De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit niet expliciet voor een volledig vegetarisch dieet, maar zet sterk in op een transitie naar een plantaardig voedselsysteem en het drastisch terugdringen van dierlijke producten. Hun belangrijkste voorstellen zijn het standaard plantaardig maken van menu’s, het stimuleren van plantaardige alternatieven, en het fors verminderen van de veehouderij. De kern van hun visie is dat plantaardig eten de norm moet worden om dierenleed, milieuschade en gezondheidsproblemen te verminderen.
PvdD wil dat plantaardig eten de standaard wordt, waarbij dierlijke producten alleen op verzoek beschikbaar zijn. Vegetarisch wordt gezien als een mogelijke tussenstap richting volledig plantaardig, maar de focus ligt op het normaliseren van plantaardig eten in publieke instellingen en campagnes.
“Dit concept keert de sociale norm om: menu's zijn standaard plantaardig en liefhebbers van vlees, vis en zuivel geven hun dieetwens door.”
“De stap naar volledig plantaardig en biologisch wordt aangemoedigd. Indien nodig wordt eerst als tussenstap het succesvolle concept ‘Carnivoor? Geef het door!’ gestimuleerd.”
De partij stimuleert actief de ontwikkeling en consumptie van plantaardige alternatieven voor vlees, vis, zuivel en eieren, en wil dierlijke producten minder aantrekkelijk en duurder maken. Dit beleid is bedoeld om de negatieve impact van dierlijke productie op dieren, milieu en gezondheid te verminderen.
“Plantaardige alternatieven voor vlees, vis, zuivel en eieren hebben de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Dit succes bouwen we uit door de ontwikkeling van deze innovaties volop te stimuleren en ondersteunen.”
“Er komt een slachttaks op dierlijke producten.”
“Er komt een stop op de promotie van ongezond en dierlijk voedsel; we stoppen allereerst met kilo-knallers.”
PvdD wil het aantal dieren in de veehouderij met minstens 75% verminderen en boeren ondersteunen bij de omschakeling naar plantaardige teelten. Dit wordt gepresenteerd als noodzakelijk voor een houdbaar voedselsysteem en als oplossing voor milieuproblemen.
“Het totale aantal dieren dat in de Nederlandse veehouderij wordt gefokt en gedood krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
“Biologisch geteelde plantaardige eiwitgewassen voor menselijke consumptie hebben de toekomst, zoals bonen, linzen, lupinen, erwten en soja; de bodem knapt er zichtbaar van op en voor boeren bieden ze een duurzaam perspectief.”
De partij wil consumenten bewust maken van de realiteit achter dierlijke producten en het dierenleed dat ermee gepaard gaat, onder andere door transparantie in de keten en campagnes.
“Paul McCartney zei ooit treffend: ‘Als slachthuizen glazen wanden hadden, zou iedereen vegetariër zijn.’ De Partij voor de Dieren denkt dat als stallen en transportwagens glazen wanden hadden, iedereen veganist zou zijn.”
“In Nederland starten we een grootschalige en langlopende publiekscampagne over de voordelen van plantaardig en biologisch eten.”
BIJ1 pleit voor een sterke vermindering van de consumptie van dierlijke producten en stimuleert de overgang naar een plantaardig dieet, ondersteund door overheidsbeleid. De partij wil de bio-industrie afbouwen, het aantal dieren in de veehouderij drastisch verminderen en de productie en consumptie van plantaardige alternatieven actief bevorderen. Hun visie is dat deze transitie noodzakelijk is voor dierenwelzijn, klimaat, natuur en volksgezondheid.
BIJ1 ziet de transitie naar plantaardige voeding als essentieel om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen. De overheid moet deze verschuiving actief ondersteunen als duurzaam alternatief voor dierlijke producten, met als doel de bio-industrie af te bouwen en uiteindelijk te laten verdwijnen.
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%... Hiernaast wordt de transitie naar plantaardige producten als duurzaam alternatief voor dierlijke producten ondersteund door de overheid.”
De partij wil dat Nederland in tien jaar overstapt naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem, waarbij de productie van dierlijke producten sterk wordt teruggedrongen ten gunste van plantaardige alternatieven.
BIJ1 wil dat Nederlanders meer uit het seizoen eten en minder afhankelijk worden van dierlijke producten en energie-intensieve teelt, wat indirect vegetarische en plantaardige consumptie stimuleert.
“We eten meer uit het seizoen. We maken het aantal verwarmde kassen radicaal minder.”
D66 pleit voor een duidelijke verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitten en stimuleert de ontwikkeling en consumptie van vegetarische alternatieven. De partij ziet dit als essentieel voor duurzaamheid, dierenwelzijn en economische innovatie, en wil dat Nederland hierin internationaal vooroploopt. Concreet zet D66 in op overheidssteun voor voedselinnovaties zoals plantaardige eiwitten, kweekvlees en fermentatie.
D66 wil de consumptie van dierlijke eiwitten verminderen en de productie en consumptie van plantaardige en innovatieve eiwitbronnen stimuleren. Dit wordt gezien als een noodzakelijke stap voor een duurzamer voedselsysteem, beter dierenwelzijn en economische kansen voor Nederland. De overheid moet deze transitie actief ondersteunen met beleid, investeringen en Europese samenwerking.
“D66 zet daarom vol in op een overgang van dierlijke naar natuurlijke eiwitten, die de natuur én de economie vooruithelpt.”
“Nu gaat nog het meeste geld en aandacht uit naar dierlijke eiwitten. Maar plantaardige en innovatieve eiwitbronnen zoals kweekvlees en fermentatie zijn schoner, schaalbaar en toekomstgericht.”
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking.”
De SP benoemt "vegetarisch" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar zet wel in op het stimuleren van de teelt van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie, wat vegetarisch eten indirect ondersteunt. De partij kiest voor minder dieren in de landbouw, meer plantaardige productie en een landbouwsysteem dat minder afhankelijk is van dierlijke producten en import van veevoer. Concrete voorstellen zijn gericht op het bevorderen van plantaardige alternatieven en het terugdringen van intensieve veehouderij.
De SP wil de landbouw verschuiven richting meer plantaardige productie door het stimuleren van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie. Dit sluit aan bij een vegetarisch voedingspatroon en vermindert de afhankelijkheid van dierlijke producten. De partij ziet dit als een manier om landbouw duurzamer te maken en de impact op natuur en milieu te verkleinen.
“We stimuleren de teelt van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie.”
De SP pleit voor een duidelijke vermindering van het aantal dieren in de landbouw en een verschuiving naar meer plantaardige productie. Dit draagt bij aan het verminderen van de milieu-impact van de veehouderij en sluit aan bij de groeiende vraag naar vegetarische alternatieven.
FVD verzet zich tegen het stimuleren van vegetarisch eten en de eiwittransitie, en wil juist ruimte geven aan vleesconsumptie. Ze eisen daarnaast dat vegetarische producten niet met dierennamen worden aangeduid en dat etikettering eerlijk en transparant is. Hun kernvisie is dat voedselkeuze een individuele vrijheid is en dat de overheid zich niet moet bemoeien met het promoten van vegetarisch eten.
FVD is tegen het beleid dat de consumptie van plantaardige eiwitten en vegetarisch eten stimuleert. Ze zien dit als een opgelegde verandering en willen juist de keuzevrijheid voor vleeseters beschermen. Het probleem dat zij adresseren is volgens hen de bemoeienis van de overheid en EU met voedselkeuzes.
“We verzetten ons tegen de opgedrongen eiwittransitie; ruim baan voor de vrolijke vleeseter.”
FVD wil dat vegetarische producten niet met dierennamen worden aangeduid en dat het gebruik van insecten in voedsel altijd duidelijk vermeld wordt. Ze vinden dat etikettering transparant moet zijn om consumenten niet te misleiden.
“Insecten in voedsel moeten altijd duidelijk vermeld worden en vegetarische producten mogen niet met misleidende dierennamen (zoals ‘vegetarische kalfsburger’) worden gepresenteerd.”
NSC noemt het woord "vegetarisch" niet expliciet in het verkiezingsprogramma en heeft geen concreet beleid gericht op vegetarisch eten of het stimuleren daarvan. Wel zet de partij in op het bevorderen van plantaardige eiwitten en duurzame voedselproductie, maar zonder expliciete focus op vegetarisme. De voorstellen richten zich vooral op verduurzaming van landbouw en het stimuleren van plantaardige alternatieven.
NSC wil de landbouw verduurzamen door onder andere de teelt en toepassing van plantaardige eiwitten te stimuleren, wat indirect kan bijdragen aan een meer vegetarisch voedselaanbod. Dit wordt gepresenteerd als onderdeel van een breder duurzaamheidsbeleid, niet als expliciet vegetarisch beleid.
“Ook stimuleren we de teelt en toepassing van plantaardig eiwit en vezelgewassen in eigen land. Dit levert grondstoffen op voor onder meer de bouw en de textielsector, en een nieuw verdienmodel voor de landbouw.”
De overheid geeft volgens NSC het goede voorbeeld door te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel in eigen restaurants en bij catering, maar zonder expliciete verwijzing naar vegetarisch aanbod.
“De overheid geeft in eigen restaurants en bij het inhuren van catering het goede voorbeeld door te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel.”
Volt wil de consumptie van vegetarisch voedsel stimuleren door binnen overheidsorganisaties vegetarische en biologische producten als standaard in te voeren. Daarnaast zet Volt in op het bevorderen van plantaardige eiwitten en eiwitdiversificatie, onder andere via innovatie en onderzoek naar alternatieven voor dierlijke eiwitten. Hun visie is dat gedragsverandering bij consumenten, gecombineerd met beleid en innovatie, leidt tot een duurzamer en eerlijker voedselsysteem.
Volt wil dat vegetarische en biologische producten de norm worden binnen overheidsorganisaties, om zo de markt voor duurzame producenten te ondersteunen en de consumptie van vegetarisch voedsel te stimuleren. Dit beleid adresseert de vraag naar duurzamere voedselkeuzes en geeft het goede voorbeeld richting de samenleving.
“Binnen overheidsorganisaties wordt het gebruik van vegetarische en biologische producten de standaard, met duurzame streekproducten waar mogelijk. Zo ondersteunen we deze markten en is afzet voor duurzame producenten gegarandeerd.”
Volt zet sterk in op het stimuleren van de productie en consumptie van plantaardige eiwitten als alternatief voor dierlijke producten. Dit doen ze door innovatie, onderzoek en aandacht voor stikstofbindende gewassen, met als doel de milieu-impact van voedselproductie te verlagen en de voedselautonomie te vergroten. Dit beleid is direct relevant voor de vegetarische transitie.
“We zetten volop in op eiwitdiversificatie. We stimuleren de productie en consumptie van plantaardige eiwitten, met bijzondere aandacht voor stikstofbindende gewassen zoals peulvruchten. Via een Europees publiek-privaat innovatiefonds maken we ruimte voor baanbrekend onderzoek naar alternatieve eiwitten, kweekvlees en voedseltechnologie.”
Het verkiezingsprogramma van BBB bevat geen concrete standpunten, voorstellen of beleidsmaatregelen met betrekking tot vegetarisch eten, vegetarisch beleid of het stimuleren van vegetarisme. Het woord "vegetarisch" komt niet voor in de relevante fragmenten, en BBB benoemt nergens specifiek vegetarisch voedsel, vegetarische alternatieven of beleid gericht op het verminderen van vleesconsumptie.
BBB doet geen voorstellen om vegetarisch eten te stimuleren, verplichten of te promoten. Integendeel, het programma benadrukt de vrijheid van voedselkeuze en verzet zich tegen overheidsinmenging in wat mensen eten, waaronder het sturen op vleesconsumptie.
“BBB is geen voorstander van betuttelend beleid. Geen suikertaks, geen vleesbelasting, geen overheidsinmenging op ons bord of in ons keukenkastje. Mensen kunnen zelf verstandige keuzes maken.”
De PVV is uitgesproken tegen overheidsstimulering of -betutteling rondom vegetarisch eten. Zij verzetten zich expliciet tegen campagnes of beleid die Nederlanders aanmoedigen om vaker vegetarisch of veganistisch te eten, en zien dit als een voorbeeld van ongewenste overheidsbemoeienis. Concrete beleidsvoorstellen op het gebied van vegetarisch eten ontbreken; het standpunt beperkt zich tot het afwijzen van overheidssturing richting vegetarisch gedrag.
De PVV vindt dat de overheid zich niet moet bemoeien met de eetgewoonten van burgers, waaronder het stimuleren van vegetarisch of veganistisch eten. Zij zien dergelijke campagnes als betuttelend en zinloos, en willen dat de overheid stopt met het geven van dit soort adviezen.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee! Het zijn totaal verkeerde, zinloze prioriteiten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma