsachterstanden aan te pakken, wil de partij zorgen dat jongeren beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt van de toekomst.
“Investeren in onze jongeren is investeren in de toekomst van Nederland!”
“DENK kiest voor onderwijs waarin kansengelijkheid, diversiteit en sociale veiligheid zijn verankerd. Onze voorstellen: Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
DENK wil de verdiencapaciteit op lange termijn versterken door te investeren in duurzaamheid en de energietransitie. Het Klimaatfonds moet zorgen voor structurele investeringen die de economie vergroenen en toekomstbestendig maken.
“Een toereikend Klimaatfonds waaruit de noodzakelijke investeringen gedaan kunnen worden voor de verduurzaming van ons land. DENK staat pal voor voldoende investeringen in de vergroening van onze economie en in de energietransitie.”
Om publieke investeringen te financieren en de verdiencapaciteit van de samenleving te waarborgen, wil DENK de belastingdruk verschuiven naar grote bedrijven en vervuilers. Dit moet ruimte scheppen voor investeringen in brede welvaart zonder toekomstige generaties te belasten.
“Op fiscaal gebied kan dekking worden gerealiseerd door een eerlijkere bijdrage uit de winsten van grote bedrijven en van de superrijken. Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af.”
“Grote vervuilers gaan eerlijker bijdragen. Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér energiebelasting en opslag voor duurzame energie betalen.”
DENK erkent het belang van het MKB voor de Nederlandse economie en wil deze ondernemers ondersteunen om hun waarde voor de toekomstige verdiencapaciteit te behouden.
“We mogen hierbij niet vergeten dat onze economie in grote mate afhankelijk is van ondernemers in het MKB die met hun inzet van grote waarde zijn. Deze ondernemers moeten de steun en ruimte krijgen om van waarde te kunnen blijven.”
50PLUS ziet het behouden en versterken van de verdiencapaciteit van ouderen als essentieel voor hun bestaanszekerheid en maatschappelijke participatie. De partij wil leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan, bedrijven stimuleren om ouderen in dienst te nemen, en inzet op scholing en duurzame inzetbaarheid van 50-plussers. Concrete voorstellen zijn onder meer financiële prikkels voor werkgevers, scholingsprogramma’s voor oudere werknemers en maatregelen tegen vroegtijdige uitval.
50PLUS wil dat ouderen volwaardig kunnen blijven deelnemen aan de arbeidsmarkt en hun verdiencapaciteit behouden. De partij adresseert het probleem dat veel 50-plussers nu te jong zijn voor AOW maar te oud voor nieuw werk, en pleit voor een arbeidsmarkt waarin ervaring telt en inzet beloond wordt. Door bedrijven financieel te stimuleren en scholing te bevorderen, wil 50PLUS de kansen van ouderen op de arbeidsmarkt vergroten en hun toekomstige verdiencapaciteit waarborgen.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
“Maatregelen om te zorgen dat 50-plussers niet vroegtijdig uitvallen door ziekte of ontslag, om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen.”
50PLUS beschouwt leeftijdsdiscriminatie als een directe bedreiging voor de verdiencapaciteit van ouderen. Door deze discriminatie aan te pakken, wil de partij ervoor zorgen dat ouderen eerlijke kansen houden om hun inkomen te verdienen, ook in de toekomst.
“Leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt is onlogisch, oneconomisch en verwerpelijk.”
De partij benadrukt het belang van een sociaal stelsel dat ouderen beschermt en ondersteunt, zodat zij zelf kunnen kiezen tussen doorwerken of stoppen. Dit draagt bij aan het behoud van hun verdiencapaciteit en bestaanszekerheid.
“50PLUS wil een arbeidsmarkt waarin ervaring telt, inzet beloond wordt en waar doorwerken of stoppen allebei eerlijke opties zijn. Ouderen kunnen zelf wel kiezen tussen doorwerken of afronden in alle rust.”
Het CDA ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland als essentieel voor het waarborgen van welvaart, het financieren van maatschappelijke opgaven en het veiligstellen van economische groei. De partij pleit voor gerichte investeringen in innovatie, infrastructuur en menselijk kapitaal, en wil deze investeringen expliciet onderscheiden van herverdelende uitgaven. CDA benadrukt het belang van een investeringsvriendelijk begrotingsbeleid en het verhogen van de arbeidsproductiviteit om het verdienvermogen structureel te versterken.
Het CDA wil de toekomstige verdiencapaciteit vergroten door te investeren in innovatie, infrastructuur en een leven lang ontwikkelen. Deze investeringen moeten bijdragen aan economische groei, het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en het versterken van het concurrentievermogen. De partij maakt een duidelijk onderscheid tussen investeringen die het verdienvermogen versterken en andere uitgaven, en wil deze investeringen steviger verankeren in het begrotingsbeleid.
“We hebben de afgelopen tijd verzuimd te investeren met een blik op de lange termijn, voor het verdienvermogen in de toekomst. Voor de generatie na ons. Dat moet anders en dat kan anders.”
“Daarom voegen we nadrukkelijk onderscheid toe tussen (a) investeringen in structuurversterking en toekomstig verdienvermogen, (b) herverdelende uitgaven zoals uitkeringen en subsidies en (c) uitgaven aan bestuur en rechtsstaat. Op die manier kan economische groei onze welvaart blijven dragen.”
“Zulke investeringen doen we zo nodig ten laste van de staatsschuld, omdat deze uiteindelijk de staatsschuld zullen verlagen. Het gaat met name om investeringen in publieke kapitaalgoederen, die groeibevorderend zijn: bijvoorbeeld in het stroomnet, in de aanleg en het onderhoud van infrastructuur of in grootschalige onderzoekfaciliteiten.”
“De cruciale sleutel voor verantwoorde groei zit in de verhoging van de arbeidsproductiviteit. We moeten volop investeren in innovatie en in een leven lang ontwikkelen.”
Het CDA wil een begrotingsbeleid waarin de baten van investeringen in verdienvermogen zichtbaar worden gemaakt, zodat deze investeringen structureel en toekomstgericht kunnen plaatsvinden. Dit moet de weg vrijmaken voor een meer investeringsvriendelijk begrotingsstelsel dat gericht is op het versterken van het toekomstige verdienvermogen.
“Daarnaast willen we een nieuw begrotingsinstrumentarium om de baten van investeringen te ramen, zodat ook het profijt van de investering op de begroting zichtbaar wordt. Zo bedden we investeringen steviger in in het begrotingsbeleid. Op de lange termijn kan dit de weg vrijmaken voor een meer investeringsvriendelijk begrotingsstelsel.”
JA21 ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland als een kwestie van minder overheidsbemoeienis, het stimuleren van strategische sectoren, en het creëren van een gezonde arbeidsmarkt met ruimte voor ondernemerschap en innovatie. De partij pleit voor lagere lasten, minder subsidies, investeringen in strategische sectoren (zoals defensie en energie), en het terughalen van kritieke productieketens naar Nederland. Concrete voorstellen zijn onder meer het afbouwen van marktverstorende subsidies, het vereenvoudigen van het belastingstelsel, en het versnellen van vergunningen voor sectoren die essentieel zijn voor de toekomstige economie.
JA21 stelt dat een te grote en sturende overheid de toekomstige verdiencapaciteit belemmert door hoge lasten, regeldruk en afhankelijkheid van subsidies. Door lasten te verlagen en de overheid te verkleinen, wil JA21 ruimte creëren voor ondernemers en werkenden om te investeren en te groeien, wat essentieel is voor de toekomstige economische kracht van Nederland.
JA21 wil de verdiencapaciteit veiligstellen door strategische sectoren te ondersteunen en kritieke productieketens te behouden of terug te halen naar Nederland. Dit moet de afhankelijkheid van instabiele landen verminderen en de basis leggen voor toekomstige economische groei.
“Strategische sectoren en kritieke productieketens behouden en waar nodig terughalen naar Nederland. We ondersteunen deze sectoren zodat Nederland kan beschikken over essentiële goederen en technologieën zonder te veel afhankelijk te zijn van politiek instabiele landen.”
JA21 ziet een mismatch op de arbeidsmarkt als een bedreiging voor de toekomstige verdiencapaciteit. Door het arbeidsaanbod beter te benutten en mensen te stimuleren meer te werken, wil de partij de economische groei en het verdienvermogen van Nederland versterken.
“Nederland kampt met een paradox op de arbeidsmarkt. Enerzijds klagen werkgevers over personeelstekorten en blijven vacatures lang openstaan. Anderzijds staan honderdduizenden mensen aan de kant: werklozen of werknemers die door het huidige systeem worden ontmoedigd om meer te werken. Door deze mismatch lopen we econo-”
JA21 wil dat vergunningen sneller worden verleend aan sectoren die van strategisch belang zijn voor de toekomstige economie, zoals defensie en energie. Dit moet de concurrentiepositie en verdiencapaciteit van Nederland versterken.
“Vergunningsprocedures versnellen voor onder andere stikstof en aansluitingen op het energienet. Door hierbij voorrang te geven aan strategische sectoren zoals defensie maken we onze industrie toekomstbestendig.”
D66 ziet het versterken van de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland als een kwestie van investeren in onderwijs, wetenschap en innovatie, en het maken van duurzame keuzes voor economie en begroting. De partij wil structureel investeren in kennis, vaardigheden en innovatie om de economie toekomstbestendig te maken, en pleit voor een begrotingsbeleid dat rekening houdt met brede welvaart en lange-termijn-effecten. D66 benadrukt dat investeren in gelijke kansen en het voorkomen van klimaatschade essentieel zijn om de verdiencapaciteit op peil te houden voor komende generaties.
D66 stelt dat investeren in onderwijs en wetenschap cruciaal is voor de toekomstige verdiencapaciteit van Nederland. Door te zorgen voor goed onderwijs, het terugdraaien van bezuinigingen op wetenschap en het stimuleren van innovatie, wil de partij de basis leggen voor economische groei en aanpassingsvermogen in een veranderende wereld.
“Wetenschap en innovatie bepalen hoe onze toekomst eruitziet: of je stroom straks duurzaam is, kanker beter behandelbaar wordt en oudere mensen dankzij slimme technologie langer thuis kunnen wonen. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we fors meer.”
“Onderwijs geeft je de vrijheid om te dromen en te kiezen welke nieuwe wegen je in wil slaan voor de toekomst. En goed onderwijs vormt de onmisbare basis voor onze samenleving en liberale democratie.”
D66 wil dat het begrotingsbeleid niet alleen kijkt naar korte termijn kosten, maar ook naar de maatschappelijke baten en de lange-termijn-effecten van beleid. Door te investeren in het oplossen van grote problemen zoals kansenongelijkheid en klimaatschade, ziet D66 dit als een manier om de toekomstige verdiencapaciteit veilig te stellen.
“D66 verandert dit, door te begroten voor de brede welvaart. Hierin wegen ook de lange-termijn-effecten van beleid mee in de begroting. Zo wordt bijvoorbeeld het oplossen van een groot probleem als kansenongelijkheid een investering die waarde oplevert, in plaats van een kostenpost. Het voorkomen van klimaatschade maken we ook zichtbaar als vermeden kosten.”
“Om onze economie blijvend te laten bloeien moeten we dus keuzes maken.”
De Partij voor de Dieren wil de verdiencapaciteit in de toekomst versterken door het onderwijs beter te laten aansluiten op een duurzame en toekomstbestendige arbeidsmarkt, met nadruk op circulaire ambachten en praktijkgericht onderwijs. Ze investeren in het opleiden van vakmensen voor sectoren die nodig zijn voor de duurzame economie van morgen, zodat mensen relevante vaardigheden ontwikkelen en hun positie op de arbeidsmarkt behouden of versterken.
De PvdD ziet het versterken van verdiencapaciteit vooral als een kwestie van onderwijs en scholing die aansluiten bij toekomstige behoeften. Door te investeren in praktijkgericht onderwijs en het behoud van circulaire ambachten, willen ze zorgen dat mensen relevante vaardigheden ontwikkelen voor de arbeidsmarkt van de toekomst, met name in duurzame sectoren.
“Het onderwijs moet beter aansluiten op toekomstige behoeften, waardoor mensen worden opgeleid voor een toekomstbestendige en duurzame arbeidsmarkt. Hierdoor gaan circulaire ambachten die juist heel hard nodig zijn, zoals reparatie of houtbewerking, niet verloren door vergrijzing. We investeren in praktijkgericht middelbaar beroepsonderwijs waardoor er ook in de toekomst voldoende vakmensen zijn.”