De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit voor een radicale verschuiving naar een plantaardig voedselsysteem en wil dierlijke producten zoveel mogelijk vervangen door plantaardige alternatieven. Hun beleid richt zich op het stimuleren van plantaardig eten in publieke instellingen, het ontmoedigen van vlees- en visconsumptie, en het drastisch verminderen van de veehouderij. De partij ziet een plantaardig dieet als essentieel voor dierenwelzijn, milieu en volksgezondheid.
De PvdD wil dat plantaardig eten de standaard wordt in Nederland, met dierlijke producten alleen op verzoek. Dit moet de sociale norm veranderen en de consumptie van vlees, vis en zuivel sterk terugdringen. De partij ziet dit als noodzakelijk voor dierenwelzijn, milieu en gezondheid.
“Dit concept keert de sociale norm om: menu's zijn standaard plantaardig en liefhebbers van vlees, vis en zuivel geven hun dieetwens door.”
“De stap naar volledig plantaardig en biologisch wordt aangemoedigd. Indien nodig wordt eerst als tussenstap het succesvolle concept ‘Carnivoor? Geef het door!’ gestimuleerd.”
De partij wil dat alle publieke instellingen, zoals scholen en ziekenhuizen, uitsluitend plantaardige en biologische maaltijden aanbieden. Dit beleid moet gezonde voeding bevorderen en de vraag naar dierlijke producten verder verminderen.
“De overheid koopt 100% plantaardig, biologisch en lokaal in voor alle publieke instellingen, inclusief scholen en zorginstellingen.”
“Net als in veel andere landen gaan scholen gezonde maaltijden aanbieden, met 100% biologische en plantaardige inkoop. Schoolmelkregelingen worden stopgezet.”
“Ziekenhuizen en andere zorginstellingen serveren gezonde, plantaardige en biologische voeding.”
De PvdD wil de ontwikkeling van plantaardige alternatieven voor vlees, vis, zuivel en eieren stimuleren, en tegelijkertijd de promotie en verkoop van dierlijke producten ontmoedigen via prijsmaatregelen en voorlichting.
“Plantaardige alternatieven voor vlees, vis, zuivel en eieren hebben de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Dit succes bouwen we uit door de ontwikkeling van deze innovaties volop te stimuleren en ondersteunen.”
“Er komt een stop op de promotie van ongezond en dierlijk voedsel; we stoppen allereerst met kilo-knallers. De Europese miljoenensubsidies voor de promotie van vlees en andere dierlijke producten worden omgezet naar promotie van een plantaardig en gezond voedingspatroon.”
De partij wil het aantal dieren in de veehouderij met minstens 75% verminderen en boeren ondersteunen bij de omschakeling naar plantaardige eiwitgewassen. Dit moet leiden tot een fundamentele verschuiving van dierlijke naar plantaardige productie.
“Het totale aantal dieren dat in de Nederlandse veehouderij wordt gefokt en gedood krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar. Biologisch geteelde plantaardige eiwitgewassen voor menselijke consumptie hebben de toekomst, zoals bonen, linzen, lupinen, erwten en soja; de bodem knapt er zichtbaar van op en voor boeren bieden ze een duurzaam perspectief.”
Het NSC-verkiezingsprogramma noemt "vegetarisch" niet expliciet en heeft geen concreet beleid gericht op het stimuleren van vegetarisch eten. Wel zet NSC in op het bevorderen van plantaardige eiwitten, het verduurzamen van de landbouw en het vergroten van de toegang tot duurzame, regionale en biologische producten. De partij richt zich vooral op verduurzaming van de voedselketen en het verminderen van de veestapel, maar zonder expliciete aandacht voor vegetarisme als doel op zich.
NSC wil de landbouw verduurzamen door de teelt en toepassing van plantaardige eiwitten te stimuleren en de veestapel te verkleinen. Dit beleid is vooral gericht op milieu, biodiversiteit en volksgezondheid, en minder op het promoten van vegetarisch eten als zodanig.
De partij wil dat consumenten betere toegang krijgen tot biologische en streekproducten, en dat de overheid het goede voorbeeld geeft met duurzaam en regionaal voedsel. Dit kan indirect bijdragen aan een meer plantaardig dieet, maar vegetarisme wordt niet expliciet genoemd.
“We bevorderen dat er in de keten afspraken worden gemaakt over een betere toegang van consumenten tot biologische en streekproducten.”
“De overheid geeft in eigen restaurants en bij het inhuren van catering het goede voorbeeld door te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel.”
D66 pleit niet expliciet voor een volledig vegetarisch beleid, maar zet sterk in op het stimuleren van een verschuiving van dierlijke naar plantaardige en innovatieve eiwitten. De partij ziet deze eiwittransitie als essentieel voor duurzaamheid, dierenwelzijn en het klimaat, en wil dat Nederland hierin internationaal vooroploopt door innovatie en overheidssteun.
D66 wil de consumptie van dierlijke eiwitten verminderen en de productie en consumptie van plantaardige en innovatieve eiwitbronnen (zoals kweekvlees en fermentatie) stimuleren. Dit wordt gezien als een noodzakelijke stap voor een duurzamer voedselsysteem, met voordelen voor natuur, economie en dierenwelzijn. De overheid moet deze transitie actief versnellen via investeringen, regelgeving en Europese samenwerking.
“D66 zet daarom vol in op een overgang van dierlijke naar natuurlijke eiwitten, die de natuur én de economie vooruithelpt.”
“Nu gaat nog het meeste geld en aandacht uit naar dierlijke eiwitten. Maar plantaardige en innovatieve eiwitbronnen zoals kweekvlees en fermentatie zijn schoner, schaalbaar en toekomstgericht.”
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking.”
FVD verzet zich expliciet tegen het stimuleren van vegetarisch eten en de eiwittransitie. De partij wil dat vegetarische producten niet met dierennamen worden aangeduid en pleit voor duidelijke etikettering van insecten in voedsel. FVD kiest nadrukkelijk voor vrijheid van voedselkeuze en bescherming van de traditionele vleesconsumptie.
FVD is tegen het overheidsbeleid dat de eiwittransitie en het stimuleren van vegetarisch eten afdwingt. De partij vindt dat mensen vrij moeten zijn in hun voedselkeuze en dat de overheid zich niet moet bemoeien met het promoten van vegetarisme of het vervangen van dierlijke eiwitten. Dit standpunt adresseert het probleem van overheidsbemoeienis en het verlies van keuzevrijheid voor consumenten.
“We verzetten ons tegen de opgedrongen eiwittransitie; ruim baan voor de vrolijke vleeseter.”
FVD wil dat vegetarische producten niet met dierennamen worden gepresenteerd, om verwarring en misleiding van consumenten te voorkomen. Dit standpunt richt zich op transparantie en eerlijke informatievoorziening aan de consument.
“Vegetarische producten mogen niet met misleidende dierennamen (zoals ‘vegetarische kalfsburger’) worden gepresenteerd.”
De partij eist dat het gebruik van insecten in voedsel altijd duidelijk op het etiket vermeld wordt, zodat consumenten precies weten wat ze eten. Dit standpunt benadrukt het belang van transparantie en keuzevrijheid.
“Insecten in voedsel moeten altijd duidelijk vermeld worden...”
Het verkiezingsprogramma van de SP bevat geen expliciet standpunt of concrete beleidsvoorstellen over vegetarisch eten of het stimuleren van vegetarisme. Wel zet de partij sterk in op het verminderen van de intensieve veehouderij, het bevorderen van plantaardige eiwitgewassen en het verbeteren van dierenwelzijn, maar zonder directe koppeling aan vegetarisch eten of beleid gericht op consumptieverandering.
De SP wil de landbouw verduurzamen door de teelt van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie te stimuleren, waarmee een verschuiving richting meer plantaardige voeding wordt ondersteund. Dit is echter niet expliciet gekoppeld aan het promoten van vegetarisme, maar aan duurzaamheid en regionale productie.
“We stimuleren de teelt van eiwitrijke gewassen voor menselijke consumptie. Het veevoer komt van eigen bodem, niet uit het regenwoud.”
De SP kiest voor minder dieren in de landbouw, strengere dierenwelzijnsnormen en het afbouwen van de bio-industrie. Dit beleid kan indirect leiden tot minder vleesconsumptie, maar wordt niet expliciet als vegetarisch beleid gepresenteerd.
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij. Geen productie meer ten koste van dieren, mensen en natuur.”
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
Volt wil de consumptie van vegetarische producten stimuleren door binnen overheidsorganisaties vegetarisch en biologisch eten als standaard in te voeren. Daarnaast zet Volt in op het bevorderen van plantaardige eiwitten en eiwitdiversificatie om duurzaamheid, dierenwelzijn en voedselautonomie te versterken.
Volt kiest ervoor om vegetarische en biologische producten de norm te maken binnen overheidsorganisaties, om zo de markt voor duurzame en vegetarische producten te ondersteunen en afzet te garanderen. Dit beleid is bedoeld om de transitie naar een duurzamer en diervriendelijker voedselsysteem te versnellen en het aanbod van vegetarische opties te vergroten.
“Binnen overheidsorganisaties wordt het gebruik van vegetarische en biologische producten de standaard, met duurzame streekproducten waar mogelijk. Zo ondersteunen we deze markten en is afzet voor duurzame producenten gegarandeerd.”
Volt wil de productie en consumptie van plantaardige eiwitten stimuleren, met bijzondere aandacht voor alternatieven zoals peulvruchten, kweekvlees en voedseltechnologie. Dit draagt bij aan het verminderen van de milieu-impact van voedselproductie en het vergroten van de strategische voedselautonomie.
“We zetten volop in op eiwitdiversificatie. We stimuleren de productie en consumptie van plantaardige eiwitten, met bijzondere aandacht voor stikstofbindende gewassen zoals peulvruchten.”
“Via een Europees publiek-privaat innovatiefonds maken we ruimte voor baanbrekend onderzoek naar alternatieve eiwitten, kweekvlees en voedseltechnologie.”
Het verkiezingsprogramma van BBB bevat geen concrete standpunten, voorstellen of beleidsmaatregelen met betrekking tot vegetarisch eten of het stimuleren van vegetarisme. BBB benoemt vegetarisch niet expliciet en richt zich vooral op het beschermen van de veehouderij, voedselzekerheid en het afwijzen van overheidsinmenging in voedselkeuzes.
BBB verzet zich tegen overheidsmaatregelen die sturen op wat mensen eten, waaronder het stimuleren van vegetarisch eten. De partij vindt dat mensen zelf mogen bepalen wat zij eten, zonder inmenging van de overheid, en is tegen belastingen of verboden op specifieke voedingsmiddelen zoals vlees.
“BBB is geen voorstander van betuttelend beleid. Geen suikertaks, geen vleesbelasting, geen overheidsinmenging op ons bord of in ons keukenkastje. Mensen kunnen zelf verstandige keuzes maken.”
BIJ1 pleit voor een sterke vermindering van de veestapel en het afbouwen van de bio-industrie, met als doel een transitie naar een landbouwsysteem dat vooral biologisch, agro-ecologisch en plantaardig is. De partij ziet de overstap naar plantaardige producten als een duurzaam alternatief voor dierlijke producten en wil deze transitie actief ondersteunen. BIJ1 koppelt deze visie aan dierenrechten, klimaatdoelen en het rechtvaardig ondersteunen van boeren.
BIJ1 wil de consumptie van dierlijke producten drastisch verminderen en de productie van plantaardige alternatieven stimuleren, als onderdeel van een bredere landbouw- en klimaatstrategie. Dit wordt gezien als noodzakelijk om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, en om dierenrechten te waarborgen. De overheid moet deze transitie actief ondersteunen.
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%... Hiernaast wordt de transitie naar plantaardige producten als duurzaam alternatief voor dierlijke producten ondersteund door de overheid.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen of uitspraken over vegetarisch beleid of het stimuleren van vegetarisch eten. Het programma noemt vegetarisch niet expliciet en bevat geen maatregelen gericht op het bevorderen van vegetarisme of het verminderen van vleesconsumptie. De partij kiest ervoor om keuzevrijheid te benadrukken en is tegen een vleesbelasting.
DENK verzet zich tegen overheidsmaatregelen die de consumptie van vlees financieel ontmoedigen, zoals een vleesbelasting. De partij vindt dat klimaatbeleid niet mag leiden tot betutteling of extra kosten voor burgers, en benadrukt het belang van keuzevrijheid op het gebied van voeding. Er wordt geen expliciet beleid gevoerd om vegetarisch eten te stimuleren.
“Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
De PVV is uitgesproken tegen overheidsstimulering of -betutteling rondom vegetarisch eten. Zij verzetten zich expliciet tegen campagnes of beleid die Nederlanders aanmoedigen om vaker vegetarisch of veganistisch te eten, en zien dit als een voorbeeld van ongewenste overheidsbemoeienis.
De PVV vindt dat de overheid zich niet moet bemoeien met het eetpatroon van burgers, waaronder het promoten van vegetarisch of veganistisch eten. Zij beschouwen dergelijke campagnes als betuttelend en zinloos, en willen dat de overheid hiermee stopt.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee! Het zijn totaal verkeerde, zinloze prioriteiten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma